63"'° Jaargang.
Zondag 12 Maart 1911.
No. 13558
Tweede Blad.
Uit de Tweede Kamer.
Vrijheid, blijheid.
SCHIEDAMStHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon-en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25 franco
per post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
i i
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het bureau bezorgd zijn.
1 Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
lt-d
i "i
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cent per regeL Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prjjs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
aj.iin—naam——bm—awmr ■■iw.uiwuw.m itm
„Donnez moi do bonnes finances et jc
voua donnerni de la bonne politique, ;.eide
eons een bekend Franseh staatsman. En
zoo is liet, want ook op de staatkunde
is' bet bekende spreekwoord van toepassing
geen geld, geeu Zwitsers.
Welnu, ook in dit opzicht zal de coalitie
geen goede politiek geven, dat ze geen
goede financiën zal kunnen geven., Goede
financiën kunnen toch slechts verstrekt
worden door het stelsel, dat'de ingezetenen
belast naar hun draagkracht, dat do rijken
der aa^de veel, de matig met aardse lie
goederen matig, en do kleine luyden een
heel klein beetje in de gemeenschappelijke
lasten laat opbrengen.
Maar daarvan moet de coalitie niets heb
ben, en dat ondervindt minister Kolkman,
nu hij een ontwerp heeft ingediend om 11
ton meer uit do successiebelasting tc halen,
en dat wol door het maken van progressie
in die belasting, a,l is liet dan ook een
zeer matige, een zeer bescheiden pro*
gressie.
Wij kunnen ons de ontstemming van de
vele liecren van Rechts begrijpen, want
deze coalitie is daarom zeker niet begon
nen. Niet daarom is ze gesteund door alle
conservatieve elementen in den lande, ook
door li'en, die, omdat ze a n t itc 1 e r i c a 1 o
conservaiteven zijn, zich maar al te vaak
valscltelijk met don naam van liberalen
tooiden. Ook die wilden per slot van reke
ning wel mceloopen onder de leuze „Erken
ning van God, ook in ons staatsleven",
maar van hun brandkast moet men afblij
ven. En dat kan immers zoo gemakkelijk,
waar de verhooging van het tarief bcdriege»
lijk aangeprezen als noodig voor den bloei
van onze industrie, toch wel zooveel kan
geven, dat men die 11 ton ook nog daaruit
kan halen, te moor, waar het zoo goed als
vaststaat, dat er van Talma's sociaal her
vormingswerk toch niets komt.
I I I i I i i
Do klaagliederen van Rechts waren dan
ook talrijk, on zijn de oorzaak geweest, dat
de behandeling van dit betrekkelijk kleine
ontwerp een gehecle week plus een avond
zitting beeft gekost. De zaak heeft hun
dus wol hooggezeten. Men kon het toch
reeds maanden lang waarnemen, dat de
Rechterzijde ter bespoediging van afdoening
van zaken, zich zoo veel mogelijk van deel
noming aan de discussies onthield. Do
„Standaard" had trouwens reeds openlijk
zulk een advies gegeven. En desniettegen
staande zijn niet minder dan vijf spreker-
van Rechts don Minister te lijf gegaan,
alsof hij een soort hemelstormend bedrijt
bad bestaan, alsof hij zonder het te weten
in het sociaal (lomocratischc zog ware
geraakt. Arme Minister Kolkman,' en dat
voor zoo'n bescheiden wetje
Over de strekking van het ontwerp het
volgende. De tegenwoordige heffing, waar
uit door elkaar zoowat per jaar 15 millioon
voor de schatkist verkregen wordt, is twee
ledig. Men betaalt van de erfenis, die men
krijgt, en het percentage bedraagt naar den
graad van verwantschap van 1 tot 10 pro
cent. 1 procent wordt geheven van do erfe
nis in reclite lijn; 10 procent wordt bereikt
bij erflatingen aan wildvreemden. Daarom
boven is ook deze belastingheffing aan op
centen onderhevig, en wel 38. Eindelijk
wordt er bij overlijden nog een overgangs
recht van effecten betaald, dat ook naai
den graad van bloedverwantschap oploopt
van i/i tot 2 procent.
Nu schaft de minister do opcenten af
en smelt de beide andere heffingen samen,
en hij vindt dat geld en 11 ton meer dooi
hel invoeren van progressie terug, en ook
door het verhoogen van bet percentage.
