64"c Jaargang. Zondag 10 December 191! No. 13787 Tweede Blad Uit de Tweede Kamer. De vinder zal beloond worden. LU LU U.I XI11J 11 II KIJIEDilMSiMi: COURANT Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen R. 1.25 franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelyks aangenomen. Advortontiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór oen uur aan het Bureau bezorgd zijn. BureauLange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). -6 regels fl.0,92; iedere regel meer Groote letters naar de plaats die zij voorwaarden. Tarieven Prij3 der Advortontiën: Van 1 15 cents. Reclames 30 cent per regel, innemen. Advertentiünbrj abonnement op voordeelige hiervan zgn gratis aan hot Bureau te bekomen, n I.... In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschenen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertontio, bij vooruitbetaling aan hot Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. We golooven niet, dat de afgevaardigde voor Brielle het zoover mis had, toen hij de Algemecne Beschouwingen qualiïiceerde als een „duffe boel". Onjuist zou dit zeker zijn, als daarmede bedoeld ware geweest te zeg gen, dat er geene redevoeringen zouden ge houden zijn, die de moeite waard waren; maar dit was de bedoeling niet. liet wen! gezegd met bet oog op do weinige geestdrift, die bot tegenwoordige Kabinet wekt. Daar is nu een ministerie., dat beschikt over eenx) meerderheid in de beide takken van de Stu- ton-ücnrr.ial, zooals men in geene jaren heeft gekend en op den morgen, dat de Ministor- l'reridont zijne groote rede zal moeten hou den, om de ethiek, op hei beleid van tic Htgeering geoefend, te weerleggen, moet er een klein hadf uur later begonnen worden dan de'agenda minwijst, omdat het minimum aantal leden, waarmee vergaderd kan wor den, niet aanwezig is. En toen het scherm, alias de perstribune, opging, konden wij ont waren, dat liet in hoofdzaak de Rechterzijde «as, die door afwezigheid schitterde. Dat is inderdaad een tcekonend feit. Het moert op dit oogenldik zoo zijn het mi nisterie is nu bijna 4 jaar aan hel roer dat de coalitie vol geestdrift was voor al het schoon©, dat ze reeds van deze Regeering lerkrogen had; dat ze met blijde hope aan dit Kabinet al haar trouw en liefde ver pand had; maar hoe verre staat de werkelijk heid daarvan af. Niemand Rechts is tevre den zeker niet. de lieer De Ravorniu Lob man, die van het sociale hervormingswerk van den hcor Talnin niets hebben moet; die reeds hij het debat over de vraagpunten van dr Ziekteverzekering aangekondigd heeft, du hij mm den hoeksteen van Talmt, s her winning-gebouw niet zal meemetselendie in zijn blad, ..De Nederlander", eono even onvornioidde ah rteleelmalige campagne voert logen Talma's hoofdschotel op do sociale tafel, te weten: do verplichte Ouderdoms- en Invalid iteitsv erzekering. En allerminst is tevreden Dr. Kuyper. die vcikiezingssjiocialiteit als hij is, zeer goed inziet, dat, id« de boel blijft gaan als die gaat. en de schrale oogst niet zeer spoedig met eenige welkome vruchten wordt aange vuld, de stembus van 1013 slechts met schrik kan worden tegemoet go/.ien. En zelfs: Dr. Nolens, die met zijn nuchter karakter oven weinig gevaar loopt zich over to go reu aan zenuwachtige gejaagdheid ais aan overdreven verwachtingen, liet z.ijn kahnec- rend: liet zal wel gaan, met iets minder gewisheid hooien dan wij anders van dezv. lippen gewend z.ijn, Summa summarum, de drie leiders der Rechterzijde, die toch zeker uiting gegeven hebben