Na 13409
Derde Blad.
Verboden vrucht
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon-en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25 franco
per post Q. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent
Afzonderlijke nummers 2 cent. J
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het bureau bezorgd zijn,.
Bureau: Lange Haven No. 141 (boek Korte Haven).
Prijs der Advertentiën: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meet
15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige* voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. j
In de nummers, die Dinsdag-, 'Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon j
voor de Redactie No. 128.
voor de Administratie No. 103.
FRANSCHE BRIEFEN.
PARIJS, 11 Sopt. 1910.
De Parijzenanr is' op het oogenblik bezig
zich ernstig ongerust te maken over .de stij
ging van do- pi ijzen der levensbehoeften en
denkt mot angst aan hetgeen de naderende
winter hem in dezen nog te Jijden zal geven.
Indeidaad bestaat er voor de onbcmiddcl-
don van velschillende klassen eenige reden
tot bezorgdheid. Aan de huismoeders, dip da
gelijks ondervinding opdoen van de waarheid
der al zoo dikwijls geuite klacht dat „alles
duurder wordt" kan rnen het stellig niet etivel
duiden dat ze do toekomst duister inzien en
verstoord zijn op sommige leveranciers, die
van de eek'irenhlid om „op te slaan" een al
te onmatig gebruik maken. Doch gezegde
huismoeders zijn, over liet algemeen genomen,
zoo verstandig om do heerschende duurte toe
te schrijven aan de oorzaken, die het meest
voor de (hand liggen en voor een gewoon
verstand vrij duidelijk zijn. Onder deze neemt
de weersgesteldheid en "dien ten gevolge de
slechte oogst van natuurproducten een eerste
plaats in.
Maar de intelleetueelcn van alleihande ca
tegorieën zijn voor het begrip dier waarheid
minder vatbaar en tooncn zich, zonder twij
fel, niet zoo scherpzinnig als de vrouwen cn
mannen uit het volk, die geen staathuis
houdkunde goleeid hebben en weinig van so
ciale wetgeving afweten. Zoo wijten sommi
gen den toeskind eenig en alleen aan de ka
pitalisten, waaronder, naar zij beweren, de
speculanten en opkoopers de meerderheid
vormen. Deze beleven in de „Humauité" en
de „Guerre Sociale" een kwaad oogenblik en
zien de schei pste straffen over hun hoofd ge
roepen, indien de duurte aanhoudt. Doch die
sommigen ziin eenigszins verschoonbaar. De
Regeering, of liever de „geest van ,de be-
stuurdeien des lands" werkt hun eischen in
de hand, om hun stem niet te verliezen bij
de verkiezingen. Heeft niet eenige dagen ge
leden President Fallières de inwijding bijge
woond van een standbeeld, opgericht te Be-
sanpon (zijn geboorteplaats) voor Pioudhon?
Ileeft niet dezelfde Proudhon zoo ernstig mo
gelijk verklaard dat „la giopriëtó" gelijk
was aan „le vol"? Kan men bijgevolg het
hun kwalijk nemen, zoo zij, in tijden van
schaarste, zich in de eerste plaats tegen de
bezitters koeien?
Wat do tegenovergestelde paitij der con
servatieven betreft, krijgt de Règecring even
eens de schuld, doch wordt het kwaad aan
andere oorzaken toegeschreven. De behouds-
mannen brengen de hooge prijzen der aard
appelen, van het brood en van het vleesich
in verband mot de hooge belastingen en
met de scheiding van Kerk en Staat. Het
ceiste is nog zoo slecht niet bedacht. Onge
twijfeld bestaat er verband, al is het ook niet
dat van oorzaak en gevolg. Maar uit het feit,
dot de Fransche Gezant bij den Pauselijken
Stoel voor goed vort lokken is en dat de
geestelijken geen officieelc personen meer
zijn, te willen afleiden dat hel brood met
een huiven stuiver is opgeslagen en dat drie
kwart van en mud aardappelen oneetbaar
zijn, is wel wat al te gezocht. Indien men ge
zegde nooden aan 's [lomei's toorn ter zake
van (Jombes' en Briand's ongerechtigheden
toeschreef, zou de bewering, 'van zeker stand
punt bezien, nog verdedigbaar zijn. Doch dat
is niet de bedoeling. De oppositiemannen
van rechts beschouwen het eene als zuiver
economisch gevolg \an het andere. Hun be
wijsvoering' te begrijpen gaat echter boven
de krachten van de meeste Franschen. Dit
doet trouwens weinig tot de zaak af. De
levensmiddelen zouden er toch niet goedkoo-
per om worden.
