u 1 1 1 1 1 li i r I 1 1 X l 1 f i rij 4 er schikking. En tocli is Mohammed AliMirzi niet tevreden omdat do inwoners van Odessa zoo weinig notitie van hem nemen. Hij mist den slaven-eerbied dien het Per zische volk hem' placht 'te bewijzen. Ove rigens heeft do ex-sjah''uit Teheran een „oppervrouw"', twee zoons, dertien „hij vrouwen" of harem-dames en tien bedien den meegebracht. Dit gevolg is gedeeltelijk eveneens op kosten van den tsaar buiten het paleis onderdak gebracht. Een ander lid zijner huishouding is een Russisch o'fficier, die' hem als adjudant is toegevoegd. De sjah wordt zeer veel in het publiek gezien; in do opera, in opo- retten- en variété-theaters, in het circus en op do renbaan. Hij heeft bijna alle groote fabrieken bezocht, en interesseert zich bij zonder voor machines, de chemische in dustrie en vooral ook voor de boekdruk kunst en lr'et dagbladwezen. Mohammed neemt ook trouw,Russische en Franscho lessen on voert, met behulp van 2 secretarissen, een omvangrijke cor respondentie met Perziö. Het paleis woidt thans weer in orde gemaakt voor Moham med's terugkomst van zijn buitenlandsch .reisje. --1 Hoefijzers van aluminium,. De specifieke lichtheid vian het aluminium heeft reeds tot allerlei proeven aanleiding gegeven, om dit metaal meer dan lot nog tor te passen. Het valt niet te ontkennen, dat in vele gevallen de gewichtsverminde ring zekere voordeden biedt, maar dikwijls is ook wegens andere eigenschappen succes uitgebleven. Door de uitvinding van zekere aiuminumlegeeringeu is men veel nader tot het doel geraakt, bijv. met liet magn&lium, dat een legeering uit aluminium met magne sium is. Aan een paar Engelschen is het onlangs gelukt een aluminiumlegccring sa men te stellen, die dezelfde vastheid bezit als het ijzer, dat voor hoefijzers wordt ge bruikt, zoodat het dit geheel kan vervangen. "Vooral voor renpaarden is dit een groot voordeel, want het is nu mogelijk, dat-het dier altijd hetzelfde beslag kan dragen, of het rent of niet, oen omstandigheid, die een groote betcckenis voor het behoud van don hoef heeft, daar het, zooals tot nog toe, niet meer noodig is, na het. rennen de hoefijzers af te nemen. De nieuwe legeering wordt uit alumi nium en kanonbrons,, bijv. uit tien deelen koper', één deel tin, en J deel zink, en wit- metaal, bestaand uit een legeering van zes deelen tin en één deel koper onder toevoe ging van een rdliage van zes deelen tin en _éért deel antimoon, ongeveer als volgt ge vormd: 30 gewichtsdeelen aluminium, één deel kanonbrons en 1 deel wit metaal. Deze deelen worden samengesmolten en wanneer de massa vloeibaar is, wordt zij doorgeroerd, tot alies goed gemengd is. ITot metaal wordt dan in gietvormen in roepen gegoten on na- dal het vast, maar nog warm is, worden de roepen, of stangen, tot de gewenschte groot te getrokken of geslagen, en dan wordt het hoefijzer op de bekende wijze gevormd. Tweelingen „Le Sernaine Médicale" bevat een sta tistisch onderzoek van Guillemot, loopende over 135 echtparen, die te zamen 6 drie lingen, 137 paar tweelingen en 10G5 één lingen hebben voortgebracht. Daaruit blijkt o. a., dat de leans om 20 jaar oud te wor den voor die éénlingen dubbel zoo groot was als voor de tweelingen, en voor de tweelin gen van verschillend geslacht weer dubbel zoo groot ais voor de gelijkslachtige, die 