64"* Jaargang.
Dit inner bestaat uit DRIE Mei.
Eerste Blad.
MYCRQFT'S GELUK.
Zondag 12 November 1911
13763
Kennisgeving.
Kennisgeving:.
(fS
BUITENLAND.
DE ITALIAANSCH-TURKSCIIE
OORLOG.
SCHSEDIMSGIE COUR
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl, 1.25 franco
per post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten das middags vóór een
uur aan het Bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Prijs der Advertentiën: Van 1-
:tr el.
15 cents. Reclames 30 cent per reg
innemen.
Ad verten tiën bij abonnement op voordeelige
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
-6 rogels fl. 0.92; iedere regel meer
Groote letters naar de plaats die zij
voorwaarden. Tarieven
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
Oproeping onder de wapenen van een verlof
ganger der Militie.
De Burgemeester van Schiedam
roept hij deze op den milicien-verlofganger
JOHANNES STAAL, a a
loteling der gemeente Vlaardingen van de
lichting 1910, behoorende tot het Re
giment Grenadiers en Jagers",
om op grond van art. 124 der Militiowet
1901, wegens het niet-naleven van het be
paalde hij art. 120 dier wet, op 4 De
cember 1911 voor den tijd van veertien
dagen in werkelijken dienst te komen.
Genoemde verlofganger moet mitsdien op
dien dag, des namiddags vóór vier uur,
bij zijn korps te 's-Gravenhage tegen
woordig zijn, gekleed in uniform en voor
zien van al do voorwerpen van kleoding
en uitrusting door hem hij zijn vertrek met
groot verlof medegenomen, alsmede van
verlofpas en zakboekje.
Schiedam, den llden November 1911.
Da Burgemeester voornoemd
LAGERWEIJ, W. B.
Oproeping onder de wapenen van miliciens-
verlofgangers.
De Burgemeester van Schiedam,
voldoende aan do ontvangen aanschrij
ving, roept bij deze op de hieronder ge
noemde alhier gevestigde miliciens-verlof
gangers, die zijn aangewezen om op 1 De
comber 1911, krachtens art. 109 der Mi-
litiewet 1901, onder de wapenen to komen,
uiterlijk des namiddags ten 4 ure bij hunne
korpsen tegenwoordig te zijn, voorzien van
hun zakboekje en van al de voorwerpen
van klceding en uitrusting, hun bij vertrek
met verlof medegegeven, en wel:
Over de Vest, (Johannes Adrianus), lo
toling der gemeente Schiedam, lichting 1910
korps 3de reg. Infanterie, garnizoensplaats
Bergen-op-Zoom;
Winkelman, (Leendert), Schiedam, 1910,
Ge reg. Infanterie, Breda.
Dries, (Quirinus), Schiedam, 1911, Grc
nadiers en Jagers, 's-Gravenhage.
Heijningen, (Janus Marias van), Sehie
dam, 1911, 6e rog. Infanterie, Breda.
Kleinekoort, (Theodoras Bernard us Ata
ria), Schiedam, 1911, 3e rog. Infanterie,
Bergen-op-Zoom.
BOSSSKH*
Uit het jEngelsch naar
M. A. POLLENFEN.
3)
Harbord zwoeg en keek toon Mycroft
recht in do oogen.
„Wat bedoel je?" vroeg hij toon, of hij
niet begreep.
„Ik vroeg hoeveel er wezen moet om
do zorgen weg te blazen. Kom, kerel,
spreek rond uit stel vertrouwen in mij.
Kan ik niet boter helpen dan jo zuster
financieel bedoel ik."
„Ik begrijp heel goed wat je zoo drukt
mijn boste Harbord," vervolgde Mycroft.
„Het is dat je zuster voor jo in do bres
heeft moeten springen dat zij zich hoeft
moeten bezuinigen on harder heeft moeten
werken om jou. En wat jo wenschtc, wat
jo beproefd hebt maar wat jo niet is mo
gen gelukken, is, je zuster terug te geven
wat zij jo geschonken heeft Op dit punl
is het dat jo geweten jo zwaro verwijten
maakt. Wat is er nu tegen dat ik jc help
om mot jo geweten weer in hot roino te
komen? Niet waar? is de zaak niet zoo
als ik jo daar zeg?"' I
Ilarbord knikte.
