63*" laargang Vrijdag 23 September 1910 No. 13413 I Edela van der Eichen. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon-en Feestdagen. Pnjs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25 franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zjjn. Bureau: Lange Havon No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs der Advertentiën: Van 1—6 regels fL 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeeligö voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen., j - In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschenen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aau het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon voor de Redactie No. 123. voor de Administratie No. 103. Bericht. Zij, die ziek met ingang van 1 Oct- a.s. op de „Schiedninsche Courant" abon- neeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. KENNISGEVING. Drankwet. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, brengen, ingevolge artikel 12, le lid der Drankwet ter openbare kennis, dat bij hen een verzoek is ingekomen van G. v d HGRST, van beroep los werkman, wonende Groene- laan no. 12 alhier, om vergunning voorden verkoop van sterken drank in het klein voor gebruik elders dan ter plaatse van verkoop in het benedenvoorlokaal van voornoemd per ceel en herinneren, dat ingevolge het 3de lid van artikel 12 der Drankwet, binnen 2 weken na deze bekendmaking tegen het verleenen van de vergunning schriftelijk bjj hun college bezwaren kunnen worden ingebracht Schiedam, 22 September 1910, Burgemeester en Wethouders voornoemd M. A. BRANTS. De Secretaris, V. SICKRNGA. BUITENLAND. Schiedam, 22 Sept. 1910. TURKIJE. De concur rentiegeest is niet alleen van dezen tijd. Ze is cr geweest, zoolang de we reld bestaat, 't Is echter wel de concurmn- Geschelpte, waardoor de hedendaagsche samenleving zich kenmerkt. Ze valt zelfs in dc politiek te eonstatceren en gaat daar zoover, dat bondgenooten elkaar vliegen afvangen. liet jongsfe bewijs daarvan is het mislukken dei Turksche leening in Fian- krijk. Turkije heeft geld, veel geld noodig, want leger, inwendig bestuur, kortom bijna alles in den iongen staat heeft heivorming van noode. De leening, welke het geld moet verschaffen, zou in Frankrijk worden geslo ten, hetgeen aan den politiekon invloed der Pransche republiek in het Oosten niet dan ton goede zou kunnen strekken. Daar komt eehfer de bondgenoot Rusland, die niet wil, dat de Tui ken te Parijs geld ontvangen om het te gebruiken ter versterking van hun positie op het Balknnsehieieiland en ter on dersteuning van belangen, welke met die van Rusland in strijd zijn. Dat is een stand punt, dat een ieder zien .kan indenken, hoe wel het zeer kortzichtig is, want de Tur ken kunnen tegenwoordig zonder veel moeite elders geld loskrijgen. Het eomische in dezen is echter, dat thans iuist de „drittc im Bunde", d.w.z. in de Triple Entente, zich haast om Turkije het geld aan te bieden. De onderhandelingen der Turksche regee- ving met de Franschen zijn n!. definitief af- gcbioken en het.heet, dat de leening reeds is gesloten bij een Engelsclie groep finan ciers, aan wier hoofd Ernest Cassel, destijds de financieele raadsman van koning Edward, staat. Den door Frankrijk gestelden eisch van een permanenten controleur in het Turksche ministerie van financiën moest, zoo heet het de officieuze berichten, de groot vizier afslaan, omdat reeds do werkzaamhe den van den Fransehen financieelen consiir lent veel te uitgebreid ziiu en derhalve den gang van zaken zeer bemoeilijken. Met groote zekerheid wordt voorts verklaaid, dat Sir Ernest Cassel een diieete controle van het Turksche ministerie van financien ver langd en verkregen heeft. 