3 van liet geheele aantal uitmaakten. Yan de 23 of 24 paren, die 'te zamen den volwas sen leeftijd hebben bereikt, zijn, aldus vinden >e in Moleschott, 4 paren ongeveer gelijk- tijdig gestorven. Het sterftecijfer der moeders bedroeg bij de meervoudige geboorten 1 on 17, bij de enkelvoudige slechts 1 op 1005. Van de huwelijken der tweelingen bleef 1/7 onvruchtbaar; van die der eenlingen slechts 1/35. In de 67 gevalen, dat in do familie der ouders tweelingen waren voorgekomen, vond Guillemot liet verrassend verschijnsel, dat de erfelijkheid van vaderszijde bijna 7 tnaal grooter was dan die van moederszijde. Het onderzoek bevestigde niet de geuite •tticening dat, de tweeliiigsgeboorten, meer bij d» laatste dan bij de eeiste bevallingen voor komen. dat de hooge c, die ge op het laatst liet hooren, de mooiste ,was, die hij in jaren gehoord heeft, en het publiek roept als razend om u. U moet een bisnummer geven." „Dat kan niet 't is onmogelijk,!' zuchtte de dame, „tenzij ge weer een. muis laat komen."' ALLERLEI. OR WEG NAAR, ROEM. .-Het,, was het eersto optreden van me vrouw Notenbalk, en zij was ietwat' zenuw- achtig bij haar tril'ers. De toehoorders V-aten, als aan hun stoelen genageld, zoo dvaren zij onder de bekoring. Eerst kwam oen canece en toen een hooge c. Zou zij hem halen? Mevrouw Notenbalk zelf elachl van niet. Zij was juist op het punt om tie noot Proheoren, toon er een kleine muis j vóór het voetlicht verscheen. De dame gilde het uit, greep haar rokken hij elkaar ,eri Ijop hard weg. ;>'n haar kleedkamer aangeland, verb'org ze-het gelaat in de handen en begon te ^nikken, i'hlijn toekomst is voor goed verwoest,"» steunde' zo. P dat oogenblik werd or hard op Kaar jw11 geklopt. Hot was* een der leden van fI O1'kost, die riep: „Do directeur wcnscht Nv<sten, waarom u van het toonccl zijt jveggeloopciij was u ziok?'1 4 Z«, ',:Won, mij scheelt niets. Het kwam al- leen.;:"."! - gfij'j a*k moot u uit naam van hom zeggen, KAMERPLANTEN IN DEN WINTER. In de maand October moet alles, wat niet tegen vorst kan, binnengehaald wor den, om op een geschikte plaats te over winteren. Alle tropische planten moeten een ver warmd vertrek hebben, maar kunnen in den regel toch niet tegen droge lucht. Daarom zet men bijv. nooit palmen te dicht hij een vulkachel of ander verwarmingstoe stel. Waaierpalmen moeten er zoover mo gelijk van af blijven. Deze kunnen zelfs in den zomer al slecht tegen de kamer lucht, waarom men ze dan, althans 's nachts, liefst buiten zet om van den vochtigen dauw te profiteered Ook houden zo veel van een warmen, zachten regen. Maar wanneer ze in huis komen, begint het lijden. De punten verdorren, de jonge bladeren komen steeds langzamer uit en krijgen al kleiner 'en kleiner stelen, zoodat twi slotte do bladeren bijna zonder steel uit den grond schijnen te komen. Dan begint men gewoonlijk moer watei te geven, meestal zóó uit de kraan, en in eens „doen nu de palmen zoo raar,"1 ze sterven. Bij onderzoek blijkt u, dat de wor tels ziek zijn. v Waaierpalmen moeten niet begoten wor den, vóór de bovenaarde van een bloem pot 1 e.M. diep droog is, en dan moet het nog de temperatuur van 80 gr. Fahr. hebben. Voor zieke is minstens 100 gr. vereischt. De bloemisten geven ze „een warmen voet";, n.l. ze planten ze met pot en al in warm zand. In den zomer