63"* Jaargang.
Zondag 16 October 1910.
No. 13433
Timede Blad
Uit de Tweede Kamer
33e eerlijke dief.
SOHSED&NSCHE IGHURJUUÏ.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon-en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen £1.1,25 franco
per post £1.1.G5.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.1
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Prijs der Adverten tië n: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In do nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgonomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon
voor de Eedactie No. 123.
voor de Administratie No. 103.
Daar is toch niets onbetrouwbaarder dan
de Tweede Kamer. Niet in "dien zin, dat
de acthbare mannen, die zitting hebben
in de meest levendige afdeeling van onze
volksvertegenwoordiging als mensdhcn
niet alle vertrouwen, -zouden verdienen,
maar zóó dat men nooit vooruit kan we
ten of een zitting interessant zal zijn of
niet. Br is dan ook niets onaangenamere
voor ons, journalisten, dan Waaneer pen
eerzaam Hagenaar, die logés verkrijgt, ons
vraagt of het de moeite waard zal zijn
op een bepaalden dag de Kamerzitting bij
te wonen. En dat om do eenvoudige re
den, dat men daar nooit vooruit met ze
kerheid iets van zeggen kan, alser ten
minste geen begrooting van Staal of een
decoratio-kwestie-Kuyper op de agenda
staat.
Wij herinneren ons hoe vrienden en
kennissen er ons indertijd min of meer
een verwijt van maakten, dat we hun
niet gewaarschuwd hadden, dat het debat
over de .sociale verzekering op Jrct eind
zoo belangwekkend zou worden door de
smoring van de discussie en |de daarop
gevolgde woede uitbarsting van den lieer
Schaper, die op haar beurt wederom den
heer Lobman tot buitengewone heftigheid
verleidde.' De Nederlander in doorsnee is
nu eenmaal dol op "het bijwonen van
standjes. En men zal ons wel willen ge-
looven als wij verzekeren, dit wij inder
daad moeite hadden den klagers te over
tuigen, dat deze heele zaak een 'donderslag
aan den hekleren Kamer-hemel geweest
was. Waarlijk, men kan nergens minder
peil op trokken dan op de belangrijkheid
van een Kamerzitting, die nog gehouden
moet worden.
I
Daar was de zitting van Dinsdag 11
Oct. 1.1. Een zittin k j ede leden kwamen
's middags om half vier even naar be
nedon uit de afdeelingen, waarin ze do
laatste 14 dagen vergaderd waren, om,
verborgen voor de oogen van het profonum
vulgus, de verschillende hoofdstukken der
Staatsbegrooting aan critiek te onderwer
pen. Er zou regeling van werkzaamheden
plaats hebben, d. w. z. dat de leden zou
den komen te booren, hoe do Voorzitter,
in overleg met de Centrale Sectie, den
gang van zaken had geregeld. Rn toch werd
dit zittinkje nogal de moeite waard.
Niet omdat de heer Duijmaer van Twist
voorstelde de Bakkers-wet in plaats jvan
achteraan wat meer naar voren op de
agenda te brengen. Het is bekend dat de
krijgshaftige afgevaardigde voor Steenwijk
alle recht heeft op den bijnaam van
„schutspatroon der bakkers". Hij werd
daarin gesteund door generaal Van Vlijimen,
waardoor dus gelogenstraft wor'dt de le
gende dat militairen niet veel met onze
nuttige broodbereiders zouden ophebben,
speciaal als ze ook koek bakken. Kerel,
je hadt koekbakker moeten worden! is an
ders wel het ergste verwijt, dat den mili
cien tegemoet kan gevoerd worden.
De afgevaardigde uit Veghel meende het
voorstel van zijn coalitiegenoot te moeten
appuyeeron met de uiting, dat het tijd werd
dat er „eindelijk eens een sociale wet
behandeld werd". Ja, generaal, hot wordt
tijd, het is al meer dan tijd, maar het
daverend gelach, dat bij dit woord opging,
bewees, dat men naar heel andere sociale
wetten verlangt, naar de verzekering yan
den ouden dag voor den arbeider in dc
eerste plaats.
