63itw laargang bondag 5 Februari 1911 Mo. 13528 Tweede Blad. De bedorven taart, Een voorbeeld ter navolging. De zwarte .dood. STADSNIEUWS. scHiE courant Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon-en Feestdagen'. Prijs per kwartaal: voor Schiedam en Vlaardingen £1,1.25 franco per post fl. 1.G5. Prijs per week'; Voor Schiedam en Vlaardingon 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor hot eerstvolgend nummer moeten dos middags vóór een uur aan bet bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange üayen No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs der Advertontiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meet 15 cents. Reclames 30 cent per regeL Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. i In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, hij vobruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. Wij moeten nog even terugkomen op ons nstikol van gisteren ten einde een verkeer den indruk, die daardoor kan maar zeer /oker mat moet worden gewekt, te voorkomen. liet is deze dut afgezien van de politieke verzorging der jeugd tuwachen 13 en 20 jaar, do staat in Duitcdiiand niet mods heel wat doet \oor hot voortgezet onr dorvijs Het tegendeel ia natuurlijk vaar. Vele staten van DuitsehUnd zijn op dit punt.veel verder dan wij. En thans zal \or- moedelijk ook Pruisen op dit gebied een be langrijken, stap vooruit doen. Tot nu, toe «as in geheel Duit&chland wet, dal gemeenten boven 20.1)00 zielen hot ieeiit lmddon leerplicht voor -voortgezet onder wijs in te voeren voor alle werklieden bene den 18 jaar cn voor vrouwelijke winkel- en kantoorbedienden cn daarmee gelijk gosteldcn. Verschillende zuidelijke staten luidden hun wettelijke bepalingen allang veel verder ge bracht dan dit minimum. Nu volgt ook Prui sen met nieuwe vvetsvooistellen, die zeer veel verder gaan. -11 percent der mannelijke en de overgiootc meerdciheid der vrouwelijke werklieden bezoeken nog geen scholen voor voorlzeUingsondeiwijs. Ook hen wil de Pruisische slant nu dwingen. Wordt hot nieuwe voorstel wet, dan zullen alle ge meenten boven 10,000 inwoners zulk een school iiio o t e n hebben en zullen al die ge meenten leerplicht voor dit onderwijs m o e- t e rt uitschrijven. Zoodoende zullen 150 ge meenten op hun reeds bestaande scholen leerplicht moeten invoeren, terwijl 40 andeie gemeenten èn de scholen öa dien leem licht zullen moet''tl invoeren. Bovendien is er ooa enorme toeneming van leerlingen to vcr- vvacliten, omdat alle vrouwelijke werklieden cn niet alleen de vrouwelijke kantoorbe dienden enz. voortaan onder de wet zullen vallen. In liet pioguimma zijn, behalve elemen taire vakken, vage vakken als burgorkmide op genomen naast staathuishoudkunde en \\ets- kennib, alles gedurende G uur per week. Voor Godsdienstonderricht worden evenmin uien afgestaan als voor lichamelijke ontwik keling. Zoo althans heet liet in het wetsontwerp, waarvan wij de oornaiun,-te gegevens ont- lecmur aan een opstel van Olto Kiiork, een ondcrwijs-auloriteit uil Berlijn. Er dan zich bij dit ondeivverp een mimi kwesties 'voor. Tn de eerste plaats do vraag of men jongelui als. deze, die door sociale omstandigheden gedwongen worden overdag te werken voor hun brood, nu 'e avonds ook nog moet dwingen om op de schoolbanken te gaan zitten ca daar* schoolwijsheid aan to hooien. Tiet is natuurlijk voor velen van gioot belang. En dat de Staat ten slotte de dc gelegenheid