De vraag «aar sneller verteer.
centraio in. het eerste bedrijfsjaar) over
schot maken op do exploitatie. Behalve
Leiden in het eerste bedrijfsjaar y) en
Arnhem in haar tweede, maken allo cen
trales winst (kolom 46),
Vergelijken wij de winstcijfers met de
cijfers van kolom 44, dan valt het op, dat
bij de rendecrende centrales die do hoog
ste ontvangst hebben per K.W. de winst
in verhouding geringer is dan "bij de cen
trales die con lager ontvangst per K.W.
verkregen.
Men zon hieruit kunnen eoncludeeren,
dat een matig tarief, met matige, voor
iedereen geldende rabatten de voorkeur
verdient boven een hoog grondtarief met
hooge rabatten voor enkel groote afnemers.
Do electrischc stroom moet ook bereikbaar
zijn voor bescheiden beurzen; een fman-
tieel gunstig resultaat is dan verzekerd.
Ten slotte nog iets) uit h'eij tweede Hoofd
stuk dezer interessante brochure
Tot voor enkele jai-en was de eleclrische
verlichting aanmerkelijk duurder dan de
gas- en petroleumverlichting en werd het
licht dan ook alleen toegepast door hen,
die over een ruime beurs beschikten en
die vooruitstrevend genoeg waren om do
hygiënische voordeden op waren prijs te
stellen.
Gewoonlijk diende tot lichtbron een gloei
lamp welke per kaarssterkte 3 i\ 3,5 Watt
verbruikte. Sinds echter vooreendrietalija
ren door den genialpnDr. Auervj. Welsbach
do metaaldraadlamp aan de markt is ge
bracht, heeft men de beschikking overeen
lichtbron, die 70 pCt. minder verbruikt
dan de vroegere kooldraadlamp, terwijl nu
sinds één jaar de reductorlanip bestaat,
welke in de meeste gevallen ton opzichte
van de metaaldraadlamp 201 pCt. tot 30
pCt. economischer is, zoodat men met vrij
moedigheid mag zeggen, dat thans het
electrisch licht goedkooper is dan gasver
lichting bij een gasprijs Van 6 5 7 cent
cn petroleumverlichting bij een petroleum-
prijs van 8,5 cent den Liter.
Dat het aangewezen krachtwevktuig voor
de kleinindustiie de electromotor is, weet
en erkent men reeds langen tijd.
De in het eerste hoofdstuk behandelde
jaarverslagen toonen slechts in geringe
mate den invloed van de metaaldiaadlamp,
omdat de uitvinding toen nog te nieuw
cn nog niet algemeen genoeg bekend was.
Men kan echter zeggen, dat de invoering
van de metaaldraadlamp op het electrisch
bedrijf, denzelfden invloed en hetzelfde re
sultaat heeft, als indertijd de uitvinding
van hot gasgloeikousje had op het gasver-
bruik on het gasdebiet.
Naar verluidt, hebben alle centrales in
hel jaar 1909 den invloed van de metaal
draadlamp kunnen constateoren door een
aanmerkelijke stijging in het debiet. De
jaarverslagen over 1909, die binnen eenige
maanden zullen verschijnen, en waarvan
wij hoogstwaarschijnlijk in het volgend
voorjaar een overzicht zullen geven, bevat
ten ongetwijfeld merkwaardige cijfers.
Men moet dan ook hterm de oorzaak
zoeken van de tallooze plannen, welke
in meer of minder gevorderden staat ver-
keeren over de oprichting van elcc-
trische centrales hier te lande.
Bekend zijn de rapporten, die gedurende
den laatsten tijd werden uitgebracht over
de mogelijkheid van oprichting van oen
centrale te Delft, te Zwolle, voor Deventer
en Zwolle tesamen, te Maastricht en
te Tilburg; deze gemeenten bezitten alle
een gasfabriek.
Buitendien is oen rapport uitgebracht
voor een centrale in het Oldambt, die zes
gemeenten in de omgeving van Winscho
ten van stroom zou moeten voorzien.
De moderne machines, welke gebruikt
worden voor het drijven van dynamo's
zooals turbines, gelijkstroom-stoommachi
nes, raw-olie- en zuiggasmotoren, zijn bui
tendien krachtwerktuigen, die veel zuiniger
werken dan de machines, welke vroeger
algemeen werden toegepast, zoodat de elec-
trische energie tegenwoordig ook goedkoo
per kan worden opgewekt.