't Is te begrijpen, dat men te Parijs over deze dooi' de Temps" gepublicoeide tijding zeer ontstemd is, omdat de onder Engel- schen invloed staande Turksche Nationale Bank thans op kosten der onder Franschen invloed staande Banque Ottomane een over wegenden invloed verkrijgt. Een ander resultaat van deze leenings- kwestie is, volgens den correspondent van den „Berk Lokal Anz." zoo'n scherp conflict tusschen den grootvizier Hakki pasja, die wel geneigd scheen concessies aan Frank rijk te doen on Diavid bey, den minister var. financiën, die de „Banque Ottomane" buiten dc zaak wilde houden, dat aan een bijlegging niet meer te denken valt. Zia pasja, minister van financiën, onder de regeering van Abdoel Hamid, wordt te Konstantinopel reeds als de opvolger van Djavid genoemdeen bekend staatsman deelde den bovengenoemden correspondent echter mede, dat het volstrekt niet buiten gesloten is, dat Hakki pasja hot tegen Djavid zal moeten afleggen, waardoor dan een groofviziorscrisis zou ontstaan. GEMENGDE MEDEDEELINGEN. Roman naar het Duitsch van HEDWIG ABT. 53) „Als ik er niet gauw achter kom dan houd ik liet met meer uit," verzekerde zij haar echtgenoot. „Ik word er mager van, zoodat ik weld:a slechts vel en been zal zijn. Den volgenden zomer behoef ik niet naar Ma- ritnbad te gaan je kunt dan een doodkist voor mij bestellen." De Oude heer keek zijn dikke vrouw wei felend aan het scheen hem ondenkbaar dat zij weldra niets dan vel en been zou zijn, zooals zij hem verzekerde. Het was voorloopig echter nog geen zomer want rij waren pas aan het begin van den winter. Toon Edela op een morgen aan haar ven ster trad,, zag zij dat een wit kleed de vel den dekte. Dien nacht had het. voor het eerst gesneeuwd. liet sneeuwde nog donkere wolken hingen boven het landschap en den geheeleti morgen, vielen daaruit dikke vlok ken neder. Toen Edela door den tuin naar het kan toor ging, kont zij nauwelijks door de sneeuw komen. Er was nog niemand in het vertrek en Edele liep naar het venster om nogmaals over het sneeuwveld te zien. Do aibeid daar ginds aan de brug was nog niet opgehouden Zij kon duidelijk de arbeiders zien, die daar ginds aan het werk waren. Zij zag ook hem aan wien zij steeds weer moesL denken, die als een veldheer zijn troepen inspecteerde bureau en een secretariszij "worden in den Landdag voor vol aangezien en mee- nen te kunnein, en to moeten, medewer ken, om praetisohe verbeteringen aan te brengen. Maar daarvoor is het noodig dat de Badenscho afgevaardigden, vrijheid van beweging hebben. Frandc stelde daarom voor, 'dat de partijdag een middel zal zoeken, om van "de eeuwige begrootings- debattan af te komen, een. middel om de kwestie uit de wereld ta helpen, 'een mid del, dat den Badenschert algevaardigden de vrijheid laat om te handelen, zooals zij in het belang 'der partij en der maat schappij noodig achten. Met deze redevoeringen was de zaak natuurlijk nog niet van de baan. Niet min der dan 55 sprekers meldden zich aan om het woord te voeren' en men besloot steeds een spreker vóór en een spreker tégen de Badensche opvatting na elkaar het woord te geven. Het werd dus met een kleine variatie een herhaling 'der ar gumenten, hetzij vóór, hetzij tegen de Ba densche socialisten. j De vergadering van Woensdagmorgen kenmerkte zich door een zekere beroe ring. Dat was toen de bekende Rosa Luxemburg de Badensche revisionisten te lijf ging. Toon haar spreektijd voorhij was en zij maar bleef doorgaan, protesteerde de minderheid daartegen tevergeefs. Ze begon toen een leven als een oordcel te maken om de woorden der spreekster overstaanhaar te maken en de tegenstan ders gingen van bank tot bank' tegen elkaar spreken. Do kalmte keerde eerst 'terug toen de spreekster de tribune Verliet. Het was de eerste lawaai-scène van het congres. De sprekers volgden elkaar' voorts op zonder nieuwe argumenten aan te voeren. \olgens verschillende andeie wetsontwer pen, ingediend door de ministers van bin- nenlandschc zaken, van openbare werken en van financien. Duitschland. We hebben gisteren liet een' en ander meegedeeld van de behandeling