laden van het overwicht, onverminderd
do straffen, op de overtreding bepaald."
Kunst en Wetenschap.
Naai- men ons! mededeelt, 'zal do Hol-
landia-Drukkerij te Baam, bekend door de
broohurem-eek&en „Pro en Contra", „,Lo-
yeatsvragm", „Kerk ein Seote" en andere,
in het jaar 1911 wederom eenige nicu,we
reeksen aanvangen; dn wol i,n de eerste
plaafs een serie geschriften, beschrijvende
de voornaamste „Groote Godsdiensten".
Modewerking werd o. a. toegezegd door
Dr., P. A. Ai. Booser. Prof. Dr. B. D, Eerf,-
rnans, Prof. Dr. A. W'. Niouwonhuis, Prof.
Pr. C. Sp.oxick Rurgronje, Prof. Dr. J. S.
Spoijcr, Dr. JJ, AV;. de Visser, Dr. J.
Vurtheqm,
Voorts een reeks onder den titel: „Uit
Zenuw- dn ZieWeven", waarin „Uitkom
sten van Psychologisch Onderzoek", op
voor d,en ems tigen en ontwikkelden leek
verstaanbare wijze zullen worden bohan-
deld. Als schrijvers der verschillende mts.
kunnen reeds genoemd worden: Dr. P.Bie-
rans de Haan.J. van DeVontor San.
Prof. Dr. G. Jelgersma; Prof. Dr. E, Wier-
sma, Prof. Dr. C.' Wimkler e. a.
Verder een reeks: „De Protestantsoho
Zending", onder modowerking van vele
specialiteiten op zon dings gebied, en ten
slotte een in '10 nrs, complete serie han
delend over „Schoolhervorming", waaraan
tal i van bekende onderwijsmannen hun
steun zullen vorleenen.
Luchtvaart.
Wat ze gewonnen hebben 9
liet jaar 1910 spoedt zich ten cindo. De
tijd tot hot opmaken der balans nadert.
Op vlieggebied is er zeer veel te boeken.
Een dertigtal dcxxlen, allen gevallen in dienst
der aviatiek, deels de mceslcn dooi'
eigen schuld, onvoorzichtigheid, de anderen
door een noodlottig ongeluk omgekomen. Be
halve dat is er in 1910 op luchtvaartgebied
heel wat bereikt, is de techniek weer heel
wat verder gekomen. En met spanning vraagt
men zich af: Wat zal 1911 ons brengen?
Nog is 't jaar niet ten einde, nog staan
ze bij tientallen klaar de wakkere strij
ders om een of anderen prijs to veroveren,
met den dag wordt de kans echter verkleind.
Wijnmalen's kansen om als overwinnaar uit
den eerlijk gewonnen strijd te treden, stijgen.
Een rekenaar is tot do slotsom gekomen,
dot door de gezamenlijke vliegas alleen in
1910 ruim 2| millioon gulden is verdiend.
ITot Frunsch vaktijdschrift „L'Aérophil" be
vat een lange lijst van, namen met cijfers,
waarvan wij hier de voornaamste laten vol
gen
Louis Paulhan 410,262 francs; Léon Mo-
rane 26-1,899; Hubert Latham 262,159;
Henry Boggier 261,500Géo Chavez
246,366; Alfred Leblanc 16 1,000'; Henry
Farmair 116,950; Legagneux 89,494; Van
'den Bom 88,697; Charles Dickson 86,146;
Effimof 83,557Glenn Curtiss 83,000
Gattaneo S0,464; Comte Lambert 62,400;
Aubrun 61,300'; Brook in.s 57.000; Mé trot
56,000; Wagner 55,270; Olieslagers
51-OG'OHamilton 50,000; Johnstone
47,500; E. Simon 46.650: Louis Blériot
42,000 Drexel 42,000Alfred Hammon
37,500; Thomas 27,000'; Nikolaus Kinot
27,125; E. Dubonnet 27,571; B. Martinet
25,400Tissandier 24,900M. Hanriot
22,977 Audomars 21,971Kuiler 20,748;
Mnmet 20',000 Duray 19,940 Christaens
18,789; Pniletto 17,147; Lebion 17,000;
Fiseher 17,000Labouchère 16,700Wey-
iraum 16,300; Croehon 16,000; Popoff
15,500; Lesseps 13,500, Benaux 13,000';
A.ndré Froy 11,690; Balsau 11,500; Mac
Ardlc 11,250; Bregi 10,700; Bielvouoic
10,150; Julloret 10.080 en Tyck 10.000 fr.
