63itw laargang
bondag 5 Februari 1911
Mo. 13528
Tweede Blad.
De bedorven taart,
Een voorbeeld ter navolging.
De zwarte .dood.
STADSNIEUWS.
scHiE courant
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon-en Feestdagen'.
Prijs per kwartaal: voor Schiedam en Vlaardingen £1,1.25 franco
per post fl. 1.G5.
Prijs per week'; Voor Schiedam en Vlaardingon 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor hot eerstvolgend nummer moeten dos middags vóór een
uur aan bet bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange üayen No. 141 (hoek Korte Haven).
Prijs der Advertontiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meet
15 cents. Reclames 30 cent per regeL Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. i
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, hij vobruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
Wij moeten nog even terugkomen op ons
nstikol van gisteren ten einde een verkeer
den indruk, die daardoor kan maar zeer
/oker mat moet worden gewekt, te
voorkomen. liet is deze dut afgezien van de
politieke verzorging der jeugd tuwachen 13
en 20 jaar, do staat in Duitcdiiand niet
mods heel wat doet \oor hot voortgezet onr
dorvijs Het tegendeel ia natuurlijk vaar.
Vele staten van DuitsehUnd zijn op dit
punt.veel verder dan wij. En thans zal \or-
moedelijk ook Pruisen op dit gebied een be
langrijken, stap vooruit doen.
Tot nu, toe «as in geheel Duit&chland
wet, dal gemeenten boven 20.1)00 zielen hot
ieeiit lmddon leerplicht voor -voortgezet onder
wijs in te voeren voor alle werklieden bene
den 18 jaar cn voor vrouwelijke winkel- en
kantoorbedienden cn daarmee gelijk gosteldcn.
Verschillende zuidelijke staten luidden hun
wettelijke bepalingen allang veel verder ge
bracht dan dit minimum. Nu volgt ook Prui
sen met nieuwe vvetsvooistellen, die zeer
veel verder gaan. -11 percent der mannelijke
en de overgiootc meerdciheid der vrouwelijke
werklieden bezoeken nog geen scholen voor
voorlzeUingsondeiwijs. Ook hen wil de
Pruisische slant nu dwingen. Wordt hot
nieuwe voorstel wet, dan zullen alle ge
meenten boven 10,000 inwoners zulk een
school iiio o t e n hebben en zullen al die ge
meenten leerplicht voor dit onderwijs m o e-
t e rt uitschrijven. Zoodoende zullen 150 ge
meenten op hun reeds bestaande scholen
leerplicht moeten invoeren, terwijl 40 andeie
gemeenten èn de scholen öa dien leem licht
zullen moet''tl invoeren. Bovendien is er ooa
enorme toeneming van leerlingen to vcr-
vvacliten, omdat alle vrouwelijke werklieden
cn niet alleen de vrouwelijke kantoorbe
dienden enz. voortaan onder de wet zullen
vallen.
In liet pioguimma zijn, behalve elemen
taire vakken, vage vakken als burgorkmide op
genomen naast staathuishoudkunde en \\ets-
kennib, alles gedurende G uur per week.
Voor Godsdienstonderricht worden evenmin
uien afgestaan als voor lichamelijke ontwik
keling.
Zoo althans heet liet in het wetsontwerp,
waarvan wij de oornaiun,-te gegevens ont-
lecmur aan een opstel van Olto Kiiork, een
ondcrwijs-auloriteit uil Berlijn.
Er dan zich bij dit ondeivverp een mimi
kwesties 'voor. Tn de eerste plaats do vraag
of men jongelui als. deze, die door sociale
omstandigheden gedwongen worden overdag
te werken voor hun brood, nu 'e avonds ook
nog moet dwingen om op de schoolbanken
te gaan zitten ca daar* schoolwijsheid aan to
hooien. Tiet is natuurlijk voor velen van
gioot belang. En dat de Staat ten slotte de
dc gelegenheid te
Naar het Fransch
van
JULES RENAItD.
Mevrouw Bornet scheurde liet telegram
open en las
„Reken niet op ons. Ongesteld. Llegioct.
Lafoy."
„tïoo vervelend 1" zei zc. „Nu vraag ik
jo. Ongesteld, oen mooie reden. En ik had
alles nog wel zoo mooi in oule!"
