lijke van liet succes, .da hoogo eisdhen van het C lui sten-zijn.' Maar „het leugen achtige altoos leugenachtig te noemen, dat gaat niet in do coalitie. Er zijn edschen van do practijk. En zoo gaat men lav oo ien, maar met de Christelijke vlag; hoog in top. Dr. Kuyper sprak in zijn jongste lede van rattenkruit, waaraan men lang zamerhand gewent. Zoo kan mon ook wen nen aan politiek .geknoei, men speurt het schier niet moer, als de dosis maai- niet te groot is. Zoo went men, ook aan dit rattenkruit, maar of lipt soms ook nog geestelijke schade zon kunnen doen? Zeggen wij dit alles om den „gevallen leeuw" nog Je trappen? Allerminst. Maar het verheugt ons, en het moet dit ieder die prijs stelt op eerlijkheid en waarachtigheid in de politiek, dat het' „Knypenanieme" èn door dov decoratiezaak èn nu weer door do Van Ileeckcren-zaakeen knak heeft gekregen, waarvan het niet zal op komen, al is het thans nog, niet geheel dood. Want wat was dat Kuyperianismo? Tiet was do meest cynische toepassing van de leer, dat het doel do middelen heiligt. En die toepassing 'was te stui tender, omd.it men streed onder zooge naamde heilige lenzen met Gods naam in den mond, maar helaas niet in het hart. Do rijke mondaine Israëliet, die voor zichzelvon vooideel zag in het stennen van do anti-revolutionaire verkiezingskas, weid tot man van Rechts geproclameerd! En als men op de Deputatenvcigadering, geèlectiiseerd door de toespraak van den veldheer, ter stembusstrijd toog, wist men zoo'goed, dat de aanmaning om de wa pens blank to houden, niets anders was dan holle rethoriek, dat men juist in do anti-revolutionaire partij in woord en ge schrift, in meeting, strooibiljet en peis zoo veel bedenkelijks ontmoette, als in geen andere partij, al gaat in dien strijd geen enkele paitij geheel vlekkeloos uit, werd waargenomen. Geen partij toch hooft op haar debetzijde zulk optreden van een pro pagandist, dat het tot een signaleerend Werkwoord is geworden, te weten „sy- brandiseeier". En als do Lohmannianen zich als afzondeilijke fractie hebben ge constitueerd, was dat zeker toch niet in de eeisto plaats om een begins cl ver schil, maar omdat de lieer Lohman in zijn strijd met Dr. Kuyper in do 9Ger jaren Jot de conclusie moest komen, dat hij ge heel andere begrippen van fatsoen had dan de van God gegeven leider. Welnu, die perfide wijze van strijden, die men als Kuyperianismo" kent, heeft in do laatste dagen, en dat is reden tot ver heugenis, wederom gevoelig schade ge leden. En wij willen hopen, dat het ge beurde zal meewerken tot veihoogingvan het peil van de strijdwijze, speciaal van de kleine anti-revolutionaire peis; wc heb ben voor haar als verzachtende omstan digheid altijd laten golden, dat ze zich naar „De Standaard" had gevormd; ze ziet thans hoe slecht dit genoemd blad is bekomen. De lieole begrooting van Duitenlaiulsclie Zaken is na uitnemende verdediging zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De Ka mer heeft nu eenmaal aan beide zijden zeer .groot vei trouwen in dezen bewinds man, en dat geeft een heeilijk gevoel van veiligheid. Waar een klein land voor do handhaving van zijn neutraliteit naast een weerbaar leger in de eerste plaats een be leidvolle leiding van de diplomatie, van haar onderhandelingen met het Buitenland behoeft, is het prettig dat de heer de Ma rees van Swinderen zoo the right man on the ngh't place is. Hij herinneit ons aan den bekwamen minister uit hot kaïn- net-Pierson van 1897, hot tegenwoordige zich' in zijn hoofd en hij barstte in tranen uit. Langzaam, droevig sloegen zij den weg naar de stad weer in, Een afgrond scheid de voortaan beide mannen een diepe Move, veroorzaakt door een mésalliance en welke zelfs de dood niet zou vermogen te dempen. En de jaren volstreken droevig en monotoon voor de ouders, snel voor dit Jonge gezin, terwijl een schaduw hun geluk verduisterde. De zoon sprak slechts zelden over zijn vader, do vader sprak niet moer over den zoon. Eenigo jaren daarna stieif do Markiezin zonder haar Ilenri omhelsd te hebben, zon der voor hem vergeving te hebben kun nen verkrijgen. 