der af- keuringsmotio inzake dc houding der Ba denscho socialisten in hun Landdag op het Maagdemburgscho socialistencongres, Na Bebel, die scherp' tegen, de Badenscib revisionisten te velde trok, nam, zoo mei den we Franck, de Badensche afgevaar digde het woord. Hij verdedigde de hou ding der Badensche afgevaardigden, die in een geheel andere positie verkceren dan hun collega's-partijgenooten in. Pruisen, Zij hebh'en een plaats in het Landjdag- WaUer Riefenstahl trad binnen en ging een oogonblik naast haar staan. T u r k ij e en Roemenie. De Weensehe correspondent van dc „Ma- tin" meldt van gezaghebbende zijde te heb ben ei nomen, dat de overeenkomst tusschen Tuikije en Roemenie een aanvulling is van het Drievoudig Verbond en dat de Oosten- rijksch-Hongaarsche minister van buitenl. zaken, v. Aehrental er de voornaamste bewerker van is. Een regelrecht verbond tusschen Oosten rijk, Duitschland en Turkije zou een ver bleking schijnen van het Europccsche even wicht, een vijandige daad tegenover het Drie voudig Vei bond en, na de onderhandelingen over Kreta, weinig aangenaam voor Italië. Er was een buig noodig tusschen Tuikije en het Drievoudig Verbond. Roemenie ver vult die rol. En die brug zou gelegd zijn, volgens den schrijver, voor 't geval dat Italië zich aan het Drievoudig Verbond mocht wil len onttrekken. De Roemeensche gezant te Konstantinopel publiceert intusschen in een te Pera ver schijnend blad de volgende verklaring: „Al wat in de peis geschreven werd over een tusschen Roemenie en Turkije gesloten verdrag, is puur vetz'msel. Ik geef de ver zekering, dat er niet één verdrag bestaat en ik logenstraf alle geuiehten, die dien aangaande in omloop zijn gebracht." BINNENLAND. Prinses Ton Wietï. Gisteravond is per Staatsspoor van 7 u. 26 min, prinses Van Wied uit Nemvied in Den Haag aangekomen. O o s t e n r ij k. Het personeel van den Zuiderspoorweg heeft succes gehad met rijn lijdelijk verzet. De directie heeft cenige cisehen d stakers ingewilligd en deze zijn nu weer met hun ouden dienstijver aan het werk gegaan. Spanje. Zooals gemeld, zullen de Spoansehe Cortes den 6cn October weder bijeenkomen. Bij don Senaat zal allereerst een wetsont werp op den dienstplicht in behandeling komen, daarna het voorstel tot vervanging van den eed voor de rechtbank door een plechtige bcJolto. Vervolgens zal men over gaan tot het debat over de zoogenaamde „hangslot-"wet, waarbij de oprichting van nieuwe godsdienstige congregaties wordt ver boden, zoolang de wet op de veecenigingen nog niet is aangenomen. In de Ivamot zal eerst de algeniccne staat kunde van de ïogeering worden besproken,, dam na zullen de begiooting en de wet op de middelen in behandeling komen en ver- Zuid-Af rika. Het Zuid-Afrilcaansehe ministerie verkeert m groote moeilijkheden tengevolge van do weigering van den heer Hitll, den minister van financiën, die thans weigert een porte feuille te aanwaaiden. Botha zal moeten aftre den tenzij men voor Hull een anderen ge- schikten plaatsvervanger vindt dan Merri man, die geen portefeuille wil aannemen on der Bo'ha. Slaagt men niet dan zal Merri man opdineht krijgen een ministerie te vormen. Aldus is de stand van zaken gedurende do laatste dagen. Ook gisteren stond men nog op het doode punt, zoodat men begint te vieezen, dal het aftreden van Botha onver mijdelijk is geworden. De wijziging in Botha's houding is, nam oen Reuter telegram meldt, veroorzaakt, doordat de unionisten twee zetels gewonnen hebben, die volgons zijn verwachting aan de nationalisten zouden komen en ?oor andere redenen,, o. m. minder goede gezondheid in de afgeloopen weck. Wanneer Memman ge vraagd wordt een ministerie te vormen, ver wacht men, dat Botha's volgelingen in het tegenwoordige kabinet eveneens zullen af treden. Audiënties De gewone audiëntie van den minister van binneniandsche zaken zal op Zateidag 24 de/er niet plaats hebben. Onderscheidingen. II. M. Koningin