„Zulke dingen treilen ons nu juist ook
altijd,'; bracht mijnheer Boniet in het
midden.'
Mevrouw Bornet dacht even hu.
„Daar bedenk ik mij wat; een heerlijke
inval. Morgen komen de Nolots. De taart
is dan nog veracht genoeg. Die kunnen
wij dan mooi gebruiken."
Maarden volgend.cn dag, juist op 't
oogehblik, dat zij het licht wou aansteken,
kroeg zij een tweede telegram:
„Vanavond onmogelijk konlen. Duizend
excuses. Nolot.'
„'tris of zo het er om doen!" zei mijn
heer Hornet.
Mevrouw Bornet was er letterlijk van
onthutst; haar lippen zagen wit van
schrik, zij begreep niet waarom het on
geluk haar aldus vervolgde, cn zij deed
haar mond wijd open om de beleedigende
woorden goed tot hun recht te doen komen.-
„Om negen urn' 's avonds afzeggen I Hoe
ontzettend ongepast!"'
„Beter daat dan nooit," klonk hei ant-
gc meenten dwingt om
.scheppen voor dergelijke jongelui om zich te
ontwikkelen, is zeker geen groot kwaad.
1 'och nu uiig een Map verder te doen en die
jongelui te dwingen tot schoolgaan
inderdaad, al» hot heclcmaal niet ander» kim,
dim zal men er zich hij moeten, neerleggen,
maar men verlioze toch niet uit het oog dat
hier leerplicht iets heel anders beteekent dan
leerplicht op de lagere school.
Eu raag men er wel op rekenen, dat de
omlei vvij/.eis op deze scholen tactvol zullen
optreden en hun onderwijs zoo weinig moge
lijk r-chooEch zullen inlichten.
Maar alle tact ter wei'cld kan niet verhin
deren dat mcnschcn, die ai zoo weinig vrij
heid genieten, nu nog weer vrij aanzienlijk
in hun vrijheid beperkt zouden worden.
Het is waar: er wordt juist op dezen
leeftijd van die vrijheid nog al eens mis>-
H: nik gemaakt, juist in dezen leeftijd ves
tigen zich drinkgewoonten en andeie verkeer
de gewoonten, welke Liter niet meer zijn af te
lemen.
Doch indien de staat de individu nu zoo
gnat belemmeren in zijn wasdom, dat hij
u vei al waar kan» i» op misbruik van vrij
heid, hekken zot, boeien aanlegt, voorschrif
ten maakt en leglementeert, begaat hij dan
niet pi eek» dezelfde fout als de moeder, die,
hung dat kaar kind koude zal vatten, dat te
warm kleedt, op koude dagen niet uitstuurt,
d'Kulsang.-len mistaat al» het hoedje afwaait
of liet kind zich warm speelt, en er dus
ecu kamerplant van nuiakt, die ziek wordt
zoodrn hij - wat ten slotte toch onvermijde
lijk is buiten wordt gebracht.
Het dvvangmoment in deze wetgeving
schijnt ons liet alleibcdcnkelijkst. Doch daar
naast zijn er niet weinige andere bezwaren,
als de voornaamste waarvan wij zouden wil
len noemen, dat het onderwijs in deze vage
vakken, mui liet meededen cn verklaren
vim bepaalde feilen zoo licht zal ontaarden
in liet siiggi tecreti van een bepaalde levens
opvatting, hetzij dan van de offieieelo regce-
ringslevenr-opv uiting, die, gelijk men weet,
in Bruisen bestaat, ol van de levensopvat
ting van de ouderwijzers.
Toch is er ook zoo erg veel in do Duitoclie
plannen, dat ons toelacht en toch is liet zoo
jammer, dat van particuliere en gemeente
lijke zijde ten onzent zoo weinig gedaan
wordt 0111 hier een rijkswetgeving voor te
beidde», Ah oren.» het Duitsche voorbeeld
na verscheiden jaren maar weer klakkeloos
over le nemen, zou liet nu de tijd zijn voor
interessante en hoogst nuttige proefnemin
gen op dit gebied door greote in-iellingen
als liet Nut ol door de gemeenten.