te Naar het Fransch van JULES RENAItD. Mevrouw Bornet scheurde liet telegram open en las „Reken niet op ons. Ongesteld. Llegioct. Lafoy." „tïoo vervelend 1" zei zc. „Nu vraag ik jo. Ongesteld, oen mooie reden. En ik had alles nog wel zoo mooi in oule!" „Zulke dingen treilen ons nu juist ook altijd,'; bracht mijnheer Boniet in het midden.' Mevrouw Bornet dacht even hu. „Daar bedenk ik mij wat; een heerlijke inval. Morgen komen de Nolots. De taart is dan nog veracht genoeg. Die kunnen wij dan mooi gebruiken." Maarden volgend.cn dag, juist op 't oogehblik, dat zij het licht wou aansteken, kroeg zij een tweede telegram: „Vanavond onmogelijk konlen. Duizend excuses. Nolot.' „'tris of zo het er om doen!" zei mijn heer Hornet. Mevrouw Bornet was er letterlijk van onthutst; haar lippen zagen wit van schrik, zij begreep niet waarom het on geluk haar aldus vervolgde, cn zij deed haar mond wijd open om de beleedigende woorden goed tot hun recht te doen komen.- „Om negen urn' 's avonds afzeggen I Hoe ontzettend ongepast!"' „Beter daat dan nooit," klonk hei ant- gc meenten dwingt om .scheppen voor dergelijke jongelui om zich te ontwikkelen, is zeker geen groot kwaad. 1 'och nu uiig een Map verder te doen en die jongelui te dwingen tot schoolgaan inderdaad, al» hot heclcmaal niet ander» kim, dim zal men er zich hij moeten, neerleggen, maar men verlioze toch niet uit het oog dat hier leerplicht iets heel anders beteekent dan leerplicht op de lagere school. Eu raag men er wel op rekenen, dat de omlei vvij/.eis op deze scholen tactvol zullen optreden en hun onderwijs zoo weinig moge lijk r-chooEch zullen inlichten. Maar alle tact ter wei'cld kan niet verhin deren dat mcnschcn, die ai zoo weinig vrij heid genieten, nu nog weer vrij aanzienlijk in hun vrijheid beperkt zouden worden. Het is waar: er wordt juist op dezen leeftijd van die vrijheid nog al eens mis>- H: nik gemaakt, juist in dezen leeftijd ves tigen zich drinkgewoonten en andeie verkeer de gewoonten, welke Liter niet meer zijn af te lemen. Doch indien de staat de individu nu zoo gnat belemmeren in zijn wasdom, dat hij u vei al waar kan» i» op misbruik van vrij heid, hekken zot, boeien aanlegt, voorschrif ten maakt en leglementeert, begaat hij dan niet pi eek» dezelfde fout als de moeder, die, hung dat kaar kind koude zal vatten, dat te warm kleedt, op koude dagen niet uitstuurt, d'Kulsang.-len mistaat al» het hoedje afwaait of liet kind zich warm speelt, en er dus ecu kamerplant van nuiakt, die ziek wordt zoodrn hij - wat ten slotte toch onvermijde lijk is buiten wordt gebracht. Het dvvangmoment in deze wetgeving schijnt ons liet alleibcdcnkelijkst. Doch daar naast zijn er niet weinige andere bezwaren, als de voornaamste waarvan wij zouden wil len noemen, dat het onderwijs in deze vage vakken, mui liet meededen cn verklaren vim bepaalde feilen zoo licht zal ontaarden in liet siiggi tecreti van een bepaalde levens opvatting, hetzij dan van de offieieelo regce- ringslevenr-opv uiting, die, gelijk men weet, in Bruisen bestaat, ol van de levensopvat ting van de ouderwijzers. Toch is er ook zoo erg veel in do Duitoclie plannen, dat ons toelacht en toch is liet zoo jammer, dat van particuliere en gemeente lijke zijde ten onzent zoo weinig gedaan wordt 0111 hier een rijkswetgeving voor te beidde», Ah oren.» het Duitsche voorbeeld na verscheiden jaren maar weer klakkeloos over le nemen, zou liet nu de tijd zijn voor