Zaterdag 2 IV! aart 1312
Mo. 13856
Derde Blad.
Nog te Ghineesch
11 3=3°rcl soep.
ate
Intercommunale Telefoon No. 103.
S
- x 7
i
,2
'-3
I
8
5 3
ALLERLEI,
HET L'OXSEHYEERKX ONZER GROEN
TEN EN VRUCHTEN.
i rJi
BR
Deze coiiraut vofschijnl d a g e 1 (j k s, met uitzoudering van Zon- en Feestdagen.
Prp per kwartaal: Voor Schiedam on Vlaardingen 11,1.35 franco
per post fl. 1.65.
Prjjs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Adverleutiën voor hot eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
üur aan het Bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven),
Er(Js del 'A' d v 6 t e n t n i .Van 16 regels fl.0.92; iedere fegel meet
16 cent», Reclames 3Q cent per Xegel, Groote letters naar; de plaats die zij
innemen.
Adverteatiën bjj ahonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zjjü gratis aan het Bureau te Hekomen,
In do hammers, die Dinsdag-; Donderdag- en Zaterdagavond
verschenen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomon tot den prjja
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Hebben wij mt een bewijs, ecu feitelijk,
objectief vaststaand bewijs gevonden, dat
Nederland 'zich nog niel uit zijn achterlijk
heid heeft weten uit te werken en dat wij
toch nog niet zoo herhoren zijn als velen
ons wel willen doen gelooven?
Wij willen den lezer gaarne op die vraag
laten antwoorden, en zullen ons beperken
tot het aangeven van do feiten.
Er is een lacune tb ons verkeer, die in
geen van de staten van Europa bestaat:
Wij bedoelen het ontbreken van nachttrei
nen op do spoorwegen. En merkwaardiger
wijze wordt die lacune ook niet gevoeld.
Integendeel. Spreekt men erover, dan heet
het veelal, dal hel niet aangenaam Is,
's nachts 1e reizen, dal de spoorwegbe
ambten toch ook rust moeten hebben, dat
onze afstanden te klein zijn en dat het zoo
duur is. Ja niet weinigen verklaren,
dat er geen behoeft? aan is.
Doch hoe komt liet dan, dat die ver
bindingen elders wél bestaan? Daar zal
men het zeker toch ook uict aangenaam:
vinden 's nachts te reizen? Daar zaL men
toch niet minder zorg voor het personeel
hebben? In Denemarken, Zwitserland en
België met hun kleine afstanden zijn dan
loeh wél nachttreinen. En is iets wat. niet
te duur is voor Portugal, Spanje, Roemenië,
Rusland en Turkije, wé] te dunt1 voor ons?
Er is geen behoefte aan, zoo zegt men.
SI aar hoe komt liet dan, rial men overal
elders die behoefte wol gevoelt? Wij kun-
lion hierop geen ander antwoord vinden,
dan dit: dat wij aan ijver, aan energie te
genover die andere volken, to kort schieten,
Het spreekt vanzelf, dat de verbetering
door invoering van een nachtdienst ons
land in den strijd der naties heter zou oulil-
leeren, het spreekt vanzelf dat liet in den
concurrentiestrijd der naties precies zoo
gaal als in die van fabrikanten en hande
laren: de beter geoutilleerde heefteen voor
gift, heeft grootcr kans op succes. Wij
kunnen en zullen straks bewijzen, dat er
en in welke mate groote voordooien aan
het schoppen van nnchtverbindingen ver
bonden zijn. Doch uit een vergelijking met
andoie landen moet, dunkt ons, al volgen,
tial deze hervorming voordeden voor ons
zou opleveren. Wie elders druk gebruik
maken van de nachttreinen, gaan natuurlijk
in tien regel niet voor hun plezier up reis
noch verkiezen zij 's nachts uit pure lief
hebberij boven htm rustig, warm bed thuis
do bankeu der coupé's of de nare bedden
dor slaapwagens. Zij doen het om sneller
ergens te kunnen zijn, sneller zaken te
kunnen behandelen, moor af te kunnen
doen. De postadministratie gebruikt den
trein om vlugger belangrijk# postverbindin
gen te bereiken; over liet geheel zullen
brieven, pakken, koffers sneller overkomen,
het geheele zakenleven zou een vlugger
tempo krijgen en meer bij het buitenland
in den pas komen.
Men weet elders, dat tijd geld waard is,
dat een goed verkeer oen geweldig wapen
is in den concui rentiestrijd der volken.
Alleen Nederland is van een andere opinie
etn beweert: er is geen behoefte aan.