Gelijk men vroeger aannam, dat het elec-
trische licht een luxe-artikel was, bouwde
men ook de electrische centrales als luxe-
inrichtingen en werd er veel te veel na
druk gelegd op de fraaiheid van gebouwen
en hun inrichting, waardoor het karakter
van „fabriek" geheel vreemd was aan het
begrip „electrische centrale".
Nu echter de jpraktijk heeft aangetoond,
dat in de meeste gevallen een centrale
kan rendoeren, mits bij de oprichting ge
paste zuinigheid wordt betracht, begint
men gelukkig meer en meer te beseffen,
dat een electrisch'e centrale niets anders is,
dan een industrieele onderneming, welke
electrische energie produceert en Verkoopt
en waar de finantieelo resultaten niet in
de waagschaal mogen gesteld worden voor
louter uiterlijkheden.
Opmerkelijk is het, dat in Amsterdam
per duizend inwoners aan licht is aan
gesloten 12,3 If.W'. tegen 12,8 K.W. voor
kracht, terwijl in Rotterdam de cijfers zijn:
Voor licht 9,19 K.W, tegen 14,2 K.W. voor
kracht en in het eerste bedrijfsjaar, in Lei-
f) Wij vernemen echter, dat het verlies
cijfer van ruim £6000 in het le bedrijfs
jaar te Leiden in het tweede bedrijfsjaar
(1910) veranderd is in een winstcijfer van
i 10000.
Maastricht heeft intusschon besloten
geeln centrale op te richten doch stroom'
te betrekken van de Staatsmijnen; Tilburg
en Delft hebben bet besluit tot oprichting
echter genoden, t J 1 i
den, de lichtaansluiting was 7.34 K.W.
en de kraclitaansluiting 8,42 K.W. In luxe
steden, zooals Den Haag en Arnhem, is
daarentegen driemaal zooveel licht aan
gesloten als kracht.
In de bovenstaande regelen hebben wij
willen aantoonen, dat meer en meer de
beschikking over eleetrischen stroom een
eisch zal worden zoowel van de Neder-
landsche industrie als van den Neder-,
landschen particulier.
Do brochure geeft ten slotto nog een
overzicht van de plannen en begrootingen
voor de stichting en. de exploitatie van
centrales in de bovengenoemde gemeenten,
met uitvoerige statistieken.
Aan deze beschouwing mag men zeker
de erkenning barer groote waarde niet
onthouden, gezien de namen der mannen,
die ze geven.
liet is hoe langer hoe minder te ontken
nen, dat Nederland op poorvveggebied achter
lijk is. In de eerste plaats treft het dat de
sneltreinen met zoo onvoldoende snelheid
loopen en dat er in de laatste jaren zoo wei
nig gedaan is om op dit gebied verbetering
te brengen. En dan is op een groot gedeelte
•ran het spoorweggebied althans een gedeelte
tan het jaar de dienst ergerlijk ongeregeld.
Nachttreinen zoekt men in Nederland tever
geefs, zij het dat er voor postverkeer één uit
zondering wordt gemaakt, en nog altijd zijn
er verscheiden gevallen te noemen, waarin
een voel beter veikeer zou zijn in te richten
als men niet te rekenen had met concurren-
tiebozwaren.
Er .zijn andere bezwaren. Doch laten wij
ons beperken tot deze, door iedereen te con-
trolecicn bezwaren.
Zijn dat nu werkelijk bezwaren? Of zijn
het niet meer dan kleinigheden, die nu
ja voor het oogenbük voor den reiziger
onaangenaam zijn, doch voor de welvaart van
Nederland, voor het algemeen belang niet
van zooveel beteekenis?
Allicht zal men hier ten antwoord krij
gen, dat Nederland toch wel dezelfde wel
vaart zal genieten, of de sneltreinen hier
over het geheel beneden de 60 kilometer per
uur blijven dan of zij daarboven komen.
En -als men tegenover deze tegenwerping
de opmeiking plaatst, dat men zoo doorgaan
de weer hij de trekschuit terugkomt, krijgt
men ten antwoord, dat hier dc sprong enorm
i°, terwijl de overgang lang niet zoo groot
is tusschen 70 5 80 kilomeier per uur, gelijk
vele sneltieincn over lange afstanden niet
stoppend m het buitenhuid doen cn de kleine
50 5 60 kilometer per uur, die wij over het
geheel in Nederland bereiken (gelijk wij vroe
ger in dit blad hebben uitgerekend).