interessante en hoogst nuttige proefnemin gen op dit gebied door greote in-iellingen als liet Nut ol door de gemeenten. I- er get 11 middel om hier te ontkomen mil. het dwingerige en het al te s-ehoolsche in dit sa «teem? Kan men niet door het laten houdt li van goede, populaire cursiu-sen over vtixoliilljunlo eenvoudige onderwerpen, door liet inrichten van leeszalen voor de jongelui, waaraan eveneens cur»us»cu en gemeeiitschap- ptlijke „beschouwingen", dubutavouden of woord van haar echtgenoot. „Toe vrouwtje, houd je bedaard 1" ,,'t ls wat moois 1 Nu kunnen wij niets ter wereld met de taart doen." „Wij zullen haar morgen bij de koffie opeten!" „Denk je dan dat ik taarten koop als er niets bijzonders le Roen is?" „Neen, natuuilijk niet. Maar er zit nu immeis niets anders op; laten wij ons in ons lot schikken." ,,'t Is mij goed. Ons geld dus maar verspillen." Zij was een zuinige huisvrouw en bracht een cllcndigen nacht door ,na dit gesprek. Raar man integendeel sliep heerlijk en droomde misschien wel van vanillogebak en alletlei lekkernijen. „Hij verheugt er zich al op," dacht zij. Do zaak lag er nu eenmaal toe. Aan de koffie bracht de meid heel voorzichwtig de taart binnen, cn mijnheer cn mevrouw Boniet-wijdden er al hun, aandacht aan. Het gebak was een beetje ingezakt. De room was wal geel geworden, hij liep door do reetjes, en, 'de schuimrand was dus lang zoo mooi niet meer. Den vorigen dag deed het geheel denken aan een ves ting, maar nu, ach noen, aan eonig ge bouw herinnerde het geenszins meer of het moest wezen aan een ruïne. Mijnheer Bot net hield deze opmerkingen maar voor zich en mevrouw begon stukjes van de taart te snijden. Zij deed haar, best ze gelijk -te maken, allen even groot, en zei lot haar echtgenoot: „Je zit al le kijken welk hot grootste is,"hó? oude lekkerbek!" beter avonden van vraag én antwoord zouden kunnen worden verbonden, kan men niet door het nomen van vooiziehtigc en goed vooiberoide proefnemingen op dit gebied hot lei rein verkennen en trachten een basis te vinden, waarop later door gemeente on .staat zou kunnen worden voortgebouwd? Er is hier zoo veel en zoo goed werk te doen. En het zou toch zoo jammer zijn, als men zich hier bepcikte tot politiseeren eu tot afwachten totdat de kamera tijd zullen lubben gevondenom het Pruisisch out- i werp over zooveel jaar «enigszins gevvij/.igd over te nemen. Wanneer in de middeleeuwen de men schon zich de grootste verschrikkingen ter wereld voor den geest haalden, dan zagen ze naast het grijnzende geraamte met de maaiende zeis, het knokige spooksel van den honger en de dreigende schrikgestalte van den oorlog, ook een zwarte, huive ringwekkende schaduw, welke elk licht- plekje van hun leven dreigde te veiduis- Icien. liet was de ontzettende postillen tie, de eigste van allo Egyptische plagen, waar van in den Bijbel reeds wordt gewaagd en waai mee God de zoiylige mensehheid straf te. De kroniekschrijvers uit het refonnatic- tijdperk gewagen van de post als de ver schrikkelijkste van alle aardsche plagen. Den modernen Europeaan is dit schrik beeld geheel verloren gegaan, voor den Indiër echter is liet nog heden een dage- lijksch' memento mori, ca het groeit voor ons allen weer in dreigende afmetingen op, daar de ziekte over bijna geheel Oost- Aztë woedt en dreigende berichten van haar steeds grootero uitbreiding vertellen. Het zijn wellicht bijbelsche herinnerin gen, die in de middeleeuwen meewerken aan