No. 13415 Berde* Blad. De waarde van een iictalra. 63"° Jaargang Zondag 25 September 1910 'De geldtascïijes. Deze couiant verschijnt d age 1 ijk s, met uitzondering van Zon-en Feestdagen Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vla ar ding en 0.185 franco per post 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs der Advertentiën: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meet 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeeligo voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. fn de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intere. Telefoon voor de Redactie No. 128. voor de Administratie No. 103. Wij bedoelen niet de ethische, wij bedoe len de zuiver materieele waarde. En wij bedoelen die waaide netto, zonder dat daar bij bet tarra van geboorte of bezit wordt in aanmerking genomen. Eindelijk bedoe len wij dio waarde in de waardeschatting van de overheid. Zoodat de vraag kan kan luiden: „Hoeveel is de overheid bet leven van één burger waard?" Een algemeen antwoord op die vraag is natuurlijk niet te geven. Er zijn geval len, waarin de overheid niet zal aarzelen vele duizenden op te offeren om het loven ook maar van één mensch te ïedden, et zijn andere gevallen, waarin van die hoo- ge waardeschatting van de overheid niet in die mate zal blijken. En toch is dit een vraagstuk, dat bijna dagelijks door do overheid moet worden opgelost, al stelt men het zeker in den regel niet zoo scherp. Men neme b.v. dit geval: Het gemeentebestuur legt een tram- lijn aan. Daar ligt een huis, dat de straat bij de bocht nauw maakt en verhindert dat men hot verloop van de bocht kan over zien. Moet het gemeentebestuur nu dit huis doen koopen en slechten? Technisch is hot niet noodig. Doch laat men het staan, dan weet men mot vrij groote zekerheid, dat de ongunstige ver- keerstoesland ter plaatse ongelukken zal veroorzaken, Het is natuurlijk moeilijk te voorspellen. Doch als men eens matig re kent: een burger per jaar. Dan is dus de vraag of die eene burger per jaar de rente en aflossing waaid is van het te amoveeren perceel. Stel die rente en af lossing bedraagt f2800, dan is dus de vraag, waarvoor de oveiheid komt: moei ik liever die 12800 per jaar uitgeven of moet ik mijn bmgers maar bloot stellen aan hel bewuste gevaar, bun leven stellend op min der dan f 2800. Naar het ons voorkomt, praevaleeil in ons land nog te veel de laatstgenoemde opvatting. De overheid is zuinig, moet zui nig, moet zeer zuinig zijn. Maar men moet vooizichtig zijn met die zuinigheid, waar daaidoor morgen uw leven, liet leven van uw kind, uw oude moeder, uw viouw kan woulen bedreigd. Nu is het zeer moeilijk hier feiten te noemen, oindat de vraag, of b.v. een be paalde verkeersregeling van dien aard is, dat zij meuschenlevons zal kosten,' in zoo hooge mate cc-n kwestie van appreciatie is. Doch aan den anderen kant zal men niet kunnen ontkennen, dat bij die zuiver techni sche appiociatio toch altijd weer een rol speelt de waaide, welke de technicus in kwestie toekent aan een mcnschcnleven. En wij herhalen het dan, dat het ons wil voorkomen, dat in veel gevallen blijkt, dat die waardeschatting niet hoog ge noeg is. Als wij nu een voorbeeld gaan noemen, dat vrijwel heel Nederland kent voorzoo ver het gereisd heeft, doen wij dit niet, omdat wij meenen, dat het in liet aange geven geval erger is dan elders, niet dus omdat wij meenen, dat de overheid in kwestie meer verwijt tieft dan elke andere overheid, doch alleen omdat het voorbeeld duidelijk en hij velen bekend is en om dat wij eon bizondere aanleiding hebben om juist dat voorbeeld te noemen. Het betreft een doodgewoon „Gemengd Bericht''', dat schrijver dezes even buiten de kom van Gelderlands hoofdstad bij-1 woonde en dat door de „Amhemsche Cou rant" aldus gerelateerd woidt: „Hedenmiddag (Dondeidag 8 September) „liep de 03-jarige J. v. L. uit de Noord* „Peterstiaat naast een wagen, geladen met „zand op den Velpervveg. Hij werd door „een onbekend gebleven wielrijder aange beden en viel juist onder den zandwagen. „Kreunend van pijn werd