Dat percentage klimt in do rechte lijn bijv.
tot 2.30, maar dan ook eerst als het een
erfenis van U/o millioon geldt, liet maxi
mum, dat berekend wordt bij erflatingen
aan niet'jverwanten, is 20 procent, maar
dan moet do erfenis ook minstens een halt
millioen bedragen.
Het gevolg van deze voorstellen is, dat de
rechte nederdalende en de rechte opgaande
lijn niet meer in die belasting zullen hebben
te betalen dan vroeger; de progressie be
gint in die lijnen eerst bij f80.000, en de
vrijstellingen voor de kleine erfenissen wor
den uitgebreid. Wie kon bedenken, dat zoo
bescheiden vooistellen toch zoo groote ont
steltenis bij de Rechterzijde aanleiding kon
don geven? Hier komt nu eens recht de
aap uit de mouw, hoe of die christelijke
coalitie in eigen kring beschouwd wordt cn
steeds beschouwd is als een hecht bolwerk
tegen liet invoeren, zelfs op deze zeer be
scheiden wijze, van een belasting, die re-
koning houdt met de draagkracht.
Het wil ons vooikomen, dat er geene he
tere, geene makkelijker tc betalen belasting
o dan de Successiebelasting. Do winnende
hand is mild. Dit geldt vooral van die erfe
nissen, die ons van anderen dan onze ouders
ten deel vallen, en dus vrijwel gelijk staan
met gevonden geld. De natuurlijke en ge-
vensc'nle loop dor zaken toch is, dut de bur
gers en burgcrossen van een land vaders en
moeders zijn van een nieuw geslacht, en dal
hunne goederen hij hun overlijden aan hun
kindei en ten deel vallen, en ai wat dus ge-
oifd wordt op andere wijze is buitenissigheid,
i? uitzondering. Niemand heeft zich dan ook
ooit vei zet tegen het steeds klimmende per
centage naai mate de verwantschap mindei
in graad wordt, fin wij vragen ons toch af.
of het niet het summum van belachelijk
heid is, dat men volgens ons erfrecht nog tot
in den 12den graad van bloedverwant
schap zijn rechten kan doen gelden, tot
hl den 12den graad is men nog neef of
n i ch t. Hoe is dat aides in strijd met de
werkelijkheid. Stol eens dat een neef, wij zeg
gen nu niet in den 12don graad, maar in
den 5don graad, hij u kwam 0111 1000 te
leen, cn dut op grond vim zijne bloedver
wantschap, zou dl ge dezen, 11 in den regel
geheel onbekenden man niet vragen of hij
met molentjes liep? fin toch zijt gij volgens
de wet nog zelfs met den neef in den 12don
graad door de handen das bloeds vctbondend
En dat is niet alleen in strijd met de logica,
maar hier komt ons Burgerlijk Wetboek te-
vens iu strijd met de successiewet zelve
(niet alleen met de door Kolkman gewij
zigde maar ook de bestaande) die reeds na
den 4den graad het hoog-te percentage heft,
en deze „bloedverwanten"' dus met vreem
den gelijk stelt.
Maar. ook hij de erfenis in de rechte lijn
is het heften van eeno progressieve belasting
zeer gewettigd. Want door hot heffen van
die bekisting geeft de Blaat den bet-ten waar
borg aan de oudera dat na hun overlijden
lninne kinderen zullen kernen in het bezit
van wat hun toekomt, en dat is iets dat voor
hen, nl. voor die oudere en voor die kinde
ren van zeer veel belang is, en dat belang
wordt grooter naarmate de na te laten hez.it-
tingen giootere waarde hebben.
