64*" Jaargang.
Zaterdag 20 Januari 1912
ino. 13820
Tweede Blad.
Trouw niet, trouw nooit.
"Weer failliet P
GEVEN.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, mat uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prjjs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingea £1.1,® franco.
p*r post fl. 1.65.
Prjjs per week: Voor Schiedam en Vlaardingeu 10 eeat,
Afzonderlijko nummers 2 cent
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advortentiën voor het eerstvolgend nummer moeten dea middags vó&r eon
our aan het Bureau bezorgd zjjn.
Bureau: Laugo Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Prjjs der Advertentiën: Van 16 regels fl.0.92; iedere regel mee
15 cents. Reclames 30 cent por regel. Groots letters naar de plaats die
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In do nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschenen, worden zoogenaamde kloino advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie^ bjj vooruitbetaling aan hot Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
POLITIE.
De Commissaris van politic herinnert aan
'de volgende bepalingen uit de politiever
ordening:
lo. "Wanneer het vriest, is hot verboden
de straten of stoepen to schrobben, te dwoi-
ben of te boenen, daarover watef^to doen
uitioopen of te gieten en aan straat glazen
te wasschon; en
0o. Ieder hoofdbewoner van eenig ge
bouwd eigendom, ieder gebruiker van eenig
afgesloten, onbebouwd erf, ieder eigenaar,
behoeaxler of gebruiker van eenigonbe
woond gebouwd eigendom, of -van eenig
ongebruikt afgesloten, onbebouwd erf, is,
wanneer de straten glad zijn, verplicht to
zorgen, dat de kleine steonen of trottoirs,
het pad vóór- en langs zjjn. gebouw of
erf of on afgesloten gedeelte van stoepen,
tor breedte van minstons één meter, met
zand of nsch worden bestrooid.
Overtreding van no. 1 wordt gestraft met
een boete van ton hoogsto f 1,en van no,
0 met eon booto van ten hoogste f 3.
Hjjj herinnert er voorts aan, dat met het
strooien niet. moet worden gewacht tot
dat do politie komt waarschuwen dat het
noodig is, maar dat het uit eigen beweging
moet geschieden. Ami de agenten van politie
is last gegeven streng op do naleving van
vorenstaande bepalingen toe te zien.
Schiedam, 18 Januari 1919.
Een aantal jaren geleden heeft een Fran-
sche publicist verklaard, dat de werenschap
failliet was of liever' want hij sprak
nog stouter woord uit dat zij bank
roet had gemaakt.
'Wie de schuldcischers waren, welke de
vorbintenissen waren, die de wetenschap
had aangegaan en niet was nagekomen,
wie eigenlijk de weienschap was en wie
'do rechtbank, die de competentie had om
over een zoo moeilijke zaak te heslissen,
werd niet verklaard. Do wotenschap was
failliet en daarmee uit.
Do wotenschap heeft zich terecht
van dit faillissement hooi weinig aangetrok
ken. En wie er zich mco heeft bezigge
houden, kon betrekkelijk spoedig aantoonon
dat de verbintenissen, welke op Üe verifi
catie-vergadering ter tafel werden gebracht,
niet, inderdaad door do wetenschap wa
ren aangenomen doch slechts door enkelen.
Er was m. a, w. onzekerheid over wat „de
wetenschap" was en die onzekerheid is
er nog.
Do geduldige, zoekende, wijze wetenschap
is bescheiden, gaat geen verbintenissen aan
boven haar macht, is zich bewust van do
beperktheid van die macht en kan dus niet
failliet gaan. Doch er is oen andere weten
schap, die niet zelden boven ltaar midde
len leeft, 'die do wijsheid meent in pacht
fe hebben, andersdenkenden verkettert,
vaak persoonlijke symphatleën en belan
gen invloed doet hebben op haar gedra
gingen. die pompeus, wij zouden bijna zeg
gen ietwat kwakzalver achtig naar buiten
optreedi, die de reclame niet versmaadt
en alles weef, alles verklaart, alles begrijpt.
