Ile vraag naar sneller verleer. centraio in. het eerste bedrijfsjaar) over schot maken op do exploitatie. Behalve Leiden in hot eerste bedrijfsjaar f) en Arnhem in haar tweede, makon allo con trales winst (kolom 46). Vergelijken wij de winstcijfers met de cijfers van kolom 44, dan valt het op, dat hij de rendeerende centrales die de hoog ste ontvangst hebhen per K.Wi de winst in verhouding geringer is dan hij de cen trales die een lager ontvangst per K.W. Verkregen. Men zou hieruit kunnen concludeeren, dat een matig tarief, met matige, voor iedereen geldende rabatten de vooikeur verdient boven een hoog grondtarief met hooge rabatten vooi enkel groote afnemers. De electrische stroom moet ook bereikbaar zijn voor bescheiden beurzen; een Cinan- tieel gunstig resultaat is dan verzekerd. Ten slotte nog iets! uit het( twecdo Hoofd stuk dezer interessante brochure: Tot voor enkele jaren was do electrische verlichting aanmerkelijk duurder dan do gas- en petroleumverlichting en werd het licht dan ook alleen toegepast door hen, die over een ruime beurs beschikten en die vooruitstrevend genoeg waren om do hygiënische voordeden op waren piijs te stellen. Gewoonlijk diende tot lichtbron een gloei lamp welke per kaarssterkte 3 A 3,5 Watt verbruikte. Sinds echter voor een diietal, ja ren door den genialon Dr. Auer V. Welsbach do metaaldraadlamp aan do markt is ge bracht, heeft men de beschikking overeen lichtbron, die 70 pCt. minder verbruikt dan de vroegere kooldraadlamp, terwijl nu sinds één jaar de redactor] amp bestaat, welke in de meeste gevallen ton opzichte van do metaaldraadlamp 20 pCt. tot 30 pCt. economischer is, zoodat men met vrij moedigheid mag zeggen, dat thans het elcctrisch licht goedkooper is dan gasver lichting bij een gasprijs van 6 7 cent en petroleumverlichting bij een petroleum- prijs van 8,5 cent 'den Liter. Dat het aangewezen krachtwerktuig voor de kleinindustrie de electromotor is, weet en erkent men reeds langen tijd. De in hot eerste hoofdstuk behandelde jaarverslagen toonen slechts in geringe mate den invloed van de metaaldraadlamp, omdat de uitvinding toen nog te nieuw en nog niet algemeen genoeg bekend was. Men kan echter zeggen, dat de invoering van de metaaldraadlamp op het electrisch bedrijf, denzelfden invloed en hetzelfde re sultaat heeft, als indertijd de uitvinding van het gasgloeikousje had op het gasver bruik en het gasdebiet. Naar verluidt, hebben alle centrales in het jaar 1909 den invloed van do motaal- draadlamp kunnen constateeren door een aanmerkelijke stijging in het debiet. Do jaarverslagen over 1909, die binnen eemge maanden zullen verschijnen, en waarvan wij hoogstwaarschijnlijk in het volgend voorjaar een overzicht zullen geven, bevat ten ongetwijfeld merkwaardige cijfers. Men moet dan ook hierin de oorzaak zoeken van de tallooze plannen, welke in meer of minder gevorderden staat ver- keeren over do oprichting van elec trische centrales hier te lande. Bekend zijn de rapporten, die gedurende den laatsten tijd werden uitgebracht over de mogelijkheid van oprichting van een centrale te Delft, te Zwolle, voor Deventer en Zwolle tesamen, te Maastricht en te Tilburg, deze gemeenten bezitten alle een gasfabriek. Buitendien is een rapport uitgebracht voor een centrale in het Oldambt, die zes gemeenten in de omgeving van Winscho ten van stroom zou moeten voorzien. De moderne machines, welke gebruikt worden voor het drijven van dynamo's zooals turbines, gelijkstroom-stoommachi nes, ruw-olie>- en zuiggasmotoren, zijn bui tendien krachtwcrktuigen, die veel zuiniger werken dan de machines, welke vroeger algemeen werden toegepast, zoodat de elec trische