Het voorstel van den heer Duijmaer
van Twist werd met een kleine meerder-
heid verworpen, 38 tegen 34 stemmen. Dat
bij die stemming niet minder dan 27 leden
van Rechts, waaronder nog wel de vice-
voorzittcr der Kamer, de heer Van Nispen
lot Sevonaer (Nijmegen) tegen den voor
zitter ingingen, trok nogal de attentie.
Vooral onulat de voorzitter met zooveel
nadruk betoogd had, dat hij niet dan na
zeer ernstige o verweging de door hem
voorgestelde regeling als de beste voor den
gang van zaken aan het oordeel der Kamer-
had onderworpen. De 7 niet-Rechtsche le
den, die met de 27 van Rechts meestem
den, waren de sociaal-democraten. Het was
dus een zonderlinge combinatie.
Belangwekkend werd de zitting ecliter
toen de heer Eland een voorstel deed ten
opzichte van de behandeling van het kust-
verdedigingsonhverp. Toen kwam er wat
men noemt elect: ieiteit in do Kamer, en
het voorspel deed thans reeds zien hoe
zeer de aangevraagde 46Vi millioen (want
het is 46Vk millioen en geen 40 millioen)
de gemoederen in beweging brengen.
De Centrale Sectie (onze lezers weten
dat die bestaat uit 6 leden, n.l. de voor
zitters van de vijf afdeelingen plus de
voorzitter van do Tweede Kamer, die ook
van de Centrale Sectie voorzitter is) had
besloten hot ontwerp-kustverdediging tege
lijk met de Staatsbegrooting in de afdee
lingen te behandelen.
Nu kwam de heer Eland en stelde voor
de behandeling tot later uit te stellen,
en wel op dozen grond, dat dc leden nog
niet genoeg onderlegd waren om het on
derzoek van liet wetsontwerp met vrucht
te kunnen aanvangen. Er is locli bij het
wetsontwerp een geheim rapport, en dat
rapport is in 5 exemplaren voor de leden
op do griffie der lv M»'-r ter lezing gelegd.
Daar zijn ook kaa.' v Mj, en volgens gene
raal Eland, köst het nakijken van die kaar
ten err het bestudeeren van het rapport
zooveel tijd, dat de Kamerleden, die niet
in de Residentie wonen (en dat is ongeveer
de helft) niet in staat zijn behoorlijk daar
van kennis te nemen. Het is verder bekend,
dat bet bureau der Griffie .(onze Kamer
leden zijn nu eenmaal in alle opzichten
slecht gelogeerd) absoluut geen ruimte
(Eon 'Zweedsch dorpsverhaal.)
In kleino gemeenten en landelijke dorpen
meent men dikwijls, dat de wereld stil
staat en er niets gebeurt. Het is waar
soms heeft er inderdaad heel weinig plaats,
maar er geschiedt ook wel eens het een of
ander, waarvan de mensclien nooit iets ver
nemen.
Wolk een ontroering zou er elf jaar ge
leden door Knapenstad gegaan zijn, als
de monschen daar hadden gehoord, dat
John Berndtsson meer dan 650 kronen uit
de spaarbank had gestolen, waaraan hij als
hulpbeambte verbonden was, welke hij in
waarheid echter geheel bestuurde, jaar in
jaar uit.
Ja, gestolen, dat is het juiste woord.
Ilacï hij niet de G50 kronen in den loop van
drie jareni bij kleine muntstukjes uit de
kas genomen en wanneer de bo'ekerr en do
-v*- kas nagezien werden, het tekort steeds door
'n gedurfde rekenfout verborgen ?Ilijnocm
de het gestolene echter niet eens zijn „sa
laris", gelijk een grootere kasdief ongetwij
feld zou hebben gedaan, wanneer zijn ge
weten eens een klein toespraakje tot hem
mocht houden.
Bij de contröle was het Berndtsson steeds
angstig te moede, maar in waarheid was
do kans om ontdekt te worden niet zeer
groot, want de monschen. hiermede belast,
biedt aan 5 personen tegelijk om iets te
bestudeeren.
