Na 13409 Derde Blad. Verboden vrucht Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon-en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25 franco per post Q. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent. J Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn,. Bureau: Lange Haven No. 141 (boek Korte Haven). Prijs der Advertentiën: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meet 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige* voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. j In de nummers, die Dinsdag-, 'Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon j voor de Redactie No. 128. voor de Administratie No. 103. FRANSCHE BRIEFEN. PARIJS, 11 Sopt. 1910. De Parijzenanr is' op het oogenblik bezig zich ernstig ongerust te maken over .de stij ging van do- pi ijzen der levensbehoeften en denkt mot angst aan hetgeen de naderende winter hem in dezen nog te Jijden zal geven. Indeidaad bestaat er voor de onbcmiddcl- don van velschillende klassen eenige reden tot bezorgdheid. Aan de huismoeders, dip da gelijks ondervinding opdoen van de waarheid der al zoo dikwijls geuite klacht dat „alles duurder wordt" kan rnen het stellig niet etivel duiden dat ze do toekomst duister inzien en verstoord zijn op sommige leveranciers, die van de eek'irenhlid om „op te slaan" een al te onmatig gebruik maken. Doch gezegde huismoeders zijn, over liet algemeen genomen, zoo verstandig om do heerschende duurte toe te schrijven aan de oorzaken, die het meest voor de (hand liggen en voor een gewoon verstand vrij duidelijk zijn. Onder deze neemt de weersgesteldheid en "dien ten gevolge de slechte oogst van natuurproducten een eerste plaats in. Maar de intelleetueelcn van alleihande ca tegorieën zijn voor het begrip dier waarheid minder vatbaar en tooncn zich, zonder twij fel, niet zoo scherpzinnig als de vrouwen cn mannen uit het volk, die geen staathuis houdkunde goleeid hebben en weinig van so ciale wetgeving afweten. Zoo wijten sommi gen den toeskind eenig en alleen aan de ka pitalisten, waaronder, naar zij beweren, de speculanten en opkoopers de meerderheid vormen. Deze beleven in de „Humauité" en de „Guerre Sociale" een kwaad oogenblik en zien de schei pste straffen over hun hoofd ge roepen, indien de duurte aanhoudt. Doch die sommigen ziin eenigszins verschoonbaar. De Regeering, of liever de „geest van ,de be- stuurdeien des lands" werkt hun eischen in de hand, om hun stem niet te verliezen bij de verkiezingen. Heeft niet eenige dagen ge leden President Fallières de inwijding bijge woond van een standbeeld, opgericht te Be- sanpon (zijn geboorteplaats) voor Pioudhon? Ileeft niet dezelfde Proudhon zoo ernstig mo gelijk verklaard dat „la giopriëtó" gelijk was aan „le vol"? Kan men bijgevolg het hun kwalijk nemen, zoo zij, in tijden van schaarste, zich in de eerste plaats tegen de bezitters koeien? Wat do tegenovergestelde paitij der con servatieven betreft, krijgt de Règecring even eens de schuld, doch wordt het kwaad aan andere oorzaken toegeschreven. De behouds- mannen brengen de hooge prijzen der aard appelen, van het brood en van het vleesich in verband mot de hooge belastingen en met de scheiding van Kerk en Staat. Het ceiste is nog zoo slecht niet bedacht. Onge twijfeld bestaat er verband, al is het ook niet dat van oorzaak en gevolg. Maar uit het feit, dot de Fransche Gezant bij den Pauselijken Stoel voor goed vort lokken is en dat de geestelijken geen officieelc