„En ik liob hot beproefd," zei hij. „11
kon niet, hot mislukte, natuurlijk. Aanvan
kelijk heb ik geredeneerd: kom, ik neem
Moorman (Johannes), Schiedam, 1911,
6e reg. Infanterie, Breda.
Monlfoort (Etienne), Schiedam, 1911, 4e
reg. Infanterie, Delft.
Os, Wouter van), Schiedam, 1911, 6e
reg. Infanterie, Breda.
Sterenburg (Pieter), Borger, 1911, le reg.
Infanterie, Assen.
Vette, (Thomas Adrianus Johannes do),
Schiedam, 1911, 3e reg. Infanterie, Ber-
gen-op-Zoom.
Wever, (Adrianus Wilhelmus), Schiedam,
1911, 6e reg. Infanterie, Breda.
Woerkom, (Marius van), Schiedam, 1911.
6e reg. Infanterie, Breda.
Genoemde verlofgangers worden er op
gewezen, dat zij door deze openbare ken
nisgeving geacht worden met de voren
staande oproeping bekend te zijn, zoodat
later geene onwetendheid ten deze door
hen kan worden voorgewend.
Tot het ontvangen van daggeld en ver-
voerhowijs, voor zoover zij daarop recht
hebben, kupnen zij zich twee dagen vóór
hun vertrek met hun zakboekje vervoegen
aan het bureau Militie, Schoolstraat 12.
Schiedam, 11 November 1911,
De Burgemeester voornoemd
LAGERWEIJ, W. B.
Schiedam, 11 Nov. 1911.
Verschillende gevechten.
Donderdagavond hebben weer herhaalde
aanvallen plaats gehad op het door de
Italianen heroverde fort Iiamidie en Sjara
Sjat. Daarbij werd zoo wordt uit Tri
polis geseind het elfde regiment her-
saglieri in do flank aangevallen door een
groote menigte Aa:abieren, verscholen ach
ter palmen cn olijt'boomen. Het regiment
leed zware verliezen.
Verder moet het 84ste regiment infan
terie weer het fort Meari bezet hebben.
Nadere berichten melden, dat dien dau
over hot geliocle front om de stad Tri
polis gevechten plaats hadden, tengevolge
van do voortdurende aanvallen der Tin
ken, die zich echter telkens moesten terug
trekken. Zij leden zwaarder verliezen dan
de Italianen heel liet, maar cijfers kon
den blijkbaar nog niet worden gegeven.
Omtrent hol reeds vermelde gevecht op
den linkervleugel van dc Italianen hij Tri
polis in de eerste dagen van deze week,
heeft de „lJerl. Lokal Anz." gisteren bij
zonderheden ontvangen in een telegram
dat Woensdagmorgen reeds uit Tripolis
verzonden is.
Het bericht luidt: „Maandag te 5 cn le
9 uur 's avonds en Dinsdagmorgen te 1
en te 7 uur, doden de Turken hardnek
kige aanvallen op den Italiaanschen liu
kcrvleugel hij Sjara Sjat. liet word een
gevecht van man tegen man.
„Vijf Italiaansche oorlogsschepen en een
dit nu alles maar van Clara aan. Later,
als we er wat heter voorstaan, geef ik
het haar terug. Ik had zoo nooit moeten
rodonecren, want het is alles tevergeefs en
ik voel mij onmachtig haar .alles terug
to geven. En en wat erger is, of liever
wat er nu ook nog bij komt ze zijn
er achter gekomen aan de bank. Zij ver
trouwen mij niet, veronderstellen dat. hel
met mijn boekhouden] niet in orde is en
morgenvroeg zullen mijn hoeken worden
nagezien, ik zal het moeten verduren, denk
niet dat ik er voor aan den loop zal gaan.
