64"* Jaargang.
Zondag 5 November 1911
No. 1cj757
Tweede Blad.
Uit de Tweede Kamer.
SCHIIEOAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt d a g o 1 ij k s, met uitzondering van Zon- on Feestdagen.
Prijs por kwartaal: Voor Schiedam en 'Vlaardinoen f! 125 franco
por post 11.1.65.
Prijs por weck: Voor Schiedam cn Vlaardingon 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
AdvcrLcnliën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags róór een
uur aan het Bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fi.0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cent per rog el. Orooto letters naar do plaats die zi»
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordoelige voorwaarden. Tarievni
hiervan zijn gratis aan hot Bureau te bekomen.
ïn de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 c»nts per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
Ni ir.nnmr .1—i»'—ynBTmmnnc—in—
Wie Cl* tegen opkomt, dat de geestelijk
heid ten onzent van den krijgsdienst is
vrijgesteld, staat theoretisch zeker
sterk. Daar is do gelijkheid voor de wet
van allo burgers; daar is de overweging,
dat de kerk geen bepalingen kan maken,
die den Staat zullen binden; daar is het
feit, dat er landen zijn, waarin, do geeste
lijkheid evengoed dienstplichtig is als welk
ander deel der burgerij; daar is nog ster
ker: soms is van de zijde van do kerk
zelve aangedrongen op gelijkstelling ten
deze van haar dienaren met alle andere
leden der gemeenschap. En toch - en
toch doet hot ons groot genoegen, dat het
amendement der sociaal-democraten, om de
bestaande vrijstelling voor de geestelijkheid
te laten vervallen, mol zoo groole meerder
heid is verworpen; het haalde slechts 14
van de 81 stemmen. Die van de sociaal
democraten, waarbij zich voegden do Unie-
liberalen Smeenge, Eicftinek, Roessingb,
Jannink on De Jongh, do vrijzinnig-demo
craat Smidt en de vrij-liberaal Foreest.
Dat dus ook de Linkerzijde in zoo grooten
getale zich heeft uitgesproken voor behoud
van wat men zou""kimnoii noemen: het his
torisch verkregen recht der geestelijkheid
verblijdt 011s; hot is toch een bewijs, dat
men ook daar begrepen heeft, dat aan
randing van dat recht grooto verbittering
zou wékken hij een belangrijk deel der na-
tic, een verbittering, die noch het leger,
noch de maatschappij ton goede zou zijn
gekomen.
Daar kwam meer bij. Bij de behandeling
van de Mililiewct-Eland in 1901 was er
bij de katholieken groot verzot tegen de
invoering van don persoonlijken dienst
plicht. Ku dat nu wel niet zoozeer om
liet instituut zelf, maar uit de overweging,
dat de persoonlijke dienstplicht op
den duur tot logisch gevolg heeft den al
gemeen en dienstplicht, die zich dan
ook tot do geestelijkheid zou kunnen uit
strekken. Toon is dan ook aan de katho
linken feitelijk do belofte gegeven, dat aan
de vrijstelling der geestelijkheid niet zou
worden getornd. Eu nu weten wij wel, dat
dergelijke toezeggingen opvolgende regee
ringen niet binden; men kan zelfs zeg
gen, dat die belofte niet meer van kracht
behoeft te zijn, waar de katholieken in 1901
desniettegenstaande toch allen op den
grooten Schaapman na tegen de invoe
ring van den persoonlijken dienstplicht heb
ben gestemdliet blijft tueh even goed waar,
dat, wie het leger liefheeft en daarin ge
leidelijk wil komen tot een volksleger,
d. w. z. een leger, dat do ingenomenheid
heeft dor natie, wol zal doen, af te blijven
van liet historisch verkregen recht der gees
lelijkheid. Amendementen als die van de
sociaal democraten zijn weinig geschikt om
den katholieken luin vrees te ontnemen, dal
legcrhorming in democratisch en zin niet
zou gelijkstaan mot aanranding in hun
oogen namelijk van hot heiligdom hun
nor kerk, en daarom dunkt het ons van go
wicht, dat niet minder dau 15 van dc 29
aanwezige leden van Links hebben mee
gewerkt 0111 hun katholieke medeburgers
111 deze gerust te stelten.