Dal kan niet waar zijn en dat is niet
waar. Natuurlijk, indien de andere lan
den hun nachttreinen enz. weer wilden af
schaffen, indien men hij 'internationaal trac
iaal den concurrentiestrijd 's nachts gedu
rende acht uur kon schorsen, dan zou cr
voor Nederland geen reden zijn om zich
te, verzetten tegen zulk een liygiëuischen
maatregel.
Dols op zoo'n conventie is geen kans.
iu het buitenland waakt men. terwijl Ne
derland zich op twee ooren te slapen legt.
Wie is Nederland, dat het zich deze luxe
kan permitteeren, wejko geen van de lan
den van Europa zich kan gunnen?
Toch hoort men nog telkens: or is geen
behoefte aan.
Nu gelooven wij gaarne, dat het heet
moeilijk is, zulk een behoefte te gevoelen.
Hoe zelden zal het ieder individueel blij
ken, dat hem een zaak ontgaat, dat hij
direct moeilijkheden heeft tengevolge van
het ontbreken van nachttreinen. Doch het
nadeel blijkt dadelijk, indien wij de situatie
in baar geheel overzien.
Nemen wij eens een speciaal geval: de
postverbinding met .het buitenland, en Wel
die over KeulenArnhem en die over Pa
rijsBrussel—Ilosendaai.
Op bet oogenblik zijn er in Nederland
geen nachttreinen (afgezien van de fameuse
nachtposttreinen AmsterdamBotterdam').
'Po 9.19 gaat de grens hij Zevenaar dicht,
te 9.0,5 (9.18) die hij Rosendaa).
Na 'dien tijd zijn er geen doorgaande
spooipostverbindingen meer uit Keulen en
Brussel vóór 7.-18 nn 8.19 den anderen
dag. 'De grens blijft dus 10'N a 11 uur dicht.
In dien lijd krijgt nu het buitenland zijn
Voorsprong. Daar gaan de brieven "s nachts
wed door, daar hebben de verder afwo
nende geadresseerden juin brieven al be
antwoord en de antwoorden al geruimen
tijd verzonden, vóórdat de kooplui in Ani-
stmdam, Rotterdam of Groningen (om nu
drie "Noderlandsclie handelssteden le noe
men) nog iets daarvan welen.
Eén voorbeeld: Iemand te Keulen schrijft
mi half 7 uur 's avonds, iemand te Wies-
baden na 8.15, iemand te Frankfort na 3,
te Karlsruhe na 2, te Stuttgart na. 12.30,
te Basel na 10, te Miinehen na 9 uur 's mor
gens een handelsbrief naar (rent, Amster
dam. Groningen, Breinen en Herlijn.
Wij krijgen dan voor de aankomsten het
volgende staatje (bij het aankomsteijfcr is
de volgende, dag bedoeld het aantal ki
lometers is slechts bij benadering juist).
'A
C
llij veegde z'n lippe.n af, lei 't servet
in 'n frommel naast zicli op do tafel.
Zacht schuifelde 'n kellner toe, nam 't
bord weg.
Wat, nog 'n portie? Hij keek op 'tmetuu
Maar' was 't dan 'n diner en geen lunch?
Hij keek op den Munttoren: lialftwee.
Nou zou 't nog zoowat 'n goede paar uur
aanloopen oer do auto weer gerepareerd
was. 't Was 'n belabberde historie zool)
pan midden in den nacht; de chauffeurs
geven zich uit voor wat ze niet zjjn, Hij,
hij, die pas 'n goedo maand 'n auto had,
had 't moeten vinden, waar 't 'm in zat.
„Asjeblief, meneer."
Hij nam z'n vork op, begon weer te
eten, kieskauwend. De eerste gerechten had
den 'm goed gesmaakt, hij had gulzig ervan
gegeten, ze naar binnengewerkt of-ie in
dagen geen vlcesch had geproefd, maar die
wentelteefjes. Hij sneed ze in reepjes, al
met, lange tanden. Toen lei-ic z'n vork neer.
Hij schurkte- z'n mg tegen do stoelleuning,
schoof z'n beeuon vér-uiteen onder de. tafel.
Dat 's werken, daar kwam je bijna niet
door. Hoc was 't mogelijk, dat or monschcn
waren, die hier in ['Europe" kwamen lun
chen en dinoeren. Dan moesten ze 'mnaag
hebben, waar je met "n auto iu kon om
draaien.
