lijke van liet succes, .da hoogo eisdhen
van het C lui sten-zijn.' Maar „het leugen
achtige altoos leugenachtig te noemen, dat
gaat niet in do coalitie. Er zijn edschen
van do practijk. En zoo gaat men lav oo
ien, maar met de Christelijke vlag; hoog
in top. Dr. Kuyper sprak in zijn jongste
lede van rattenkruit, waaraan men lang
zamerhand gewent. Zoo kan mon ook wen
nen aan politiek .geknoei, men speurt het
schier niet moer, als de dosis maai- niet
te groot is. Zoo went men, ook aan dit
rattenkruit, maar of lipt soms ook nog
geestelijke schade zon kunnen doen?
Zeggen wij dit alles om den „gevallen
leeuw" nog Je trappen? Allerminst. Maar
het verheugt ons, en het moet dit ieder die
prijs stelt op eerlijkheid en waarachtigheid
in de politiek, dat het' „Knypenanieme"
èn door dov decoratiezaak èn nu weer
door do Van Ileeckcren-zaakeen knak
heeft gekregen, waarvan het niet zal op
komen, al is het thans nog, niet geheel
dood. Want wat was dat Kuyperianismo?
Tiet was do meest cynische toepassing
van de leer, dat het doel do middelen
heiligt. En die toepassing 'was te stui
tender, omd.it men streed onder zooge
naamde heilige lenzen met Gods naam
in den mond, maar helaas niet in het
hart. Do rijke mondaine Israëliet, die voor
zichzelvon vooideel zag in het stennen
van do anti-revolutionaire verkiezingskas,
weid tot man van Rechts geproclameerd!
En als men op de Deputatenvcigadering,
geèlectiiseerd door de toespraak van den
veldheer, ter stembusstrijd toog, wist men
zoo'goed, dat de aanmaning om de wa
pens blank to houden, niets anders was
dan holle rethoriek, dat men juist in do
anti-revolutionaire partij in woord en ge
schrift, in meeting, strooibiljet en peis zoo
veel bedenkelijks ontmoette, als in geen
andere partij, al gaat in dien strijd geen
enkele paitij geheel vlekkeloos uit, werd
waargenomen. Geen partij toch hooft op
haar debetzijde zulk optreden van een pro
pagandist, dat het tot een signaleerend
Werkwoord is geworden, te weten „sy-
brandiseeier". En als do Lohmannianen
zich als afzondeilijke fractie hebben ge
constitueerd, was dat zeker toch niet in
de eeisto plaats om een begins cl ver
schil, maar omdat de lieer Lohman in zijn
strijd met Dr. Kuyper in do 9Ger jaren
Jot de conclusie moest komen, dat hij ge
heel andere begrippen van fatsoen had
dan de van God gegeven leider. Welnu,
die perfide wijze van strijden, die men
als Kuyperianismo" kent, heeft in do
laatste dagen, en dat is reden tot ver
heugenis, wederom gevoelig schade ge
leden. En wij willen hopen, dat het ge
beurde zal meewerken tot veihoogingvan
het peil van de strijdwijze, speciaal van
de kleine anti-revolutionaire peis; wc heb
ben voor haar als verzachtende omstan
digheid altijd laten golden, dat ze zich
naar „De Standaard" had gevormd; ze
ziet thans hoe slecht dit genoemd blad
is bekomen.
De lieole begrooting van Duitenlaiulsclie
Zaken is na uitnemende verdediging zonder
hoofdelijke stemming aangenomen. De Ka
mer heeft nu eenmaal aan beide zijden
zeer .groot vei trouwen in dezen bewinds
man, en dat geeft een heeilijk gevoel van
veiligheid. Waar een klein land voor do
handhaving van zijn neutraliteit naast een
weerbaar leger in de eerste plaats een be
leidvolle leiding van de diplomatie, van
haar onderhandelingen met het Buitenland
behoeft, is het prettig dat de heer de
Ma rees van Swinderen zoo the right man
on the ngh't place is. Hij herinneit ons
aan den bekwamen minister uit hot kaïn-
net-Pierson van 1897, hot tegenwoordige
zich' in zijn hoofd en hij barstte in tranen
uit. Langzaam, droevig sloegen zij den weg
naar de stad weer in, Een afgrond scheid
de voortaan beide mannen een diepe
Move, veroorzaakt door een mésalliance en
welke zelfs de dood niet zou vermogen te
dempen. En de jaren volstreken droevig
en monotoon voor de ouders, snel voor
dit Jonge gezin, terwijl een schaduw hun
geluk verduisterde.
