.i 64"° Jaargang. Zaterdag 13 Januari 1912 No. 13814 Tweede Blad. Hoe de liefde komt. 'I vf De wereld, waarin men zich. verveelt. Twee paedagogisclie padvinders. ,J« hebt gelijk," mompelt (io jonknuyv BIMENLAm Binnen een jaar zijn zo man en vrouw, K I? fl sl IM; ïi SGH1! BI!;S! Cï: COURANT Deze courant verschijnt d a g o 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en VI aardingen fl. 1.25 franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en VI aard in gen 10 cent. 1 Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. r r" Advertentiën voor het' eerstvolgend nnmmer moeten des middags vóór oen uur aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs der Advorlentiën: Van 16 regels fl.0.92iedere regel meer 15 cents. Reclames HO cent per-regel. Grooto letters naar do plaats die zij innemen. Advorlentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieyen hiervan zijn gratis aan hot Bureau te bekorr.m. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aari het Bureau te voldoen. Tntorcommunnlo Telefoon No. 103. In een der buitenlandsche bladen vinden wij van een Amerikaansdio journaliste ceri interessant artikel, waarin (Ie vrouwenbe weging van een geheel nieuw standpunt bekeken wordt, ltet artikel gaat over loeg- loopende vrouwen in Ameiika. De titel zal velen een tegenspraak in zich/el ve gelijken, fu onze. behoefte om bekende na tionale eigenaardigheden te generaliseeren zien wij den Vankeo altijd haastig vooit- werkendo, overeenkomstig zijn spreuk: „tijd is geld". Ken Japansche behoort aan chrysanten te ruiken, doch „doet" voor ons niet als telefoon-ju li') uuvKen goed gekieede, we) gemanierde Turk lijkt ons even zonderling als den Amerikaan, den Italiaan en den Rus een Hollander, jh° niet op klompen loopt, niet een wijden broek draagt, niet rookt en geen jenever drinkt. Kn toeh zijn er iu Amerika leegloopende vrouwen. Ja liet schijnt, dat er meer leegloopende vrouwen zijn dan elders. En dit om de eenvoudige reden, dat er ginds meer machinaal gedaan wordt en dat de gewoonte om met het gezin in pensions, zoogenaamde, boardinghouses of woning hotels, te loven, ginds veel algemecner is clan bier. Merkwaardigerwijze zijn 't ech ter niet vooral -do alierrijksten, die zich aldus alle werk uit handen genomen zien. doch do alleen-maar-welgestelden, die om don broodo niet behoeven (e werken. Nu kunnen wij van hieruit niet beoor- deelen of bet beeld, dat de Amerikaansc.be journaliste van deze haar zusteren geeft, juist is. Doch wij achten het der moeite waard op het door haar gegeven beeld wat nader in te gaan, omdat daarin toch wel algemeen-men.sehelijkc trekken zijn. Do door haai' bedoelde vrouw leeft al leen in de groot ere steden. Iu de kleinere heeft men niet zoovele pensions en „wo ningshotels" en is er meer intime omgang tusschen de verschillende families. In die grooterc steden leeft zij in pensions of in zeer kleine woningen met veel hulp van een „help" en allerlei instellingen, tot het verlichten van don huishoudelijken arbeid, terwijl zij daar in den regel weinig omgang heeft. Een sociale rol spelen kunnen zij niet, want dat kan in no groote steden alleen iemand doen, die veel geld heeft en kost bare feesten kan geven. De beste van deze vrouwen vinden na Umrtijk werk in allerlei liefhebberijen. Zij doon iu eenige richting aan maatschappc lijk werk of aan literatuur of kunst. Doch volgens onze Amerikaansche zegs vrouw zijn dat uitzonderingen. Do groote meerderheid der vrouwen on dochters uil Als hel stil is iu het dorp, is het zoo prettig hot waler te hooien ruisoheii; Con rad Metzier vindt da! ook; maar als hel druk is aan de bion en de stommen van jongens en meisjes door elkaar klinken, houdt hij zich op een afstand. Maar nu is er slechts één persoon eu wel Biubele, zij homlt de koperen kan, het sic raad van elk huishonden, onder den water straal. Evenals in Griekenland worden die kannen op hel hoofd gedragen. Riirbele heeft baar Zondagscho kleereii aan; het donker lakcnsche, roodgestreepte kleed reiki tot aan haar enkels; de