personen meer zijn, te willen afleiden dat hel brood met een huiven stuiver is opgeslagen en dat drie kwart van en mud aardappelen oneetbaar zijn, is wel wat al te gezocht. Indien men ge zegde nooden aan 's [lomei's toorn ter zake van (Jombes' en Briand's ongerechtigheden toeschreef, zou de bewering, 'van zeker stand punt bezien, nog verdedigbaar zijn. Doch dat is niet de bedoeling. De oppositiemannen van rechts beschouwen het eene als zuiver economisch gevolg \an het andere. Hun be wijsvoering' te begrijpen gaat echter boven de krachten van de meeste Franschen. Dit doet trouwens weinig tot de zaak af. De levensmiddelen zouden er toch niet goedkoo- per om worden. Op liet zachtst genomen mag men zeggen dat beide partijen weer toegegeven hebben aan heit, vooial op politiek terrein zoo in het oog vallend, zwak der Fransclien, om ge weldig te overdrijven. Dat de socialisten, vooral in tijden die voor een aanstaanden hongersnood kunnen doen vi'cezen, niettemin eenigen grond hebben om met begeerigc oogen op te zien tot sommige industi ieolcn en koop lieden in de branche der voedingsmiddelen, kan blijken uit dit eene voorbeeld, waarvan de gegevens onlangs door do „Pressc Asso- cii'c" vei breid werden. Er beslaat to Parijs een huis waar men alias kan krijgen wat noodig of wensclielijk is tot versterking van den inwendigen menscheen reusachtige krii ideniei swinkel zouden wij zeggen, of het geen men hier een „maison d'alimentation générale" noemt. Het is als choladefabriek, inmakerij, likeurstokerij enz. door heel Frankrijk on wellicht daar buiten bekend, en ik maak dus geen reclame, wanneer ik den naam noem, welke luidtFélix Potin. Dat het is wat men een „goed huis" noemt, kan men daaruit opmaken, dat de jaarlijk- sche omzet gemiddeld honderd miilioeh francs bedraagt. De netto-winst wordt geschat op 3.200.000 fres, hetgeen in volband met ge noemd cbiffro d'affaires waarlijk geen onge oorloofde of bovenmatige som mag heeten. Die winst wordt echter, golijkop, gedeeld door de vier campagnons: Meziènw, Labbéo Julien Potin en Paul Potin, die dus ieder SOO'.OOO frs. of vier honderd duizend gulden jaarlijks Ito Iveitoren hebben, niot inbogi'c- pen oen som van 50.000 gulden voor elk van hen, ter zake van tantièmes van maat schappijen, welke afnemers zijn van hun pro ducten. Ieder lieeft dus een inkomen van oen klein half millioen gulden door den ver koop van om het platweg uit te drukken, eten en drinken. Nog eens herhaal ik, ter voorkoming van misverstand, dat er in een dergelijke exploitatie niets berispelijks gele gen is en dat nog te minder, daar de oude heer Potin, de overleden stichter van het huis, in 't klein begonnen is en door hard werken, geholpen door geluk en voorspoed, er een der omvangrijkste zaken van dien aard van gemaakt heeft, die er on de wereld be staan. Maar cn dit alleen wilde ik betoo- gen de werkman en de onbemiddelde burger, die dat inkomen en dat fortuin mede helpen aanbrengen, heelt van zijn standpunt en vooral in periodes dat hem het allernoo- digste ontbreekt, niet geheel en al ongelijk, wanneer hij meent dat de eigenaren van het huis Potin zich met matiger winsten tevre den zouden kunnen stellen. Van die meening uitgaande, wordt hij gemakkelijk tot door slaan bewogen dooi de socialistische leiders en theoretici, voor wie zulkecijfers, als ik aanhaalde, koren op de molen ia. Langzamer hand gaat zoodoende dc werkman eiken kapi talist als een speculant boschouwen en nog een