De zoon sprak slechts zelden over zijn
vader, do vader sprak niet moer over den
zoon.
Eenigo jaren daarna stieif do Markiezin
zonder haar Ilenri omhelsd te hebben, zon
der voor hem vergeving te hebben kun
nen verkrijgen. 1
Het gebeurt dikwijls, dat twee mannen,
die hun heele leven in de grootste
vriendschap hebben geleefd, elkander om
de een of andere reden gaan haten. Na
ecnigon tijd doet zich dan een ernstige
gebeurtenis voor, die hen beiden in het
hart treft. Zij vergeten dan hun rancunes,
hun haat en sluiten dan opnieuw een on-
verbrcekbare vriendschap.
Zoo geschiedde echter niet tusschen hen.
De Markies had te veel geloden om te
vergeven: gewond in zijn trots als edelman,
geknakt in zijn vaderliefde, had hij hem
vervloekt, die hem eens zooveel zoete
vieugJe had geschonken, die hem ook zoo
veel tranen had doen storten. Alles was
ten einde, nimmer zou hij hem weer erken-
nen. Hij had bij het koude lijk zijner le
vensgezellin zijn zoon niet willen terug
zien, hij had hem niet willen ontvangen
en toen mon het lijk had weggedragen,
had hij slechts enkele tranen gestort, imuir
hij had de moeder en do zoon zien heen
gaan, zonder hen te willen vergezellen.
En nu zij van hier was gescheiden, wist
Kamerlid den heer do Beaufort, die inden
moeilijken tijd van don Transvaalschen
ooilog, ondanks de onbezonnen oorlogs
kreten van do chauvinisten en de weinig
edele kritiek van -Dr. 'Kuyper het Neder-
landsche huikje in behouden haven bracht
en behield.
Als wij nagaan hoe 'in de moeilijke
jaien van 1904 en 1905 in den tijd van
de groote Europecscho conflicten liet De
partement en zijn leiding was toevertrouwd
in naam aan den goeden maar geheel
onbekwamen heer Melvil van Lijnden, in
derdaad van de lichtvaardige dikdoenerij
van Di Kuyper, dan kunnen wij toch zeker
niet dankbaar genoeg wezen, dat wij den
dans zoo goed zijn ontspiongen. Hoe el
lendig do toestand toen was, is gebleken
uit de veiklaring van den Minister van Bui-
tenlandsehe Zaken, zeker ook al uiteist
bezwarend voor Dr. Kuyper, dat in 1905
het departement waarvan hij thans de chef
is, ontwricht was. Was er ook reden
voor de vrijzinnigen en zoovele anderen
(want ook vele christelijk-historischen en
katholieken hebben er aan meegeholpen)
om in 1905 aan het Knyperhestuur een
een einde te maken?
De heer Talma heeft het bij deze be
grooting niet hijzonder moeilijk gehad, waai
do hoofdschotel van zijn departement, de
sociale verzekering, reeds een ondcrwoip
van bespreking heeft uitgemaakt bij liet
algemeen Regceringsboleid, al heeft het
aan aansporingen om op dit gebied toch
vooral voort te maken, ook dezen keer
niet ontbroken. Vermakelijk was ook dit jaar
zijn duel met den heer Duijs, die, hoewel
hij ditmaal kennelijk moeite deed om m
den gepasten toon te blijven, daarin even
min slaagde als anders. Maar dc heer Tal-
ma is in een ongunstige conditie tegen
over den afgevaardigde voor Zaandam, om
dat hij tegenover do jaarlijks wederkeerendo
philippiea van den heer Duijs zijn zelfbe-
heersching verliest, in plaats van hem va
derlijk ironisch to grazen te nemen, zich
in ernst boos maakt. Hij ziet blijkbaar in
den heer Duijs nog altijd den inferieur,
den adjunctcommies aan de Rijksverzeke
ringsbank, inplaats van den volksvertegen
woordiger, en behandelt hem, zooals minis
ters van oorlog officieren-Kamerleden, die
in de oppositie zijn, plegen te bejegenen.
