63"K Jaargang
Zaterdag 29 Oetober 1910
Ho. 13444
Tweede Blad.
STA DSNIEU WS.
BIKNENLA3D.
ÜCHIEIMMSCHE COUMHT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon-en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor S ch i edam en Vla a rd i u ge n" fl. 1.25 franco
per post fl. 1.G5.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertenliën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het Bureau bezorgd zijn.
*i»
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Prijs dor Ad vier tea tien: Vcua. 1—6 regels fl. 0.99; ieaei,n regel roeer
15 cents. Reclames 30 cent per regol. G roe te letters naar do plaats die zij
iïmcmen.
Advertentiën bij abonnement op voorêteeligo voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 Cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voidest*.
Jnfcore. Telefoon
voor de Redactie No. 123.
voor de Administratie No. 103.
Uit don Gemeenteraad.
TTI.
In deze zitting weid behandeld het adres
dei SkgmsvereonigULg alhier, tot afschaf
fing van het keurloon, op welk verzoek R.
en W. afwijzend hadden geadviseeid.
De heer Evers weiischt in 't kort zijn
standpunt in de/.o uiteen te zetten.
Het spijt hem dat hij tegen het advies
van B. en W, zal moeten, stemmen, omdat
z. i. de keur in het belang van de volksge
zondheid geschiedt en dat de kosten dus
door rie gemeen-ehap behooren te worden
gedingen.
Spi. wil even wijzen op hetgeen B. en W.
zeggen in de Memorie vnu Antwoord op het
verslag van het onderzoek der begroo'ing
\oor 1911, volgn. 124, waar zij hun sym
pathie uitdrukken \oor ren toezicht op alle
levensbehoeften en waarin zij de verzekering
geven dat zij, aoo spoedig de financiën het
cenigszin-, gedoogen, mei voorstellen te dezer
zake bij den Raad zullen komen.
Dat antwoord kon spr. op de door hem iit
de sectie gedane vraag billijken, maar daar
mede geven B. en W. te kennen dat dan
toeir dc Gemeente daarvoor de kosten zouden
dragen. En waar dit zoo is, wil spr. vragen
waarom de kosten eener keuring van boter,
melk on andere levensmiddelen door de ge
meente V'èl en die voor vieesch niet gedragen
moeten worden.
De heer v. d. Drift
De heer De Bruin: Een belangheb
bende
De heer v. d. D r i f t zegt dat hij werke
lijk tegenwoordig een belanghebbende bij
deze kenrioonkwestic is, doch bedoelt enkel
zijn stem te rnotiveeren. -De Raad weet lroo
hij van meet af aan over het keurloon heeft
gedacht. Spr. is niet tegen de opbrengst
duamittj maar tegen het beginsel dat daar
aan ten grondslag ligt. Hij kan dus niet met
het advies van B. en W, meegaan.
De heer Smit is telken, rare in 't krijt
getreden tegen dit keurloon. liet is een
extra-belasting', die weer op een deel van
den middenstand drukt, die toch al zoo
zwaar belust is, terwijl de keuring geschiedt
in het algemeen belang.
Spr. vindt liet wel wat reemd dut B. en
W. irr hun advies zeggen dat iret vvekelijk:
betaald woidt en het dan maar een klein
bedrag is. Nu is het wel waar dat men ge
makkelijker 50 maal ƒ1,kan betalen, dan'
eenmaal 50 ineens, maar tenslotte blijft het
bedrag dat opgebracht wordt toch het zelfde.
•Vooral voor de verkoopera van bereid vieesch
is de last z.waar, omdat daaronder zooveel
kleintjes zijn; or i*> haast geen winkeltje
meer, waar- men geen worstje of ee.n spiertje
ziet hangen.
Do heer IC o o p m a n s kan zich ook niet
vueorrigcu met het advies van B. en W.
Wei wordt daarin gezegd dat de Commissie
voor de Belastingen zich met hun opvatting
vercenigi, maar niet is daarin vernield dat
een krachtige minderheid in die commissie
daartegen was. Een gedeelte \,in die minder
heid wcnschte geleidelijk tot de afschaffing
dezer heffing te geraken, omdat de gemeen
tekas op het oogenblik nog geen inkomsten
kan missen.
