Zondag 5 Maart 1911.
No. 13552
Tweede Blad
Uit de Tweede Kamer.
EEN DOETJE,
Zij stond ontroerd en zag hem aan niet
Zij ging niet alleen weer naar de kerk,
Deze courant verschijnt dagelijks, mot uitzondering van Zon-en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen £1.1.25 franco
per post £1.1.65, 1
Prijs per weck: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dageljjks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten dos middags vóór een
uur aan het bureau bezorgd zijn,
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fL 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cent per regel, Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
Ia de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prjjs
van 40 cents per; advertentie, bij vooruitbetaling aan bet Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
Dr. Kuyper hoeft van dc weck in do
„Standaard" geschreven, dat het niet goed
is, dat wij allerlei soort uitspattingen op
geslachtelijk gebied met Eranschc of Datijn-
bche namen noemen. Dat het kwaad door
don mooi-kliiiikenden manm, waarmee het
betiteld wordt, veel van zijne afschrikwek
kendheid verliest, en hij spoort zijne volge
lingen aan de bekende Ilolhurdschc namen
te gebruiken, waarin d' echte en onomwon
den verachting voor al dat onguur bedrijf
zoo krachtig naar voren komt. En begrij
pende, dat cene dergelijke aanmaning eerst
recht haar effect soiteert, wanneer hij, die zo
geeft, zelf vóórgaat, ont/.iet hij zich niet in
dat artikel, en noemt zelfs de bedrijvers van
de zonde, waarom eens dc beide beruchte
"titdeu in het Zoutdal van den bodem der-
arde werden weggevaagd, bij htm echt-IIol-
luntkchen naam.
Er is zeker veel voor dat standpunt to
zeggen, en wij bewonderen den moed waar
van Iret getuigt, maar wij zullen toch Dr.
Kuyper's voorbeeld niet volgen. En dat niet
m de eerste plants omdat wij er rekening
mee willen houden, dut een dagblad irr de
gezinnen onder do oogen komt vair beide
gedachten, jongen en ouden, nranr omdat het
oir» wil voorkomen, dat door aldus te doen,
men bij eeir zeker soort lezers (en zoo ziet
men dat rnetr allo zaken van twee kanten
kan beschouwen), den indruk zou vestigen,
dat men deze zaken, niet zoo lrccl erg meer
vindt, waar men er zoo onomwonden over
schrijft.
En daarom beginnen wij nret te melden,
dat de Kamer, na zonder stemming het
openlijk tentoonstellen, Iret openlijk of onge
vraagd aanbieden en verkrijgbaar stellen
\an abortive middelen als misdrijf heeft ge
stempeld, waarop een maximum van drie
maanden hechtenis is gestold, zich gezet
heeft aan het artikel, dat etraf bedreigt tegen
den meerderjarigen homoaexuool, die zijn
sinister bedrijf met een minderjarige pleegt.
Over dat artikel is heel wat te doen geweest,
liet is een stokpaardje van Minister Re-
gOlit, die, toen hij nog Kamerlid was, bij
zijn voorganger Ne!risen er op ireoft aange
drongen, dat een dergelijk artikel in de wet
zou worden opgenomen.
Minister Neiia-on wilde daar echter niet
nnn. Toon het toenmalige Kamerlid voor Hel
mond, de tegenwoordige Minister van Justi
tie, op 2 December 1SI09 cone vraag in dien
geest stelde, kreeg hij ten antwoord: „Ik
heb dit rijpelijk gewikt en gewogen; ik heb
lang geaarzeld, mnnr mijne conclusie is deze,
dal ik door zco iets te doen meer kwaad
zou aanrichten dan goed. Ik hel) mij een
vorige maal reeds met deze uitspraak vur-
eenigd, en reeds toen doen gelden, dat bij
het vaststellen van strafbepalingen, niet alleen
rekening moet worden gehouden met dat
gene wnt men direct beoogt, maar met alles
Drie jaar geleden was zij er voor het eerst
heengegaan vóór dien tijd luid z.ij er niet
naai' g< lauild. Zij was er meer toevallig iu-
gcloopeit dan wel met opzet.