Clara weet ex van dat ik inderdaad in den
laatsten tijd af en toe iels wegnam, na
tuuxtijk om hot er ook weer ia te doen.
Zij bood aan dat ik eonigo Consols, die
haar eigendom zijn, zou nomen en die al
vast aan zou bieden. Ik moot maar zien
jjat ik mij er uit red en dat zal ik ook
wel, ik bob daar goed vertrouwen op. Er
zijn al zoo tal van moeilijkheden, die wij
te boven zijn gekomenAmy zei, dat
zij rustig op mij zal wachten en dat zij
wat or ook gebeurt, nog steeds meer van
mij zal houden. Maar wat or als ik weg
gezonde n wordt, van Amy moot wor
den*-*|
Mycroft sprong op en begon, onrustig op
cn neer te gaan. Ilij kwam al dadelijk tol
do conclusie, dat hij zich vergist had toen
hij meende dat hij behoefte luid aan eon
heftige sensatie. Hot geval had hem hevig
aangegrepen, zoo zelfs, dat hij niet langer
kim wijven zitten, rustig de ellende van
torpedojager stolden zich in linie op eu
openden het vuur met het zware geschut
'Mi het snelvuurgeschut. Het geschut, dal
soms in tusschenpoozen van 2 seconden
bulderde, had niet de minste uitwerking.
,Uit de oase worden gewonden gehaald
en in booten naar de transportschepen
gebracht. De Italianen moesten terugtrok
ken."'
In Barka.
De Londensche „Standard" van gister
avond meldt, dat zich in de omstreken van
Pobroek thans 12.000 Arabieren bevinden.
De Turken en Arabieren zouden met gun
stig resultaat Dcrna hebben aangetast.
Het i n 1 ij v i n g s b e s 1 u i t.
Uit Konstantinopel wordt d.d. 10 Novem
ber geseind: Aan de Turksche gezanten
te Londen en Berlijn is door de Engeische
en Duitsche regeering verklaard, dat men
de inlijving van Tripolis door Italië niet
eerder zal erkennen, voordat Tripolis door
een beslist succes werkelijk veroverd is.
Een Reuter-telegram uit Konstantinopel
maakte gisteren gewag van het voornemen
van den Engelschen consul te Tripolis, on:
niet tegenwoordig tc zijn bij de plechtige
proclamatie van de annexatie van het vi
layet in de hoofdstad daarvan. Dit is blijk
baar een zeer vertraagd telegram, daar de
„Matin"-correspondent te Tripolis reeds d.d.
7 November een telegraphisch verslag zond
van die plechtigheid, welke dien middag
to vier uur had plaats gehad in den ko-
nak van den gouverneur, thans het „castello
del governator" geheeten.
Om half vier was de eerewacht met de
muziek aan het hoofd opgetrokken en had
zich op het plein geschaard vóór het ge
bouw. Weldra verschenen de Arabische
notabelen, ernstig cn zwijgend, en lieten
zich naar hun plaats geleiden. Daarop trad
generaal Caneva binnen, gevolgd door een
grooten staf, en las het koninklijk besluit
voor, waarbij Tripolis en Cyrenaika wer
den ingelijfd, waarna hij een toespraak hield
lot de inlandscho machthebbers, wien hij
aanried „do ooren te sluiten voor de in
omloop gebrachte geruchten; Italië wilde
de bevolking krachtdadig in bescherming
nomen en niet aan hun lot overlaten.'
De generaal verzekerde, dat Italië alles zal
doen om het welzijn in het land te bevor-
iloten eu vetklaarde met nadruk, dat de
godsdienst, de vrouwen en gewoonten van
liet volk zullen worden geëerbiedigd.
Een tolk vertaalde daarop het gesprokene.
Na afloop noodigde generaal Caneva de
inlandscho hoofden met ivn handbeweging
uil, in zijn salons iels te gebruiken. Hier
stond lliee en champagne geroed; de mu
ziek zette buiten het Italiaansche volks
lied in.
