Zondag 5 Maart 1911. No. 13552 Tweede Blad Uit de Tweede Kamer. EEN DOETJE, Zij stond ontroerd en zag hem aan niet Zij ging niet alleen weer naar de kerk, Deze courant verschijnt dagelijks, mot uitzondering van Zon-en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen £1.1.25 franco per post £1.1.65, 1 Prijs per weck: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dageljjks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten dos middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn, Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fL 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regel, Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. Ia de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prjjs van 40 cents per; advertentie, bij vooruitbetaling aan bet Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. Dr. Kuyper hoeft van dc weck in do „Standaard" geschreven, dat het niet goed is, dat wij allerlei soort uitspattingen op geslachtelijk gebied met Eranschc of Datijn- bche namen noemen. Dat het kwaad door don mooi-kliiiikenden manm, waarmee het betiteld wordt, veel van zijne afschrikwek kendheid verliest, en hij spoort zijne volge lingen aan de bekende Ilolhurdschc namen te gebruiken, waarin d' echte en onomwon den verachting voor al dat onguur bedrijf zoo krachtig naar voren komt. En begrij pende, dat cene dergelijke aanmaning eerst recht haar effect soiteert, wanneer hij, die zo geeft, zelf vóórgaat, ont/.iet hij zich niet in dat artikel, en noemt zelfs de bedrijvers van de zonde, waarom eens dc beide beruchte "titdeu in het Zoutdal van den bodem der- arde werden weggevaagd, bij htm echt-IIol- luntkchen naam. Er is zeker veel voor dat standpunt to zeggen, en wij bewonderen den moed waar van Iret getuigt, maar wij zullen toch Dr. Kuyper's voorbeeld niet volgen. En dat niet m de eerste plants omdat wij er rekening mee willen houden, dut een dagblad irr de gezinnen onder do oogen komt vair beide gedachten, jongen en ouden, nranr omdat het oir» wil voorkomen, dat door aldus te doen, men bij eeir zeker soort lezers (en zoo ziet men dat rnetr allo zaken van twee kanten kan beschouwen), den indruk zou vestigen, dat men deze zaken, niet zoo lrccl erg meer vindt, waar men er zoo onomwonden over schrijft. En daarom beginnen wij nret te melden, dat de Kamer, na zonder stemming het openlijk tentoonstellen, Iret openlijk of onge vraagd aanbieden en verkrijgbaar stellen \an abortive middelen als misdrijf heeft ge stempeld, waarop een maximum van drie maanden hechtenis is gestold, zich gezet heeft aan het artikel, dat etraf bedreigt tegen den meerderjarigen homoaexuool, die zijn sinister bedrijf met een minderjarige pleegt. Over dat artikel is heel wat te doen geweest, liet is een stokpaardje van Minister Re- gOlit, die, toen hij nog Kamerlid was, bij zijn voorganger Ne!risen er op ireoft aange drongen, dat een dergelijk artikel in de wet zou worden opgenomen. Minister Neiia-on wilde daar echter niet nnn. Toon het toenmalige Kamerlid voor Hel mond, de tegenwoordige Minister van Justi tie, op 2 December 1SI09 cone vraag in dien geest stelde, kreeg hij ten antwoord: „Ik heb dit rijpelijk gewikt en gewogen; ik heb lang geaarzeld, mnnr mijne conclusie is deze, dal ik door zco iets te doen meer kwaad zou aanrichten dan goed. Ik hel) mij een vorige maal reeds met deze uitspraak vur- eenigd, en reeds toen doen gelden, dat bij het vaststellen van strafbepalingen, niet alleen rekening moet worden gehouden met dat