laden van het overwicht, onverminderd do straffen, op de overtreding bepaald." Kunst en Wetenschap. Naai- men ons! mededeelt, 'zal do Hol- landia-Drukkerij te Baam, bekend door de broohurem-eek&en „Pro en Contra", „,Lo- yeatsvragm", „Kerk ein Seote" en andere, in het jaar 1911 wederom eenige nicu,we reeksen aanvangen; dn wol i,n de eerste plaafs een serie geschriften, beschrijvende de voornaamste „Groote Godsdiensten". Modewerking werd o. a. toegezegd door Dr., P. A. Ai. Booser. Prof. Dr. B. D, Eerf,- rnans, Prof. Dr. A. W'. Niouwonhuis, Prof. Pr. C. Sp.oxick Rurgronje, Prof. Dr. J. S. Spoijcr, Dr. JJ, AV;. de Visser, Dr. J. Vurtheqm, Voorts een reeks onder den titel: „Uit Zenuw- dn ZieWeven", waarin „Uitkom sten van Psychologisch Onderzoek", op voor d,en ems tigen en ontwikkelden leek verstaanbare wijze zullen worden bohan- deld. Als schrijvers der verschillende mts. kunnen reeds genoemd worden: Dr. P.Bie- rans de Haan.J. van DeVontor San. Prof. Dr. G. Jelgersma; Prof. Dr. E, Wier- sma, Prof. Dr. C.' Wimkler e. a. Verder een reeks: „De Protestantsoho Zending", onder modowerking van vele specialiteiten op zon dings gebied, en ten slotte een in '10 nrs, complete serie han delend over „Schoolhervorming", waaraan tal i van bekende onderwijsmannen hun steun zullen vorleenen. Luchtvaart. Wat ze gewonnen hebben 9 liet jaar 1910 spoedt zich ten cindo. De tijd tot hot opmaken der balans nadert. Op vlieggebied is er zeer veel te boeken. Een dertigtal dcxxlen, allen gevallen in dienst der aviatiek, deels de mceslcn dooi' eigen schuld, onvoorzichtigheid, de anderen door een noodlottig ongeluk omgekomen. Be halve dat is er in 1910 op luchtvaartgebied heel wat bereikt, is de techniek weer heel wat verder gekomen. En met spanning vraagt men zich af: Wat zal 1911 ons brengen? Nog is 't jaar niet ten einde, nog staan ze bij tientallen klaar de wakkere strij ders om een of anderen prijs to veroveren, met den dag wordt de kans echter verkleind. Wijnmalen's kansen om als overwinnaar uit den eerlijk gewonnen strijd te treden, stijgen. Een rekenaar is tot do slotsom gekomen, dot door de gezamenlijke vliegas alleen in 1910 ruim 2| millioon gulden is verdiend. ITot Frunsch vaktijdschrift „L'Aérophil" be vat een lange lijst van, namen met cijfers, waarvan wij hier de voornaamste laten vol gen Louis Paulhan 410,262 francs; Léon Mo- rane 26-1,899; Hubert Latham 262,159; Henry Boggier 261,500Géo Chavez 246,366; Alfred Leblanc 16 1,000'; Henry Farmair 116,950; Legagneux 89,494; Van 'den Bom 88,697; Charles Dickson 86,146; Effimof 83,557Glenn Curtiss 83,000 Gattaneo S0,464; Comte Lambert 62,400; Aubrun 61,300'; Brook in.s 57.000; Mé trot 56,000; Wagner 55,270; Olieslagers 51-OG'OHamilton 50,000; Johnstone 47,500; E. Simon 46.650: Louis Blériot 42,000 Drexel 42,000Alfred Hammon 37,500; Thomas 27,000'; Nikolaus Kinot 27,125; E. Dubonnet 27,571; B. Martinet 25,400Tissandier 24,900M. Hanriot 22,977 Audomars 21,971Kuiler 20,748; Mnmet 20',000 Duray 19,940 Christaens 18,789; Pniletto 17,147; Lebion 17,000; Fiseher 17,000Labouchère 16,700Wey- iraum 16,300; Croehon 16,000; Popoff 15,500; Lesseps 13,500, Benaux 13,000'; A.ndré Froy 11,690; Balsau 11,500; Mac Ardlc 11,250; Bregi 10,700; Bielvouoic 10,150; Julloret 10.080 en Tyck 10.000 fr. Voornamelijk werden deze bedragen in Frankrijk gewonnen. Ir. Duitseliland werd van 1 Sept. 1909 tot 1 Nov. 1910 241.500 Mark aan prijzen uitgeloofd. Als men al deze bedragen zoo loost, dan zou men geneigd zijn do vliegerij een pracht- vak te noemen. Gaan we echter eens na, 'dat Kiiller op de lijst voorkomt met 20.748 francs aan gewonnen prijzen, d. i. ruim 10,000 gulden, en wanneer wc dan nog we ten, cfat onze landgenoot er tot nu toe 50,000 gulden uit zijn eigen zak heeft bij