64"* Jaargang. Zondag 5 November 1911 No. 1cj757 Tweede Blad. Uit de Tweede Kamer. SCHIIEOAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt d a g o 1 ij k s, met uitzondering van Zon- on Feestdagen. Prijs por kwartaal: Voor Schiedam en 'Vlaardinoen f! 125 franco por post 11.1.65. Prijs por weck: Voor Schiedam cn Vlaardingon 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. AdvcrLcnliën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags róór een uur aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fi.0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per rog el. Orooto letters naar do plaats die zi» innemen. Advertentiën bij abonnement op voordoelige voorwaarden. Tarievni hiervan zijn gratis aan hot Bureau te bekomen. ïn de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 c»nts per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. Ni ir.nnmr .1—i»'—ynBTmmnnc—in— Wie Cl* tegen opkomt, dat de geestelijk heid ten onzent van den krijgsdienst is vrijgesteld, staat theoretisch zeker sterk. Daar is do gelijkheid voor de wet van allo burgers; daar is de overweging, dat de kerk geen bepalingen kan maken, die den Staat zullen binden; daar is het feit, dat er landen zijn, waarin, do geeste lijkheid evengoed dienstplichtig is als welk ander deel der burgerij; daar is nog ster ker: soms is van de zijde van do kerk zelve aangedrongen op gelijkstelling ten deze van haar dienaren met alle andere leden der gemeenschap. En toch - en toch doet hot ons groot genoegen, dat het amendement der sociaal-democraten, om de bestaande vrijstelling voor de geestelijkheid te laten vervallen, mol zoo groole meerder heid is verworpen; het haalde slechts 14 van de 81 stemmen. Die van de sociaal democraten, waarbij zich voegden do Unie- liberalen Smeenge, Eicftinek, Roessingb, Jannink on De Jongh, do vrijzinnig-demo craat Smidt en de vrij-liberaal Foreest. Dat dus ook de Linkerzijde in zoo grooten getale zich heeft uitgesproken voor behoud van wat men zou""kimnoii noemen: het his torisch verkregen recht der geestelijkheid verblijdt 011s; hot is toch een bewijs, dat men ook daar begrepen heeft, dat aan randing van dat recht grooto verbittering zou wékken hij een belangrijk deel der na- tic, een verbittering, die noch het leger, noch de maatschappij ton goede zou zijn gekomen. Daar kwam meer bij. Bij de behandeling van de Mililiewct-Eland in 1901 was er bij de katholieken groot verzot tegen de invoering van don persoonlijken dienst plicht. Ku dat nu wel niet zoozeer om liet instituut zelf, maar uit de overweging, dat de persoonlijke dienstplicht op den duur tot logisch gevolg heeft den al gemeen en dienstplicht, die zich dan ook tot do geestelijkheid zou kunnen uit strekken. Toon is dan ook aan de katho linken feitelijk do belofte gegeven, dat aan de vrijstelling der geestelijkheid niet zou worden getornd. Eu nu weten wij wel, dat dergelijke toezeggingen opvolgende regee ringen niet binden; men kan zelfs zeg gen, dat die belofte niet meer van kracht behoeft te zijn, waar de katholieken in 1901 desniettegenstaande toch allen op den grooten Schaapman na tegen de invoe ring van den persoonlijken dienstplicht heb ben gestemdliet blijft tueh even goed waar, dat, wie het leger liefheeft en daarin ge leidelijk wil komen tot een volksleger, d. w. z. een leger, dat do ingenomenheid heeft dor natie, wol zal doen, af te blijven van liet historisch verkregen recht der gees lelijkheid. Amendementen als die van de sociaal democraten zijn weinig geschikt om den katholieken luin vrees te ontnemen, dal legcrhorming in democratisch en zin niet zou gelijkstaan mot aanranding in hun oogen namelijk van hot heiligdom hun