Wij sproken hier telkens mot bijzondoren
nadruk van dc k rit li 0 li ok 011, en dat
niet zonder reden. Wij, protestanten, staan
toch heel wat anders tegenover dit vraag
stuk dan zij. Do katholieke geestelijke toch
is priester, dat is de predikant niet.
De predikant is een burger als ieder an
der, levende in de maatschappij, en die
precies dezelfde achting blijft genieten als
hij vandaag of morgen hot. predikambt ver
wisselt voor een anderen werkkring; zelfs
al legt hij daarbij openlijk de verklaring
af, dat dit geschiedt, omdat zijn geloofs
overtuiging zóó zwak is geworden, dat het
fundament hem ontzonk om langer in den
wijngaard des Het'ren werkzaam te zijn.
Hoe anders is hel echter niet den katho
lieken geestelijke. Reeds als knaap wordt
bij eigenlijk onllrokken aan hef. gewone le
ven, om opgevoed te worden met hen, en
Uitsluitend met hen, die zich aan den dienst
der Moederkerk zullen wijden. Mol de pries-
leygelofte, die voor hem insluit den vrij-
willigcn afstand van echtgenoot- cn vader
schap, treedt hij feitelijk builen tie gemeen
schap, 0111 plants te nomen als soldaat on
der de vaan van het kruis, wier roepstem
hij onvoorwaardelijk heeft te volgen;
ongehoorzaamheid daaraan is de zwaarste
misdaad, waaraan hij zich schuldig zou
kunnen maken, en niets is dan ook in ka
tholieke oogen een rampzaliger en schul
diger wezen dan een „afgeratlonf priester".
e kunnen ons dan ook best begrijpen, dat,
toen de heer Nolens het sociaal-democrati
sche amendement bestreed, hij verklaarde,
dal afschaffing van de vrijstelling der gees
telijkheid niet kon geschieden zonder de
nequitas, d. i. de billijkheid te na. te ko
men. Do katholieke kerk verbiedt nu een
maal aan haar geestelijkheid de wapens te
dragen; het zou gerechten wrevel wekken
hij de twee millioen katholieken in ons va
derland, als de Staat door zijn wetgeving
het die kerk onmogelijk maakte, haai* ver
bod te handhaven.
Zooals wij in ons vorig overzicht reeds
met een enkel woord gemeld hebben, was
do verdediging van het sociaal-democraf
tisch amendement, opgedragen aan den
lieer Duijs. Dat de afgevaardigde voor
Zaandam z.ioh wel met deze taak heeft
willen belasten, pleit zeker voor zijn moed,
om niet te zeggen politieke doodsverach
ting. Dit amendement heeft toch iets bij
zonder uittarteads voor de derivaten, en
de heer Duys heeft zijn zetel aan diezelfde
cleriealon te danken, die hem in 1909
stomden en aanbevolen, toen hij in lier-
stemming kwam met den bezadigdere Unie-
liberaal van Tienen, lid van Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland. En do hoer
Duys is er zeker niet minder om, dal hij
met deze omstandigheid niet de minste
rekening houdt. Waar zoo dikwijls in de
Kamer staaltjes worden gezien van een
houding door politieke berekening bepaald,
mag men de volkomen vrijdom daarvan ze
ker op het credit schrijven van „den
lastigste der Kamerleden". Zijn optreden is
daardoor bijzonder frisch.
De lieer Duys hoeft zich veel werk
voor de zaak gegeven. Ilij begon met bij
voorbaat to protcslcorcn tegen do uitleg
ging die in clo clericale pers wel van het
soeiaal-dejiiocratiselie amendement zou
worden gegeven, als zou liet zijn een
„aanval op den godsdienst", bi legended
de sociaal-democratie was bereid met de
gemoedsbezwaren van de natie te rekenen,
maar het was Zaaudams afgevaardigde
niet gelukt onder alles wat hij omtrent
deze materie had gelezen en. nagevorsfiht,
zelfs bij den meest hartsloehtolijken voor
stander van hot behuild der vrijstelling
voor geestelijken ook maar één argument
te vinden, dat naar een gemoedsbezwaar
riekte. Dit alles weid tot grooten schrik
van den voorzitter, ilie te draaien zat van
ongeduld op zijn stool, bij iedere uitdijing
der debatten, uitvoerig toegelicht mot de
citaten uil. de politieke programma's der
clericalen in binnen- en buitenland. Ver
der werd met aanhalingen uit Ru ijs en
anderen bewezen, dal de kerk ook is 011-
denlanc van den Staat, en dus geen recht
heeft wetten voor haar geestelijkheid te
handhaven, als deze komen in te drui-
sehen tegen dc wetten van den Staat. En
toen tot meer empirische argumenten
overgaande, bestreed de heer Duys de mee-
uilig, dat dc kazerne demoraliseerend op
de aanslaande geestelijkheid zou werken:
iintegendeel, daar zou liet kaf van het ko
ren worden gescheiden, daar zullen de
zwakkelingen bezwijken cn de kerk zal al
leen de sterken van geest behouden. Voor
dc protestantsdie geestelijkheid was vol
gens dozen spreker liet kazerneleven licc-
le.niaal geen bezwaar, aangezien de theo
logische studenten vóór ze de academie
verlaten, de gewoonte hebben „de blom
metjes nog eens goed buiten te zetten".