gene wnt men direct beoogt, maar met alles Drie jaar geleden was zij er voor het eerst heengegaan vóór dien tijd luid z.ij er niet naai' g< lauild. Zij was er meer toevallig iu- gcloopeit dan wel met opzet. Eigenlijk bad zij gteii lijdeen druk jaar- met kleine kinderen, die haar zorg meer dan noodig hadden, en een man Hiermede was alles gezegd. De buren wisten het ook heel best, ze k o n niet van huis, 't was ceir onmogelijkheid. Wat zou er van die arme schapen van kinderen worden, als zij er eens niet was! „Als do drankzucht er eenmaal inzit, och hemel, dun is er geen hotten an." Er was geen houden aan, de. buren zeiden het ook, 't Was toch maar alios parelen voor de zwijnen, en daarom hield zij lmrir mond en haalde meewarig de schou ders op, wanneer zij dc voordeur hoorde piepen en dc trappen onder zijn zwaren slap kraken. Zij schoof dan zijn stoel een eind van de tafel en deed de deuren van. dc bed stede, dicht. Do kinderen moesten hem zoo niet zien. Dat zij hem hoorden was nl f,1? fi0n0co< Waal? dat kon zij niet beletten, /•dj hadden mnnr öón vertrek met hun zessen en zij was al blij, dat er deuren voor de bedstede waren. 't Was er' kraakzindelijk in het vertrekje. Menige goede huisvrouw kon hij lmar nog een lesje nemen. Alles wnt glimmen kon, glom, en daar stelde zij linnr ccr in. wnt zij vorder kunnen teweeg brengen, en dat daarom gematigdheid op het gebied van strafrecht is voorgeschreven." Wij zouden gaarne hebben gezien,, dat Mi nister Regont zieh op hetzelfde standpunt had geplaatst van zijn voorganger. Wij had don dan een debat gemist, dat zeker niet an ders kan wezen dun eene reclame voor het bedrijf van hen, die voor ons physiologi&ehe abnormulen zijn. De heer Tvderrinn heeft liet zoo juist gezegd: „Met .deze nieuwe bepaling wordt het debat over het bestaansrecht van de homosexuuliteit geopend en ik wensch die discussie niet geopend te zien. Men kan er zeker van zijn, dut, indien deze bepaling in liet Strafwetboek wordt opgenomen, men die di&Cussie in deze vergadering zal zien voe ren, dat deze Minister of oen van zijn opvol gers genoodzaakt zal zijn om die discussie to voeren. Dat wenselt ik niet, omdat er geen beter middel ,is om dat kwaad te ver spreiden of daarvoor propaganda te maken. Men opent immers die di.-cus.sie op weten schappelijke gronden!" De afgevaardigde voor Tiel heeft volko men gelijk. Wie, zooals wij, in de gelegen heid is geweest kennis te nemen van do schaamtelooze verdediging van do homo- sexualitcit, ten gevolge van de indiening van dit wetsontwerp, neergeschreven, moet dit beamen. Die brochures zijn gelukkig niet in den handel en alleen aan de Kamer leden toegezonden, maar wij ijzen bij het donkbeeld, dat ze in handen zouden kun nen komen van jongelieden; daarin wordt toch (het is verbijsterend) op gelijke rech ten voor homosexueelen en heterosexuee- len aangedrongen. We schrijven dit zonder eenige commentaar neder, overtuigd dat onze lezers volkomen zullen beseffen hoe groot do gecstesdwaling is van hen, die zulk een eisch kunnen stellen. Daarnaast heeft de heer Tydeman er zeer juist op gewezen, dat de strafbedrei ging, thans tegen de h'omosexualitcit ge maakt, nieuw leven zal geven aan de chan tage (de geldafpersing), die toch' reeds zoo welig in ons vaderland tiert, met name in de groote steden. Hoe die chantage verwoes tingen aanricht tegenover personen met vrouw en kinderen, lioe ze halfsehuldigen en schuldigen aan een misslag, een af dwaling van een oogenhlik tot wanhoop kan brengen; hoe