De Fransche, Engeische, Duitsche en
Oostenrijksche consuls, "die geen bevelen
van hun rcgceringeu hadden ontvangen,
waren afwezig.
De Italiaansche vloot.
In goedingelichte kringen te Weenen is
men van meening, dat de Italiaansche vloot
eerstdaags naar de Egeïschc Zee zal sloo
men, om het oorlogsterrein nit te breiden.
Mochten de belangen van de mogend heden
daardoor worden geraakt, en in hel bijzon
der Turksche havens, waar de Europeanen
wonen, worden geblokkeerd of gebcmihnr- j
deerd, dan zal waarschijnlijk een g -meen-
schappelijke actie van de mugiuidlie ten
plaats vinden.
Te Athene, zoo word! aan de „Vp-s,
Zoitung" geseind, acht men "t zeker, dut
de Italiaansche vloot, om Turkije te dwin
gen tot het sluiten van den vrede, binnen
enkele dagen voor Mytilene, Chios en Rho
des zal verschijnen, deze eilanden militair
bezetten en de inkomsten van de douanen
voor Italië zal heffen.
Bieden de Turken dan nog tegenstand,
dan zullen de Italianen dreigen met de
annexatie van een flier eilanden, en waar
schijnlijk Smyrna bezetten.
Van Mytilene komt het bericht, dat het
garnizoen van dit eiland op 1500 man is
gebracht, welk getal niet zal word ui over
schreden. Om het garnizoen te ondersten
non heeft men de Turksche bevolking mei
Martini-geweren bewapend en rijkelijk van
ammunitie voorzien. De Grioksche bevol
king en de Europeanen, die op het eiland
wonen, zijn met de bewapening van het
Turksche Janhagel minder ingenomen dan
zij het reeds waren met het garnizoen, dat
in allerhaast uit Au atol ié werd gezonden
cn half uit linie-, half uil reserve troepen
bestaat.
zijn vriend aan te liooren. Daarom ging hij
op en neer om een bcejte tot kalmte te
komen.
„Case arme kerel, wat iieb je gedaan.
En van ai die dingen wist ik niets! En je
hebt in je ellende er over gedacht om jc van
kant te maken: Hoeveel heb je uit de kas
van de bank weggenomen? Is het een groot
uedrag?"
„Negentig pond sterling negentig
pond
Negentig pondWat betcekende dat be
drag voor Mycroft. En voor dat geld zou
iemand in staat zijn zich van het leven tc
bei ooven. Voor zoo iets zou iirutnd het ergste
berooven. Voor zoo iets zou iemand het ergste
doen wat een mensch doen kanNegentig
pondals hij ooit dc hardheid van het leven
gevoeld, dan was het nu.
„Wat is ook maar weer de naam van jo
bank? Ik ben hem vergeten. Wie is je
chef?"
„Do Windleficklhank en credietinstelling
in de Lombard Streel. Er is een nieuwe
chef gekomen. Erstlak is zijn naam."
„De W i nel lef iel d bank? Wel, daar heb ik
wel van gehoord, men kan daar altijd op
zeer voordeelige condities gelil krijgen. Ei.
Erstlak, zoo? Augustine ErstlakDat is een
geluk voor je Case, oude jongen."
„Jc kent hem?"
„Zoor goed. En luister nu eens naar mijn
voorstel. Jij gaat nu naar huis, naar Amy
en je kleinen jongen en jo zus Clara en je
lui gaat gerust slapen of or geen wolkje
DUITSCHLAND.
De Rijksdag hcel't gi&tcien de besprekin
gen over de Fransch-Duitsche overeenkomst
voortgezet. De publieke tribune wa» weet
overvol, het Huis zelf echter had \eelcege
plaatsen cm in de holloge zocht men tever
geefs naar den kroonprins. Aan de Ixmds-
tafel zaten de ministers en de rijkskanseliers.
Do eerste spreker was de linden dm vrij
zinnige volkspartij, dr. WituntT. li ij besprak
rm oenige kritiek op de owueenkom.-t hel
aftreden van A'on Lindequtst.