Zoo riep hij hem op een oogenblik, dat
de afgevaardigde voor Zaandam hom voor
de deide maal intemimpoerdo rood van
toorn toe: Houd je mond! en dat terwijl
de heer Talma veel meer den heer Duijs
in de rede valt dan deze hem. Dit alles
is niet zeer groot ran dezen minister, en
daarenboven zeer onhandig, want Zaan-
dams afgevaardigde, die geen katje is om
zonder handschoenen aan te vatten, kon
hem zulke dingen wel eens leelijk laten
opbreken.
De begrooting van den heer Talina, die
over avond- en middagzittingen verdeeld
is geweest, heeft over hot 'algemeen een
kalm verloop gehad, uitgezonderd den strijd,
die er is gevoerd over do visschenjraden,
in casu den Zuiderzeevisschenjraad, waar
voor als een begin f2500 op de bcgrooting
was gebracht. Deze „bedrijfsorganisatie'!
van de yisschonj vond heelemaal geen
instemming bij den heer Tydcman, die vond
dat de leiding niet moet uitgaan van de
visschers, maar van de Regeering, zij het
in den vorm van wetsbepalingen, zij het
in den vorm van algemoonc maatregelen
van bestuur, waarbij de wetenschappelijke
adviseurs moeten vooigaan. De afgevaar
digde voor Tiel vond verder dat de zaak
zoo werd opgezet, dat daardoor aan de
vrijheid der visschers tekort werd gedaan.
hij, dat zij niet meer met hem zou wee-
nen, hij voelde zijn smart heviger en zijn
eenzaamheid deed hem heven.
Dien morgen trok de Markies do groote
zwaite jas aan, dien hij1 sinds lang niet
meer gedragen had en na gedejeuneerd to
hebben, ging hij op het terras zitten. In
zijn geest zag hij weer het gehoela' verle
den zoo vol vioohjkheid en bittere droef
heid; hij keek naar het heerlijke landschap,
dat zicli voor hem uitstrekte, maar hij was
te alleen om er van te genieten. Hij leed
zooals hij nog nooit geleden had. De tra
nen kwamen hem in de oogen en dat deed
hem eenigszins goed. Hij beschouwde de
zee, die zich ginds majestueus kalm en
onbeweeglijk achter het gordijn van denne-
boomen uitstrekte, samenvloeiend rnet den
blauwen hemel. In zijn ziel kwam nu ook
wat van de lente, die overal de natuur
vervulde van haar zoete, verrukkelijke poë
zie. De eerste knoppen verschenen als
groene insecten op de takken en een heer
lijke geur slingerde zich rondom de villa.
Van de naburige kerk luidden de* klok
ken. De Markies stond op en ging uit.
De vogels zongen aan den kant van den
weg, waar de haagdoornen heerlijk riek
ten. Aan den hemel geen wolkje, geen
vlekje. Een zwak briesje bewoog het dun
ne gebladerte, waar doorheen de zon haar
stralen zond, 'die op den grond geleken
op de fijne gouden lóovertjes.
De grijsaard schreed voort. Op de krom
ming van den weg gokomen, wendde hij
zich plotseling om en trad het kerkhof
binnen. Snol1 liep hij do cypressen-lanen
on de rijen graftomben door naar de plaats,
waar zjjn lieve vrouw1 voor immer slui
merde.
Het was omstreeks 9 uur en het kerk-
AVant wanneer de zaak zoo zal loopen als
do Minister wenscht, zal geen visscher aan
het lid-zijn van een visscherijvereeniging
ontkomen, daar van dien Yisscherijraad,
waarvan de Inspecteur der Zuiderzeevis-
scherij Dr.' Redeke voorzitter zal wezen,
de leden gerecruteerd zullen worden uit
die vissch'erijvereenigingon. Zoodat zij, die
van die vereeniging geen lid zijn, vrijwel
buiten do gemeenschap zijn gezet En het
groote bezwaar is volgens den afgcvaaidig-
de voor Tiel, dat de adviezen van deze
visscherijiaden adviezen van belanghebben
den zullen zijn, die altijd veel te peremptoir
zijn, en de Regeering op een dwaalspoor
zullen brengen.