de dikwijls geuite bewering, dat de pest haar oorsprong in Egypte of in Actliiopië hoeft gehad. Toch geeft ook Tucydidos ,in zijn klassieke schildering der ecisto pest, waarvan ons de geschiedenis verhaalt, uitdrukkelijk aan, dat zij uit Egypte is gekomen, en hetzelfde meldt Pronopos van de groote pest ten tijde van keizer Justmianus. Het is echter de vraag of we bij dezo geweldige epidemieën der oudheid inderdaad met het tegenwooulig zoo scherp omschreven ziektebeeld der pest hebben te doen. Alle epidemische ziekten, die destijds in groolen getale slacht offers maakten, worden met denzelfden naam pest genoemd. Zoo heeft men bij de groote epidemieën, welke Rome in de eciste en tweede eeuw na Christus (eis- terden en waaivan Tuoydides spreekt, aan pokken en aan een soort typhus gedacht. De oerslo woreldopidemie, die we met zekerheid builenpest kunnen noemen, isdc zoogenaamdo Jusliniaansche pest, welke omstreeks de zesde eeuw uitbrak en van Het mes verdween in do stroomen vloeiende room, hel knarste over den scho tel, cn deed pijn aan de tanden, maar liet gelukte mevrouw niet, ergens een grens le trekken, dc stukjes van elkaar af te scheiden, steeds liep de room overal door heen. Zij wist geen raad, nam den scho tel in de hand, schepte de helft van do taart op het bord van haar man en zei: „Daar, doe je nu maar te goed." Mijnheer Bornet nam een lepel, blies in don room, zeker omdat hij zoo koud leek, on nam een hap. Maar hij zette een leelijk gezicht en zeide glimlachend: „Ik geloof, dat er een smaakje aan is." „Ach kom! Wat een kuren 1 Ik weet warempel niet wat ik jo moet voorzotten. Mijn hemel I Wat ben ik toch ongelukkig I" „Proef jij eons," was al wat mijnheer Bornet antwoordde. „Ik hoef niet to prooven. Ik weet voro- uit, dat zij best smaakt." „Proef dan cons. Eén enkel lepeltje." „Wel twee, als je dat liever wilt." En waarlijk, dat deed ze, twee achter elkaar en zeide; „Ik weet niet wat je aan dio taart proeft. Een beetje week misschien," Maar zij nam er toch niet meer van. Zij was bepaald treurig gestemd cn op het punt te gaan schreien; toen kreeg mijnheer Bornet eensklaps een inval. „Ik weet wat. Jo hebt in langen tijd den congiergc bon eden niets gegeven, eu ik heb opgemerkt dat hij mot Nieuwjaar lang zoo beleefd niet was als gewoonlijk. Laten wij ons zelf het genot ontzeggen en hom de tanrt cadeau doen, liet loven ligt nog 531 tot 580 de golieole destijds bekende wereld op eon ontzettende manier teisterde. Van Pelnsyum in Beneden-Egypto uitgaan de, nana de pest, overal dood en verderf brengend, haar weg over Alexandria, Pa lestina, Syrië, Konstantinopcl naar Ita lië, Gallic en Gcrmanié. De verwoestingen, welke zij aanrichtte, waren in enkele doe len van Europa zóó groot, dat steden van beteekenis letterlijk door haar werden uit gemoord. Een andere pestepidemie, die niet lang daarna onder Constantijn Coprony- mus uitbrak, had niet dat kwaadaardig decimeereml karakter van haar voorgang ster en ook de epidemieën, die van de zevende tot de veertiende eeuw steeds weer sommige landen teisterden waren, niet zoo hardnekkig en gevaarlijk Haar voornaamsten vernietigingstocht be gon de pest in de veertiende eeuw, toen zo in Ccntraal-Azië uitbrak. Reeds des tijds was Azië haar hoofdzetel, zij alleen moet 13 millioen bewoners van het TIc- melschc Rijk hebben gedood. Over Klein- Azië en Arabië snelde de zwarte dood weldra ook naar Europa. Een ontzettende paniek greep do