Voornamelijk werden deze bedragen in
Frankrijk gewonnen. Ir. Duitseliland werd
van 1 Sept. 1909 tot 1 Nov. 1910 241.500
Mark aan prijzen uitgeloofd.
Als men al deze bedragen zoo loost, dan
zou men geneigd zijn do vliegerij een pracht-
vak te noemen. Gaan we echter eens na,
'dat Kiiller op de lijst voorkomt met 20.748
francs aan gewonnen prijzen, d. i. ruim
10,000 gulden, en wanneer wc dan nog we
ten, cfat onze landgenoot er tot nu toe
50,000 gulden uit zijn eigen zak heeft bij
gelegd, dan late men zich door deze hooee
sommen, die wij slechts ter wille van do cu
riositeit gaven, niet overbluffen. Hot is en
blijft, niet alleen een zeer gewaagde, maar
bovendien ook een uiterst 'dure liefhebberij
Aangezien Wijnmalen nog nooit, behalve
ParijsBrussel en terug, in het buitenland
aan wedstrijden deelnam, komt hij niet op de
lijst voor. Voor het hoogte-record bestaat geen
prijs. Dat deed hij louter voor zijn pleizier.
Koloniën.
Itampokpartlj op Helvetia
Do kedeh op do onderneming Helvetia
der Deli Maatschappij heeft, Vannacht, lezen
wij rin de „Deli Ct." van 5 Nov., bezoek
gehad van ecu rooversbende, bestaande uit
circa 20 Tsjoetsjoes, die bun gezichten
zwart hadden gemaakt. Als ben ijs van de
brutaliteit der roovcra, die hun bedrijf onder
den look van Medan uitoefenden,, dienc, dat
ter linker- en ter rechterzijde de kcdeh
wordt begrensd door bewoonde assistenthui
zen dat op, 2ff depa afetand het. Chin, kong
siehuis i staat, terwijl de politiepost 5 mi
nuten gaans ligt.
De dieven verschaften zich toegang, door
een geheelen wand der kndeh weg te breken.
De eigenaar en zijn krani werden vast
gebonden, terwijl de dieven hun slag sloegen.
Ontvreemd werf aan goederen, opium en
contanten voor een bedrag van f 1150, waar
van voor 230 aan kopergeld.' De bende
trachtte ook nog do brandkast te forcceron,
echter zonder resultaat; alleen de knop werd
afgebroken.
Toen er niets meer to halen was, trok de
bende af. Eigenaar en krani maakten daar
op nog wel alarm, maar toen hulp kwam
opdagen, waren de vogels al ver weg en
builen het bereik der vervolgers.
De politie doet ijverig onderzoek,"
ALLERLEI.
DE KAPPER. VAN KEIZERIN EUGENIE.
In het jaar 1856 woonde op de plaats
do la Madeleine, to Parijs, een knappe
dameskapper, Leroi genaamd, die er voort
durend op zon, bijzonder in zijn vak uit
te blinken en zijn collega's de loef af te
steken.
Langen tijd wilde hom geen middel in
vallen, maar eindelijk kwam een gunstig
toeval hem te hulp. Onder zijn klanten had
hij datnes van hoogen adel, o, a. gravin
M., een gunstelinge van keizerin Eugenie.
Toen hij op zekeren dag in de vooi kamer
van deze damo wachtte, verstond hij ta
melijk duidelijk, hoe in de kamer ernaast
do gravin halfluid tot haar kamenier zei:
„Nu moet ik nog een Kalf uur onder de
handen van Leroi doorbrengen; Kot is toch
lastig, dat'je niet kunt kappen."