schouderbedek king is van mooi, gebloemd katoen; dc ruime mouwen en bet schort zijn hagel wit; liet kapje met de afhangende lintei heeft ze niet opnaast haar lig! bet hout' laken kussen, dat het. hoofd moei bescher men tegen onmiddellijk aanraking met rb* kou. fn plaats van dc broedo zijden linlen ziet Conrad iets anders, wal hem beter bevalt: twee zware, bruine vlechten, die laag neerhangen, bijna tot aan den rand van liet kleed. „Mooie linten kan iedereen wol koopen," denkt de zoon van Motzier. den boer, „maar zulk haar ziet men in hot heelc dorp niet." De kan is nu teil boorde toe vol: Biir jbej9 Jrekt haar mot een kraehtigen ruk deze welgestelde kringen doet niels en wil niets doen, interesseert zich voor niets en wil zicii voor niets intevesseeren. Zij brengen haar dagen door met luieren en winkels afloopen, waar zij allerlei iateif uit pakken en de verkoopsters tot groofe in spanning dsvingen, zonder ooit iets van belang te koopen, daar haar budget be perkt is. Het schijnt vooral dit soort vrouwen Ie zijn, dat de rechtszalen ijverig bezoekt, wanneer er een of ander schandaaltje aan de orde is en dat aan die gewoonte blijft vasthouden, hoe vaak daartegen ook gepro tcsteerd wordt. Ook moeten i^i hardnekkige huizen hu m eist® zijn, die overal waar maar een huis te huur is, direct op liet appèl verschijnen. Het is haar daaibij na tuurlijk niet to doen om inderdaad Ie huren, doch nicer om weer eens oen nieu we tijdspasseernig te hebben en om te zien hoe. bet er bij anderen, uitziet. Hel, is de wereld, waarin mm zich ver veelt. Maar een heel wat droeviger wereld, dan de bekende van Pailleron. Tot zoover de Amerikaausche journaliste. Er zijn al zooveel onvriendelijkheden ver teld over do Amerikaansche dames, dal men over deze nieuwe afkeuring niet ver bansd kan zijn. En nu willen wij gaarne aannemen, dat do schrijfster overdrijft, iets waars moet er toch wel in zijn. En die waarheid zal wel vooral hierin liggen, dat bij de toenemende arbcidsverdeeling de. huisvrouw, gelijk wij die kennen, begint te verdwijnen. Kon men nu voor al dezo da mes nuttiger en verhevener werk vinden en kon men lunar don dwang tot werken geven, die er ligt in den strijd om hot dagelijksch brood, dan zou dat zeker bui tengewoon goed zijn. Want ledigheid onze voorvaderen luidden daarin volmaakt gelijk is des duivels oorkussen. En dat zeiden dezo waardige lieden of schoon zij nog maar heel weinig „weet" hadden van dezen allermodernste)! van alle duivels, dc zenuwziekte, die in zulke ge vallen op den loer ligt. lfol is zeker dan ook een hygiënisch belang van niet ge ringe beteekenis, dat ieder binnen zekere grenzen werken moet. En het is voor een volk zeker van jgroot belang, dat dc moe ders en de aanstaande moeders dien dwang tot werken alle ondervinden. Want met de zenuwziekte, ligt de degeneratie op den loer, die zijn prooi oumdidollijk Ie pakken heeft, zoodra veel van dit, soort mensc.hen voorkomen. Onze Amevikannschc confrère bevestigt dit trouwens in dit geval dooi er op te wijzen, dat deze dames hoe langer hoe meer behagen scheppen in pi kante rechtszaken en in pikante roman- netjjs. Doch hoe hierin verandering ie bren gen Het is een vraag, waarvan wij do be antwoording aan de Amerikanen, oveilaten, mits wij ons dan maar bezighouden met de vraag, iioe te, verhinderen dat ivij deze ongewenschte toestanden krijgen. naar zich toe on daalt (bui een trede af, om het hoofd cr onder te btilgen. „Wacht, ik zal u helpen." Pijlsnel draait ze zich om, ze ziet Conrad Metzier, en eerst na een pauze zegt ze: „Wel, well Dat heeft nog nie mand gedaan." Zij neemt de, hulp van den jongen man aan, en als de kan op haar hoofd staat, zegt ze; „Dank u wel." „Dat is niet noodig," antwoordt, ('onrad, ;ds om iets te zeggen. „Wjj gaan samen, wij gaan denzelfden weg." Barbede hooft er niets tegen; flink stapt zij den weg op, en Conrad bewondert haar heviüligeu en toch vasten tred; met, wel gevidlcn rustel zijn blikken op de buig zame leest, en de zachte ronding van den boezem. Ten slotte zegt hij: „Hebt