u
1
1
1
1
1
li
i
r
I
1
1
X
l
1
f
i
rij
4
er
schikking. En tocli is Mohammed AliMirzi
niet tevreden omdat do inwoners van
Odessa zoo weinig notitie van hem
nemen.
Hij mist den slaven-eerbied dien het Per
zische volk hem' placht 'te bewijzen. Ove
rigens heeft do ex-sjah''uit Teheran een
„oppervrouw"', twee zoons, dertien „hij
vrouwen" of harem-dames en tien bedien
den meegebracht. Dit gevolg is gedeeltelijk
eveneens op kosten van den tsaar buiten
het paleis onderdak gebracht.
Een ander lid zijner huishouding is een
Russisch o'fficier, die' hem als adjudant
is toegevoegd. De sjah wordt zeer veel
in het publiek gezien; in do opera, in opo-
retten- en variété-theaters, in het circus en
op do renbaan. Hij heeft bijna alle groote
fabrieken bezocht, en interesseert zich bij
zonder voor machines, de chemische in
dustrie en vooral ook voor de boekdruk
kunst en lr'et dagbladwezen.
Mohammed neemt ook trouw,Russische
en Franscho lessen on voert, met behulp
van 2 secretarissen, een omvangrijke cor
respondentie met Perziö. Het paleis woidt
thans weer in orde gemaakt voor Moham
med's terugkomst van zijn buitenlandsch
.reisje. --1
Hoefijzers van aluminium,.
De specifieke lichtheid vian het aluminium
heeft reeds tot allerlei proeven aanleiding
gegeven, om dit metaal meer dan lot nog
tor te passen. Het valt niet te ontkennen,
dat in vele gevallen de gewichtsverminde
ring zekere voordeden biedt, maar dikwijls
is ook wegens andere eigenschappen succes
uitgebleven. Door de uitvinding van zekere
aiuminumlegeeringeu is men veel nader tot
het doel geraakt, bijv. met liet magn&lium,
dat een legeering uit aluminium met magne
sium is. Aan een paar Engelschen is het
onlangs gelukt een aluminiumlegccring sa
men te stellen, die dezelfde vastheid bezit
als het ijzer, dat voor hoefijzers wordt ge
bruikt, zoodat het dit geheel kan vervangen.
"Vooral voor renpaarden is dit een groot
voordeel, want het is nu mogelijk, dat-het
dier altijd hetzelfde beslag kan dragen, of
het rent of niet, oen omstandigheid, die een
groote betcckenis voor het behoud van don
hoef heeft, daar het, zooals tot nog toe, niet
meer noodig is, na het. rennen de hoefijzers
af te nemen.
De nieuwe legeering wordt uit alumi
nium en kanonbrons,, bijv. uit tien deelen
koper', één deel tin, en J deel zink, en wit-
metaal, bestaand uit een legeering van zes
deelen tin en één deel koper onder toevoe
ging van een rdliage van zes deelen tin en
_éért deel antimoon, ongeveer als volgt ge
vormd: 30 gewichtsdeelen aluminium, één
deel kanonbrons en 1 deel wit metaal. Deze
deelen worden samengesmolten en wanneer
de massa vloeibaar is, wordt zij doorgeroerd,
tot alies goed gemengd is. ITot metaal wordt
dan in gietvormen in roepen gegoten on na-
dal het vast, maar nog warm is, worden de
roepen, of stangen, tot de gewenschte groot
te getrokken of geslagen, en dan wordt het
hoefijzer op de bekende wijze gevormd.
Tweelingen
„Le Sernaine Médicale" bevat een sta
tistisch onderzoek van Guillemot, loopende
over 135 echtparen, die te zamen 6 drie
lingen, 137 paar tweelingen en 10G5 één
lingen hebben voortgebracht. Daaruit blijkt
o. a., dat de leans om 20 jaar oud te wor
den voor die éénlingen dubbel zoo groot was
als voor de tweelingen, en voor de tweelin
gen van verschillend geslacht weer dubbel
zoo groot ais voor de gelijkslachtige, die 3
van liet geheele aantal uitmaakten. Yan de
23 of 24 paren, die 'te zamen den volwas
sen leeftijd hebben bereikt, zijn, aldus vinden
>e in Moleschott, 4 paren ongeveer gelijk-
tijdig gestorven. Het sterftecijfer der moeders
bedroeg bij de meervoudige geboorten 1 on
17, bij de enkelvoudige slechts 1 op 1005.