Indien de Minister, zij het dan ook met
do geringe meerderheid van 37 tegen 32
stemmen het pleit gewonnen heeft in de
Tweede Kamer, die nu eenmaal alles be
halve rede n ach tig is, dan dankt liij
zulks zeker aan zijne uitstekende verdedi
ging van dien visseheriirand. Volkomen toe
gevende dat de visschers moeten gehoord
worden door dc Regeering, wees hij erop
dat de/e niet i ndividueel kunnen wor
den gehooid. Zou de Minister niet zelf een
advisee rend lichaam instellen uit de vis
schers samengesteld, dan zou hij niet anders
kunnen doen dan de bestaande verecnigin-
ge om advies vragen, terwijl duizenden
visschers van gcene enkele vereeniging lid
zijn. Ilii toonde verder aan hoe de Regee-
ling uit de maatschappij zelf haar licht
moet ont\angen, maar het ligt niet in hare
bedoeling blindelings de advie/en van die
meerderheid te volgen. Evenmin als de Mi-
ïiistei ooit zijne verantwoordelijkheid gedekt
geacht heeft door de meouleiheid dezer Ka
mer, zou hij zich ooit gedekt achten door de
mcenlerheid van een college, welks leden
niets hebben te heslissen, maar enkel te
advi=eereii. Hij herinnerde eiaan dat men
vóór 25 iaar niet zoo sprak over de voor
lichting der landbouwers als thans de heer
Tydcman het deed over die der visschers.
Men meende toen ook dat een boer zou zeg
gen mijn vader en giootvader hebben dit
alles zóó gedaan, zal ik anders te werk
gaan? En hoe anders was dat alles uitge
komen. Zoo zal ook thans de arbeid, om de
visschers tot de hoogste kennis in hun vak
op te voeren, met kracht worden aangevat.
Moge de Minister in zijne verwachtingen
niet teleurgesteld worden.
Zijne begrooting werd zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
De vele wenschen omtrent bruggen en ka
nalen en andere districts-, o neen, wa
terstaats belangen, waaraan de weinige
leden die in de avondzitting van Woens
dag en Vrijdag aanwezig waren, hunne
krachten hebben besteed, geven ons geene
aanleiding tot bijzonder opmerkingen.
Dc algemeene beschouwingen over Justitie
zijn gisteien aangevangendat ze heden zijn
voortgezet (de Kamer moet allen tijd beste
den, wil ze vóór Kerstmis gereed komen)
maakt dat uw overzichtschrijver het geheel
van wat er behandeld is, dezen keer niet de
revue kan laten passeeren.
Toch is er óéne zaak in de rede van Prof.
Van Hamel bij die beschouwingen gehouden,
die wij reeds nu even onder de aandacht
willen brengen. Terwijl hij hulde bracht aan
den nieuw opgetreden Minister dat deze even
min ids zijn vooiganger van de wederinvoe
ring van de doodstraf wilde weten, ried hij
dien loden die in het Voorloopig Verslag
alweder op die wederinvoering hadden aan
gedrongen!, dat spelletje nu eens eindelijk te
staken. Want onze maatschappij, al kan nie
mand haar het recht betwisten, de dood
straf toe te passen, heeft deze niet noodig. Het
strafstelsel moet gelijken tred houden mot
onze beschaving, en het zou een bewijs zijn
dat wij in beschaving waren achteruitge-
hof scheen verlaten. Plotseling bleef hij
staan: op het graf zijner echtgenoote was
eon jonge vrouw, die hij niet kende, bid
dende neergeknield, terwijl een achtjarige
blondine langzaam viooltjes ontbladerde.
Hij had geen tijd om te denken. Aan
het einde van de laan zag hij zijn zoon
komen met twee groote boeketten chry
santhemums in de' handen, die hij wee-
nende op het mos neerlegde. Hij voelde
zijn hart onstuimig kloppen en hij sloop
langzaam achter de hoornen, om te luis
teren. 1
Toen hoorde hij zijn Henri snikkend mom
pelen: „Arme moeder, ik heb haar zoo
lief gehad I"
„Misschien zou zij nog leven, als uw
vader niet zoo wreed was geweest," ant
woordde Jeanne; „en we zouden dan ge
lukkig zijn.
De grijsaard was ontroerd tot in het
diepst van zijn ziel; bezwijkend haast
door dit verwijt, hoorde hij een stem aan
zijn oor fluisteren: Vergeef, omdat ik ver
geven heb. En bij het zien van deze schoo-.
ne vrouw, van dit kind, waarvan hij1 de
grootvader was, van dezen, zoon, die hem
nog steeds liefhad, en in éénzelfde gebed
den naam van de doode met dien van
.den levende vereenigde, voelde hij zich op
't punt ineen te zakken.
Met tranen in de oogen snelde hij op
hen toe en zeide: „Komt, kinderen, ver
geef mij, ik heb zooveel geleden."