I- er get 11 middel om hier te ontkomen
mil. het dwingerige en het al te s-ehoolsche
in dit sa «teem? Kan men niet door het laten
houdt li van goede, populaire cursiu-sen over
vtixoliilljunlo eenvoudige onderwerpen, door
liet inrichten van leeszalen voor de jongelui,
waaraan eveneens cur»us»cu en gemeeiitschap-
ptlijke „beschouwingen", dubutavouden of
woord van haar echtgenoot. „Toe vrouwtje,
houd je bedaard 1"
,,'t ls wat moois 1 Nu kunnen wij niets
ter wereld met de taart doen."
„Wij zullen haar morgen bij de koffie
opeten!"
„Denk je dan dat ik taarten koop als
er niets bijzonders le Roen is?"
„Neen, natuuilijk niet. Maar er zit nu
immeis niets anders op; laten wij ons
in ons lot schikken."
,,'t Is mij goed. Ons geld dus maar
verspillen."
Zij was een zuinige huisvrouw en bracht
een cllcndigen nacht door ,na dit gesprek.
Raar man integendeel sliep heerlijk en
droomde misschien wel van vanillogebak
en alletlei lekkernijen.
„Hij verheugt er zich al op," dacht zij.
Do zaak lag er nu eenmaal toe. Aan
de koffie bracht de meid heel voorzichwtig
de taart binnen, cn mijnheer cn mevrouw
Boniet-wijdden er al hun, aandacht aan.
Het gebak was een beetje ingezakt. De
room was wal geel geworden, hij liep
door do reetjes, en, 'de schuimrand was
dus lang zoo mooi niet meer. Den vorigen
dag deed het geheel denken aan een ves
ting, maar nu, ach noen, aan eonig ge
bouw herinnerde het geenszins meer of
het moest wezen aan een ruïne. Mijnheer
Bot net hield deze opmerkingen maar voor
zich en mevrouw begon stukjes van de
taart te snijden. Zij deed haar, best ze
gelijk -te maken, allen even groot, en zei
lot haar echtgenoot:
„Je zit al le kijken welk hot grootste
is,"hó? oude lekkerbek!"
beter avonden van vraag én antwoord zouden
kunnen worden verbonden, kan men niet
door het nomen van vooiziehtigc en goed
vooiberoide proefnemingen op dit gebied hot
lei rein verkennen en trachten een basis te
vinden, waarop later door gemeente on .staat
zou kunnen worden voortgebouwd?
Er is hier zoo veel en zoo goed werk te
doen. En het zou toch zoo jammer zijn, als
men zich hier bepcikte tot politiseeren eu
tot afwachten totdat de kamera tijd zullen
lubben gevondenom het Pruisisch out-
i
werp over zooveel jaar «enigszins gevvij/.igd
over te nemen.
Wanneer in de middeleeuwen de men
schon zich de grootste verschrikkingen ter
wereld voor den geest haalden, dan zagen
ze naast het grijnzende geraamte met de
maaiende zeis, het knokige spooksel van
den honger en de dreigende schrikgestalte
van den oorlog, ook een zwarte, huive
ringwekkende schaduw, welke elk licht-
plekje van hun leven dreigde te veiduis-
Icien. liet was de ontzettende postillen tie,
de eigste van allo Egyptische plagen, waar
van in den Bijbel reeds wordt gewaagd en
waai mee God de zoiylige mensehheid straf
te. De kroniekschrijvers uit het refonnatic-
tijdperk gewagen van de post als de ver
schrikkelijkste van alle aardsche plagen.
Den modernen Europeaan is dit schrik
beeld geheel verloren gegaan, voor den
Indiër echter is liet nog heden een dage-
lijksch' memento mori, ca het groeit voor
ons allen weer in dreigende afmetingen
op, daar de ziekte over bijna geheel Oost-
Aztë woedt en dreigende berichten van
haar steeds grootero uitbreiding vertellen.