De heer Witt k a m p f merkt op dat dit
zelfde adres hier jaarlijks inkomt, en de mo-
tiovcn van \oor- en tegenstandei5 natuur
lijk ook steeds dezelfde blijven. Spr. is liet
eens met hen die deze keuring achten le
zijn in het algemeen belang.
Waar nu de keur op stutten en rollagen,
op de bedekkingen van grondvaten, van boe-
renbakkeu en/.., dooi de Gemeente betaald
wordt, daar dunkt liet hem dat ook hier de
belanghebbende bij dezen keur de kosten
moet dragen. Mn hol valt niet te ontkennen,
dat de gemeenschap hij de keur belang heeft
en dat hol dus niet aangaat de kosten daar
van dooi anderen te laten betalen:
Dc lieer G o s 1 i u g a heeft roeger ook
zicli tegen de/.e hetfing verzet, maar is op
die meerling teruggekomen
Dc heer Dc Bruin: Sedert hij Wethou
der igl
De heer Goslinga: niet sedert de
laatste 8 dagen, maar sedert liet--vorig jaar,
toon deze zaak ter sprake is geweest.- Toén
heoit de lieer De Gioot een woord gespro
ken dat veel indruk op spr. heeft gemaakt.
Hij meent dat hij diens standpunt lot het
zijne kan maken. Aanvankellnrkte het
keurloon op de slagers;, \vis ,.oen konden
pond vieesch niet in den piiis op de klanten
erlmlen. Maar sedert hebben zij in de
schommelingen van de markt on in de ge
compliceerde factoren die den verkoopsprijs
vormen, de gelegenheid gehad om die kosten
wel op de klanten over te brengen, zoodat
nu het keurloon wel degelijk lietaald wordt
door de belanghebbenden, de vleescheters.
Thans zou dus de afschaffing ziin een ca
deau voor de slagers.
Bovendien wil spr. er nog op wijzen dat
de heer Evers eu Wittkampf wel zeggen
dat de gemeenscha]) de kosten van liet keur
loon moeten betalen, maar ten slotte betalen
de zelfden het toch weer in de inkomsten
belasting.
Het is natuurlijk mogelijk dat de heffing
te hoog is en dan zou de verordening moe-
ten'norden herzien; daartoe bestaat steeds dc
gelegenheid.
De heer Wittkampf merkt op dat de
heer Goslinga wel erg gemakkelijk spreekt
over verhalen op het publiek, maar deze is
ook koopman evenals spr., en hij weet dus
hoe dat sonjs gaat. Boms komt er een de
bacle in de prijzen, die verhalen onmogelijk
mankt. Zelfs het plaats inruimen voor een
nieuwen concurrent b.v. in den gistliandel
mept een geweldigen concurrentiestrijd in het
levendie daarbij betrokken, zijn, weten
daar alles van.
Wilden zij een minimum vleeschprijs vast
stellen, dan zou de heer Goslinga gelijk
hebben, maar nu zijn ei vele moeilijkheden
te overwinnen om extra or koeten op de
klanten te verhalen.
De heer Evers wijst erop dut, toen dit
keurloon word ingevoerd er op de slagera,
zooals de heer Goslinga toegeeft, een extra
belasting werd gelegd en naar spr. opvatting
behoort die weer spoedig van hen afgewen
teld to worden.
De lieer Goslinga zegt dat hij gespro
ken heelt van een belasting die extra opge
legd werd, niet die extra drukte.
De heer Lager we y merkt op dat de
heer Evers wel zegt- dat die bekisting moet
worden afgewenteld, maar dan moet tocli in
de eerste plaats onderzocht worden of dio
zoo ten onrechte is opgelegd. Fn de tweede
plaats rijst de vraag of het geen economisch
belang voor de slaaet- zelf is dat z.ij vieesch
hebben dat gekeurd is, omdat dc keuring
toch de handelswaarde verhoogt.
Sedert dc invoering van deze keur m
1900 is reeds door de slagers den strijd ge
voerd regen het keurloon, die tot heden nog
niet het beoogde succes heeft bereikt. En
terecht. Die oppositie is onbillijk omdat de
heffing door de gemeente geschiedt, geheel
overeenkomstig de \\ct ter dekking van dc
kosten. Er mag geen winst uit gehaald
worden. En nu komen er wel raadsleden die
zeggenneem die heffing Icrug, maar dan
komen die kosten ten laste van anderen.