gij wel eens voor iemand uit. de stad, een schil der, gezeten, om uw portret te laten ma ken ?i „Noen,"- antwoordde zij kortaf, „daar bob ik nooit trek in goh ad. Daar was er wel een, maar tegen dien heb ik gezegd, dat alle meisjes dezelfde kleuren dragen en dat ik geen tijd had." In de oogen, van den jonkman komt een schittering; zonder eon kenner te zyn, heeft hij al gemerkt, dat die. kleeron haar boter Ideeden dan de ander® „Gaal gij nooit naar dc daiisplaats, Har- bele?" „Hebt go ine daar wol eens gezien?" „tk ga zedf nooit." Zij lach on beiden schaterend; vervolgens Ook dezo vraag is niet gemakkelijk te beantwoorden. liet svonen van families in pensions of hotels is bij ons nog maar een groote zeldzaamheid. Kn onze gewone woning-cisehen, onze wenschen om niet alleen een eigen woning maar ook zoo veel mogelijk een eigen huis te hebben, staan aan de ontwikkeling van dit insti- stuul wel in den weg. Toch is ook hier voor ons een gevaar. En toch dienen wij bij de osmrweging van de niet Ie miskennen voordooien, die aan dit instituut verbonden zijn, niet uit hel oog te verliezen, dat in hot boven staande een groot nadeel van dergelijke in richtingen aan het licht komt. Nu weten wij wel, dat dc theoretici aan een en ander niet veel gewicht hechten. Velen zien bet werk van de huisvrouw en de dochters in ons huis met minachten den blik en verlangen iets hoogers voor haar. Deze wensc.h is zeker respectabel. Doch hoe moet het gaan als er geen honger werk voorhanden is ,als er geen lust of geen aanleg in „honger" werk is en vooral als de dwang, het heilige moeten, dat bij iiet huiswerk niet gemist wordt, bij dal hoogeve werk gaaf ontbreken? Wij vroezen, dat wie- aldus naar hnogcr streeft, veel kans zat hebben bij iets zeer laags terecht te komen: ledigheid, luiheid en allo leelijke gevolgen daarvan, die de bedoelde Amorikaanseho journaliste -ons heeft afgeschilderd. Het is toch opmerkelijk welke grooto be langstelling er in leekenkringen tegenwoor dig voox' opvoedingsvragon is en welk een geweldige beweging er is in de kringen der opvoeders. Bijna elk jaar staal op da,t gebied onder den invloed van een nieuwe groote beweging. Negentienhonderd elf stond zoo al thans voor Nederland en liet vasteland van Europa in hot toeken der padvinders- beweging. Nn weten wij wel, da,l velen daarvoor een beetje don metis optrekken als voor een mode be weging, dat men niet ten onrechte verklaart, dat. wellicht op geen ander gebied zooveel onbekookte plannen verdedigd worden en zooveel enthousiaste prosolyten voor elk nieuw beweginkje ge vonden werden als juist op dat gebied der opvoedkunde. Kn dat. in de padvinders- beweging de mode niet een woordje mede- sprcokt, zal men ook al niet kunnen bo- beweren. Doch is dat verkeerd? Is dal op zichzelf ai een reden om de padvinders-beweging mi in |lnuir geheel jol een relletje te ver klaren? Is het niet .mogelijk, dat zij. die de beweging hebben opgezet, handige or ganisatoren waren, die begrepen hebben dat hun laak heel wat gemakkelijker zou blijft Barbele staan en' zegt: „Je bent oen wonder! ijk e j ongen 1' „Houdt ge me voor den gek?" ,,Ik?" zegt ze verwonderd. Hij maakt een beweging mei zijn kvacii- tigen arm en wijst in do verte. „Als de vreemde hoeren uil, Tubingen overkomen, heeft dan nog geen je het hof willen maken?" Mot haar kleine vuist schermt Riirbele in du lucht en zegt: „Laat er eens een komen 1 Ik haaf ze allemaal 1 Dat komt," voegt zy er verklarend hij, „dat vader zijn leven huig nooit heeft kunnen uitslaan, dal zij van Heidelberg tot Tubingen de vlotters uitschelden voor „Juckele spen". Dan wordt bij woedend. Kil wal heett bet ook te beduiden?" „Ik weet het ook niet," geeft ('onrad ten antwoord. Nu gaan zo zwijgend naast elkaar voort, steeds in donzelfdon stap. Conrad nec-.int nog eens de krachtige meisjesfiguur van '1 hoofd tot de voeten op; hij hoest, krygl een kleur, hoest nog eens, en ais nu do bruine oogen de zijm ontmoeten, zogt hij snel; „Riirbele, wat ben je mooi Hoe heeft hij hot durven doon? Het ver metelste