1 Het gebeurt dikwijls, dat twee mannen, die hun heele leven in de grootste vriendschap hebben geleefd, elkander om de een of andere reden gaan haten. Na ecnigon tijd doet zich dan een ernstige gebeurtenis voor, die hen beiden in het hart treft. Zij vergeten dan hun rancunes, hun haat en sluiten dan opnieuw een on- verbrcekbare vriendschap. Zoo geschiedde echter niet tusschen hen. De Markies had te veel geloden om te vergeven: gewond in zijn trots als edelman, geknakt in zijn vaderliefde, had hij hem vervloekt, die hem eens zooveel zoete vieugJe had geschonken, die hem ook zoo veel tranen had doen storten. Alles was ten einde, nimmer zou hij hem weer erken- nen. Hij had bij het koude lijk zijner le vensgezellin zijn zoon niet willen terug zien, hij had hem niet willen ontvangen en toen mon het lijk had weggedragen, had hij slechts enkele tranen gestort, imuir hij had de moeder en do zoon zien heen gaan, zonder hen te willen vergezellen. En nu zij van hier was gescheiden, wist Kamerlid den heer do Beaufort, die inden moeilijken tijd van don Transvaalschen ooilog, ondanks de onbezonnen oorlogs kreten van do chauvinisten en de weinig edele kritiek van -Dr. 'Kuyper het Neder- landsche huikje in behouden haven bracht en behield. Als wij nagaan hoe 'in de moeilijke jaien van 1904 en 1905 in den tijd van de groote Europecscho conflicten liet De partement en zijn leiding was toevertrouwd in naam aan den goeden maar geheel onbekwamen heer Melvil van Lijnden, in derdaad van de lichtvaardige dikdoenerij van Di Kuyper, dan kunnen wij toch zeker niet dankbaar genoeg wezen, dat wij den dans zoo goed zijn ontspiongen. Hoe el lendig do toestand toen was, is gebleken uit de veiklaring van den Minister van Bui- tenlandsehe Zaken, zeker ook al uiteist bezwarend voor Dr. Kuyper, dat in 1905 het departement waarvan hij thans de chef is, ontwricht was. Was er ook reden voor de vrijzinnigen en zoovele anderen (want ook vele christelijk-historischen en katholieken hebben er aan meegeholpen) om in 1905 aan het Knyperhestuur een een einde te maken? De heer Talma heeft het bij deze be grooting niet hijzonder moeilijk gehad, waai do hoofdschotel van zijn departement, de sociale verzekering, reeds een ondcrwoip van bespreking heeft uitgemaakt bij liet algemeen Regceringsboleid, al heeft het aan aansporingen om op dit gebied toch vooral voort te maken, ook dezen keer niet ontbroken. Vermakelijk was ook dit jaar zijn duel met den heer Duijs, die, hoewel hij ditmaal kennelijk moeite deed om m den gepasten toon te blijven, daarin even min slaagde als anders. Maar dc heer Tal- ma is in een ongunstige conditie tegen over den afgevaardigde voor Zaandam, om dat hij tegenover do jaarlijks wederkeerendo philippiea van den heer Duijs zijn zelfbe- heersching verliest, in plaats van hem va derlijk ironisch to grazen te nemen, zich in ernst boos maakt. Hij ziet blijkbaar in den heer Duijs nog altijd den inferieur, den adjunctcommies aan de Rijksverzeke ringsbank, inplaats van den volksvertegen woordiger, en behandelt hem, zooals minis ters van oorlog officieren-Kamerleden, die in de oppositie zijn, plegen te bejegenen. Zoo riep hij hem op een oogenblik, dat de afgevaardigde voor Zaandam hom voor de deide maal intemimpoerdo rood van toorn toe: Houd je mond! en dat terwijl de heer Talma veel meer den heer