64"c Jaargang.
Zondag 10 December 191!
No. 13787
Tweede Blad
Uit de Tweede Kamer.
De vinder zal beloond worden.
LU LU U.I XI11J 11 II
KIJIEDilMSiMi: COURANT
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen R. 1.25 franco
per post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelyks aangenomen.
Advortontiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór oen
uur aan het Bureau bezorgd zijn.
BureauLange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
-6 regels fl.0,92; iedere regel meer
Groote letters naar de plaats die zij
voorwaarden. Tarieven
Prij3 der Advortontiën: Van 1
15 cents. Reclames 30 cent per regel,
innemen.
Advertentiünbrj abonnement op voordeelige
hiervan zgn gratis aan hot Bureau te bekomen,
n I....
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschenen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertontio, bij vooruitbetaling aan hot Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
We golooven niet, dat de afgevaardigde
voor Brielle het zoover mis had, toen hij de
Algemecne Beschouwingen qualiïiceerde als
een „duffe boel". Onjuist zou dit zeker zijn,
als daarmede bedoeld ware geweest te zeg
gen, dat er geene redevoeringen zouden ge
houden zijn, die de moeite waard waren;
maar dit was de bedoeling niet. liet wen!
gezegd met bet oog op do weinige geestdrift,
die bot tegenwoordige Kabinet wekt. Daar is
nu een ministerie., dat beschikt over eenx)
meerderheid in de beide takken van de Stu-
ton-ücnrr.ial, zooals men in geene jaren heeft
gekend en op den morgen, dat de Ministor-
l'reridont zijne groote rede zal moeten hou
den, om de ethiek, op hei beleid van tic
Htgeering geoefend, te weerleggen, moet er
een klein hadf uur later begonnen worden
dan de'agenda minwijst, omdat het minimum
aantal leden, waarmee vergaderd kan wor
den, niet aanwezig is. En toen het scherm,
alias de perstribune, opging, konden wij ont
waren, dat liet in hoofdzaak de Rechterzijde
«as, die door afwezigheid schitterde.
Dat is inderdaad een tcekonend feit. Het
moert op dit oogenldik zoo zijn het mi
nisterie is nu bijna 4 jaar aan hel roer
dat de coalitie vol geestdrift was voor al het
schoon©, dat ze reeds van deze Regeering
lerkrogen had; dat ze met blijde hope aan
dit Kabinet al haar trouw en liefde ver
pand had; maar hoe verre staat de werkelijk
heid daarvan af. Niemand Rechts is tevre
den zeker niet. de lieer De Ravorniu Lob
man, die van het sociale hervormingswerk
van den hcor Talnin niets hebben moet; die
reeds hij het debat over de vraagpunten van
dr Ziekteverzekering aangekondigd heeft,
du hij mm den hoeksteen van Talmt, s her
winning-gebouw niet zal meemetselendie
in zijn blad, ..De Nederlander", eono even
onvornioidde ah rteleelmalige campagne voert
logen Talma's hoofdschotel op do sociale
tafel, te weten: do verplichte Ouderdoms- en
Invalid iteitsv erzekering.
En allerminst is tevreden Dr. Kuyper. die
vcikiezingssjiocialiteit als hij is, zeer goed
inziet, dat, id« de boel blijft gaan als die
gaat. en de schrale oogst niet zeer spoedig
met eenige welkome vruchten wordt aange
vuld, de stembus van 1013 slechts met
schrik kan worden tegemoet go/.ien. En zelfs:
Dr. Nolens, die met zijn nuchter karakter
oven weinig gevaar loopt zich over to go
reu aan zenuwachtige gejaagdheid ais aan
overdreven verwachtingen, liet z.ijn kahnec-
rend: liet zal wel gaan, met iets minder
gewisheid hooien dan wij anders van dezv.
lippen gewend z.ijn, Summa summarum,
de drie leiders der Rechterzijde, die toch
zeker uiting gegeven hebben aan wat' er al
zoo in de kerkelijke kringen omtrant, hebben
Do hoor Johan Moor stond, met den
huissleutel in de hand, peinzend te kijken
naar een tamelijk vuilen foxlerrier, die
met vragendon blik vóór hem bleef staan
„Ik kan dat kleine leclijke monster
.maar niet weg, krijgen,"' riep hij uit.