Van de huwelijken der tweelingen bleef 1/7
onvruchtbaar; van die der eenlingen slechts
1/35. In de 67 gevalen, dat in do familie
der ouders tweelingen waren voorgekomen,
vond Guillemot liet verrassend verschijnsel,
dat de erfelijkheid van vaderszijde bijna 7
tnaal grooter was dan die van moederszijde.
Het onderzoek bevestigde niet de geuite
•tticening dat, de tweeliiigsgeboorten, meer bij
d» laatste dan bij de eeiste bevallingen voor
komen.
dat de hooge c, die ge op het laatst liet
hooren, de mooiste ,was, die hij in jaren
gehoord heeft, en het publiek roept als
razend om u. U moet een bisnummer
geven."
„Dat kan niet 't is onmogelijk,!'
zuchtte de dame, „tenzij ge weer een. muis
laat komen."'
ALLERLEI.
OR WEG NAAR, ROEM.
.-Het,, was het eersto optreden van me
vrouw Notenbalk, en zij was ietwat' zenuw-
achtig bij haar tril'ers. De toehoorders
V-aten, als aan hun stoelen genageld, zoo
dvaren zij onder de bekoring. Eerst kwam
oen canece en toen een hooge c. Zou zij
hem halen? Mevrouw Notenbalk zelf elachl
van niet.
Zij was juist op het punt om tie noot
Proheoren, toon er een kleine muis
j vóór het voetlicht verscheen. De dame
gilde het uit, greep haar rokken hij elkaar
,eri Ijop hard weg.
;>'n haar kleedkamer aangeland, verb'org
ze-het gelaat in de handen en begon te
^nikken,
i'hlijn toekomst is voor goed verwoest,"»
steunde' zo.
P dat oogenblik werd or hard op Kaar
jw11 geklopt. Hot was* een der leden van
fI O1'kost, die riep: „Do directeur wcnscht
Nv<sten, waarom u van het toonccl zijt
jveggeloopciij was u ziok?'1
4 Z«, ',:Won, mij scheelt niets. Het kwam al-
leen.;:"."! -
gfij'j a*k moot u uit naam van hom zeggen,
KAMERPLANTEN IN DEN WINTER.
In de maand October moet alles, wat
niet tegen vorst kan, binnengehaald wor
den, om op een geschikte plaats te over
winteren.
Alle tropische planten moeten een ver
warmd vertrek hebben, maar kunnen in
den regel toch niet tegen droge lucht.
Daarom zet men bijv. nooit palmen te dicht
hij een vulkachel of ander verwarmingstoe
stel. Waaierpalmen moeten er zoover mo
gelijk van af blijven. Deze kunnen zelfs
in den zomer al slecht tegen de kamer
lucht, waarom men ze dan, althans
's nachts, liefst buiten zet om van den
vochtigen dauw te profiteered Ook houden
zo veel van een warmen, zachten regen.
Maar wanneer ze in huis komen, begint
het lijden. De punten verdorren, de jonge
bladeren komen steeds langzamer uit en
krijgen al kleiner 'en kleiner stelen, zoodat
twi slotte do bladeren bijna zonder steel
uit den grond schijnen te komen.
Dan begint men gewoonlijk moer watei
te geven, meestal zóó uit de kraan, en in
eens „doen nu de palmen zoo raar,"1 ze
sterven. Bij onderzoek blijkt u, dat de wor
tels ziek zijn. v
Waaierpalmen moeten niet begoten wor
den, vóór de bovenaarde van een bloem
pot 1 e.M. diep droog is, en dan moet
het nog de temperatuur van 80 gr. Fahr.
hebben. Voor zieke is minstens 100 gr.
vereischt.