Toch zouden wij willen volhouden, dat
het gelijken tred houden met het buitenland
wok op dit gebied zeer gcwonscht is.
Bepalen wij ons nu eens oven tot de snel
heid van het vervoer, verkregen doordat men
snellere treinen en naclittieinen inlegt.
liet directe voordeel van snelheid-vergroo
ting voor den enkelen reiziger is vrij lastig
na te gaan. Of men voor RotterdamAm
sterdam 1 uur 20 minuten noodig heeft of
1 uur 5 minuten (indien er gereden werd
met een snelheid -als al jaren geleden tus
schen Berlijn en Hamburg werd verkregen)
L nog niet van z.ooveel gewicht, al zal het
natuurlijk voor alle reizigers en speciaal voor
vele zakenmenschen geen onverschillige zaak
zijn of z,ij, heen en terug, een half uur langer
of korter in den trein zitten. Doch op groo-
teic afstanden wordt het bezwaar ernstiger.
Men rekene slechts. Nu heeft men, gaande
per „sneltrein" van Amsterdam naar Gro
ningen of Maastricht noodig gemiddeld 4
uur, IS minuten en 5 uur, 10 minuten.
Werd liier gereden zooals op de Borlijnsch
Ilamburgsehe lijn gemiddeld door de snel
treinen, vier jaar geleden al (dus niet alleen
door de hierboven geciteerde treinen, maar
door treinen, waarvan er b.v. een is die 22
maal stopt), dan zou de afstand Amsterdam
Groningen 3 uur G minuten vorderen in
plaats van 4 uur 18 minuten en de afstand
AmsterdamMaastricht 3 uur 17 minuten
iuplfiats ran 5 uur 10' Minuten. Op deze
reizen kan men dus 1 uur 12 en 1 uur 53
minuten winnen door het Duitache voorbeeld
te \o!gen dat al 4 iaar oud is. Ja, de snel
ste trein zou de trajecten doen in 2 uur
14 cn 2 uur 54 minuten, dus winnend 1
uur 32 en 2 uur 10 minuten.
Hier ftouit de winst al heel wat belangrij
ker, ja beteckent zij een geheele verande
ring van communicatie. Of men voor een
reis heen en weer naar Groningen en naar
Maastricht van uit do hoofdstad C uur en
6k uur noodig heeft dan wel Si en 101, is
inderdaad een groot verschil. Door hot in
richten van zulk een verbinding, trekt men
deze ver van het centrum gelegen steden on
geveer een vierde 5 een derde dichter bij do
hoofdstad, wat niet alleen voor handel en
verkeer, maar voor de geheele eenheid des
lands, voor de concentratie der nationale
kracht van groot belang is. Men bevordert
dc belangen van het centrum, maar wel dege
lijk ook de belangen dier steden. Do groote
zaken kunnen daar gevestigd blijven omdat
de leiders gemakkelijker overal kunnen ko
men. Men versnelt de correspondentie, be
vordert liet sneller afdoen van zaken, maakt
liet veel gemakkelijker op één dag heen en
weer te gaan en te schrijven, kortom men
vergroot dc nationale kracht, die ligt in
eenheid en samenwerking.
Nu ontkennen wij niet, dat ons voorbeeld
bizonder sterk is. Voor andere steden is het
verschil niet z/><5 groot,, terwijl men ook wel
licht het Berlijnseh-ITamburgsch'c voorbeeld
altijdvan voor vier jaar, zal wraken. Doch
daartegenover1 stellen wij dan weer, dat de
minder sprekende gevallen door hun veelvul
dig voorkomen toch ook van groot belang
zijn en dat waarlijk niet alleen op de Berlijn
ïïaniburglijn de sneltreinen sneller loo
pen dan ia Nederland.
En dat wij over de traagheid der treinen
schreven geldt mutatis mutandis, precies even-
zeer voor het gemis aan nachttreinen. Ook
door dat gemis vergroot men de afstanden tus
schen de steden onderling, belemmert men
het veikeer, veroorzaakt men tijdverlies en
schept men ongunstige coneunentie-voor-
wa&rden met hot buitenland. De vooibeolden
daarvan, kan ieder tot in het oneindige geien
als hij maar eens denkt aan den kostbaren
tijd, dien. zooveel duizenden brieven dage
lijks bij do Nedeilandsche grenzen veislapen,
terwijl de brieven dor concurrenten in het
buitenland steeds doorgaan.