„Honden hebben toch belachcdijk veel
ram de menschen. Klopt men ze even op
den kop, dan tneenen ze voor hun leven
geborgen te zijn. Ik heb dat dier in het
park even met mijn stok gestreeld, en nu
13 hij niet van mij af to slaan."
De kleine hond keek op naar Moor en
begon zenuwachtig te janken.
„Hij heeft wel iets van Robinson, die
één van zijn theatrale gediehlen voor
draagt," peinsde Moor. „Mijn beste vriend
hou jo zoo dichterlijk of heb jo alleen
maar- honger?"
De terrier liet een kort vroolijk geblaf
hooron en sprong het huis in.
„Jo bent toch een alleraardigst beest,
dat is zeker," zei de Moor, „ook al bon je
wnt vuil. „Nu, je zult jo middagmaal hob-
hen, terwijl ik mij kloed voor het mijne;"
etl nog steeds door den hond gevolgd, be-
horl hij zijn. vrijgezellenwoniug.
„Zio eens,. Schuurman," zeido hij tot zijn
bediende, „ik heb dezen hond ten eten
gevraagd. Geef hem al wat hij noodiig heeft
011 als je hom dan het huis uitjaagt,
moet je. hem niet al te ruw behande
len."
genoeg doen blijken, dut, welken indruk, liet
tegtnwoord igo Kabinet ook moge vestigen,
het er niet een is, die geestdrift verwekt.
De oommk vnn de ontstemming is niet
ver te zoekenvoor dit werkprogram vun het
Ministerie is uit den aard der zaak geene
geestdrift bij de drie groepen van de coalitie
te wekken. Hoe wil een ultra-conservatief
nis do heer Idsingu, om den meest behou
dende .van de (Jhristelijk-IIistorischen to
rioemen, samenwerken met den heer Aulberse
en diens vrienden, die meer en meer den
weg op willen van het staatssocialisme, en
die dus in den heer Talma iemand hebben,
die dus geheel naar hun liait werkt? De heer
Roodhuijzcn heeft het toch nog eens duide
lijk in liet licht geste'd hoe Talma's sociu'e
hervorming geheel staat in het toekon van
het staatssocialismede Steonhouwerswet in
haren oorspronkelijker! vorm, die
den volwassen arbeider niet vrijlaten in
de keuzo van zijn arbeidde Bakkerswet,
die door het verbieden van bakken 's nachts
aan den patroon, geheel ingaat tegen ons
stelsel van arbeidsbescherming, dat tot nog
toe slechts bedoelde de ar beider te vrij
waren tegen afbeuling door den patroonde
Stuwadoorswet niet te vergeten waarin het
Zondagsloon in de wet, d. i. door de
Overheid wordt geregeld, iets, wat zoo
nieuw is en zoo ongewenscht, d 1 zelfs de
sociaal-democratie in Duitser'" ui daarvan
na rijpe overweging niet wimi ..eten.
Maar waar het zoo is, megen wij waar
lijk wel vragen, hoe het ooit mogelijk zou
wezen, dat de coalitie het in haar geheel
eens zou kunnen worden over een sociaal
program, laat staan daarvoor unaniem in
geestdrift geraken? En het bewustzijn, dat
dit zoo is en niet anders kan zijn, stemt
tot landerigheid. De democratische elemen
ten in de coalitie constateeren, dat men
daardoor al zeer langzaam opschiet, en
zien met schrik den vervaldag van den
socialen wissel is 1913 tegemoet, en -de
conservatieve elementen in hetzelfde ver
bond vragen zic,h af, met hoe weinig zij
zullen toe kunnen, om de coalitie in stand
te houden,
De heer De Beaufort kou liet niet juister
gezegd hebben; met de ondenvijswet-Kuy-
per, die ons de oplossing van de school
kwestie gaf, althans in dien zin, dat deze
clericale Regeering althans niet verder
wenscht te gaan op dit gebied, is liet ce
ment, dat de c-oalitie bijeenhield, losge
werkt; slechts in de schoólkwcstic toch
was zij volkomen homogeen. En daardoor
komt hot, dat onder het ministerie-Kuyper
nog niet zoo duidelijk naar voren kwam,
in wat slechte par tij for ma tie wij eigenlijk
toen reeds verkeerden; hoe weinig regeer
kracht er van de drie gccoaüseerde dpri-
cale groepen kon uitgaan. Dr. Kuyper gat
zijn onderwijswetten; eerst do wet op het
Schuurman keek alles behalve vriende
lijk tegen den gast, die aldus bij hem werd
geïntroduceerd. „Mijnheer is toch eon zon
derling mensch," zeido hij bij zichzelf; „al
tijd brengt hij een of ander ondier mede
om zijn mooie nette kamers in wanorde
to brongen."