En nu met hun vieren strooiden zij
bloemen öp deze dierbare plek dor verzoe
ning.
Na tien jaren van scheiding was voor
hen het geluk herboren met de lente en
de bloomen. Het was de verjaardag van
den dood der Markiezin, die hen te zamen
had gebracht, .t.
gunn, als do doodstraf en do lijfstraffen weer
door de meerdciheid des volks als eene be
hoefte werden gevoeld. Dc waan van den
dag kan een volk er too leiden om onder den
indruk van eene afschuwelijke misdaad op
wederinvoering van de doodstraf, aan te drin
gen, zooals in Frankrijk, evenals te Parijs
dc heihaalde aanslagen der apachen de kreet
om lijfstraffen deden opgaan, maar spieker
wees er in dit veibanil op, dat de lijfstraffen
in Denemarken door Minister Albcrti inge
voerd (onze lezers zullen zich herinneren Jat
deze man later een falsaris bleek te zijn)
juist dezer dagen, na zeer korten tijd in
/wang te zijn geweest, weer zijn afgeschaft.
De anti-ievolutionaire Kamerleden, van
wie blijkbaar deze aandrang tot wederinvoe
ring van de doodstraf uitgaat, kunnen het
zich voor gezegd houden.
FRANSCHE BRIEFEN.
PARIJS, 4 Dec. 1910.
De Hollander, die geruimen tijd te Pa
rijs woont, heeft het voorrecht van tijd tot
tijd voor vraagbaak te dienen van landge-
nootcn, die ecnige dagen van de genoegens
komen prolitecien, welke de Fransclie hoofd
stad sinds eeuwen aan de overige natiën
pleegt te bieden. Hoewel niet onaangenaam
en altijd min ot meer eervol,, brengt een
dergelijke taak echter meestal eenige moei
lijkheden mee. Een hotel aanwijzen gaat nog.
Op dc hoogte van den prijs dien de bezoeker
besteden wil en bekend met ziin maatschap
pelijke positie en zijn gewoonten of eigen
aardigheden, vindt men vrij gemakkelijk
iets van zijn. gading. Wat de restaurant ot
ectgolegenheden aangaat, woidt de opdracht
al lastiger.
Meestal toch heeft hij, die te Parijs „ein-
gebueigeit" is, een ganecho andere opvatting
van hetgeen hem wordt voorgezet dan hij.
die voor de eerste maai het maal nuttigt en
geroepen is slechts een dag of veertien bui
tenshuis te eten. Zoo vindt laatstbedoelde de
zoogenaamde „restaurants it prix fixe",
waai men voor een prijs, die van nnderhal-
ven lot vijf francs varieert, een heel menu,
wijn of bier inbegrepen, te verorberen krijgt
dooigaans vrijwel naar zijn smaak. Tevens is
hij dan ontslagen van den last hot menu sa
men te stellen, hetgeen voor iemand, die
minder goed bekend is met de taal en de
Parijsche toestanden, voorzeker gemak ople
vert. De Parijzenaar daarentegen, die weet
hoe het toegaat in die soort van eethuizen,
waar alles op den uiterlijk schijn berekend
is en de chemie vaak een gewichtiger rol
speelt dan de kookkunst, en die voor het»
minst een half dozijn personen in zijn naaste
omgeving heeft, die een ongeneeslijke maag
ziekte opgedaan hebben, daar zij gedurende
een paai' jaar klanten geweest zijn van derge
lijke inrichtingen do Parijzenaar geeft
de voorkeur aan de restaurants h la carle",
waar men, als men met een goeden eetlust
gezegend is, meer geld uit kan geven, doch
waar, hij gebreke van spiegels en scliilder-
wet k aan de wanden, do kost degelijker of
minder schadelijk is. Daaronder belmoren on
tegenzeglijk de Duval's. Niet ieder evenwel
wordt aangetrokken door de inrichting dier
Bouillon's, nog daargelaten, dat liet er be
trekkelijk duur is, dat de menu's er altijd
hetzelfde zijn en dat men er wegens het druk
bezoek op de gewone etensuren, weinig con
tort heeft. Hii, die niet alle dagen 6 francs
of meer voor één maaltijd kan of wil beste
den, is in dat geval genoodzaakt zijn toe
vlucht te nemen tot restaurant's waar de
mindere man, d. w. koetsiers en werklui
komen, waar het tocht en men naast u zit.
te rooken, of waar andere ongerieflijkheden
het lot van den bezoeker zijn.