Waarom, vroeg do lieer Duys, wordt de
geestelijkheid wel vrijgesteld, en wij, so
ciaal-democraten niet, die even groot be
zwaar togen den dienst hebben? Hij liep
een vermaning van den voorzitter op, toen
hij aan da Rocliterzijde dc vraag stelde
of het niet over alles heen was, dat in
anti-revolutionaire blaadjes gefemeld wordt
over vaderlandsliefde door de predikan
ten van der Voort van Zijp cn van Lum
mel, die zeiven vrijgesteld zijn van den
dienst, en hij noenulo die vrijstelling zcl-
vo ten slotte dubbel hatelijk, omdat daar
door anderen moeten invallen.
Maar, zooals wij roods zeiden, de lieer
Duys kreeg weinig hulp. De hoeren Eland,
do Visser en Thomson bestreden naast den
heer Nolens liet amendement, waarhij deze
sprekers weinig op de zaak zelve ingin
gen, maar zich in hoofdzaak beriepen op
do hol ofte va,n do ministcrstafel in 1901
gegeven. En hot wil ons dan ook voorko
men, dat do heer Duys hierin juist zijn
groole fout boring, dat hij hoelcmaal geen
oog had voor de voorhistorie van deze
materie. Stonden wij toch voor een zaak
die geiheol nieuw is, dan zou men de
philosopliische cn staatsrechtelijke beschou
wingen van dezen afgevaardigde voor
Zaandam op haar plaats kunnen achten.
Maar dat is nu eenmaal niet zoo; al
heeft de heer Duys ook honderdmaal in
theorie gelijk. Welke erkenning ons alleen
kan leiden tot deze conclusie, (lat, als er
altijd in onze wetgeving gestaan had, dat
de geestelijkheid aan den krijgsdienst moet
deelnemen, men natuurlijk verkeerd zou
gedaan hebben, als men daarop thans
ware 'teruggekomen.
De eenige, die den heer Duys steun
kwam verlcen.cn was de grijze Lieftinck.
In een van die ïrissche speechjes, waar
van hij nog altijd liet geheim bezit, kwam
hij verklaren, waarom hij vóór het amende
ment zou stemmen. Hij erkende toch al
leen gemoedsbezwaren, die opkomen ui;t
het individu zclveu, niet die, welke door
oen geestelijke of wereldlijke overheid wor
den opgelegd. M. a. w., de heer Lief thick
zou nog wel te vinden zijn voor vrijstel-,
Fung van de.11 geestelijke, vvjetis bezwaren
legen den dienst opwellen uit eigen con
sciëntie, maar niet denzulke, die onkel be
zwaar daartegen lieeft, omdat |zijn kerk het
hem verbiedt. En deze oud-predikant ver
klaarde tevens, dat het verblijf in de ka
zerne onze aanstaande geestelijkheid de
voor haai' zoo onmisbare, kennis zou geven
van alle rangen en standen der maat
schappij, een kennis, die er toe zou leiden,
dat er niet moor zoo vervelend over de
hoofden werd heengepreekt.
Maar ook deze steun mocht -den heer
Duys weinig haten. Zooals wij reeds zei
den, werd de vrijstelling der geestelijkheid
mot groofe meerderheid gehandhaafd.
