63"'° Jaargang. Zondag 12 Maart 1911. No. 13558 Tweede Blad. Uit de Tweede Kamer. Vrijheid, blijheid. SCHIEDAMStHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon-en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25 franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. i i Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. 1 Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). lt-d i "i Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regeL Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prjjs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. aj.iin—naam——bm—awmr ■■iw.uiwuw.m itm „Donnez moi do bonnes finances et jc voua donnerni de la bonne politique, ;.eide eons een bekend Franseh staatsman. En zoo is liet, want ook op de staatkunde is' bet bekende spreekwoord van toepassing geen geld, geeu Zwitsers. Welnu, ook in dit opzicht zal de coalitie geen goede politiek geven, dat ze geen goede financiën zal kunnen geven., Goede financiën kunnen toch slechts verstrekt worden door het stelsel, dat'de ingezetenen belast naar hun draagkracht, dat do rijken der aa^de veel, de matig met aardse lie goederen matig, en do kleine luyden een heel klein beetje in de gemeenschappelijke lasten laat opbrengen. Maar daarvan moet de coalitie niets heb ben, en dat ondervindt minister Kolkman, nu hij een ontwerp heeft ingediend om 11 ton meer uit do successiebelasting tc halen, en dat wol door het maken van progressie in die belasting, a,l is liet dan ook een zeer matige, een zeer bescheiden pro* gressie. Wij kunnen ons de ontstemming van de vele liecren van Rechts begrijpen, want deze coalitie is daarom zeker niet begon nen. Niet daarom is ze gesteund door alle conservatieve elementen in den lande, ook door li'en, die, omdat ze a n t itc 1 e r i c a 1 o conservaiteven zijn, zich maar al te vaak valscltelijk met don naam van liberalen tooiden. Ook die wilden per slot van reke ning wel mceloopen onder de leuze „Erken ning van God, ook in ons staatsleven", maar van hun brandkast moet men afblij ven. En dat kan immers zoo gemakkelijk, waar de verhooging van het tarief bcdriege» lijk aangeprezen als noodig voor den bloei van onze industrie, toch wel zooveel kan geven, dat men die 11 ton ook nog daaruit kan halen, te moor, waar het zoo goed als vaststaat, dat er van Talma's sociaal her vormingswerk toch niets komt. I I I i I i i Do klaagliederen van Rechts waren dan ook talrijk, on zijn de oorzaak geweest, dat de behandeling van dit betrekkelijk kleine ontwerp een gehecle week plus een avond zitting beeft gekost. De zaak heeft hun dus wol hooggezeten. Men kon het toch reeds maanden lang waarnemen, dat de Rechterzijde ter bespoediging van afdoening van zaken, zich zoo veel mogelijk van deel noming aan de discussies onthield. Do „Standaard" had trouwens reeds openlijk zulk een advies gegeven. En desniettegen staande zijn niet minder dan vijf spreker- van Rechts don Minister te lijf gegaan, alsof hij een soort hemelstormend bedrijt bad bestaan, alsof hij zonder het te weten in het sociaal (lomocratischc zog ware geraakt. Arme Minister Kolkman,' en dat voor zoo'n bescheiden wetje Over de strekking van het ontwerp het volgende. De tegenwoordige heffing, waar uit door elkaar zoowat per jaar 15 millioon voor de schatkist verkregen wordt, is twee ledig. Men betaalt van de erfenis, die men krijgt, en het percentage bedraagt naar den graad van verwantschap van 1 tot 10 pro cent. 1 procent wordt geheven van do erfe nis in reclite lijn; 10 procent wordt bereikt bij erflatingen aan wildvreemden. Daarom boven is ook deze belastingheffing aan op centen