't Was toch 'n prachtig machten, maar
dat was ellendig van die dingen. Had-ie
nou maar kunnen lelegrafeeron„Heb pan,
kan vanmorgen niet in Utrecht zijn," Maar
dat ging Bot. Het had als bij toeval moe
ten zijn. Hij wist, dat zo. in de Maliebaan
logeerde, ierleren morgen met Suze den
Biltschen weg opwandelde: daar wou ie ze-
verrassen, daar wou-ie ze verbluffen
want ze beet maar niet, die Iris, die hee-
lomaal niet op de Iris van Intra Nos leek,
die hcelomaal niet voelen wilde, dat hij
tol over z'n ooren op T.... maar ook
'n beetje op T duiten, 'n heel klein
beetje, 'n heel klein- groot beetje,
verkikkerd was nou, mocht dal niel?
't Kan toch samengaanWat 'n geluks
vogel was die „ltieg", die Richard, uit
dat boek van Comelie Noordwat; als Iris
zoo eens op hém was als dié Iris, die
van haar ltieg doodging! Maar bestonden
zulke meisjes wel? Waren ze niet allen
anders, geheel anders? 'I Is of ze 't doen
om je genegenheid te prikkelen, ze schie
ten wat toe en dan krimpen ze weer in,
ftau mot je weer al jo kunnen inspan
nen, al jo denken sameufronsen om wal
avances te krijgen. Etï nou was er zoo'n
gelegenheid geweest, want dat was maar
zeker, vroeger deeën 't de blinkende knoo-
pen, tegenwoordig is 'n auto de beste
magneet.
't Was belabberd zoo'n pan, 't was be
roerd nou net, nou-io Iris zeker nog
treffen kon, want morgen was ze weg. Had
dio lamme zaak tc Rotterdam niet noodig
gemaakt, dat-io daar 'n heele week zijn
moest, dan had-ie eer kunnen komen, maar
't was vandaag nog tijd genoeg geweest;
wie rekent op ziilke dingen; wie is daar
nou op voorbereid, dal je te midden van
'den nacht ineens op don eenzamen weg,
in geen mijlen 'n huis, pal staat, niet to
verwrikken als 'n ingeheide eikcnpaal. En
dal cenigc uren. Gelukkig, dat 't, niet zoo
erg koud was geweest, doch die regen had
'in toch door al z'n knoken gestriemd.
Hij haalde z'n zakspiegeltjo uit, betuurdo
z'n tlets gelaat, waarin zelfs door de co
pieuze lunch geen "kleurtje was gekomen.
Toch hadden dio gerechten hem goed
gedaan, want z'n weinig je Iniik, dat-ie had,
strak te onder z'n vest.
Want gesmuld had-ie, gulzig gesmuld.
Wat, waren dio forellen fijn fijn...
Hij stond loom op, wandelde naar de
leeszaal, donsdo daar neer in 'n breedo
soepele club-sessel, waarin-ie lekker ver
zonk. Hij stak or 'n sigaar op, wolkto ma
nilla-geur om zich heen, hield genietend
z'n neus iu de prikkelende tabakswierook,
keek droomerig naar buiten, waar de eloe-
y.
t: c- 'J C y Q
ZtcqeïïS
re re i-
R
■fl
*0 'O
ei c ?- al g
iO iQ^lQ O*
SS 5 j 3 j" 3
7 .2 r. 2 x 2 7. 2 7
r c -
e
n
'■2 re
31 ei y.
■f. JA JT.
r- t>
c- xi a ij jn -a -a jr, r.
3 IQ o io o O t-
ri ri üi ri - r*r*»! -—i
C
o oi o
•A -J 02 X f5'
- .ft
TC CC rjl 70 3
dat een koopman, dro in de Rijnprovincie
's middags of in Zuid-Duitschland 's mid
dags en 's morgens een brief post, dien
brief voor vele Duitschc steden en voor
Gent in enkele gevallen van 3 tot 7 it 8
uur later kan posten en hem tóch nog be
langrijk veel vroeger jn dio sleden kan
hebben dan ten aanzien van Rottendam en
Amsterdam, om nu maar heelcmaal te zwij
gen van dat ongelukkige Groningen, dat
een groot en zeer belangrijk deel van den
dag feitelijk veel verder van Frankfort af
ligt dan bijv. Yamdrup aan do Deenselie
grens. Immers dadelijk na 3 uur uit Frank
fort gaande, is men den volgenden dag eerst
ongeveer één uur in Groningen, terwijl uren
nog 's avonds om 8,55 uit Frankrijk kan
gaart om te 1 uur aan de Deensclre grens
en to t uur uit Frankfort kan gaan om to
1 uur in Venetië te zijn. Yanrdrup en Ye-
netië dus dichter bij Frankfort dan Gronin
gen. terwijl zij inderdaad IVj maal zoover
weg liggen ziedaar het resultaat van
onze achterlijkheid op nachtreis-gebied, dio
erger hinderpaal voor hel verkeer blijkt dan
zelfs de Alpen.