Wij hebben hier te doen met een zeer samen-
gestelden toestand. Waar hier reeds 10. jaren
lang over deze zaak getwist is en de verorde
ning reeds jaren lang bestaat, die het wettig
gelieven keurloon regelt, daar zou spr. het
betreuren als die nu werd ingetrokken. Er
bestaan toch verscheidene gemeente-diensten
waarvoor een retributie geheven wordt. Wan
neer die werden tel irggc norm n, zou spr. wer
kelijk niet weten hoe hel dnaiJoor ontstane
tekort zou moeten worden aangevuld.
De Ireor De Bruin merkt op-dat de
heer Goslinga, die geen gelukkige bekeuring
heeft ondergaan, beweert dat dc afschaffing
een cadeautje zou zijn voor de slagers. Voor
die bewering is geen giond en is even zwak
ids het betoog dat de lieer De Groot het vo
rig jaar gegeven heeft.
De
en nis een last woult weggenomen, dan zal
ilaanloor misschien het vieesch wat goodkoo-
por worden. Misschien is dat keurloon wel
van zooveel gewicht dat de vieesch prijs met
een cent verlaagd zou worden.
o
Tenslotte wil spr. aan den heer Lagerwey
vragen, die zoo bang is voor het terugnemen
\an die belasting: is dat misschien ook een
ei van Columbus? Spr. weet een veel beter
middel dan deze heffing om aan de vleesch-
etors de kosten van liet keurloon ie laten
betalen: haal die kosten door een kleine pro
gressie uit de opbiengsl van de inkomsten
belasting
Do V o o r z i 11 e r cikent de juistheid
van wat de lieer De Binin hooft gezegd, nl.
dat het keurloon betaald moet worden door
de viecschetevsdat is,llums hot geval en
zoo behoort het te, blijven.
Do heer Klein heeft hondeidmtuil hoo
ien spreken van de slageis. Fr wordt door
dezen gezamenlijk betaald 1700 en wat
blijft er nu voor ieder der slagen van dat be
drag te betalen als men weet dat daarvan
slagcm concurred en sterk met elkaar
zij het kleine bedrag van het Iqurloon per jjoor één slager 400 betaald wordt, terwijl
cc in het geheoi 150 5 200 slagen zijn? Om-
1300 door 200 menschen te laten betalen
is toch niet zoo'n ovei wegend bezwaar? De
hoeren roepen maar slager, slager, en in elk
winkeltje wordt vieesch verkocht. Die men
schen denkenga maar naar den Gemeente
raad, daar is men goed genoeg en dan zal het
wel geschonken worden. Maar wanneer al die
kleine heffingen worden afgeschaft, dan blijft
alleen de inkomstenbelasting, die zoo zwaar
zal diukkon dat vrij met een leege schatkist
blijven zitten. En wat dan?
De discussie wrordt- hierna gesloten.
Het voorstel i an B. en TV. om afwijzend
op het verzoek te beslissen wordt aangeno
men met 0 tegen 8 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Beukers, Nolet,
Lagerwey, v. Westendorp, Goslinga, IClein,
rnr. Jansen, v, d. Meer en de Voorzitter.
Tegen stemmen de heeren De Bruin, Smit,
v d. Volden, v, d. Drift-, mr. v. Briel Sasse,
Wittkampf, Evers en Koopmans.
De heer Kranen had de vergadering
reeds verlaten.
DE BEGROOTING.
Hierna woult overgegaan tot de behan
deling dor begrooting voor 1911.
Algomeeno Beschouwingen.
De heer de Bruin herinnert er aan,
dat in de vorige vergadering door hom
do wenseli is uitgesproken, dat velschil
lende uigaven, die ten laste komen van de
gemeenten, zouden worden gebracht ten
laste van het Rijk. Daarbij'had hij de
wenschelijkheid betoogd, dat B. en W.zich
met oen daartoe strekkend verzoek zouden
wenden tot de Regeering, waar toch oen
wetsontwerp tot regeling der financioelo
verhouding tusschen Rijk en gemeenten in
voorbereiding was.