woord, dal een jongen oen meisje kan zeggen; en het staat gelijk met een liefdesverklaring. Zou Riirbele daar over oen steen gestrui keld zijn? Zij heeft werkelijk water ge stort -uit Ido kan, die zij op haar fier hoofdje (haagt. worden als zij een zoo groote macht als die der mode tot bondgenoot konden krijgen? Over het geheel echter schijnt ons de padvinders-beweging meer dan alleen maar oen modotje. lËjti .daarbij willen wij ons allerminst partij stellen in den hom—ri- schcn strijd over bet pakje, over de be loften, over de groote (moeilijkheid om de beweging niet te doen ontaaiden in een geurige aristoeraatjes-heweging, een moei lijkheid die de groote iinnn van de be weging, de heer Radon Powell, bekt van Mafeking, blijkens iziju artikel in de Nine teenth Century van Augustus ook zelf wel degelijk inziet De padvindersbeweging schijnt vóór alle- als symptoom belangrijk, tu dc school zoo redeneert Raar oprichter zit alles vast aan oude methodes eu trachten wij fo veel uitsluitend naar IverseiionlwikkelLng. Eu w.'ij moeten voorat goede karakters heb ben, mensc.hen die in bet riageliijkselm, prae- tische leven wat durven en wat kunnen. De kinderen mooter ook studeeiv.n al dus dc Jativousc tBj. P,. in energie en vastberadenheid, in eergevoel en zelfver trouwen, altruïsme, weer-tamlsvermogen en vroolijk optimisme. Of mt met do padvimlorsbeweging een en ander vooral of uitsluitend te bereiken is, of men door do beweging de werkloozen tol werkwilligen in <le koloniën zal kwenen maken, willen wij buiten beschouwing laten. Doch de critiek op ons opvoedingssysteem, in do geciteerde woorden neergelegd, wordt zeker door zeer velen als waar erkend. En dat de aldus geformuleerde critiek vrucht- haar zal zijn ook al mocht de padvinders- beweging in baar tegeuwoordigen vorm te gronde gaan, lijkt ons nauwelijks aan twij fel onderhevig. En zie net is 1911 voorhij en met dat jaar de periode van het ontstaan der pad- vindersbewe-ging of daar bereikt ons een nieuwe stem, 'nu uit Italië, die alweer op een ander gebied van het onder wijs revolutie predikt. Ons bersenonder- wijs zoo 'heet liet in die critiek is niet alleen te beperkt in do opvatting van zijn taak, hot is ook door ea door ver keerd en onlogisch. Dc stem is die van Af aria Atontessori, een naam die Vellicht aan vele deskundigen bekend is, doch die bedriegen wij ons niet voor lonken nog geheel nieuw is. Deze dame is doctor iu de geneeskunde, professor aan de universiteit te Home en leidster van een gehecle reeks kinderhuizen en heeft zeer nieuwe ideëeu op het gebied van scho-olopvocding. Roze dame is van meening dat wij bij de opvoeding de oogen overspannen ten koste van de andere zin tuigen. Zij werkt voorn) met het gevools- zintuig en bereikt daarmee de merkwaar digste resu)taten: o.a. dit, dat de kinderen eerst schrijven en idan Jezen loeren en dit een jaar of drie, Vier vroeger dan thans en met véél minder inspanning. Tiet spreekt van zelf, dat u'ij dit alles niet zoo zonder meer als waar aannemen, dat wij van een „Dat dat komt er van," roept ze boos. Dan wordt er weer «en poos niet ge praat; Comvd krijgt het hoe langer hoo warnier, en ouder zijn vest brandt en klopt het. Als het niet midden in 't. dorp was, zou hij wel „hoera" willen roepen. Bijna aan het laatste huis blijft Barbele slaan; het is één verdieping hoog, ver weerd, met een scheefgetrokken dak; ge lukkig, dat de groote lindeboom bescher mend zijn lakken er over uitspreidt. De lage sclmifraampjes laten zeker weinig licht binnenvoor bet eeuo Maat een half verwelkte roos. Ifet meisje bekommert zich volstrekt niet om haar geleider; zij klimt do uitgeholde trap op en haalt een roes- tigen sleutel van ondei haar schort te voor schijn, en als de deur open is, zegt ze: „Dank u we.!." Re jonge boerenzoon kjjkl haar glim lachend aan. „Onder dien lindeboom moest eon bank staan; dat zou een mooi plaatsje zijn." „Ja," antwoordde zy, ,,ik geloof, dat ik liet vader a! eens gezegd heb." Hij glimlachte weer. 1 „Ken jc altijd zoo alleen m huis, Bar bele?"