De bloemisten geven ze „een warmen
voet";, n.l. ze planten ze met pot en al
in warm zand. In den zomer kan men dat
in den tuin navolgen met broeiend gras
(gemaaid of geknipt), en daarna in den
grond gebracht. Hierop kan men bijv. ook
Musa's (Banane of Pisang) gemakkelijk doen
groeien.
Laat in uw kamers water stoomen, tot
dat uw hygrometer voldoende hoeveelheid
waterdamp in de kamerlucht aantoont.
Den jongeren bladeren vooral moet men el-
ken dag wat lauw water geven, zonder
de aarde van den pot nat te maken. Voor
de andere is het toch ook wenschelijk z-
minstens eens per week tusschen twee spon
sen af te nemen met lauw water.
Veel dankbaarder toonen zich in de ka
mer de ICentia belmoriana en do Kentia
Forstinniana, de sterkste'kamerpalmen die
wij kennen. Zelfs in een betrekkelijk warme
woonkamer, in een vrij duisteren hoek,
kunnen zo 't bij goede verzorging en eiken
dag begieten dor jonge bladeren heel lang
uithouden. Omdat het ook in 't belang van
uw eigen gezondheid is, do lucht matig
vochtig te houden, ,doet gij er echter ook
voor uw palmen veelbeter aan, zelfs dezen
sterken soorten matig vochtige lucht en
geen grooter warmte dan 65 gr. Fabr. te
geven.
Ficus elactica en eenige andere krijgen
plaats in dezelfde kamer. Uw Cactussen en"
Aspedistia's nemen de warmste, droogste
plaats voor lief, ook Agave's en Aloe's.
In den winter hebben ze al heel weinig
water noodig. Bonte Aspedistra's moeten
het warmst staan. De bladeren moeten
ook hier tweemaal 's weeks worden afge-
sponst.
Aspedistra's worden dikwijls koud ge
houden en Palmen en Ficussen ook. Ze
krijgen dan echter zieke wortels. In de
warmte houden, ze het veel langer uit,
als de lucht maar, niet te droog is.
Araucaria's hebben rs zomers 't liefst een
schaduwrijke plaats buiten, 's winters in
een kamer op het noorden, waar niet ge
stookt Svordt van beteekenis, doch waar het
toch vorstvrij is. In een niet te koude
vestibule slaan zo ook heel goed. Geef zo
's winters vooral lauw water.
Asparagussen (Sierasporges) moeten juist
ook zoo'tr plaats hebben, doch zijn niet
bang voor zonneschijn. In den zomer moe
ten ze ook buiten staan, doch nu nemen
wij zo in. Vooral veel licht en weinig wa
ter. Laat uw rozen gerust staan tot de
vorst flink begint te rijpen en bind zo liever
in met sparrelakken dan met stroo, waar
door ze venveokelijken ipn soms verrotten.
Rhododendrons moeten een beschutting
rondom de planten of het - bed hebben,
niet er over'been. Span er matten of zeil
doek om. Doe 'dit ook met Hydrangea hor-
tensis, de gewone 'Hortensia. Deze sterft
niet van de vorst, maar de nu goed afge-
rijpte takken, welke het, volgend jaar moe
ten bloeien, vriezen licht af.
Do winterharde, grootbloeniigo Hydrangea
paniculata grandi flora heeft dit niet noo
dig.
GOEDE EN SLECHTE VOORTEEKENS.
Do bruid, die een spin op haar trouw
japon vindt, kan zichzelf als gezegend be
schouwen.
De braid, die den nacht vóór haar hu
welijk van feeën droomt, zal driewerf ge
zegend zijn.
Als de bruigom een kleine paardenhoef
in zyn zak draagt, zal hij altijd gelukkig
zijn. 1
Huwelijken op een vaartuig gesloten, zijn
altijd ongelukkig; trouw op het land, of
trouw in het geheel niet.
Geen Kruid of bruigom mag men een
telegram geven als zij op weg zijn naar
do kerk. Het is' een slecht voorteeken.
•'Als de trouwring gedurende 'de'huwelijks-
pleclitigheid valt, mocht de bruid wenschen,
niet geboren tezijn," want ze zal altijd
tegenspoed hebben.
Kus een bruid na de huwelijksvoltrekking
en vóór de jonge echtgenoot in de gele
genheid geweest is het, te doen, en ge zult
een uitstekend jaar hebben.