energie tegenwoordig ook goedkoo per kan worden opgewekt. Gelijk men vroeger aannam, dat h'et elec trische licht een luxe-artikel was, bouwde men ook de electrische centrales als luxe inrichtingen en werd er veel te veel na druk gelegd op dc fraaiheid wan gehouwen en hun inrichting, waardoor het karakter van „fabriek" geheel vreemd was aan hel begrip „electrische centrale". Nu echter do praktijk heeft aangetoond, dat in do meeste gevallen een centrale kan rendeeren, mits bij de oprichting ge past o zuinigheid wordt betracht, begint men gelukkig meer en meer te beseffen, dat een electrische centrale niets anders is, dan een industrieele onderneming, welke electrische energie produceert en verkoopt en waar de finanticele resultaten niet in de waagschaal mogen gesteld wonlcn voor louter uiterlijkheden. Opmerkelijk is h'et, dat in Amsterdam per duizend inwoners aan licht is aan gesloten 12,3 K.W'. tegen 12,8 K.W. voor kracht, terwijl in Rotterdam de cijfers zijn Voor licht 9,19 K.W. tegen 14,2 K.W. voor kracht en in het eerste bedrijfsjaar, in Lei- f) Wij vernemen echter, dat het verlies cijfer van ruim f6000 in. het le bedrijfs jaar te Leiden in het tweede bedrijfsjaar (1910) veranderd is in een winstcijfer van f 10000. Maastricht heeft intusschen besloten geefa centrale op te richten doch stroom' te betrekken van de Staatsmijnen; Tilburg en Delft hebben het besluit tot oprichting echter genomen. t den, do lichtaansluiting was 7.34 K.W'. en do krachtaansluiting 8.42 K.W. In luxe steden, zooals Don Haag en Arnhem, is daarentegen driemaal zooveel licht aan gesloten als kracht. In de bovenstaande regelen hebben wij willen aan toonen, dat meer en meer do beschikking over eleetrisehen stroom een eisch zal worden zooWel van de Neder- landsche industrie als van den Neder landsehen particulier. De brochure geeft ten slotte nog een overzicht van de plannon en begroetingen voor de stichting on de exploitatie van contrales in de bovengenoemde gemeenten, met uitvoerige statistieken. Aan doze beschouwing mag men zeker de erkenning harer groote waarde niet onthouden, gezien de namen der mannen, die ze geven. Het is hoe langer hoe minder te ontken nen, dat Nodeilnnd op poorweggebied achter lijk is. In de eerste plaats tieft het dat de sneltreinen met zoo onvoldoende snelheid ioopen en dat cr in de laatste iaren zoo wei nig gedaan is om op dit gebied verbetering te brengen. En dan is op een groot gedeelte van hel spoorweggebied althans een gedeelte van het jaar de dienst ergeilijk ongciegeld. Nachttreinen zoekt men in Nedeiland tever geefs, zij het dat er voor postverkeer één uit zondering wordt gemankt, en nog altijd zijn er verscheiden gevallen te noemen, waarin een veel beter verkeer zou zijn in te richten als men niot te rekenen had mot eoneurren- tiebezwaren. Er .zijn andere bezwaien. Doch laten wij ons beperken tot deze, door iedereen te con traleden bezwaren. Zijn dat nu werkelijk bezwaren? Of zijn bet niet meer dan kleinigheden, die nu jn voor het oogenblik voor den reiziger onaangenaam, zijn., doch voor dc welvaart van Nederland, voor het algemeen belang niot van zooveel boteckenis? Allicht zal men hier ten antwoord krij gen, dat Nederland toch wel dezelfde wol vaart zal genieten, of de sneltreinen hier over hot geheel beneden de 60 kilometer per uur blijven dan of zij daarboven komen. En als men tegenover deze tegenwerping de opmeiking plaatst, dat men zoo dooigaan- do weer bij de trekschuit terugkomt, krijgt men ten antwoord, dat hier de sprong enorm is, terwijl de overgang lang niet zoo groot is tusschen 70 A SO kilometer per uur, gelijk, vele sneltreinen over lange afstanden