De heer Duymaer van Twist trad op
'als bestrijder van het-voorstel. Beweerde
hij, dat de Kamerleden wel tijd eir gelegen
heid gehad hadden om het rapport en de
bijbehoorende kaarten wel behoorlijk te
bestudeeren? Allerminst. Deed hij wat van
een officier in de eerste plaats nrag ver
wacht worden, en toonde bij aan, dat er-
haast bij het werk was, en dat iederen.
dag wachtens het vaderland in gevaar kon
brengen? In geene deolc. Tot verbazing van
de Kamer ontpopte liij ook een juridisch
talent en beriep zich op het formeele be
zwaar, dat de Centrale Sectie het eenmaal
op de agendo had gezet, dat het dus niet
aanging het daarvan af te voeren. Wat
geheel mis was. Art. 22 van het Regle
ment van Orde zegt toch, dat ieder lid der
Kamer een voorstel kan doen om van een
besluit der Centrale Sectie af te wijken.
Wat wonder, dat de heer Troelstra naar
het spreekgestoelte snelde, om als zijn ge
voelen uit te spreken, dat de houding van
den heer Duymaer van Twist recht gaf
tot de onderstelling, dat „er iets achter
zat", dat het dezen te doen was het ont
werp-kustverdediging bij de openbare be
handeling der Oorlogsbegrooting er door-
te jakkeren, net zooals onder het ministeiie-
Kuyper het ontwerp-snelvuurgeschut er
doorgejakkerd was"-.
Diepe verontwaardiging bij don afgevaar
digde voor Steenwijk. Hij betuigde dat het
hem allerminst te doen was dit ontwerp
er te doen doorjakkeren,, zooats indertijd
het snelvuur-geschut er doorgejaagd was.
Het, daverend gelach, dat hierop volgde,
deed den spreker eerst bemerken, dat hij
zich leelijk had versproken en erkend had,
dat de behandeling van het snelvuu (-ge
schut onder het ministerïe-Kuyper veel te
wenschen had overgelaten. De heerïroel-
stra Hel natuurlijk niet na deze woorden
behoorlijk vast te nagelen, en toen de heer
Duymaer van Twist op diens pertinente
vraag, waarom hij toch eigenlijk op zoo
spoedige behandeling van het wetsontwerp
gesteld was, niets beters wist te antwoor
den dan omdat het „op do lijst stond", wer
den zijne argumenten onder Homerisch
gelach begraven. Wij werpen verder een
sluier over dit droef tooneel.
De heer Duymaer van Twist bad nog
een ander schijnbaar sterk argument to
berde gebracht, 0111 t° bewijzen, dat ieder
lid wel in de gelegenheid geweest was
van dat geheime rapport kennis te nemen,
daar het, al begeleidde het wel dit wets
ontwerp niet, reeds twee jaren op de griffie
ter visie gelegen had. Vólkomen juist; de
Commissie van Samenstelling, zoonis ze
heet, heeft reeds langen lijd gele ten haar
rapport uitgebracht, maat- de lieer Thom
son merkte terecht op, dat geen Kamerlid
er aan dacht van zoo'n rapport kennis te
nemen vóórdat het wetsontwerp dat er uit
voortvloeide, bij de Kamer was ingediend.
waren eenvoudige visseliers, de cijfers en
de boeken zagen er goed uit en wekten ver
trouwen en dc penningmeester Jorisson,
wien eigenlijk het beheer der spaarbank was
opgedragen, had steeds goede rum voor
den verificatie-groe en zorgde voor een uit
stekend avondmaal. Jonsson was kruide
nier, Berndtsson was schrijver bij den kan
tonrechter, en beiden wijdden zich in hun
vrije uren aan do lioogero financiën.
John Berndtsson was geen slecht menseh,
al had hij dan ook die 050 kronen ge
stolen. Hij was vrijwel even eerlijk als de
meerderheid der menscheu, die rechtscha
pen door liet leven gaan, omdat zij nimmer
in grooten nood hebben verkeerd, of nooit
in de gelegenheid waren, zich ten koste
van een andermans kas to verrijken.