Deze wetenschap kan failliet gaan, doet dat
ook telkens, doch geeft het werk niet op.
Het is de wetenschap van het soort, dat
indertijd een groot Fransch geleerde de re
sultaten van.het werk van een groot Neder-
landsch (Amsterda.mschj geleerde buiten liet
officieel© Frankrijk deed houden, alleen om
dat het hom niet paste.
Nu zou de vraag of deze wotenschap
al of niet failliot is, hol publiok weinig bo-
lang inboezemen, ware hot niet juist deze
er van. houdt tot ons af te dalen en ons
do resultaten van haar onderzoekingen mee
te doelen. Niet altijd staan die resultaten
vast en zoo komt het, dat wij telkens ge
neigd zijn de heer Brunetière na te spre
ken en ons te verbazen over een nieuw
faillissement.
Waar wij, publiek, b.v. nog al eens met
do wetenschap in aanraking komen, het
is in do rechtszaal, waar wij do deskundi
gen nog al eens ontmoeten. Wij1 zien dan
gelukkig heel vaak, dat de deskundigen
het niet met elkaar eens zjjn en dus
„des" niet allen zóó kundig zijn als
zij wel eens voorgeven. Doch soms ook
schrikken wij op als achteraf blijkt dat
het met die deskundigheid soms wel eens
meer scheïn dan werkelijkheid is.
Zoo hebben wjj b.v. vele jaren gehoord,
dat men bij de verdenking van arsenicum
vergiftiging de slachtoffers onderzocht heeft
on in hun organisme sporen van arseni
cum heeft gevonden.
Daaruit werd dan geconcludeerd, dat ver
gif waa ingegeven totdat eon geleerde
is het niet oen bekende Nederiandsehe hoog-
leeraar, die een grooten naam heeft op hot
gebied vaar do op het recht toegepaste na
tuurwetenschappen? totdat een geleerde
op het idee kwam eens bij zichzelf op
onderzoek uit te gaan of hij ook - daar
arsenicum vond. Ee zio in zijn urine
vond do onderzoeker arsenicum. Deze on
derzoekingen werden voortgezet en beves
tigden, dat bjj vele personen op deze wijze
arsenicum kon worden gevonden rn veel
grootcr hoeveelheid dan men zich dat als
mogeljjk had voorgcstold.
iWaar blijft men nu mot die vroegere
deskundigen-verklaringen, die in wie weet
hoeveel govallen eon. veroordeel Lng tenge
volge hebben gehad.
Faillissement der wetenschap? Neen maar
voor leken het bewijs, dat toch wet wat
veel als volmaakte zekerheid wordt op.
gedischt wat achteraf oma heel groote on
zekerhoid is geweest.
Hot laatste bewijs van dien aard, dat
Lievo moedor!
Herhaaldelijk schrijft u, dat hot u aan
genaam zou zijn, als ik mijn vacantie-
dagen in Arnhem doorbracht: maar dezeD
keer kan ik het housch niet doen.
Laura's ouders hebben mjj dringend uit-
genoodigd te komen; ik weet, wat dat bo-
teckcnt. U bobt Laura, toen u haar in
Erms leerde kennen, liefgekregenmij is
zij nog een vreemde. Ik weet niet, of zij
rnjj smypathiek is, maar ik ben voorzich
tig omdat ik de gevolgen inzie. Ik bon
een doodsvijand van zulko bezoeken, die
een huwolijk ten doel hebben, en daarom,
lievo moeder, kan ik ditmaal niet aan uw
verlangen voldoen. Ik heb oom Alfred ovor
het geval geschreven, en die antwoordt
me: „Trouw niet, nooit, nooitI"
AVat kan oom, dio toch gelukkig ge
trouwd is, 'tot zulk een waarschuwing bo-
wogen hebben? Ik dacht er ernstig over
na en kom tot hot besluit, voorloopig alle
huwelijksplannen uit tc stollon en niet
naar Arnhem to gaan.