niet stoppend in het buitenland doen en de kleine 50 h 60 kilometer por uur, die wij over het geheel m Nederland bereiken (gelijk wij vroe ger in dit blad hebben uitgerekend). Toch zouden wij willen volhouden, dat het gelijken tred bonden met het buitenland >-ok op dit gebied zeer gcwenscht is. Bepalen wij ons nu eons even tot de sneb beid van het vervoer, verkregen doordat men snellere tieinen en nachttreinen inlegt. liet diiecte voordeel van snelheid-vergroo ting voor den enkelen reiziger is vrij lastig na te gaan. Of men voor RotterdamAm sterdam 1 uur 20 minuten noodig heeft of 1 uur 5 minuten (indien er gereden werd met een snelheid als al jaren geleden tus schen Berlijn en Hamburg werd verkregen) is nog niet van zooveel gewicht, .al zal het natuurlijk voor alle reizigers en speciaal voor vele zakenmenschen geen onverschillige zaak zijn of zij, heen en terug, een half uur langer of korter in den trein zitten. Doch op groo- toie afstanden woidt het bezwaar ernstiger. Alen rekene slechts. Nu heeft men, gaande per „sneltrein" van Amsteidam naar Gro ningen of Maastricht 'noodig gemiddeld 4 uur, IS minuten en 5 uur, 10 minuten. Werd hier gereden zooals op de Rcrlijnsch Tlamburgsche lijn gemiddeld door de snel treinen, vier jaar geleden al (dus niet alleen door de hierboven geciteerde treinen, maar door treinen, waarvan or b.v. een is die 22 maal stopt), dan zou de afstand Amsterdam Groningen 3 uur 6 minuien vorderen in plaats van 4 uur IS minuten en de afstand AmsterdamMaastricht 3 uur 17 minuten tnplaats van 5 uur 10' minuten. Op deze reizen kan men dus 1 uur 12 en 1 uur 53 minuten winnen door het Duitsche voorbeeld te volgen dat al 4 jaar oud is. da, de snel ste trein zou de trajecten doen in 2 uur -14 on 2 uur 54 minuten, dus winnend 1 uur 32 en 2 uur 10 minuten. Hier wordt de winst al heel wat belangrij ker, ja beteekent zij een geheele verande ring van communicatie. Of men voor een reis heen en weer naar Groningen cn naar Alaastrieht van uit de hoofdstad G uur en 6| uur noodig heeft dan wol 81 en 101-, is inderdaad een groot velschil. Door het in richten van zulk een verbinding, trekt men deze ver van het centrum gelegen steden on geveer een vierde A een derde dichter bij de hoofdstad, wat niet alleen voor handel en verkeer, maar voor de geheele eenheid des lands, voor de concentratie der nationale kracht van groot belang is. Men bevordert de belangen van het centrum, maar wel dege lijk ook de belangen dier steden. De groote zaken kunnen daar gevestigd blijven omdat de leiders gemakkelijker overal kunnen ko men. Men versnelt de correspondentie, be vordert het sneller afdoen van zaken, maakt het veel gemakkelijker op één dag heen en weer te gaan en te schrijven, kortom men vergroot dc nationale kracht, die ligt in eenheid en samenwerking. Nu ontkennen wij niet, dat ons voorbeeld" bizonder sterk is. ~Vbor andere steden is hot verschil niet zóó groot, terwijl men ook wel licht het Berlijnsch-Hamburgsche voorbeeld altijdvan voor vier jaar, zal wraken. Doch daartegenover stellen wij dan weer, dat de minder sprekende gevallen door hun veelvul dig voorkomen toch ook van groot belang zijn en dat waarlijk niet alleen op dc Berlijn Ilamburglijn de sneltreinen sneller Ioo pen dan in Nederland. En dat wij over de traagheid der treinen schreven geldt mutatis mutandis, precies evon.