„O, ik kan het wel," antwoordde het
meisje.
„Maar lang zoo goed niet," viel haar
meesteies haar in de rede.
„Dat is zoo, mevrouw. Maar eigenlijk
treft men in geen enkel voornaam huis
een kamenier aan, die zoo goed kan kap
pen als een dameskapper. De hoeren heb
ben bun vak jarenlang bestudeerd eu heb
ben niets anders te doen.
„Daar bob' je gelijk in," antwoordde de
gravin zuchtend, en daarom zijn we ge
noodzaakt, doze met hun handen, mot welke
zo juist een ander gekapt hebben, ons haar
to laten omwoelen."
Dit afgeluisterde gesprek bracht denver-
nuftigen Leroi op een goeden inval.
Nu werf hij1 evenwel bij! de gravin go-
ïoepon en kapte haar zeer goed en sier
lijk, Nadat zij zich in den spiegel bekeken
had, vcrklaardo zij, dat zij zeer tevreden
was.
Den volgenden keer" zou zij nog tevrede-
ner zijn,'want nog dienzehden dag kocht
de kapper eenige dozijnen der fijnste en
zachtste gele glacó-handschoenen, die toen
in de mode waren.
Reeds na verloop van ccn Week moest
hij de gravin weer kappen. Toen hij zijn
werk zou beginnen, tiok hij een paar
nieuwe handschoenen aan, en deed zijn
werk evengoed als vroeger.
„Dat is iets nieuws!" riep de giavin
veuast uit.
„Mevrouw" antwoordde hij, „ik heb dit
bedacht, omdat ik meende, dat dit voor
de dames aangenamer zou zijn."
„U bent een genie, mijnbeer Leroi, en
met zulke uitstekende idoeen kan hot niet
anders of het moet u wel goed gaan."
Bij zijn andere voorname damcsklantcn
deed hij evenzoo. lederen keer gebruikte
hij een paar nieuwe handschoenen, welke
do dames natuurlijk betalen moesten, maar
zo deden het met genoegen.
Ook keizerin Eugenie hoorde van liet
nieuwtje. Zij liet hem bij zich komen, om
zich met zijn van handschoenen voorziene
handen te laten kappen, en benoemde hem,
daar zo buitengewoon, tevreden over hem
was, tot haar hofkapper.
Voortaan had hg' haar mooi haar altijd
onder zijn toezicht. Reisde de keizerin
naar- Compiègno, naar Büuiitz of waar
ook, overal heen moest Leroi haar verge
zellen. Hij kreeg een bijzonder goeden naam
en verdiende veel geld.
't Aardigste van liet geval is, dat de
keizerin zicli nooit meer heeft laten kap
pen, dan door een kapper met handschoe
nen aan.
EEN ZONDERLING DUEL.
In het noordwesten van Spanje vormt
de rivier do Bnlasoa de grensscheiding
tusschen Spanje en Frankrijk. Op het mid
den van de brug behoeft men dus maar
éón stap te iloen om van den oenen staat
in den andere te komen.
Deze omstandigheid maakte men zich
ton nutte bij een duel op een tijd, dat de
wetten in zake het duel in beide landen
zeer stieng gehandhaafd weiden. Een jonge
Franschman had een dito Spanjaard uit
gedaagd op don degen, eu de laatste nam
do uitdaging aan, op voorwaarde, dat het
duel zou plaats hebben op de Bidasoabrug,
omdat zij dan het best de zware straffen,
welke op die overtreding stonden, konden
ontgaan. De Franschman zou zich namelijk
op -Spaanschen en de Spanjaard zich op
Franschen bodem begeven.
In bijzijn van vele nieuwsgierigen had
het duel plaats. Aan beide zijden werden
er eenige degenstooten toegebracht.
Nu stond de zaak zoo: De Franschman
kon in zijn vaderland niet ter verantwoor
ding geroepen worden, omdat hij in Spanje
geduelleerd had, en de Spanjaard kon ver
klaren, dat de zaak in Frankrijk was af
gehandeld. Beiden konden dus niet in hun
eigen land strafrechterlijk vervolgd wor
den.