Laura moet, zooals u zegt-, lief en „goed
zrjn, maar van mijn aanstaande vrouw ver
lang 'ik meer.
Ik bid n, lieve moeder) Uiijh rféhaw.fjze
terecht algemeen de aandacht heeft getrok
ken, is geleverd in de geschiedenis van
de vergiftiging in het Borlijnsche Tehuis
voor Dakloozen. Daar was men nu in een
groot centrum van weienschap, daar was
materiaal te over, politie en justitie werk
ten om het hardst mee om het den mannen
der wetenschap gemakkelijk te maken. En
kelen van deze mannen hadden vrij gauw
een oplossing. Het was een zeldzaam en
interessant geval van botulinusvergiftiging,
daarover waren zij hef na twee dagen eens.
Do bacterie, die het hem deed, werd haar-
fijn beschreven, het verloop dor ziekte sloot
do gedachte aan elke andere ziekte uit.
En bij allo sectics kwam men steeds weer
tot hetzelfde resultaat.
Er moeten geleerden geweest zijn. die
van het begin af getwijfeld hebben, anderen,
dio verklaard hebben-4 het niet te weten,
doch niet Weinigen wisten het wel en gaven
uiting aan hun wetenschap.
Totdat de omstandigheden ineens leer
den, dat. er van bokkink'jes en dus van i
tulinusvergiftiging geen sprake kon zijn en
men aan methyl alcohol moest denken. De
ietwat voorbarige deskundigen moesten toen
rechtsomkeert maken. En spoedig las men
weer de ploc-htigste en meest pakkende ver
zekeringen, dat het methyl-alcohol moest
zijn en 'niets anders kon zijn en nooit
anders kon zijn en nooit anders kon ge
weest zijn, enz. enz.
Faillissement der wetenschap?
Zeer zeker niet. Maar wel een grappigs
vergissing van enkele dienaren der weten
schap, die bizonder opmerkelijk is, om
dat zij in een wetenschappelijk centrum
als Berlijn is voorgekomen,
Het schijnt aan velen toch maar moeilijk
te vallen, t,e erkennen hoe weinig men toch
eigenlijk vast, zeker wéét en* dan een hou
ding aan te nemen, die met deze erken
ning in harmonie is.
goed te willen begrijpen en mjj mijn gou
don vrijheid nog oonigo jaren te laten.
In standvastige liefde,
Uw zoon Oskar.
Besto jongen!
Jo bont op dwaalwegen. Laat jo door
oom Alfred niot van de wijs brongen. Wat
hem bewogen heeft je te schrijven: „Trouw
niot, nooit, nooit", begrijp ik heel goed.
Om des lieven vredes wille, heeft hij
zijn vrouw to veol toegegeven. Do huis
houding kost onzinnig veol. Hij heeft het
mij reeds vóór jaren uitgerekend, dat bij,
zoo hij niet gelrouwd was, nu van zijn
ronte zou kunnen leven, inplaats van nog
als een lastdier' te moeten zwoegen.
Als wij Laura van West voor jo be
stemmen, dan zijn wij verzekerd, dat zij
ondanks haar mooion bruidschat, een een
voudig, degelijk meisje is. Leer zo ken
nen, Oskar-lief I Een bezoek verplicht tot
niets, to meer, daar, zooals mevrouw mij
schrjjft, er een nichtje uit Don Haajj" gelo
geerd is. Z\j wil voor haar examen stu
dceren, om eens voor zichzolve te' kunnen
zorgon.
In jo volgenden brief hoop ik, dat'je
ons mee kunt doelen, hoe Laura jo bo
valt.
Na harloljjko groeten,
Je Aioeder.
LioVo Moeder,
Sedert jïi1® dnijbb ben ik i» Arnhem
„In zaken van handel is de fout dei'
Hollanders te veel te vragen en te weinig
te geven."
Het is de inhoud van het oude Engel-
sclio rijmpje. Vermoedelijk is hot den En-
gelschen ing '"ven door broodnijd, mis
schien hoeft „et zijn ontstaan aan eenige
andere oorzaak te danken. Doch in elk
geval is het bekend en zal het wel veel
waars bevatten.