kan men dat in den tuin navolgen met broeiend gras (gemaaid of geknipt), en daarna in den grond gebracht. Hierop kan men bijv. ook Musa's (Banane of Pisang) gemakkelijk doen groeien. Laat in uw kamers water stoomen, tot dat uw hygrometer voldoende hoeveelheid waterdamp in de kamerlucht aantoont. Den jongeren bladeren vooral moet men el- ken dag wat lauw water geven, zonder de aarde van den pot nat te maken. Voor de andere is het toch ook wenschelijk z- minstens eens per week tusschen twee spon sen af te nemen met lauw water. Veel dankbaarder toonen zich in de ka mer de ICentia belmoriana en do Kentia Forstinniana, de sterkste'kamerpalmen die wij kennen. Zelfs in een betrekkelijk warme woonkamer, in een vrij duisteren hoek, kunnen zo 't bij goede verzorging en eiken dag begieten dor jonge bladeren heel lang uithouden. Omdat het ook in 't belang van uw eigen gezondheid is, do lucht matig vochtig te houden, ,doet gij er echter ook voor uw palmen veelbeter aan, zelfs dezen sterken soorten matig vochtige lucht en geen grooter warmte dan 65 gr. Fabr. te geven. Ficus elactica en eenige andere krijgen plaats in dezelfde kamer. Uw Cactussen en" Aspedistia's nemen de warmste, droogste plaats voor lief, ook Agave's en Aloe's. In den winter hebben ze al heel weinig water noodig. Bonte Aspedistra's moeten het warmst staan. De bladeren moeten ook hier tweemaal 's weeks worden afge- sponst. Aspedistra's worden dikwijls koud ge houden en Palmen en Ficussen ook. Ze krijgen dan echter zieke wortels. In de warmte houden, ze het veel langer uit, als de lucht maar, niet te droog is. Araucaria's hebben rs zomers 't liefst een schaduwrijke plaats buiten, 's winters in een kamer op het noorden, waar niet ge stookt Svordt van beteekenis, doch waar het toch vorstvrij is. In een niet te koude vestibule slaan zo ook heel goed. Geef zo 's winters vooral lauw water. Asparagussen (Sierasporges) moeten juist ook zoo'tr plaats hebben, doch zijn niet bang voor zonneschijn. In den zomer moe ten ze ook buiten staan, doch nu nemen wij zo in. Vooral veel licht en weinig wa ter. Laat uw rozen gerust staan tot de vorst flink begint te rijpen en bind zo liever in met sparrelakken dan met stroo, waar door ze venveokelijken ipn soms verrotten. Rhododendrons moeten een beschutting rondom de planten of het - bed hebben, niet er over'been. Span er matten of zeil doek om. Doe 'dit ook met Hydrangea hor- tensis, de gewone 'Hortensia. Deze sterft niet van de vorst, maar de nu goed afge- rijpte takken, welke het, volgend jaar moe ten bloeien, vriezen licht af. Do winterharde, grootbloeniigo Hydrangea paniculata grandi flora heeft dit niet noo dig. GOEDE EN SLECHTE VOORTEEKENS. Do bruid, die een spin op haar trouw japon vindt, kan zichzelf als gezegend be schouwen. De braid, die den nacht vóór haar hu welijk van feeën droomt, zal driewerf ge zegend zijn. Als de bruigom een kleine paardenhoef in zyn zak draagt, zal hij altijd gelukkig zijn. 1 Huwelijken op een vaartuig gesloten, zijn altijd ongelukkig; trouw op het land, of trouw in het geheel niet. Geen Kruid of bruigom mag men een telegram geven als zij op weg zijn naar do kerk. Het is' een slecht voorteeken. •'Als de trouwring gedurende 'de'huwelijks- pleclitigheid valt, mocht de bruid wenschen, niet geboren tezijn," want ze zal altijd tegenspoed