Daar het destijds in Frankrijk, noch in
Spanje aan strijdlustige heotkoppen ont
brak, 'scheen de Bidasoabrug ben een ge
schikte plaats 4oe, om' hen voor oen ge
rechtelijke vervolging te wrijwaiem Doch
do rogceringon van beide landen werf'en
er opmerkzaam op gemaakt. De grens
wacht, zoowel als de tolbeambten, kre
gen strenge bevelen, om', wanneer er weer
dergelijke duelschaudalen - op de brug
mochten plaats hebben, ze desnoods met
gewold 'te voorkomen.
En zoo gebeurde het ook.
DROOMUITLEGGING.
Het is altijd "een goed teeken van dia
manten te droomon, daar het rijkdom en
succes betcekent. Voor den verloofde is
het het bewijs, dat zijn meisje lief en
waar is. j j j j
Als ge droomt, dat ge uit diaeeren gaat,
wees er dan van overtuigd, dat ge teleur
stellingen zult ondervinden, juist in iets,
waar ge naar verlangd hebt. Het voor
spelt ook ©en ongelukkig huwelijk'.
Als go droomt van een ongeluk, zult go
h o ore,n van een huwelijk. Als ge droomt
van een ongeluk op zee, kunt ge er staat
op maken, ongelukkig te zijn in de liefde.
Wanneer een jong meisje droomt van
een kloedingstuk, is -het het bewijs,- dat
haar verloofde haar gaarne mooi gekleed
ziel, en meer geeft om een mooi toilet
'da,n om een goed karakter.
Droomt ge va.n vlierbesson, dan wijst
dat op ziekte, en ook dat de droomer
spoedig in <len rouw zal moeten gaan.
Te droomon van hermelijn, beteokentdat
de droomende persoon tot groote eer en
aanzien zal komen.
Wanneer go droomt, dat ge fabels leest,
betcekent het, dat go een geheimen vriend
hebt, die, voor u onbekend, steeds iets
goedis voor u doet
Wanneer ge droomt, dat ge een aantal
vreemde gezichten, ziet, wijst dat op een
verandering van woonplaats en een reis
met den trein. Ziet ge daarentegen be
kende gezichten, dan zult ge spoedig een
uitnoodiging ontvangen voor een brui
loftspartij. -
Te droomon van een hongeren och is
heel ongelukkig. Het is altijd een voor-
looper van verdriet, moeilijkheden en
twist
Als een jonge» dame droomt va.n een
Waaier, kan zij er zeker van zijn, dat
haai' verloofde zeer onstandvastig is, en
nagegaan moet worden.
NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR.
Te Cioydon werd onlangs een bazar ge
opend door de afwezige „vrienden". Hun
toespraken werden door de fonograaf ge
leverd.
Do geestelijke E. Lepkin, te Oudtshoom
in de Kaapkolonie, heeft gemaakt cn aan
den koning aangeboden een merkwaardig
portret in woorden van koning Edward.
De lijnen, die de teekening vormen, be
vatten omstreeks 85.000 woorden, zijnde
de geheelo geschiedenis van den over
leden koning.
In een rommelkamer op hot landgoed
van den prins van Parma, te Sehwaizau,
bij Weenen, heeft men een oud schilderij
van Velasquez ontdekt. Men veronderstelt
dat 't het portret is van koning Filips den
Vierde, als ruiter voorgesteld, wat destijds
de algemecne bewondering wekte. Een En-
gclsch kunsthandelaar heeft het schilderij
voor oen klein millioen gekocht.
De koning van Spanje heeft bepaald, dat
de muziek in 't vervolg door het rijk, als
behoorende bij cle kunst, gesubsidieerd zal
worden. Do som van 24.000 gulden is uit
getrokken voor prijzen de helft voorliet
beste orkest, dat in de eerstvolgende twaalf
maanden tien concerten zal geven, op wel
ker programma's één stuk van een Spaan
schen componist moet voorkomen, en de
andere helft ter aanmoediging van Spaan-
scho musici.