Men denke zich iemand te Frankfort, die
met Amsterdam, Berlijn en Hamburg in cor
respondentie is. Na 's middags 2.47 kan hij
den Amsterdammer al niet meer bij de eer
ste bestelling den volgenden dag bereiken.
Daartegen kan bij nog 4.35 cn 6.42, ja om
8.45 naar Hamburg schrijven, dat een 70
kilometer verder ligten naar Berlijn, dat
een 60 kilometer verder ligt kan hij zelfs
nog om 10.23 en 11.35 's avonds posten,,
zóó dat dc brief te Berlijn in een der eerste
bestellingen komt.
Men bedenke wat een vertraging in do
correspondentie \oor ons dunrdooi ontstaat,
waar dit gebrek natuurlijk in twee richtin
gen nadeelig werkt.
Eiger intusschen is het nog met kleinere
Nederlandschc steden, met Leeuwarden b.v.
Stel dc Frankforter wil ook Leeuwarden be
reiken. Ilij moet daarvoor vroeg op zijn, im
mers om 10- uur moet zijn brief al gepost
zijn, wil die den Leeuwarder den volgenden
dag per eerste post bereiken. Nu is het waar,
dat dit ook hot gevolg is van de onbegrijpe
lijke politiek van het Nederlandsclie spoor-
wegbchcer, dat te 7.5 te Arnhem den trein
naar het Noorden laat vertrekken, juist 8
minuten vordat do trein daar aankomt, die
12.28 uit Frankfort vertrekt. Doch gesteld
z.elfs, dat men dien trein van 12.2S nog kon
gebruiken, dan is de Leeuwarder toch nog
altijd heel org in hetnadocl tegenover b.v.
den Oldenburger, die slechts een 304al kilo
meters dichterbij ligt on aan wien de Frank-
fortcr zelfs nog om 8.45 's avonds kan schrij
ven, zóó dat dc Oldenburger den brief den
volgenden dag met dc eerste bestelling krijgt.
Deze voorbeelden zijn mot heel veel andere
te vermeerderen, die aantoonen, dat het gemis
aan nachttreinen den Nederiandscbcn handel
cn het Nedeilandschc vorkeer direct bena-
deelon.
Er is echter ok meer indirecte henadec-
ling, die wij in een volgend artikel Onder
chi oogen willen zien, terwijl dan ook de
Verklaring van het euvel ter sprake zal
kunnen komen.
FRANSCHE BRIEVEN.
PARUS, .31 Juli 1910,
Do Rechtbank le Pontoise, een dicht
bij Parijs gelegen landstadje, dat hier on
geveer (lonzelfden roep geniet als indertijd
in Holland het zeer achtenswaardige Kam
pen, heeft op het oogen,blik een straf
proces to berechten, dat vrij vermakelijk
is en tevens een getrouw* beeld geeft van
zekere zoden en van de mentaliteit ,van
zekere personen uit den tijd, waarin we
leven.
Een toovenaar, magiër, Wonderdokter of
hoe men hem nog meer kan noemen, die
zichzelf den naam van professor Aryanis
heeft gegeven, doch voor den burgerlijken
stand Etienne Pons heet, heeft er zich
te verantwoorden wegens hot misdrijf van
oplichting. Hij verkocht namelijk voor den
matigen prijs van vijftien francs ringen,
die Van het merk „la Toute-Puissante"
voorzien waren, bestemd en, naar hij ver
zekerde, in staat aan de koopers wils
kracht, volharding en voorspoed in za
ken, kortom datgene te verschaffen wat
ïnen zou willen hebben en vaak niet
heeft, in één woord hen gelukkig te ma
ken. Geholpen door een handig stelsel van
dagbladreclame was de professor er in
geslaagd, zooveel liefhebbers voor zijn rin
gen te vinden dat hij ongeveer vierhon
derd francs por dag verdiende, hetgeen
a priori als een bewijs mag gelden, dat er
toch wel iets „in die ringen zat", zij het
ook slechts voor hem, die ze vervaardigt.
Een paar ontevredenen, aan wie ze niet
gegeven hadden wat er van gehoopt Werd,
hadden echter een aanklacht bij de Justitie
ingediend en deze, dio, gelijk'do zaak llo-
eliette geleerd heeft, anders niet gemak
kelijk voor beweerde „oplichtingen" in
structies opent, heeft dientengevolge den
ringenman vervolgd. Vandaar het proces.