Het zijn wellicht bijbelsche herinnerin
gen, die in de middeleeuwen meewerken
aan de dikwijls geuite bewering, dat de
pest haar oorsprong in Egypte of in
Actliiopië hoeft gehad. Toch geeft ook
Tucydidos ,in zijn klassieke schildering der
ecisto pest, waarvan ons de geschiedenis
verhaalt, uitdrukkelijk aan, dat zij uit
Egypte is gekomen, en hetzelfde meldt
Pronopos van de groote pest ten tijde van
keizer Justmianus. Het is echter de vraag
of we bij dezo geweldige epidemieën der
oudheid inderdaad met het tegenwooulig
zoo scherp omschreven ziektebeeld der
pest hebben te doen. Alle epidemische
ziekten, die destijds in groolen getale slacht
offers maakten, worden met denzelfden
naam pest genoemd. Zoo heeft men bij
de groote epidemieën, welke Rome in de
eciste en tweede eeuw na Christus (eis-
terden en waaivan Tuoydides spreekt, aan
pokken en aan een soort typhus gedacht.
De oerslo woreldopidemie, die we met
zekerheid builenpest kunnen noemen, isdc
zoogenaamdo Jusliniaansche pest, welke
omstreeks de zesde eeuw uitbrak en van
Het mes verdween in do stroomen
vloeiende room, hel knarste over den scho
tel, cn deed pijn aan de tanden, maar
liet gelukte mevrouw niet, ergens een grens
le trekken, dc stukjes van elkaar af te
scheiden, steeds liep de room overal door
heen. Zij wist geen raad, nam den scho
tel in de hand, schepte de helft van do
taart op het bord van haar man en zei:
„Daar, doe je nu maar te goed."
Mijnheer Bornet nam een lepel, blies
in don room, zeker omdat hij zoo koud
leek, on nam een hap. Maar hij zette
een leelijk gezicht en zeide glimlachend:
„Ik geloof, dat er een smaakje aan is."
„Ach kom! Wat een kuren 1 Ik weet
warempel niet wat ik jo moet voorzotten.
Mijn hemel I Wat ben ik toch ongelukkig I"
„Proef jij eons," was al wat mijnheer
Bornet antwoordde.
„Ik hoef niet to prooven. Ik weet voro-
uit, dat zij best smaakt."
„Proef dan cons. Eén enkel lepeltje."
„Wel twee, als je dat liever wilt."
En waarlijk, dat deed ze, twee achter
elkaar en zeide;
„Ik weet niet wat je aan dio taart
proeft. Een beetje week misschien,"
Maar zij nam er toch niet meer van.
Zij was bepaald treurig gestemd cn op
het punt te gaan schreien; toen kreeg
mijnheer Bornet eensklaps een inval.
„Ik weet wat. Jo hebt in langen tijd den
congiergc bon eden niets gegeven, eu ik
heb opgemerkt dat hij mot Nieuwjaar lang
zoo beleefd niet was als gewoonlijk. Laten
wij ons zelf het genot ontzeggen en hom
de tanrt cadeau doen, liet loven ligt nog
531 tot 580 de golieole destijds bekende
wereld op eon ontzettende manier teisterde.
Van Pelnsyum in Beneden-Egypto uitgaan
de, nana de pest, overal dood en verderf
brengend, haar weg over Alexandria, Pa
lestina, Syrië, Konstantinopcl naar Ita
lië, Gallic en Gcrmanié. De verwoestingen,
welke zij aanrichtte, waren in enkele doe
len van Europa zóó groot, dat steden van
beteekenis letterlijk door haar werden uit
gemoord. Een andere pestepidemie, die niet
lang daarna onder Constantijn Coprony-
mus uitbrak, had niet dat kwaadaardig
decimeereml karakter van haar voorgang
ster en ook de epidemieën, die van de
zevende tot de veertiende eeuw steeds
weer sommige landen teisterden waren, niet
zoo hardnekkig en gevaarlijk
Haar voornaamsten vernietigingstocht be
gon de pest in de veertiende eeuw, toen
zo in Ccntraal-Azië uitbrak. Reeds des
tijds was Azië haar hoofdzetel, zij alleen
moet 13 millioen bewoners van het TIc-
melschc Rijk hebben gedood. Over Klein-
Azië en Arabië snelde de zwarte dood
weldra ook naar Europa. Een ontzettende
paniek greep do gchoelc christenheid aan.