Eigenlijk bad zij gteii lijdeen druk jaar-
met kleine kinderen, die haar zorg meer dan
noodig hadden, en een man Hiermede
was alles gezegd. De buren wisten het ook
heel best, ze k o n niet van huis, 't was ceir
onmogelijkheid. Wat zou er van die arme
schapen van kinderen worden, als zij er
eens niet was!
„Als do drankzucht er eenmaal inzit,
och hemel, dun is er geen hotten an."
Er was geen houden aan, de. buren zeiden
het ook, 't Was toch maar alios parelen
voor de zwijnen, en daarom hield zij
lmrir mond en haalde meewarig de schou
ders op, wanneer zij dc voordeur hoorde
piepen en dc trappen onder zijn zwaren slap
kraken. Zij schoof dan zijn stoel een eind
van de tafel en deed de deuren van. dc bed
stede, dicht. Do kinderen moesten hem zoo
niet zien. Dat zij hem hoorden was nl
f,1? fi0n0co< Waal? dat kon zij niet beletten,
/•dj hadden mnnr öón vertrek met hun zessen
en zij was al blij, dat er deuren voor de
bedstede waren.
't Was er' kraakzindelijk in het vertrekje.
Menige goede huisvrouw kon hij lmar nog
een lesje nemen. Alles wnt glimmen kon,
glom, en daar stelde zij linnr ccr in.
wnt zij vorder kunnen teweeg brengen, en
dat daarom gematigdheid op het gebied van
strafrecht is voorgeschreven."
Wij zouden gaarne hebben gezien,, dat Mi
nister Regont zieh op hetzelfde standpunt
had geplaatst van zijn voorganger. Wij had
don dan een debat gemist, dat zeker niet an
ders kan wezen dun eene reclame voor het
bedrijf van hen, die voor ons physiologi&ehe
abnormulen zijn. De heer Tvderrinn heeft liet
zoo juist gezegd: „Met .deze nieuwe bepaling
wordt het debat over het bestaansrecht van
de homosexuuliteit geopend en ik wensch die
discussie niet geopend te zien. Men kan er
zeker van zijn, dut, indien deze bepaling in
liet Strafwetboek wordt opgenomen, men die
di&Cussie in deze vergadering zal zien voe
ren, dat deze Minister of oen van zijn opvol
gers genoodzaakt zal zijn om die discussie
to voeren. Dat wenselt ik niet, omdat er
geen beter middel ,is om dat kwaad te ver
spreiden of daarvoor propaganda te maken.
Men opent immers die di.-cus.sie op weten
schappelijke gronden!"
De afgevaardigde voor Tiel heeft volko
men gelijk. Wie, zooals wij, in de gelegen
heid is geweest kennis te nemen van do
schaamtelooze verdediging van do homo-
sexualitcit, ten gevolge van de indiening
van dit wetsontwerp, neergeschreven, moet
dit beamen. Die brochures zijn gelukkig
niet in den handel en alleen aan de Kamer
leden toegezonden, maar wij ijzen bij het
donkbeeld, dat ze in handen zouden kun
nen komen van jongelieden; daarin wordt
toch (het is verbijsterend) op gelijke rech
ten voor homosexueelen en heterosexuee-
len aangedrongen. We schrijven dit zonder
eenige commentaar neder, overtuigd dat
onze lezers volkomen zullen beseffen hoe
groot do gecstesdwaling is van hen, die
zulk een eisch kunnen stellen.
Daarnaast heeft de heer Tydeman er
zeer juist op gewezen, dat de strafbedrei
ging, thans tegen de h'omosexualitcit ge
maakt, nieuw leven zal geven aan de chan
tage (de geldafpersing), die toch' reeds zoo
welig in ons vaderland tiert, met name in
de groote steden. Hoe die chantage verwoes
tingen aanricht tegenover personen met
vrouw en kinderen, lioe ze halfsehuldigen
en schuldigen aan een misslag, een af
dwaling van een oogenhlik tot wanhoop
kan brengen; hoe daardoor geheel onschul
diger! voor het geval kunnen komen te
struin, dat zij met groote moeite hun goed
recht op een onbezwalkten naam hebben'o
verdedigen.