hebben. Kus een bruid na de huwelijksvoltrekking en vóór de jonge echtgenoot in de gele genheid geweest is het, te doen, en ge zult een uitstekend jaar hebben. Meisjes, die verlangend zijn in het huwe lijk to treden, moeten-bet water, waarin zij het vaatwerk zullen wasschen en dat lot het kookpunt verhit is, Hink laten af koelen, vóór zij het gebruiken. Het betee- Kent, dat zij 'in langen tijd niet zullen trouwen, als zij borden in zulk heet water willen wasschen. Zoo de bruid, wanneer zij op weg is naar het station om zich' op de huwelijksreis le begeven, toevallig een doodkist ziet, dan moet zij bevel geven om naar huis terug te gaan en opnieuw vertrekken, want anders zou ze zeer ongelukkig zijn. DROOMUITLEGGINGEN. Als ge droomt, dat ge een vogelkooi in uw hand draagt, reken er dan op, dat ge spoedig getrouwd zult zijn, en is er een vogel in de kooi, dan zal het zijn met iemand, dio reeds vroeger getrouwd is geweest. Als ge droomt, dat ge lekkere koekjes eet, kondigt dit de nadering aan van een heugelijke gebeurtenis, waaibij ge veelplei- ziei zult hebben. Het is een zeer ongunstig iets van kat ten te droomen, daar het op verraad en bedrog wijst. Als een jong meisje van katten droomt, kan zij er zeker van zijn, dat haar minnaar haar bedriegt; en als het een jonge man is, kan hij er zeker van zijn, dat zijn aanstaande vrouw een slecht humeur heeft. Van een klok te droomen, wijst onder alle omstandigheden op een begrafenis van iemand, dien men zeer liefheeft. Droomt ge van koken,' dan wijst dat op een huwelijk; 't kan ook zijn op onver wacht succes in zaken. Te droomen van dansen, wijst op goede tijding en veel genoegen. Het kan ook zijn bet verkrijgen van eigendommen, of het gelukkige huwelijk van twee beminden. NIEUWTJES VAN HER EN DAAR. Een enorme paarl, van volmaakten vorm, ter waarde van 72.000 gulden, is gevonden in de paarlvisscherij te West- Australië en naar Groome gebracht, van waar ze naar Engeland verscheept zal worden. Een Italiaansch' ingenieur heeft oen cine matografisch toestel uilgevonden, dat ver bonden kan worden met voorwerpen, die gemakkelijk te stelen zijn, op die wijze, dat, zoodra een persoon de hand er op legt, al zijn bewegingen gefotografeerd wor den. De lieer Robert Young, die onlangs te Edinburg stierf, was wijd en zijd bekend als verzamelaar van paardenhoeven. Heele rijen hoeven, waarbij er nog waren, die dagteekenden uit den tijd der Romeinen, hingen langs de wanden, van zijn winkel. De toeloop van Edmond Rostand's „Cliantecler", in het Theater van de Port- Samt-Marlin, is eindelijk tot een eind ge komen. Men is er mee begonnen op den 6den Februari en na dien tijd is het 322 maal in Parijs gegeven en meer dan 500 maal in de provincies, terwijl de ontvangst op 1,800.000 gulden geschat wordt. Men schat, dat do zaak Crippen aan de Engelsche politie meer dan 30.000 gulden gekost heeft. Het aantal telegrammen naar de couranten van de Vereonigde Staten overtrof dat van eenigen anderen mooid. Jenny, een paard te Philadelphia, dat 51 jaar oud is, loopt nog voor den ploeg, Gedurende zeven on veertig jaar is hij in het bezit geweest van zijn tegenwoordi- gen eigenaar, John Unrah. Hij doet zijn diensten nog zoo goed, dat hij menig paard, dat veel jonger is dan hij, kan bescha men. Behalve dat zijn rug veel hoeft van dien van