hij opgenomen „en door dr. de Jong voorloopig voibon- „den, waarna hij naar het ziekenhuis is „overgebracht." In hoofdzaak is de voorstelling juist. De wagen was een tweewielige wagen. De man kreeg het zware wiel over zijn borst heen en moet dus vreeselijk verminkt,, zoo niet dood zijn. liet is een bericht, gelijk men zoovele onbewogen leest maar dat men onmogelijk onbewogen kan bijwo nen. Oogenscliijnlijk lijkt het nu, alsof don onbekenden wielrijder, een kleinen landbou wer of een werkman, naar het uiterlijk te oordeclen, eenige schuld treft. Doch in detdaad is dat niet waar. De Velperweg is daar zeer smal en zeer ongelijk. Er liggen tramrails, de weg is buitendien glibberig met aan de N.W.-zijde een hellend gedeelte en eindelijk lijdendaar vrij wat rijtuigen en auto'<s. Een iceks vrachtwagens kwam, riteer links van don weg, in de richting Velp aan, ïechts van die wagons snorden auto's en reden rij tuigen Met ccnige andere wielrijders was de man in kwestie, die in de richting Arn hem reed, door aankomende auto's genood zaakt snel rechts te houden, hij slipte daar op den ongelijken, vochtigen weg, viel tegen den man aan die naast don wagen liep en het ongeluk was gebeurd. Ziedaar nu ecu van de in den zomer ze ker meest bezochte wegen in ons vaderland, waar een groot voetgangers-, kanen-, rij wiel-, rijtuigen-,aula- en tramverkeer is. Eon van de wegen die het meest voor vroemdelingenverkeei in aanmerking komen „Ik zal do courant maar hier laton, Mary, er staat toch niets in," sprak Tom Vender, toen hij 's morgens voor zijn za ken naar do stad ging. Niels in do courant? En hot schoon Mary Vender too, of do kolommen louter met verschrikkelijke berichten gevuld wa ren. Men was werkelijk benauwd om iets te lezen. Gedurende de drie maanden, dat zo nu getrouwd was, woondo Mary in do stille vooistad Horns oy, on hel eenzame loven, waaraan zo niet gewend was, begon liaar angstig to maken. Zij wantrouwde de leveranciers, do haar onbekende huren, hot dienstmeisje: de wereld was immers zoo slacht! Zuchtend dronk zo lianr kopjo leeg en las intusschen het volgende bericht: „In den laatsten tijd zijn taliijko dief „stallon van gckltaschjcs gepleegd bij „dames, 'die in de electrischo tram zaten „Do politie meent liet spoor van den ,JieC govondon ,1e hebban: llij moet „in Ilornsey wonen." Hornsoy? Maar dat was vreeselijk! Ma ry keek nadenkend door hot venster op do straat. Misschien herbergde een der naaste villa's wol don misdadiger. Ze moest er niet aan denkon.Misschien was hel wol dio zonderlinge man, die naast, hen woon de, on dio geen geregelde uren had om zaken lo doen. Gisteren stond er eon po liüc-agont vollo vijf minuten tegenover het huis bij de lantaarn. Dezonavond kwam Tom niot op den gewonen tijd thuis, weliswaar was het en waarbij dus de betrokken autoriteiten het meeste belang hebben, dat er een vei lig verkeer mogelijk is. En toch blijkt die weg op een gewonen, doordeweekschen dag daar te Arnhem veel te smal en te onecono misch aangelegd. Tioinvens op dienzelfden weg heeft men te De Steeg bij den Eigel den uitermate gevaarlijken spoonvegdoor- gang en Uen welbekenden gevaai lijken hoek te Dieren bij de stoomtramkruising. En dat niettegenstaande die weg overigens er één is uit velen, buitengewoon mooi en breed, met fraaie uitzichten en met een ge boomte, dat hier en daar met recht wereld- bei oemd is. Nu tieft het verwijt, dat deze weg op genoemde punten voor het verkeer onvol doende is, niet uitsluitend of zelfs mis schien niet in de eerste plaats de perso nen, belast biet bol inrichten van den weg. Wel degelijk heeft de rijks-autoriteit haar verantwoordelijkheid mee te dragen, voor zoover zij de gebrekkige bepalingen gemaakt heeft tot het regelen van het motorwagen- verkeer. Rn eindelijk zijn de veroudeid© tijdsomstandigheden een factor van belang bij de beoordeeling van het vraagstuk wat er gedaan moet worden om hier verbete ring te brengen. Doch die veranderde tijdsomstandigheden dient men nu toch langzamerhand te ken nen. In de eerste plaats dient men te weten, dat wegen, die in 1880 