nor kerk, en daarom dunkt het ons van go wicht, dat niet minder dau 15 van dc 29 aanwezige leden van Links hebben mee gewerkt 0111 hun katholieke medeburgers 111 deze gerust te stelten. Wij sproken hier telkens mot bijzondoren nadruk van dc k rit li 0 li ok 011, en dat niet zonder reden. Wij, protestanten, staan toch heel wat anders tegenover dit vraag stuk dan zij. Do katholieke geestelijke toch is priester, dat is de predikant niet. De predikant is een burger als ieder an der, levende in de maatschappij, en die precies dezelfde achting blijft genieten als hij vandaag of morgen hot. predikambt ver wisselt voor een anderen werkkring; zelfs al legt hij daarbij openlijk de verklaring af, dat dit geschiedt, omdat zijn geloofs overtuiging zóó zwak is geworden, dat het fundament hem ontzonk om langer in den wijngaard des Het'ren werkzaam te zijn. Hoe anders is hel echter niet den katho lieken geestelijke. Reeds als knaap wordt bij eigenlijk onllrokken aan hef. gewone le ven, om opgevoed te worden met hen, en Uitsluitend met hen, die zich aan den dienst der Moederkerk zullen wijden. Mol de pries- leygelofte, die voor hem insluit den vrij- willigcn afstand van echtgenoot- cn vader schap, treedt hij feitelijk builen tie gemeen schap, 0111 plants te nomen als soldaat on der de vaan van het kruis, wier roepstem hij onvoorwaardelijk heeft te volgen; ongehoorzaamheid daaraan is de zwaarste misdaad, waaraan hij zich schuldig zou kunnen maken, en niets is dan ook in ka tholieke oogen een rampzaliger en schul diger wezen dan een „afgeratlonf priester". e kunnen ons dan ook best begrijpen, dat, toen de heer Nolens het sociaal-democrati sche amendement bestreed, hij verklaarde, dal afschaffing van de vrijstelling der gees telijkheid niet kon geschieden zonder de nequitas, d. i. de billijkheid te na. te ko men. Do katholieke kerk verbiedt nu een maal aan haar geestelijkheid de wapens te dragen; het zou gerechten wrevel wekken hij de twee millioen katholieken in ons va derland, als de Staat door zijn wetgeving het die kerk onmogelijk maakte, haai* ver bod te handhaven. Zooals wij in ons vorig overzicht reeds met een enkel woord gemeld hebben, was do verdediging van het sociaal-democraf tisch amendement, opgedragen aan den lieer Duijs. Dat de afgevaardigde voor Zaandam z.ioh wel met deze taak heeft willen belasten, pleit zeker voor zijn moed, om niet te zeggen politieke doodsverach ting. Dit amendement heeft toch iets bij zonder uittarteads voor de derivaten, en de heer Duys heeft zijn zetel aan diezelfde cleriealon te danken, die hem in 1909 stomden en aanbevolen, toen hij in lier- stemming kwam met den bezadigdere Unie- liberaal van Tienen, lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. En do hoer Duys is er zeker niet minder om, dal hij met deze omstandigheid niet de minste rekening houdt. Waar zoo dikwijls in de Kamer staaltjes worden gezien van een houding door politieke berekening bepaald, mag men de volkomen vrijdom daarvan ze ker op het credit schrijven van „den lastigste der Kamerleden". Zijn optreden is daardoor bijzonder frisch. De lieer Duys hoeft zich veel werk voor de zaak gegeven. Ilij begon met bij voorbaat to protcslcorcn tegen do uitleg ging die in clo clericale pers wel van het soeiaal-dejiiocratiselie amendement zou worden gegeven, als zou liet zijn een „aanval op den godsdienst", bi legended de sociaal-democratie was bereid met de gemoedsbezwaren van de natie te rekenen, maar het was Zaaudams afgevaardigde niet gelukt onder alles wat hij omtrent deze materie had gelezen en. nagevorsfiht, zelfs bij den meest hartsloehtolijken voor stander van hot behuild der vrijstelling voor geestelijken