stap op dien weg doende, heeft hij gede- cretecid dat de stijging der meel- en brood prijzen uitsluitend het werk dier speculanten of opkoopei's geweest is. Gelukkig is Briand, het hoofd der Regee ring, geen socialist meer, al beweert hij soms het tegendeel. Het is dot halve te voor zien dat, zoo van den winter de nood mocht toenemen, de kapitalisten daarom nog niet onteigend en mogelijke troebelen kunnen voorkomen worden. Indien men er slechts zeker van was dat een herhaling van do jongste overstroom]rig cveri gemakkelijk bedwongen zal worden dooi de voorzorgen van de commissie, die, met den ouden heer Picard (die do twee laatste Pa- lijsche wereld-tentoonstellingen organiseerde) aan liet hoofd, daartoe is ingesteld, zouden de P.aiii'/c naars, die het noodige bezitten, derhalve vrij gerust do naaste toekomst tege moet kunnen zien. Maar de werkzaamheden dier commissie schijnen even moeilijk en veel omvattend, als die welke nog steeds verschil lende straten en punten van verkeer te Parijs onbruikbaar maken. Ofschoon Briand in eigen persoon zich tegen die graafmanie heeft gekant en er aan de talloo/e gemeentelijke takken van dienst in dien zin ordeis gegeven zijn. blijft bijv. de Place de FOpéra nog altijd een werkplaats en is bet ovei steken van deze of gene straat nog steeds gevaarlijker dan een tocht over de Alpen. Dit wordt er niet beter op sinds d" avinteuis niet alleen boven Parijs vliegen, maar zelfs in de stad neerdalen. Een van die heeren, Parisot genaamd, heeft dit althans met goed gevolg beproefd. Hij is namelijk heelhuids te "laud gekomen op de Esplanade dos Invalides. Zijn machine werd echter deer lijk gehavend door twee gaslantaiens, die zich toevallig op de plaats der nederdaling bevon den en zelf don schok met den luchtvcrhcvc- ling ook minder goed doorstaan heblxm, Al die averil werd veroorzaakt met het doel hot leven te redden van een fotograaf, die gevaar liep met toestel cn al verpletterd te worden. En zoo kan Parijs er zich op beroemen de cerate stad geweest te zijn, binnen welker muien een vliegmachine met opzet is beland. Gcestdnftigen stellen reeds voor om die re den op genoemde Esplanade een monument op te richten. Dat de Parijeenaars over liet algemeen ingenomen zijn met het vooruitzicht naast de auto's, fietsen, rijtuigen en karren, ook vooi aeroplane» op hun hoede le moeten zijn, zou ik niet durven beweren. Zeker zijn er onder, die de vliegmachines naar de woestijn wenscheu, alwaar ze trou wens meer diensten kunnen bewijzen dan aan de Seine. En die wensch staat verwezenlijkt te worden, want de „Nationale Luchtliga" bestudeert, in oveileg met den Minister van Ooilog, den Ministei van Openbare Weiken en het bestuur van Algertfe, het plan van een Juchttoeht door de Sahara Een weg die ge woonlijk vier maanden leizen vordert, zou dan in een uur of twintig afgelegd kunnen worden. Die reis zou het vooi bereidend mid del zijn tot stichting van een lueht-station in Zuid-Algerie en een geregelde Sahara-dienst zou dan slechts een kwestie van tijd wezen. Misschien beleeft men het nog dat er vervol gens in de Sahara zandbadplaatsen verrij zen, die Tiouville concurrentie aandoen. Een huwelijksreis naar de woestijn zou, in dat ge val, de aangewezen nouveauté zijn voor een seizoen, dat wellicht niet al te ver van ons verwijderd ligt. En dit-mag zoo vreemd niet lijken, wanneer" men weet, dat aanzienlijke echtelingen reeds honeymoon in Madagascar gingen dooi brengen en oen ander jongge