Dit laatste is maar al te waar. Het ge
schiedde reeds onder het oude wetsarti
kel; wat zal het verscherpte wetsartikel
voor gevolgen hebben?
Ons is een geval bekend, oen jaar of wat
geleden te Amsterdam gebeurd. Een acht
baar man, van een diner komende (een
voor hem ongewone zaak) maakte op zijn
weg naar huis gebruik van zekere gelegen
heid achter het Commandantshuis op den
Dam te Amsterdam. Wie ter plaatse be-
,,'t Zou wat zijn, als ik nog slordig was
op den koop toe," zei ze, „dan had ik lieele-
mtial geen leven. En de kinderen zouden
ten slecht voorbeeld aan de moeder hebben.
Piot zegt toch al zulke leelijke woorden en
vloekt zijn vader na."
„Ja, dal mag ie hem wol is afloeren,
zei een bruin rouw. „Hij steekt de heolo
buurt aan. AH je d'r de plak maar is op
lei
Maar diU lcort ze niet hebben. Wanneer
zij iets op haar kindereu aan te merken had
den, keerde zii zich om en slofte de t nap-
pon op of deed de deur toe.
Zij mochten zeggen wat ze wilden, maai'
als zo aan lionr kinderen kwamen, was het
met haar geduld on zelfhohecrs-ehing gedaan.
Zij duldde het niel, dat anderen, kwaad van
haar kinderen zagen, 't Was mooi genoog
ais zo hei zelf zag en haar bast deed hot
voor do buitenwereld te verbergen.
Piot was oen rakker, zijn zusjes de baas,
maar zij zou wel zorg dragen, dat hij het
haar niet werdDat had ze aan haar kin
deren niet verdiend.
Arme, mine vrouw.
De dagen, gingen voorbij en worden tol
maanden, en Piet, haar oudste, werd haar
met den dag meer de baas.
Soms, in een bui van wanhoop, schoot ze
op hom toe, rammelde, hom dooreen en dreig
de hem 't nurï vader to zeggen."
„Je durft het toch niet, je durft h'ni toch
niet tuin," riep hij tartend, „Je bent ccn
kond is, weet, dat 'deze inrichting aan meer
dere personen tegelijk gelegenheid biedt aan
een natuurlijke behoefte te voldoen.
F.r stond daar een van die pesten op
zijn loer, die geld willen slaan uit de cer-
belnging van andoren. Met groot misbaar
vloog hij op den ander too onder de be
schuldiging, dat deze hem tot oneerbare
handelingen had willen verleiden en de
anrler als door don donder getroffen, had
de dwaasheid, om den rijksdaalder te geven,
die licrn gevraagd werd „om de zaak stil
te houden". Niet ieder heeft, zooals do
heer Tydeman hot zoo juist uitdrukt, de
kracht on de tegenwoordigheid van geest
orn den chanteur bij de eerste ontmoeting
van de trappen te gooien, alias hem zoo te
bejegenen, dat hij begrijpt, dat met af
dreiging niets voor hem is te behalen.
Welnu, onze man, die den rijksdaalder
gaf, werd, zonder dat hij het wist, naar
zijn woning gevolgd. En toen den volgenden
dag de chanteur zich te zijnent vervoegde,
om „vorder over de zaak te spreken", be
greep hij, wat mispas hij had begaan. Maar
uit valsche schaamte voor de zijnen om
over de zaak te spreken, gaf hij weer
geld, en het werd een geldafpersing, die
het slachtoffer bijna tot zelfmoord bracht.
Gelukkig, dat zijn vrouw zijn gedrukte stem
ming eindelijk opmerkte,, en hem tot spre
ken wist te brengen. De politie werd in
den arm genomen, en den chanteur ontging
gelukkig zijn straf- niet. Hem word voorge
steld ile zaak finaaf af te maken voor
een flinke som; dan zou hij een stuk tee-
kencn waarbij hij van alle verdere vervol-
Iging afzag, en hij ging er op in. Toen het
geld hem overhandigd werd, zei liet slacht
offer: Het is toch wel verschrikkelijk, dat
ik dit moet betalen; je weet toch, dat ik ge
heel onschuldig ben aan hetgeen je mij
ten laste legt. Waarop de boef gelukkig
grinnckend antwoordde: Dat weet ik wel,
maar wie niet sterk i§, moet slim wezen.