onderhevig, en wel 38. Eindelijk wordt er bij overlijden nog een overgangs recht van effecten betaald, dat ook naai den graad van bloedverwantschap oploopt van i/i tot 2 procent. Nu schaft de minister do opcenten af en smelt de beide andere heffingen samen, en hij vindt dat geld en 11 ton meer dooi hel invoeren van progressie terug, en ook door het verhoogen van bet percentage. Dat percentage klimt in do rechte lijn bijv. tot 2.30, maar dan ook eerst als het een erfenis van U/o millioon geldt, liet maxi mum, dat berekend wordt bij erflatingen aan niet'jverwanten, is 20 procent, maar dan moet do erfenis ook minstens een halt millioen bedragen. Het gevolg van deze voorstellen is, dat de rechte nederdalende en de rechte opgaande lijn niet meer in die belasting zullen hebben te betalen dan vroeger; de progressie be gint in die lijnen eerst bij f80.000, en de vrijstellingen voor de kleine erfenissen wor den uitgebreid. Wie kon bedenken, dat zoo bescheiden vooistellen toch zoo groote ont steltenis bij de Rechterzijde aanleiding kon don geven? Hier komt nu eens recht de aap uit de mouw, hoe of die christelijke coalitie in eigen kring beschouwd wordt cn steeds beschouwd is als een hecht bolwerk tegen liet invoeren, zelfs op deze zeer be scheiden wijze, van een belasting, die re- koning houdt met de draagkracht. Het wil ons vooikomen, dat er geene he tere, geene makkelijker tc betalen belasting o dan de Successiebelasting. Do winnende hand is mild. Dit geldt vooral van die erfe nissen, die ons van anderen dan onze ouders ten deel vallen, en dus vrijwel gelijk staan met gevonden geld. De natuurlijke en ge- vensc'nle loop dor zaken toch is, dut de bur gers en burgcrossen van een land vaders en moeders zijn van een nieuw geslacht, en dal hunne goederen hij hun overlijden aan hun kindei en ten deel vallen, en ai wat dus ge- oifd wordt op andere wijze is buitenissigheid, i? uitzondering. Niemand heeft zich dan ook ooit vei zet tegen het steeds klimmende per centage naai mate de verwantschap mindei in graad wordt, fin wij vragen ons toch af. of het niet het summum van belachelijk heid is, dat men volgens ons erfrecht nog tot in den 12den graad van bloedverwant schap zijn rechten kan doen gelden, tot hl den 12den graad is men nog neef of n i ch t. Hoe is dat aides in strijd met de werkelijkheid. Stol eens dat een neef, wij zeg gen nu niet in den 12don graad, maar in den 5don graad, hij u kwam 0111 1000 te leen, cn dut op grond vim zijne bloedver wantschap, zou dl ge dezen, 11 in den regel geheel onbekenden man niet vragen of hij met molentjes liep? fin toch zijt gij volgens de wet nog zelfs met den neef in den 12don graad door de handen das bloeds vctbondend En dat is niet alleen in strijd met de logica, maar hier komt ons Burgerlijk Wetboek te- vens iu strijd met de successiewet zelve (niet alleen met de door Kolkman gewij zigde maar ook de bestaande) die reeds na den 4den graad het hoog-te percentage heft, en deze „bloedverwanten"' dus met vreem den gelijk stelt. Maar. ook hij de erfenis in de rechte lijn is het heften van eeno progressieve belasting zeer gewettigd. Want door hot heffen van die bekisting geeft de Blaat den bet-ten waar borg aan de oudera dat na hun overlijden lninne kinderen zullen kernen in het bezit van wat hun toekomt, en dat is iets dat voor hen, nl. voor die oudere en voor die kinde ren van zeer veel belang is, en dat belang wordt grooter naarmate de na te laten hez.it- tingen giootere waarde hebben. Nn kan men prachtige redeneeringen hou den (en het portemonimieconscivatisme is bijzonder scherpzinnig in het opzetten van redervringen, die tot