trouwd paar Nieuw-Caledonië daartoe uitkoos. Parijzcnnais kunnen, in die gelukkige situatie, ook moeilijk naar Parijs gaan JUVENIS. „Papa brengt strakjes iemand mee om met ons te dineeron, Dollie!" „Wat, nu alweer I Ik begrijp werkelijk niot, waarom wij eigenlijk naar buiten zijn gegaan. Me dunkt, papa had veel beter gedaan, met ergens „en pension" of in een hotel te gaan dan in een buitenhuisje met zoo weinig bediening. Brigitte, de oude dienstmaagd, die al jaren bij de familie gediend had, werd 'ge raadpleegd, en na lang over en weer pra ten werd men het er over eens, dat piet een weinig toegevendheid van do zijde van den gast het menu er wel bij door kon. Iets ontbrak er evenwel cn dat wa ren braambessen, en deze waren onmis baar bij Brigitte's recept voor do vruch tentaart. „Dat is niets," sprak Dollie, terwijl zij haar hoed reeds opzette en zich wapende met haar -parasol. „Ik zal wel eens op verkenning uitgaan, en hoop, dat de vruch-, ten voldoende rijp zijn om te plukken." j En tot Elzo, haar zuster, sprak ze: „Wat mij aangaat, ik zou or mijniets voor geneeren, al zouden'wij hem moeten onthalen op roodo kool en kippetjesgrutjes, 't ls toch maar een oude heer van in en om do vijftig I" En haar parasol opstekende, ging zij den' tuin door en den weg op. Nadat zy ongeveer een half uur geloopen had, zonder evenwel iets gevonden te heb ben, bleef zij een oogenblik stilstaan. „Een lange, heete wandeling voor niets," zuchtte Dollie. „Toch zal ik nog maar een oogenblikjo doorloopen. Misschien ben ik verderop gelukkiger Aan het eind van een laan gekomen, kon zij een kreet van genoegen niet weer houden. „Goddank! Ik zal probeeren het hek over te klimmen." Doch nauwelijks zou zij haar gymnas tische oefening beginnen, of verschrikt trok zij haar voetje weer terug. Een klein wit bordje stak nuffig tusschen het groen der hoornen uit en droog tot opschrift de waar schuwende woorden: „Verboden toegang, zie artikel enz." „Ik geloof nooit, dat het particulier eigendom is," trachtte ze zich zelf gerust te stellen. „Braamhessen zijn vruchten, die in het wild groeien, dus ieders eigendom. „Zie artikel zooveel!" Jawel, een dreige ment! Zeker om de mensehen schrik aan te jagen met een vervolging. Wat een on beschaamdheid!" Zij sloeg op. het bordje verder goon acht en wipte vlug over het hok heen. „O, wat een goddelijke, grooto vruch ten 1" Plotseling evenwel stond zo verschrikt stil. Een gebruinde mannenband was be zig braambessen te verzamelen, terwijl zijn mond tot doorgangshuis dienst deed. 1 „Hij schijnt ook het verbod te overheden. Wat flauw voor een man. En hij neemt zoo maar de mooiste, juist die, waar ik my'n zinnen op gezet heb." liet volgende oogonblik stond zij tegen over den onbeschaamden overtredor oneen uitdagondo houding aannemend, sprak zo: „Ik weet niet, of u op het bordje gelet hebt, maar u schijnt niet to begrijpen, dat u op particulieren grond staat." Runst cm Wetenschap. Bekroningen op de Brusselsche tentoonstel ling. Hen deelt mode, dat de volgende be kroningen bekend geworden zijn voor de afdeeling schilderijen ter Nederlandsoheaf- deeling van de Brusselsche tentoonstelling Groote gouden medaille: Bauer; Ee re-dip lorna: Jozef Israels, Albert Neu- huys, B. J. Blommers, Willem Maris Zilveren medaille: Ed. Karsen, J. S.J. Kever, H J. v. d. Weelc, Van derHaawl; Bronzen medaille: Koba Ritzemn, Hobbe Smith, Oldewelt, Frankfort, Suze Robert son, J. II. van Mastenbroek, Martin Mon nikendam, Louis