ook maar één argument te vinden, dat naar een gemoedsbezwaar riekte. Dit alles weid tot grooten schrik van den voorzitter, ilie te draaien zat van ongeduld op zijn stool, bij iedere uitdijing der debatten, uitvoerig toegelicht mot de citaten uil. de politieke programma's der clericalen in binnen- en buitenland. Ver der werd met aanhalingen uit Ru ijs en anderen bewezen, dal de kerk ook is 011- denlanc van den Staat, en dus geen recht heeft wetten voor haar geestelijkheid te handhaven, als deze komen in te drui- sehen tegen dc wetten van den Staat. En toen tot meer empirische argumenten overgaande, bestreed de heer Duys de mee- uilig, dat dc kazerne demoraliseerend op de aanslaande geestelijkheid zou werken: iintegendeel, daar zou liet kaf van het ko ren worden gescheiden, daar zullen de zwakkelingen bezwijken cn de kerk zal al leen de sterken van geest behouden. Voor dc protestantsdie geestelijkheid was vol gens dozen spreker liet kazerneleven licc- le.niaal geen bezwaar, aangezien de theo logische studenten vóór ze de academie verlaten, de gewoonte hebben „de blom metjes nog eens goed buiten te zetten". Waarom, vroeg do lieer Duys, wordt de geestelijkheid wel vrijgesteld, en wij, so ciaal-democraten niet, die even groot be zwaar togen den dienst hebben? Hij liep een vermaning van den voorzitter op, toen hij aan da Rocliterzijde dc vraag stelde of het niet over alles heen was, dat in anti-revolutionaire blaadjes gefemeld wordt over vaderlandsliefde door de predikan ten van der Voort van Zijp cn van Lum mel, die zeiven vrijgesteld zijn van den dienst, en hij noenulo die vrijstelling zcl- vo ten slotte dubbel hatelijk, omdat daar door anderen moeten invallen. Maar, zooals wij roods zeiden, de lieer Duys kreeg weinig hulp. De hoeren Eland, do Visser en Thomson bestreden naast den heer Nolens liet amendement, waarhij deze sprekers weinig op de zaak zelve ingin gen, maar zich in hoofdzaak beriepen op do hol ofte va,n do ministcrstafel in 1901 gegeven. En hot wil ons dan ook voorko men, dat do heer Duys hierin juist zijn groole fout boring, dat hij hoelcmaal geen oog had voor de voorhistorie van deze materie. Stonden wij toch voor een zaak die geiheol nieuw is, dan zou men de philosopliische cn staatsrechtelijke beschou wingen van dezen afgevaardigde voor Zaandam op haar plaats kunnen achten. Maar dat is nu eenmaal niet zoo; al heeft de heer Duys ook honderdmaal in theorie gelijk. Welke erkenning ons alleen kan leiden tot deze conclusie, (lat, als er altijd in onze wetgeving gestaan had, dat de geestelijkheid aan den krijgsdienst moet deelnemen, men natuurlijk verkeerd zou gedaan hebben, als men daarop thans ware 'teruggekomen. De eenige, die den heer Duys steun kwam verlcen.cn was de grijze Lieftinck. In een van die ïrissche speechjes, waar van hij nog altijd liet geheim bezit, kwam hij verklaren, waarom hij vóór het amende ment zou stemmen. Hij erkende toch al leen gemoedsbezwaren, die opkomen ui;t het individu zclveu, niet die, welke door oen geestelijke of wereldlijke overheid wor den opgelegd. M. a. w., de heer Lief thick zou nog wel te vinden zijn voor vrijstel-, Fung van de.11 geestelijke, vvjetis bezwaren legen den dienst opwellen uit eigen con sciëntie, maar niet denzulke, die onkel be zwaar daartegen lieeft, omdat |zijn kerk het hem verbiedt. En deze oud-predikant ver klaarde tevens, dat het verblijf in de ka zerne onze aanstaande geestelijkheid de voor haai' zoo onmisbare, kennis zou geven van alle rangen en standen der maat schappij, een kennis, die er toe zou leiden, dat er niet moor zoo vervelend over de hoofden werd heengepreekt. Maar ook deze steun mocht -den heer Duys weinig haten. Zooals wij reeds zei den, werd de vrijstelling der geestelijkheid mot groofe meerderheid gehandhaafd. Naast do discussie over de vrijstelling der geestelijkheid was wel liet gewichtigste in dc iifgeloopen week wij kunnen toch uit den aard der zauk onmogelijk alio pun ten behandelen, maar moeten daaruit eene koiin doen de discussie over de vrijstel ling der kostwinner.