gelegd, dan late men zich door deze hooee sommen, die wij slechts ter wille van do cu riositeit gaven, niet overbluffen. Hot is en blijft, niet alleen een zeer gewaagde, maar bovendien ook een uiterst 'dure liefhebberij Aangezien Wijnmalen nog nooit, behalve ParijsBrussel en terug, in het buitenland aan wedstrijden deelnam, komt hij niet op de lijst voor. Voor het hoogte-record bestaat geen prijs. Dat deed hij louter voor zijn pleizier. Koloniën. Itampokpartlj op Helvetia Do kedeh op do onderneming Helvetia der Deli Maatschappij heeft, Vannacht, lezen wij rin de „Deli Ct." van 5 Nov., bezoek gehad van ecu rooversbende, bestaande uit circa 20 Tsjoetsjoes, die bun gezichten zwart hadden gemaakt. Als ben ijs van de brutaliteit der roovcra, die hun bedrijf onder den look van Medan uitoefenden,, dienc, dat ter linker- en ter rechterzijde de kcdeh wordt begrensd door bewoonde assistenthui zen dat op, 2ff depa afetand het. Chin, kong siehuis i staat, terwijl de politiepost 5 mi nuten gaans ligt. De dieven verschaften zich toegang, door een geheelen wand der kndeh weg te breken. De eigenaar en zijn krani werden vast gebonden, terwijl de dieven hun slag sloegen. Ontvreemd werf aan goederen, opium en contanten voor een bedrag van f 1150, waar van voor 230 aan kopergeld.' De bende trachtte ook nog do brandkast te forcceron, echter zonder resultaat; alleen de knop werd afgebroken. Toen er niets meer to halen was, trok de bende af. Eigenaar en krani maakten daar op nog wel alarm, maar toen hulp kwam opdagen, waren de vogels al ver weg en builen het bereik der vervolgers. De politie doet ijverig onderzoek," ALLERLEI. DE KAPPER. VAN KEIZERIN EUGENIE. In het jaar 1856 woonde op de plaats do la Madeleine, to Parijs, een knappe dameskapper, Leroi genaamd, die er voort durend op zon, bijzonder in zijn vak uit te blinken en zijn collega's de loef af te steken. Langen tijd wilde hom geen middel in vallen, maar eindelijk kwam een gunstig toeval hem te hulp. Onder zijn klanten had hij datnes van hoogen adel, o, a. gravin M., een gunstelinge van keizerin Eugenie. Toen hij op zekeren dag in de vooi kamer van deze damo wachtte, verstond hij ta melijk duidelijk, hoe in de kamer ernaast do gravin halfluid tot haar kamenier zei: „Nu moet ik nog een Kalf uur onder de handen van Leroi doorbrengen; Kot is toch lastig, dat'je niet kunt kappen." „O, ik kan het wel," antwoordde het meisje. „Maar lang zoo goed niet," viel haar meesteies haar in de rede. „Dat is zoo, mevrouw. Maar eigenlijk treft men in geen enkel voornaam huis een kamenier aan, die zoo goed kan kap pen als een dameskapper. De hoeren heb ben bun vak jarenlang bestudeerd eu heb ben niets anders te doen. „Daar bob' je gelijk in," antwoordde de gravin zuchtend, en daarom zijn we ge noodzaakt, doze met hun handen, mot welke zo juist een ander gekapt hebben, ons haar to laten omwoelen." Dit afgeluisterde gesprek bracht denver- nuftigen Leroi op een goeden inval. Nu werf hij1 evenwel bij! de gravin go- ïoepon en kapte haar zeer goed en sier lijk, Nadat zij zich in den spiegel bekeken had, vcrklaardo zij, dat zij zeer tevreden was. Den volgenden keer" zou zij nog tevrede- ner zijn,'want nog dienzehden dag kocht de kapper eenige dozijnen der fijnste en zachtste gele glacó-handschoenen, die toen in de mode waren. Reeds na verloop van ccn Week moest hij de gravin weer kappen. Toen hij zijn werk zou beginnen, tiok hij een paar nieuwe handschoenen aan, en deed zijn werk evengoed als vroeger. „Dat is iets nieuws!" riep de giavin veuast uit. „Mevrouw" antwoordde hij, „ik heb dit bedacht, omdat ik meende, dat dit voor de dames aangenamer zou zijn." „U bent een genie, mijnbeer Leroi, en met zulke uitstekende idoeen kan hot niet anders of het moet u wel goed