In de eerste plaats nu, is het opmer
kelijk, dat er in ouzo dagen Van positi
visme en rationalisme, in of vlak bij' een
Wereldcentrum, zulk een groot aantal lie
den gevonden Worden, die op bovenna
tuurlijke wijze fortuin of geluk trachten
deelachtig te worden. Wie de Franschen
en in het bijzonder de Parijzenaars kont
staat verstomd van li'et bestaan van men-
sdhen, die aan de kracht van amulettes
gelooVcn. Doch, ,wat nog veel gekker is,
ter terechtzitting zijn een massa getuigen
koïnen Verklaren dat ze het grootste put
van de ringen ondervonden hebben. Een
aardig, h'eel elegant Vrouwtje, heeft verze
kerd dat ze, sinds zij den ring draagt,
een zelfvertrouwen bezit, hetwelk ze vroe
ger in het geheel niet kende; 'dat alles
haar voor den wind gaat, dat zo, als da-
meskleermaak'ster, haar klanten heeft zien
toenemen, dat ze vroeger vaak oneenig-
heden had met haar man, maar thans
hot buitengoWoon goed met hem vinden
kon, en hetgeen de deur toedoet, dat ze
gekregen had wat ze altijd had willen
hebben...te weten een kind.. Dc laatste
omstandigheid bracht den oolijken Presi
dent der Rechtbank er toe aan de dame
do vraag te stellen, of haar echtgenoot
ook een ring van den Professor droeg en
het antwoord, dat bevestigend luidde,
bracht algemcene vroolijkheid onder het
publiek te weeg.
Indien de Franschen niet zoo luchthar
tig waren en, vooral, indien de Fransche
Regeering wat energieker en wat minder
aan sleur gewend Was dan helaas, het
geval is, zou er van een dergelijke ont
hulling veel heil te wachten zijn voor ccn
land, dat volgens beroemde staathuishoud
kundigen oen zeer donkere toekomst te
gemoet gaat wegens het sterk afnemen
van het aantal geboorten en huwelijken in
de laatste vijf en twintig jaar.
In plaats van den Professor dienstbaar
te maken aan. het algemcene welzijn, gaat
men hem echter vervolgen en misschien
voor eenigen tijd van do maatschappij' af
zonderen. Doch er is iets anders, waarom
men waarlijk wel wat genadig mocht zijn
met dezen mensohenvricntl wiens lof ver
kondigd wordt door hen, die men voor
zijn slachtoffers wilde doen doorgaan. Het
is zeer mogelijk, dat het inderdaad ;?,ijn
ringen zijn, die aan de koopers brengen
hetgeen ze niet hebben of vurig begeeren.
In zeer veel gevallen zullen die voorwer
pen namelijk datgene schenken, wat all leen
noodig is, om onder zekere omstandighe
den iets te bereiken, namelijk het vaste
vertrouwen. Op die wijze worden ze in
strumenten van suggestie en kunnen ze
hetzelfde teweeg brengen wat een arts
door middel van het magnetiseeren van
een daartoe geschikt individu verkrijgt. On
gelukkig is het niet te voorzien, dat de
rechters van Pontoise die opvatting van de
aan pun oordeel onderworpen feiten zullen
Lebben en zal de professor waarschijnlijk
voor eenigen tijd zijn, aan zlcbzelven zoo
wel als aan anderen} heilbrengende indus
trie moeten staken.
Een en ander bewijst inmiddels, dat men
er wel eens toe mocht besluiten Jen Code
Pénal, en ook andere Wetboeken, meer in
overeenstemming (e brengen met don toe
stand der hedendaagsche maatschappij en
met do reusachtige Vorderingen die deze
op elk gebied gemaakt heeft, sinds |dc
honderd laatste jaren, d. W. z. sinds hot
tijdstip dat gezegde wetboeken vervaardigd
zijn.
Hoe gebrekkig vooral de oude Coded'In-
struction Crimincllo (Wetboek van Straf
vordering) werkt, komt bijna bij' elk proces
aan het licht. Doch er is een zaak. als die
van Roch'ette toe noodig om aanstalten to
doen maken voor een geleidelijk afbreken
van het oude, vermolmde gebouW. Reeds
nu is aan te nemen, dat, al komt ook niet
alles aan het licht, en al 'zullen zij die
straf verdiend hebben die stellig niet krij
gen, h'ct werk'der Enquête-commissie toch
dit gevolg zal hebben, dat voortaan, jn
de eerste plaats door wetswijziging, het
Vervolgen van misdrijven to Parijs wat re
gelmatiger en logischer in het werk zal
gaan dan in zeer veel gevallen geschiedt.