vrijdom van bijdragen in de gemeenschappelijke lasten moeten lei den) o\cr dat vermogen, dat aan het gezin behoort, en dut door don ader slechts als een rentmeester beheerd wordt, en dat dus eigen lijk nooit, zoolang r kinderen zijn, geërfd wordt in den eigenlijke zin des woords, en dus aan geen belastingheffing onderworpen moest zijn. Die stelling zou nog «enigszins opgaan in Engeland, waar de oudste zoon erfgenaam is van het gehcele vermogen, maar dien weg zal toch wel niemand in Nederland op willen. Als hier een vader zes kinderen heeft, wordt dat gemeenschappelijke gezins- ermogon hij zijn dood reeds geheid uit elkaar gehaaldhebben die zes kinderen met elkaar weer 24 kinderen, dan is dat ver mogen ïeeds, zelfs al bedraagt het ccne tonne gouds, iu hot dei do geslacht naar nlLo wind streken verspreid, als die kinderen niet ,1e capaciteit hebben om kapitaal te vormen. En zoo kotnen- wij vanzelf tot de grodte waan hotel, dat niet het hoogMe wat wij onzen kin deren kunnen nalaten is het kapitaal in geld, maar een kapitaal in kennis, dat hen in staat stelt het geldkapitaal te ver werven. Men verdenke ons niet, dal wij de kracht van het geldkapitaal niet op hare rechte waarde zouden schatten. ITet eeklkapitaal is onmisbaar in onze maatsehanoij, het is in zeer vcvle gevallen het vliegwiel zonder het welk het schoonste wat het horeen kapitaal kan uitvinden niet in beweging kan komen. Maar en dit kan tot leering strekken, die groote geldkapitalen zijn, slechts (we zonde» Toen dr. Jansen uit het stationsgebouw kwam, klonken hem nog do laatste licfklin- kuule afschcidswoonlen vim z.ijn jong vrouw tje. in zijn gecot na en een gevoel van innige liefde doortrilde zijn ziel „En niet waar schat, je beloof! nte, gedu rende deze drie weken eiken avond telmis te blijven? Wanneer je jc verveelt, kun je immers naar do Rembrandt's gaan en met hen een partijtje whist spelen, liet z.ijn toch zulke lieve monsehen." „llc hcii de Rembrandt's niet noodig, m'n hartedicfje, om me den tijd te korten. Wan, neer m'n gedachten van jou vetvuld z.ijn, zal tue de tijd niet lang vullen." Ren lange kus diende hem als belooning voor dit antwoord en tot de trein om de eer de bocht geheel was verdwenen, luid hem haar wuivend doekje laatste liefdegroeten toe geworpen. Geen wonder dus dat hij zich in om ietwat droefgeestige afscheidsstomming bevond, en dat het hem volstrekt niet aan genaam wns, tixui hij z.ich plotseling dooreen bi kende hoorde aanspreken. „JansenOuwe jongen Leef je dan werkelijk nog? Ik heb sinds moiisehenhougenis niets van je gezien. liet was echter Spaan die hem met deze woorden begroette. Eetl vroolijk kameraad uit dep gezelligen studententijd, een - echte spot vogel. Had hij niet direct hij zijn eerste woorden n ironische opmerking gemaakt over bedroefde gezicht van z.ijn ouden vriend, dan zou dr. Jansen hem waarschijn lijk wel verteld hebben dat z.ijn vrouw juist voor drie weken Jang op reis was gegaan. Nu echter verzweeg hij het liever. En hij nas blij dat hij dit had gedaan, want de an der gtltg direct op z.ijn jongensachtige ma nier voort mot ie zeggen: „Ik zou je voot vanavond gaarne tot een heerlijk eaféz.itje iiilnoodigon, wanneer ik niet had gehoord dit j(. hopeloos otule»* de plak zit, zooihit z.ulke vrienden als ik niet meer voor je bestaan." Jansen werd rood van verlegenheid. Hoe was hut toch mogelijk dat al zijn vroegere vrienden hem voor een pantoffelheld hielden, alleen omdat hij altijd toevallig geen luns de ut el hij zich had, wanneer men hem *s avonds nog eens wou vasthouden. Daar om nam hij plotseling het heldhaftige besluit nu eens voor goed de