Wil hel mi na heeft dc onderscheiding van Eeredame in de Huis orde van Oranje-Nassau verleend aan de gravin de H'emricourt de 'Granne, gebo ren O bert de Theusies, grootmeesteres van het Huis van II. M. de Koningin dei- Belgen, en aan baronesse della Faille d'Huijsse, hofdame van Koningin Elisabeth, welke beide dames te Amsterdam waren tijdens hét Koninklijk bezoek. Ridderorden. Bij Kon. besluit \an 19 de/ci i», ter zake van zijn gedrag bij de krijgsverrichtin gen op het eiland Floies, hoofdzakelijk ge durende het tweede halfjaar 1909,' benoemd tol ridder 4e klasse dei Militaire Willems orde, de lste-luitenant der infanterie van hef leger in Nederlandscli-Tndie, G. D. Spandavv. Toorzltter Tweede Kamer Bij Kon. besluit van 20 de/er is be noemd tot voorzitter van de Tweede Kamer der Slaten-Geneiaal voor het tijdperk der tegcnwooidigc zitting, mr. W. K. F. P. giaaf van Bylandt, lid van die Kamer. „Zij wei ken daar sneller danpojt," zei Walter. „De ingenieur is zeker bang, dat de invallende winter het werk zal bemoeilijken Waarom? viocg Edela zich of. Zou höt weik door den winter stil moeten liggen, of zou hot schade van het winterweer krijgen? Spoedig zat men in het kleine plaatsje midden in den winter. Winterstormen gier den over de -weiden van den kant van de rivier. Met sneeuw en ijs was alles bedekt Eu steeds moer sneeuw viel er. Het was nu doodstil in het dal. Slechts af en toe klonk er liet belgeklingel van arren waarmee de notabelen tochtjes maakten. Ook uit de naburige plaatsen kwamen anen. Bo ven op de bergen genoot men volop van de wintersport. Daar lag ook een klein slot, waarin het jonge erfprinsclijk echtpaar tijde lijk zijn intrek had genomen. Veel gasten kwamen er dagelijks en het ging er daar vroolijk toe. Op een avond stond Edela weer voor het venster en keek naar een slede, die daar klin gelend voorbij reed. Edela schrikte. Wie was het, die in die slede zat? Zij had blijkbaar haar schrik ven-aden, want mevrouw Riefenstahl keek scherp naar haar en vroeg: „Wie was dat, die daad voorbij reed? Ren bekende van u." Er kwam geen antwoord. Mevrouw Friederike word ongeduldig en viocg nogmaals, nu op scherper toon: „Wie was dat? Hoort u mij niet. Ge kunt dan toch wel antwoorden." Maar Edela bleef zwijgen. Wie was dat geweest? Wie zat in die skde, zelf de teugels houdend. Wat lange magere gestalte was dat, gehuld in pelsjas met hoogen kraag? Het gezicht was bijna geheel bedekt, maar Edela zag toch nog den scherpen neus en den zwarten snor. En ook de handen van den vieemdeling zag zij dat waren geen onbekende handen voor haar. Wie was hij? Kon het iemand andeis zijn dan Adriaan Tauern? Zij vyist het zoo zeker en toch was liet haar bijna onmogelijk die gedachte te geloo- ven. Zij wilde eerst nog de waarheid ontken nen door aan te voeren dat het een visioen was en niet anders dun dat, maar de waar heid liet zich niet zei-bloemen. Er was geen twijfel aan, liet moest Adriaan Tauern zijn geweest. „Ik houd vast. Ik zal je nooit vrij laten!" Dat had hij haar eens op dreigenden toon toegevoegd en het was aan die belofte dat hij haar nu had willen herinneren. Edela mompelde enkele onverstaanbare woorden en ging toen haastig de kamer uit T<,en zij buiten was, keek ze verward om zich heen. Waar wilde zij zich voor hem volbergen? Zij zou niet vrij zijn, zij was het niet, hoe wel hij haai' toen had laten gaan nooit zou zij vrij zijn om aan een ander toe te behoo ren dan aan hem, Tauern En gesteld eens dat het gebeurde, dat, waar hi; dien dag aan had gedacht. Wanneer op zekeren dag hei geluk eens bij haar aanklopte cl er in haar iels ontwaakte dat tot nu toe altijd gesluimerd hadals de liefde in haar hart ontbloeide, juichend en vol vet- langen Dan zou zij gebonden zijn, niet wij Er verliepen weer verscheiden dagen. Me vrouw Riefenstahl had nog steeds geen ont dekking gedaan ten opzichte van Walter's