Nn kan men prachtige redeneeringen hou
den (en het portemonimieconscivatisme is
bijzonder scherpzinnig in het opzetten van
redervringen, die tot vrijdom van bijdragen
in de gemeenschappelijke lasten moeten lei
den) o\cr dat vermogen, dat aan het gezin
behoort, en dut door don ader slechts als een
rentmeester beheerd wordt, en dat dus eigen
lijk nooit, zoolang r kinderen zijn, geërfd
wordt in den eigenlijke zin des woords, en
dus aan geen belastingheffing onderworpen
moest zijn. Die stelling zou nog «enigszins
opgaan in Engeland, waar de oudste zoon
erfgenaam is van het gehcele vermogen, maar
dien weg zal toch wel niemand in Nederland
op willen. Als hier een vader zes kinderen
heeft, wordt dat gemeenschappelijke gezins-
ermogon hij zijn dood reeds geheid uit
elkaar gehaaldhebben die zes kinderen met
elkaar weer 24 kinderen, dan is dat ver
mogen ïeeds, zelfs al bedraagt het ccne tonne
gouds, iu hot dei do geslacht naar nlLo wind
streken verspreid, als die kinderen niet
,1e capaciteit hebben om kapitaal te vormen.
En zoo kotnen- wij vanzelf tot de grodte waan
hotel, dat niet het hoogMe wat wij onzen kin
deren kunnen nalaten is het kapitaal in
geld, maar een kapitaal in kennis, dat
hen in staat stelt het geldkapitaal te ver
werven.
Men verdenke ons niet, dal wij de kracht
van het geldkapitaal niet op hare rechte
waarde zouden schatten. ITet eeklkapitaal is
onmisbaar in onze maatsehanoij, het is in
zeer vcvle gevallen het vliegwiel zonder het
welk het schoonste wat het horeen kapitaal
kan uitvinden niet in beweging kan komen.
Maar en dit kan tot leering strekken, die
groote geldkapitalen zijn, slechts (we zonde»
Toen dr. Jansen uit het stationsgebouw
kwam, klonken hem nog do laatste licfklin-
kuule afschcidswoonlen vim z.ijn jong vrouw
tje. in zijn gecot na en een gevoel van innige
liefde doortrilde zijn ziel
„En niet waar schat, je beloof! nte, gedu
rende deze drie weken eiken avond telmis te
blijven? Wanneer je jc verveelt, kun je
immers naar do Rembrandt's gaan en met
hen een partijtje whist spelen, liet z.ijn toch
zulke lieve monsehen."
„llc hcii de Rembrandt's niet noodig, m'n
hartedicfje, om me den tijd te korten. Wan,
neer m'n gedachten van jou vetvuld z.ijn, zal
tue de tijd niet lang vullen."
Ren lange kus diende hem als belooning
voor dit antwoord en tot de trein om de eer
de bocht geheel was verdwenen, luid hem
haar wuivend doekje laatste liefdegroeten toe
geworpen. Geen wonder dus dat hij zich in
om ietwat droefgeestige afscheidsstomming
bevond, en dat het hem volstrekt niet aan
genaam wns, tixui hij z.ich plotseling dooreen
bi kende hoorde aanspreken. „JansenOuwe
jongen Leef je dan werkelijk nog? Ik heb
sinds moiisehenhougenis niets van je gezien.
liet was echter Spaan die hem met deze
woorden begroette. Eetl vroolijk kameraad uit
dep gezelligen studententijd, een - echte spot
vogel. Had hij niet direct hij zijn eerste
woorden n ironische opmerking gemaakt
over bedroefde gezicht van z.ijn ouden
vriend, dan zou dr. Jansen hem waarschijn
lijk wel verteld hebben dat z.ijn vrouw juist
voor drie weken Jang op reis was gegaan.
Nu echter verzweeg hij het liever. En hij
nas blij dat hij dit had gedaan, want de an
der gtltg direct op z.ijn jongensachtige ma
nier voort mot ie zeggen: „Ik zou je voot
vanavond gaarne tot een heerlijk eaféz.itje
iiilnoodigon, wanneer ik niet had gehoord
dit j(. hopeloos otule»* de plak zit, zooihit
z.ulke vrienden als ik niet meer voor je
bestaan."
Jansen werd rood van verlegenheid. Hoe
was hut toch mogelijk dat al zijn vroegere
vrienden hem voor een pantoffelheld hielden,
alleen omdat hij altijd toevallig geen luns
de ut el hij zich had, wanneer men hem
*s avonds nog eens wou vasthouden. Daar
om nam hij plotseling het heldhaftige besluit
nu eens voor goed de fabel van z.ijn pantof-
felheldcndom te ontsluieren. Met een trotsch
gehaat- wierp hij het hoofd in den nek en
zei„Tk zie wei is waar het groote genot
van een drinkgelag niet meer in, echter
wanneer ik or hisl toe 7/>u krijgen, behoef
ik werkelijk niemand om toestemming te
vragen. En wat is er dan tiu eigenlijk te
doen?"