-,. Art. 21 5o. geeft ook ais reden van vrijstelling op liet „kostwinner schap". Ook dit is een onderwerp, waarbij men niet genoeg aan Mephisto's les kan herinneren: Grau, liebcr Fremiti, ist alle ilmorie, uinl grün des Lebonsgoldncr Baum.'*' In thoerie toch moet armoede, die door het dienen van een persoon voor anderen het ge volg kan wezen, geen reden zijn om dezen van den dienst vrij te stellen. En in overeen stemming met deze gezonde stelling heeft dc wei over 1901 gezegd: De Slaat zal het die nen vim den kostwinner mogelijk maken, door gedurende zijn diensttijd vergoeding te geven aun hen,* die in dat tijdperk den steun vut; dien „vinnebrood" moeten missen. Een mooi beginsel, maar wat is er in de uitwerking van geworden? Latere wij het maar ronduit zegeen Een op reusachtige schaal riemen snijden van andemian's leer. De Slaat betaalt, en is lui de duizenden en nog eens duizenden aanvragen in de volsla gen onmogelijkheid de al- of 11 iet-gerechtig- lieid daarvan te controlreren. Do Slaat moet dus afgaan op de adviezen van den Militie raad, die al wederom moeien afgaan op de adviezen der burgemeesters, en die blijken over het algemeen in deze zaak zeer goeder- tierende meiiscln'ii geweest te zijn. Waarom zouden ze toeli ook al te streng wezen in dezen, waar liet toch wat waant is bij de burgerij te bix'k te liaan voor zoo'n besten braven tmrgeineesier, die veel hart hooft voor den minderen num. wat te meer klemt om dat die goedheid den gemeenten niets kost, de Staat betaalt immers. Eu 7.00 is liet be drag, dat in den jare 1910 aan vrijstellin gen wordt uitbetaald, mils geklommen tot oen millioen. Waarlijk, men kan het den Mi nister niet euvel duiden, dat hij, wüiu' hij geene mogelijkheid zag tot eene goede con trole to geraken, over de gerechtheid der aan vragen, de knoop maar heeft doorgehakt, en de kostwinners maar vrij.sto.lt. Wal natuurlijk niet wegneemt, dat het in theorie uiisolunt verkeerd is de economisch z.vvn kk en uit liet leger te weren. E11 de hoe ren Yeiliey en Thomson, die eon amende- ment luidden ingediend, strekkende om den togenvvoordigen toestand in deze te handha ven, hadden zeker de mooie mi op zich ge. nomen, liet is volkomen waar wat. de heer Vcrhov reide, dat hot door de Rogeering thans ingestelde instituut schadelijk is voor onzo volkskracht, voor het gevoel van saam- hoorighcid der Nederlandsclie natie, cn dat deze Rogeering niet het minste oog had voor den ethischere kant van het vraagstuk, maar wel voor den i'inancieelcn. Men zou echter daartegenover kunnen vragen of dc groote jacht op een onrechtmatig vooideeltjo uit de schatkist een volk niet evenzeer de moraliseert? Meer voelen wij dan ook voor het bezwaar van don heer Vovhey, dat de jacht naar vergoeding thans plaats zal ma ken voor nog veel bedenkelijker jacht, n.l. om als kostwinner aangemerkt te worden; dat hij, die het niet bereikt, met groote jaloezie zal vervuld zijn tegen den geluk kige, die het wel verkreeg. Daar is veel van aan, rnaar hierbij moet niet vergeten worden, dat de gemeentebesturen, die bij het toekennen vair vergoedingen in do groot ste verleiding waren een oogje toe te doen, thans juist, om geen onrust in hunne ge meente te verwekken, alle aanleiding krij gen hunne adviezen op een goudschaaltje te wegen. Het amendement werd echter