Duijs in de rede valt dan deze hem. Dit alles is niet zeer groot ran dezen minister, en daarenboven zeer onhandig, want Zaan- dams afgevaardigde, die geen katje is om zonder handschoenen aan te vatten, kon hem zulke dingen wel eens leelijk laten opbreken. De begrooting van den heer Talina, die over avond- en middagzittingen verdeeld is geweest, heeft over hot 'algemeen een kalm verloop gehad, uitgezonderd den strijd, die er is gevoerd over do visschenjraden, in casu den Zuiderzeevisschenjraad, waar voor als een begin f2500 op de bcgrooting was gebracht. Deze „bedrijfsorganisatie'! van de yisschonj vond heelemaal geen instemming bij den heer Tydcman, die vond dat de leiding niet moet uitgaan van de visschers, maar van de Regeering, zij het in den vorm van wetsbepalingen, zij het in den vorm van algemoonc maatregelen van bestuur, waarbij de wetenschappelijke adviseurs moeten vooigaan. De afgevaar digde voor Tiel vond verder dat de zaak zoo werd opgezet, dat daardoor aan de vrijheid der visschers tekort werd gedaan. hij, dat zij niet meer met hem zou wee- nen, hij voelde zijn smart heviger en zijn eenzaamheid deed hem heven. Dien morgen trok de Markies do groote zwaite jas aan, dien hij1 sinds lang niet meer gedragen had en na gedejeuneerd to hebben, ging hij op het terras zitten. In zijn geest zag hij weer het gehoela' verle den zoo vol vioohjkheid en bittere droef heid; hij keek naar het heerlijke landschap, dat zicli voor hem uitstrekte, maar hij was te alleen om er van te genieten. Hij leed zooals hij nog nooit geleden had. De tra nen kwamen hem in de oogen en dat deed hem eenigszins goed. Hij beschouwde de zee, die zich ginds majestueus kalm en onbeweeglijk achter het gordijn van denne- boomen uitstrekte, samenvloeiend rnet den blauwen hemel. In zijn ziel kwam nu ook wat van de lente, die overal de natuur vervulde van haar zoete, verrukkelijke poë zie. De eerste knoppen verschenen als groene insecten op de takken en een heer lijke geur slingerde zich rondom de villa. Van de naburige kerk luidden de* klok ken. De Markies stond op en ging uit. De vogels zongen aan den kant van den weg, waar de haagdoornen heerlijk riek ten. Aan den hemel geen wolkje, geen vlekje. Een zwak briesje bewoog het dun ne gebladerte, waar doorheen de zon haar stralen zond, 'die op den grond geleken op de fijne gouden lóovertjes. De grijsaard schreed voort. Op de krom ming van den weg gokomen, wendde hij zich plotseling om en trad het kerkhof binnen. Snol1 liep hij do cypressen-lanen on de rijen graftomben door naar de plaats, waar zjjn lieve vrouw1 voor immer slui merde. Het was omstreeks 9 uur en het kerk- AVant wanneer de zaak zoo zal loopen als do Minister wenscht, zal geen visscher aan het lid-zijn van een visscherijvereeniging ontkomen, daar van dien Yisscherijraad, waarvan de Inspecteur der Zuiderzeevis- scherij Dr.' Redeke voorzitter zal wezen, de leden gerecruteerd zullen worden uit die vissch'erijvereenigingon. Zoodat zij, die van die vereeniging geen lid zijn, vrijwel buiten do gemeenschap zijn gezet En het groote bezwaar is volgens den afgcvaaidig- de voor Tiel, dat de adviezen van deze visscherijiaden adviezen van belanghebben den zullen zijn, die altijd veel te peremptoir zijn, en de Regeering op een dwaalspoor zullen brengen. Indien de Minister, zij het dan ook met do geringe meerderheid van 37 tegen 32 stemmen het pleit gewonnen heeft in de Tweede Kamer, die nu eenmaal alles be halve rede n ach tig is, dan dankt liij zulks zeker aan zijne uitstekende verdedi ging van dien visseheriirand. Volkomen toe gevende dat de visschers moeten gehoord worden door dc Regeering, wees hij erop dat de/e niet i ndividueel kunnen wor den gehooid. Zou de