Een nieuw soort aanklacht wegens las
ter had onlangs plaats to Neaga, Illinois.
De pasfoor noemde onlangs in een gebed
gedurende den dienst den naam van een
zijner parochianen, en bad, dat cle mis
daden van dozen man vergeven zouden wor
den. De parochiaan heeft een eisch tot
schadeloosstelling ingediend, daar hij vol
houdt, dat de woorden, in het gebed ge
bezigd, laster zijn.
Enkele dagen geleden bad er in een
synagoge te Londen oen vreemde gebeur
tenis plaats. Toen namelijk een Joodsch
bruidegom geroepen werd om de wet te
lezen, vielen, er een menigte amandelen,
rozijnen, chocolade en andere lekkernijen
op hem neer. De ambtenaren van de syna
goge cn de bruidegom waren vreemd ver
rast. Het bleek, dat het lekkers gestrooid
was door twee dames van do galerij, die
een oude en in onbruik geraakte Joodsche
gewoonto volgden.
anecdoten.
A.„Zou je denken, dat ik veilig deze
weide Irn oversteken?"
B.„N,. de oude stier houdt niet veel
van roer naar als je wat kalk aan je
neus smeert, zal hij je misschien met rost
laten.'*
Beroemd schilder (boos): „ïk hoor, jong-
mensch, dat ge u er op beroemt, onder
mij gestudeerd te hebben."
-"Jonge schilder (kalm): „Dat deed ik,
mijnheer, en het "is ook zoo gedurende
een maand had ik een kamer onder uw
atelier.
Vriendelijke Italiaansch© hotelhouder (de
hand gevend aan een vreemdeling, die gaat
vertrekken)„Ik wensch' u goede reis, mijn
heer, en ik hoop, dat u niet lastig zult
gevallen worden door rooveisi"
Gast (die in het hotel vreeselijk geplukt
is) „Uw raad komt te laat, mijnheer,
't is al gebeurd."'
Do motorist kwam van onder do kar
vandaan en hijgde naar adem. De behulp
zame vriend, met de oliekan in de band,
kwam naar hem toeloopen.
„Ik heb juist eens flink wat olie in
den cylinder gedaan, Dick, oude jongen,"
zei de behulpzame vriend.
„Cylinder 1" zei de motorist verhit, „het
was de cylinder niet, het was mijn oer!"
„Tk begrijp niets van mijn echtgenoot,
dokter; ik ben bang, dat hij iets vree-
selijks heeft."
„Wat zijn de symptonon?"
„Wel, ik praat dikwijls een half uur
tot liern, en als ik dan ophoud, heeft hij
niet het minste idee *van wat ik gozeyl
heb."
„Maak u maar niet ongerust over uw
echtgenoot. Ik wou, dat ik die gave ook
bezat."
Een oude majoor deed een jong offi-
ciei profiteeren van zijn raad en onder
vinding.
„Luister eens," sprak hij, „dit is nu je
eerste diner, maak niet te ruim gebruik
van de wijnkaraf. En zie je die twee
zilveren kandelaars? Wanneer je er nu
vier zie in plaats van twee, dan is het
boog tijd om hoen te gaan, begrepen?"
„Uitstekend, ik dank u web" antwoordde
cle jonge officier. „Maar zou het niet beter
zijn als u maar dadelijk naar huis ging'
Er staat maar één kandelaar,"
Dominee: „Zoo, Sanders, jij vindt, dat
ons salaris verhoogd meest worden Ik ben
blij, dat je"" zoo'n hoogen dunk van ons
hebt
Sanders: „Ja, ziet u, misschien kregon
we dan knapper dominees."
GE BEHOEFT ER NIET HEEN TE GAAAN.
Een heer, in het politieke leven hoog
aangeschreven, maar zeer slordig opzijn
kleeren, moest eens een minister gaan be
zoeken, en hield een man in de straat aan,
om te vragen waar de staatsman woonde.