aan wat' er al zoo in de kerkelijke kringen omtrant, hebben Do hoor Johan Moor stond, met den huissleutel in de hand, peinzend te kijken naar een tamelijk vuilen foxlerrier, die met vragendon blik vóór hem bleef staan „Ik kan dat kleine leclijke monster .maar niet weg, krijgen,"' riep hij uit. „Honden hebben toch belachcdijk veel ram de menschen. Klopt men ze even op den kop, dan tneenen ze voor hun leven geborgen te zijn. Ik heb dat dier in het park even met mijn stok gestreeld, en nu 13 hij niet van mij af to slaan." De kleine hond keek op naar Moor en begon zenuwachtig te janken. „Hij heeft wel iets van Robinson, die één van zijn theatrale gediehlen voor draagt," peinsde Moor. „Mijn beste vriend hou jo zoo dichterlijk of heb jo alleen maar- honger?" De terrier liet een kort vroolijk geblaf hooron en sprong het huis in. „Jo bent toch een alleraardigst beest, dat is zeker," zei de Moor, „ook al bon je wnt vuil. „Nu, je zult jo middagmaal hob- hen, terwijl ik mij kloed voor het mijne;" etl nog steeds door den hond gevolgd, be- horl hij zijn. vrijgezellenwoniug. „Zio eens,. Schuurman," zeido hij tot zijn bediende, „ik heb dezen hond ten eten gevraagd. Geef hem al wat hij noodiig heeft 011 als je hom dan het huis uitjaagt, moet je. hem niet al te ruw behande len." genoeg doen blijken, dut, welken indruk, liet tegtnwoord igo Kabinet ook moge vestigen, het er niet een is, die geestdrift verwekt. De oommk vnn de ontstemming is niet ver te zoekenvoor dit werkprogram vun het Ministerie is uit den aard der zaak geene geestdrift bij de drie groepen van de coalitie te wekken. Hoe wil een ultra-conservatief nis do heer Idsingu, om den meest behou dende .van de (Jhristelijk-IIistorischen to rioemen, samenwerken met den heer Aulberse en diens vrienden, die meer en meer den weg op willen van het staatssocialisme, en die dus in den heer Talma iemand hebben, die dus geheel naar hun liait werkt? De heer Roodhuijzcn heeft het toch nog eens duide lijk in liet licht geste'd hoe Talma's sociu'e hervorming geheel staat in het toekon van het staatssocialismede Steonhouwerswet in haren oorspronkelijker! vorm, die den volwassen arbeider niet vrijlaten in de keuzo van zijn arbeidde Bakkerswet, die door het verbieden van bakken 's nachts aan den patroon, geheel ingaat tegen ons stelsel van arbeidsbescherming, dat tot nog toe slechts bedoelde de ar beider te vrij waren tegen afbeuling door den patroonde Stuwadoorswet niet te vergeten waarin het Zondagsloon in de wet, d. i. door de Overheid wordt geregeld, iets, wat zoo nieuw is en zoo ongewenscht, d 1 zelfs de sociaal-democratie in Duitser'" ui daarvan na rijpe overweging niet wimi ..eten. Maar waar het zoo is, megen wij waar lijk wel vragen, hoe het ooit mogelijk zou wezen, dat de coalitie het in haar geheel eens zou kunnen worden over een sociaal program, laat staan daarvoor unaniem in geestdrift geraken? En het bewustzijn, dat dit zoo is en niet anders kan zijn, stemt tot landerigheid. De democratische elemen ten in de coalitie constateeren, dat men daardoor al zeer langzaam opschiet, en zien met schrik den vervaldag van den socialen wissel is 1913 tegemoet, en -de conservatieve elementen in hetzelfde ver bond vragen zic,h af, met hoe weinig zij zullen toe kunnen, om de coalitie in stand te houden, De heer De Beaufort kou liet niet juister gezegd hebben; met de ondenvijswet-Kuy- per, die ons de oplossing van de school kwestie gaf, althans in dien zin, dat deze clericale Regeering althans niet verder