Minister niet zelf een advisee rend lichaam instellen uit de vis schers samengesteld, dan zou hij niet anders kunnen doen dan de bestaande verecnigin- ge om advies vragen, terwijl duizenden visschers van gcene enkele vereeniging lid zijn. Ilii toonde verder aan hoe de Regee- ling uit de maatschappij zelf haar licht moet ont\angen, maar het ligt niet in hare bedoeling blindelings de advie/en van die meerderheid te volgen. Evenmin als de Mi- ïiistei ooit zijne verantwoordelijkheid gedekt geacht heeft door de meouleiheid dezer Ka mer, zou hij zich ooit gedekt achten door de mcenlerheid van een college, welks leden niets hebben te heslissen, maar enkel te advi=eereii. Hij herinnerde eiaan dat men vóór 25 iaar niet zoo sprak over de voor lichting der landbouwers als thans de heer Tydcman het deed over die der visschers. Men meende toen ook dat een boer zou zeg gen mijn vader en giootvader hebben dit alles zóó gedaan, zal ik anders te werk gaan? En hoe anders was dat alles uitge komen. Zoo zal ook thans de arbeid, om de visschers tot de hoogste kennis in hun vak op te voeren, met kracht worden aangevat. Moge de Minister in zijne verwachtingen niet teleurgesteld worden. Zijne begrooting werd zonder hoofde lijke stemming aangenomen. De vele wenschen omtrent bruggen en ka nalen en andere districts-, o neen, wa terstaats belangen, waaraan de weinige leden die in de avondzitting van Woens dag en Vrijdag aanwezig waren, hunne krachten hebben besteed, geven ons geene aanleiding tot bijzonder opmerkingen. Dc algemeene beschouwingen over Justitie zijn gisteien aangevangendat ze heden zijn voortgezet (de Kamer moet allen tijd beste den, wil ze vóór Kerstmis gereed komen) maakt dat uw overzichtschrijver het geheel van wat er behandeld is, dezen keer niet de revue kan laten passeeren. Toch is er óéne zaak in de rede van Prof. Van Hamel bij die beschouwingen gehouden, die wij reeds nu even onder de aandacht willen brengen. Terwijl hij hulde bracht aan den nieuw opgetreden Minister dat deze even min ids zijn vooiganger van de wederinvoe ring van de doodstraf wilde weten, ried hij dien loden die in het Voorloopig Verslag alweder op die wederinvoering hadden aan gedrongen!, dat spelletje nu eens eindelijk te staken. Want onze maatschappij, al kan nie mand haar het recht betwisten, de dood straf toe te passen, heeft deze niet noodig. Het strafstelsel moet gelijken tred houden mot onze beschaving, en het zou een bewijs zijn dat wij in beschaving waren achteruitge- hof scheen verlaten. Plotseling bleef hij staan: op het graf zijner echtgenoote was eon jonge vrouw, die hij niet kende, bid dende neergeknield, terwijl een achtjarige blondine langzaam viooltjes ontbladerde. Hij had geen tijd om te denken. Aan het einde van de laan zag hij zijn zoon komen met twee groote boeketten chry santhemums in de' handen, die hij wee- nende op het mos neerlegde. Hij voelde zijn hart onstuimig kloppen en hij sloop langzaam achter de hoornen, om te luis teren. 1 Toen hoorde hij zijn Henri snikkend mom pelen: „Arme moeder, ik heb haar zoo lief gehad I" „Misschien zou zij nog leven, als uw vader niet zoo wreed was geweest," ant woordde Jeanne; „en we zouden dan ge lukkig zijn. De grijsaard was ontroerd tot in het diepst van zijn ziel; bezwijkend haast door dit verwijt, hoorde hij een stem aan zijn oor fluisteren: Vergeef, omdat ik ver geven heb. En bij het zien van deze schoo-. ne vrouw, van dit kind, waarvan hij1 de grootvader was, van dezen, zoon, die hem nog steeds liefhad, en in éénzelfde gebed den naam van de doode met dien van .den levende vereenigde, voelde hij zich op 't punt ineen te zakken. Met tranen in de oogen snelde hij op hen toe en zeide: „Komt, kinderen, ver