Johan Moor vond in het hotel waar hij
ging dineeren, een aangenaam gezelschap,
zoodat liij al zeer «spoedig den kleinen
foxfcerrier vergat. Toen hij 's avonds laat
thuiskwam evenwel;, vond hij den gewoon
lijk zoo kalmen Schuurman buitengewoon
opgewonden."
„Och, mijnheer,' stamelde hij, „u herin
nert u zeker wel den hond, dien u vanmid
dag medo naar hebt genomen?"
Moor herinnerde het zich.
„Wel, mijnheer, die hond is een vree-
selijk beest. Toen ik hem wilde wegzen
den, verkoos dat beest toch maar niet te
gaan en verstopte zich onder de sofa. Ik
riep de kinderen toe, dat zij hem er on
deruit moest halen, maar de anno stak
kers kregen niets te zien dan zijn tanden
\V.ij konden er hein werkelijk niet onder
vandaan krijgen, mijnheer. We daar
komt hij nu aan, alsof er niets gebeurd is.
Weg loelijkcrdl"
Moor lachte,, want hij was in een bij
zonder goede stemming. „Zóó, bon jij
zoo koppig," zeido hij tot den hond. „Nu,
dat doet er niets toe. Als je dan- toch zoo
gaarne hier wilt blijven, zal ik jo nog
maar een. poos houden,, maar jo nroet
eerst gewasschen worden. Schuurman,
zio iemand te krijgen, die den hond wil
wassehou en breng hem dan naar- de
Hooger Onderwijs, die door den aankleve
van do daaruit gevolgde ontbinding van do
Eerste Kamer heel wat tijd in beslag nam;
daarna de subsidie-wet voor het Lager On
derwijs, waardoor do stoutste wenschen van
de drie Itechtsche groepen werden vervuld.
En in de geestdrift daarover werd ver
geten, dat van het sociale hervormings
program, waarmoe het ministerie-Kuyper
was opgetreden, niets was gekomen; dat
de hoofdbelofte daarvan, de voorziening
van den ouden dag van den arbeider, niet
was vervuld. En al heeft do uitslag van
de verkiezingen in 1905 de toenmalige Rech
terzijde geleerd, dat men niet straffeloos de
afgelegde beloften op sociaal hervormings-
geiried onvervuld laat, zij trad deze zelfde
verkiezingen met het volste vertrouwen
tegemoet, sterk door de subsidiewet voor
het L. 0., en die uitslag der verkiezingen
werd voor haar een even bittere als on
gedachte teleurstelling.