Wellicht zullen dan ook A'ssyrische pro-
rtcs so ren, die eenvoudig in het land van
Gaskonje geboren zijn, wat rechtvaardiger
behandeld worden, dan de ongelukkige,
die thans zijn vonnis wacht van de rech
ters van Pontoise.
Deze professor heeft opnieuw do waar
heid bevestigd van hetgeen in hot llol-
landsch, in ietwat anderen zin, een wei
nig lomp wordt uitgedrukt door het ge
zegde: De verbeelding is erger dan de
dordendaagscho koorts. Die uitspraak is
trouwens wat eenzijdig, want evengoed als
een iradeelige werking, kan dio verbeel
ding een goeden invloed hebben. Het ge
val van de naaister, die ton gunste van
den professor kwam getuigen, toont zulks,
zoo het noodig was, ten volle aan. In
verband daarmee zou Aryanis, indien men
hem slee,hts had laten begaan, in staat
geweest zijn, z'n ringdragers het denk
beeld op te dringen, dat het op het oogen
bük het prachtigste zomerweer is, wat
men maar bedenken kan. Ongetwijfeld had
hij dan oen groot gedeelte van het men-
schelijk geslacht gelukkig gemaakt, dat zijn
vacantie bederven en in het water vallen
ziet.
Te Parijs, waar ieder (al is het slechts
in „verbeelding") gedurende de zomer
maanden de stad voor de „campagne" ont
vlucht, is de abnormale weersgesteldheid
oorzaak dat het er veel drukker is dan
gewoonlijk in dit seizoen. Groot is het
aantal van hen, die niet uit de stad gaan
of reeds van buiten terug gekomen zijn,
omdat het buitenleven nog minder te ge
nieten is dan dat te Parijs, waar altijd
zooveel meer hulpbronnen bestaan om het
leven aangenaam te maken, of juister, om
het aangenaam te doen schijnen.
In een kleinen kring (waarin toch al
niet veel aaneensluiting h'cerscht) als de
Nederlandscho Kolonie, is dat gevolg van
het slechte zomerweer, echter niet zoo
merkbaar. De Parijsche Hollanders laten
er zich' waarschijnlijk niet door weerhou
den naar het vaderland of elders te trek
ken, waar het niet slechter gesteld is. Er
zijn dus, behalve de touristen, op het
oogenbük slechts zeer weinig landgenooten
in de stad. Dit is verleden week nog
gebleken bij een plechtigheid van droevi-
gen aard, die in het bijzonder onze Kolonie
aanging. Betrekkelijk weinige onzer landge
nooten toch, waren aanwezig bij do ter
aardebestelling van een algemeen geacht
sinds twintig jaar te Parijs woonachtig
Hollander, den heer Roepius van Zeven
huizen. Zij, die in de stad waren, 'hadden
echter door hun aanwezigheid op Pèio
Lachaise doen blijken van de achting cn
de genegenheid, die de overledene algemeen
in de Ilollandscho Kolonie genoot, waar
aan bij, zoowel als lid van het Bestuur
der Verecniging voor Weldadigheid als van
de Kamer van Koophandel, steeds groote
toewijding getoond had.
En van de Parijscho Hollanders spre
kende, die waarlijk niet zoo sterk in aan
tal zijn of hot mag wel in ruimen kring
verbreid, wanneer zij het gemis aan quan-
titeit door do qualiteit vergoeden, wil ik
ten slotto van do eer molding maken,
bij gelegenheid van het jongste Ko
ninklijk bezoek tc Parijs lo bomt
gevallen aan onzen landsman, don bariton
Jan Reder, die H.IL MM. den Koning en
de Koningin van Bolgie, benevens Presi
dent Fallières en alle ministers toon onder
zijn auditorium heeft mogen tellen. Na
hot diner, waaraan dc hooge gasten in
het ministerie van Buitenlamlsche Zaken
genoodigd waren, zijn zij in de gelegenheid
geweest het talent en de stem te wnar-
deoren van een der voornaamste Parijscho
concertzangers, in wioti zo wellicht geen
Noordelijken stamgenoot vermoed hebben.