gchoelc christenheid aan. Men meende, dat liet einde der wereld nabij pyas en dat God nog eenmaal do mensehheid voor allo zonden der vaderen bezocht. Als een geweldige, door oen af schuwelijken angst afgeperste noodkreet klinkt het op uit de literatuur van die dagen, uit dc preekon, de kronieken, de vlugschriften en do volksliederen. In de jaren van 1346 tot 135U bereikte de cpï- denaio haar hoogtepunt. Terwijl dc voor name dames en heeren van Boccacio uit liet door lijkenlucht vergiftigde Florence op hun villa's vluchtten eu door vroo- lijke verhalen de verschrikkingen om zich heen trachtten te vei ge ten, stierven in dc steden de menschon als vliegen. Volgens do Duitsche kronieken moeten in Neuren berg alleen in 1437 13.000 ïncnschen, in Keulen zelfs 21.000 mensclien door de ziekte zijn weggerukt. Men moge deze cijfers als overdreven beschouwen, toch heeft de schatting een zekere waarschijnlijkheid, volgens velke Europa in die rampjaren 24 millioen men- sclien, een vierde van zijn gehcele bevol king, veiloor. Do groote sterften, die ver volgens in de zestiende en zeventiende eeuw, vooral des zomers, de steden deci meerden ons Luid bleef er gelukkig vrijwel van verschoond zijn niet altijd aan do pest te wijten, ook al wordt de ziekte lutdiukkolijk zoo genoemd. Toch woedde de pest, zij het ook op een mindei veischrikkelijke manier, verder. In de ze vende tot de veextiende eeuw had de ziekte dc mensehheid overvallen als een plot seling opspringend roofdier, dat con sla pend n overvalt. Do onbeschrijfelijke schrik rt niemand tot,bezinning komen. In de vijftiende eeuw echter begon men den strijd tegen dezen gocsel der mcnsch- vóór ons, nietwaar, wij kunnen ons zelf nog wel eens meer op een taait tractee- teeren, vindt je ook niet?" „Leg er jou dool dan tenminste maar weer bij." Zij lieten don concierge hoven komen. Na de gebruikelijke complimenten zcido mijnheer Bornet, hom den schotel te pre* senteerende. „Mag ik u dit aanbieden, mijnheer Pas cal?" ,,'t Is al te vriendelijk van u," antwoord de de concierge, „maar ik wil u niet ont- riovcn." „0, neon, denk daar niet aan!" „Neem gerust aan," voegde mevrouw Bornet er bij. „Wij geven het u met _ge- noegen." De concierge had de oogen op do taart gevestigd; hij haalde den neus ruikende op, aarzelde een oogenblik en vroeg: „Zijn er eieren in die taart?" „Dat zal waar zijn," zeide mijnheer Bor net. „Een goede taart kan men niet ma ken zonder eieren." „Dan spijt het mij wel. Ik houd niet van eieren." „Ach, kom, man, wal maak je hem wijs? Eén door van een ei misschien om liet deeg te mengen, zeker niet meer." ,,'t Is gok, mevrouw, maar als ik oen kip maar hoor kakelen, dan word ik er al misselijk van," „Ik kan u verzekeren, dat hij heerlijk smaakt. Ge zoudt er van smullen." ,,'t Is mogelijk, ik kan er niet over oordeelen. Maar ik heb ze liever niet. Mijn maag kan er niet togen. U neemt heid. Men vergenoegde zich er niet moei mee om dezo ziekte als een door God op gelegde straf te beschouwen, maar men, zag in, dat zo door besmetting werd over gebracht en de overheid begon met deze besmetting- tc voorkomen. De oudste van dergclijko voorschriften, die elke aanraking met do zieken verboden' en do reiniging der verpeste kleedercn voorschreven, be- leikcn ons uit Italië reeds tegen het einde dei veertiende eeuw. De eerste quaran taine-voorschriften en do oprichting van bijzondere pesthuizen zijn wel van de Ycnctiërs uitgegaan. Mensehen, die