B. en W. hebben toen een concept-adres
in dien zin toegezegd, maar dat is niet
gekomen, liet college schijnt zich te hebben
gesteld op het standpunt: veel beloven en
niet doen. Maar of ze daarvan vreugde
zullen beleven, betwijfelt spr. Nu bij'tsec-
ticoruieizoek naar dit concepl-adies is ge
vraagd, nu komen B, en W met een ant-
wootd dat neerkomt op de bede: Och help
ons maar weer van dat baantje af. Het
voorstel lachtte hen blijkbaUr wol toe, het
leek hun een nieuwe vinding en er werd
zelfs gezegd dat 'tleek op het ei van Co
lumbus.
Maar daarbij komt men on willekeurig tot
de viaag, of B. on W,. zich daarbij niet
wat belachelijk hebben gemaakt, een vraag
die spr. niet zal beantwoorden. Honsch
die vinding is niet van spr, zooals 'hij
toon reeds bij de toelichting heeft gezegd.
Dat ei was niet van hem, maai van de
gemeentebesturen van Amsterdam, Rotter
dam en anderen. Men ziet dus, wie in
deze van een ei van Columbus spieekl,
die.laadt den schijn op zich, dat hij op
een eiland woont.
Dat deze zaak hij de Pers thuis behooit,
zooals B. en W. meenen, is een standpunt
dat spi. te venveipen acht.
De Gemeente heeft de zoig voor do
Gemeente-fmanciën, en niet de Pers.
Wel kan natuurlijk door de Regeering
nota genomen worden van wat de Pers
over Gemeentozoig ten beste geeft, en het
kan wel nuttig zijn als deze haar stem
laat hooien, maar aan de Pers is die
taak niet opgelegd, wél aan liet Gemeen
tebestuur.
Als de verschiilinde gemeenten zich tot
'dc Regeering wenden met een voorstel
tot behartiging harer belangen, dan bestaat
er meer kans dat de Regeering daaraan
een gunstig oor leent, dan wanneer dat
door slechts enkele geschiedt. En waar
B. en W. wijzen op liet stadium, waarin
de voorbereidende werkzaamheden voor
dat wetsontwerp reeds verkoeren, daar zou
er z. i. dubbele redenen zijn voor de ge
meenten om haar stemmen bij de Regee
ring te doen liooren, waar hot oen ge
meentebelang betreft van zoo ingrijpende
beteekenis,
Men ziet het bij bijna alle vooretellen,
waaraan uitgaven verbonden zijn: men
jammert dat er geen geld beschikbaar is;
maar als eike stap om uil die misère
te komen le- veel is, dan komt men er
nooit uit.
Er is bier nog veel te doen: nieuw zie
kenhuis, werkloozen verzekert rig, school-
bmnv on/.. Laat Schiedam het hare bij
dragen om iets goeds" te doen
Spr. hoopt dat (le Rand B. en W. we
der zal uitnoodigen, evenals dat het vorig
jaar is gedaan, een concept-adres te ont
worpen als door spr. toon word aange
geven.
Nog een zaak, waarop spr. de aandacht
wil vestigen. Dat is de inrichting van het
Grondbedrijf.
Dat is een zeer moeilijk bedrijf, waaraan
zeer zware eischon worden gesteld.
Met die wetenschap voor zich, kan spr.
het op het oogenblik niet anders dan be
treuien dat de Raad zoo onkiesch is ge
weest in de commissie van behoor van dat
bedrijf te benoemen raadsleden, wier per
soonlijke belangen met de belangen van het
bedrijf in conflict komen.
Spr. betreurt, dat daarin zitting heeft de
lieer v. Briel Sasse, die commissaris is
van een particuliere grondmaatschappij. en
de heer v. d. Velden, een oigenbomver
aan welke menschen nu is opgedragen de
belangen van het gemeentelijk grondbedrijf
te behartigen.
Spr. heeft gemeend, hierop de aandacht
te moeten vestigen, omdat een algemeen
belang als dit niet moest worden toever-
tiouwd aan een commissie, die zóó is sa
mengesteld.