fabel van z.ijn pantof- felheldcndom te ontsluieren. Met een trotsch gehaat- wierp hij het hoofd in den nek en zei„Tk zie wei is waar het groote genot van een drinkgelag niet meer in, echter wanneer ik or hisl toe 7/>u krijgen, behoef ik werkelijk niemand om toestemming te vragen. En wat is er dan tiu eigenlijk te doen?" Een paar minuten later had hij z.'n woord gegeven om 's avonds te verschijnen en hij nam met eenige voldoening waar dat hij hier door aanmerkelijk in do achting van den richter was gestegen. Deze voldoening was het dan ook die zijn prul telend geweten lot zwijnen bracht en toen hij zich 's avond tot uitgaan kleedde, voelde hij bijna iets van hel welbehagen van een gevangene, die zich gereedmaakt tot den terugkeer in de gulden ren Engeland om begrijpelijke redenen uit) voot eeno kleine minderheid geërfd. 5Jict om u heen, do bekende groote vermogens in ons vaderland z.iin bijeengebracht dooi se.'f-made mart. We kunnen natuurlij lor adstn-eering van deze stelling geene namen van levenden aanvoeren; voor de doodon treldt deze scru pule, niet. Welnu, de thans ovoi leden itiil- lionair P. W. Jansen, die met z.rée wel doende hand duizenden ten zegv is ge weest, was zonder oen cent in de wereld be gonnen, en" had van zijne oudera a's ecnig erfdeel mee gekregen eeno uitstekende op voeding. Onze conservatieven denken er anders over, en zeggen: „hebben is hebben, en krij gen is de kunst". En Mini-lei- Kolkman heeft liarde woorden moeten hooren. De heer Van den Bereh van Heemstede was diep verontwaardigd, dat men nu alweer zot) spoedig veranderingen in de Successie wet gaal brengen. (Nota bene, de laatste her ziening is van Minister Gleichman in 1S7S, die toon voor het eerst de rechte lijn heeft belast). Hij maakte kwistic rHu-nik van de toezegging van Minister Gleichman hij de verdediging van zijn wotsontwepi in de Eer ste Kamer gedaan, dat van hem nooit oene verhooging van de successiebelasting in de rechte lijn te vree/.en was, en dat hij zich sterk maakte, dat als een van zijne opvolgers zulks wou doen, deze wel een vriend z.ou vinden, die hem daarvan terughield. Wij betwijfelen of zelfs die vriendelijke heer Berch van. Heemstede wel heel vast van oordeel is, dat minister Kolkman in 1911 gebonden z.ou zijn door uitspra ken in 18 78 door zijn toenmaligen col lega gegeven. Maar de afgevaardigde van Oosterhout had nog meer zijn best gedaan. Hij had uit de vele redevoeringen, die de heer Kolkman gedurende zijn 27-jarig Ka merlidmaatschap heeft gehouden, een uiting uit den jare 1897 opgevischt, dat deze tegenstander was van de heffing in de rechte lijn, en hield hem deze triom fantelijk voor, alsof hij wilde zeggen: Kip, ik heb jel Hij beweerde, dat nu minister Kolkman zich zoo weinig hield aan deze vroegero uitspraak, ceu eveutueele opvol ger nog minder scrupules zou hebben en er het mes nog flinker in zal zetten, en jammerde over 'dit goddolooze bedrijt- En hetzelfde lied weid vrij wel gezongen door den heer Asch van Wijk, die zich in een re-do aan zijn kiezers reeds zeer scherp over des hoeren Kolkmans finan- cieele politiek had uiteglaten cn hem ver klaard had niet geheel vrij te zijn van paganistische, of, om liever in den laatsten Kuyper-stijl te spreken, van autonomisti sche smetten. Was het, omdat dit bekend was, dat de afgevaardigde voor Amersfoort blijkbaar zijn best deed, om zoo vriendelijk mogelijk in zijn toon te zijn? Dit weten wij natuurlijk niet; wel weten wij, dat zijn criliek er niet minder scherp om, klonk. Waarom, zoo. vroeg deze afgevaardigde ronduit, houden wij ons bezig met deze wet, en waarom beginnen wij nïet met de