verworpen met 63 tegen 20 stemmen. Onder do voor stemmers vonden wij van Rechts de Imeren Fruijtier, Beckers, .Van Idsiriga, De Ram, Janssen en Arts. Onder de tegenstemmers van Links waren de sociaal-democraten en de heeren Van Foreest, Eland, 'Jannink, Vorsterman van Oyen, Van Doorn, Patijn, Tydeman, Lieftinck, Rink en Jansen. Een tamelijk lange discussie is er weer ontstaan over de vraag of onze Indische jongelui zullen vrijgesteld worden. Is er verleden week door het met slechts twee stemmen meerderheid aangenomen amende- meut-Kaniebeek bepaald, dat zij wèl i n- geschreven moeten worden, thans was dc Commissie van Rapporteurs gekomen in haar geheel met een amendement ,0111 vrijstelling te verleenen aan hem, „die zijn woonplaats in ,de koloniën of bezittingen des Rijks in andore werelddeclen gevestigd heeft, of van wien op redelijke gronden te venvachten is, dat hij zijn woonplaats aldaar zal vestigen". Niettegenstaande be strijding door de Regeering, werd dit amen dement met 46 'tegen 37 stemmen aango. nomen; het was heeleniaal geen partijstem ming; onder de voorstemmers waren er 27 van Rechts en 19 van Links; onder de tegenstemmers 27 van Rechts en 10 van Links. Ons verheugt deze uitslag; wij kun nen slechts herhalen, dat wij het zeer ge vaarlijk vinden, iets te doen, waardoor de opleiding vail onze Indische jongelui in het Moederland zou worden bemoeilijkt. Het amendement-Karnebeek maakt nu, dat de Regeering het in de hand houdt, zoons van Nederlanders in Indië, die geen plan hebben naar onze koloniën te gaan, wel in to lijven. Eon groot succes is voor den heer Eland geweest de aanneming van zijn amende ment, dat in het vervolg niet meer, zooals thans, van een oneven aantal broeders de grootste helft, maar de kleinste helft dienstplichtig zal zijn. Men heeft in 1901, toen do vrijstelling van de eenige zoons verviel, aldus geredeneerdEen is meer dan de helft van het oneven aantal één, dus bohooren van elk. oneven aantal ook de groolsto helft tot dienen te worden verplicht. Doch, zooals de voorsteller van hot amendement zeer terecht betoogde, men verloor daarbij uit het oog, dat één der redenen, die geleid hadden tot het voorstel om de vrijstelling van do eenige zoons te laten vervallen, hierin bestond, dat het hoofdbeginsel van het wetsontwerp berustte op het denkbeeld om den last. van den dienstplicht over zooveel mogelijk gezin non to verdoelen. Wat juist, niet bereikt wordt als men do grootste helft der zoons neemt. Do Minister heeft zeker veel bijge dragen lot aanneming van het amendement door het niet onsympathiek te noemen. Als hij het niet overnam, was tiet omdat hij niet zeker was. dat. hij bij aanneming daarvan zou kunnen komen aan het door hom begeerde contingent van 23.000 man, en hij dus do verantwoording aan de Ka mer wilde laten. Doze nam het aan met 69 legen 10 stemmen. Dezelfde vrees is den Minister steeds bijgebleven. Zoo zijn onder zijn verzet alle amendementen, die beoogden het begrip „kostwinner" grootere uitbreiding te geven verworpen. De heer Van AVassenaer Cat- wijck, ilio een amendement had ingediend om geen vrijstelling te geven aan den kost winner-echtgenoot,- m. a. w. aan don ge huwden milicien, daar zulks ecu pre mie op do onberaden huwelijken zou we zen, trok dit amendement in, toen Minister Heemskerk hem er terecht op wees, dat maatregelen tegen dergelijke huwelijken, als ze tenminste genomen moeten worden, niet in de Militiewet, maar in het Burgerlijk Wetboek thuisbehooren. Do reeds genoemde vrefcs deed den Mi nister zich ook verzetten tegen ecu poging van den heer Thomson om de minimum lengte die als eiscli in gesteld van 1.55, op 1.57 te brengen, liet w:w