gaan." Bij zijn andere voorname damcsklantcn deed hij evenzoo. lederen keer gebruikte hij een paar nieuwe handschoenen, welke do dames natuurlijk betalen moesten, maar zo deden het met genoegen. Ook keizerin Eugenie hoorde van liet nieuwtje. Zij liet hem bij zich komen, om zich met zijn van handschoenen voorziene handen te laten kappen, en benoemde hem, daar zo buitengewoon, tevreden over hem was, tot haar hofkapper. Voortaan had hg' haar mooi haar altijd onder zijn toezicht. Reisde de keizerin naar- Compiègno, naar Büuiitz of waar ook, overal heen moest Leroi haar verge zellen. Hij kreeg een bijzonder goeden naam en verdiende veel geld. 't Aardigste van liet geval is, dat de keizerin zicli nooit meer heeft laten kap pen, dan door een kapper met handschoe nen aan. EEN ZONDERLING DUEL. In het noordwesten van Spanje vormt de rivier do Bnlasoa de grensscheiding tusschen Spanje en Frankrijk. Op het mid den van de brug behoeft men dus maar éón stap te iloen om van den oenen staat in den andere te komen. Deze omstandigheid maakte men zich ton nutte bij een duel op een tijd, dat de wetten in zake het duel in beide landen zeer stieng gehandhaafd weiden. Een jonge Franschman had een dito Spanjaard uit gedaagd op don degen, eu de laatste nam do uitdaging aan, op voorwaarde, dat het duel zou plaats hebben op de Bidasoabrug, omdat zij dan het best de zware straffen, welke op die overtreding stonden, konden ontgaan. De Franschman zou zich namelijk op -Spaanschen en de Spanjaard zich op Franschen bodem begeven. In bijzijn van vele nieuwsgierigen had het duel plaats. Aan beide zijden werden er eenige degenstooten toegebracht. Nu stond de zaak zoo: De Franschman kon in zijn vaderland niet ter verantwoor ding geroepen worden, omdat hij in Spanje geduelleerd had, en de Spanjaard kon ver klaren, dat de zaak in Frankrijk was af gehandeld. Beiden konden dus niet in hun eigen land strafrechterlijk vervolgd wor den. Daar het destijds in Frankrijk, noch in Spanje aan strijdlustige heotkoppen ont brak, 'scheen de Bidasoabrug ben een ge schikte plaats 4oe, om' hen voor oen ge rechtelijke vervolging te wrijwaiem Doch do rogceringon van beide landen werf'en er opmerkzaam op gemaakt. De grens wacht, zoowel als de tolbeambten, kre gen strenge bevelen, om', wanneer er weer dergelijke duelschaudalen - op de brug mochten plaats hebben, ze desnoods met gewold 'te voorkomen. En zoo gebeurde het ook. DROOMUITLEGGING. Het is altijd "een goed teeken van dia manten te droomon, daar het rijkdom en succes betcekent. Voor den verloofde is het het bewijs, dat zijn meisje lief en waar is. j j j j Als ge droomt, dat ge uit diaeeren gaat, wees er dan van overtuigd, dat ge teleur stellingen zult ondervinden, juist in iets, waar ge naar verlangd hebt. Het voor spelt ook ©en ongelukkig huwelijk'. Als go droomt van een ongeluk, zult go h o ore,n van een huwelijk. Als ge droomt van een ongeluk op zee, kunt ge er staat op maken, ongelukkig te zijn in de liefde. Wanneer een jong meisje droomt van een kloedingstuk, is -het het bewijs,- dat haar verloofde haar gaarne mooi gekleed ziel, en meer geeft om een mooi toilet 'da,n om een goed karakter. Droomt ge va.n vlierbesson, dan wijst dat op ziekte, en ook dat de droomer spoedig in <len rouw zal moeten gaan. Te droomon van hermelijn, beteokentdat de droomende persoon tot groote eer en aanzien zal komen. Wanneer go droomt, dat ge fabels leest, betcekent het, dat go een geheimen vriend hebt, die, voor u onbekend, steeds iets goedis voor u doet Wanneer ge droomt, dat ge een aantal vreemde gezichten, ziet, wijst dat op een verandering van woonplaats en een reis met den trein. Ziet ge daarentegen be kende gezichten, dan zult ge spoedig een uitnoodiging ontvangen voor een brui