63"K Jaargang Zaterdag 29 Oetober 1910 Ho. 13444 Tweede Blad. STA DSNIEU WS. BIKNENLA3D. ÜCHIEIMMSCHE COUMHT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon-en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor S ch i edam en Vla a rd i u ge n" fl. 1.25 franco per post fl. 1.G5. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertenliën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het Bureau bezorgd zijn. *i» Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs dor Ad vier tea tien: Vcua. 1—6 regels fl. 0.99; ieaei,n regel roeer 15 cents. Reclames 30 cent per regol. G roe te letters naar do plaats die zij iïmcmen. Advertentiën bij abonnement op voorêteeligo voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 Cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voidest*. Jnfcore. Telefoon voor de Redactie No. 123. voor de Administratie No. 103. Uit don Gemeenteraad. TTI. In deze zitting weid behandeld het adres dei SkgmsvereonigULg alhier, tot afschaf fing van het keurloon, op welk verzoek R. en W. afwijzend hadden geadviseeid. De heer Evers weiischt in 't kort zijn standpunt in de/.o uiteen te zetten. Het spijt hem dat hij tegen het advies van B. en W, zal moeten, stemmen, omdat z. i. de keur in het belang van de volksge zondheid geschiedt en dat de kosten dus door rie gemeen-ehap behooren te worden gedingen. Spi. wil even wijzen op hetgeen B. en W. zeggen in de Memorie vnu Antwoord op het verslag van het onderzoek der begroo'ing \oor 1911, volgn. 124, waar zij hun sym pathie uitdrukken \oor ren toezicht op alle levensbehoeften en waarin zij de verzekering geven dat zij, aoo spoedig de financiën het cenigszin-, gedoogen, mei voorstellen te dezer zake bij den Raad zullen komen. Dat antwoord kon spr. op de door hem iit de sectie gedane vraag billijken, maar daar mede geven B. en W. te kennen dat dan toeir dc Gemeente daarvoor de kosten zouden dragen. En waar dit zoo is, wil spr. vragen waarom de kosten eener keuring van boter, melk on andere levensmiddelen door de ge meente V'èl en die voor vieesch niet gedragen moeten worden. De heer v. d. Drift De heer De Bruin: Een belangheb bende De heer v. d. D r i f t zegt dat hij werke lijk tegenwoordig een belanghebbende bij deze kenrioonkwestic is, doch bedoelt enkel zijn stem te rnotiveeren. -De Raad weet lroo hij van meet af aan over het keurloon heeft gedacht. Spr. is niet tegen de opbrengst duamittj maar tegen het beginsel dat daar aan ten grondslag ligt. Hij kan dus niet met het advies van B. en W, meegaan. De heer Smit is telken, rare in 't krijt getreden tegen dit keurloon. liet is een extra-belasting', die weer op een deel van den middenstand drukt, die toch al zoo zwaar belust is, terwijl de keuring geschiedt in het algemeen belang. Spr. vindt liet wel wat reemd dut B. en W. irr hun advies zeggen dat iret vvekelijk: betaald woidt en het dan maar een klein bedrag is. Nu is het wel waar dat men ge makkelijker 50 maal ƒ1,kan betalen, dan' eenmaal 50 ineens, maar tenslotte blijft het bedrag dat opgebracht wordt toch het zelfde. •Vooral voor de verkoopera van bereid vieesch is de last z.waar, omdat daaronder zooveel kleintjes zijn; or i*> haast geen winkeltje meer, waar- men geen worstje of ee.n spiertje ziet hangen. Do heer IC o o p m a n s kan zich ook niet vueorrigcu met het advies van B. en W. Wei wordt daarin gezegd dat de Commissie voor de Belastingen zich met hun opvatting vercenigi, maar niet is daarin vernield dat een krachtige minderheid in die commissie daartegen was. Een gedeelte \,in die