Meisjes, die verlangend zijn in het huwe
lijk to treden, moeten-bet water, waarin
zij het vaatwerk zullen wasschen en dat
lot het kookpunt verhit is, Hink laten af
koelen, vóór zij het gebruiken. Het betee-
Kent, dat zij 'in langen tijd niet zullen
trouwen, als zij borden in zulk heet water
willen wasschen.
Zoo de bruid, wanneer zij op weg is
naar het station om zich' op de huwelijksreis
le begeven, toevallig een doodkist ziet, dan
moet zij bevel geven om naar huis terug
te gaan en opnieuw vertrekken, want anders
zou ze zeer ongelukkig zijn.
DROOMUITLEGGINGEN.
Als ge droomt, dat ge een vogelkooi in
uw hand draagt, reken er dan op, dat
ge spoedig getrouwd zult zijn, en is er
een vogel in de kooi, dan zal het zijn
met iemand, dio reeds vroeger getrouwd
is geweest.
Als ge droomt, dat ge lekkere koekjes
eet, kondigt dit de nadering aan van een
heugelijke gebeurtenis, waaibij ge veelplei-
ziei zult hebben.
Het is een zeer ongunstig iets van kat
ten te droomen, daar het op verraad en
bedrog wijst. Als een jong meisje van
katten droomt, kan zij er zeker van zijn,
dat haar minnaar haar bedriegt; en als
het een jonge man is, kan hij er zeker
van zijn, dat zijn aanstaande vrouw een
slecht humeur heeft.
Van een klok te droomen, wijst onder
alle omstandigheden op een begrafenis van
iemand, dien men zeer liefheeft.
Droomt ge van koken,' dan wijst dat op
een huwelijk; 't kan ook zijn op onver
wacht succes in zaken.
Te droomen van dansen, wijst op goede
tijding en veel genoegen. Het kan ook zijn
bet verkrijgen van eigendommen, of het
gelukkige huwelijk van twee beminden.
NIEUWTJES VAN HER EN DAAR.
Een enorme paarl, van volmaakten vorm,
ter waarde van 72.000 gulden, is
gevonden in de paarlvisscherij te West-
Australië en naar Groome gebracht, van
waar ze naar Engeland verscheept zal
worden.
Een Italiaansch' ingenieur heeft oen cine
matografisch toestel uilgevonden, dat ver
bonden kan worden met voorwerpen, die
gemakkelijk te stelen zijn, op die wijze,
dat, zoodra een persoon de hand er op
legt, al zijn bewegingen gefotografeerd wor
den.
De lieer Robert Young, die onlangs te
Edinburg stierf, was wijd en zijd bekend
als verzamelaar van paardenhoeven. Heele
rijen hoeven, waarbij er nog waren, die
dagteekenden uit den tijd der Romeinen,
hingen langs de wanden, van zijn winkel.
De toeloop van Edmond Rostand's
„Cliantecler", in het Theater van de Port-
Samt-Marlin, is eindelijk tot een eind ge
komen. Men is er mee begonnen op den
6den Februari en na dien tijd is het 322
maal in Parijs gegeven en meer dan 500
maal in de provincies, terwijl de ontvangst
op 1,800.000 gulden geschat wordt.
Men schat, dat do zaak Crippen aan de
Engelsche politie meer dan 30.000 gulden
gekost heeft. Het aantal telegrammen naar
de couranten van de Vereonigde Staten
overtrof dat van eenigen anderen mooid.
Jenny, een paard te Philadelphia, dat
51 jaar oud is, loopt nog voor den ploeg,
Gedurende zeven on veertig jaar is hij
in het bezit geweest van zijn tegenwoordi-
gen eigenaar, John Unrah. Hij doet zijn
diensten nog zoo goed, dat hij menig paard,
dat veel jonger is dan hij, kan bescha
men. Behalve dat zijn rug veel hoeft van
dien van een kameel en enkele bosjes grijze
haren, is Jenny nog heel goed voor zijn
jaien. Zijn oogen zijn helder, hij staat goed
op zijn poolen en Hoeft een merkwaardigen
eetlust.