loftspartij. - Te droomon van een hongeren och is heel ongelukkig. Het is altijd een voor- looper van verdriet, moeilijkheden en twist Als een jonge» dame droomt va.n een Waaier, kan zij er zeker van zijn, dat haai' verloofde zeer onstandvastig is, en nagegaan moet worden. NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR. Te Cioydon werd onlangs een bazar ge opend door de afwezige „vrienden". Hun toespraken werden door de fonograaf ge leverd. Do geestelijke E. Lepkin, te Oudtshoom in de Kaapkolonie, heeft gemaakt cn aan den koning aangeboden een merkwaardig portret in woorden van koning Edward. De lijnen, die de teekening vormen, be vatten omstreeks 85.000 woorden, zijnde de geheelo geschiedenis van den over leden koning. In een rommelkamer op hot landgoed van den prins van Parma, te Sehwaizau, bij Weenen, heeft men een oud schilderij van Velasquez ontdekt. Men veronderstelt dat 't het portret is van koning Filips den Vierde, als ruiter voorgesteld, wat destijds de algemecne bewondering wekte. Een En- gclsch kunsthandelaar heeft het schilderij voor oen klein millioen gekocht. De koning van Spanje heeft bepaald, dat de muziek in 't vervolg door het rijk, als behoorende bij cle kunst, gesubsidieerd zal worden. Do som van 24.000 gulden is uit getrokken voor prijzen de helft voorliet beste orkest, dat in de eerstvolgende twaalf maanden tien concerten zal geven, op wel ker programma's één stuk van een Spaan schen componist moet voorkomen, en de andere helft ter aanmoediging van Spaan- scho musici. Een nieuw soort aanklacht wegens las ter had onlangs plaats to Neaga, Illinois. De pasfoor noemde onlangs in een gebed gedurende den dienst den naam van een zijner parochianen, en bad, dat cle mis daden van dozen man vergeven zouden wor den. De parochiaan heeft een eisch tot schadeloosstelling ingediend, daar hij vol houdt, dat de woorden, in het gebed ge bezigd, laster zijn. Enkele dagen geleden bad er in een synagoge te Londen oen vreemde gebeur tenis plaats. Toen namelijk een Joodsch bruidegom geroepen werd om de wet te lezen, vielen, er een menigte amandelen, rozijnen, chocolade en andere lekkernijen op hem neer. De ambtenaren van de syna goge cn de bruidegom waren vreemd ver rast. Het bleek, dat het lekkers gestrooid was door twee dames van do galerij, die een oude en in onbruik geraakte Joodsche gewoonto volgden. anecdoten. A.„Zou je denken, dat ik veilig deze weide Irn oversteken?" B.„N,. de oude stier houdt niet veel van roer naar als je wat kalk aan je neus smeert, zal hij je misschien met rost laten.'* Beroemd schilder (boos): „ïk hoor, jong- mensch, dat ge u er op beroemt, onder mij gestudeerd te hebben." -"Jonge schilder (kalm): „Dat deed ik, mijnheer, en het "is ook zoo gedurende een maand had ik een kamer onder uw atelier. Vriendelijke Italiaansch© hotelhouder (de hand gevend aan een vreemdeling, die gaat vertrekken)„Ik wensch' u goede reis, mijn heer, en ik hoop, dat u niet lastig zult gevallen worden door rooveisi" Gast (die in het hotel vreeselijk geplukt is) „Uw raad komt te laat, mijnheer, 't is al gebeurd."' Do motorist kwam van onder do kar vandaan en hijgde naar adem. De behulp zame vriend, met de oliekan in de band, kwam naar hem toeloopen. „Ik heb juist eens flink wat olie in den cylinder gedaan, Dick, oude jongen," zei de behulpzame vriend. „Cylinder 1" zei de motorist verhit, „het was de cylinder niet, het was mijn oer!" „Tk begrijp niets van mijn echtgenoot, dokter; ik ben bang, dat hij iets vree- selijks heeft." „Wat zijn de symptonon?" „Wel, ik praat dikwijls een half uur tot liern, en als ik dan ophoud, heeft hij niet het minste idee *van wat ik gozeyl heb." „Maak u maar niet ongerust over uw echtgenoot. Ik wou, dat ik die gave ook bezat." Een oude majoor