„Kunt ge mij ook zeggen, waar mijnheer
L woont?" vroeg hij.
„Ge behoeft er niet Keen te gaan," was
het onverwachte antwoord.
„Maar weet ge, waar hij woont?"
'„Ja, stellig, maar je behoeft er niet heen
te gaan."
Do ondervrager begon boos te woiden.
„Ik vraag je volstrekt niet om jaad, ik
wil eenvoudig maar weten, of ge me ook
kur.t zeggen waar mijnheer L. woonl."
„Jawel, loop dan deze straat ten einde,
en daar moet je wezen, No. 20; maar ik
zeg je nog eens, je behoeft er niet been
te gaan, want ik kom er zoo juist zelf
vandaan, maar mijnheer is al voorzien."
Wat was er nu van het geval?
De heer L. had den vorigen dag in e
der locale bladen een advertentie geplaatst,
waarbij hij een huisknecht vroeg, en de
politicus (althans zoo luidt het verhaal)
begaf zich' onmiddellijk op weg om een
nieuwen hoed te koopen.
VOOR DAMES.
MOiDE.
Do tegenwoordige blouses, 't zij ze een
voudig of meer gekleed zijn, hebben alle de
verbrcedo schouderlijn, want de naad van
do mouw is bepaald uit de monde, zoo-
dat zelfs bestaande blouses of corsages
in dien geest verandeid dienen te wor
den.
Voor blouses wordt zeer veel zwart flu
weel verwerkt met lichte, zijden, stoffen,
of ook wit gase-de-soie, met witte kant,
want het zwart is overheerschend in de
hedondaagsche mode. Dames, die dus in
het bezit zijn van wit to-kanten blouses,
kunnen die heel good opdragen met zwarte
gase oveiblouse, of ook mot een kraag-
en mouwgamituur van witto moiré-zijdo
met zwart fluweel.
Vooral het laatste is heel nieuw; do
kraag moot zijn marine-model, reikt hal
verwege de buste en. wordt met een Ru-
weelen bies afgewerkt.
Zeer nieuw rijn ook de blouses, gemaakt
uit oude cacbemire-shawls, of uit bedrukte
zijden stof, die deze antieke shawls na
bootst Men miaakt een inzetstuk van
liberty-zijde van de meest op den voor
grond tredende kleur der shawl. Dit in
zetstuk. dat tot halverwege de bovenmouw
komt, moet in fijne plooitjes gestikt zijn;
do rest van de blouse is van cachemire.
Verder kan men een verouderde blouse
een tint van nieuwheid geven, door er
een bretel-garnecring van zwart Ru, .veel
op aan te brengen. Vele cfaniés zjjn de
meening toegedaan, dat het niet gekleed
staat, een' gekleed© blouse op den," fok
van een taileur-kosluum te dragen, doch
zij verkoeren in een dwaling], daar de
sleeprokkon bijna niet meer gedragen
worden.
Voor zeer deftige gelegenheden woiden
nog wel kortesleeprokkon gedragen, doch
beslist noodig is het niet. De voetvrijq
rek kleedt jeugdig, terwijl de sleepjapon
altijd iets geposeerds heeft.
De rokken worden weinig gegarneerd;
het dessin van de stof zelf komt hierin
tegemoet; de streepjes-mode leent zich al
bijzonder daartoe. Zeer nieuw bijv. is een
rok van gestreept fluweel of cheviot.
Vóór en achter een gladde smalle baan,
die met dubbele naden op do zijbanen
gestikt is, en van oncieren een 40 cM.
hooge band, die als 't ware vóór- op ach
terbaan verbindt, doch waarvoor men de
streepjes van den rek dwars 'laat loopen,
tenvijl die van de achterbanen in de
lengte genomen zijn.
WENKEN.
Als ge naait, leg dan een stoflaken op
den vloer. Hierop zullen alle draadjes en
snippers vallen, en het kan gemakkelijk
opgenomen en uitgeschud woiden, terwijl
het karpet schoon bbjft.