~ zeer voor het gemis aan nachttreinen. Ook door dat gemis vergroot men de afstanden tus schen de steden ondeiling, belemmert men bet vei keer, veroorzaakt men tijdverlies en schept men ongunstige concurrentie-voor- waarden met hot buitenland. De vooibeelden (Jaarvan kan ieder tot in het oneindige geven als hij maar eens denkt aan den kostbaren tijd, dien zooveel duizenden brieven dage lijks bij dc Nedeilandsche grenzen verslapen, terwijl de brieven der concurrenten in het buitenland steeds doorgaan. Alen denke zich iemand to Frankfort, die met Amstoidam, Berlijn en Hamburg in cor respondentie is. Na 's middags 2.47 kan hij don Amsterdammer al niet meer bij de eer ste bestelling den volgenden dag bereiken. Daartegen kun hij nog 4.35 en 6.42, ja om S.45 naar Hamhuig schrijven, dat een 70 kilometer veuler ligt; en naar Bellijn, dat oen 60 kilometer verder ligt kan hij zelfs nog om 10.23 en 11,35 's avonds posten, 7.66 dat de brief te Berlijn in een der eerste bestellingen komt. Alen bedenke ,vat een vertraging in de correspondentie voor ons daardoor ontstaat^ waar dit gebrek naluuilijk in tweo richtin gen nadeclig werkt. Eigor intusschen is het nog met kleinere Nederlandsche steden, met Leeuwarden b.v. Stel de Frankforter wil ook Leeuwarden be reiken. Hij moet daarvoor vroeg op zijn, im mers om 10- uur moet zijn brief al gepost zijn, wil die den Leeuwarder don volgenden dag per eerste post bereiken. Nu is het waar, dat dit ook liet gevolg is van do onbegrijpe lijke politiek Van het Nederlandsche spoor- wegbeheer, dat te 7.5 te Arnhem don trein naar het Noorden laat vertrekken, juist 8 minuten vordat do trein daar aankomt, die 12.28 uit Frankfort vertrekt. Doch gesteld zelfs, dat men dien trein van 12.2S nog kon gebiuiken, dan is de Leeuwarder toch nog altijd heel erg in lictnadcel tegenover b.v. den Oldenburger, die slechts een 30-tal kilo meters dichterbij ligt en aan wicn de Frank forter zelfs nog om 8.45 's avonds kan schrij ven, zóó dat de Oldenburger don brief den volgenden dag met de eerste bestelling krijgt. Deze oorbeelden ziin met heel veel andere le vermeerderen, die aantoonen, dat het gemis aan nachttreinen den Nederlandschen handel en hot Nederlandsche verkeer direct heua- doelon. Er is echter ok meer indirecte henadee- ling, die wij in een vo'gend artikel onder de oogen willen zien, terwijl dan ook de Verklaring van het euvel ter sprake zal kunnen komen. FRANSCHE BRIEVEN. PARIJS, ,31 Juli 1910, Do Rechtbank te Pontoise, oen dicht bij Parijs gelegen landstadje, dat hier on geveer donzelfden roep geniet als indertijd in Holland het zeer achtenswaardige Kam pen, heeft op het oogenblik een straf proces te berechten, dal vrij vermakelijk is en tevens een getrouw beeld geeft van zekere zeden en van de mentaliteit van zekere personen uit den tijd, waarin we leven. Een toovenaar, magiër, wonderdokter of hoe men hem nog meer kan noemen, die zichzelf den naam van professor Aryanis heeft gegeven, doch voor den burgerlijken stand Etienne Pons heet, heeft er zich te verantwoorden wegens het misdrijf van oplichting. Ilij verkocht namelijk voor den matigen prijs van vijftien francs ringen, die van het merk „la Toute-Puissante" voorzien waren, bestemd en, naar hij ver zekerde, in staat aan de koopers wils- kvacht, volharding en voorspoed in za ken, kortom datgene te verschaffen wat imen zou willen hébben en vaak niet heeft, in één woord hen gelukkig le ma ken. Geholpen door een handig stelsel van dagbladreclame was de professor er in geslaagd, zooveel liefhebbers voor zijn rin gen to vinden dat hij ongeveer vierhon derd francs per dag verdiende, hetgeen a priori als een bewijs mag gelden, dat er toch wel iets „in die ringen zat", zij hot ook slechts voor hem; die ze vervaardigt. Een paar ontevredenen, aan wie ze jniet gegeven hadden wat er van gehoopt werd, hadden echter een aanklacht hij de Justitie ingediend en deze, die, gelijkde zaak Po chette geleerd heeft, anders niet