geef mij, ik heb zooveel geleden." En nu met hun vieren strooiden zij bloemen öp deze dierbare plek dor verzoe ning. Na tien jaren van scheiding was voor hen het geluk herboren met de lente en de bloomen. Het was de verjaardag van den dood der Markiezin, die hen te zamen had gebracht, .t. gunn, als do doodstraf en do lijfstraffen weer door de meerdciheid des volks als eene be hoefte werden gevoeld. Dc waan van den dag kan een volk er too leiden om onder den indruk van eene afschuwelijke misdaad op wederinvoering van de doodstraf, aan te drin gen, zooals in Frankrijk, evenals te Parijs dc heihaalde aanslagen der apachen de kreet om lijfstraffen deden opgaan, maar spieker wees er in dit veibanil op, dat de lijfstraffen in Denemarken door Minister Albcrti inge voerd (onze lezers zullen zich herinneren Jat deze man later een falsaris bleek te zijn) juist dezer dagen, na zeer korten tijd in /wang te zijn geweest, weer zijn afgeschaft. De anti-ievolutionaire Kamerleden, van wie blijkbaar deze aandrang tot wederinvoe ring van de doodstraf uitgaat, kunnen het zich voor gezegd houden. FRANSCHE BRIEFEN. PARIJS, 4 Dec. 1910. De Hollander, die geruimen tijd te Pa rijs woont, heeft het voorrecht van tijd tot tijd voor vraagbaak te dienen van landge- nootcn, die ecnige dagen van de genoegens komen prolitecien, welke de Fransclie hoofd stad sinds eeuwen aan de overige natiën pleegt te bieden. Hoewel niet onaangenaam en altijd min ot meer eervol,, brengt een dergelijke taak echter meestal eenige moei lijkheden mee. Een hotel aanwijzen gaat nog. Op dc hoogte van den prijs dien de bezoeker besteden wil en bekend met ziin maatschap pelijke positie en zijn gewoonten of eigen aardigheden, vindt men vrij gemakkelijk iets van zijn. gading. Wat de restaurant ot ectgolegenheden aangaat, woidt de opdracht al lastiger. Meestal toch heeft hij, die te Parijs „ein- gebueigeit" is, een ganecho andere opvatting van hetgeen hem wordt voorgezet dan hij. die voor de eerste maai het maal nuttigt en geroepen is slechts een dag of veertien bui tenshuis te eten. Zoo vindt laatstbedoelde de zoogenaamde „restaurants it prix fixe", waai men voor een prijs, die van nnderhal- ven lot vijf francs varieert, een heel menu, wijn of bier inbegrepen, te verorberen krijgt dooigaans vrijwel naar zijn smaak. Tevens is hij dan ontslagen van den last hot menu sa men te stellen, hetgeen voor iemand, die minder goed bekend is met de taal en de Parijsche toestanden, voorzeker gemak ople vert. De Parijzenaar daarentegen, die weet hoe het toegaat in die soort van eethuizen, waar alles op den uiterlijk schijn berekend is en de chemie vaak een gewichtiger rol speelt dan de kookkunst, en die voor het» minst een half dozijn personen in zijn naaste omgeving heeft, die een ongeneeslijke maag ziekte opgedaan hebben, daar zij gedurende een paai' jaar klanten geweest zijn van derge lijke inrichtingen do Parijzenaar geeft de voorkeur aan de restaurants h la carle", waar men, als men met een goeden eetlust gezegend is, meer geld uit kan geven, doch waar, hij gebreke van spiegels en scliilder- wet k aan de wanden, do kost degelijker of minder schadelijk is. Daaronder belmoren on tegenzeglijk de Duval's. Niet ieder evenwel wordt aangetrokken door de inrichting dier Bouillon's, nog daargelaten, dat liet er be trekkelijk duur is, dat de menu's er altijd hetzelfde zijn en dat men er wegens het druk bezoek op de gewone etensuren, weinig con tort heeft. Hii, die niet alle dagen 6 francs of meer voor één maaltijd kan of wil beste den, is in dat geval genoodzaakt zijn toe vlucht te nemen tot restaurant's waar de mindere man, d. w. koetsiers en werklui komen, waar het tocht en men naast u zit. te rooken, of