Welnu, rnetle door de les, uit die teleur
stelling getrokken, hegrijpen zij, vooral do
democratische elementen in do Rechter
zijde doen dit, dat men in. 1913, slechts
als men een zeer belangrijk iets voor de
arbeiders zal hebben lot stand gebracht,
de stembus mot gerustheid zal kunnen tege
moet gaan. En zooals wij reeds zeiden, be
grijpt Dr. Kuyper zulks in de eerste plaats,
en daar hij tevens inziet, dat het Neder-
landscho arbeiders volk absohud niet ver
langt naar Talma's ziekteverzekering, die
hazepeper zonder de haas van de genees
kundige hulp, maar wel naar de voorzie
ning van den ouden dag, kan hij zich ab
soluut niet veroenigon met Talma's stelsel:
eerst de Ziekteverzekering, waaraan zich
aansluit- de herziening van do. Ongevallen
wet, en dan de Ouderdoms- en Invaliditeits
verzekering. Want, zooals de Minister van
Landbouw, Handel en Nijverheid het nu
drie jaar lang in alle tonen en wijzen voor
gezongen heeft aan allen in de Kamer, die
aandrongen op het vooiopbrengen van de
Invaliditeïis- en Ouderdoms verzekering; het
groote belang voor den arbeider is volgens
hem niet, dat hij wat guldens in zijn zak
krijgt, maar wel dat do o r g a n i s a t i e
goed is. i
Dr. Kuyper denkt daar anders over, deze
kenner van zijn kleine luiden begrijpt, dat
n'en Ttéplaise alle geiheoriseer van den
heer Talma, de arbeider veel liever zijn
ouden dag verzekerd ziet, dan dat hij
naar huis gezonden wordt met den ma-
geren troost, dat men werkt aan een on
berispelijke organisatie, die nog niet af
zal zijn, als hij oud en arm is gestor
ven. En daarom heeft hij, waar hij totnog
toe, ook verleden jaar nog. schijnbaar met
het stelsel van den heer Talma was mee
gegaan, thans een geheel andere houding
aangenomen, en dev Regeering leolijk de
duimschroeven aangezet. Hij verklaarde,
schuur. Goeden, v in, mijn beste hond;
ik -ga naar bed.''
Toen Schuurmden volgenden mor
gen do kamer van zijn heer betrad, was
het hem duidelijk aan te zien, dat hij zich
zoor gegriefd voelde. „Die hond, mijn
heer," begori hij, „wij moesten hem met
ons drieën vasthouden, terwijl hij gewas
schen werd. En ten slotte heb ik hem
nog zelf moeten wasschen. En toon hij
schoon was, wilden wij hem in de schuur
opsluiten, maar wij konden hem dien
kant niet uitkrijgen. Ilij gaat naar boven
en vlijt zich neer op do mat vóór uw ka
merdeur."
Schuurman opendo do kamerdeur, en
daar lag de hond werkelijk nog.
„Mijn hemel!" zeide de jonge man,
„die waschpartij heeft je goed gedaan,
oude jongen, ,,'t Is een echte rashond
Schuurman; ik geloof, dat het een ler-
sche terrier is."
Op hem toetredende, pakte hij den hond
hij óén oor op en tilde hem in de hoogte.
Dat „vrecselyko beest" liet weliswaar zijn
tanden zien, maar liet verzette zich in
't minst niet.
„Een Iorsche terrier, dat is zeker," zeido
Moor hem weer op den grond zettende.
,,'t Lijkt wel een echte rashond, en hij is
dapper genoegom een grooten hond aan
te vallen. Mijn kleine vriend, je bent een
wonder. Schuurman, dek voor twee."
Onder 't ontbijt keek Jolrau Moor de
couranten door. Toevallig viel zijn oog
op do kolom „Verloren",, en daar ontdek
te hij ongeveer midden in, do volgende
ad verteniio,
en dat ook namens zijn geestverwanten,
dat hij toegaf, dat de logische volgorde
van zaken voor Minister Talma meeluengt,
dat do Ziekteverzekering zal worden voor
op gebracht; maar dat aan dit theoretische
belang niet de belangen van duizenden
arbeiders mochten worden opgooifeïii, flat
liever alles op zijde moest worden gesteld,
dan dat vrij deze wetgevende periode door
komen zonder dat de invaliditeitsverzeke
ring tot stand zou ziju gekomen. Ja, hij
ging nog veel verder, en stelde zich een
termijn, en wel zoodanig hier kwam
het dreigement dat hij de totstandko
ming van die wet nog kon verwachten.
En wanneer die termijn begint te vet Lm
pen, dan zal hij alle medewerking shkm
aan de andere asstirantiewelten van dien
aard, ook al was het midden in de be
handeling, omdat hij zich niet mede ver
antwoordelijk wil stellen voor iets wat hij
een ramp voor het land acht.
Men zou zoo zeggen, dat dit dreigement
der Regcering als een donderslag in de
ooren moest klinken. Toe te geven aan
den eisch, dat thans de Ouderdomsvoor
ziening zal voorop gebracht worden, is
het hecle hervormingsgebouv, zooals Tal
ma zich dat gedroomd had, omverblazen.