minder heid wcnschte geleidelijk tot de afschaffing dezer heffing te geraken, omdat de gemeen tekas op het oogenblik nog geen inkomsten kan missen. De heer Witt k a m p f merkt op dat dit zelfde adres hier jaarlijks inkomt, en de mo- tiovcn van \oor- en tegenstandei5 natuur lijk ook steeds dezelfde blijven. Spr. is liet eens met hen die deze keuring achten le zijn in het algemeen belang. Waar nu de keur op stutten en rollagen, op de bedekkingen van grondvaten, van boe- renbakkeu en/.., dooi de Gemeente betaald wordt, daar dunkt liet hem dat ook hier de belanghebbende bij dezen keur de kosten moet dragen. Mn hol valt niet te ontkennen, dat de gemeenschap hij de keur belang heeft en dat hol dus niet aangaat de kosten daar van dooi anderen te laten betalen: Dc lieer G o s 1 i u g a heeft roeger ook zicli tegen de/.e hetfing verzet, maar is op die meerling teruggekomen Dc heer Dc Bruin: Sedert hij Wethou der igl De heer Goslinga: niet sedert de laatste 8 dagen, maar sedert liet--vorig jaar, toon deze zaak ter sprake is geweest.- Toén heoit de lieer De Gioot een woord gespro ken dat veel indruk op spr. heeft gemaakt. Hij meent dat hij diens standpunt lot het zijne kan maken. Aanvankellnrkte het keurloon op de slagers;, \vis ,.oen konden pond vieesch niet in den piiis op de klanten erlmlen. Maar sedert hebben zij in de schommelingen van de markt on in de ge compliceerde factoren die den verkoopsprijs vormen, de gelegenheid gehad om die kosten wel op de klanten over te brengen, zoodat nu het keurloon wel degelijk lietaald wordt door de belanghebbenden, de vleescheters. Thans zou dus de afschaffing ziin een ca deau voor de slagers. Bovendien wil spr. er nog op wijzen dat de heer Evers eu Wittkampf wel zeggen dat de gemeenscha]) de kosten van liet keur loon moeten betalen, maar ten slotte betalen de zelfden het toch weer in de inkomsten belasting. Het is natuurlijk mogelijk dat de heffing te hoog is en dan zou de verordening moe- ten'norden herzien; daartoe bestaat steeds dc gelegenheid. De heer Wittkampf merkt op dat de heer Goslinga wel erg gemakkelijk spreekt over verhalen op het publiek, maar deze is ook koopman evenals spr., en hij weet dus hoe dat sonjs gaat. Boms komt er een de bacle in de prijzen, die verhalen onmogelijk mankt. Zelfs het plaats inruimen voor een nieuwen concurrent b.v. in den gistliandel mept een geweldigen concurrentiestrijd in het levendie daarbij betrokken, zijn, weten daar alles van. Wilden zij een minimum vleeschprijs vast stellen, dan zou de heer Goslinga gelijk hebben, maar nu zijn ei vele moeilijkheden te overwinnen om extra or koeten op de klanten te verhalen. De heer Evers wijst erop dut, toen dit keurloon word ingevoerd er op de slagera, zooals de heer Goslinga toegeeft, een extra belasting werd gelegd en naar spr. opvatting behoort die weer spoedig van hen afgewen teld to worden. De lieer Goslinga zegt dat hij gespro ken heelt van een belasting die extra opge legd werd, niet die extra drukte. De heer Lager we y merkt op dat de heer Evers wel zegt- dat die bekisting moet worden afgewenteld, maar dan moet tocli in de eerste plaats onderzocht worden of dio zoo ten onrechte is opgelegd. Fn de tweede plaats rijst de vraag of het geen economisch belang voor de slaaet- zelf is dat z.ij vieesch hebben dat gekeurd is, omdat dc keuring toch de handelswaarde verhoogt. Sedert dc invoering van deze keur m 1900 is reeds door de slagers den strijd ge voerd regen het keurloon, die tot heden nog niet het beoogde succes heeft bereikt. En terecht. Die oppositie