deed een jong offi- ciei profiteeren van zijn raad en onder vinding. „Luister eens," sprak hij, „dit is nu je eerste diner, maak niet te ruim gebruik van de wijnkaraf. En zie je die twee zilveren kandelaars? Wanneer je er nu vier zie in plaats van twee, dan is het boog tijd om hoen te gaan, begrepen?" „Uitstekend, ik dank u web" antwoordde cle jonge officier. „Maar zou het niet beter zijn als u maar dadelijk naar huis ging' Er staat maar één kandelaar," Dominee: „Zoo, Sanders, jij vindt, dat ons salaris verhoogd meest worden Ik ben blij, dat je"" zoo'n hoogen dunk van ons hebt Sanders: „Ja, ziet u, misschien kregon we dan knapper dominees." GE BEHOEFT ER NIET HEEN TE GAAAN. Een heer, in het politieke leven hoog aangeschreven, maar zeer slordig opzijn kleeren, moest eens een minister gaan be zoeken, en hield een man in de straat aan, om te vragen waar de staatsman woonde. „Kunt ge mij ook zeggen, waar mijnheer L woont?" vroeg hij. „Ge behoeft er niet Keen te gaan," was het onverwachte antwoord. „Maar weet ge, waar hij woont?" '„Ja, stellig, maar je behoeft er niet heen te gaan." Do ondervrager begon boos te woiden. „Ik vraag je volstrekt niet om jaad, ik wil eenvoudig maar weten, of ge me ook kur.t zeggen waar mijnheer L. woonl." „Jawel, loop dan deze straat ten einde, en daar moet je wezen, No. 20; maar ik zeg je nog eens, je behoeft er niet been te gaan, want ik kom er zoo juist zelf vandaan, maar mijnheer is al voorzien." Wat was er nu van het geval? De heer L. had den vorigen dag in e der locale bladen een advertentie geplaatst, waarbij hij een huisknecht vroeg, en de politicus (althans zoo luidt het verhaal) begaf zich' onmiddellijk op weg om een nieuwen hoed te koopen. VOOR DAMES. MOiDE. Do tegenwoordige blouses, 't zij ze een voudig of meer gekleed zijn, hebben alle de verbrcedo schouderlijn, want de naad van do mouw is bepaald uit de monde, zoo- dat zelfs bestaande blouses of corsages in dien geest verandeid dienen te wor den. Voor blouses wordt zeer veel zwart flu weel verwerkt met lichte, zijden, stoffen, of ook wit gase-de-soie, met witte kant, want het zwart is overheerschend in de hedondaagsche mode. Dames, die dus in het bezit zijn van wit to-kanten blouses, kunnen die heel good opdragen met zwarte gase oveiblouse, of ook mot een kraag- en mouwgamituur van witto moiré-zijdo met zwart fluweel. Vooral het laatste is heel nieuw; do kraag moot zijn marine-model, reikt hal verwege de buste en. wordt met een Ru- weelen bies afgewerkt. Zeer nieuw rijn ook de blouses, gemaakt uit oude cacbemire-shawls, of uit bedrukte zijden stof, die deze antieke shawls na bootst Men miaakt een inzetstuk van liberty-zijde van de meest op den voor grond tredende kleur der shawl. Dit in zetstuk. dat tot halverwege de bovenmouw komt, moet in fijne plooitjes gestikt zijn; do rest van de blouse is van cachemire. Verder kan men een verouderde blouse een tint van nieuwheid geven, door er een bretel-garnecring van zwart Ru, .veel op aan te brengen. Vele cfaniés zjjn de meening toegedaan, dat het niet gekleed staat, een' gekleed© blouse op den," fok van een taileur-kosluum te dragen, doch zij verkoeren in een dwaling], daar de sleeprokkon bijna niet meer gedragen worden. Voor zeer deftige gelegenheden woiden nog wel kortesleeprokkon gedragen, doch beslist noodig is het niet. De voetvrijq rek kleedt jeugdig, terwijl de sleepjapon altijd iets geposeerds heeft. De rokken worden weinig gegarneerd; het dessin van de stof zelf komt hierin tegemoet; de streepjes-mode leent zich al bijzonder daartoe. Zeer nieuw bijv. is een rok van gestreept fluweel of cheviot. Vóór en achter een gladde smalle baan, die met dubbele naden op do zijbanen gestikt is, en van oncieren een 40 cM. hooge band, die als 't