Omtrent de vraag, die hij gedaan heeft
ten opzichte van het Singelkwartier, wordt
spr. verwezen naar een mededeeling van
B. en W. aan den Raad, die voor kennis
geving is aangenomen. Hij meende echter
dat efe" iets andeis in dat stuk weid be
handeld dan hjj bij zijn vraag heeft be
doeld. Toen gold het, meent hij, den lang-
zamen voortgang van hot rioleeringswerk
aan den Singel, nu betreft het de beta
ling der schade, geleden door eenigo pan
den, tengevolge van het werk.
Spr. heeft den door B. en W. bedoelden
brief niet bjj de stukken gevonden en heeft
zich dus van den inhoud niet kunnen op
do hoogte stellen. Hij kan zich natuur
lijk hebben vergist en wil daarom gaarne
nadere toelichting ontvangen.
De Voorzitter wenscht in het kort
enkele zaken uit de rede van den heer
do Bruin te beantwoorden.
Ten eerste wat betreft de toezegging tot
het ontwerpen van een concept-adres aan
de Regeering. Toen die toezegging gedaan
werd, was er een andeic burgemeester.
In het tegenwoordig college van B en
W. is dit punt een oogenblik ter sprake
geweest. Spr. persoonlijk weet wel, dat de
groote gemeenten zich reeds tot de Regee
ring gewend hadden, maar van het groo
te aantal gemeenten, waarvan de heer de
Bruin spreekt, weet spr. niet.
De toenmalige voorzitter wist door zijn
relatiën in den Haag, dat de zaak in
voorbereiding was. Men meende dat men,
door te veel te vragen, niets zou verkrij
gen. Het college is nu anders samenge
steld, en blijkt het by een hernieuwd voor
stel tot het maken van een concept-adres
dat er een grooten drang daartoe in den
Raad bestaat, dan is spr. wel bereid om
bij gelegenheid die zaak nog eens in den
Haag ter sprake te brengen.
De heer Goslinga zegt, dat het on
getwijfeld waar is, dat armenzorg, politie
en onderwijs uitgaven vorderen die door
het Rjjk konden worden ovorgenomen, maar
als men ziet dat bij de Regeering reeds
de behandeling van het ondervrijsrapport
aanhangig is, dat de regeling der armenzorg
irr voorbereiding is en die van do politie
wel zal volgen, dan acht hij hot, beter do
resultaten daarvan af te wachten.
Waar or reeds stappen blijken te zijn
gedaan, waarvan sommigen ia een andere
richting dan bier is aangegeven, dan is
het niet aan te nemen, dat de negeering
zoo heel veel aandacht aan de adressen
van gemeenten zal wijden.
Onderwijs b.v. is een politieke kwestie van
den eersten rangzulke kwesties worden niet
zoo maar even tot een oplossing gebiachi, die
komen eerst in de gehooizaal van de univer
siteiten.
Luien we, zegt spr., onzen tijd liever niet
aan zulke zaken besteden, die zijn, goed om
daarover een beetje te redeneeren, een
boompje er over op te zetten er reclame me
de te maken, maar ze leiden tot niets.
Wat o\or Grondbedrijf is gezegd is wat to
insinucercnd. De hoer De Bruin heeft zooiels
al eens nreer gezegd, maar laat hij liever de
raadsleden, die hij op het oog heeft,, in be
schuldiging stellen. Hij kan van zijn rechten
als raadslid in deze gebruik maken.
Er is geen enkel motief onr aan te nomen
dat die hoeren voor hun eigen belang wel
zullen zorgen, zooals do heer de Bruin
insinueert.
Insinuooien acht spr. beneden de waardig'
beid van een raadslid.
De hoor De Brui n merkt op dat do
Voorzitter, uit vroeg van door te voel te vra
gen niets te krijgen, vervalt tot het andexo
uiterste en nu niets wil vragen. Maar als men
niets Mitagt, krijgt men ook niets. Ahs men
een zaak goed bekeken heeft en men ia over
tuigd van de juistheid van zijn inzicht, dan
moet men daar ook mede voor den dag komen.
Spr. wijst op de slagers als leerzaam voo'-
bceld.
Door het gesprokene door den heer Gos
linga is sprcker's moed nog weer behoorlijk
yr-rsferkt, waar deze mededeelde dat verschil
lende ontwerpen reeds in voorbereiding ziin.