is onbillijk omdat de heffing door de gemeente geschiedt, geheel overeenkomstig de \\ct ter dekking van dc kosten. Er mag geen winst uit gehaald worden. En nu komen er wel raadsleden die zeggenneem die heffing Icrug, maar dan komen die kosten ten laste van anderen. Wij hebben hier te doen met een zeer samen- gestelden toestand. Waar hier reeds 10. jaren lang over deze zaak getwist is en de verorde ning reeds jaren lang bestaat, die het wettig gelieven keurloon regelt, daar zou spr. het betreuren als die nu werd ingetrokken. Er bestaan toch verscheidene gemeente-diensten waarvoor een retributie geheven wordt. Wan neer die werden tel irggc norm n, zou spr. wer kelijk niet weten hoe hel dnaiJoor ontstane tekort zou moeten worden aangevuld. De Ireor De Bruin merkt op-dat de heer Goslinga, die geen gelukkige bekeuring heeft ondergaan, beweert dat dc afschaffing een cadeautje zou zijn voor de slagers. Voor die bewering is geen giond en is even zwak ids het betoog dat de lieer De Groot het vo rig jaar gegeven heeft. De en nis een last woult weggenomen, dan zal ilaanloor misschien het vieesch wat goodkoo- por worden. Misschien is dat keurloon wel van zooveel gewicht dat de vieesch prijs met een cent verlaagd zou worden. o Tenslotte wil spr. aan den heer Lagerwey vragen, die zoo bang is voor het terugnemen \an die belasting: is dat misschien ook een ei van Columbus? Spr. weet een veel beter middel dan deze heffing om aan de vleesch- etors de kosten van liet keurloon ie laten betalen: haal die kosten door een kleine pro gressie uit de opbiengsl van de inkomsten belasting Do V o o r z i 11 e r cikent de juistheid van wat de lieer De Binin hooft gezegd, nl. dat het keurloon betaald moet worden door de viecschetevsdat is,llums hot geval en zoo behoort het te, blijven. Do heer Klein heeft hondeidmtuil hoo ien spreken van de slageis. Fr wordt door dezen gezamenlijk betaald 1700 en wat blijft er nu voor ieder der slagen van dat be drag te betalen als men weet dat daarvan slagcm concurred en sterk met elkaar zij het kleine bedrag van het Iqurloon per jjoor één slager 400 betaald wordt, terwijl cc in het geheoi 150 5 200 slagen zijn? Om- 1300 door 200 menschen te laten betalen is toch niet zoo'n ovei wegend bezwaar? De hoeren roepen maar slager, slager, en in elk winkeltje wordt vieesch verkocht. Die men schen denkenga maar naar den Gemeente raad, daar is men goed genoeg en dan zal het wel geschonken worden. Maar wanneer al die kleine heffingen worden afgeschaft, dan blijft alleen de inkomstenbelasting, die zoo zwaar zal diukkon dat vrij met een leege schatkist blijven zitten. En wat dan? De discussie wrordt- hierna gesloten. Het voorstel i an B. en TV. om afwijzend op het verzoek te beslissen wordt aangeno men met 0 tegen 8 stemmen. Vóór stemmen de heeren Beukers, Nolet, Lagerwey, v. Westendorp, Goslinga, IClein, rnr. Jansen, v, d. Meer en de Voorzitter. Tegen stemmen de heeren De Bruin, Smit, v d. Volden, v, d. Drift-, mr. v. Briel Sasse, Wittkampf, Evers en Koopmans. De heer Kranen had de vergadering reeds verlaten. DE BEGROOTING. Hierna woult overgegaan tot de behan deling dor begrooting voor 1911. Algomeeno Beschouwingen. De heer de Bruin herinnert er aan, dat in de vorige vergadering door hom do wenseli is uitgesproken, dat velschil lende uigaven, die ten laste komen van de gemeenten, zouden worden gebracht ten laste van het Rijk. Daarbij'had hij de wenschelijkheid betoogd, dat B. en W.zich met oen daartoe strekkend verzoek zouden wenden tot de Regeering, waar toch oen wetsontwerp