Gelijk ik zeide, is het derhalve lang geen
gemakkelijk werk hot een vreemdeling, die
in Parijs niet duur en tevens prettig eten
wil, naar den zin te maken, indien men
hem ten minste wil bloot stellen aan aller
lei naweéen.
Nog lastiger echter is het genoegdoening
te verschaffen, wanneer men oDdraeht krijgt
raad te geven aan den naar amusementen
hunkerenden toerist. Dan moet men al zeer
goed ingewijd zijn in den kunstsmaak, den
vcrstandclijkcn aanleg en de liefhebberijen
ran den persoon, wicn mon tot monter moet
strekken, om niet de teleurstelling op te
loopen dat men u den anderen da? vertelt
dat men in het vaderland aan veel betere
schouwspols gewend is. Niet ieder kan mon
namelijk naar een musiehall starren, ofschoon
eikend moot worden <lat de Ilollandsclie da
mes en hecren wanneer ze zich op een ple-
z„iotreisje in liet moderne Eabel bevinden,
zich in het algemeen niet te zeer laten, af
schrikken door den roep, waarin bedoelde
etablissementen in het buitenland staan. Ik
voor mii heb er menigmaal hoogst eerwaar
dige landgenooten van beide seksen aange
troffen die, waarschijnlijk onder het devies
„cast is omnia easfa", zich blootstelden
aan de gepeperde kunst die op het tooneel te
liooren of te zien gegeven werd. Ik vind
overigens dat dezen volkomen gelijk hadden
zich in een stad als Parijs niet te laten
weerhouden, door al te streng welvoeglijk
heidsgevoel, dat men beter doet thuis te la
ten, wanneer men in den vreemde reist. Bo
vendien gaat er, wat het gesproken of ge
zongen woord betreft, voor den vreemdeling
veel van het onzedelijke verloten, hetgeen
altijd als een gelukje bij een ongeluk is te
beschouwen.
Wat dc vrouwelijke bezoekers betreft, die
geregeld in de musichalls komen en er, als
hel ware, een vast attribuut van vormen,
doen zij in den regel niemand kwsuid, die
niet mot haar in aanraking wil komen. Do
monumentale hoeden, de schitterend© en te
opzichtige toiletten en de rijkelijk met rouge
et noir bedekte gezichten, kunnen door den
toerist, die bloot uit nieuwsgierigheid een
avond in een der bedoelde etabliessementen.
wil doorbrengen, dus eenvoudig beschouwd
worden als deel uitmakende^ van het decor. I
Heel veel onzedelijks is cr in de waarne- I
ming der rondwandelende moderne nynrfen,
niet gelegen. Stellig hebben bovendien in dit I
opzicht, sommige dier inrichtingen erger f
naam, dan zij werkelijk verdienen. Zoo de 1
Moulin Rouge, die dagteekent van de Ten-
toonstelling van 18S9. In den beginne hoofd-
zakelijk dansplants, is die Molen langzamer- I
hand meer geworden tot een Varieteitentliea- f
ter, waar men vrijwel hetzelfde ziet, zoowel I
m do zaal als op do planken, als in de Po- f
!ies-Beigêie, het Cagmo de Paris, Olympia 1
on Parisians. En mot die vier amusements- I
plaatsen zijn alle grooto musichalles te Pa- f
rijs genoemd. t
Deze dus buiten rekening latende, heeft I
men hij het aanraden van een schouwburg I
steeds te letten op de meer of mindere be- f
kendheid van den builenlandschon bezoeker f
met de Fransche taal. Overal woidt zeer
rad gesproken en liet is voor hem, die niet f
dagelijks Fransch spreekt, of leest, hoogst las
tig een blijspel of modern stuk te volgen.