„Wij geven te weinig!" heet hef dus.
In haar algemeenheid is deze stelling,
dunkt ons, niet juist. Hoe zal liet anders
mogelijk zijn, dat onze voorvaderen op het
gebied der weldadigheid oen voorbeeld
voor do geheole wereld geweest zjjn.
Toch is er, dunkt ons, wel iets van
waar. In velerlei zin. In de eerste plaats
natuurlijk in den gebruikelijken handelszin.
Wij kunnen ons denken dat het een fout
van vele Nederiandsehe handelaren is om
liooge prijzen te vragen en toch geen pri
ma waar te leveren. Doch in hoever deze
fout meer in ons land dan in eenig ander
land voorkomt, kunnen wij niet nagaan.
Andere is liet me-t hei geven in meer
algemeeiien zin. Ons worden hier gewoon
lijk twee voorbeelden voor oogen gedold
de Belgen en de Amerikanen.
Eerstgenoemden geven gemakkelijker hun
geld uit Dat is zeer zeker een nadeel, waai
er spi-akc is van minder welgosteldeii.
Spaarzaamlveid is zeer beslist een goede
eigenschap, in zoover als daaruit blijkt
zorg voor den dag van morgen, zorgzaam
heid voor de naast.bcstaanden en verant
woordelijkheidsgevoel. Ook voor het volk
als geheel is spaarzaamheid een goede
eigenschap. Doch deze goede eigenschap
wordt overdreven, wanneer zij in gierigheid
cn krenterigheid ontaardt, wanneer het spa
ren een sport wordt, wanneer men niet
leeft overeenkomstig zijn vermogen doch
zoo zuinig mogelijk leeft zonder dat men
dit behoeft te doen uit zorg voor do toc-
omst van zic-hzelf en van zijn naastbe-
taanden.
En. nu is het niet heelemaai onjuist,
wanneer men zegt, dat er onder de zeer
welgesteldeNederlanders verscheidene
rondloopen, die wat al te veel aai het
geld zelve hangen. Wij vragen nu nog niet
dat dezen groote schenkingen zullen doen.
Maar toch zou onze welvaart zeker wat
algemcener worden, indien de meest wel
gestelde burgers van dit land iets van deze
vastlioudendhcid konden afleggen en op
wat royaler voet leefden.
Wij weten het den menschen .minder
spaarzaamheid aan te raden is gevaar
lijk, omdat er zoo'n groote meculerheid
is, dio van de hand in den tand leeft en.
veel gelukkiger zou zijn indien zij de zui
nigheid wat meer beoefende. Doch omdat
men bij de min welgestelden vaak zoo"n
gemis aan spaarzaamheid opmerkt, behoeit
men daardoor nog niet uit het oog to ver
liezen, dat aan de andere zijde bij de
zéér welgestelden wel heel vaak een
spaarzaamheid hecrscht die schadelijk is
voor de algemcene welvaart, ja. voor dc
volksontwikkeling. Men behoeft nog niet
in het Belgische uiterste te vervallen en
kan toch heel wat meer geld laten verdie
nen, heel wat meer geld uitgeven, {en bate
van instellingen van kunst en wetenschap,
die in het in zooveel opzichten royalere
buitenland (wij doelen hier o. a op
Duitsohland) beter kunnen bestaan dan
hier.
Men denk o b.v. alleen maar eens aan
datgene wat de ünitschers b.v. voor dc
opera over hebben en aan wat wij daar
aan geven.
Naast dc Belgen weiden ons de Amerika
nen ten voorbeeld gesteld. En ditmaal niet
als gelduitgorers doch als geldgevers, als
schenkers. Ook hier is een opmerkelijk
verschil tusschcn do Angclsuksen om
alleen dozen nu maar te noemen en
ons. En dit verschil is zeker niet zoodanig,
dat hef onzen volksaard op zijn voor-
dceligsl doet uitkomen.