tot regeling der financioelo verhouding tusschen Rijk en gemeenten in voorbereiding was. B. en W. hebben toen een concept-adres in dien zin toegezegd, maar dat is niet gekomen, liet college schijnt zich te hebben gesteld op het standpunt: veel beloven en niet doen. Maar of ze daarvan vreugde zullen beleven, betwijfelt spr. Nu bij'tsec- ticoruieizoek naar dit concepl-adies is ge vraagd, nu komen B, en W met een ant- wootd dat neerkomt op de bede: Och help ons maar weer van dat baantje af. Het voorstel lachtte hen blijkbaUr wol toe, het leek hun een nieuwe vinding en er werd zelfs gezegd dat 'tleek op het ei van Co lumbus. Maar daarbij komt men on willekeurig tot de viaag, of B. on W,. zich daarbij niet wat belachelijk hebben gemaakt, een vraag die spr. niet zal beantwoorden. Honsch die vinding is niet van spr, zooals 'hij toon reeds bij de toelichting heeft gezegd. Dat ei was niet van hem, maai van de gemeentebesturen van Amsterdam, Rotter dam en anderen. Men ziet dus, wie in deze van een ei van Columbus spieekl, die.laadt den schijn op zich, dat hij op een eiland woont. Dat deze zaak hij de Pers thuis behooit, zooals B. en W. meenen, is een standpunt dat spi. te venveipen acht. De Gemeente heeft de zoig voor do Gemeente-fmanciën, en niet de Pers. Wel kan natuurlijk door de Regeering nota genomen worden van wat de Pers over Gemeentozoig ten beste geeft, en het kan wel nuttig zijn als deze haar stem laat hooien, maar aan de Pers is die taak niet opgelegd, wél aan liet Gemeen tebestuur. Als de verschiilinde gemeenten zich tot 'dc Regeering wenden met een voorstel tot behartiging harer belangen, dan bestaat er meer kans dat de Regeering daaraan een gunstig oor leent, dan wanneer dat door slechts enkele geschiedt. En waar B. en W. wijzen op liet stadium, waarin de voorbereidende werkzaamheden voor dat wetsontwerp reeds verkoeren, daar zou er z. i. dubbele redenen zijn voor de ge meenten om haar stemmen bij de Regee ring te doen liooren, waar hot oen ge meentebelang betreft van zoo ingrijpende beteekenis, Men ziet het bij bijna alle vooretellen, waaraan uitgaven verbonden zijn: men jammert dat er geen geld beschikbaar is; maar als eike stap om uil die misère te komen le- veel is, dan komt men er nooit uit. Er is bier nog veel te doen: nieuw zie kenhuis, werkloozen verzekert rig, school- bmnv on/.. Laat Schiedam het hare bij dragen om iets goeds" te doen Spr. hoopt dat (le Rand B. en W. we der zal uitnoodigen, evenals dat het vorig jaar is gedaan, een concept-adres te ont worpen als door spr. toon word aange geven. Nog een zaak, waarop spr. de aandacht wil vestigen. Dat is de inrichting van het Grondbedrijf. Dat is een zeer moeilijk bedrijf, waaraan zeer zware eischon worden gesteld. Met die wetenschap voor zich, kan spr. het op het oogenblik niet anders dan be treuien dat de Raad zoo onkiesch is ge weest in de commissie van behoor van dat bedrijf te benoemen raadsleden, wier per soonlijke belangen met de belangen van het bedrijf in conflict komen. Spr. betreurt, dat daarin zitting heeft de lieer v. Briel Sasse, die commissaris is van een particuliere grondmaatschappij. en de heer v. d. Velden, een oigenbomver aan welke menschen nu is opgedragen de belangen van het gemeentelijk grondbedrijf te behartigen. Spr. heeft gemeend, hierop de aandacht te moeten vestigen, omdat een algemeen belang als dit niet moest worden toever- tiouwd aan een commissie, die zóó is sa mengesteld. Omtrent de vraag, die hij gedaan heeft ten opzichte van het Singelkwartier, wordt spr. verwezen naar een