Dit gezegde weid niet alleen gehoord door
het slachtoffer, maar ook door twee re
chercheurs in de naaste kamer achter een
deur op een kier verdekt opgesteld, en de
rest laat zich raden; maar niet alle ge
vallen hebben het blij-eindend slot, dat de
eerbclugcr voor verscheiden jaxen wordt
opgeborgen.
Als do Afrnister dit alles vroeger ovcv-
dachl had, dan vragen wij ons af of hij
niet op het standpunt van Minister Ne-
lissen zou zijn blijven staan. Ds. Bruin-
melkamp moge met voorlezing van 2 Kon.
23 vers 6, 7 en 14 (hier zij terloops even
vermeld, dat het cite-eren uit de Heilige
Schrift indertijd aan den heer Troelstra
door den voorzitter ontraden werd) iedere
wettelijke bepaling tegen do homoscxuali-
teit goedpraten, meL absolute minachting
voor do vraag, of inderdaad daarmee be
reikt wordt wat men zich voorstelt; op
zoo'n manier maakt men geen Strafwet.
Dat begreep de hoer Van Ilamcl, die
deskundigde als hij is, de onhoudbaarheid
van hot artikel aanduidde, maar dat werd
doetje, zeggen dc buren, een doetje, en daar
om is vader aan dc zuip gegaan
Toen had zij haar jongen losgelaten en
hem aangezien met oogen, die meer zeiden,
dan haar mond vermocht.
Een uitdrukking van wanhoop, smart, was
in liririi' oogen gekomen. Zij luid niets meer
gezegd, maar haar doek omgeslagen, haar
mutsje recht gezel, en toen was ze naar be
rieden gegaan, de drie trappen af, de straat
op, dan links, dun rechts afslaande. Waar
heen zii ging, wist ze niet. Zij liep maar
door, al maar door, zonder gedachten, Plot
seling, op een groot plein gekomen, bleef zij
slibt aan. Zii hoorde een klok slaan, zeven
slagen. Zii moest ai een uur gekropen bob
ben
Nu terug naar huis; haar thuis in de ach
terbuurt, de derde verdieping vóór.
Haar man zou wol thuis zijn; hij bleef
Zondags meestal lot een uur of zeven uit, om
om acht uur yrecr naar dc kroeg terug te
keeren.
Zij rilde en trok haar doek vaster om dc
magere schouders.
Waar nu heen?
Half werktuigelijk liep zij in de richting
der kerkeen groote gaslantaarn beseheen
den ingang. Zii was moe.
Even, even rusten en dan weer terug naar
baar „(huis".
Zij aarzelde nog even, toon staple ze bin
nen. De warmte kwam haar tegemoet, bo-
luinglijko, goddelijke warmte. Zij Irieef een
oogcnblik hij een pilaar staan en leunde er
ook ingezien door den lieer De Savomin
Lobman, die zich expresselijk in tweeden
termijn nog in de discussie mengde om de
drijvers van Rechts tegen te 'bonden, waar
onder wij helmis ook dezen Minister van
Justitie moeten rangschikken.
De afgevaardigde voor Goes hei ff daarbij
zeer behartenswaardige woorden gespro
ken, waarvan wij met groote instemming
deze oiteeren: „Mijn standpunt in deze
en in het algemeen op het gebied van
strafrecht is dat: dat een strafwetgever
nooit mag beoogen bestrijding van de on
zedelijkheid, om de eenvoudige reilen, dat
hij dat niet kan. Alle misdrijven komen
voort uit het binnenste van den mensch
en zijn dus enkel en alleen door midde
len van moreelen aard bcstrijdbaar. Ik ge
loof, dat de heele Kamer dit met mij
eens is, maar zeer zeker zullen dit met
mij eens zijn degenen, die met mij staan
op het standpunt van do Heilige Schrift,
waar dit overduidelijk voortdurend is uit
eengezet. Geen strafwet heeft ooit iemand
gemaakt eerlijk, kiiisch of humaan. Wie
niet eerlijk is, niet 'kruisch, niet humaan,
zal door de Strafwet niet veranderen. Dat
moet om andere redenen'geschiedende
strafwetgever heeft zich alleen te bepalen
tot uitingen, en do bemoeiing van den
strafwetgever mag dan ook niet zijn be
strijding van de onzedelijkheid op zich
zelf, maar moet m. i. uitsluitend bepaald
worden door redenen van utiliteit. De bepa
ling van de grens der strafbaarheid kan
m. i. nooit afhangen van de vraag, hoe
afschuwelijk een of ander feit is op zich
zelf. Wij kunnen een feit nóg z.oo af
schuwelijk vinden en het toch niet straf
baar stellen. "Omgekeerd kunnen wij oen
feit, dat niet denoteert van groote per
versiteit, toch zeer streng 'straffen." Zie
daar gulden woorden.