Op liet zachtst genomen mag men zeggen
dat beide partijen weer toegegeven hebben
aan heit, vooial op politiek terrein zoo in het
oog vallend, zwak der Fransclien, om ge
weldig te overdrijven. Dat de socialisten,
vooral in tijden die voor een aanstaanden
hongersnood kunnen doen vi'cezen, niettemin
eenigen grond hebben om met begeerigc oogen
op te zien tot sommige industi ieolcn en koop
lieden in de branche der voedingsmiddelen,
kan blijken uit dit eene voorbeeld, waarvan
de gegevens onlangs door do „Pressc Asso-
cii'c" vei breid werden. Er beslaat to Parijs
een huis waar men alias kan krijgen wat
noodig of wensclielijk is tot versterking van
den inwendigen menscheen reusachtige
krii ideniei swinkel zouden wij zeggen, of het
geen men hier een „maison d'alimentation
générale" noemt. Het is als choladefabriek,
inmakerij, likeurstokerij enz. door heel
Frankrijk on wellicht daar buiten bekend,
en ik maak dus geen reclame, wanneer ik
den naam noem, welke luidtFélix Potin.
Dat het is wat men een „goed huis" noemt,
kan men daaruit opmaken, dat de jaarlijk-
sche omzet gemiddeld honderd miilioeh francs
bedraagt. De netto-winst wordt geschat op
3.200.000 fres, hetgeen in volband met ge
noemd cbiffro d'affaires waarlijk geen onge
oorloofde of bovenmatige som mag heeten.
Die winst wordt echter, golijkop, gedeeld
door de vier campagnons: Meziènw, Labbéo
Julien Potin en Paul Potin, die dus ieder
SOO'.OOO frs. of vier honderd duizend gulden
jaarlijks Ito Iveitoren hebben, niot inbogi'c-
pen oen som van 50.000 gulden voor elk
van hen, ter zake van tantièmes van maat
schappijen, welke afnemers zijn van hun pro
ducten. Ieder lieeft dus een inkomen van
oen klein half millioen gulden door den ver
koop van om het platweg uit te drukken,
eten en drinken. Nog eens herhaal ik, ter
voorkoming van misverstand, dat er in een
dergelijke exploitatie niets berispelijks gele
gen is en dat nog te minder, daar de oude
heer Potin, de overleden stichter van het
huis, in 't klein begonnen is en door hard
werken, geholpen door geluk en voorspoed, er
een der omvangrijkste zaken van dien aard
van gemaakt heeft, die er on de wereld be
staan. Maar cn dit alleen wilde ik betoo-
gen de werkman en de onbemiddelde
burger, die dat inkomen en dat fortuin mede
helpen aanbrengen, heelt van zijn standpunt
en vooral in periodes dat hem het allernoo-
digste ontbreekt, niet geheel en al ongelijk,
wanneer hij meent dat de eigenaren van het
huis Potin zich met matiger winsten tevre
den zouden kunnen stellen. Van die meening
uitgaande, wordt hij gemakkelijk tot door
slaan bewogen dooi de socialistische leiders
en theoretici, voor wie zulkecijfers, als ik
aanhaalde, koren op de molen ia. Langzamer
hand gaat zoodoende dc werkman eiken kapi
talist als een speculant boschouwen en nog
een stap op dien weg doende, heeft hij gede-
cretecid dat de stijging der meel- en brood
prijzen uitsluitend het werk dier speculanten
of opkoopei's geweest is.
Gelukkig is Briand, het hoofd der Regee
ring, geen socialist meer, al beweert hij
soms het tegendeel. Het is dot halve te voor
zien dat, zoo van den winter de nood mocht
toenemen, de kapitalisten daarom nog niet
onteigend en mogelijke troebelen kunnen
voorkomen worden.