een kameel en enkele bosjes grijze haren, is Jenny nog heel goed voor zijn jaien. Zijn oogen zijn helder, hij staat goed op zijn poolen en Hoeft een merkwaardigen eetlust. In Londen weid onlangs een exemplaar van de zeldzame eerste folio uitgave van Shakespeare's tooneelspelen, in 1623 uit gegeven, gekocht door den heer Quaritch voor 124,000 gulden. Drie jaar geleden werd h'clzelfdo exemplaar voor 30.000 gulden veikocht. ANECDOTEN. „Mama, hebt u een zwarte nachtjapon gedragen toen tante Marie dood Lwas?'1 „Wel neen, kind!'1 „Maar, moe-je, was u 's nachts dan niet zoo bedroefd als* overdag ?'V De' uitgever van een klein blad, h'et over lijden 'besprekend van een rjjken stadgenoot, zegt o. a.- „Hij is gestorven, betreurd door een grooton kring van vrienden, en een weduwe aciilerlatend even ontroostbaar als iedere Wedutvo moot zijn, die in het onbetwist baar bezit komt van 60.000 gulden per jaar. Meer dan twintig! jonge mannen heb ben haar brieven van rouwbeklag gezon den."- 7 - w Hij was haar „alles"! op deze wereld, en deed alles wat ze maar kon om hem aan te moedigen. 1 „Wist je wel,"| vroeg hij, „dat ik gisteren avond je huis ben voorbij gekomen?" „Natuurlijk/1 antwoordde zij dadelijk. „Denk je dat ik je stap niet zou ken nen En de jonge man werd stil en ernstig, want hij passeerde in, een rijtuig. De hoofdopzichter van een krankzinni gengesticht liep eens door den tuin van de inrichting een paar weken na zijn aan stelling, toen een van de verpleegden naar hem toekwam en zijn h'oed afnemend, uit riep - „Wij mogen u allen veel liever dan den laatste, mijnheer."' „Zoo,"» sprak de nieuwe beambte ge vleid, „en mag ik vragen waarom?"' „Wel, mijnheer!"' antwoordde de krank zinnige, „u ziet er meer uit als een van ons."1 i Een dorpspredikant bracht op zekeren dag bezoeken bij zijn gemeenteleden, onder wie ook een oude, babbelachtige vrouw was, die altijd wat te klagen had. Nauwe lijks had de dominee een stoel genomen, of zij begon met h'aaii gebrom. „Ik begrijp niet/l sprak do dominee, „dat je nu altijd, wat te klagen hebt. Om te beginnen zijn je aardappelen de beste, die ik in het h'eele dorp gezien heb.'! „Ja,"' antwoordde de vrouw, „maai- hoe kom ik nu aan de slechte "voor de var kens?^ „Oom, waarom neemt u toch' altijd een hond mee, als u op, de jacht gaat?"1 vroeg een kleine jongen. „Bent u soms bang van do konijnen?"1 Sergeant: „Zeg eens Smith', heb je er eenig idee van, hoe langzaam, en dom je bent?'i Recruut: „Dat weet ik niet."' Sergeant: „Naetuurlijk weet je dat niet; maar bij jou vergeleken is een Egyptische mummie nog levendig."1 ENGELAND'S VERDEDIGING. De Duitsch'e stafofficier schudde het Koofd. 1 „Neen,"» sprak hij tot de vergadering „wij zijn er niet op voorbereid om een inval in Engeland te doen/1 De veteraan, generaal Klein, keek ver baasd. „Maar we hebben tocli de vlootI'1 riep hij uit. „En ons groote leger I"1 „Ja!"' „En de onderzeesche booten en de lucht schepen!"' „Allemaal waar."