In Londen weid onlangs een exemplaar
van de zeldzame eerste folio uitgave van
Shakespeare's tooneelspelen, in 1623 uit
gegeven, gekocht door den heer Quaritch
voor 124,000 gulden. Drie jaar geleden werd
h'clzelfdo exemplaar voor 30.000 gulden
veikocht.
ANECDOTEN.
„Mama, hebt u een zwarte nachtjapon
gedragen toen tante Marie dood Lwas?'1
„Wel neen, kind!'1
„Maar, moe-je, was u 's nachts dan niet
zoo bedroefd als* overdag ?'V
De' uitgever van een klein blad, h'et over
lijden 'besprekend van een rjjken stadgenoot,
zegt o. a.-
„Hij is gestorven, betreurd door een
grooton kring van vrienden, en een weduwe
aciilerlatend even ontroostbaar als iedere
Wedutvo moot zijn, die in het onbetwist
baar bezit komt van 60.000 gulden per
jaar. Meer dan twintig! jonge mannen heb
ben haar brieven van rouwbeklag gezon
den."- 7 - w
Hij was haar „alles"! op deze wereld,
en deed alles wat ze maar kon om hem
aan te moedigen. 1
„Wist je wel,"| vroeg hij, „dat ik gisteren
avond je huis ben voorbij gekomen?"
„Natuurlijk/1 antwoordde zij dadelijk.
„Denk je dat ik je stap niet zou ken
nen
En de jonge man werd stil en ernstig,
want hij passeerde in, een rijtuig.
De hoofdopzichter van een krankzinni
gengesticht liep eens door den tuin van
de inrichting een paar weken na zijn aan
stelling, toen een van de verpleegden naar
hem toekwam en zijn h'oed afnemend, uit
riep -
„Wij mogen u allen veel liever dan den
laatste, mijnheer."'
„Zoo,"» sprak de nieuwe beambte ge
vleid, „en mag ik vragen waarom?"'
„Wel, mijnheer!"' antwoordde de krank
zinnige, „u ziet er meer uit als een van
ons."1 i
Een dorpspredikant bracht op zekeren
dag bezoeken bij zijn gemeenteleden, onder
wie ook een oude, babbelachtige vrouw
was, die altijd wat te klagen had. Nauwe
lijks had de dominee een stoel genomen, of
zij begon met h'aaii gebrom.
„Ik begrijp niet/l sprak do dominee,
„dat je nu altijd, wat te klagen hebt. Om
te beginnen zijn je aardappelen de beste,
die ik in het h'eele dorp gezien heb.'!
„Ja,"' antwoordde de vrouw, „maai- hoe
kom ik nu aan de slechte "voor de var
kens?^
„Oom, waarom neemt u toch' altijd een
hond mee, als u op, de jacht gaat?"1 vroeg
een kleine jongen. „Bent u soms bang van
do konijnen?"1
Sergeant: „Zeg eens Smith', heb je er
eenig idee van, hoe langzaam, en dom je
bent?'i
Recruut: „Dat weet ik niet."'
Sergeant: „Naetuurlijk weet je dat niet;
maar bij jou vergeleken is een Egyptische
mummie nog levendig."1
ENGELAND'S VERDEDIGING.
De Duitsch'e stafofficier schudde het
Koofd. 1
„Neen,"» sprak hij tot de vergadering
„wij zijn er niet op voorbereid om een
inval in Engeland te doen/1
De veteraan, generaal Klein, keek ver
baasd.
„Maar we hebben tocli de vlootI'1 riep
hij uit.
„En ons groote leger I"1
„Ja!"'
„En de onderzeesche booten en de lucht
schepen!"'
„Allemaal waar."!
„Wij weten dat de Britsche vloot ver
spreid is en het leger niet voorbereid. Waar
om zouden we aarzelen?"1
„Ge vergeet de suffragettes,'1 zei de staf
officier. J
B. Was van een bruiloft gekomen en
vertelde er alles van aan zijn vriend.
„Het was heel aardig/I sprak bij.
„Zoo, en had je een lekker diner?"1 vroeg
zijn vriend.