Een paar minuten later had hij z.'n woord
gegeven om 's avonds te verschijnen en hij
nam met eenige voldoening waar dat hij hier
door aanmerkelijk in do achting van den
richter was gestegen. Deze voldoening was
het dan ook die zijn prul telend geweten
lot zwijnen bracht en toen hij zich 's avond
tot uitgaan kleedde, voelde hij bijna iets van
hel welbehagen van een gevangene, die zich
gereedmaakt tot den terugkeer in de gulden
ren Engeland om begrijpelijke redenen uit)
voot eeno kleine minderheid geërfd. 5Jict om
u heen, do bekende groote vermogens in ons
vaderland z.iin bijeengebracht dooi se.'f-made
mart. We kunnen natuurlij lor adstn-eering
van deze stelling geene namen van levenden
aanvoeren; voor de doodon treldt deze scru
pule, niet. Welnu, de thans ovoi leden itiil-
lionair P. W. Jansen, die met z.rée wel
doende hand duizenden ten zegv is ge
weest, was zonder oen cent in de wereld be
gonnen, en" had van zijne oudera a's ecnig
erfdeel mee gekregen eeno uitstekende op
voeding.
Onze conservatieven denken er anders
over, en zeggen: „hebben is hebben, en krij
gen is de kunst". En Mini-lei- Kolkman
heeft liarde woorden moeten hooren.
De heer Van den Bereh van Heemstede
was diep verontwaardigd, dat men nu alweer
zot) spoedig veranderingen in de Successie
wet gaal brengen. (Nota bene, de laatste her
ziening is van Minister Gleichman in 1S7S,
die toon voor het eerst de rechte lijn heeft
belast). Hij maakte kwistic rHu-nik van de
toezegging van Minister Gleichman hij de
verdediging van zijn wotsontwepi in de Eer
ste Kamer gedaan, dat van hem nooit oene
verhooging van de successiebelasting in de
rechte lijn te vree/.en was, en dat hij zich
sterk maakte, dat als een van zijne opvolgers
zulks wou doen, deze wel een vriend z.ou
vinden, die hem daarvan terughield.
Wij betwijfelen of zelfs die vriendelijke
heer Berch van. Heemstede wel heel vast
van oordeel is, dat minister Kolkman in
1911 gebonden z.ou zijn door uitspra
ken in 18 78 door zijn toenmaligen col
lega gegeven. Maar de afgevaardigde van
Oosterhout had nog meer zijn best gedaan.
Hij had uit de vele redevoeringen, die de
heer Kolkman gedurende zijn 27-jarig Ka
merlidmaatschap heeft gehouden, een
uiting uit den jare 1897 opgevischt, dat
deze tegenstander was van de heffing in
de rechte lijn, en hield hem deze triom
fantelijk voor, alsof hij wilde zeggen: Kip,
ik heb jel Hij beweerde, dat nu minister
Kolkman zich zoo weinig hield aan deze
vroegero uitspraak, ceu eveutueele opvol
ger nog minder scrupules zou hebben en
er het mes nog flinker in zal zetten, en
jammerde over 'dit goddolooze bedrijt-
En hetzelfde lied weid vrij wel gezongen
door den heer Asch van Wijk, die zich
in een re-do aan zijn kiezers reeds zeer
scherp over des hoeren Kolkmans finan-
cieele politiek had uiteglaten cn hem ver
klaard had niet geheel vrij te zijn van
paganistische, of, om liever in den laatsten
Kuyper-stijl te spreken, van autonomisti
sche smetten. Was het, omdat dit bekend
was, dat de afgevaardigde voor Amersfoort
blijkbaar zijn best deed, om zoo vriendelijk
mogelijk in zijn toon te zijn? Dit weten
wij natuurlijk niet; wel weten wij, dat
zijn criliek er niet minder scherp om, klonk.
Waarom, zoo. vroeg deze afgevaardigde
ronduit, houden wij ons bezig met deze
wet, en waarom beginnen wij nïet met de
Taiiefwet, dan had men tenminste eerst
eens kunnen zien, of daar niet alle mid
delen uit le vinden waren.