Indien men er slechts zeker van was dat
een herhaling van do jongste overstroom]rig
cveri gemakkelijk bedwongen zal worden dooi
de voorzorgen van de commissie, die, met den
ouden heer Picard (die do twee laatste Pa-
lijsche wereld-tentoonstellingen organiseerde)
aan liet hoofd, daartoe is ingesteld, zouden
de P.aiii'/c naars, die het noodige bezitten,
derhalve vrij gerust do naaste toekomst tege
moet kunnen zien. Maar de werkzaamheden
dier commissie schijnen even moeilijk en veel
omvattend, als die welke nog steeds verschil
lende straten en punten van verkeer te Parijs
onbruikbaar maken.
Ofschoon Briand in eigen persoon zich
tegen die graafmanie heeft gekant en er aan
de talloo/e gemeentelijke takken van dienst
in dien zin ordeis gegeven zijn. blijft bijv.
de Place de FOpéra nog altijd een werkplaats
en is bet ovei steken van deze of gene straat
nog steeds gevaarlijker dan een tocht over
de Alpen. Dit wordt er niet beter op sinds
d" avinteuis niet alleen boven Parijs vliegen,
maar zelfs in de stad neerdalen. Een van
die heeren, Parisot genaamd, heeft dit althans
met goed gevolg beproefd. Hij is namelijk
heelhuids te "laud gekomen op de Esplanade
dos Invalides. Zijn machine werd echter deer
lijk gehavend door twee gaslantaiens, die zich
toevallig op de plaats der nederdaling bevon
den en zelf don schok met den luchtvcrhcvc-
ling ook minder goed doorstaan heblxm, Al
die averil werd veroorzaakt met het doel hot
leven te redden van een fotograaf, die gevaar
liep met toestel cn al verpletterd te worden.
En zoo kan Parijs er zich op beroemen de
cerate stad geweest te zijn, binnen welker
muien een vliegmachine met opzet is beland.
Gcestdnftigen stellen reeds voor om die re
den op genoemde Esplanade een monument
op te richten. Dat de Parijeenaars over liet
algemeen ingenomen zijn met het vooruitzicht
naast de auto's, fietsen, rijtuigen en karren,
ook vooi aeroplane» op hun hoede le moeten
zijn, zou ik niet durven beweren.
Zeker zijn er onder, die de vliegmachines
naar de woestijn wenscheu, alwaar ze trou
wens meer diensten kunnen bewijzen dan aan
de Seine. En die wensch staat verwezenlijkt
te worden, want de „Nationale Luchtliga"
bestudeert, in oveileg met den Minister van
Ooilog, den Ministei van Openbare Weiken
en het bestuur van Algertfe, het plan van een
Juchttoeht door de Sahara Een weg die ge
woonlijk vier maanden leizen vordert, zou
dan in een uur of twintig afgelegd kunnen
worden. Die reis zou het vooi bereidend mid
del zijn tot stichting van een lueht-station in
Zuid-Algerie en een geregelde Sahara-dienst
zou dan slechts een kwestie van tijd wezen.
Misschien beleeft men het nog dat er vervol
gens in de Sahara zandbadplaatsen verrij
zen, die Tiouville concurrentie aandoen. Een
huwelijksreis naar de woestijn zou, in dat ge
val, de aangewezen nouveauté zijn voor een
seizoen, dat wellicht niet al te ver van ons
verwijderd ligt. En dit-mag zoo vreemd niet
lijken, wanneer" men weet, dat aanzienlijke
echtelingen reeds honeymoon in Madagascar
gingen dooi brengen en oen ander jongge
trouwd paar Nieuw-Caledonië daartoe uitkoos.
Parijzcnnais kunnen, in die gelukkige
situatie, ook moeilijk naar Parijs gaan
JUVENIS.
„Papa brengt strakjes iemand mee om
met ons te dineeron, Dollie!"
„Wat, nu alweer I Ik begrijp werkelijk
niot, waarom wij eigenlijk naar buiten zijn
gegaan. Me dunkt, papa had veel beter
gedaan, met ergens „en pension" of in een
hotel te gaan dan in een buitenhuisje met
zoo weinig bediening.