Naast do discussie over de vrijstelling
der geestelijkheid was wel liet gewichtigste
in dc iifgeloopen week wij kunnen toch
uit den aard der zauk onmogelijk alio pun
ten behandelen, maar moeten daaruit eene
koiin doen de discussie over de vrijstel
ling der kostwinner.-,. Art. 21 5o. geeft ook
ais reden van vrijstelling op liet „kostwinner
schap". Ook dit is een onderwerp, waarbij
men niet genoeg aan Mephisto's les kan
herinneren: Grau, liebcr Fremiti, ist alle
ilmorie, uinl grün des Lebonsgoldncr Baum.'*'
In thoerie toch moet armoede, die door het
dienen van een persoon voor anderen het ge
volg kan wezen, geen reden zijn om dezen
van den dienst vrij te stellen. En in overeen
stemming met deze gezonde stelling heeft dc
wei over 1901 gezegd: De Slaat zal het die
nen vim den kostwinner mogelijk maken,
door gedurende zijn diensttijd vergoeding te
geven aun hen,* die in dat tijdperk den steun
vut; dien „vinnebrood" moeten missen.
Een mooi beginsel, maar wat is er in de
uitwerking van geworden? Latere wij het
maar ronduit zegeen Een op reusachtige
schaal riemen snijden van andemian's leer.
De Slaat betaalt, en is lui de duizenden en
nog eens duizenden aanvragen in de volsla
gen onmogelijkheid de al- of 11 iet-gerechtig-
lieid daarvan te controlreren. Do Slaat moet
dus afgaan op de adviezen van den Militie
raad, die al wederom moeien afgaan op de
adviezen der burgemeesters, en die blijken
over het algemeen in deze zaak zeer goeder-
tierende meiiscln'ii geweest te zijn. Waarom
zouden ze toeli ook al te streng wezen in
dezen, waar liet toch wat waant is bij de
burgerij te bix'k te liaan voor zoo'n besten
braven tmrgeineesier, die veel hart hooft voor
den minderen num. wat te meer klemt om
dat die goedheid den gemeenten niets kost,
de Staat betaalt immers. Eu 7.00 is liet be
drag, dat in den jare 1910 aan vrijstellin
gen wordt uitbetaald, mils geklommen tot
oen millioen. Waarlijk, men kan het den Mi
nister niet euvel duiden, dat hij, wüiu' hij
geene mogelijkheid zag tot eene goede con
trole to geraken, over de gerechtheid der aan
vragen, de knoop maar heeft doorgehakt, en
de kostwinners maar vrij.sto.lt.
Wal natuurlijk niet wegneemt, dat het in
theorie uiisolunt verkeerd is de economisch
z.vvn kk en uit liet leger te weren. E11 de hoe
ren Yeiliey en Thomson, die eon amende-
ment luidden ingediend, strekkende om den
togenvvoordigen toestand in deze te handha
ven, hadden zeker de mooie mi op zich ge.
nomen, liet is volkomen waar wat. de heer
Vcrhov reide, dat hot door de Rogeering
thans ingestelde instituut schadelijk is voor
onzo volkskracht, voor het gevoel van saam-
hoorighcid der Nederlandsclie natie, cn dat
deze Rogeering niet het minste oog had
voor den ethischere kant van het vraagstuk,
maar wel voor den i'inancieelcn. Men zou
echter daartegenover kunnen vragen of dc
groote jacht op een onrechtmatig vooideeltjo
uit de schatkist een volk niet evenzeer de
moraliseert? Meer voelen wij dan ook voor
het bezwaar van don heer Vovhey, dat de
jacht naar vergoeding thans plaats zal ma
ken voor nog veel bedenkelijker jacht, n.l.
om als kostwinner aangemerkt te worden;
dat hij, die het niet bereikt, met groote
jaloezie zal vervuld zijn tegen den geluk
kige, die het wel verkreeg. Daar is veel
van aan, rnaar hierbij moet niet vergeten
worden, dat de gemeentebesturen, die bij
het toekennen vair vergoedingen in do groot
ste verleiding waren een oogje toe te doen,
thans juist, om geen onrust in hunne ge
meente te verwekken, alle aanleiding krij
gen hunne adviezen op een goudschaaltje te
wegen.