Dat is tenminste iemand, die er geen
doekjes omwindt.
En toen kreeg niet, zooals bij den vo-
ligen spreker, alleen de verhooging in de
rei ItLe lijn er van langs, maar do geheele
successiebelasting, waardoor het kapitaal
woidt vernietigd, en het nationaal ver
mogen vermindeit, wat iiadeelig werkt op
de volkswelvaart Voor de progressie heeft
de Minister geen rechtsgrond aangewezen
(als wij ondeugend wilden wezen, zou
den wij hier do opmerking plaatsen, dat
het meest naar rechtsgronden gevraagd
wordt door hen, die naar gronden zoe
ken om geen recht te doen) en met tal
van aanhalingen uit geleerde schrijvers
wetd bewezen, dat de Minister ep den
verkeerden weg is. (Het moet e.ns hier
even van het hait, dat wij het voor een
Kamerlid toch wel wat gevaarlijk vinden,
zich op een geleerd schrijven te beroepen,
want men kan voor elk, die pro is, steeds
een ander, even geleerd, vinden, die con
tra is.)
En de heer Van Nispen, uit Bhoilen,
had ook al versoheiden grieven, o. a. te
gen het behoud van den eed, waarbij hij
later door den heer Roessingh gesteund
werd, al zou hij dan tenslotte ook met
den Minister meegaan. Maar baron Van
Dedcm, steeds op de bres om iedere nieuwe
belasting tc bestrijden, was niet zoo ver-
zoenlijk, cn zou dan alleen met de wet
moegaan, als de Minister terug wil komen
op zijn voornemen om het overgangsrecht
op effecten af te schaffen. En de heer
Kolkman kreeg harde woorden te hooren.
Dat de Minister de progressie had goed
gepraat met de uitbreiding der vrijstellin
gen was volgens den afgevaardigde voor
Zwolle niets anders dan een speculatie
op het eigen-belang der meerderheid ten
koste van de minderheid, een speculatie,
waarmee wel succes is te bereiken, zooals
de heer Van Dedcm schamper opmerkte,
maar waardoor het rechtvaardigheidsge
voel niet voldaan kan zijn.
De heer Fan Dedcm zou eindelijk geen
agrariër zijn, als hij niet geprotesteerd had
tegen deze regeling, die het roerend goed
bevoordeelt boven het onroerend. Dit was
te erger, waar do belastingplannen van
dezen Minister toch al 'zwaar op den
grond zouden drukken, daar door da
samensmelting van Vermogens- en Bedrijfs
belasting tot één Inkomstenbelasting, de
vrijdom, die de Landbouw* van de Be
drijfsbelasting heeft, zou vervallen.
Van het feit, dat die vrijdom van Be
drijfsbelasting indertijd in 1892 is gege
ven, omdat onze Landbouw toen een pijn
lijke crisis doormaakte, en dat die Land-
\iijhoid. Hij was reeds geheel gekleed, toen
hij plotseling bemerkte dat hij geen huis
sleutel bezat en haastig belde hij om do meid.
De trouwe dienares van het huis verscheen
na ge ruimen lijd cn nam don dokter met eon
even verbaasden als strengen blik op.
„Geef me uKjcblieft de huissleutel!' zei-
de hij, terwijl hij een in zich opkomend ge
vend an verlegenheid trachtte te verbergen
achter dent toon van een gebieder. De meid,
Johanna, bleef echter pal staan. „De huis
sleutel?" herbaalde z-ij met een niet na te
bootsen uitdrukking van de hoogste verwon
dering in haar stem. „De deur is immer;
tot tien uur open. Waarom heeft mijnheer
dan de huissleutel noodig?"
„Maak je daar niet bezorgd over cn doe,
vat ik je beveel. Maar wat vlug, want ik
heli haa.-L"
Johanna ging en na verloop van een goed
warlier kwam ze met een dettig centimeters
lang instrument terug, hetwelk dr. Jansen
slechts mot groote moeite in ooit van zijn zak
ken een plaatsje kon bezorgen.
Zijn afscheisLgioet bleef onbeantwoord en
ofschoon hij vel vermeed haar aan le zien,
voelde hij toch den best Riffenden blik van
Johanna op z.ich gericht, totdat hij geluk
kig de beschuttende gangdeur tusschen hen
heiden had gebracht.