- i „'t Gebeurt zelden, dal vader eens thuis komt" antwoordde ze argeloos. „Sedert Biislo stierf, sinds mijn elfde jaar, weet ik niet anders." 1 j „En hen je nooit bang geweest?" „Waarom?" vraagt ze mot een trotsch lachje, - en ander de volle verantwoordelijkheid la ten aan il.e schrijfster in „AIc, dure Afa- gazmo" van Mei jl. (Wetenschappelijke Bladen I, •lie ons daarover het een en nader vertolk en dat wij )zeker nog nadere be richten over do methode en hare resiU- taten moeien afwachten ajvorens te kun nen fonstabvren of zij inderdaad het groote belang heeft, dat. men daaraan by de lezing van liet bedoelde opstel zou willen toe kennen. i':l Doch de nieuwe methode zeltf is zeker heel interessant. Zoonis gezegd, wordt veel waaide gehecht aan het gevooLszintuig. De kinderen wonion niet dadelijk terecht .ge wezen. Zij moeten zooveel mogelijk zelf den weg loeren, vinden en zelf de moei lijkheden ovenvinnen. Aran straffen is geen; sprake, van gedwongen stilzitten evenmin, Zij mogen doen wat zij willen, als dat maar, iets behoorlijks is en hebben zelfs een spel waarin zij stilte leemt. Zij konden schrijven voor het te weten. De ontdekking van een der kleine kleuters, dat hij kon schrijven, maakte enorme sen satie in het schooltje on onmiddelijk zette er een ware schrijfwoede in. De overgang van schrijven lot lezen gaat minder snel, doch ook hier is alles spel en zelfoefening. Ja bet schijnt, dat de uit vindster der nieuwe methode een leer- appariuit heeft uitgedacht, welks samenstel ling van dien aard is, dat het de kinderen zonder ■mrterwyzers de fouten doet vinden en voort doet gaan op het pad van het zelf onderricht. Wat dit apparaat eigenlijk is, meldt de geschiedenis niet. Het schijnt dat er pa tent. op genomen wordt en dat men er daarom nog niet verder over schrijft Het zou overigens iets op paedagogisclie kwak zalverij kunnen gelijken. Doch waar het overige dat men ons over het werk van Maria Alontessori meedeelt, zoo interes sant is, dienen wij ons hier van oordeclen te onthouden en wachten wij met belang stelling at wat er nader over deze methode zal worden medegedeeld. Bedriegen niet alle teekenen, dan zul len wij er spoedig wel meer van hoorem Onze Marine. Blijkens bij hot departement van ma rine ontvangen bericht, is Ilr. Als. pant- serschip „Hmnskerck", onder bevel van den kapitein te.r Zoo G. L. Goedhart, 12 dezer van Nicuwodiep naai' zee vertrok ken, ter aanvaarding van den oefeniligs toel it. in den Noord-Atlantischen Oceaan en de Middellandsche Zee. („Stet.") Rechterlijke macht. Bij Kou. besluit van 12 deze.r is be noemd tot griffier bij het kantongerecht te Doesburg, jhr. mr, J. Af. van Aseh van Wijck, thans adjunct-commies bij het de partement van justitie, te 's-Graveuhage. Barbele strekt den eenen arm,' die vrij is, uit. „Als kind ben ik nooit bang ge weest, en nu ik achttien ben kijk maar, ik ben sterk. En nu God zogen je." Zij is binnen, de deur blijft half open; hij gaat niet weg, maar leunt togen den lindeboom en hoort haar in het huis heen en weer dribbelen. Hot is dezelfde zwe vende gang en het is hom, of hrf haai' heen en weer ziet gaan. Er is bijna een half uur verloopon; het venster wordt opengedaan en het hoofd van Barbele komt te voorschijnzij ziet hem niet en lijf roept: „Ik ben er nog." Bet moet gek geklonken hebben, want zij schatert het uit van het lachenmaar voor dat -lachen had hij graag nog een grooterc domheid gezegd. „Hemeltje-lief, waarom dan?"- „Rie rozeknop daar," stamelde hij zoo verlegen ais een schooljongen voor een examinator, ..mijn moeder houdt zoo van rozen." „Daar," zegt Riirbele, en zonder zich to bedenken, breekt ze do bloem af, „neem ze dan maar eu ga naar huis." Het raampje wordt toegeschoven; hij houdt den knop iu do ruwe hand en gaaf nu eindelijk den weg op, dien hij geko men is. Maar als hij uit liet gezicht is, drukt hij do bloem aan zijn lippen, en hij fluit zoo vroolijk als nog nooit iemand van hem heeft gehooid. I .P< e i I i (3- - m Ti

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1912 | | pagina 5