daardoor geheel onschul diger! voor het geval kunnen komen te struin, dat zij met groote moeite hun goed recht op een onbezwalkten naam hebben'o verdedigen. Dit laatste is maar al te waar. Het ge schiedde reeds onder het oude wetsarti kel; wat zal het verscherpte wetsartikel voor gevolgen hebben? Ons is een geval bekend, oen jaar of wat geleden te Amsterdam gebeurd. Een acht baar man, van een diner komende (een voor hem ongewone zaak) maakte op zijn weg naar huis gebruik van zekere gelegen heid achter het Commandantshuis op den Dam te Amsterdam. Wie ter plaatse be- ,,'t Zou wat zijn, als ik nog slordig was op den koop toe," zei ze, „dan had ik lieele- mtial geen leven. En de kinderen zouden ten slecht voorbeeld aan de moeder hebben. Piot zegt toch al zulke leelijke woorden en vloekt zijn vader na." „Ja, dal mag ie hem wol is afloeren, zei een bruin rouw. „Hij steekt de heolo buurt aan. AH je d'r de plak maar is op lei Maar diU lcort ze niet hebben. Wanneer zij iets op haar kindereu aan te merken had den, keerde zii zich om en slofte de t nap- pon op of deed de deur toe. Zij mochten zeggen wat ze wilden, maai' als zo aan lionr kinderen kwamen, was het met haar geduld on zelfhohecrs-ehing gedaan. Zij duldde het niel, dat anderen, kwaad van haar kinderen zagen, 't Was mooi genoog ais zo hei zelf zag en haar bast deed hot voor do buitenwereld te verbergen. Piot was oen rakker, zijn zusjes de baas, maar zij zou wel zorg dragen, dat hij het haar niet werdDat had ze aan haar kin deren niet verdiend. Arme, mine vrouw. De dagen, gingen voorbij en worden tol maanden, en Piet, haar oudste, werd haar met den dag meer de baas. Soms, in een bui van wanhoop, schoot ze op hom toe, rammelde, hom dooreen en dreig de hem 't nurï vader to zeggen." „Je durft het toch niet, je durft h'ni toch niet tuin," riep hij tartend, „Je bent ccn kond is, weet, dat 'deze inrichting aan meer dere personen tegelijk gelegenheid biedt aan een natuurlijke behoefte te voldoen. F.r stond daar een van die pesten op zijn loer, die geld willen slaan uit de cer- belnging van andoren. Met groot misbaar vloog hij op den ander too onder de be schuldiging, dat deze hem tot oneerbare handelingen had willen verleiden en de anrler als door don donder getroffen, had de dwaasheid, om den rijksdaalder te geven, die licrn gevraagd werd „om de zaak stil te houden". Niet ieder heeft, zooals do heer Tydeman hot zoo juist uitdrukt, de kracht on de tegenwoordigheid van geest orn den chanteur bij de eerste ontmoeting van de trappen te gooien, alias hem zoo te bejegenen, dat hij begrijpt, dat met af dreiging niets voor hem is te behalen. Welnu, onze man, die den rijksdaalder gaf, werd, zonder dat hij het wist, naar zijn woning gevolgd. En toen den volgenden dag de chanteur zich te zijnent vervoegde, om „vorder over de zaak te spreken", be greep hij, wat mispas hij had begaan. Maar uit valsche schaamte voor de zijnen om over de zaak te spreken, gaf hij weer geld, en het werd een geldafpersing, die het slachtoffer bijna tot zelfmoord bracht. Gelukkig, dat zijn vrouw zijn gedrukte stem ming eindelijk opmerkte,, en hem tot spre ken wist te brengen. De politie werd in den arm genomen, en den chanteur ontging gelukkig zijn straf- niet. Hem word voorge steld ile zaak finaaf af te maken voor een flinke som; dan zou hij een stuk tee- kencn waarbij hij van alle verdere vervol- Iging afzag, en hij ging er op in. Toen het geld hem overhandigd werd, zei liet slacht offer: Het is toch wel verschrikkelijk, dat