Maar de drijvers van Rechts verkiezen
nu eenmaal niet naar zulke woorden te
luisteren zelfs niet al komen ze van een
man als Lobman, die oud-rechter in een
Hof, oud-hoogleeraar in het Strafrecht aan
de Vrije Universiteit is.
Toch heeft de Minister geen voll edijge
overwinning behaald. Door de hoeren
Troelstra en Van Hamel c. s. was het
voorstel gedaan om het artikel te lezen:
„Mei gevangenisstraf van ten hoogste één
jaar wordt gestraft hij, die door giften
of beloften van gold of goed een minder
jarige, wiens minderjarigheid hij kent of
redelijkerwijze moet vermoeden, opzette
lijk verleidt om ontucht te plegen."
Dit was heet iets-anders ilan de Minis
ter wilde. Deze wilde, waar de wet reeds
straf bedreigt tegen ontucht met kinderen
beneden 16. jaar, voor de homosexualiteit
dien. leeftijd tot 21 jaar verhoogen. De
voorstellers van hot amendement wilden
hebben straf op „verleiding van een min
derjarige tot ontucht", van wolken aard
die ontucht dan ook wezen moge.
Vond dit artikel nog bezwaar bij enkelen,
die daarvan even ernstige chantage vrees-
met den rug tegen. Meieen, wanneer zii weer
moed verzameld zou hebben, zon zii gaan
zitten er was ruimte genoeg. De avond
kerken werden zoo druk niet bezocht.
Zij hoorde don grijzen predikant op het
spreekgestoelte sprekenzii moest zich in
spannen om hem te verstaan, om hem te hoo
ien, want zii verstond hem niet. 't Ge
leek wel Latijn. Zii werd warm van liet luis
teren. Zii was in een andere wereld met
haar gedachten, zij hoorde niets meer, al
leen nog slechts klanken.
Toon z.ii weer tot bewustzijn kwam, bla
derdon de menschel! ia hrm boeken.
Zij had geen boek, maar iemand narist
haar, liet haar meekijken. Weer hoorde zij
de stern van den predikanthij las hot ge
zang voor en de menlschen zongen liet
hem na
„Valt ook de strijd u lang en zwaar,
Zie, 't uur van zeeg is dikwijls daar
Als in con droom volgde, zii de mcnschen-
massn de kerk nit, on vóór zij liet wist, stond
zij in hel nauwe straatje vóór haar huis en
voor lmar deur op de derde verdieping.
Zij duwde haar open en stond een oogcn
blik verblind door het licht, dat haar togen-
sintalde.
Daar zat hij, haar man. Zii keek even
naar hem, nog eens.
W a s hij het? Was dat zij n. stom?