mededeeling van B. en W. aan den Raad, die voor kennis geving is aangenomen. Hij meende echter dat efe" iets andeis in dat stuk weid be handeld dan hjj bij zijn vraag heeft be doeld. Toen gold het, meent hij, den lang- zamen voortgang van hot rioleeringswerk aan den Singel, nu betreft het de beta ling der schade, geleden door eenigo pan den, tengevolge van het werk. Spr. heeft den door B. en W. bedoelden brief niet bjj de stukken gevonden en heeft zich dus van den inhoud niet kunnen op do hoogte stellen. Hij kan zich natuur lijk hebben vergist en wil daarom gaarne nadere toelichting ontvangen. De Voorzitter wenscht in het kort enkele zaken uit de rede van den heer do Bruin te beantwoorden. Ten eerste wat betreft de toezegging tot het ontwerpen van een concept-adres aan de Regeering. Toen die toezegging gedaan werd, was er een andeic burgemeester. In het tegenwoordig college van B en W. is dit punt een oogenblik ter sprake geweest. Spr. persoonlijk weet wel, dat de groote gemeenten zich reeds tot de Regee ring gewend hadden, maar van het groo te aantal gemeenten, waarvan de heer de Bruin spreekt, weet spr. niet. De toenmalige voorzitter wist door zijn relatiën in den Haag, dat de zaak in voorbereiding was. Men meende dat men, door te veel te vragen, niets zou verkrij gen. Het college is nu anders samenge steld, en blijkt het by een hernieuwd voor stel tot het maken van een concept-adres dat er een grooten drang daartoe in den Raad bestaat, dan is spr. wel bereid om bij gelegenheid die zaak nog eens in den Haag ter sprake te brengen. De heer Goslinga zegt, dat het on getwijfeld waar is, dat armenzorg, politie en onderwijs uitgaven vorderen die door het Rjjk konden worden ovorgenomen, maar als men ziet dat bij de Regeering reeds de behandeling van het ondervrijsrapport aanhangig is, dat de regeling der armenzorg irr voorbereiding is en die van do politie wel zal volgen, dan acht hij hot, beter do resultaten daarvan af te wachten. Waar or reeds stappen blijken te zijn gedaan, waarvan sommigen ia een andere richting dan bier is aangegeven, dan is het niet aan te nemen, dat de negeering zoo heel veel aandacht aan de adressen van gemeenten zal wijden. Onderwijs b.v. is een politieke kwestie van den eersten rangzulke kwesties worden niet zoo maar even tot een oplossing gebiachi, die komen eerst in de gehooizaal van de univer siteiten. Luien we, zegt spr., onzen tijd liever niet aan zulke zaken besteden, die zijn, goed om daarover een beetje te redeneeren, een boompje er over op te zetten er reclame me de te maken, maar ze leiden tot niets. Wat o\or Grondbedrijf is gezegd is wat to insinucercnd. De hoer De Bruin heeft zooiels al eens nreer gezegd, maar laat hij liever de raadsleden, die hij op het oog heeft,, in be schuldiging stellen. Hij kan van zijn rechten als raadslid in deze gebruik maken. Er is geen enkel motief onr aan te nomen dat die hoeren voor hun eigen belang wel zullen zorgen, zooals do heer de Bruin insinueert. Insinuooien acht spr. beneden de waardig' beid van een raadslid. De hoor De Brui n merkt op dat do Voorzitter, uit vroeg van door te voel te vra gen niets te krijgen, vervalt tot het andexo uiterste en nu niets wil vragen. Maar als men niets Mitagt, krijgt men ook niets. Ahs men een zaak goed bekeken heeft en men ia over tuigd van de juistheid van zijn inzicht, dan moet men daar ook mede voor den dag komen. Spr. wijst op de slagers als leerzaam voo'- bceld. Door het gesprokene door den heer Gos linga is sprcker's moed nog weer behoorlijk yr-rsferkt, waar deze