Maar de brug om daartoe te geraken is
reeds gelegd. Waar er in het laatste Voor-
loopig Verslag blijkbaar door leden van
Rechts al wederom gevraagd was of
de Regcering niet alsnog bereid kon wor
den gevonden de Üuderdomsverzekering
vóór te laten gaan, is een diplomatisch
antwoord gekomen, dat de Regeering in
staat stelt casu quo aan den eisch van
I)r, Kuyjk'f te voldoen. Dit antwoord,
waarover de hoeren Drueker, Ito od lui ij
zen en Patijn terecht hun groote verwon
dering te kennen hebben gegeven, is wel
do moeite waard, dat het even in de eigen
woorden wordt teruggegeven. Het luidt al
dus: „Zooals bekend, is op dit oogenldik
de voorbereiding van de openbare behan
deling van de Ziektewet reeds ver gevor
derd, terwijl do Kamer omtrent een paar
hoofdpunten van de regeling reeds een
beslissing heelt genomen. Het laat zich
dus aanzien, dat binnen niet te Tangen
tijd met de openbare behandeling van het
Ziekteverzekeringsontwerp zal kunnen wor
den aangevangen. Wanneer de in\ aliditrils-
en öuderdomsverzekcring voor openbare
behandeling gereed zal zijn, daaromtrent
staat der Regcering geen enkel gegeven
ten dienste, W at zou mo e te n g e b e u-
ren, wanne eer beide ontwerpen
g e 1 ij k t ij d i g v o o r o p e n b a r e b e-
handeling gereed z ij n, z a 1 m o e-
deii beslist, ivainieccr dit geval
in omstandigheden, die op dit
o o g e n 1) 1 i k onbekend z ij n, zich
zou voordoe n."
In de door ons gespatieerde woorden
Verloren: een grijze lerschc terrier,
luisterend naar den naam „Quick". Do
vinder zal beloond vvrden. Adres, Minor-
va B. Heerengracht 455e.
Moor keek naar den hond, die juist een
lekker' kluifje oppeuzelde, ,,'k Zou wel eens
willen weten, of dit de terrier is van Mi
nerva B," zeide' liij. Dan plotseling en
bijna fluisterend zeido hij, „Quick".
Do hond liet zijn kluifje vallen, ging
rechtop staan cn spitste zijn ooren.
„Quick", mompelde Moor nog eens, en
nu sprong de terrier op zijn schoot
„Wat is een courant toch een wonder
lijk ding," peinsde Moor, zijn ontbijt ver
volgende. „Nu ben ik wel genoodzaakt Mi
nerva 13. to doen weten dat haar lieveling
gevonden is. Minerva is zeker een oude
juffrouw, die er een heel© verzameling
honden op na houdt. Alleen een oude juf-
Rouw adverteert ouder den naam „Miner
va". Is dat niet waar, Quick?"
Quick knipte met zijn oogen, als om
zijn instemming met die woorden te ken
nen to geven.
Moor schreef een briefje aan Minerva
B., om haar medo to dooien, dat hij een
hond gevonden had, geheel overeenko
mende met do door haar gegeven beschrij
ving. Indien mej. B. iemand kon zenden
om het dier te identificeren, zou hij den
hond dadelijk mede geven.
Nadat hij den brief op de' post had la
ten brengen, ging Moor op weg naar de
sociotoit. Maar nauwelijks was bij bij
den hoek van don straat, ol de onafschei-
dol ijk© Quick was vlak achter hem. Hij
pain nu den hond mede naar een winkel
houdt de Begeering, zooals onze lezer»
zien, den slag om den arm, die haar de
vrijheid geeft beide kanten uit te gaan.
i
Maar dit kan niet, zegt een ieder, die
kennis heeft genomen van de uitingen
van Minister Telma s huls 1908 over deze
pink. Niettegenstaande allen aandrang toch,
ook van Rechts, van mamren. als Dr. No-
lens en Dr. de Visser, om van de mannen
van Link-, nu maar niet te spreken, om
de Omterdoinsverzekering voorop te bren
gen, heelt hij zich daar steeds met alle
krachs, om niet te zeggen halsstarrigheid,
tegen verzet; het was onmogelijk; daardoor
zou de heele organisatie der arbeidciw-
ver/ekering voor goed en in den grond
bedorven worden. Dat de Minister dit ge
daan heeft, het is door den heer Rood-
lurijzon zeer gedocumenteerd aangetoond.