wenscht te gaan op dit gebied, is liet ce ment, dat de c-oalitie bijeenhield, losge werkt; slechts in de schoólkwcstic toch was zij volkomen homogeen. En daardoor komt hot, dat onder het ministerie-Kuyper nog niet zoo duidelijk naar voren kwam, in wat slechte par tij for ma tie wij eigenlijk toen reeds verkeerden; hoe weinig regeer kracht er van de drie gccoaüseerde dpri- cale groepen kon uitgaan. Dr. Kuyper gat zijn onderwijswetten; eerst do wet op het Schuurman keek alles behalve vriende lijk tegen den gast, die aldus bij hem werd geïntroduceerd. „Mijnheer is toch eon zon derling mensch," zeido hij bij zichzelf; „al tijd brengt hij een of ander ondier mede om zijn mooie nette kamers in wanorde to brongen." Johan Moor vond in het hotel waar hij ging dineeren, een aangenaam gezelschap, zoodat liij al zeer «spoedig den kleinen foxfcerrier vergat. Toen hij 's avonds laat thuiskwam evenwel;, vond hij den gewoon lijk zoo kalmen Schuurman buitengewoon opgewonden." „Och, mijnheer,' stamelde hij, „u herin nert u zeker wel den hond, dien u vanmid dag medo naar hebt genomen?" Moor herinnerde het zich. „Wel, mijnheer, die hond is een vree- selijk beest. Toen ik hem wilde wegzen den, verkoos dat beest toch maar niet te gaan en verstopte zich onder de sofa. Ik riep de kinderen toe, dat zij hem er on deruit moest halen, maar de anno stak kers kregen niets te zien dan zijn tanden \V.ij konden er hein werkelijk niet onder vandaan krijgen, mijnheer. We daar komt hij nu aan, alsof er niets gebeurd is. Weg loelijkcrdl" Moor lachte,, want hij was in een bij zonder goede stemming. „Zóó, bon jij zoo koppig," zeido hij tot den hond. „Nu, dat doet er niets toe. Als je dan- toch zoo gaarne hier wilt blijven, zal ik jo nog maar een. poos houden,, maar jo nroet eerst gewasschen worden. Schuurman, zio iemand te krijgen, die den hond wil wassehou en breng hem dan naar- de Hooger Onderwijs, die door den aankleve van do daaruit gevolgde ontbinding van do Eerste Kamer heel wat tijd in beslag nam; daarna de subsidie-wet voor het Lager On derwijs, waardoor do stoutste wenschen van de drie Itechtsche groepen werden vervuld. En in de geestdrift daarover werd ver geten, dat van het sociale hervormings program, waarmoe het ministerie-Kuyper was opgetreden, niets was gekomen; dat de hoofdbelofte daarvan, de voorziening van den ouden dag van den arbeider, niet was vervuld. En al heeft do uitslag van de verkiezingen in 1905 de toenmalige Rech terzijde geleerd, dat men niet straffeloos de afgelegde beloften op sociaal hervormings- geiried onvervuld laat, zij trad deze zelfde verkiezingen met het volste vertrouwen tegemoet, sterk door de subsidiewet voor het L. 0., en die uitslag der verkiezingen werd voor haar een even bittere als on gedachte teleurstelling. Welnu, rnetle door de les, uit die teleur stelling getrokken, hegrijpen zij, vooral do democratische elementen in do Rechter zijde doen dit, dat men in. 1913, slechts als men een zeer belangrijk iets voor de arbeiders zal hebben lot stand gebracht, de stembus mot gerustheid zal kunnen tege moet gaan. En zooals wij reeds zeiden, be grijpt Dr. Kuyper zulks in de eerste plaats, en daar hij tevens inziet, dat het Neder- landscho arbeiders volk absohud niet ver langt naar Talma's ziekteverzekering, die hazepeper zonder de haas van de genees kundige hulp, maar wel naar de voorzie ning van den ouden dag, kan hij zich ab soluut niet veroenigon met Talma's stelsel: eerst de Ziekteverzekering, waaraan zich aansluit- de herziening