En gelijk bet met deze verbindingen staal,
gaat hef in heel veel andere geval ten:
o vend vertraging. 8 a 9 uur oponthoud,
omdat men de ifalktuRche grens niet zoo
gemakkelijk overkomt ab welke andere ook
en omdat er in Holland zett' eiken nacht
een spoorwegstaking is, die cld U's niet
voorkomt, Ligt liet niet voor de hand. dat
deze. onvoldoende verkeerstoestandon Ne
derland achteraf moeten houden, waar de
toestand overal elders anders en (bezien
van het standpunt van den volkeren-wed
loop) beter is? En is het niet opmerkelijk,
dat wie op gelijkstelling met andere lan
den in dezen aandringt, zijn stem onopge
merkt boort wegklinken?
- eu
JA
'A 73 71
co
5 hp c:
"CC
ZJ 2Z. Ir,
3 rf
Op absolute nauwkeurigheid maakt rlit
slaatje geen ammpiaak. Ook zijn weggelaten
allo verbindingen, die later dan op tijd
voor de vroege morgenbeslellingen in Die-
men en Berlijn aankomen.
Er blijkt 'dus iu hei algemeen dil tilt
trise.iie trammen voorbij/.oeuvlen, waar de
tnemsclum in do zon, die de straten had
opgedroogd! wandelden en hulden.
Half soezend begluurde-ie in z'n mak
kelijken stoel in do uitgebouwde veranda
hoven den Anrelel dat stukje Amslei-
dainselt panorama. In dn gouden letters
van „He Nodetlundcn" op 'i Bophiaploinije.
in de gouden wijzerplaat aan den .Munt
toren, kaalste 't zonlicht, dat blaker Ire '1
rood van de kiosk, hel flikkerde in 'I glas
van de tramhalte. Pijnlijk stond op 't Itokin
"n groote keel. beplakt met roclamebiljet
ten van Dtinlop-banden, bl,iuw-\vj|.geel
zwart, te vloeken, on nu en dan. was 't of
er groote, blanke vogels over heen scheer
den; de witte nommers -1 0 11 van
de eleeli'ischc, die om de pa-ar minuien
't Rokin op on af gonsde.
Het rumoerde onder lient, vóór hem, op
't, water, boven 't water, over 't Bophia
pleintje, over de brug naar 't hotel, ook
over de Amste-lkaai er tegenover. Ifier los
ten ze booten, daar sleepten ze groote
schuilen met 'n puffend bootje in dat 1 mio
tic zwarte gal, dat onder 't pleintje mailde
Onbehouwen schuiten, soms vijl' bij elkaar
den weg bekruisend, aken met lood, met
mest, met grove balen oud-papier gleden
zwaar over 't vuile groen-bniiue water
doorwoeld, doorwerkt hier en daar vettig
van afval, waarop schichtige lichtplekken
van azende meeuwen floepten. Over de
brug reden aapjes, roden fietsende slagers
jongens, sjouwden twee kerels, met rafel
broeken, en in gestreepte boezeroens, en
'n slonzig wijf 'n draaiorgel óp. hielpen
drio spichtige joden wijfjes 'n stokouden
zoon Abrahams 'n groot bed verhuizen
lat z'tr mg en schouders geheel begroef
en waaruit alleen 'n roep van z'ir lorschen
den grijzen *kop gluurde.
Al dat gesjouw, gelrol, goloop, geren
gescharrel zag-ic grimnekend aan.
'1. Was toch maar heet lijk as jo je roeren
kon zooals hij. 'I. Loven was dan één ge,
lueluig. Waar bloven die malle Engelsohen
'deed hij heel goed, daar hij van geboorte
oen Bohemer was. en het schijnt wel, dat ai
dezen mensehen. die gave aangeboren is.
Op dezen feestdag klonk zijn instrument
evenwel at heel scherp en droog, en zoo
kwam bet dan ook, dat hij op dezen /lag
van algeineene vrooh'jkheid slechts enkele
centen had opgehaald.
Plotseling evenwel kwam er een heer op
hem af, die hem een zilverstuk toewierp
en vroeg: „Zeg, mag ik je rioo-l 'eens pven;
ik wil wel eens zien, wat voor een instru
ment je hebt."!