gemak kelijk voor beweerde „oplichtingen" in structies opent, heeft dientengevolge den ringemnan vervolgd. Vandaar het proces. In de eerste plaats nu, is het opmer kelijk, dat er in onze dagen van positi visme en rationalisme, in of vlak bij een Wereldcentrum, zulk een groot aantal lie den gevonden Worden, 'die op bovenna tuurlijke wijze fortuin of geluk trachten deelachtig te worden. Wie de Franschen en in hét bijzonder de Parijzenaars ikent staat verstomd van het bestaan van men- seh'en, die aan de kracht van amulettes gelooVen. Doch, ,wat nog veel gekker is, ter terechtzitting zijn een massa getuigen komen Verklaren dat zo h'et grootste put van de ringen ondervonden hebben. Een aardig, Keel elegant Vrouwtje, heeft verze kerd dat ze, sinds zij den ring draagt, een zelfvertrouwen b'ezit, hetwelk zo vroe ger in het geheel niet kende; dat alles haar voor den wind gaat, dat zo, als da meskleermaakster, haar klanten heeft zien toenemen, dat ze vroeger vaak oneenig- heden had met haai- man, maar thans het buitengewoon goed met hem vinden kon, en hetgeen de deur toedoet, dat ze gekregen had wat ze altijd had willen hebben-.'... te weten een kind.. De laatste omstandigheid bracht den oolijken Presi dent der Rechtbank er toe aan de dame de vraag te stellen, of haar echtgenoot ook een ring van don Professor droeg en het antwoord, dat bevestigend luidde, bracht algemeene vroolijkheid onder het publiek to weeg. Indien do Franschen niet zoo luchthar tig waren en, vooral, indien de Fransche Regeering Wat energieker en wat minder aan sleur gewend Was dan helaas, hot geval is, zou er van een dergelijke ont hulling veel heil to wachten zijn voor een land, dat volgens beroemde staathuishoud kundigen oen zeer donkere toekomst te gemoet gaat wegens het sterk afnemen van het aantal geboorten en huwelijken in de laatste vijf en twintig jaar. In plaats van den Professor dienstbaar te maken aan het algemeene welzijn, gaat men hom echter vervolgen on misschien voor eenigen tijd van de maatschappij af zonderen. Doch' er is iets anders, waai om men waarlijk wel wat genadig mocht zijn met dozen menschenvriend wiens lof ver kondigd wordt door hen. die men voor zijn slachtoffers wilde doen doorgaan. Het is zeer mogelijk, dat het inderdaad jzijn ringen zijn, die aan de koopers brengen hetgeen zo niet hebben of vurig begoeren. In zeer Veel gevallen zullen die voorwer pen namelijk datgene schenken, Wat allleen noodig is, om onder zekere omstandighe den iets te bereiken, namelijk het vaste vertrouwen. Op die wijze worden ze in strumenten van suggestie en kunnen ze hetzelfde teweeg brengen wat oen arts door middel van het magnctiseeren van een daartoe geschikt individu verkrijgt. On gelukkig is het niot te voorzien, dat de rechters van Pontoise die opvatting van de aan jiun ooideel onderworpen feiten zullen hebhen en zal de professor waarschijnlijk voor eenigen tijd zijn, aan zfehzclven zoo wel als aan anderen, heilbrengende indus trie moeten staken. Een en ander herrijst inmiddels, datmeti er wel cons toe mocht besluiten len Code Pénal, en ook andere wetboeken, 'neer in overeenstemming te brengen met den ton stand der hedendaagsche maatschappij en met do reusachtige vorderingen die deze op elk gebied gemaakt h'eeft, sinds jde honderd laatste jaren, d. W. z. sinds het tijdstip dat gezegde wetboeken vervaardigd zijn. Iloe gebrekkig vooral de oude Code de struction Criminelle (Wetboek van Straf vordering) rverkt, komt bijna hij elk proces aan het licht. Doch er is een zaak als die Van Roch'ettetoe noodig om aanstalten lo doen maken voor een geleidelijk afbreken van het oude, vcrm'olmdo gebouw). Reeds nu