Taiiefwet, dan had men tenminste eerst eens kunnen zien, of daar niet alle mid delen uit le vinden waren. Dat is tenminste iemand, die er geen doekjes omwindt. En toen kreeg niet, zooals bij den vo- ligen spreker, alleen de verhooging in de rei ItLe lijn er van langs, maar do geheele successiebelasting, waardoor het kapitaal woidt vernietigd, en het nationaal ver mogen vermindeit, wat iiadeelig werkt op de volkswelvaart Voor de progressie heeft de Minister geen rechtsgrond aangewezen (als wij ondeugend wilden wezen, zou den wij hier do opmerking plaatsen, dat het meest naar rechtsgronden gevraagd wordt door hen, die naar gronden zoe ken om geen recht te doen) en met tal van aanhalingen uit geleerde schrijvers wetd bewezen, dat de Minister ep den verkeerden weg is. (Het moet e.ns hier even van het hait, dat wij het voor een Kamerlid toch wel wat gevaarlijk vinden, zich op een geleerd schrijven te beroepen, want men kan voor elk, die pro is, steeds een ander, even geleerd, vinden, die con tra is.) En de heer Van Nispen, uit Bhoilen, had ook al versoheiden grieven, o. a. te gen het behoud van den eed, waarbij hij later door den heer Roessingh gesteund werd, al zou hij dan tenslotte ook met den Minister meegaan. Maar baron Van Dedcm, steeds op de bres om iedere nieuwe belasting tc bestrijden, was niet zoo ver- zoenlijk, cn zou dan alleen met de wet moegaan, als de Minister terug wil komen op zijn voornemen om het overgangsrecht op effecten af te schaffen. En de heer Kolkman kreeg harde woorden te hooren. Dat de Minister de progressie had goed gepraat met de uitbreiding der vrijstellin gen was volgens den afgevaardigde voor Zwolle niets anders dan een speculatie op het eigen-belang der meerderheid ten koste van de minderheid, een speculatie, waarmee wel succes is te bereiken, zooals de heer Van Dedcm schamper opmerkte, maar waardoor het rechtvaardigheidsge voel niet voldaan kan zijn. De heer Fan Dedcm zou eindelijk geen agrariër zijn, als hij niet geprotesteerd had tegen deze regeling, die het roerend goed bevoordeelt boven het onroerend. Dit was te erger, waar do belastingplannen van dezen Minister toch al 'zwaar op den grond zouden drukken, daar door da samensmelting van Vermogens- en Bedrijfs belasting tot één Inkomstenbelasting, de vrijdom, die de Landbouw* van de Be drijfsbelasting heeft, zou vervallen. Van het feit, dat die vrijdom van Be drijfsbelasting indertijd in 1892 is gege ven, omdat onze Landbouw toen een pijn lijke crisis doormaakte, en dat die Land- \iijhoid. Hij was reeds geheel gekleed, toen hij plotseling bemerkte dat hij geen huis sleutel bezat en haastig belde hij om do meid. De trouwe dienares van het huis verscheen na ge ruimen lijd cn nam don dokter met eon even verbaasden als strengen blik op. „Geef me uKjcblieft de huissleutel!' zei- de hij, terwijl hij een in zich opkomend ge vend an verlegenheid trachtte te verbergen achter dent toon van een gebieder. De meid, Johanna, bleef echter pal staan. „De huis sleutel?" herbaalde z-ij met een niet na te bootsen uitdrukking van de hoogste verwon dering in haar stem. „De deur is immer; tot tien uur open. Waarom heeft mijnheer dan de huissleutel noodig?" „Maak je daar niet bezorgd over cn doe, vat ik je beveel. Maar wat vlug, want ik heli haa.