van Soest. De toekenning van een hoogero onder scheiding aan den heer Bauer dan aan Jozef Israels en wie met hem genoemd zijn, te beurt viel, vindt haar verklaring in de omstandigheid, dat voor Holland slechts één van dc vier gouden medailles beschikbaar was, waarop do jury voorde ets-afdeeiing beslag wist te leggen. In de schildcrijen-afdeeling was een andere jury werkzaam, die alleen over eere-diploma's' als hoogste onderscheiding beschikte. Het medegedeelde behoeft nog officieele bevestiging. Ingezonden Mededcelingen. Veronachtzaam, nimmer Aambeien. Onder de noodlottige gevolgen van het ver onachtzamen van eenvoudige gevallen van aambeien noemen wij bloedende aambeien, dio uw levensbloed afvoeren en de oorzaak zijn van algemeene zwakte en bloedarmoede, uitstekende aambeien, een der meest pijnlijke kwalen, die het mensehdom kent, verzwo ren aambeien, de hardnekkigste voim, die zich voor kan doen, de ongeneeslijke fistel en ei stopping van het afvoerkanaal dei* inge wanden, hetgeen gewoonlijk in eenige uren noodlottig eindigt. Vele mannen en viouwen, die aan aam beien lijden, verdragen deze zoo goed als zij kunnen, omdat zij van nature teergevoelig! zijn cn er legen op zien om een behandeling te ondergaan. Derhaho verwaarloozen zij hun kwaal, totdat deze een hoogte bereikt, waarop, de pijn leltelijk ondragelijk wordt en een operatie het eenige redmiddel is ter voorko ming van verdere ontwikkeling, die alleszins geiaarüjk zou zijn. Foster's Zalf geneest echter zelfs ernstige gevallen van aambeien en zonder dat gij er eenigen last van zult hebben bij uw dagelijk- sclie bezigheden. Zij is wonderlijk verzachtend en hooiendreeds de ceiste aanwending geeft een ongekend gevoel van opluchting en lust aan de aangedane doelen. Een geduldige ver dere behandeling met de zalf zal ongetwijfeld beloond worden door een volkomen genezing. Let erop, dat gij de echte Foster's Zalf krijgt. Zij is te Schiedam verkrijgbaar bij de heeren Knppelhof Ilovingh. Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel iï 1.75 voor één of ƒ10.voor zes doozen. ösmeiigcl Nieuws, Graaf De la Rawêa. De gravin De la Ramée, die, zooals men weet, na de arrestatie van haar man naar Berlijn terug was gekeerd, is gisternacht wcei in Den Haag aangekomen, en vertoeft thans daar ter stede. Gisteren, in den loop v an den dag, heeft zij eenige malen haar man in het Huis van Bewaring bezocht. Ook bi acht zij een bezoek aan den Duitschen ge zant en aan den advocaat, wien zij de behar tiging van haar belangen heeft opgedragen. Zii wil nl. trachten te bewolken, dat haar man te 's-Gravenhage niet langer dan eenige dagen in hechtenis zal blijven en zoo spoe dig mogelijk naar Berlijn voedt overge bracht. Tot datzelfde doel heeft zij-ook te En zij wees met haar vinger naar het bordje. De jonge man verwijderde zich een paar stappen van de heg en nam den hoed af, „Integendeel," zei hij, „ik weet het heel goed. Ziet u, ik ben hier „Weet ge het? Maar dan hoeft men u toch zeker niet verteld, dat de eigenaar van het landgoed zeer streng is, en dat dit bordje or niot alleen staat om de men sclven schrik aan te jagen, maar dat hij ze wel degelijk vervolgt." „Zoo? Nu, dan moet u hem wel heel goed kennen." „Ja F' Dollio wist zelfs zijn naam niet. „En is het werkelijk waar, dat hij do mcnschen vervolgt? Ook bij den allereersten keer al?" „Misschien," 4sprak zij aarzelend, „mis schien ziet hij het een eersten keer nog door de vingers, maar een