„Ik zou wen-clien, zei hij. dal wij nog
meer ministers hadden, die den juist en tijd
welen, waarop zij beter doen heen te gaan."
Daarna besprak hij de immihvtmie \an den
kroonprins. Het ongewone -dlffliw-pel. dat
gisteren de erfgenaam van de kteon, dooi
zijn verschijnen en zijn houding, openlijk bij
do redevoeringen van Hertiing en Vou Hev-
debrand demonstreerde, moet ten zeeiste be
treurd worden, daar door zulke zaken het
werk van den vrede op het alimlaatsle
«ogenblik weder in gevaar gebracht woult
(instemming links, gelach rechte en in het
centrum).
Hierop verkreeg de afgevaardigde der
Rijkspartij, Sehultz, het wond, wien- onbe
langrijke redevoering de belang.-teding aan
zienlijk deed verminderen.
Om drie uur begon de rijkskanselier zijn
antwoord. Eerst richtte hij zich met geluk
kige argumenten tegen den nulioun,ij-libe
raal Bassernmnn. Het was een zakelijke be
ntin de lucht va-. Je kunt lang blijven sla
pen, want het is niet noodzakelijk voor jc
dat je morgenvroeg naar de City gaal. Ik
zal in jouw plaats miar do bank gaan en een
onderhoud hebben met mijn ouden vriend
Augustine. Nu, laten we dan niet langer
praten. 11; zal mijn knecht Blake hellen "en
die zal er zorg voor dragen dat er een taxi
voor je klaar staat. En jij rijdt dan naar je
huisje in Fulluim met een ongewone snel
heid. En als jc nu begint met" mij te dan
ken, dan smijt ik je er dadelijk uit. Goe
den avond, wel tc rusten. Heb geen vree.
voor morgen. Neen, noen ik wil geen
dank. Het is al erg genoog, dat je mij er
nu eerst 'van verteld hebt. Morgen kom ik te
1' ulham. Dun zal ik je alles vertellen wal
Erstlnk gezegd heeft cn hoe hij de /.aak heeft
opgenomen. Ziezoo nu geen prantjts
meer, Ha, daar is Blnke. Haat meneer uit
en zorg voor een taxi. Adieu
Mycroft draaide zich om. Hij b'cef al
leen in de eigenaardige stilte en plotselinge
eenzaamheid van zijn kamer. Langzaam ging
hij naar een tafeltje en stopte een lange pij;
met geurige tabak.
ITsj maakte het zich gemakkelijk op zijn
leunstoel, legde zijn voeten op een laag
bankje. Wol dra was hij geheel omhuld door
blauwe rookwolken.
De kleine klok met gouden wemelen op
den lioogcn schoorsteenmantel sloeg twee
uur.
„Ik ben benieuwd boo Clara er uit ziet?"
dacht Mycroft,
■uiijding, die telkens bijval uitlokte. Toen
kwam hel dramatische oogonblik. De rijks-
kaïi-eüer keerde zich tot de rechterzijde en
begon toon met .-tijgende heftigheid den lei
der der eon-ervatieven, Voti Heydebrand,
to* te -preken. Naarmate hij sprak, verhtef
hij zijn steun meer. Ten slotte schreeuwde
11Ij bijna door zijn hecschheid heen Aon
Hevilebrand zijn verontwaardiging in het
Lsziriil. De zaak van den Engelsehen gezant
te Wienon noemde hij na de verklaring van d
Eugel-che ïvgeering afgedaan, ook voor de
Rijk-dag, die een groote verantwoordelijk
heid heeft. Tegenover de officieele verklaring
van en vreemde mogendheid is twijfel van
de zijde der verantwoordelijke kringen bui
tengesloten.