-L" Johanna ging en na verloop van een goed warlier kwam ze met een dettig centimeters lang instrument terug, hetwelk dr. Jansen slechts mot groote moeite in ooit van zijn zak ken een plaatsje kon bezorgen. Zijn afscheisLgioet bleef onbeantwoord en ofschoon hij vel vermeed haar aan le zien, voelde hij toch den best Riffenden blik van Johanna op z.ich gericht, totdat hij geluk kig de beschuttende gangdeur tusschen hen heiden had gebracht. In het eafë ging hei vroolijk toe, zoo vroo- lijtc, dat dr. Jansen zich in den hemel dacht en geen oogenldik aarzelde om z.ijn luide instemming tc betuigen toen eenige van z.ijn oude vrienden voorstelden om het den volgenden avond nog eens over te doen iii den Vorm van een klein naclitpartijtje. Hij moest toch immers toonen dat hij geen pantoffelheld was en het lag voor do hand dat hij dit bewijs liever gedurende de afwe zigheid van zijn vrouw wilde geven dan na haar terugkeer. Het kiokie had reeds drie uur in dca nacht geslagen, toen hij voor zijn huisdeur den ongemakkeliiken sleutel uit den zak te voorschijn haalde. Het gelukte hein echtei niet den sleutel in het siot te steken, hetgeen hij aanvankelijk stelde op rekening van dc genoten spiritualiën, echter na onophoude lijk vergeefs pogen kwam hij toch tot do con clusie dat de oorzaak iets tindeis was. Verder probieren zou ten minste nutte loos tijdverspillen zijn en daarom moest hij ei wel toe overgaan den portier op te bellen. Het gezicht van laatstgenoemde vertrok zich tot een noodlottig grijnzen toen hij dei binnenkomende herkende en hij lachte zelfs luid toen hij het reusachtige instrument in zijn handen bekeek. ,,U hebt immers den keldersleutel moe tre in: men mijnheerI Uw vrouw heeft zeker den verkeerden sleutel gegeven?"' Het geheugen van den dokter was niet helder genoeg meer om de sarcastische he doeling van de laatste, opmerking te hogrij pen, maar het was toch nog zoo heldor da' hij de duivclsche strook van die onhe schaamde dienstbode doorzag. Eeret mui hij zich dan ook voor haar eens gevoelig de les te lozen, echter plotseling dacht hi" aan den blik waarmee zo hem had anngez.ici o.n zijn plan nam een plotselinge wending Terwijl hij in zijn portemonnaie naar co- flinke helooning zocht voor den lui i.-bewaar der, bracht hij er stamelend uit„Hebt i misschien ook nog een tweeden sleutel iu uw bezit? Ik wil er graag een riks voor be talen." Meneer Maurits was hier wel voor te vin den en dr. Jansen ontving, dank zij z.ijn goedgeefschheid, direct een goedpassenden huissleutel Nu kon hij zich op Johanna al dus wTekmi dat hij haar leolijke streek een voudig met stilzwijgen passeerde. Van het betrokken, verbaasde gezicht en liet gemop per van Johanna, toon zij hem den volgenden avond weer zijn kleedjes moest klaarleggen, nam hij geen notitie cn in hot rolle gevoel van de nieuw verworven vrijheid begaf hij zich naar de afgesproken nachtpart ijDeze verliep bijna nog amusanter dan de vorige, muur het hoofd was den huiskeerenden dok ter dun ook dienovereenkomstig beduidend zwaarder. Niettegenstaande hij nu een goe den huissleutel bezat, had hij toch nog gc- ruimen tijd noodig om in huis te komen, maar ook met het slot van de gangdeur had hij lang te kampeiii, tot ten slotte hij het zoo vi. f had opengemaakt dat hij had kunnen binnenkomen, wanneer niet Johanna aan leu binnenkant er de koperen veiligheids- 'cc-tting had voorgelegd. Woedend drukte do lokter op den knop van de electrische bel. Maar hij had goed drukken. Minuut op rni- umt verliep zonder dat zich binnen iets be- oog. Toon geraakte de doktor in een on- tembaren toorn en hij begon met de vuisten >j> de deur te luimeren dat hc.t dreunend toor de nachtelijke stilte klonk. Bimu.i ech el- geeu beweging. In dc nndero op de trap ping uitkomende, huiskamerdeur echter, knarste een sleutel, een lichtstraal viel naar huiten en beseheen het spitsnouzige gezicht va" de lieve mevrouw Rembrandts die me-«-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 5