Raar John had bejaarde ouders, clio niets
verdienden cn armoede zouden hebben moe
ten lijden of in het armhuis terechtgekomen
waren, en do schrijver van den kanton
rechter was te trotsch, om zijn ouders
het genadebrood der gemeente te laten
eten dat zou hem dag en nacht nog meer
gekweld hebben, dan thans de angst, wol
ken bij voortdurend ondervond als hij
naar zijn handen koek, die immers be
zoedeld waren. Zijn ouders waren jtu dood,
maar het tekort aan kas en de angst wa
ren er nog. De ecno vissclrer, die kas-
nazionor was, was ook overleden en de
andoro kreeg voor het onderzoek in Ja
nuari den mouwen schoolmeester Lot hulp.
Berndtsson 'lag vele nachten wakker en
Wat natuurlijk is, men zou, waar er dik
wijls zooveel tijd verloopt tusschen het
neerleggen van het rapport en het indie
nen van het wetsontwerp, in dit geval
twee jaar,, den inhoud van een dergelijk
rapport weor vergeten zijn.
De heer Eland had echter niet alleen
voorgesteld de behandeling in de afdeelin
gen tc verdagen, maar levens om het
Rapport te publiceeren. Hij vond, en dc-ze
woorden uit den mond van dezen oud-mi
nister van Oorlog zijn de herinnering wel
waard, dat dit zeer goed kon, de
Regeering kon er dan desnoods uitlichten
wat ze wou, wat ze niet voor publicatie
geschikt achtte. Mocht de Regeeiing daar
tegen bezwaar hebben, dan stelde hij voor
dat voor ioder lid een exemplaar van liet
rapport beschikbaar zou worden gesteld.
Toen kwam de voorzitlor met de opzien
barende mededeeling, dal dit laatste gelijk
zou staan met publicatie, ou dat bij blij \vas
in de gelegenheid te zijn deze opmerking
te kunnen plaatsen. Het was hem toch
gebleken, dat in den laatsten tijd verschil
lende couranten informatiën gegeven heb
ben omtrent geheime stukken; dat dit moei
dan eens gebeurd was, en dat het niet tot
do goede Kamerzeden behoorde om van
stukken, die door de Regeoring als geheim
aan de Kamerleden worden overgelegd, ook
maar irr het geringste misbruik te maken,
wat publicatie betreft.
Wie moet die schoen aantrekken? De
altijd zeer luidruchtige heer Duymaer van
Twist riep met stentorstem de Kamer in:
„De Avondpost"'. De bedoeling was dui
delijk, de „Avondpost" heeft een reeks
artikelen over het kustverdedigmgsontweip
gehad, die terecht of ten onrechte aan
den heer Thomson werden toegeschreven.
In hoeverre daarin echter mededeelingcn
zijn gegeven uit het geheime rappoit, zal
enkel door hen, die dat rappoit kennen,
kunnen worden beoordeeld.
Wat er nu ecliter in het \orvolg van de
geheimhouding teieeht moet komen yun de
zaken die in geheime zitting worden behan
deld, welke geheime zittingen toch ook door
alle honderd Kamplieden worden bijgewoond,
moot een knapper menseh dan wij maar be
antwoorden. Het zij hier echter in alle be
scheidenheid gezegd, dal dc houding van
den Voorzitter in deze \oor ons niet zonder
bulenking is. Een van beiden; óf hij .had
oen bepaald feit op bet oog en de bewijzen
in handen dat een Kamerlid zijn plicht van
geheimhouding geschonden had, of hij sprak
in het algemeen met niet meer dan Ten min
ot meer gerechtvaardigd vermoeden. In het
eerste geval wil hot ons voorkomen dat hij
den schuldige binnenskamers ouder handen
had moeten nemen (met binnenskamers is
hier binnen de Tweede Kamer bedoeld), in
het tweede geval kon de Kamer met weinig
genoegen êen verwijt aunhooren, waartegen
geen iter leden lean opkomen, of de buiten
staanders moeted wel denken Dat is dc man,
wien het verwijt geldt.