„Diner, een lekker diner? Nu, dat zou
ik denken,"! riep B. uit. „We hadden een
heerlijk diner, en er was een aardige juf
frouw en die zong, terwijl we aten: „Leg
wat terzijde voor den ouden dag"j, en ge
loof me, vóór zij het tweede vers geëindigd
had, waren alle zilveren lepels verdwenen,"1
NOG EEN KLANT.
Mijnheer August L,, die er deftiger' uit
zag dan ooit, kwam bij den kleermakei
binnen, en werd ontvangen door den pa
troon zelf, die hem glimlachend tegemoet
kwam.
„Mijn zoon heeft me verteld," sprak mijn
beer August, „dat gö hem hebt toegestaan
zijn rekening drie jaar uit te stellen, daar
om ben ik hier gekomenV
„0, maar mijnheer," viel do kleermaker
hem beleefd en buigend in de rede, „er
is werkelijk niet de minste haast, dat ver
zeker ik u."
„Dat weet ik,"1 antwoordde de deftige
heer ernstig, „en daarom' kom ik u zeggen,
dat ik voortaan mijn kleeren ook bij u
laat maken."1
VOOR DAMES,
MODE.
Het tegenwoordige mantelkostuum be
staat in de eersto plaats uit een rok van
vier banen, wel te verstaan, vóór- en ach
terbaan en twee zijbanen, die tamelijk recht
geknipt zijn; aan de zijbanen worden aan
beide kanten vier kleine patten aange
knipt, welke van knoopsgaten voorzien en
een weinig rond bijgeknipt worden. Deze
patten dienen om de zijbanen als het ware
op de vóór- cn achterbaan vast te knoo-
pen. Die knoopen kunnen zoowel van zwart
tros zijn' als van staal, of wel fantaisieknoo-
pen. Het tamelijk, korte manteltje behoort
half aangesloten te zijn en wordt met Uvoe
knoopen gesloten, terwijl de schootdeelen
van onderen in smallen vorm zijn weg
gesneden. De kraag en rovers van fluweel
behooren mot een biesje van de stof to
worden afgewerkt. In grijze en bruine che
viot zijn deze kostuums niet zoo kostbaar'
en zeer practisch', daar men ze bijna h'et
heele jaar door kan dragen; wanneer men
zich bovendien van een flanellen blouse
en één zijden blouse in dezelfde kleur voor
ziet, is men voor de meest voorkomende
gevallen gekleed.
Gekleeder dan grijs of bruin zijnde tail
leur-kostuums van blauw en zwart laken.
Men moet over het algemeen als maat
staf aannemen, dat de rokken een onder-
wijdte van drie meters moeten hebben,
daar men die wijdte noodig heeft ombe-i
hoorlijk te kunnen loopen. De meer ge-
kleede kostuums zijn ^natuurlijk samenge-
stelder en meer gegarneerd. Men versiert
ze met soutache of wel randen van flu
weel, satijn of bont, tres en knoopen.
Vooral de bontgarneering wordt dit sei
zoen veel aangewend; des te meer ia
het raadzaam' zeer zuinig te wezen met
oude moffen, bont-colliers, enz., daar 'de
bontprijzen zeer stijgen. Uit ouderwetscho
en half versleten boa's kunnen misschien
nog smalle garneerrandjes gesneden wor
den. Uit een mof kan een toque of rand
voor een hoed vervaardigd worden, of
ook is die meestal te benutten voor een
mantelkraag.
Wanneer men een voldoenden voorraad
bont heeft, verdient het aanbeveling, een
groote, platte mof te vervaardigen van
do kleur van het kostuum! en te gar-,
necren met twee randen kant. Deze mof
fen zijn op 't oogenblik zeer mo'dieus.
Voor avondtoiletten kunnen do modis-
ten haar fantaïsie den vrijen teugel laten,
en men "ziet dan ook' zeer vreemde com
binaties van kleuren. Men ziet bijv. groen
voile tusschen 2 lagen oerise-roode zijden
chiffon; blauw chiffon, goud tuleen daar
over lila-gaas gegarneerd.