In het eafë ging hei vroolijk toe, zoo vroo-
lijtc, dat dr. Jansen zich in den hemel
dacht en geen oogenldik aarzelde om z.ijn
luide instemming tc betuigen toen eenige
van z.ijn oude vrienden voorstelden om het
den volgenden avond nog eens over te doen
iii den Vorm van een klein naclitpartijtje.
Hij moest toch immers toonen dat hij geen
pantoffelheld was en het lag voor do hand
dat hij dit bewijs liever gedurende de afwe
zigheid van zijn vrouw wilde geven dan na
haar terugkeer.
Het kiokie had reeds drie uur in dca
nacht geslagen, toen hij voor zijn huisdeur
den ongemakkeliiken sleutel uit den zak te
voorschijn haalde. Het gelukte hein echtei
niet den sleutel in het siot te steken, hetgeen
hij aanvankelijk stelde op rekening van dc
genoten spiritualiën, echter na onophoude
lijk vergeefs pogen kwam hij toch tot do con
clusie dat de oorzaak iets tindeis was.
Verder probieren zou ten minste nutte
loos tijdverspillen zijn en daarom moest hij
ei wel toe overgaan den portier op te bellen.
Het gezicht van laatstgenoemde vertrok
zich tot een noodlottig grijnzen toen hij dei
binnenkomende herkende en hij lachte zelfs
luid toen hij het reusachtige instrument in
zijn handen bekeek.
,,U hebt immers den keldersleutel moe tre
in: men mijnheerI Uw vrouw heeft zeker den
verkeerden sleutel gegeven?"'
Het geheugen van den dokter was niet
helder genoeg meer om de sarcastische he
doeling van de laatste, opmerking te hogrij
pen, maar het was toch nog zoo heldor da'
hij de duivclsche strook van die onhe
schaamde dienstbode doorzag. Eeret mui
hij zich dan ook voor haar eens gevoelig
de les te lozen, echter plotseling dacht hi"
aan den blik waarmee zo hem had anngez.ici
o.n zijn plan nam een plotselinge wending
Terwijl hij in zijn portemonnaie naar co-
flinke helooning zocht voor den lui i.-bewaar
der, bracht hij er stamelend uit„Hebt i
misschien ook nog een tweeden sleutel iu
uw bezit? Ik wil er graag een riks voor be
talen."
Meneer Maurits was hier wel voor te vin
den en dr. Jansen ontving, dank zij z.ijn
goedgeefschheid, direct een goedpassenden
huissleutel Nu kon hij zich op Johanna al
dus wTekmi dat hij haar leolijke streek een
voudig met stilzwijgen passeerde. Van het
betrokken, verbaasde gezicht en liet gemop
per van Johanna, toon zij hem den volgenden
avond weer zijn kleedjes moest klaarleggen,
nam hij geen notitie cn in hot rolle gevoel
van de nieuw verworven vrijheid begaf hij
zich naar de afgesproken nachtpart ijDeze
verliep bijna nog amusanter dan de vorige,
muur het hoofd was den huiskeerenden dok
ter dun ook dienovereenkomstig beduidend
zwaarder. Niettegenstaande hij nu een goe
den huissleutel bezat, had hij toch nog gc-
ruimen tijd noodig om in huis te komen,
maar ook met het slot van de gangdeur had
hij lang te kampeiii, tot ten slotte hij het zoo
vi. f had opengemaakt dat hij had kunnen
binnenkomen, wanneer niet Johanna aan
leu binnenkant er de koperen veiligheids-
'cc-tting had voorgelegd. Woedend drukte do
lokter op den knop van de electrische bel.
Maar hij had goed drukken. Minuut op rni-
umt verliep zonder dat zich binnen iets be-
oog. Toon geraakte de doktor in een on-
tembaren toorn en hij begon met de vuisten
>j> de deur te luimeren dat hc.t dreunend
toor de nachtelijke stilte klonk. Bimu.i ech
el- geeu beweging. In dc nndero op de trap
ping uitkomende, huiskamerdeur echter,
knarste een sleutel, een lichtstraal viel naar
huiten en beseheen het spitsnouzige gezicht
va" de lieve mevrouw Rembrandts die me-«-