Het eind van het lied was, dat er eerst
dan over het onrUe! van generaal Eland
wentelde wanhopig in zijn bed ,bij het
denkbeeld, dat - de schoolmeester op .de
onzinnige gedachte zou komen, bij het na-
ziek ook na te rekenen.
Hij zag elk oogenblik voor zijn geest,
de ontdekking en de schande, en vond hij
soms een uuitjo slaap, dan ontwaakte hij,
badend in zijn zwoel, uit een benauwenden
droom, meende in een cel te liggen en
in de gang de stappen van een cipier
to hooien.
Hij oflerde zijn laatste kwartjes, (om met
den schoolmeester in de herberg een glas
wijn te drinken, on ze zaten werkelijk ook
heel gcnoegelijk, maar do schoolmeester
sprak nergens anders over, dan .over wis
kunde en bookhouden en de mooie cijfers,
die hij steeds voor rekenen .op de kweek
school had behaald.
Dat zou dus nooit goed afloopcn. Bij
do gedachto aan de kasvei ificatie liep den
arnron jongen do ccne rilling na de an
dore over het lijf. Eonige dagen vóór den
voorgestelden datum ontmoette de .school
meester' den nog levenden kasnazieiicr-
schipper; dezo word zeer stil en krabde
zich achter het oor, toen .hij de geloerde
beschouwingen Van zijn geleerden collega
hoorde, die uitlogde, hoc men bij een be
trouwbaar onderzoek to work moest gaan.
Ten slotte stelde de schoolmeester tot
groot genoegen van den chipper voor,
dat hij alleen naar do spaa bank zou gaan
en hol rapport zou uitbrengen, \vaarna
do kapitein drein een volgenden dag op
zou gestemd worden als men wist of de Re
georing bereid was zijn verzoek om publicatie
in te willigen. Volledigheidshalve zij nog
i'cnneld dat de heer Van Nispen tot Seve-
nnor (Nijmegen) kwam eonstateeren dat men
hiel goed tegen het voordel van den heer
Eland kon stemmen, zonder van plan te zijn
er toe mede te werken liet ontwerp in de
openbare zitting Lij de Oorlog&begrooting
er door te jakkeien. Dat aan het adres van
den heer TroeLtra.
Den volgenden dag kwam men bijeen om
het antwoord der Regeering te vernemen, die
echter noch voor geheele noch voor gedeel
telijke publicatie te vinden was. Ze beriep
zich daarbij niet onhandig op de uitspraak
van Minister Cohen Stuart, die in de Me
morie van Toelichting op de Staatsbegroo
ting'van 1907 had geschreven: „Vermits in
het rapport der Commissie bijna uitsluitend
aangelegenheden behandeld worden, die met
de verdediging des lands in het nauwste
verband slaan, en dus volstrekte ge
heim h onding eischen, kan noch mag
lier een andere bestemming hebben, dan om
ie dienen, wnaitoe hefc thans gebezigd is,
namelijk tot voorlichting van de hoofden der
Uitlokken Departementen, hij de beslissing,
die zij ten aanzien van het ondenverpelijke
mugs'uk geroepen zijn te nemen."
Dit is alles zeer aardig te pas gebracht,
maar, passez nous le mot, niet veel minder
dan een foefje, omdat Minister Cohen Stuart,
toen in het Voorloopig Verslag met nadruk
werd aangedrongen op overlegging van het
Rapport, al ware het dan maar* gedeeltelijk,
zich mede namens zijn ambtgenoot van Oor
log, Irerekl verklaarde in overweging te ne
men aan dat verlangen te voldoen, zoo
dra de in o n d e i* z o e k z ij n d e p 1 a n-
ne tl voor verbetering inde be
wapening en inrichting der
klist versterkingen gereed zo u-
d e n z ij n.
Deze plannen zijn nu gereed en in den
vorm van een wot.sontweqr der Tweede Ka
mer aangeboden, het beroep op Minister Co
hen Stmut ging dus absoluut niet op.