Brigitte, de oude dienstmaagd, die al
jaren bij de familie gediend had, werd 'ge
raadpleegd, en na lang over en weer pra
ten werd men het er over eens, dat piet
een weinig toegevendheid van do zijde van
den gast het menu er wel bij door kon.
Iets ontbrak er evenwel cn dat wa
ren braambessen, en deze waren onmis
baar bij Brigitte's recept voor do vruch
tentaart.
„Dat is niets," sprak Dollie, terwijl zij
haar hoed reeds opzette en zich wapende
met haar -parasol. „Ik zal wel eens op
verkenning uitgaan, en hoop, dat de vruch-,
ten voldoende rijp zijn om te plukken."
j En tot Elzo, haar zuster, sprak ze:
„Wat mij aangaat, ik zou or mijniets
voor geneeren, al zouden'wij hem moeten
onthalen op roodo kool en kippetjesgrutjes,
't ls toch maar een oude heer van in en
om do vijftig I"
En haar parasol opstekende, ging zij den'
tuin door en den weg op.
Nadat zy ongeveer een half uur geloopen
had, zonder evenwel iets gevonden te heb
ben, bleef zij een oogenblik stilstaan.
„Een lange, heete wandeling voor niets,"
zuchtte Dollie.
„Toch zal ik nog maar een oogenblikjo
doorloopen. Misschien ben ik verderop
gelukkiger
Aan het eind van een laan gekomen,
kon zij een kreet van genoegen niet weer
houden.
„Goddank! Ik zal probeeren het hek over
te klimmen."
Doch nauwelijks zou zij haar gymnas
tische oefening beginnen, of verschrikt trok
zij haar voetje weer terug. Een klein wit
bordje stak nuffig tusschen het groen der
hoornen uit en droog tot opschrift de waar
schuwende woorden: „Verboden toegang,
zie artikel enz."
„Ik geloof nooit, dat het particulier
eigendom is," trachtte ze zich zelf gerust
te stellen. „Braamhessen zijn vruchten, die
in het wild groeien, dus ieders eigendom.
„Zie artikel zooveel!" Jawel, een dreige
ment! Zeker om de mensehen schrik aan
te jagen met een vervolging. Wat een on
beschaamdheid!"
Zij sloeg op. het bordje verder goon acht
en wipte vlug over het hok heen.
„O, wat een goddelijke, grooto vruch
ten 1"
Plotseling evenwel stond zo verschrikt
stil. Een gebruinde mannenband was be
zig braambessen te verzamelen, terwijl zijn
mond tot doorgangshuis dienst deed.
1 „Hij schijnt ook het verbod te overheden.
Wat flauw voor een man. En hij neemt
zoo maar de mooiste, juist die, waar ik
my'n zinnen op gezet heb."
liet volgende oogonblik stond zij tegen
over den onbeschaamden overtredor oneen
uitdagondo houding aannemend, sprak zo:
„Ik weet niet, of u op het bordje gelet
hebt, maar u schijnt niet to begrijpen, dat
u op particulieren grond staat."
Runst cm Wetenschap.
Bekroningen op de Brusselsche tentoonstel
ling.
Hen deelt mode, dat de volgende be
kroningen bekend geworden zijn voor de
afdeeling schilderijen ter Nederlandsoheaf-
deeling van de Brusselsche tentoonstelling
Groote gouden medaille: Bauer;
Ee re-dip lorna: Jozef Israels, Albert Neu-
huys, B. J. Blommers, Willem Maris
Zilveren medaille: Ed. Karsen, J. S.J.
Kever, H J. v. d. Weelc, Van derHaawl;
Bronzen medaille: Koba Ritzemn, Hobbe
Smith, Oldewelt, Frankfort, Suze Robert
son, J. II. van Mastenbroek, Martin Mon
nikendam, Louis van Soest.
De toekenning van een hoogero onder
scheiding aan den heer Bauer dan aan
Jozef Israels en wie met hem genoemd
zijn, te beurt viel, vindt haar verklaring
in de omstandigheid, dat voor Holland
slechts één van dc vier gouden medailles
beschikbaar was, waarop do jury voorde
ets-afdeeiing beslag wist te leggen. In de
schildcrijen-afdeeling was een andere jury
werkzaam, die alleen over eere-diploma's'
als hoogste onderscheiding beschikte.