liefdesgeschiedenis en haar ergernis daarover nam dagelijks toe. Het was ook in verband daarmede dat zij zoo boos weid toen er met Nieuwjaar een felicitatiekaart van den inge nieur Havestrand kwam, waarop de wensch geuit wei'd„Vrede en zonneschijn wone in uw huis." „Nu dat geldt voor ieder hier in huis," z- i ze sarcastisch, en gaf de kaart over de tafel aan Edela. Haar blik rustte lang op de kaart. Zij wist maar al te goed aan wie die kaart in waarheid gericht was on wat Ber nard Havestrand met zijn wensch aan haar wilde zeggen. Vrede? Ja met haar, met Edela van der Eichen wilde Bernard Ilavc- slrand vrede sluiten. Hij was thans echter \cr weg en het weik aan dc brug lag stil. Weer kwam er over haar het wilde verlan gen om weg te gaan van hier,, ver weg, vóór dat hij weer kwam in dit huis. Maar rij vreesde zijn terugkomst niet voor de lente en het was immers nog lang geen lente. Toch was de winter minder streng dan cenige we ken terug. Er lag nog sneeuw, maar or werd niet meer zoo duik geard. Het belgeklingel der sleden was nu zeldzaam geworden. Op de rivier werd nog wel schantsgereden maar de wintersport werd niet meer door zoo velen beoefend. Het was al Maart en nog had Edela Raar besluit om heen te gaan niet te kennen gege ven. De winter duurde zoo lang en dat, bracht haar in dc war. Zij vertrouwde op de bloe men, die nog steeds door de vorst op haar ramen werden geschilderd. Het vroor nog flink en dustic lente was nog Ver Dat het weer plotseling om kon slaan, dat Bezoek van de Kon. Ned. marine aan Rotterdam Na afloop van de marine-manoeuvres, die na 14 dagen van vooroefeningen in het zuideifronlier gehouden worden, brengt de divisie-commandant, de kapitein tor zeo G, L. Goedhart, met zijn vloot een bezoek aan Rotteulam, In den voormiddag van Vrijdag 7 Oc tober wordt de vloot daar verwacht; zij zal daar ligplaats hebben tot Maandag den lOen d. a. V. Deel van de vloot maken uit hetpanl- serschip „Heemskerck" (vlaggeschip), com mandant-kolonel G. L Goedhart, hetpant- sordekschip „Friesland'! commandant-kolo nel S. Wolderingh, het pautseischip „Evertscn", commandant-kolonel II. A. Schoonhoven het pantserschip „.Piet Hein", commandant-kolonel F. Bot en, de monitor „Reinier Claeszen", commandant overste P. II. van Vooithuijzen. Verder behooren tot deze vloot twaalf gioot-modol lorpedobooten, waarvan de luitenant ter zee le klasse J. L. von Leschon divisie- dan de ceiste koele windjes terstond zouden waaien daaraan dacht zij niet. Als de lente haar komst aanduidde dooi de eerste bloemen te doen ontluiken, dan was er nog tijd genoeg om te gaan, zoo rede neerde Edela. Zij dacht veel aan Bernard Havestrand en er waren nachten dat zij zoo door haar ge dachten werd geplaagd, dat zij den slaap niet kon \atten. Op zekeren nacht werd zij wakker ge schrikt door geluiden. Wat was dat? IVerd cr aan haar deur geklopt, werd er op haar ven sters geslagen met veel geweld? Was daar iemand die wilde binnendringen in haar kamer? liet was niets van dat alles. Niets was liet dan een woeste stormwind, die als azend over de velden joeg en neersloeg tegen de ramen van de villa. Toen zij in Zwitsciland was, lmd zij ook een dergelijken orkaan meegemaakt. liet was con wind zoo krachtig en woest, dat ieder met schrik \ervukl iverd, daai hij alles trachtte mee te sleuren en te vernielen. Stukken steen waren er van de rotsen geslagen, daken stuk gewaaid en hoornen omgeworpen. Een dergelijke orkaan woedde er in dezen nacht. Edela sprong verschrikt uit het bed, in haast een deken om de schouders slaande, en snelde de trap af naar lxmcden, waar de andere huisgenooten al bijeen waren. M'e- vTomv was zeer ontsteld en kwam gillend de kamer binnen. Walter was naar buiten ge gaan en riep toen er een luid gedreun klonk: „Dat was dc schoorsteen. Die is omge waaid." (Wordt vervolgd.) SCHIËDAMSCHE COURII li',

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 1