van do. Ongevallen wet, en dan de Ouderdoms- en Invaliditeits verzekering. Want, zooals de Minister van Landbouw, Handel en Nijverheid het nu drie jaar lang in alle tonen en wijzen voor gezongen heeft aan allen in de Kamer, die aandrongen op het vooiopbrengen van de Invaliditeïis- en Ouderdoms verzekering; het groote belang voor den arbeider is volgens hem niet, dat hij wat guldens in zijn zak krijgt, maar wel dat do o r g a n i s a t i e goed is. i Dr. Kuyper denkt daar anders over, deze kenner van zijn kleine luiden begrijpt, dat n'en Ttéplaise alle geiheoriseer van den heer Talma, de arbeider veel liever zijn ouden dag verzekerd ziet, dan dat hij naar huis gezonden wordt met den ma- geren troost, dat men werkt aan een on berispelijke organisatie, die nog niet af zal zijn, als hij oud en arm is gestor ven. En daarom heeft hij, waar hij totnog toe, ook verleden jaar nog. schijnbaar met het stelsel van den heer Talma was mee gegaan, thans een geheel andere houding aangenomen, en dev Regeering leolijk de duimschroeven aangezet. Hij verklaarde, schuur. Goeden, v in, mijn beste hond; ik -ga naar bed.'' Toen Schuurmden volgenden mor gen do kamer van zijn heer betrad, was het hem duidelijk aan te zien, dat hij zich zoor gegriefd voelde. „Die hond, mijn heer," begori hij, „wij moesten hem met ons drieën vasthouden, terwijl hij gewas schen werd. En ten slotte heb ik hem nog zelf moeten wasschen. En toon hij schoon was, wilden wij hem in de schuur opsluiten, maar wij konden hem dien kant niet uitkrijgen. Ilij gaat naar boven en vlijt zich neer op do mat vóór uw ka merdeur." Schuurman opendo do kamerdeur, en daar lag de hond werkelijk nog. „Mijn hemel!" zeide de jonge man, „die waschpartij heeft je goed gedaan, oude jongen, ,,'t Is een echte rashond Schuurman; ik geloof, dat het een ler- sche terrier is." Op hem toetredende, pakte hij den hond hij óén oor op en tilde hem in de hoogte. Dat „vrecselyko beest" liet weliswaar zijn tanden zien, maar liet verzette zich in 't minst niet. „Een Iorsche terrier, dat is zeker," zeido Moor hem weer op den grond zettende. ,,'t Lijkt wel een echte rashond, en hij is dapper genoegom een grooten hond aan te vallen. Mijn kleine vriend, je bent een wonder. Schuurman, dek voor twee." Onder 't ontbijt keek Jolrau Moor de couranten door. Toevallig viel zijn oog op do kolom „Verloren",, en daar ontdek te hij ongeveer midden in, do volgende ad verteniio, en dat ook namens zijn geestverwanten, dat hij toegaf, dat de logische volgorde van zaken voor Minister Talma meeluengt, dat do Ziekteverzekering zal worden voor op gebracht; maar dat aan dit theoretische belang niet de belangen van duizenden arbeiders mochten worden opgooifeïii, flat liever alles op zijde moest worden gesteld, dan dat vrij deze wetgevende periode door komen zonder dat de invaliditeitsverzeke ring tot stand zou ziju gekomen. Ja, hij ging nog veel verder, en stelde zich een termijn, en wel zoodanig hier kwam het dreigement dat hij de totstandko ming van die wet nog kon verwachten. En wanneer die termijn begint te vet Lm pen, dan zal hij alle medewerking shkm aan de andere asstirantiewelten van dien aard, ook al was het midden in de be handeling, omdat hij zich niet mede ver antwoordelijk wil stellen voor iets wat hij een ramp voor het land acht. Men zou zoo zeggen, dat dit dreigement der Regcering als een donderslag in de ooren moest klinken. Toe te geven aan den eisch, dat thans de Ouderdomsvoor ziening zal voorop gebracht worden, is het hecle