Het amendement werd echter verworpen
met 63 tegen 20 stemmen. Onder do voor
stemmers vonden wij van Rechts de Imeren
Fruijtier, Beckers, .Van Idsiriga, De Ram,
Janssen en Arts. Onder de tegenstemmers
van Links waren de sociaal-democraten en
de heeren Van Foreest, Eland, 'Jannink,
Vorsterman van Oyen, Van Doorn, Patijn,
Tydeman, Lieftinck, Rink en Jansen.
Een tamelijk lange discussie is er weer
ontstaan over de vraag of onze Indische
jongelui zullen vrijgesteld worden. Is er
verleden week door het met slechts twee
stemmen meerderheid aangenomen amende-
meut-Kaniebeek bepaald, dat zij wèl i n-
geschreven moeten worden, thans was
dc Commissie van Rapporteurs gekomen
in haar geheel met een amendement ,0111
vrijstelling te verleenen aan hem, „die zijn
woonplaats in ,de koloniën of bezittingen
des Rijks in andore werelddeclen gevestigd
heeft, of van wien op redelijke gronden
te venvachten is, dat hij zijn woonplaats
aldaar zal vestigen". Niettegenstaande be
strijding door de Regeering, werd dit amen
dement met 46 'tegen 37 stemmen aango.
nomen; het was heeleniaal geen partijstem
ming; onder de voorstemmers waren er 27
van Rechts en 19 van Links; onder de
tegenstemmers 27 van Rechts en 10 van
Links. Ons verheugt deze uitslag; wij kun
nen slechts herhalen, dat wij het zeer ge
vaarlijk vinden, iets te doen, waardoor de
opleiding vail onze Indische jongelui in
het Moederland zou worden bemoeilijkt.
Het amendement-Karnebeek maakt nu, dat
de Regeering het in de hand houdt, zoons
van Nederlanders in Indië, die geen plan
hebben naar onze koloniën te gaan, wel
in to lijven.
Eon groot succes is voor den heer Eland
geweest de aanneming van zijn amende
ment, dat in het vervolg niet meer, zooals
thans, van een oneven aantal broeders de
grootste helft, maar de kleinste
helft dienstplichtig zal zijn. Men heeft in
1901, toen do vrijstelling van de eenige
zoons verviel, aldus geredeneerdEen is
meer dan de helft van het oneven aantal
één, dus bohooren van elk. oneven aantal
ook de groolsto helft tot dienen te worden
verplicht. Doch, zooals de voorsteller van
hot amendement zeer terecht betoogde, men
verloor daarbij uit het oog, dat één der
redenen, die geleid hadden tot het voorstel
om de vrijstelling van do eenige zoons te
laten vervallen, hierin bestond, dat het
hoofdbeginsel van het wetsontwerp berustte
op het denkbeeld om den last. van den
dienstplicht over zooveel mogelijk gezin
non to verdoelen. Wat juist, niet bereikt
wordt als men do grootste helft der zoons
neemt. Do Minister heeft zeker veel bijge
dragen lot aanneming van het amendement
door het niet onsympathiek te noemen.
Als hij het niet overnam, was tiet omdat
hij niet zeker was. dat. hij bij aanneming
daarvan zou kunnen komen aan het door
hom begeerde contingent van 23.000 man,
en hij dus do verantwoording aan de Ka
mer wilde laten. Doze nam het aan met
69 legen 10 stemmen.
Dezelfde vrees is den Minister steeds
bijgebleven. Zoo zijn onder zijn verzet alle
amendementen, die beoogden het begrip
„kostwinner" grootere uitbreiding te geven
verworpen. De heer Van AVassenaer Cat-
wijck, ilio een amendement had ingediend
om geen vrijstelling te geven aan den kost
winner-echtgenoot,- m. a. w. aan don ge
huwden milicien, daar zulks ecu pre
mie op do onberaden huwelijken zou we
zen, trok dit amendement in, toen Minister
Heemskerk hem er terecht op wees, dat
maatregelen tegen dergelijke huwelijken, als
ze tenminste genomen moeten worden, niet
in de Militiewet, maar in het Burgerlijk
Wetboek thuisbehooren.