ware vóór- op ach terbaan verbindt, doch waarvoor men de streepjes van den rek dwars 'laat loopen, tenvijl die van de achterbanen in de lengte genomen zijn. WENKEN. Als ge naait, leg dan een stoflaken op den vloer. Hierop zullen alle draadjes en snippers vallen, en het kan gemakkelijk opgenomen en uitgeschud woiden, terwijl het karpet schoon bbjft. Zilveren messen en vorken, die gebruikt zijn bij net eten van haring of ander; soort sterk riekende visch, moeten geweekt worden in theebladeren en water, endaar- na op de gewone manier gewassclien. Dit zal den onaangenamen smaak of reuk wegnemen. Het is aan te bevelen èen beetje azijn te doen in het water-, waarin de kousen uitgespoeld worden, na gewasschen te zijn. De kousen moeten dan gedroogd worden met den verteerden kant "buiten. Gekleur de kousen zullen niet verschieten, en zwarte haar oorspronkelijke kleur behou den. Wanneer go papier in cle kachel ver- biandt, loopt ge gevaar, 'dat cle schoor steen vlam vat. Om dit te voorkomen, moet men ballen van het papier- maken en die met ijzerdraa,d omwoelen. Men kan zo dan veilig verbranden, en zo zullen dat langzaam doen, evenals een blok hout. Hetzelfde ijzeidraad kan steeds weer ge- biuikt worden. VOOR KINDEREN. TRUITJE EN HAAR GROOTMOEDER.. (Slot.) Na verloop van die twee weken was Truitje weer even ver. Ze bad die week nog een paar kousen gebreid, die zij nog weg moest brengen, maar het geld, dat zo daarvoor ortvamgen zou, zou toch met voldoende zijn om een week huur te be talen. Ze sloeg] oen doekje om en spoedde zich naar het huis, waar zo haar paar kousen vorkoopen kon. Onderweg peinsde ze er voortdurend over, hoe ze aan Het ontbrekende gold zou komen. Grootmoe der moest zoo noodig iets voisterkends heb ben om wat op te knappen, want ze ging maar niet vooruit. Ze was zoo verdiept in haai- freuiigo gedachte, dat ze niet zag of hooide, vivat er om haar heen gebeurde. Bij het omslaan van oen hoek der straat, hoorde ze plotseling oen erg getoeter en eei' ze wist, wat er met haar gebeulde, voelde ze oen vreeselijken schok. Ze was aangereden door een automo biel. Bewusteloos lag ze daar neer. De heer en dame, die m de automobiel zaten, stapten veischrikt uit en namen het arme meisje op/- Toen Truitje tot bewustzijn kwam, lag ze in oen helder, wit bed. Een paar ang stige oogen waren op baar gericht. Het was cle damo van de auto, dio aan haar bed stond. Deze had Truitje in haar eigen huis genomen. „Voel je eigens pijn, meisje?" „Ja, oveial, mevrouw, maar waar ben ik?" „O, je bent in goede handen, maar je moet me eerst maar eens vertellen, hoe jo heet en waar je woont." Toen schoot Truitje al de ellende te binnen, waaun ze de laatste tijden ver keerd bad, en zo barstte in èen vreeselijk gesnik uit. Eindelijk, wat tot bedaren gekomen, ver telde ze haar geschiedenis. Meviouw had erg met haar te doen. Ze zond dadelijk door haar huisknecht wat versterkend voedsel aan grootmoeder, die in groote onrust was geweest over Tiuitjo's uitblijven. Ze liet verder een bekwamen dokter bij Truitje komen en onder diens behandeling genas zo weldra. Op zekeren dag houdt'oen net rijtuigje voor grootmoeder's deur stil. Truitje stapt haastig uit on vliegt naar boven. Daar ziet zo grootmoeder in een gemak- kelijken stoel zitten met oen blij gelaat. Ze vliegt haar grootmoeder in de armen en is, e, zoo blij, dat grootmoeder weer beter is. Tot haar groote blijdschap ziet ze het klokje on den spiegel weer op hun oude plaats. Dit alles is bet werk geweest van 'do goede dame, wier auto do oorzaak was van hot ongeval met Truitje. Zo leefden verder tc zamon nog menig gelukkig jaar on nog vole genoeg lijke uurtjes werden met elkander aJj breien de doorgebracht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 10