is aan te nemen, dat, al komt ook niet alles aan h'et licht, en al "zullen zij die straf verdiend hebhen die stellig niet krij gen, h'et rverk'der Enquête-commissie toch dit gevolg zal bobben, dat voortaan, in do eerste plaats door Wetswijziging, het Vervolgen van misdrijven te Parijs wal ïe- gelm'atiger en logischer in het werk zal gaan dan in zeer veel gevallen geschiedt. Wellicht zullen dan ook A'ssyrische pro- fessoren, die eenvoudig in het land van Gaskonje geboren zijn, wat rechtvaardiger b'ehandeld worden, dan de ongelukkige, die thans zijn vonnis wacht van do rech ters van Pontoise. Dezo professor h'eeft opnieuw do waar heid bevestigd van hetgeen in hot ÏIol- landsch, in ietwat andoren zin, een wei nig lomp wordt uitgedrukt door het ge zegde: Dg verbeelding is erger dan do deidendaagsche koorts. Die uitspraak is trouwens wat eenzijdig, want evengoed als oen nadeeligo werking, kan die verbeel ding een goeden invloed hebben. Het ge val van de naaister, die ten gunste van den professor kwam getuigen, toont zulks, zoo het noodig was, ten volle aan. In verband daannee zou Aryanis, indien men hom slechts had laten begaan, in staat geweest zijn, z'n rïngdragers het denk beeld op to dringen, dat hot op hel oogen blik het prachtigste zomenvoer is, wat men maar bedenken kan. Ongetwijfeld had hij dan een groot gedeelte van het mon- scholijk geslacht gelukkig gemaakt, dat zijn vacantie bederven en in hot water vallen ziet. Te Parijs, waar ieder (al is het slechts in „verbeelding") gedurende de zomer maanden do stad voor de „campagne" ont vlucht, is de abnormale weersgesteldheid oorzaak dat het er veel drukker is dan gewoonlijk in dit seizoen. Groot is het aantal van hen, die niet uit tic stad gaan of reeds van huiten terug gekomen zijn, omdat het buitenleven nog minder te ge nieten is clan dat te Parijs, waar altijd zooveel meer hulpbronnon bestaan emhet leven aangenaam te maken, of juister, om het aangenaam te doen schijnen. In een kleinen kring (waarin toch al niet veel aaneensluiting h'eerscht) als do Nederlandsche Kolonie, is dat gevolg van het sléchte zomerweer, echter niet zoo merkbaar. De Parijsche Hollanders laten er zich waarschijnlijk niot door weerhou den naar het vaderland of elders te trek ken, waar het niet slechter gesteld is. Er zijn dus, behalve de touristen, op het oogenblik slechts zeer weinig landgenootcn in de stad. Dit is verleden week nog gebleken bij een plechtigheid Van droovi- gen aard, die in het bijzonder onze Kolonie aanging. Betrekkelijk weinige onzer landge- nooten toch, waren aanwezig bij de ter aardebestelling van een algemeen geacht, sinds twintig jaar te Parijs woonachtig Hollander, den heer Roepius van Zeven huizen. Zij, die in de stad waren, "hadden echter door hun aanwezigheid op Père Lachaise doen blijken van de achting en de genegenheid, die do overledene algemeen in de Hollandsche Kolonie genoot, waar aan hij, zoowel als lid van hot Bestuur der Vereoniging voor Weldadigheid als van de Kamer van Koophandel, steeds groote toewijding getoond had. En van de Parijsche Hollanders spre kende, die waarlijk niet zoo steik in aan tal zijn of het mag wol ia ruimen kring verbreid, wanneer zij het gemis aan quan- titeit door do qualiteit vergoeden, wil ik ten slotte van de eer melding maken, bij gelegenheid van het jongste Ko ninklijk bezcck to Parijs to beurt gevallen aan onzen landsman, den bariton Jan Reder, die II,II. MM. den Koning en do Konrngin van Belgie, benevens Presi dent Fallières en alle ministers toen onder zijn auditorium hoeft mogen tellen. Na het diner, waaraan do hooge gasten in het ministerie van Buitenlandsclrc Zaken genoodigd