En zou do heer Talma dit nu alles op
eten en geheel overstag gaan, zou hij or
in toestemmen die organisatie, die hem
hoven alles liexf is, in den grond te be
derven? Men zon haast weigeren het tc
golooven, er is toch zeker nog zoo iels
als politieke eer, die heel wat meer waard
is dan welke ministersporicfeuille ook, en
waar wij bij den tegenwoordigen Minister
van Landbouw, Handel en Nijverheid ooit
aan hebben getwijfeld, zeker niet hieraan
dat hij het ministerieel© leren boven die
eer zon stellen. Maar toch, maar toch,
Is het geen bedenkelijk feit, dat de lieer
Talma, die toch het woord hij deze Af-
gomeene Beschouwingen heeft gevoerd,
zich absoluut niet beeft willen uitlaten
over de vraag of hij bij zijn eenmaal
uitgesproken, en niet eenmaal maar her
haaldelijk uitj.esproken" meaning, Woef? Hij
heeft dat antwoord aan zijn collega van
Binnenlaiulsche Zaken overgelaten, die met
zijn bekende advocalenhandigheid de Ka
mer in dit opzicht niet» wijzer maakte.
Voorwaar, de coalitie stelt zware ei«chen
aan haar leden op hel gebied van over
tuiging,
i i
Dr. Kuyper stelt dus eisehen. Hij doet
meer; hij heeft, blijkbaar lang uitgekeken
hebbende naar de geschikte gelegenlruJ,
zich geducht laten gelden, en zijn positie
versterkt, die door de decoratie-zaak, zoo
als wij allen weten, niet weinig geleden
had. Hij heeft, dit zij eikend, het zeer
handig gedaan, Hjj klaagde in zijn tedo
er over, dat Minister De Waal Malofijt tegen
zijn aandrang tot kerstening van Jtuliö een
houding bad aangenomen, die wel in de
hecle liberale pers met voetgelrappel en
toejuiching was begroet, maar die in au b
revolutionaire kringen ernstig pijn had ge
il^an. En toen Minister Heemskorok er >n
ziju tedo op wees, dat de Regeeiiim in het
algemeen, maar de hooi De Waal Malofijt
in hel bijzonder, over dit verwijt tl iep was
gekrenkt, vroeg de van God gegeven leider,
en kocht een mooien koperen halsband
voor liem; daarna gingen ze te zamen
naar de sociëteit.
Thuisgekomen van hun gemeenschappe
lijk uitstapje, vonden zij Schuurman in
do spreekkamer. „Mijnheer,", zeido hij,
„boven is oon dame," die zegt, dat deze
hond haar toebehoort."
't Was hem aan te zien, dat het aan
staande vertrek van „dat vreesdijke beest"
volstrekt niet betreurde.
„Zoo, een dame?" dacht Moor. „Dan is
Minerva zeker zelf gekomen.... Zeg
aan die dame, dat ik dadelijk bij haar
kom," vervolgde hij tot Schuurman.
Onder dat gesprek was (Jnick naar bo
ven gestapt on de zitkamer ingegaan, van
waar nu uitroepen van vreugde en lief
kozingen weerklonken.
„Minerva heeft haar verloren lieveling
lenig gevonden," zeide Moor. „Ik dien.
nu wel naar boven te gaan en haar te
zeggen op welke wijze de homl hier is ge
komen. Vervelend genoeg tegenover zoo'n
oude juffrouw."
De zitkamer binnenkomende, was Moor
evenwel één en al verbazing. Op de sofa,
met haar armen onr den ontrouwen fox-
terrier geslagen, zat een jong meisje, het
mooiste en aardigste jonge meisje, dat luj
oo'had gezien. Zij stond verlegen op
toen hij binnenkwam cn zeide: „Mijnheer
Moor, niet waar?"
Moor maakte een buiging en gaf oen wan
hopig verward verslag van het gebeulde
met Quick.
„Hoe vriendelijk van U, om zoo goed
voor hem te zorgen," zeide zei. „Ilij is
bijna drie dagen weg geweest. Mijn vader,