waar andere ongerieflijkheden het lot van den bezoeker zijn. Gelijk ik zeide, is het derhalve lang geen gemakkelijk werk hot een vreemdeling, die in Parijs niet duur en tevens prettig eten wil, naar den zin te maken, indien men hem ten minste wil bloot stellen aan aller lei naweéen. Nog lastiger echter is het genoegdoening te verschaffen, wanneer men oDdraeht krijgt raad te geven aan den naar amusementen hunkerenden toerist. Dan moet men al zeer goed ingewijd zijn in den kunstsmaak, den vcrstandclijkcn aanleg en de liefhebberijen ran den persoon, wicn mon tot monter moet strekken, om niet de teleurstelling op te loopen dat men u den anderen da? vertelt dat men in het vaderland aan veel betere schouwspols gewend is. Niet ieder kan mon namelijk naar een musiehall starren, ofschoon eikend moot worden <lat de Ilollandsclie da mes en hecren wanneer ze zich op een ple- z„iotreisje in liet moderne Eabel bevinden, zich in het algemeen niet te zeer laten, af schrikken door den roep, waarin bedoelde etablissementen in het buitenland staan. Ik voor mii heb er menigmaal hoogst eerwaar dige landgenooten van beide seksen aange troffen die, waarschijnlijk onder het devies „cast is omnia easfa", zich blootstelden aan de gepeperde kunst die op het tooneel te liooren of te zien gegeven werd. Ik vind overigens dat dezen volkomen gelijk hadden zich in een stad als Parijs niet te laten weerhouden, door al te streng welvoeglijk heidsgevoel, dat men beter doet thuis te la ten, wanneer men in den vreemde reist. Bo vendien gaat er, wat het gesproken of ge zongen woord betreft, voor den vreemdeling veel van het onzedelijke verloten, hetgeen altijd als een gelukje bij een ongeluk is te beschouwen. Wat dc vrouwelijke bezoekers betreft, die geregeld in de musichalls komen en er, als hel ware, een vast attribuut van vormen, doen zij in den regel niemand kwsuid, die niet mot haar in aanraking wil komen. Do monumentale hoeden, de schitterend© en te opzichtige toiletten en de rijkelijk met rouge et noir bedekte gezichten, kunnen door den toerist, die bloot uit nieuwsgierigheid een avond in een der bedoelde etabliessementen. wil doorbrengen, dus eenvoudig beschouwd worden als deel uitmakende^ van het decor. I Heel veel onzedelijks is cr in de waarne- I ming der rondwandelende moderne nynrfen, niet gelegen. Stellig hebben bovendien in dit I opzicht, sommige dier inrichtingen erger f naam, dan zij werkelijk verdienen. Zoo de 1 Moulin Rouge, die dagteekent van de Ten- toonstelling van 18S9. In den beginne hoofd- zakelijk dansplants, is die Molen langzamer- I hand meer geworden tot een Varieteitentliea- f ter, waar men vrijwel hetzelfde ziet, zoowel I m do zaal als op do planken, als in de Po- f !ies-Beigêie, het Cagmo de Paris, Olympia 1 on Parisians. En mot die vier amusements- I plaatsen zijn alle grooto musichalles te Pa- f rijs genoemd. t Deze dus buiten rekening latende, heeft I men hij het aanraden van een schouwburg I steeds te letten op de meer of mindere be- f kendheid van den builenlandschon bezoeker f met de Fransche taal. Overal woidt zeer rad gesproken en liet is voor hem, die niet f dagelijks Fransch spreekt, of leest, hoogst las tig een blijspel of modern stuk te volgen. Zij, die in dat geval verkcoren, doen no» hot best in het Théatro Francais een kla£ siek stuk of een werk van het oude reper- f toire te gaan zien. Voorts heelt men er aan 1 te denken dat do smaak van den vreemde- I hng lang niet dezelfde is als die van den Pa- rij/enaar. Een st.uk, dat hier gioote vogue f heeft, kan een vreemdeling soms zeer tegen- vallen. Een voorbeeld hiervan, dat men no®» f onlangs heeft kunnen constatecien, wordt 5 geloveid door „la Vierge Folie", van Henry