hervormingsgebouv, zooals Tal ma zich dat gedroomd had, omverblazen. Maar de brug om daartoe te geraken is reeds gelegd. Waar er in het laatste Voor- loopig Verslag blijkbaar door leden van Rechts al wederom gevraagd was of de Regcering niet alsnog bereid kon wor den gevonden de Üuderdomsverzekering vóór te laten gaan, is een diplomatisch antwoord gekomen, dat de Regeering in staat stelt casu quo aan den eisch van I)r, Kuyjk'f te voldoen. Dit antwoord, waarover de hoeren Drueker, Ito od lui ij zen en Patijn terecht hun groote verwon dering te kennen hebben gegeven, is wel do moeite waard, dat het even in de eigen woorden wordt teruggegeven. Het luidt al dus: „Zooals bekend, is op dit oogenldik de voorbereiding van de openbare behan deling van de Ziektewet reeds ver gevor derd, terwijl do Kamer omtrent een paar hoofdpunten van de regeling reeds een beslissing heelt genomen. Het laat zich dus aanzien, dat binnen niet te Tangen tijd met de openbare behandeling van het Ziekteverzekeringsontwerp zal kunnen wor den aangevangen. Wanneer de in\ aliditrils- en öuderdomsverzekcring voor openbare behandeling gereed zal zijn, daaromtrent staat der Regcering geen enkel gegeven ten dienste, W at zou mo e te n g e b e u- ren, wanne eer beide ontwerpen g e 1 ij k t ij d i g v o o r o p e n b a r e b e- handeling gereed z ij n, z a 1 m o e- deii beslist, ivainieccr dit geval in omstandigheden, die op dit o o g e n 1) 1 i k onbekend z ij n, zich zou voordoe n." In de door ons gespatieerde woorden Verloren: een grijze lerschc terrier, luisterend naar den naam „Quick". Do vinder zal beloond vvrden. Adres, Minor- va B. Heerengracht 455e. Moor keek naar den hond, die juist een lekker' kluifje oppeuzelde, ,,'k Zou wel eens willen weten, of dit de terrier is van Mi nerva B," zeide' liij. Dan plotseling en bijna fluisterend zeido hij, „Quick". Do hond liet zijn kluifje vallen, ging rechtop staan cn spitste zijn ooren. „Quick", mompelde Moor nog eens, en nu sprong de terrier op zijn schoot „Wat is een courant toch een wonder lijk ding," peinsde Moor, zijn ontbijt ver volgende. „Nu ben ik wel genoodzaakt Mi nerva 13. to doen weten dat haar lieveling gevonden is. Minerva is zeker een oude juffrouw, die er een heel© verzameling honden op na houdt. Alleen een oude juf- Rouw adverteert ouder den naam „Miner va". Is dat niet waar, Quick?" Quick knipte met zijn oogen, als om zijn instemming met die woorden te ken nen to geven. Moor schreef een briefje aan Minerva B., om haar medo to dooien, dat hij een hond gevonden had, geheel overeenko mende met do door haar gegeven beschrij ving. Indien mej. B. iemand kon zenden om het dier te identificeren, zou hij den hond dadelijk mede geven. Nadat hij den brief op de' post had la ten brengen, ging Moor op weg naar de sociotoit. Maar nauwelijks was bij bij den hoek van don straat, ol de onafschei- dol ijk© Quick was vlak achter hem. Hij pain nu den hond mede naar een winkel houdt de Begeering, zooals onze lezer» zien, den slag om den arm, die haar de vrijheid geeft beide kanten uit te gaan. i Maar dit kan niet, zegt een ieder, die kennis heeft genomen van de uitingen van Minister Telma s huls 1908 over deze pink. Niettegenstaande allen aandrang toch, ook van Rechts, van mamren. als Dr. No- lens en Dr. de Visser, om van de mannen van Link-, nu maar niet te spreken, om de Omterdoinsverzekering voorop te bren gen, heelt hij zich daar steeds met alle krachs, om niet te zeggen halsstarrigheid, tegen verzet; het was onmogelijk; daardoor