! „Wij weten dat de Britsche vloot ver spreid is en het leger niet voorbereid. Waar om zouden we aarzelen?"1 „Ge vergeet de suffragettes,'1 zei de staf officier. J B. Was van een bruiloft gekomen en vertelde er alles van aan zijn vriend. „Het was heel aardig/I sprak bij. „Zoo, en had je een lekker diner?"1 vroeg zijn vriend. „Diner, een lekker diner? Nu, dat zou ik denken,"! riep B. uit. „We hadden een heerlijk diner, en er was een aardige juf frouw en die zong, terwijl we aten: „Leg wat terzijde voor den ouden dag"j, en ge loof me, vóór zij het tweede vers geëindigd had, waren alle zilveren lepels verdwenen,"1 NOG EEN KLANT. Mijnheer August L,, die er deftiger' uit zag dan ooit, kwam bij den kleermakei binnen, en werd ontvangen door den pa troon zelf, die hem glimlachend tegemoet kwam. „Mijn zoon heeft me verteld," sprak mijn beer August, „dat gö hem hebt toegestaan zijn rekening drie jaar uit te stellen, daar om ben ik hier gekomenV „0, maar mijnheer," viel do kleermaker hem beleefd en buigend in de rede, „er is werkelijk niet de minste haast, dat ver zeker ik u." „Dat weet ik,"1 antwoordde de deftige heer ernstig, „en daarom' kom ik u zeggen, dat ik voortaan mijn kleeren ook bij u laat maken."1 VOOR DAMES, MODE. Het tegenwoordige mantelkostuum be staat in de eersto plaats uit een rok van vier banen, wel te verstaan, vóór- en ach terbaan en twee zijbanen, die tamelijk recht geknipt zijn; aan de zijbanen worden aan beide kanten vier kleine patten aange knipt, welke van knoopsgaten voorzien en een weinig rond bijgeknipt worden. Deze patten dienen om de zijbanen als het ware op de vóór- cn achterbaan vast te knoo- pen. Die knoopen kunnen zoowel van zwart tros zijn' als van staal, of wel fantaisieknoo- pen. Het tamelijk, korte manteltje behoort half aangesloten te zijn en wordt met Uvoe knoopen gesloten, terwijl de schootdeelen van onderen in smallen vorm zijn weg gesneden. De kraag en rovers van fluweel behooren mot een biesje van de stof to worden afgewerkt. In grijze en bruine che viot zijn deze kostuums niet zoo kostbaar' en zeer practisch', daar men ze bijna h'et heele jaar door kan dragen; wanneer men zich bovendien van een flanellen blouse en één zijden blouse in dezelfde kleur voor ziet, is men voor de meest voorkomende gevallen gekleed. Gekleeder dan grijs of bruin zijnde tail leur-kostuums van blauw en zwart laken. Men moet over het algemeen als maat staf aannemen, dat de rokken een onder- wijdte van drie meters moeten hebben, daar men die wijdte noodig heeft ombe-i hoorlijk te kunnen loopen. De meer ge- kleede kostuums zijn ^natuurlijk samenge- stelder en meer gegarneerd. Men versiert ze met soutache of wel randen van flu weel, satijn of bont, tres en knoopen. Vooral de bontgarneering wordt dit sei zoen veel aangewend; des te meer ia het raadzaam' zeer zuinig te wezen met oude moffen, bont-colliers, enz., daar 'de bontprijzen zeer stijgen. Uit ouderwetscho en half versleten boa's kunnen misschien nog smalle garneerrandjes gesneden wor den. Uit een mof kan een toque of rand voor een hoed vervaardigd worden, of ook is die meestal te benutten voor een mantelkraag. Wanneer men een voldoenden voorraad bont heeft, verdient het aanbeveling, een groote, platte mof te vervaardigen van do kleur van het kostuum! en te gar-, necren met twee randen kant. Deze mof fen zijn op 't oogenblik zeer mo'dieus. Voor avondtoiletten kunnen do modis- ten haar fantaïsie den vrijen teugel laten, en men "ziet dan ook' zeer vreemde com binaties van kleuren. Men ziet bijv. groen voile tusschen 2 lagen oerise-roode zijden chiffon; blauw chiffon, goud tuleen daar over lila-gaas gegarneerd. Zelfs de rouwtoiletten hebben