volmaakt voldoende waren, dat nu niet meer zijn. Er zijn nu andere, veel snellere voortuigen op den weg gekomen, het verkeer is dank zij b.v. o. a. de uiterst goedkoope bizondere vacantiekaarten in den zomei in hooge mate toegenomen, pn vei der moot men toch niot ai te veel verwachten van het aanpassingsvermogen van tien mensch. Wat, de Felpenveg gevaarlijk, hoeren wij ons in dit verband al toevoegen, kom maar eens op het Operaplein te Parijs 's mid dags om vijf uur! Men vergeet daarbij, dat de Parijzenaar een ander wezen is dan de Arnbemsche provinciaal of de landlieden en andore pro vincialen, dio zich daar bewegen. En dan vergeet men, dat het Parijsche veikeer ge leid wordt door de politie, die zich in een provinciestad met die leiding niet druk pleegt te maken. En eindelijk zijn do straat- gevaren in een groote stad geheel andere dan in een kleine. In de drukke straten van een groote stad voelt do imvonei zich op den rijweg in 's vijands landZonder het al te veel te toonen is hij op zijn hoede, past op zijn tellen cn houdt scherpen uitkijk. Anders de inwoners van zelfs groote Nederland- scho steden, die ook op een drukken rij weg gaarne omkijken, uiel voor zich kij ken, godnchtenloos voortloopen cn ook overigens geen andere veiligheidsvoor/.or- slochts tien minuten later dan anders, maar 't was toch voldoende om Mary koortsachtig opgewonden te maken. „O, Tom, wat is er gebeurd?" „Ongeluk met do tram. Je hebt je toch niet hang gemaakt, hoop ik?" Hij kuste haar. „Het eten klaar? O, ja, ik ruik hot al. Ik loop vlug naar boven om me wat te ver- fiisschen." Mary nam de achteloos op oen stoel neergeworpen overjas cn. hing dio op. Bij die bewoging viel er iets met kletterend geluid op don giond. Het was een dames- geld taschje, wel wat versleten, maar toch goed van geld voorzien, Ontzet staarde de jonge vrouw op het voorwerp. Op dat oogenblik evenwel word do keu kendeur geopend en verschoen de keuken meid met het eten. In liaar verwarring liet Mary de beurs vlug in haar zak glij den. Aan tafel verwonderde Tom er zich over, dat zijn vrouw zoo buitengewoon, stil was, on toen hij er haar naar vroeg, klaagde ze over hoofdpijn. Na hot eten stond hij er op, dat zo op do canapé ging liggen en zich vochtige doeken om het hoofd liet wikkolen. Allo vijf minuten vroog hij, of 't al boter werd. Ofschoon zij do oogon stijf dicht hield, sloeg zo hem toch in 't geheim gade. „Drommels, zei hij plotseling, cu stond met een ruk van zijn stool op. Zonder iets te zeggen, ging ltiji do kamer uit. Eon' paar minuten hoorde zo hem in 'de vestibule been en weer loopen. Toon hij weer binnenkwam, lag er op zijn golant eon uitdrukking van verlegen- gen nemen dan bij zichzelf thuis in de huiskamer. Doch het groote verschil tusschen het Parijsche en het hierbedoeldc gevaar is, dat ginds de uitkijk en de weg uitstekend zijn, al is het verkeer daar veel, veel drukker, terwijl in ons geval een zoo geregeld-diuk verkeer niet verwacht wordt, de uitkijk maar al te vaak ontbreekt, door het nau we, kronkelige der wegen of de gevaarlijke hoeken, en de weg niet zelden allesbe halve uitstekend is. Maar zal het publiek dan, als men de wegen verbreedt en veibetert en gevaarlijke J hoeken amoveert, wel wonnen aan het te- gemvooidige verkeer, met een snel toene mende autofrequentie? Wij geloovon het niet. Wij gelooven, dat de wettelijke ïegeling van het autoverkeer zoo gebrekkig mogelijk is. De. wetgever beeft een wet willen maken om de vrijheid en de veiligheid van het verkeer op don open baren weg die door de auto's en de rij wielen in gevaar kwamen, te redden, pin toen bij aan de wet bezig was, toen meikte hij, dat hij het niet kon en toen heeft hij met de vingers tegen den neus tot den autobestuurder gezegd: „Pas op hoor, geen vrijheid of veiligheid van verkeer in gevaar brengen." En tegen de polilie-agenten heeft hij gezegd: |,,Pas op hoor, een auto aan houden, die do vrijheid of de veiligheid van het verkeer in gevaar brengt!'' Maar toen de autobestuurders en de po litic-agenten kwamen vragen, wanneer of dat „in gevaar