waren, zijn zij' in de gelegenheid geweest het talent en do stem te waar- deoren van eon der voornaamste Parijsche concertzangers, in wien ze wellicht geen Noordelijken stamgenoot vermoed hébben. Toch hebhen ze zeker wel geweten dat het niet alles Parijsch is wat er, te Pa rijs, blinkt. JUVENIS. BINNENLAND. De Koning en de Koningin der Belgen naar Nederland. De „Vlaamsche Gazet" schrijft: De,reis naar Holland en liet bezoek aan liet Nederlandsche Ilof, door den Koning en de Koningin to doen, is nu bepaald vastgesteld. Do afreis heeft plaats den 14 Septem ber om 's avonds te Amsterdam aan te komen, waar onze Vorsten zarllen vernach ten in h'et paleis aan den Dam'. Den 15 en den 16 September worden aan ontvangsten, bezoeken en plechtigheden be steed. Den 17 September woidt in gezel schap van Koningin Wilhelmma en piins Ilemlrik de reis naar 's-IIage aanvaard. Na een dag verblijf in de Hofstad, koe ren Koning Albreehl en Koningm Elisa beth naai- Brussel terug. Besmet verklaard. De minister van binnenlandsche zaken heeft Nicolajeff hesmet verklaard wegens Aziatische cholera on het aantal dagen, be doeld in hot eerste lid van art 8 van de wet van 28 Alaart 1877 (Stbl. no. 35), laatstelijk gewijzigd hij de wet van 21 Juni 1901 (Stbl. no. 157), bepaald op vijf. 1(„Stct.") G. L van der Zwaeg. Naar aanleiding van hot bericht van het uittreden van den heer G. L. van dei Zwaag uil do sociaal-democratische Statenfractie heeft een lid dier iraclre aan „liet Volk" geschreven, dat dit Statenlid geen lid der sociaal-democratische fractie was, doch hos- pitant, hetgeen ook uit do notulen van de club was te lezen. De heer Van der Zwaag schrijft nu dien aangaande aan de s,Leeuw. Crthet vol gende „Nu mijn uittreden uit de sociaal-demo cratische Statenclub niet alleen aanleiding tot een courantenberichlje heeft gegeven, maar dit berichtje bovendien zelfs tot een rectificatie door bemiddeling van „een lid dier fractio" heeft geleid, veigunnc u mij nog het volgende ter geheele comploteering mede te deelen. Wat do notulen der club omtrent mijn lidmaatschap of „hospitaal"schap bevat ten, herinner ik mij niet, maar wel weet ik, dat het niet geheel juist is, dat mij nimmer .„een opdracht" is volstrekt. Ahj is n.l. in den beginne niets meer of minder opgedragen geweest 'dan het voorzitter schap der club. Geweest, helaas 1 en 'do vreugde was zelfs kort van duur, want een lid, dal niet bij mijn benoeming tegen woordig was, ontdekte later dat hel bo- kleeden door mij van dit voorzitterschap wel eens tot conflict met het partijbestuur der S. D. A. P. zon kunnen leiden, zoo dat ik vrijwillig 'deze functie maar weer, na haar zeer kort te hebben vervuld, heb nedergelegd. Voor zoover ik mij herinner, ging dit echter niet gepaard met ontzetting van mijn lidmaatschap en daar ik mij natuurlijk niet kan voorstellen, dat een Statenclub een niet-lid tot voorzitter zou benoemen, was het dus m. i. nog met zoo «heel onbegrij pelijk, dat ik mij tot mijn bedanken als zoodanig wel degelijk als lid beschouwde, zij liet dan ook met slechts raadgevende stem." Sir George Buchanan. Zooals in ons vorig nummer reeds ge meld, is Sir George Buchanan, thans En- gelsch gezant aan het Nederlandsche hof, benoemd tot gezant van Engeland te St. Petersburg. Het „Vad." deelt over den nieuwbenoemde mede: De heer Buchanan stamt uit Schotland en heeft op een leeftijd van 55 jaren een diplomatieken diensttijd van 35 jaren ach ter zich. Van 1893 tot 1900 was hij zaak gelastigde te Darmstadt on werkte van 1901 tot 1903 ai j feczantschapsraacl, bijwijlen ook als zaakgelastigde te Berlijn.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 8