Het medegedeelde behoeft nog officieele
bevestiging.
Ingezonden Mededcelingen.
Veronachtzaam, nimmer Aambeien.
Onder de noodlottige gevolgen van het ver
onachtzamen van eenvoudige gevallen van
aambeien noemen wij bloedende aambeien, dio
uw levensbloed afvoeren en de oorzaak zijn
van algemeene zwakte en bloedarmoede,
uitstekende aambeien, een der meest pijnlijke
kwalen, die het mensehdom kent, verzwo
ren aambeien, de hardnekkigste voim, die zich
voor kan doen, de ongeneeslijke fistel en
ei stopping van het afvoerkanaal dei* inge
wanden, hetgeen gewoonlijk in eenige uren
noodlottig eindigt.
Vele mannen en viouwen, die aan aam
beien lijden, verdragen deze zoo goed als zij
kunnen, omdat zij van nature teergevoelig!
zijn cn er legen op zien om een behandeling
te ondergaan. Derhaho verwaarloozen zij hun
kwaal, totdat deze een hoogte bereikt, waarop,
de pijn leltelijk ondragelijk wordt en een
operatie het eenige redmiddel is ter voorko
ming van verdere ontwikkeling, die alleszins
geiaarüjk zou zijn.
Foster's Zalf geneest echter zelfs ernstige
gevallen van aambeien en zonder dat gij er
eenigen last van zult hebben bij uw dagelijk-
sclie bezigheden. Zij is wonderlijk verzachtend
en hooiendreeds de ceiste aanwending geeft
een ongekend gevoel van opluchting en lust
aan de aangedane doelen. Een geduldige ver
dere behandeling met de zalf zal ongetwijfeld
beloond worden door een volkomen genezing.
Let erop, dat gij de echte Foster's Zalf
krijgt. Zij is te Schiedam verkrijgbaar bij de
heeren Knppelhof Ilovingh. Toezending
geschiedt franco na ontvangst van postwissel
iï 1.75 voor één of ƒ10.voor zes doozen.
ösmeiigcl Nieuws,
Graaf De la Rawêa.
De gravin De la Ramée, die, zooals men
weet, na de arrestatie van haar man naar
Berlijn terug was gekeerd, is gisternacht
wcei in Den Haag aangekomen, en vertoeft
thans daar ter stede. Gisteren, in den loop
v an den dag, heeft zij eenige malen haar man
in het Huis van Bewaring bezocht. Ook
bi acht zij een bezoek aan den Duitschen ge
zant en aan den advocaat, wien zij de behar
tiging van haar belangen heeft opgedragen.
Zii wil nl. trachten te bewolken, dat haar
man te 's-Gravenhage niet langer dan eenige
dagen in hechtenis zal blijven en zoo spoe
dig mogelijk naar Berlijn voedt overge
bracht. Tot datzelfde doel heeft zij-ook te
En zij wees met haar vinger naar het
bordje.
De jonge man verwijderde zich een paar
stappen van de heg en nam den hoed af,
„Integendeel," zei hij, „ik weet het heel
goed. Ziet u, ik ben hier
„Weet ge het? Maar dan hoeft men u
toch zeker niet verteld, dat de eigenaar
van het landgoed zeer streng is, en dat
dit bordje or niot alleen staat om de men
sclven schrik aan te jagen, maar dat hij
ze wel degelijk vervolgt."
„Zoo? Nu, dan moet u hem wel heel
goed kennen."
„Ja F'
Dollio wist zelfs zijn naam niet.
„En is het werkelijk waar, dat hij do
mcnschen vervolgt? Ook bij den allereersten
keer al?"
„Misschien," 4sprak zij aarzelend, „mis
schien ziet hij het een eersten keer nog
door de vingers, maar een tweeden keer.
„Zoo, nu, ik dank u zeer, dat u mij ge
waarschuwd hebt. Ik denk dus
Hij aarzelde ep. zag in het rond.