Toch hebben ze zeker wol geweten dat
het niet alles Parijsch is wat er, te Pa
rijs, blinkt.
JÜVENIS.
BINNENLAND.
De Kon!*g en de Koningin der Belgen naar
Nederland.
De „Vlaamsche Gazet" schrjjft.
De.reis naar Holland cn bet bezoek aan
hot Nederlandschc Hof, door den Koning
en do Koningin te doen, is nu bepaald
vastgesteld.
De afreis heeft plaats den 14 Septem
ber om 's avonds te Amsterdam aan te
komen, waar onze Vorston zullen vernach
ten in het paleis aan don Dam.
Den 15 en den 16 September worden aan
ontvangsten, bezoeken en plechtigheden be
steed. Den 17 September wordt in gezel
schap van Koningin Wilhelmina on prins
Hendrik de reis naar 's-IIagc aanvaard.
Na een dag verblijf in de Hofstad, koe
ren Koning Albrecht en Koningin Elisa
beth naai- Brussel terug.
Besmet Ycrldaard.
Do minister van binnenlandsche zaken
heeft Nicolajeff besmet verklaard wegens
Aziatische cholera en het aantal dagen, be
doeld in het eerste lid van art. 8 van de
wet van 28 Maart 1877 (Stbl. no. 35),
laatstelijk gewijzigd bij (le wel van. 21 Jum
1901 (Stbl. no. 157), bepaald op vijf.
(„Stel.")
G. I van der Zwaeg.
Naar aanleiding van het bericht van het
uittreden van don heer G. L. van dei Zwang
ui! de sociaal-democratische Statenfractie
hoeft een lid dier fractie aan „Het Volk"
geschreven, dat dit Statenlid geen lid der
sociaaJ-dcmocratischc fractie was, doch hos-
pitant, hetgeen ook uit de notulen van de
club was to lezeu.
Do heer Van der Zwaag schrijft mi dien
aangaande aan do „Leeuw. Crt." het vol
gende:
„Nu mijn uittreden uit dc sociaal-demo
cratische Statenclub niet alleen aanleiding
tot een courantcnberichtjc hoeft gegeven,
maar dit berichtje bovendien zelfs tot een
rectificatie door bemiddeling van „een lid
dier fractie" hoeft geleid, vorgunne u mij
nog het volgende ter geheele cpmplelcenng
mede te deelcn.
Wat do notulen 'dor club omtrent mijn
lidmaatschap of „hospitant"schap bevat
ten, herinner ik mij met, maar wel weet
ik, dat het niet geheel juist is, dat mij
nimmer .„een opdracht" is verstrekt. Mij
is n.L in den beginne niets meer of minder
opgedragen geweest dan het voorzittci-
sehap der club. Geweest, helaas! en 'dc
vreugde was zelfs kort van duur, want oen
lid, dat niet bij mijn benoeming tegen
woordig was, ontdekte later dat het be-
kleeden door mij van dit voorzitterschap
wel eens tot conflict met het partijbestuur
der S. D. A. P. zou kunnen leiden, zoo
dat ik vrijwillig deze functie maar weer,
na haar zeer kort te hebben vervuld, bob
nedergelegd.
Voor zoover ik mij herinner, ging dit
echter niet gepaard met ontzetting van mijn
lidmaatschap en daar ik mij natuurlijk niet
kan voorstellen, dat .een Statenclub een
niet-lid tot voorzitter zou benoemen, was
het dus m. i. nog niet zoo «heel onbegrij
pelijk, dat ik mij tot mijn bedanken als
zoodanig wel degelijk als lid beschouwde,
zij het dan ook met slechts raadgevende
stem."
Sir George Bachaumi.
Zooals in ons vorig nummer reeds ge
meld, is Sir George Buchanan, thans En-
gelsch gezant aan het Nederlandschc hof,
benoemd tot gezant van Engeland te St.
Petersburg. liet „Vad." doelt over den
nieuwbenoemde mede
De heer Buchanan stamt uit Schotland
en heeft op een leeftijd van 55 jaren een
diplomatieken diensttijd van 35 jaren ach
ter zich. Van 1893 tot 1900 was hij zaak
gelastigde te Darmsta'dt en werkte van 1901
tot 1903 als gezantschapsraad, bijwijlen ook
als zaakgelastigde te Berlijjn.
o