De mededeeling der Regeering werd met
weinig instemming ontvangen. De Rechter
zijde bewaarde oen betamelijk stilzwijgen,
van Links ging hier en daar gemor op. En
generaal Eland stelde zich tevreden met de
snijdende opmerking, dat de Kamer er uil
we! toe zou moeten overgaan om een geheim
Voorloopig Verslag op te maken en do heele
I ehandeling in het geheim te doen geschie
den. liet laatste werd door den voorzittu* be
aamd, en er werd zonder hoofdelijke stem
ming besloten het kustverdedigingsontwerp
voorloopig van de agenda van het afdcelings-
omleraoek af te voeren.
De zaak zal dus in het geheim gaan,
liet zal een werk der duisternis worden.
Waar een man als de oud-minister Staal,
die als gewezen sous-chef van den genenden
staf in dit opzicht deskundige bij uitnemend
heid mag genoemd worden, op de helderste
wij/e uiteengezet heeft dat het beoogde doel
de bank zou ontmoeten, hel rapport zou
took enen, en daarna met 'den ander zich
aan den groc en het avondmaal tc goed
zou doen.
Bleek, maar manhaftig ontving Berndts
son zijn vriend en inspecteur,'donschool
meester, opende do goedkoopc on hoog
bejaarde, maar gegarandeerd vuurvaste
brandkast en zcide: „Hot is volgens onze
dorpszedon zeer eenvoudig en je moet
het nte maar eens zegge.n, zoo je ophel
deringen wilt hebben of veranderingen in
de boekhouding voor* do toekomst vvon-
schelijk acJit
„Een boekhouding kan nooit to eenvou
dig wezen, als ze maar goed is," ver
klaarde de schoolmeester. Toon ging hij
do effecten etc. en hot kasgeld na cn
maakte aanteekeningen tot do schemering
inviel. En de schrijver Berndtsson stond
hem bij en gaf acht op don kleinsten
wenk, gelijk in vroegere tijden een kos
ter in do pastorie. Maar eindelijk sloot
de schoolmeester de effecten etc. en het
kasgeld in de brandkast, nam de boeken
onder don arm en zei:
„Ik zal zo meo naar huis nomen en
vanavond doorwerken. Ik ben op de kweek
school wat zenuwachtig geworden, zoodat
ik niet kan rekenen, wanneer hiernaast
in Jonsson's winkel do visschers en de
booren zooveel loven maken."
„Zooals je wilt, vriend," zei Benultsson
heel amicaal, schoon hij or aan twijfel-
do, of de hookon wel puin do „bank"
mochten worden gescheiden en of ,wel goed
voor hem was, dat do schoolmeester thuis
kalm zijn beheer naging.
Toen Berndtsson 's nachts slapeloos in
zijn bed woelde, hoorde hij (plotseling on
gewone geluiden, geschreeuw en getoeter
on loen bij naar bet venster liep. zag
hij de mensehen naar de school hollen,
die met de ouderwijzersvvoning in braaul
stond. Midden in den vonkenregen zag hij
den schoolmeester' in zijn hemd staan, ge
lukkig zonder kasboeken. Bcrndlsson schoot
gauw zijn Moeren ann, ging op een hol
letje naar den brand en zei gemoedelijk
legon den schoolmeester in nachtgewaad,
dat die natuurlijk do boeken wol zou heb
ben gered. i
Do man wierp hom ovenwol een woe
denden blik toe en zei toornig: „Ik heb
nauwelijks mijn leven gered. Maar ik heb
do boeken gisteravond nog eens eventjes
nagezien, on ik verzeker je, dat die er
merkwaardig uitzagen, vrindje."
Berndtsson rilde, doch'daar op ditoogen
blik juist hef dak instortte en hij lie
groep, dat do boeken voor een vorder on
derzoek „veilig" waren, werd hij driest
en zei
„Merkwaardig? ,Wat is merkwaardig?
Misschien zullen do andore kasnazie.net'
en de penningmeester hot „merkwaardig"
vindon, dal do boakon van de bank dooi
de hoelo gemeente gesleept zijn."
Bij het einde van dc kasnaziening, den
groc en hot avondmaal wapen .zoowei