Met cenigc stemverheffing voortgaande,
W'i de Rijkskanselier: „Yon Hellebrand
constateerde, dat wij in de rede, welke in
oveileg met het geheele Engeische ministerie
gehouden werd, woorden hebben vernomen,
welke men als een verootmoediging en een
uittmti n tot den oorlog van het Duitsche
volk k..n beschouwen. Ik moet zei hij, met
'en van ontroering bevende stem het ge-
hei en al aan Yon Heydebrand overlaten,
hoe hij deze smaad van de eigen ïvgeering
ten overman van de geheele wereld, met zijn
lievvuiiiL, om de regeering nier naar bene-
<kn te s'euren. en met zijn nationaal gewe-
t"ii in overeenstemming kan brengen."
(Atonimchtige toejuichingen links, aanhou-
d< rail* en groote opwinding.) De Rijkskan-
-< lier eindigde zijn rede met te zeggen, dut,
hit ter wille van utopi.-tbcho veroverings
plannen en van partijdoeleinden, de nationa
le hartstochten tot het kookpunt te willen
opvoeren, liet comproinittceren van de va-
derlmuls1 iefdo lieteekent. welke het meest
w vdev olie gevo°l van hot Duitsche volk is.
(Levendige bijval, applau- van de linker-
/ij ïi»,)
Iltt was duidelijk, dat naast den heer
\"nn Iloydehrund ook do kroonprins dit
standje in zijn zak kon steken. De beer
Van Ileytlehrand zat niet zijn gewone on-
'■"vvcgelijkc gezicht te luisteren, geen spier
van zijn gelaat vertrok. Na de redevoe
ring liepen alle conservatieven naar bui
ten. Het hcelte, dal zij in fractie ver
gaderden.
De kroonprins was, zooals gezegd, niet
aanwezig. Ui de keizer hem gisteren onder
handen genomen heeft na liet diner, waar
ook hij met. den heer Yon Betkmann-
llolhvcg aanzat'?
De debatten in don Rijksdag duurden
ondertussehen voort. Maar de woordvoer
ders spraken bijna uitsluitend voor stoe
len en banken. Om half zes eindelijk nam
de heer Vou Heydebrand het woord, kor!,
bondig en zakelijk. Hij verklaarde, dat lo
woorden, die de rijkskanselier tegen h m
persoonlijk gericht' had, zijn heele puuj
betroffen, daar hij de eenstemmige mea
ning van de conservatieve partij van den
Rijksdag uitgedrukt had. De woorden, die
de rijkskanselier bijzonder aangevallen
had, waren zijn politieke vrienden tevo
ren medegedeeld en door hen goedgekeurd,
zooals zij zo nog goedkeurden. Hij zeido,
III.
't Was vier uur den volgenden dag toen
Mycroft's auto door de wijk reed waar Ome
Uurbord woonde en stilhield voor do deur.
Een eigenaardig gevoel doorstroomde hem,
een zekere, zenuwachtigheid, dat moest hij
zich bekennen. Of hot nu was omdat hij
wi-t dat hij weldra overstelpt zou worden
met dankbetuigingen, iels wat hij in 't ge
heel niet begeerde, maar waaraan hij zich
toch zou moeten onderwerpen? Dankbetui
gingen van drie gelukkigen. Want hij hoopte
dat er drie zouden zijn. Harbords zuster
vooral, die moest er zijn...
Hij werd dadelijk in de kamer gelaten,
waar zij was. Althans hij begreep, nog vóór
er een voorstelling luid plaats gehad, dat
het Clara was die nu voor hem stond en
Amy, die hem dc deur had open gedaan.
De jonge vrouw, die hem binnen had gelaten,
was klein, mager, vriendelijk, zwakuitziend,
met groote blauwe oogen en een trek van
-mart om den mond. Die oogen straalden
toen zij hoorde wie hij was cn haar zachte
slem klonk innemend en vixxdijk toen zij
diep ontroerd, mompelde:
,lk dank u ik dank u, meneer. Wat
goed bent u."
Maar de jongedame die in do kamer stond
toen hij binnen kwam was anders geheel
anders. Zij was lang, slank en zacht, dicht,
blond haar kroonde, vastgehouden door en
kele groote gek spelden, een rond, lachend
gezicht. (Slot volgt,
i