ver dacht werden door de post te zijn aan getast, werden gevangen genomen, ja soms op de verdenking alleen verbrand. Te Parijs bestond in 15S1 het recht om men schon, die de pest hadden, eenvoudig te duoden. Nog in de zeventiende eeuw richtte' de pest schrikkelijke verwoestingen aan. Zoo nictigdc zij in 1655 te Londen binnen kor ten tijd het leven van 70.000 menschon. Eerst tegen hot einde der zeventiende eeuw nam zo in kwaadaardigheid en uitgebreid heid af. Sedert dien zijn de groote pest-' epidemieën hoofdzakelijk tot Azië-beperkt gebleven en hoogstens in do havens van Europa en in Rusland binnengedrongen. Orau je-Tereeniglng. Do gewone juiirlijksche ulgemeeno .verga- diumg der Oninjovereeiiigittg zal worden go Lotideti op Mnaiidagtnond 20 Februari u. Daarin zal ter goedkeuring worden aange boden liet Jaarverslag over 1910. Nu wij weer oen terugblik moeten werpen op hetgeen onze vcrecniging in het afgeloo- pen jaar heelt weden aren, aait ons oog na-, tuurlijk in de eerste plaats op het verlies dat zij heeft geleden door het vertrek uit deze gemeente van dr. NI. A. Brants, avien op verzoek wegens ziekte door II. M. de Koningin ccraol ontslag werd verleend als Burgemeester dezer gemeente, ingaande 1 October 1910. Dr. Brants, die beschermheer onzer ver- eeniging «u.-, heeft «leeds getoond hoezeer de Uianjeveiveniging zijn sympathie had. (hen leostmumner vcimeklde het pfiogranuna ol hij woonde het gedurende kortoren of lan gden tijd Lij. en bij de avotulmumuers bleef hij .'Uüiwe/ig*. op de boottochten voer hij mee, totdat liet nummer geëindigd \aa«. Daarmede en met vele andere voorbeekleiq zouden wij kunnen gewagen van den giooten xcdelijken steun die onze toenmalige Burgemeester aan de (Jninjcaeleetriging heeft verleend en die zoet' zeker wel hooit bijgedragen aan haar sterken groei. Het Bedil ui? meende dun ook naar den good der veiocmging, te handelen, toen het don Beschermheer, dr. Nf. A. Brants, hij ra— niiwwjwBWKawetnaKsaDw—a—Bamamma—a het mij niet -kwalijk, nietwaar, daak.u. vriendelijk." „Blaar uw vrouw dan." „Mijn vrouw is precies eender als ik. Zij houdt ook niet van eieren." „En uw aardige kindertjes." „Mijn jongens, mevrouw. Ach, weel af, mevrouw, de oudste heeft last van kies pijn. Zoetigheden zijn niet goed voor hem. En het kleintje, liet arme lieve kleintje heeft er nog geen smaak in." „Nu goed." De toon, waarop mevrouw Bornet dit zeide, was ijskoud, .,'t ls host, wij willen u niet dwingen. Daar hebben wij geen recht toe. Het spijt mij 'zeer, vriend." „Ja, ja, best." voegde mijnheer Boinet er hij, op de manier waarop hij een bedelaar zou hebben weggezonden. Zij voelden zich belcedigd. De concieige mei'kte het. Hij kreeg een gevoelige bui en wilde ze niet verlaten in die ongun stige stemming. Zeer beleefd vroeg hij ..Mijnheer, u die een geleorde is.' hebt u misschien een hoek, waar gedrukte brie- vcn in staan, om iemand met zijn naam dag te felicileeren, met Sainte-IIonorine bijvoorbeeld. Daar zou u mij veel pleizier mee doen, want ik heb het. hoog noodig. Jk zou het u wel teruggeven." Hij kreeg zelfs geen antwoord. En zoo verwijderde hij zich, aehteruitloopende, be schaamd, overtuigd dat, hij ze hoos ge maakt had; lnj nam zich voor, zijn ge drag te doen vergeten door voorlaan zoo vriendelijk mogelijk te zijn." „Die malle yen tl" mompelde mijnheer ]j(n net. „Menschon, die van honger ster-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 5