De heer Goslinga komt daarbij wel tot het
besluitad resteer dus niet, maar spr. komt
tot de tegenovergestelde conclusiehet ia nu
juist den tijd daai'vcor.
De Minister kan zich dan immers dekken
op de gemeenten.
Met bevreemding heeft spr. den heer
Gosiinga hooren even, dat onderwijs is
een politieke kweel i' van den eersten rang.
Vioeger heeft deze juist het tegendeel be
weert. Dat 'is (lus een tweede bekeering
van den heer Go.il inga, waarmede spr, hem
niet kan feliciteeren. Hij hoeft zich het
vorig jaar beslist uitgesproken, dat de on-
deiwijskwestie niet door de politiek be
heers, werd. Dat is dus een degrada
tie.
Maar rai raadslid mag er toch nog wel
over spreken?
Spr. moet opkomen loeren de glad ver
keerde aanhaling van zj,n woorden door
den lieer Goslinga. Hij hemt volstrekt niet
gezegd: zij (d. z. de commissieleden van
grondbedrijf) zullen v. el voor hun eigen
zorgen.
Wat spr. wel gezegd heeft is dit: zij
hebben belangen in hun leven, die met
de belangen dei gemeente in strijd komen.
Spr. neemt het d.e leden niet kwalijk dat
zij zrttin» gekregen hebben in die commis
sie. Hij vindt het onkiesch van den Raad
dut hij die beide hoeren op die plaats heeft
gebracht. Daarmede brengt de Rand die hee
ren in een dikwijls zeer moeilijke positie,,
waar -zij gesteld zullen worden tussehen eigen-
Lielaug en gemeentebelang.
Dat is hot standpunt dat spr. bij zijn cri-
liek innam.
De h'eer v. W e s t e nd o r p zegt, dat
de heer De Bruin in de zitting van 10
Januari twee vragen hoeft gestéld, welke
spr. voorleest Die vragen zijn G Mei
d. a. v. door gemeentewerken beantwoord
en dat antwoord i3 aan den Raad medege
deeld. Dio mededeeling werd door den
Raad aangenomen voor kennisgeving en
daarmede was de zaak afgedaan.
De heer De Bruin dankt voor dezo
mededeeling.
De algemeene beschouwingen worden ge
sloten.
liecüterlijke «smokt
Bij Kon. besluit van 25 dezer is aan mr.
i. II. Hij mans, op zijn verzoek, met ingang
van 1 November, eervol ontslag verleend uit
zijn betrekking van rechter in de arrondisse
mentsrechtbank te Amsterdam.
Tweede Kamer,
Dc vooizitter deelde gisteren mede, dat
het afdeclnigsondeizoek van het ontwerp
op de kustverdediging, naai- aanleiding van
do legceiingsverklaiing, van Woensdag,
tot na de ontvangst van de nota is uit
gesteld.
Do algemeene beraadslaging over het
ontwerp-Bakkerswet (afschaffing van Zon-
dagsarboid en nachtarbeid van bakkeis)
en ovei het ontwerp tot instelling van
Bakkersraden wordt nu voortgezet.
Gelijk in ceisten termijn komt nu, na
de rede, waarmede do heer Van Idsinga
(C.-lI.j gistoren besloot, de heer Do Beau
fort (V.-L.) aan het woord. Hjj verklaart,
door 's ministers rede niet overtuigd le
zijn. Hij wijst neuraals op de bijzondere
bepalingen voor Lraülieten, en geeft zijn
verwondering tc kennen dal do heeren Aal-
beiso en Van der Molen zoo weinig voor
do pers mlijke vrijheid, die door het ont
werp aangerand wordt, schenen te gevoe
len.
Ook de heer Snocck Ilonkomans (C.-I1.)
houdt zijne bezwaren vol. Do wet zal on
recht doen, en do energie doodon. Dc vrij
heid van arbeiden wordt aangetast, dio
vrijheid, die do hoeksteen is van onze eco
nomische ontwikkeling., Spr. blijft een re
geling van arbeids- en s u-Rijden aanbe
velen. Hij prijst zijn am ere'tementen aan.
Do heer Tydeman (V.-L.) merkt op, dat
do afstand tusschen hom on den minister
thans gebleken Is nog grooter te zijn, dan
hij aanvankelijk meende. Spr. geeft zijn