Schenkingen niet legaten maar schen-
bij do Van Westen, on vind het zeer
sympathieke lui.
Laura is verlegen, maakt niot den in
druk van oen in een rijk huis opgevoed
moisjo. Haar kennis is gebrekkig, haar
geestelijke horizont bekrompen. Ondanks
haar aardig uiterlijk en elegante toiletten
heeft zij geen charmes voor mij. Vee! liever
praat ik met haar Ilaagsche nichtje; zij heet
Rosa Alers, is een verrukkelijk, levendig
meisje, heeft veol geleord, is geestig, plaag
ziek, goedhartig, een schat van een meisje,
dat ieders hart in een oogenblik verovert,
Laura verbleekt als ik haar met Rosa
vergelijk.
Doo geen mooite meer, moeder! Voor
Laura zal ik mij nooit, al bezat, zij ook
een millioen, kunnen intoresseoren. U
weet, verstands- of geldhuwelijken stieten
mij altijd tegen de borst.
Bij Rosa hoeft u mjj niot over 'to ha
len. Zij behoort tot do zeldzame schoon
heden, dio op hot oogenblik, dat men ze
ziet, het hart hooger doen kloppen. Spreekt
men mot haar hier breek ik af, want u
zult mo dadelijk toeroepen of iiover schrij
ven: „Handen thuis! Je mag geen arm
meisje trouwen 1 Jo moet aan je toekomst
donken
Ja, helaas, het is, zoo. Ik wildo reeds
heden vertrokken, maar mevrouw West
heeft mij nog twee dagen afgeperst. Zij
gev'on Zondag een groot diner mjj ter
core. Ik kon niot neen zoggen blijf
ook -*=- Oprecht bekend) gaarne
kingen komen in Nederland eigenlijk
maar heel weinig voor. Iedereen kent tie
weinige gevallen, het recente in Rotter 'a
een tweelal gevallen in An^terdlSfi c„
een paar nog in. enkele provinciesteden.
Doch over het geheel zijn wij al lieei,
heel weinig royaal.,
Hot. ergerlijkste gemis aan royaliteit heb
ben wij zeker aan den dag gelegd, toen
cv sprake was van een Vredespaleis. Daar
moest nota bene eer. Amerikaan voor ko
men om dat cadeau te geven. Had men
dat n.iet kunnen voorkomen? Was het toen
niet de juiste gelegenheid geweest om eens
een mooi gebaar te doen, om op het juis
te moment te toonen, dat wij ook iets
groots kunnen doen?
Niets daarvan. Hetbelangrijkste huis,
dat in Holland staat, is geen Uol-
landsch huis. Waarlijk, als de vredesbe
weging verder komt, dan zal dit Paleis
steeds in beteekenis winnen. Maar steeds
meer ook zal het voor de onzen een her
innering zijn aan de krenterigheid van Ne
derland op een moment, waarop die al
lerminst op haar plaats was.
Dit gemis .aan royaliteit nu treft den
vreemdeling in Nederland altijd weer. Dc
welgestelde, do rijke Nederlander geeft
niet genoeg uit en heeft weinig genot
in geven. Ér z.jn enkele opmerkelijke uit
zonderingen. Wij willen zelfs aannemen,
dat in Nederland meer in stiito gegeven
woidt dan elders, wij hebben meer dan
"•mrs de bewjjzen gezien dot hongvtawa
de iandgonooten ook op dit gebied een
fcarlgcondigert afkeer hebben van alles nat
naar reclame of aanstellerij lijkt.
Doch het groote gebaar van geven, dat
mooi is en anderen tot navolgen aanspoort,
kan men in Nederland niet veel opmer
ken, Wanneer dc Amerikanen uitrekenen
dat er in 1911 m hun land 87ó mdhoeii
voor nuttige instellingen re gegeven, a ;m
neer men telkens weer in Engeland kan
constateeren hoe gemakkelijk daar groo
te bedragen voor zaken van algemeen bt-
lang bijeen worden gebracht, dan is es
tegenover die sclu derende cijfers in de
Nederiandsehe royaliteit een tekort, dat
niet zeer vleiend is voor ons nationaal
bewustzijn, doch dat wij toch als zoodanig
dienen te kennen.