Bataille, hetwelk in het Gymmise alhier bel f slist een triomf was en avond aan avond \olle zalen trok, terwijl het in, Beilijn totaal gevallen is, en zoo ik me niet vergis, ook in Holland lang niet gunstig beoordeeld werd. De Fiansche klucht, het zoogenaam de Parijsclie vaudeville, valt doorgaans (en m. i. zeer terecht) ook weinig in den smaak f van het betoie Hollandsche publiek, dat f meer gewend is aan hot genre der Duitsehe f „posse", welke dan ook meer dan de Fran- 1 sche, met de Hollandsche zeden on den land- nard en bijgevolg met don Hollandschen humor overeenkomt. liet drama van den ouden stempel, dat nog steeds in het Embigu-theater zijn tem- f pel heeft, is voor den pleizierreiziger geen eig doelmatige uitspanning. De Cbatclels- schouwbuig is een feerietheater, berekend j! op de behoeften van kindoren. Heel veel blijft er dan, met het oog op de verschil- t lende genres, niet over. Dc slotsom is dat den landgenoot nog liet minst teleunstellmg wacht (en zulks ook in verband met den hoogen toegangen ijs, die voor een redelijken fauteuil altijd, zonder brj-onkosten, op 10 francs to staan komt) wanneer hij naar de Comedié Francaise of wel naar het Odéon gaat. Daar heeft hij in allen geval het voor recht, ook' al bevalt het stuk hem niet ton volle, de beste uiting waar te nemen der ware tooneelspeelkunst. Meer succes beleeft men gewoonlijk met het aanprijzen van een opeia. Nooit is het rm- evenwel voorgekomen dat een landgenoot zich beslist venukt betoonde over hetgeen hij in dc zoogenaamde „Groote" Opeia ge zien had. Althans niet over het vokalo ge deelte. Meestal luidde het. oordeel vrij gema tigd. Waarschijnlijk is dit daaraan te wij ten, dat bij liet ontzaglijk groote tooneel, de stemmen niet tot haar recht komen voor dat gedeelte van het publick dat geen zeer goede plaatsen heeft. Over het gebouw, de zaal en vooral de trap, toonde men zich echter altijd uiterst voldaan. Voor een zuiver plastiek of architectonisch genot behoeft men echter juist niet naai' de opera to gaan en, vooral, behoeft men geen 15 of 25 francs uit te geven. Het Louvrc biedt dat kosteloos. Hot meest heb ik nog voldoening geno ten door de Opéra Comiquc aan te raden. Het kader is er niet zoo gioot en er gaat dus niet zooveel voor den muziekliefhebber vciloicn als in de Groote Opera. En de decois en de mise-en-scene zijn cr buiten kijf voel mooier on artistieker. In de laatste jiuon kan mon bovendien zijn toevlucht ne men tot hot Thdntte de la Gaité, in het welk vroeger operettes gegeven werden, doch leden ten dage een opera gevestitgd is, waar vaak gioote «Risten optreden en zoowel hot oude repertoire (voor zoover het niet oogen- blikkolijk aan de Groote Opera behoort) als noviteiten opgevoerd worden. Met dat al blijft bet lastig vrienden of kennissen tevre den te stellen. Do vreemdeling is altijd ge neigd tot kritiek, omdat hij als goed vader lander onwillekeurig partijdig is, als hij denkt aan hetgeen hij in zijn eigen land ge woon is te zien en 1e eten, mag mon er bijvoegen. En daarom is de functie van levenden ge- legenhoids-Baedokcr te Parijs niet altijd even dankbaar. JUVENIS. Gemengd Nieuws» De ex-sjah van Perzi'è als gast van den tsaar. Aan de Londenschc „Standard'! wordt, uit 'Odessa gemeld, dat de ganache kost- bare huishouding van den afgozotton sjah van Perzië door don tsaar van Rusland, betaald wordt, die Mohammed Ali Mirza als gast beschouwt. t Do sjah' bowoont ecu paleisachtig gebouw van '40 kamers aan do Gogolstraat, waar van 'de jaariijksclio huur van 12.000 roebel drie jaren vooruit is betaald. Ook paar den, equipages, twee automobielen, cneen prachtige slede, staan den ex-sjah' tor Wh

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 10