Zij, die in dat geval verkcoren, doen no»
hot best in het Théatro Francais een kla£
siek stuk of een werk van het oude reper- f
toire te gaan zien. Voorts heelt men er aan 1
te denken dat do smaak van den vreemde- I
hng lang niet dezelfde is als die van den Pa-
rij/enaar. Een st.uk, dat hier gioote vogue f
heeft, kan een vreemdeling soms zeer tegen-
vallen. Een voorbeeld hiervan, dat men no®» f
onlangs heeft kunnen constatecien, wordt 5
geloveid door „la Vierge Folie", van Henry
Bataille, hetwelk in het Gymmise alhier bel f
slist een triomf was en avond aan avond
\olle zalen trok, terwijl het in, Beilijn totaal
gevallen is, en zoo ik me niet vergis, ook
in Holland lang niet gunstig beoordeeld
werd. De Fiansche klucht, het zoogenaam
de Parijsclie vaudeville, valt doorgaans (en
m. i. zeer terecht) ook weinig in den smaak f
van het betoie Hollandsche publiek, dat f
meer gewend is aan hot genre der Duitsehe f
„posse", welke dan ook meer dan de Fran- 1
sche, met de Hollandsche zeden on den land-
nard en bijgevolg met don Hollandschen
humor overeenkomt.
liet drama van den ouden stempel, dat
nog steeds in het Embigu-theater zijn tem- f
pel heeft, is voor den pleizierreiziger geen
eig doelmatige uitspanning. De Cbatclels-
schouwbuig is een feerietheater, berekend j!
op de behoeften van kindoren. Heel veel
blijft er dan, met het oog op de verschil- t
lende genres, niet over. Dc slotsom is dat
den landgenoot nog liet minst teleunstellmg
wacht (en zulks ook in verband met den
hoogen toegangen ijs, die voor een redelijken
fauteuil altijd, zonder brj-onkosten, op 10
francs to staan komt) wanneer hij naar de
Comedié Francaise of wel naar het Odéon
gaat. Daar heeft hij in allen geval het voor
recht, ook' al bevalt het stuk hem niet ton
volle, de beste uiting waar te nemen der
ware tooneelspeelkunst.
Meer succes beleeft men gewoonlijk met
het aanprijzen van een opeia. Nooit is het
rm- evenwel voorgekomen dat een landgenoot
zich beslist venukt betoonde over hetgeen
hij in dc zoogenaamde „Groote" Opeia ge
zien had. Althans niet over het vokalo ge
deelte. Meestal luidde het. oordeel vrij gema
tigd. Waarschijnlijk is dit daaraan te wij
ten, dat bij liet ontzaglijk groote tooneel, de
stemmen niet tot haar recht komen voor dat
gedeelte van het publick dat geen zeer goede
plaatsen heeft. Over het gebouw, de zaal en
vooral de trap, toonde men zich echter altijd
uiterst voldaan. Voor een zuiver plastiek of
architectonisch genot behoeft men echter
juist niet naai' de opera to gaan en, vooral,
behoeft men geen 15 of 25 francs uit te
geven. Het Louvrc biedt dat kosteloos.
Hot meest heb ik nog voldoening geno
ten door de Opéra Comiquc aan te raden.
Het kader is er niet zoo gioot en er gaat
dus niet zooveel voor den muziekliefhebber
vciloicn als in de Groote Opera. En de
decois en de mise-en-scene zijn cr buiten
kijf voel mooier on artistieker. In de laatste
jiuon kan mon bovendien zijn toevlucht ne
men tot hot Thdntte de la Gaité, in het
welk vroeger operettes gegeven werden, doch
leden ten dage een opera gevestitgd is, waar
vaak gioote «Risten optreden en zoowel hot
oude repertoire (voor zoover het niet oogen-
blikkolijk aan de Groote Opera behoort) als
noviteiten opgevoerd worden. Met dat al
blijft bet lastig vrienden of kennissen tevre
den te stellen. Do vreemdeling is altijd ge
neigd tot kritiek, omdat hij als goed vader
lander onwillekeurig partijdig is, als hij
denkt aan hetgeen hij in zijn eigen land ge
woon is te zien en 1e eten, mag mon er
bijvoegen.
En daarom is de functie van levenden ge-
legenhoids-Baedokcr te Parijs niet altijd even
dankbaar.
JUVENIS.
Gemengd Nieuws»
De ex-sjah van Perzi'è als gast
van den tsaar.
Aan de Londenschc „Standard'! wordt,
uit 'Odessa gemeld, dat de ganache kost-
bare huishouding van den afgozotton sjah
van Perzië door don tsaar van Rusland,
betaald wordt, die Mohammed Ali Mirza
als gast beschouwt. t
Do sjah' bowoont ecu paleisachtig gebouw
van '40 kamers aan do Gogolstraat, waar
van 'de jaariijksclio huur van 12.000 roebel
drie jaren vooruit is betaald. Ook paar
den, equipages, twee automobielen, cneen
prachtige slede, staan den ex-sjah' tor Wh