ik dit moet betalen; je weet toch, dat ik ge heel onschuldig ben aan hetgeen je mij ten laste legt. Waarop de boef gelukkig grinnckend antwoordde: Dat weet ik wel, maar wie niet sterk i§, moet slim wezen. Dit gezegde weid niet alleen gehoord door het slachtoffer, maar ook door twee re chercheurs in de naaste kamer achter een deur op een kier verdekt opgesteld, en de rest laat zich raden; maar niet alle ge vallen hebben het blij-eindend slot, dat de eerbclugcr voor verscheiden jaxen wordt opgeborgen. Als do Afrnister dit alles vroeger ovcv- dachl had, dan vragen wij ons af of hij niet op het standpunt van Minister Ne- lissen zou zijn blijven staan. Ds. Bruin- melkamp moge met voorlezing van 2 Kon. 23 vers 6, 7 en 14 (hier zij terloops even vermeld, dat het cite-eren uit de Heilige Schrift indertijd aan den heer Troelstra door den voorzitter ontraden werd) iedere wettelijke bepaling tegen do homoscxuali- teit goedpraten, meL absolute minachting voor do vraag, of inderdaad daarmee be reikt wordt wat men zich voorstelt; op zoo'n manier maakt men geen Strafwet. Dat begreep de hoer Van Ilamcl, die deskundigde als hij is, de onhoudbaarheid van hot artikel aanduidde, maar dat werd doetje, zeggen dc buren, een doetje, en daar om is vader aan dc zuip gegaan Toen had zij haar jongen losgelaten en hem aangezien met oogen, die meer zeiden, dan haar mond vermocht. Een uitdrukking van wanhoop, smart, was in liririi' oogen gekomen. Zij luid niets meer gezegd, maar haar doek omgeslagen, haar mutsje recht gezel, en toen was ze naar be rieden gegaan, de drie trappen af, de straat op, dan links, dun rechts afslaande. Waar heen zii ging, wist ze niet. Zij liep maar door, al maar door, zonder gedachten, Plot seling, op een groot plein gekomen, bleef zij slibt aan. Zii hoorde een klok slaan, zeven slagen. Zii moest ai een uur gekropen bob ben Nu terug naar huis; haar thuis in de ach terbuurt, de derde verdieping vóór. Haar man zou wol thuis zijn; hij bleef Zondags meestal lot een uur of zeven uit, om om acht uur yrecr naar dc kroeg terug te keeren. Zij rilde en trok haar doek vaster om dc magere schouders. Waar nu heen? Half werktuigelijk liep zij in de richting der kerkeen groote gaslantaarn beseheen den ingang. Zii was moe. Even, even rusten en dan weer terug naar baar „(huis". Zij aarzelde nog even, toon staple ze bin nen. De warmte kwam haar tegemoet, bo- luinglijko, goddelijke warmte. Zij Irieef een oogcnblik hij een pilaar staan en leunde er ook ingezien door den lieer De Savomin Lobman, die zich expresselijk in tweeden termijn nog in de discussie mengde om de drijvers van Rechts tegen te 'bonden, waar onder wij helmis ook dezen Minister van Justitie moeten rangschikken. De afgevaardigde voor Goes hei ff daarbij zeer behartenswaardige woorden gespro ken, waarvan wij met groote instemming deze oiteeren: „Mijn standpunt in deze en in het algemeen op het gebied van strafrecht is dat: dat een strafwetgever nooit mag beoogen bestrijding van de on zedelijkheid, om de eenvoudige reilen, dat hij dat niet kan. Alle misdrijven komen voort uit het binnenste van den mensch en zijn dus enkel en alleen door midde len van moreelen aard bcstrijdbaar. Ik ge loof, dat de heele Kamer dit met mij eens is, maar zeer zeker zullen dit met mij eens zijn degenen, die met mij staan op het standpunt van do Heilige Schrift, waar dit overduidelijk voortdurend is uit eengezet. Geen strafwet heeft ooit iemand gemaakt eerlijk, kiiisch of humaan. Wie niet eerlijk is, niet 