brengen"'' geschiedde, toen heeft hij hen huis-toe gestuurd met den dood-doener: „Dat moet je zelf maar we ten.'1' Velen hebben den wetgever bij dat vreem de antwoord ook een knipoogje zien geven. Zij geloovon, dat de wetgever niet ge durfd heeft, dat er autobezitters-invloo- den waren, die hem zoo slap deden zijn. Zij kunnen niet gelooven, dat de wetgever, dat vele Kamerleden zoo naïef zijn geweest van te meenen, dat zulk een niets zeggende bepaling iets beteekent. Volmaakt ten onrechte. Wij zijn over tuigd, dat de heeren wetgevers er voor de groote meerderheid geheel te goeder tromv zijn ingeloopen cn dat er nog vole theoretici onder hen zijn, die niet zien welk een groote fout begaan is door gee nerlei houvast te geven, noch aan den orde bewaarder, noch aan den te goeder trouw zijnden automobilist, die de neiging om snol te gaan gaarne bedwingt ten bate van do publieke veiligheid doch gcenerlei cri terium heeft om aan tc geven wanneer voor dat bedwingen aanleiding is. Afgezien dus van de vraag of autojs zonder stofbindend middel en zonder bi zonder sterke snelheidsbeperking op den openbaren weg in het algemeen moeten worden toegelaten, dient men in de eerste heid en ontsteltenis. Verstrooid vroeg hij naar haar hoofdpijn en ging1 in oen hoek van de canapé zitten. „Mary," zei hij plotseling, „is ons dienst meisje wel eerlijk?" „Dat geloof ik wol. Jo mist immers niets?" „Neen, tonminstc niets van betoekenis. Ik dacht, dat ik wat geld in den zak van mijn overjas had. Het was niet veel, niet do moeite waard, maar misschien heb ik er ook niets in gedaan." Bij doze woorden nam hij een tijd schrift op. "Was er nog twijfel aan zijn schuld mo gelijk. Hij hield hot tijdschrift onderst bo ven vóór zich on las toch. Mary Vender sliep dien nacht slecht. Den volgenden morgen scheen Tom over niets bizonders te denken en plaagde haat', omdat ze er zoo slecht uitzag, „Jo hoofd 'is zeker nog niet geheel in orde, Mary?" Zo knikte oven toestemmend* Het leven was voor haar immers toch verwoest. Toen do post bolde, kreeg ze hevige hart kloppingen. Hoo lang zou het nog duren, vóór do politie kwam? Zon Totu in huis gearresteerd worden, of op straat? Moge lijk had ze hem moeten waarschuwen! De beurs had 'zo zorgvuldig verstopt, waar de politie niot zou zoeken. Maar waar waren al die andere taschjes, waar van do couranten spraken? Om wat afleiding te zoeken, bezocht ze verscheidene winkels. Do meid wachtte haar thuis met het bericht, dat er een vreemde hoer was geweest. „Wat wiltlo hij?" „Hij vroeg naar mijnheer, en was erg plaats ter verbetering van den door ons gesignaleeiden misstand te eisclien, dat het autoverkeer scherper geregeld worde. Hier zijn menschenlevens op betrekkelijk goed koope wijze te redden. Want dat bedenke men bij de regeling van deze materie al tijd niet alleen is het aantal ongevallen, direct dooi auto's veroorzaakt, groot, maar ook indirect verwekken zij veel onheil. Niet alleen de paarden, ook de wielrijders en de voetgangers maken zij zenuwachtig met hun snellen gang en hun felle gelui den. Aan het bovenbedoelde Arnliemsche ongeval had geenerlei auto eenige directe schuld. En toch, is het dien wielrijder ge gaan als anderen, bij het ongeval aanwezi gen wielrijders, dan heeft zijn vrees voor de plots verschijnende auto's bij hem even als bij de andere wielrijders veroorzaakt, dat hij rechts op glibberig terrein uitweek, waarbij hij ongelukkiglijk kwam te val len. Ook de wielrijders verergeren het gevaar van den openbaren weg. En al heeft men tegenover hen meer geduld, omdat zij een bescheiden plaats innemen en veelal voor zaken uit zijn, terwijl de auto onbeschei den is en in den regel tot vermaak dient, althans tot het vervoeren van menschen met een haast, die volstrekt niet evenredig is aan het dringenste van de door hen te vei richten zaken, is het toch niet voldoen de, dat do wetgever hun practisch alleen voorgeschreven heeft een bel en een lan taarn te hebben en die laatste op zekere tijdstippen tc doen branden. Er moest hun niet alleen zijn voorgeschreven, wanneer zij hun lantaarn maar ook wanneer zij hun bel hebben te gebruiken. Ook dat is moei lijk, ook hiei zal een in bizonderhedenj vervallend voorschrift veel gevallen onge regeld laten, doch dat lijkt ons toch altijd beter dan het vage, algemeen.