tweeden keer. „Zoo, nu, ik dank u zeer, dat u mij ge waarschuwd hebt. Ik denk dus Hij aarzelde ep. zag in het rond. ,,'l Is meestal zijn gewoonte om op de zen tijd zijn wandeling door hel park te doen," zei zij beteekenisvol. „Wilt u daarmee zeggen, dat ik beter deed mot heen te gaan?" Ilij zuchtte diep en vervolgde toen: „Ik heb een heel lange wandeling ach ter den rog, en had zoo vurig gehoopt hier wat rust te zullen vindon. Ik zou dankbaar geweest zijn voor iedere minuut, maar natuurlijk, als u denkt, dat het beter is Dollie' keek met oen zijdelingschon blik naar hel vermoeide gelaat van den aarts- leugenaar. „Nu, een paar minuten kunt u nog wel blijven, 't is best mogelijk, dat hij nu zijn dutje doet." „Heel graag. Ik dank u reeds bij voor baat. En mag ik die paar minuten benutten om u wat te helpen plukken?" „O, heel giaag!" En na een oogenblik: „Maar toe, eet na niet al de groote op." „Ik beloof plechtig beterschap." Toen het plukken v.m braambessen zoo een poosje geduutd had, stond Dollie plot seling op, tenvijl ze sprak: „Nu I's het, dunkt me, wel genoeg en zou ik u iu uw eigen belang raden maar heen te gaan. 't Is nu toch heusch wel de tijd, dat hij zijn wandeling begint." „Mag ik hopen, dat u morgen weer braam bessen komt plukken, en mag ik u dan behulpzaam zijn?" „Wol neon," sprak zo verontwaardigd. Zij wachtte tot hij zich verwijderd liad en richtte toen zelve haar schreden huis waarts. Met een opgewekt gelaat ging zij regel recht naar de keuken, en tot de oude Bri gitte sprak ze: „Kijk eens, wat een mooie hessen! Dat kan een prachtige taart wor den 1" 't Was een goddelijke avond en overvol aan do pier, Dollie en JSlze zaten naast elkander om een tafeltje, tegenover hun vader en diens gast. Plotseling voegde zich een vijfde bij het gezelschap, een jongeman met broedgeran- don stroohoed. „Zoo, neef," zei de oude heer, „het doet mij genoegen, dat je me nog onder do oogen durft komen. Al de braamstruiken zijn onbeschaamd gestroopt en geplunderd.' Zijn neefj Hoe Dollie haar zelfbeheersching behield bij de voorstelling, begreep zij later zelf niet. Zij was zich bewust, dat een paar ondeugende, lachende oogen in de hare blikten en dat de eigenaar van die oogen weinige minuten later naast haar plaats nam. „Hoe smaakten de hessen?" fluisterde hij haar in 't oor. Zij antwoordde niet, maar werd bloed rood. „De taart smaakte oom heerlijk," zei hij Wchend. „O, hoe durft ge om mij te lachen,? fluisterde het -meisje verontwaardigd. „Gij waart slechter dan Ik. Gij deedt mij go- looven, dat ge een vreemdeling waart en zonder permissie vruchten nam." „Dat deed ik ook. Mijn oom had het mij verboden. En ik dacht natuurlijk, dat u een vriendin van den oude waart, om dat gij voorgaaft te weten, wanneer hij wandelde en dutjes deed." Plotseling baistto het meisje in lachen uit. „Vertel het hem maar cn laat hij mij vervolgen," lachte het meisje overmoedig. „Maar, otoe, laat hij er aan denken, dat het de eeiste keer was!" „Zullen wij er hot stilzwijgen niet liever over bewaron? Ik zit in hetzelfde schuitje. Zullen wij een verhond sluiten cn de zaak laten zooals zo is?" Dollio stemde toe, cn toen zij later naar huis wandelden, bezegelde hij het verbond door haar plotseling te kussen. „Veibodon vrucht smaakt het best," zei hij zacht. Eu ofschoon zy het voor geen geld Ier wereld zou hebben durven uiten, stemde zij in haar hart or volkomen mee in. W i- A i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 9