'kruisch, niet humaan, zal door de Strafwet niet veranderen. Dat moet om andere redenen'geschiedende strafwetgever heeft zich alleen te bepalen tot uitingen, en do bemoeiing van den strafwetgever mag dan ook niet zijn be strijding van de onzedelijkheid op zich zelf, maar moet m. i. uitsluitend bepaald worden door redenen van utiliteit. De bepa ling van de grens der strafbaarheid kan m. i. nooit afhangen van de vraag, hoe afschuwelijk een of ander feit is op zich zelf. Wij kunnen een feit nóg z.oo af schuwelijk vinden en het toch niet straf baar stellen. "Omgekeerd kunnen wij oen feit, dat niet denoteert van groote per versiteit, toch zeer streng 'straffen." Zie daar gulden woorden. Maar de drijvers van Rechts verkiezen nu eenmaal niet naar zulke woorden te luisteren zelfs niet al komen ze van een man als Lobman, die oud-rechter in een Hof, oud-hoogleeraar in het Strafrecht aan de Vrije Universiteit is. Toch heeft de Minister geen voll edijge overwinning behaald. Door de hoeren Troelstra en Van Hamel c. s. was het voorstel gedaan om het artikel te lezen: „Mei gevangenisstraf van ten hoogste één jaar wordt gestraft hij, die door giften of beloften van gold of goed een minder jarige, wiens minderjarigheid hij kent of redelijkerwijze moet vermoeden, opzette lijk verleidt om ontucht te plegen." Dit was heet iets-anders ilan de Minis ter wilde. Deze wilde, waar de wet reeds straf bedreigt tegen ontucht met kinderen beneden 16. jaar, voor de homosexualiteit dien. leeftijd tot 21 jaar verhoogen. De voorstellers van hot amendement wilden hebben straf op „verleiding van een min derjarige tot ontucht", van wolken aard die ontucht dan ook wezen moge. Vond dit artikel nog bezwaar bij enkelen, die daarvan even ernstige chantage vrees- met den rug tegen. Meieen, wanneer zii weer moed verzameld zou hebben, zon zii gaan zitten er was ruimte genoeg. De avond kerken werden zoo druk niet bezocht. Zij hoorde don grijzen predikant op het spreekgestoelte sprekenzii moest zich in spannen om hem te verstaan, om hem te hoo ien, want zii verstond hem niet. 't Ge leek wel Latijn. Zii werd warm van liet luis teren. Zii was in een andere wereld met haar gedachten, zij hoorde niets meer, al leen nog slechts klanken. Toon z.ii weer tot bewustzijn kwam, bla derdon de menschel! ia hrm boeken. Zij had geen boek, maar iemand narist haar, liet haar meekijken. Weer hoorde zij de stern van den predikanthij las hot ge zang voor en de menlschen zongen liet hem na „Valt ook de strijd u lang en zwaar, Zie, 't uur van zeeg is dikwijls daar Als in con droom volgde, zii de mcnschen- massn de kerk nit, on vóór zij liet wist, stond zij in hel nauwe straatje vóór haar huis en voor lmar deur op de derde verdieping. Zij duwde haar open en stond een oogcn blik verblind door het licht, dat haar togen- sintalde. Daar zat hij, haar man. Zii keek even naar hem, nog eens. W a s hij het? Was dat zij n. stom? „Waar ben je geweest, vrouw?',' den als van het 'Regeeringsartikel, over het algemeen vond dit eon gunstig onthaal bij de velen, die straf op „verleiding van mindernjrip-en" wenschten, e-n do Minis- nistcr, die zijn artikel verdedigd had met het betoog, dat hij zonder dit onmachtig stond tegenover de houders van die hui zen, waar jonge lieden worden heenge- iokt en verleid tot homosexuaiileit, zag zelf wel in, dat hij den slag zon verlie zen, als hij zich tegen het amendement Van Hamel-Troelstra bleef verzetten zon der meer. Vooral nadat in dit amende ment door do voorstellers