Do reeds genoemde vrefcs deed den Mi
nister zich ook verzetten tegen ecu poging
van den heer Thomson om de minimum
lengte die als eiscli in gesteld van 1.55, op
1.57 te brengen, liet w:w oorspronkelijk
een amendement-Eland, maar deze had het
ingetrokken, toen de .Minister verklaarde,
dat hij hij aanneming daarvan zijn volle
contingent niet kon krijgen. Het debat daar
over tusschcn den lieer Thomson, en den
Minister bleef niet vrij van zekere vinnig
heid, toen de eerste zicli beriep op een
artikel van generaal Quanjer, chef van den
Geneeskundigen dienst, waarin deze ook op
verhooging van de minimum-lengte had
aangedrongen, en de Minister de mededee-
ling deed; dat deze generaal aan hem latei-
een rapport had uitgebracht, waarin hij
op deze zijn eerste nieenhig terugkwam.
Wij zullen hier niets andere van zeggen,
dan dat deze omniedraai van den Gene
raal een fortuintje voor den Minister was.
De Kamer stelde den .Minister met 48 te
gen 10 stemmen in het gelijk.
Waar de vier-maanders worden afge
schaft en de Minister zich dus te dezen
opzichte weer van het volkslegere* verwij
dert, heeft hij toch een concessie aan de
nieuwe richting gedaan, door eb- vooiye-
deïenden 6 maanden injdaats van 8' -j
maand in dienst te houden. De heer Duij-
inaer van Twist, die vroeger al zijn liefde
aan de viermaanders had verpand, traditie,
ministerieel door dik-eu-dun, te betoogen,
dat hiermee niets is veranderd, waarvoor
hij natuurlijk door den heer Thomson duch
tig onder handen werd genomen, en waatbij
de heer Duijs hem ironisch gelijk gal, hem
toeroepende: Ja, 4 6. Maar de Minis
ter bevredigt met die zesmaanders niemand,
noch de mannen van deu langen oefenings-
tijd, ais van Vlijmen en Tydeman, die liet
helst voor ieder 12 maanden oefening wil
len, zooals trouwens de Commissie van
Deiensie luid voorgesteld, noch de man
nen van hel volksleger, als Thomson eu
Marchanl. Jlaar* daar de Kamei in de be
handeling van dit zeur gewichtig viaag-tuk,
dat bij art. 67 is geregeld, ts blijven sic
ken, en het een uitvoerige vei melding ulb s-
z.ins veulien^ zullen wij daaimee ons 1
gered overzicht beginnen.
De behandeling der wei is ai gaande lot
z.oo'n omvang geraakt, d.ti ook de volgende
week nog noodig zal zijn om klaar te komen,
als men al klaar komt. Dat clc behandeling
van de begrooting daarbij ernstig in tiet ge
drang zat komen, is duidelijk, uL men be
denkt, dat men et* nu 1-1 dagen minder voor
zal hebben dan verleden jaar, toen men
amper vóór Kerstmis is gereed gekomen.
Wie zich om dat alle.- niet bekommert is de
lieer Ter Laan- Zij tie bekende breed-prn-
kigiieid, viert thans hoogtij als nooit te vo
ren bij Leder artikel heelt hij schier een
amendement, vvaaiovet* trij ellenlange rede
voeringen houdt, en als hij gven amende
ment hoeft, houdt hij eeno ili.-scrtaiie zonder
nul over het artikel /.elf. Hij brengt de Ka
mer bit wanhoop, wal één Inner leden, naar
wij vernamen, de volgende „Weeklacht''
in dc pen gaf
Als ouverture van de Kamer
Dia na liet vallen van den hamer
Wunlt permanent liet Woord gehoord
Mijnheer ter Daan heeft thans het woord.
in onverslumihre lengro/.inuon
Waarn-aii geen einde noch beginnen
Blijft K. ter Lnnn steeds onverhoord
Van uur tot uur al maar aan 't woont,
Xauw heeft men erwtensoep gegeten
Eu 't domloikl mondzeer wat volgoten.
t)f -- 't wordt nu waarlijk ongehoord
lieer Ka ter Laan heeft weer het woord,
Aan alles komt ten slotte een slot,
Bij Ka ter Laan vangt ieder bot,
En alles heeft oen slotaoeoord
Maar K, ter ly.uut blijft steeds aan 't woord.
Daar is geen woord te voel in gezegd,
maar do lieer Ter Laan zal door dit spot
dicht niet bekeerd worden; daarvoor is hij
te veel overtuigd, dat het vaderland ern
stig selindo zou lijden, ais liet ook maar
één der gulden woorden zijns mmvls zou
moeten missen. Dok circuleerde van do