*} voorschrift (Lellen als de veiligheid van het verkeer dit vordert), dat noch aan den wielrijder noch aan den agent eenige vastigheid geeft en dan ook in veel te veel gevallen wordt nagelaten. En eindelijk moeten de wegen verbeterd worden, broeder en gladder gemaakt, ter wijl de hoeken worden weggenomen, i Bij de vraag hoever men daarbij moet gaan is weer beslissend de Jwaarde, die men aan het leven van den (burger hecht. Het kost geld. Men heeft dus pa te gaan hoe veel menschenlevens in ons voorbeeld do onvoldoende toestand op den Velperweg, aan de spoonvegkmising bij den Engel en liet fameuse kruispunt in Dieren kosten en of de uit te geven bedragen evenredig zijn aan die kosten. Men ikan zelfs over wegen of de bezitters van automobielen en rijwielen niet in bizondere mate iederj naar hun aard in die kosten moeten bijdragen. Doch in elk geval -er moet in die richting, naar buitenlandsch, in casu verschrikt, dat mijnheer niet thuis was. Ik vroeg, of ik do boodschap ook doen kon en toen zei hij, dat hij over een geldtasehje kwam spreken. Maar wat scheelt u, mevrouw?" „Niets meisje, nieis ik heb zeker wat hard geloopen. Dus over eon gold- beurs?" „Ja, mevrouw, ik dacht eigenlijk, dat hij er mee te koop kwam, maar daar zag hij toch te fijn voor uit. „O, maar het maakt niets uit," zoide hij', „en je behoeft me vrouw niets van mijn komst te zeggen." „Do politie had dus den schuldige ge vonden," was Mary's overtuiging. Nu zou Tom wel niet thuis komen. Als ze hem maar niet in een vochtige cel opsloten! Maar hij kwam thuis, stipt op de mi nuut, en gedroeg zich net als altijd. Terwijl hij zich boven wipsch, sloop Mary naar de vestibule. De zak was leeg. Ze tastte in een andere. Nu voelde ze iets. Ze haalde liet er vlug uit; dat „iets" was oen geldtasehje. Een nieuwe dag brak aan on nog was haar man op vrije voeten. „Als jo er van avond niot beter uitziet, Mary," sprak hij bij hot we'ggaan, „dan moet de doktor komen," Mary besloot voor afleiding een bazaar te bezoeken en daar thee te drinken. Toon zo do plaats zocht, hoorde zo een stem achter zich en zag Duleio Courlnay. Duleie was Tom's liefste nicht. Alary mocht haar minder graag, daar 't gerucht ging, dat Thom vóór zijn huwelijk op Dul- eie's mooi gezichtje verliefd was, „Mary, kom aan mijn tafoltjo. Ik ben alleen. Hoe gaat hel jo? We hebben el kaar in lang niet gezien. Heb je al iets pesteld? Niet? Thee voor twee personen en .Fransch gebak, 't Is goed, 'dat ik je zie, Alary, ik wilde je morgen bezoeken, maar nu is 't niet noodig. Heeft Tom niets ver teld?" „Waarom?" „Dus nietl Die goede jongen; hij heeft dus werkelijk woord gehouden. Wij wil den het heusch niet voor jo verbergen, maar ik vond hot heter, bet je zelf te zoggen, on hij beloofde te zwijgen. Waar denk je, dat bij en ik Dinsdagnamiddag waren?" „Dat kan ik niet raden." „In den schouwburg. Alijn broer had twee kaarten, cn we zouden er samen heen gaan. Alaar 's middags kreeg hij last van zijn oude kwaal. Ik wilde niet graag de voorstelling missen en 't was ook jam mer, dat do tweede kaart niet gebruikt werd. Dus tclefoneeulo ik Tom en gingen we samen 1 Jij vondt het immers goed Alary?" „Zeker." „Dat wist ik wel. Dc voorstelling was voortreffelijk, maar hot wcjd later dan we gedacht hadden, Tom stapte nu in een rijtuig, on toen ging het verschrikke lijk met me. Stel je voor: Ik had geen geld. Toen ik do hand in don zak slak om den koetsier te betalen, wns mijn beurs weg." Een koudo rilling ging Alary door do leden. Tom had dus do beurs van zijn nicht ontvreemd. „0, kijk maar niet zoo verschriktI Ze ,was niot gestolen, ik gaf ze des middags aan Tom, opdat ik or niot aan zou bohoo- ven to donkon, ien in do lui ast ging hij naar huis en (hield zo in, don zak. Ik SCHIEDAMSCHE COURANT ntwfcoi mropaasBicarf itmtau

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 9