Men meende, dat liet einde der wereld
nabij pyas en dat God nog eenmaal do
mensehheid voor allo zonden der vaderen
bezocht. Als een geweldige, door oen af
schuwelijken angst afgeperste noodkreet
klinkt het op uit de literatuur van die
dagen, uit dc preekon, de kronieken, de
vlugschriften en do volksliederen. In de
jaren van 1346 tot 135U bereikte de cpï-
denaio haar hoogtepunt. Terwijl dc voor
name dames en heeren van Boccacio uit
liet door lijkenlucht vergiftigde Florence
op hun villa's vluchtten eu door vroo-
lijke verhalen de verschrikkingen om zich
heen trachtten te vei ge ten, stierven in dc
steden de menschon als vliegen. Volgens
do Duitsche kronieken moeten in Neuren
berg alleen in 1437 13.000 ïncnschen, in
Keulen zelfs 21.000 mensclien door de
ziekte zijn weggerukt.
Men moge deze cijfers als overdreven
beschouwen, toch heeft de schatting een
zekere waarschijnlijkheid, volgens velke
Europa in die rampjaren 24 millioen men-
sclien, een vierde van zijn gehcele bevol
king, veiloor. Do groote sterften, die ver
volgens in de zestiende en zeventiende
eeuw, vooral des zomers, de steden deci
meerden ons Luid bleef er gelukkig
vrijwel van verschoond zijn niet altijd
aan do pest te wijten, ook al wordt
de ziekte lutdiukkolijk zoo genoemd. Toch
woedde de pest, zij het ook op een mindei
veischrikkelijke manier, verder. In de ze
vende tot de veextiende eeuw had de ziekte
dc mensehheid overvallen als een plot
seling opspringend roofdier, dat con sla
pend n overvalt. Do onbeschrijfelijke
schrik rt niemand tot,bezinning komen.
In de vijftiende eeuw echter begon men
den strijd tegen dezen gocsel der mcnsch-
vóór ons, nietwaar, wij kunnen ons zelf
nog wel eens meer op een taait tractee-
teeren, vindt je ook niet?"
„Leg er jou dool dan tenminste maar
weer bij."
Zij lieten don concierge hoven komen.
Na de gebruikelijke complimenten zcido
mijnheer Bornet, hom den schotel te pre*
senteerende.
„Mag ik u dit aanbieden, mijnheer Pas
cal?"
,,'t Is al te vriendelijk van u," antwoord
de de concierge, „maar ik wil u niet ont-
riovcn."
„0, neon, denk daar niet aan!"
„Neem gerust aan," voegde mevrouw
Bornet er bij. „Wij geven het u met _ge-
noegen."
De concierge had de oogen op do taart
gevestigd; hij haalde den neus ruikende
op, aarzelde een oogenblik en vroeg:
„Zijn er eieren in die taart?"
„Dat zal waar zijn," zeide mijnheer Bor
net. „Een goede taart kan men niet ma
ken zonder eieren."
„Dan spijt het mij wel. Ik houd niet
van eieren."
„Ach, kom, man, wal maak je hem wijs?
Eén door van een ei misschien om liet
deeg te mengen, zeker niet meer."
,,'t Is gok, mevrouw, maar als ik oen
kip maar hoor kakelen, dan word ik er
al misselijk van,"
„Ik kan u verzekeren, dat hij heerlijk
smaakt. Ge zoudt er van smullen."
,,'t Is mogelijk, ik kan er niet over
oordeelen. Maar ik heb ze liever niet.
Mijn maag kan er niet togen. U neemt
heid. Men vergenoegde zich er niet moei
mee om dezo ziekte als een door God op
gelegde straf te beschouwen, maar men,
zag in, dat zo door besmetting werd over
gebracht en de overheid begon met deze
besmetting- tc voorkomen. De oudste van
dergclijko voorschriften, die elke aanraking
met do zieken verboden' en do reiniging
der verpeste kleedercn voorschreven, be-
leikcn ons uit Italië reeds tegen het einde
dei veertiende eeuw. De eerste quaran
taine-voorschriften en do oprichting van
bijzondere pesthuizen zijn wel van de
Ycnctiërs uitgegaan. Mensehen, die ver
dacht werden door de post te zijn aan
getast, werden gevangen genomen, ja soms
op de verdenking alleen verbrand. Te
Parijs bestond in 15S1 het recht om men
schon, die de pest hadden, eenvoudig te
duoden.