,,'l Is meestal zijn gewoonte om op de
zen tijd zijn wandeling door hel park te
doen," zei zij beteekenisvol.
„Wilt u daarmee zeggen, dat ik beter
deed mot heen te gaan?"
Ilij zuchtte diep en vervolgde toen:
„Ik heb een heel lange wandeling ach
ter den rog, en had zoo vurig gehoopt
hier wat rust te zullen vindon. Ik zou
dankbaar geweest zijn voor iedere minuut,
maar natuurlijk, als u denkt, dat het
beter is
Dollie' keek met oen zijdelingschon blik
naar hel vermoeide gelaat van den aarts-
leugenaar.
„Nu, een paar minuten kunt u nog wel
blijven, 't is best mogelijk, dat hij nu zijn
dutje doet."
„Heel graag. Ik dank u reeds bij voor
baat. En mag ik die paar minuten benutten
om u wat te helpen plukken?"
„O, heel giaag!"
En na een oogenblik:
„Maar toe, eet na niet al de groote op."
„Ik beloof plechtig beterschap."
Toen het plukken v.m braambessen zoo
een poosje geduutd had, stond Dollie plot
seling op, tenvijl ze sprak:
„Nu I's het, dunkt me, wel genoeg en
zou ik u iu uw eigen belang raden maar
heen te gaan. 't Is nu toch heusch wel
de tijd, dat hij zijn wandeling begint."
„Mag ik hopen, dat u morgen weer braam
bessen komt plukken, en mag ik u dan
behulpzaam zijn?"
„Wol neon," sprak zo verontwaardigd.
Zij wachtte tot hij zich verwijderd liad
en richtte toen zelve haar schreden huis
waarts.
Met een opgewekt gelaat ging zij regel
recht naar de keuken, en tot de oude Bri
gitte sprak ze: „Kijk eens, wat een mooie
hessen! Dat kan een prachtige taart wor
den 1"
't Was een goddelijke avond en overvol
aan do pier, Dollie en JSlze zaten naast
elkander om een tafeltje, tegenover hun
vader en diens gast.
Plotseling voegde zich een vijfde bij het
gezelschap, een jongeman met broedgeran-
don stroohoed.
„Zoo, neef," zei de oude heer, „het doet
mij genoegen, dat je me nog onder do
oogen durft komen. Al de braamstruiken
zijn onbeschaamd gestroopt en geplunderd.'
Zijn neefj
Hoe Dollie haar zelfbeheersching behield
bij de voorstelling, begreep zij later zelf
niet. Zij was zich bewust, dat een paar
ondeugende, lachende oogen in de hare
blikten en dat de eigenaar van die oogen
weinige minuten later naast haar plaats
nam.
„Hoe smaakten de hessen?" fluisterde
hij haar in 't oor.
Zij antwoordde niet, maar werd bloed
rood.
„De taart smaakte oom heerlijk," zei hij
Wchend.
„O, hoe durft ge om mij te lachen,?
fluisterde het -meisje verontwaardigd. „Gij
waart slechter dan Ik. Gij deedt mij go-
looven, dat ge een vreemdeling waart en
zonder permissie vruchten nam."
„Dat deed ik ook. Mijn oom had het
mij verboden. En ik dacht natuurlijk, dat
u een vriendin van den oude waart, om
dat gij voorgaaft te weten, wanneer hij
wandelde en dutjes deed."
Plotseling baistto het meisje in lachen uit.
„Vertel het hem maar cn laat hij mij
vervolgen," lachte het meisje overmoedig.
„Maar, otoe, laat hij er aan denken,
dat het de eeiste keer was!"
„Zullen wij er hot stilzwijgen niet liever
over bewaron? Ik zit in hetzelfde schuitje.
Zullen wij een verhond sluiten cn de zaak
laten zooals zo is?"
Dollio stemde toe, cn toen zij later naar
huis wandelden, bezegelde hij het verbond
door haar plotseling te kussen.
„Veibodon vrucht smaakt het best," zei
hij zacht.
Eu ofschoon zy het voor geen geld Ier
wereld zou hebben durven uiten, stemde
zij in haar hart or volkomen mee in.
W
i- A i