groote veranderingen ondergaan, want droeg men, vroeger voor zwaren rouw dof eachemiro met randgameering van Engelseh krip, dat is nu geheel veranderd, of, beter gezegd, juist omgekeerd. De rokken bestaan nu van onderenu"t cachemire, terwijl het bovendeel uit En gelseh krip is samengesteld. Het schou derstuk moet dus van cachemire zijn. Wan neer zulk een toilet een mantelkostuum, is, moet de mantel juist het krip dekken. In den eereten tijd is bij den rouw. bont niet geoorloofd, daarna kan men, slechts het kostbare persianer of astra- can dragen. YOOR KINDEREN. TRUITJE EN HAAR GROOTMOEDER. Vrouw Brink woonde met baar kleindoch tertje Truitje op een klein bovenkamertje, want het kind had haar oudere al vroeg verloren. Haar grootmoeder, die weduwe was, woonde alleen en vond het heel ge zellig om Truitje hij zich' te hebben. VrouW Brink was een arme vrouw, die mot breien den kost moest verdienen en toen Truitje nog klein was en schoolging, kon ze grootmoeder maar weinig helpen. Ze was een zwak meisje en dikwijls ziek; daardoor verzuimde ze vaak de school en bijgevolg ook de handwerkles. Toen ze twaalf jaar was, ging zo van school en kon toen nog niet eens goed een kous breien. Grootmoeder zei: „wat ben je eigenlijk nog een dom, meisje, ik zal je eens gauw den grooten en kleinen biel en den teen leeren breien. Ken je die, dan goed, dan kan je grootmoeder met breien helpen en kunnen we samen den kost verdienen; je bent toch' wat zwak om te dienen. [Toen ging Truitje lederen dag vlijtig naast grootmoeder zitten breien, en weldra kende ze bet als do beste. Ze hielp grootmoeder zooveel ze maar kon, en die twee had den samen een genoeglijk leventje. ,Tweo jaar zijn voorbijgegaan. Op zeke ren nacht werd Truitje wakker door een vreemd geluid uit grootmoeder's bed. Ze sprong op en ijlde naar haar grootmoeder toe om te zien, wat er was. Daar lag grootmoeder, in ijlende koorts. Truitje liep gauw naar de vrouw, die beneden woonde, en vroeg of ze eens gauw naar den dokter wilde gaan, omdat grootmoeder zoo ziek was. De dokter kwam en zei, dat grootmoeder een zware kou, gevat had en longontste king had gekregen. Grootmoeder was nu erg ziek en kon dus niets doen. Nu moest Truitje alleen al bet werk verrichten, grootmoeder op passen en nog breien. Dat was wel wat veel voor een meisje van 14 jaar. Do eerste paar weken ging liet nog wel, om dat ze wat opgespaard hadden; doch dat geld was .spoedig verteerd aan drankjes en den dokter. De huishuur moest ook op tijd betaald worden, zoodat Truitje niet wist, waar ze het geld vandaan moest halen. Ze keek eens om zich' heen en zag daar den mooicn spiegel on het klokje, waar grootmoeder altijd zoo trotsch op was. Een gedachte schoot haar door het hoofd. „Als ik die eens verkocht, dan wa ren we in de eerste paar weken geholpen/1 Het Was eon zware strijd voor haar, maar het kon niet anders, ze moest geld heb ben. Do opbrengst van den spiegel en het klokje was voldoende voor twee weken huur. I i i. q 5- r- n 1- te 'o lfc e- Al al k s d i ti- u ii ik at 10 El- J d- »n ai n- w jS- ad •ol li- at 3 en en 10 de on or en Ier iet iet x>t en ?e- 1 tlr s de lat 4de en 'AA i]d of ter te no en. aat ber de ten ,ste ne- ïet- och aar hot ■en- als al /re- ge ler- hij XI IJ „Ja." Jt H'fi

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 11