zou de heele organisatie der arbeidciw- ver/ekering voor goed en in den grond bedorven worden. Dat de Minister dit ge daan heeft, het is door den heer Rood- lurijzon zeer gedocumenteerd aangetoond. En zou do heer Talma dit nu alles op eten en geheel overstag gaan, zou hij or in toestemmen die organisatie, die hem hoven alles liexf is, in den grond te be derven? Men zon haast weigeren het tc golooven, er is toch zeker nog zoo iels als politieke eer, die heel wat meer waard is dan welke ministersporicfeuille ook, en waar wij bij den tegenwoordigen Minister van Landbouw, Handel en Nijverheid ooit aan hebben getwijfeld, zeker niet hieraan dat hij het ministerieel© leren boven die eer zon stellen. Maar toch, maar toch, Is het geen bedenkelijk feit, dat de lieer Talma, die toch het woord hij deze Af- gomeene Beschouwingen heeft gevoerd, zich absoluut niet beeft willen uitlaten over de vraag of hij bij zijn eenmaal uitgesproken, en niet eenmaal maar her haaldelijk uitj.esproken" meaning, Woef? Hij heeft dat antwoord aan zijn collega van Binnenlaiulsche Zaken overgelaten, die met zijn bekende advocalenhandigheid de Ka mer in dit opzicht niet» wijzer maakte. Voorwaar, de coalitie stelt zware ei«chen aan haar leden op hel gebied van over tuiging, i i Dr. Kuyper stelt dus eisehen. Hij doet meer; hij heeft, blijkbaar lang uitgekeken hebbende naar de geschikte gelegenlruJ, zich geducht laten gelden, en zijn positie versterkt, die door de decoratie-zaak, zoo als wij allen weten, niet weinig geleden had. Hij heeft, dit zij eikend, het zeer handig gedaan, Hjj klaagde in zijn tedo er over, dat Minister De Waal Malofijt tegen zijn aandrang tot kerstening van Jtuliö een houding bad aangenomen, die wel in de hecle liberale pers met voetgelrappel en toejuiching was begroet, maar die in au b revolutionaire kringen ernstig pijn had ge il^an. En toen Minister Heemskorok er >n ziju tedo op wees, dat de Regeeiiim in het algemeen, maar de hooi De Waal Malofijt in hel bijzonder, over dit verwijt tl iep was gekrenkt, vroeg de van God gegeven leider, en kocht een mooien koperen halsband voor liem; daarna gingen ze te zamen naar de sociëteit. Thuisgekomen van hun gemeenschappe lijk uitstapje, vonden zij Schuurman in do spreekkamer. „Mijnheer,", zeido hij, „boven is oon dame," die zegt, dat deze hond haar toebehoort." 't Was hem aan te zien, dat het aan staande vertrek van „dat vreesdijke beest" volstrekt niet betreurde. „Zoo, een dame?" dacht Moor. „Dan is Minerva zeker zelf gekomen.... Zeg aan die dame, dat ik dadelijk bij haar kom," vervolgde hij tot Schuurman. Onder dat gesprek was (Jnick naar bo ven gestapt on de zitkamer ingegaan, van waar nu uitroepen van vreugde en lief kozingen weerklonken. „Minerva heeft haar verloren lieveling lenig gevonden," zeide Moor. „Ik dien. nu wel naar boven te gaan en haar te zeggen op welke wijze de homl hier is ge komen. Vervelend genoeg tegenover zoo'n oude juffrouw." De zitkamer binnenkomende, was Moor evenwel één en al verbazing. Op de sofa, met haar armen onr den ontrouwen fox- terrier geslagen, zat een jong meisje, het mooiste en aardigste jonge meisje, dat luj oo'had gezien. Zij stond verlegen op toen hij binnenkwam cn zeide: „Mijnheer Moor, niet waar?" Moor maakte een buiging en gaf oen wan hopig verward verslag van het gebeulde met Quick. „Hoe vriendelijk van U, om zoo goed voor hem te zorgen," zeide zei. „Ilij is bijna drie dagen weg geweest. Mijn vader,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 5