wijziging was gebracht, dat het misdrijf slechts vervolg baar zou zijn, als de minderjarige was „van onbesproken gedrag en zeilen". Uit deze verlegenheid werd hij geholpen door den hoer Sn o eek Henkemans, die met zijn par tijgen ooten Van Lennep en Van Veen, de anti-revolutionairen dr. Kuyper, Van der Molen, Duijmaer van Twist -en Van dor Voorst van Zijp, en de katholieken Van Wijnbergen, Van Vmiren en Bogaardt voor stelde na het regeeringsartikel een nieuw, artikel in te voegen, aldus luidende 1 „Met gevangenisstraf van ten hoogste hvee jaar wordt gestraft, hij, die door giften of beloften van geld of goed, misbruik van gezag, geweld, bedreiging. o£ misleiding een minderjarige van onbesproken gedrag er opzettelijk toe brengt om vloeschelijke ge meenschap met hem te hebben. Vervol ging heeft niet plaats dan op klachte." Ilier werd dus behouden de bestrijding, die de Minister voor de homosev-liteit wenschte, hier werd tegemoet gekomen aan hen. die de „verleiding" strafbaar wil den stelten, en hier werd aan hen, die voor chantage vreesden, in zooverre bevrediging gegeven, dat vervolging alleen dan plaats heeft, als het slachtoffer zelf een klacht instelde. De heeren Troelstra en Van Hamel mochten met het volste recht vragen of dat een manier van wetgeven is, om mid den in de discussie te komen, niet met een amendement op hot Regeeringsartikel, maar met een geheel nieuw artikel. En ook de heer de Savornin Lobman liet zich niet onbetuigd in scherpe afkeuring. Maar de zaak was binnenskamers bijkbaar geieed gemaakt, en de Minister won zijn spel. Het amendement Troelstra-van Hamel haalde slechts 22 stemmen van de 83; van Rechts waren daar onder de heeren do Savornin Lobman, de Visser, de Geer cn rail W.assenaer van Catwijck. Het Rcgceiingsvoorstel werd met 54 te gen 34 stemmen aangenomen; onder de voorstemmers waren Links de heeren Drueker, Marchant, de Klerk, van Karne- beek en Teenstra. Onder de tegenstemmers waren van Rechts heeren de Savomin Lolunan, de Visser, eer cn van Wasso- naer v. Catwijck. 't Nieuwe artikel van den heer Snocck Henkemans, door de Regee ring overgenomen, werd met 45 tegen 39 stemmen aangenomen. Vóór stemden van Links de heeren van Karnebeek, Patijn, oogen vol tranen. Zóó bad Irij haai' nooit ge zien. Hij legde zijn hand op haar schouder en trok haar mee voor het licht. „Waar ben je geweest? ie laat de kinde ren nooit alleen en ik dacht ik Piet Zij deed haar doek af en steunde zich aan de tafel. Zij kon niet spreken. „Ik ben naar de kerk geweest," kwam er haperend uit. ,/t "Was toevallig, want ik was het huis uitgekropen omdat ik omdat „Vcrd zei hij, haar naar zich toe trekkende. „Ik heb het zoo lang als ik kon uitgehou- den," snikte ze, „maar 't werd mij vanavond te machtig. Als' ik tlölir eerder naar too was gegaan, was het nooit, zoover gekomen. Ik ben een doetje geweest en daarom „Kom," zei hij, „huil maar niet, jo bon om den drommel geen doetje." „Zie jo, als je maar één avond in de week bij ine bleef, en een oosrje op de kinderen hield Zij kwam niet venier, want Hans had zijn groote handen om haar Juris geslagen en dwong haar hom nan te zien. „Je in ooi niet huilen," zei hij lxrieutcrd, „zie je, in eens zal het niet gaan, ik zal het wel afloeren, al zal het een harde dobber zijn. De drankzucht is de kwaadste vijand..." „We zuilen samen strijden," zei zijhaar hand op zijn schouder leggend. „Beloof mnnr, dat je mee zal strijden „Tk beloof het," zei hij.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 5