„Waar ben je geweest, vrouw?','
den als van het 'Regeeringsartikel, over
het algemeen vond dit eon gunstig onthaal
bij de velen, die straf op „verleiding van
mindernjrip-en" wenschten, e-n do Minis-
nistcr, die zijn artikel verdedigd had met
het betoog, dat hij zonder dit onmachtig
stond tegenover de houders van die hui
zen, waar jonge lieden worden heenge-
iokt en verleid tot homosexuaiileit, zag
zelf wel in, dat hij den slag zon verlie
zen, als hij zich tegen het amendement
Van Hamel-Troelstra bleef verzetten zon
der meer. Vooral nadat in dit amende
ment door do voorstellers wijziging was
gebracht, dat het misdrijf slechts vervolg
baar zou zijn, als de minderjarige was
„van onbesproken gedrag en zeilen". Uit
deze verlegenheid werd hij geholpen door
den hoer Sn o eek Henkemans, die met zijn
par tijgen ooten Van Lennep en Van Veen,
de anti-revolutionairen dr. Kuyper, Van
der Molen, Duijmaer van Twist -en Van
dor Voorst van Zijp, en de katholieken Van
Wijnbergen, Van Vmiren en Bogaardt voor
stelde na het regeeringsartikel een nieuw,
artikel in te voegen, aldus luidende 1
„Met gevangenisstraf van ten hoogste
hvee jaar wordt gestraft, hij, die door giften
of beloften van geld of goed, misbruik van
gezag, geweld, bedreiging. o£ misleiding een
minderjarige van onbesproken gedrag er
opzettelijk toe brengt om vloeschelijke ge
meenschap met hem te hebben. Vervol
ging heeft niet plaats dan op klachte."
Ilier werd dus behouden de bestrijding,
die de Minister voor de homosev-liteit
wenschte, hier werd tegemoet gekomen
aan hen. die de „verleiding" strafbaar wil
den stelten, en hier werd aan hen, die voor
chantage vreesden, in zooverre bevrediging
gegeven, dat vervolging alleen dan plaats
heeft, als het slachtoffer zelf een klacht
instelde.
De heeren Troelstra en Van Hamel
mochten met het volste recht vragen of
dat een manier van wetgeven is, om mid
den in de discussie te komen, niet met
een amendement op hot Regeeringsartikel,
maar met een geheel nieuw artikel. En
ook de heer de Savornin Lobman liet
zich niet onbetuigd in scherpe afkeuring.
Maar de zaak was binnenskamers bijkbaar
geieed gemaakt, en de Minister won zijn
spel. Het amendement Troelstra-van Hamel
haalde slechts 22 stemmen van de 83;
van Rechts waren daar onder de heeren
do Savornin Lobman, de Visser, de Geer
cn rail W.assenaer van Catwijck.
Het Rcgceiingsvoorstel werd met 54 te
gen 34 stemmen aangenomen; onder de
voorstemmers waren Links de heeren
Drueker, Marchant, de Klerk, van Karne-
beek en Teenstra. Onder de tegenstemmers
waren van Rechts heeren de Savomin
Lolunan, de Visser, eer cn van Wasso-
naer v. Catwijck. 't Nieuwe artikel van den
heer Snocck Henkemans, door de Regee
ring overgenomen, werd met 45 tegen 39
stemmen aangenomen. Vóór stemden van
Links de heeren van Karnebeek, Patijn,
oogen vol tranen. Zóó bad Irij haai' nooit ge
zien. Hij legde zijn hand op haar schouder
en trok haar mee voor het licht.
„Waar ben je geweest? ie laat de kinde
ren nooit alleen en ik dacht ik
Piet
Zij deed haar doek af en steunde zich aan
de tafel. Zij kon niet spreken.
„Ik ben naar de kerk geweest," kwam
er haperend uit. ,/t "Was toevallig, want ik
was het huis uitgekropen omdat ik
omdat
„Vcrd zei hij, haar naar zich toe
trekkende.
„Ik heb het zoo lang als ik kon uitgehou-
den," snikte ze, „maar 't werd mij vanavond
te machtig. Als' ik tlölir eerder naar too was
gegaan, was het nooit, zoover gekomen. Ik
ben een doetje geweest en daarom
„Kom," zei hij, „huil maar niet, jo bon
om den drommel geen doetje."
„Zie jo, als je maar één avond in de week
bij ine bleef, en een oosrje op de kinderen
hield
Zij kwam niet venier, want Hans had zijn
groote handen om haar Juris geslagen en
dwong haar hom nan te zien.
„Je in ooi niet huilen," zei hij lxrieutcrd,
„zie je, in eens zal het niet gaan, ik zal het
wel afloeren, al zal het een harde dobber
zijn. De drankzucht is de kwaadste vijand..."
„We zuilen samen strijden," zei zijhaar
hand op zijn schouder leggend. „Beloof
mnnr, dat je mee zal strijden
„Tk beloof het," zei hij.