Zilveren messen en vorken, die gebruikt
zijn bij net eten van haring of ander;
soort sterk riekende visch, moeten geweekt
worden in theebladeren en water, endaar-
na op de gewone manier gewassclien.
Dit zal den onaangenamen smaak of reuk
wegnemen.
Het is aan te bevelen èen beetje azijn
te doen in het water-, waarin de kousen
uitgespoeld worden, na gewasschen te zijn.
De kousen moeten dan gedroogd worden
met den verteerden kant "buiten. Gekleur
de kousen zullen niet verschieten, en
zwarte haar oorspronkelijke kleur behou
den.
Wanneer go papier in cle kachel ver-
biandt, loopt ge gevaar, 'dat cle schoor
steen vlam vat. Om dit te voorkomen,
moet men ballen van het papier- maken
en die met ijzerdraa,d omwoelen. Men kan
zo dan veilig verbranden, en zo zullen
dat langzaam doen, evenals een blok hout.
Hetzelfde ijzeidraad kan steeds weer ge-
biuikt worden.
VOOR KINDEREN.
TRUITJE EN HAAR GROOTMOEDER..
(Slot.)
Na verloop van die twee weken was
Truitje weer even ver. Ze bad die week
nog een paar kousen gebreid, die zij nog
weg moest brengen, maar het geld, dat
zo daarvoor ortvamgen zou, zou toch met
voldoende zijn om een week huur te be
talen. Ze sloeg] oen doekje om en spoedde
zich naar het huis, waar zo haar paar
kousen vorkoopen kon. Onderweg peinsde
ze er voortdurend over, hoe ze aan Het
ontbrekende gold zou komen. Grootmoe
der moest zoo noodig iets voisterkends heb
ben om wat op te knappen, want ze ging
maar niet vooruit.
Ze was zoo verdiept in haai- freuiigo
gedachte, dat ze niet zag of hooide, vivat
er om haar heen gebeurde.
Bij het omslaan van oen hoek der straat,
hoorde ze plotseling oen erg getoeter en
eei' ze wist, wat er met haar gebeulde,
voelde ze oen vreeselijken schok.
Ze was aangereden door een automo
biel.
Bewusteloos lag ze daar neer.
De heer en dame, die m de automobiel
zaten, stapten veischrikt uit en namen het
arme meisje op/-
Toen Truitje tot bewustzijn kwam, lag
ze in oen helder, wit bed. Een paar ang
stige oogen waren op baar gericht. Het
was cle damo van de auto, dio aan haar
bed stond. Deze had Truitje in haar eigen
huis genomen.
„Voel je eigens pijn, meisje?"
„Ja, oveial, mevrouw, maar waar ben
ik?"
„O, je bent in goede handen, maar je
moet me eerst maar eens vertellen, hoe jo
heet en waar je woont."
Toen schoot Truitje al de ellende te
binnen, waaun ze de laatste tijden ver
keerd bad, en zo barstte in èen vreeselijk
gesnik uit.
Eindelijk, wat tot bedaren gekomen, ver
telde ze haar geschiedenis.
Meviouw had erg met haar te doen.
Ze zond dadelijk door haar huisknecht
wat versterkend voedsel aan grootmoeder,
die in groote onrust was geweest over
Tiuitjo's uitblijven.
Ze liet verder een bekwamen dokter bij
Truitje komen en onder diens behandeling
genas zo weldra.
Op zekeren dag houdt'oen net rijtuigje
voor grootmoeder's deur stil. Truitje stapt
haastig uit on vliegt naar boven.
Daar ziet zo grootmoeder in een gemak-
kelijken stoel zitten met oen blij gelaat.
Ze vliegt haar grootmoeder in de armen
en is, e, zoo blij, dat grootmoeder weer
beter is. Tot haar groote blijdschap ziet
ze het klokje on den spiegel weer op
hun oude plaats. Dit alles is bet werk
geweest van 'do goede dame, wier auto
do oorzaak was van hot ongeval met
Truitje. Zo leefden verder tc zamon nog
menig gelukkig jaar on nog vole genoeg
lijke uurtjes werden met elkander aJj breien
de doorgebracht.