Nog in de zeventiende eeuw richtte' de
pest schrikkelijke verwoestingen aan. Zoo
nictigdc zij in 1655 te Londen binnen kor
ten tijd het leven van 70.000 menschon.
Eerst tegen hot einde der zeventiende eeuw
nam zo in kwaadaardigheid en uitgebreid
heid af. Sedert dien zijn de groote pest-'
epidemieën hoofdzakelijk tot Azië-beperkt
gebleven en hoogstens in do havens van
Europa en in Rusland binnengedrongen.
Orau je-Tereeniglng.
Do gewone juiirlijksche ulgemeeno .verga-
diumg der Oninjovereeiiigittg zal worden go
Lotideti op Mnaiidagtnond 20 Februari u.
Daarin zal ter goedkeuring worden aange
boden liet
Jaarverslag over 1910.
Nu wij weer oen terugblik moeten werpen
op hetgeen onze vcrecniging in het afgeloo-
pen jaar heelt weden aren, aait ons oog na-,
tuurlijk in de eerste plaats op het verlies
dat zij heeft geleden door het vertrek uit
deze gemeente van dr. NI. A. Brants, avien
op verzoek wegens ziekte door II. M. de
Koningin ccraol ontslag werd verleend als
Burgemeester dezer gemeente, ingaande
1 October 1910.
Dr. Brants, die beschermheer onzer ver-
eeniging «u.-, heeft «leeds getoond hoezeer
de Uianjeveiveniging zijn sympathie had.
(hen leostmumner vcimeklde het pfiogranuna
ol hij woonde het gedurende kortoren of lan
gden tijd Lij. en bij de avotulmumuers bleef
hij .'Uüiwe/ig*. op de boottochten voer hij mee,
totdat liet nummer geëindigd \aa«. Daarmede
en met vele andere voorbeekleiq zouden wij
kunnen gewagen van den giooten xcdelijken
steun die onze toenmalige Burgemeester aan
de (Jninjcaeleetriging heeft verleend en die
zoet' zeker wel hooit bijgedragen aan haar
sterken groei.
Het Bedil ui? meende dun ook naar den
good der veiocmging, te handelen, toen het
don Beschermheer, dr. Nf. A. Brants, hij
ra— niiwwjwBWKawetnaKsaDw—a—Bamamma—a
het mij niet -kwalijk, nietwaar, daak.u.
vriendelijk."
„Blaar uw vrouw dan."
„Mijn vrouw is precies eender als ik.
Zij houdt ook niet van eieren."
„En uw aardige kindertjes."
„Mijn jongens, mevrouw. Ach, weel af,
mevrouw, de oudste heeft last van kies
pijn. Zoetigheden zijn niet goed voor hem.
En het kleintje, liet arme lieve kleintje
heeft er nog geen smaak in."
„Nu goed." De toon, waarop mevrouw
Bornet dit zeide, was ijskoud, .,'t ls host,
wij willen u niet dwingen. Daar hebben
wij geen recht toe. Het spijt mij 'zeer,
vriend."
„Ja, ja, best." voegde mijnheer Boinet
er hij, op de manier waarop hij een
bedelaar zou hebben weggezonden.
Zij voelden zich belcedigd. De concieige
mei'kte het. Hij kreeg een gevoelige bui
en wilde ze niet verlaten in die ongun
stige stemming. Zeer beleefd vroeg hij
..Mijnheer, u die een geleorde is.' hebt
u misschien een hoek, waar gedrukte brie-
vcn in staan, om iemand met zijn naam
dag te felicileeren, met Sainte-IIonorine
bijvoorbeeld. Daar zou u mij veel pleizier
mee doen, want ik heb het. hoog noodig.
Jk zou het u wel teruggeven."
Hij kreeg zelfs geen antwoord. En zoo
verwijderde hij zich, aehteruitloopende, be
schaamd, overtuigd dat, hij ze hoos ge
maakt had; lnj nam zich voor, zijn ge
drag te doen vergeten door voorlaan zoo
vriendelijk mogelijk te zijn."
„Die malle yen tl" mompelde mijnheer
]j(n net. „Menschon, die van honger ster-