mededeelde dat verschil lende ontwerpen reeds in voorbereiding ziin. De heer Goslinga komt daarbij wel tot het besluitad resteer dus niet, maar spr. komt tot de tegenovergestelde conclusiehet ia nu juist den tijd daai'vcor. De Minister kan zich dan immers dekken op de gemeenten. Met bevreemding heeft spr. den heer Gosiinga hooren even, dat onderwijs is een politieke kweel i' van den eersten rang. Vioeger heeft deze juist het tegendeel be weert. Dat 'is (lus een tweede bekeering van den heer Go.il inga, waarmede spr, hem niet kan feliciteeren. Hij hoeft zich het vorig jaar beslist uitgesproken, dat de on- deiwijskwestie niet door de politiek be heers, werd. Dat is dus een degrada tie. Maar rai raadslid mag er toch nog wel over spreken? Spr. moet opkomen loeren de glad ver keerde aanhaling van zj,n woorden door den lieer Goslinga. Hij hemt volstrekt niet gezegd: zij (d. z. de commissieleden van grondbedrijf) zullen v. el voor hun eigen zorgen. Wat spr. wel gezegd heeft is dit: zij hebben belangen in hun leven, die met de belangen dei gemeente in strijd komen. Spr. neemt het d.e leden niet kwalijk dat zij zrttin» gekregen hebben in die commis sie. Hij vindt het onkiesch van den Raad dut hij die beide hoeren op die plaats heeft gebracht. Daarmede brengt de Rand die hee ren in een dikwijls zeer moeilijke positie,, waar -zij gesteld zullen worden tussehen eigen- Lielaug en gemeentebelang. Dat is hot standpunt dat spr. bij zijn cri- liek innam. De h'eer v. W e s t e nd o r p zegt, dat de heer De Bruin in de zitting van 10 Januari twee vragen hoeft gestéld, welke spr. voorleest Die vragen zijn G Mei d. a. v. door gemeentewerken beantwoord en dat antwoord i3 aan den Raad medege deeld. Dio mededeeling werd door den Raad aangenomen voor kennisgeving en daarmede was de zaak afgedaan. De heer De Bruin dankt voor dezo mededeeling. De algemeene beschouwingen worden ge sloten. liecüterlijke «smokt Bij Kon. besluit van 25 dezer is aan mr. i. II. Hij mans, op zijn verzoek, met ingang van 1 November, eervol ontslag verleend uit zijn betrekking van rechter in de arrondisse mentsrechtbank te Amsterdam. Tweede Kamer, Dc vooizitter deelde gisteren mede, dat het afdeclnigsondeizoek van het ontwerp op de kustverdediging, naai- aanleiding van do legceiingsverklaiing, van Woensdag, tot na de ontvangst van de nota is uit gesteld. Do algemeene beraadslaging over het ontwerp-Bakkerswet (afschaffing van Zon- dagsarboid en nachtarbeid van bakkeis) en ovei het ontwerp tot instelling van Bakkersraden wordt nu voortgezet. Gelijk in ceisten termijn komt nu, na de rede, waarmede do heer Van Idsinga (C.-lI.j gistoren besloot, de heer Do Beau fort (V.-L.) aan het woord. Hjj verklaart, door 's ministers rede niet overtuigd le zijn. Hij wijst neuraals op de bijzondere bepalingen voor Lraülieten, en geeft zijn verwondering tc kennen dal do heeren Aal- beiso en Van der Molen zoo weinig voor do pers mlijke vrijheid, die door het ont werp aangerand wordt, schenen te gevoe len. Ook de heer Snocck Ilonkomans (C.-I1.) houdt zijne bezwaren vol. Do wet zal on recht doen, en do energie doodon. Dc vrij heid van arbeiden wordt aangetast, dio vrijheid, die do hoeksteen is van onze eco nomische ontwikkeling., Spr. blijft een re geling van arbeids- en s u-Rijden aanbe velen. Hij prijst zijn am ere'tementen aan. Do heer Tydeman (V.-L.) merkt op, dat do afstand tusschen hom on den minister thans gebleken Is nog grooter te zijn, dan hij aanvankelijk meende. Spr. geeft zijn

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 5