oorspronkelijk een amendement-Eland, maar deze had het ingetrokken, toen de .Minister verklaarde, dat hij hij aanneming daarvan zijn volle contingent niet kon krijgen. Het debat daar over tusschcn den lieer Thomson, en den Minister bleef niet vrij van zekere vinnig heid, toen de eerste zicli beriep op een artikel van generaal Quanjer, chef van den Geneeskundigen dienst, waarin deze ook op verhooging van de minimum-lengte had aangedrongen, en de Minister de mededee- ling deed; dat deze generaal aan hem latei- een rapport had uitgebracht, waarin hij op deze zijn eerste nieenhig terugkwam. Wij zullen hier niets andere van zeggen, dan dat deze omniedraai van den Gene raal een fortuintje voor den Minister was. De Kamer stelde den .Minister met 48 te gen 10 stemmen in het gelijk. Waar de vier-maanders worden afge schaft en de Minister zich dus te dezen opzichte weer van het volkslegere* verwij dert, heeft hij toch een concessie aan de nieuwe richting gedaan, door eb- vooiye- deïenden 6 maanden injdaats van 8' -j maand in dienst te houden. De heer Duij- inaer van Twist, die vroeger al zijn liefde aan de viermaanders had verpand, traditie, ministerieel door dik-eu-dun, te betoogen, dat hiermee niets is veranderd, waarvoor hij natuurlijk door den heer Thomson duch tig onder handen werd genomen, en waatbij de heer Duijs hem ironisch gelijk gal, hem toeroepende: Ja, 4 6. Maar de Minis ter bevredigt met die zesmaanders niemand, noch de mannen van deu langen oefenings- tijd, ais van Vlijmen en Tydeman, die liet helst voor ieder 12 maanden oefening wil len, zooals trouwens de Commissie van Deiensie luid voorgesteld, noch de man nen van hel volksleger, als Thomson eu Marchanl. Jlaar* daar de Kamei in de be handeling van dit zeur gewichtig viaag-tuk, dat bij art. 67 is geregeld, ts blijven sic ken, en het een uitvoerige vei melding ulb s- z.ins veulien^ zullen wij daaimee ons 1 gered overzicht beginnen. De behandeling der wei is ai gaande lot z.oo'n omvang geraakt, d.ti ook de volgende week nog noodig zal zijn om klaar te komen, als men al klaar komt. Dat clc behandeling van de begrooting daarbij ernstig in tiet ge drang zat komen, is duidelijk, uL men be denkt, dat men et* nu 1-1 dagen minder voor zal hebben dan verleden jaar, toen men amper vóór Kerstmis is gereed gekomen. Wie zich om dat alle.- niet bekommert is de lieer Ter Laan- Zij tie bekende breed-prn- kigiieid, viert thans hoogtij als nooit te vo ren bij Leder artikel heelt hij schier een amendement, vvaaiovet* trij ellenlange rede voeringen houdt, en als hij gven amende ment hoeft, houdt hij eeno ili.-scrtaiie zonder nul over het artikel /.elf. Hij brengt de Ka mer bit wanhoop, wal één Inner leden, naar wij vernamen, de volgende „Weeklacht'' in dc pen gaf Als ouverture van de Kamer Dia na liet vallen van den hamer Wunlt permanent liet Woord gehoord Mijnheer ter Daan heeft thans het woord. in onverslumihre lengro/.inuon Waarn-aii geen einde noch beginnen Blijft K. ter Lnnn steeds onverhoord Van uur tot uur al maar aan 't woont, Xauw heeft men erwtensoep gegeten Eu 't domloikl mondzeer wat volgoten. t)f -- 't wordt nu waarlijk ongehoord lieer Ka ter Laan heeft weer het woord, Aan alles komt ten slotte een slot, Bij Ka ter Laan vangt ieder bot, En alles heeft oen slotaoeoord Maar K, ter ly.uut blijft steeds aan 't woord. Daar is geen woord te voel in gezegd, maar do lieer Ter Laan zal door dit spot dicht niet bekeerd worden; daarvoor is hij te veel overtuigd, dat het vaderland ern stig selindo zou lijden, ais liet ook maar één der gulden woorden zijns mmvls zou moeten missen. Dok circuleerde van do

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 5