Rosa Alers wordt mijn tafelbuur. Waar
om niet do dochter des huizes? zult u
vragen! Het is mij ook raadselachtig. Mis
schien wil men den gasten niet toonen,
dat men mjj om haar liet komen. Oom
Alfred schrijf ik vandaag, dat ik mij met
zijn theorieën van ongetrouwd blijven niet
geheel vereenig. Het moet toch heerlijk
zijn aan de zijde van een liefhebbend, ge-
ljjkdenkend, ideaalgevcnd wezen den le
vensweg to wandelen. Jammer, jammer,
dat Rosa
Neen, neen, vrees niets, lieve moeder,
ik weet mij to beheersclien't Is slechts
een opwelling van mij, hol zou strafbare
lichtzinnigheid zijn het arme meisje ijdele
hoop voor te spiegelen. 0, als Laura Itosa
waro! IJdele wouscli!
Met duizend groeten,
Uw Oskar.
Geliofdo moeder.
Ik ben de gelukkigste der menschen. Ver
beeld u eens; Laura is Rosa en Rosa is
Laura. Om mij beter te lecren kennen,
hebben de nichtjes van rol verwisseld. En
op het groote diner kwam alles uit, en
ik, die den avond tc voren wie kan
tegen zijn gevoel 'do schijnbaar arme
nicht mijn liefde had bekend, wist niets
beters te doen, dan m(jn aangebedene op
het oogenblik, dat do sluier van het go
heim viel, in tegenwoordigheid van het
geheelo gezelschap, te omholzon.
O, liofsto moedor, ware u daarbij ge-
FRANSCHE BRIEVEN.
PARUS, U Jan. 1912.
Do ministcricelo crisis is, tegelijk met
do week, die haar zag aanbreken, geëindigd
en de Parjjzemur is daarover niet onto
vreden. Wanneer men de ernstige en ge
wichtige omstandigheden in aanmerking
neemt, waarmede ze vergezeld ging, ina«
men echter beweren, dat die crisis, te
Parijs zelf, minder beweging gewekt heelt
dan in bet buitenland. Het gros der Pa-
rijzenaars is, over het algemeen, vrij koud
gebleven bij het feit, dat het land etui
dagen lang regeeringloos was, op een oogen
blik, dat het Fnonsch-Duitsche tiaktaat op
woestHet was een droom van genot,
die in latere dagen mijn hart nog met
jubel zal vervullen. En ik ezel1 dacht er
aan ongetrouwd te blijven t Ik ben alleen
op uw aandringen naar Arnhem gereisd,
niet vermoedende, wolk con engel de Voor
zienigheid mij schenken wilde. Duizend
maal dank, Moederlief
Laura is een ideaal 1
Over acht dagen heeft onzo offieieclc
verloving plaats, Natuurlijk blijf ik zoolang
hier. Wat verheug ik mij, u te omhelzen,
u tot getuige te maken van mijn geluk.
Al mijn theorieën van niet trouwen zijn
door Laura's betooverendo lieftalligheid tot
zwijgen gebracht. Ja, men moet trouwen
als men het geluk heeft zoo'n mooi, gees
tig, engelachtig goed meisje tot levensge
zellin te verkrijgen.
Mijn bekeering vervult u zeker, lievo
moeder, met groote vreugde, maar zij heeft
alleen betrekking op mijn bizonder geval.
Zou een ander mij raad vragen, die, een
conventie-huwelijk aangaande, liefde hui
chelen moest, dan zou ik hom met oom
Alfred's waarschuwing toeroepen: „Trouw
niet, nooit, nooit!"
Dus, dierbare moeder, tot wedorziens bjj
mijn verloving met do allerliefste Laura.
Uw gelukkigo zoon,
Oskar.
SCHIEDAMSCHE COURANT
.ZSSi
m