Zelfs de rouwtoiletten hebben groote
veranderingen ondergaan, want droeg men,
vroeger voor zwaren rouw dof eachemiro
met randgameering van Engelseh krip, dat
is nu geheel veranderd, of, beter gezegd,
juist omgekeerd.
De rokken bestaan nu van onderenu"t
cachemire, terwijl het bovendeel uit En
gelseh krip is samengesteld. Het schou
derstuk moet dus van cachemire zijn. Wan
neer zulk een toilet een mantelkostuum,
is, moet de mantel juist het krip dekken.
In den eereten tijd is bij den rouw.
bont niet geoorloofd, daarna kan men,
slechts het kostbare persianer of astra-
can dragen.
YOOR KINDEREN.
TRUITJE EN HAAR GROOTMOEDER.
Vrouw Brink woonde met baar kleindoch
tertje Truitje op een klein bovenkamertje,
want het kind had haar oudere al vroeg
verloren. Haar grootmoeder, die weduwe
was, woonde alleen en vond het heel ge
zellig om Truitje hij zich' te hebben.
VrouW Brink was een arme vrouw, die
mot breien den kost moest verdienen en
toen Truitje nog klein was en schoolging,
kon ze grootmoeder maar weinig helpen.
Ze was een zwak meisje en dikwijls ziek;
daardoor verzuimde ze vaak de school en
bijgevolg ook de handwerkles.
Toen ze twaalf jaar was, ging zo van
school en kon toen nog niet eens goed
een kous breien.
Grootmoeder zei: „wat ben je eigenlijk
nog een dom, meisje, ik zal je eens gauw
den grooten en kleinen biel en den teen
leeren breien. Ken je die, dan goed, dan
kan je grootmoeder met breien helpen en
kunnen we samen den kost verdienen; je
bent toch' wat zwak om te dienen.
[Toen ging Truitje lederen dag vlijtig naast
grootmoeder zitten breien, en weldra kende
ze bet als do beste. Ze hielp grootmoeder
zooveel ze maar kon, en die twee had
den samen een genoeglijk leventje.
,Tweo jaar zijn voorbijgegaan. Op zeke
ren nacht werd Truitje wakker door een
vreemd geluid uit grootmoeder's bed. Ze
sprong op en ijlde naar haar grootmoeder
toe om te zien, wat er was. Daar lag
grootmoeder, in ijlende koorts. Truitje
liep gauw naar de vrouw, die beneden
woonde, en vroeg of ze eens gauw naar
den dokter wilde gaan, omdat grootmoeder
zoo ziek was.
De dokter kwam en zei, dat grootmoeder
een zware kou, gevat had en longontste
king had gekregen.
Grootmoeder was nu erg ziek en kon
dus niets doen. Nu moest Truitje alleen
al bet werk verrichten, grootmoeder op
passen en nog breien. Dat was wel wat
veel voor een meisje van 14 jaar. Do
eerste paar weken ging liet nog wel, om
dat ze wat opgespaard hadden; doch dat
geld was .spoedig verteerd aan drankjes
en den dokter. De huishuur moest ook op
tijd betaald worden, zoodat Truitje niet
wist, waar ze het geld vandaan moest
halen. Ze keek eens om zich' heen en zag
daar den mooicn spiegel on het klokje,
waar grootmoeder altijd zoo trotsch op
was.
Een gedachte schoot haar door het
hoofd. „Als ik die eens verkocht, dan wa
ren we in de eerste paar weken geholpen/1
Het Was eon zware strijd voor haar, maar
het kon niet anders, ze moest geld heb
ben.
Do opbrengst van den spiegel en het
klokje was voldoende voor twee weken
huur. I
i
i.
q
5-
r-
n
1-
te
'o
lfc
e-
Al
al
k
s
d
i
ti-
u
ii
ik
at
10
El-
J
d-
»n
ai
n-
w
jS-
ad
•ol
li-
at
3
en
en
10
de
on
or
en
Ier
iet
iet
x>t
en
?e-
1 tlr
s
de
lat
4de
en
'AA
i]d
of
ter
te
no
en.
aat
ber
de
ten
,ste
ne-
ïet-
och
aar
hot
■en-
als
al
/re-
ge
ler-
hij
XI IJ
„Ja."
Jt H'fi