Do oude rnan bedacht zich niet lang.
nu begon de vreemdeling op hetzelfde in
strument te speten, zoo verwonderlijk
sclioon en zangrijk, dal liet heele park
zich om hem heen verzamelde en adem
loos toeluisterdeen toen de oude man
eindelijk niet zijn pet rondging, stroomde
het geld hom van alle kanten toe-
En wie de ecrllega was? Niemand min
der dan de Decn.srbe violist Oio Bul], die
toen al een verbazend en roep had in het
buitenland, ofschoon er op dat oogenblik
niemand was, die hem herkende. De o-udo
violist was zijn collega onbeschrijfelijk
dankbaar en stond er op den naam te we
ten van zijn weldoener. Toen die hem dan
ook ten-dofte zijn kaartje gaf. was er een
voorbijganger, die toevallig den naam las,
en die wenschte zich zelve.n en de om-
.standcis geluk, dal zij op zoo'n foevdalige
en onvoorbereide wijze in de gelegenheid-
waren geweest, den grooten Deense hen ar
tist te liooren.
EEN GOEDHARTIG ML'SI CU 8.
In het Prater, de gewone wandel en
verzamelplaats der bewoners van \Yee-
nen, werd op een mooicu zomerdag een
groot volksfeest gegeven, en zooals liet ge
woonlijk gaat op deze pleinen en parken,
ziju er altijd vele kunstenaars en kunsten
makers, die op zoo'n dag een ext.iatjc ho
pen ie verdienen.
Zoo was er o. a. ook een oud", invalide
viobst, die al vroeg zijn ontslag had moe
ten nemen uit den dienst en nu een; lieert
klein pensioentje had, maar ook aardig
nog wat ophaakle met speten, want dat
met 'r splecnaehtig: the Life is not worth
to he lived. Dat was 'it leugen Asje maar
do dubbeltjes had: dim stond Luilekker
land voor je open. -Maar.., toch was 't
beroerd, dat 'r altijd 'u in a a r I j e hij moest
komen. Hcelomaal genieten, zonder 'n enkel
doorntje, diit scheen maar niet te kinmen,
dan kwam je dit weer dvursboouion, dan
weer dat. Hij was zoo lekker as kip, zoo
vol levenslust naar Amsterdam gesnord,
deukend don heelen weg door aan den heer
lijken morgen van heden, as-ie ineens met
't geglitter van 't roodc lak en '|t. goud-
ichittcrend koper van z'n nieuwe tuf Iris
zou tegemoet snollen, zoo, of 't toevallig
was, en haar dan zou hebben geïnviteerd
met Suze; en dan kon de dag van van
daag misschien 'n beslissende dag z(jnge-
woiden. Nee, altijd bléven er toch pijnlijke
doorntjes al kou jo genieten als 'n Rus
sische grootvorst, als 'u Zuid-Amerikaan-
sche rasta.
Vut zou-ie doen dio paar uren! 't Was
niet do moeite waard om ergens naar toe
te gaan. Daar was wel kort in de humt
do 'Pataphoon in de RegtiliersbreestranL
je kon er makkelijk in fauteuils alle be
roemdheden hoorei), Caruso 5 la tète, je
hoefde maar 'n penning in 't gleuije te
gooien en je riep stemmen, muziek, heel?
orkesten uit alle oorden der wereld op,
je hadt er keus uit 4, 5000 nommeis. llij
zou straks eens zien, maar hij had he-
hoefte aan 'n loopje. Dan maar wat fla-
nee ren. Dal was goed voor de digestie.
Jongen, wat had-ie gegeten. En hij met
zijn maag, die toch al niet secuur w.re,
maar 't had 'm zoo gesmaakt en wat was
"t lekker.
Hij dacht weer aan de forellen - - hij
help roofde ze. terwijl-io langzaam de brug
overkuiordo, de Rcgnliersbreostraat in.
Daar zag-ie opeens 'u gezicht schemeren
en al stak de vent iu 'n morsig puk - -
lappen op z'n mouw en 'n gmote lap oj>
z'n gtove broekknie - dal gezicht, waarin-ie
jaren gokoken had, dat-ie voller gekend
Men zegt, dat men eerst in het jaar 1796
met conserveren begonnen is. In dat jaar
nam Frans Apport, lijfarts van koning
Christiana l van Denemarken, de eerste
proeven om voedingsmiddelen aan den in
vloed der lucht te ontlrekken. Daar hij me.t
deze proeven succes had. kreeg hij van
de regeering een belooning van 12.000 kro
nen. Zijn methode kwam neer op bet be
waren iu hermetisch gesloten vaatwerk
Een ander middel om groenten goed te
doen blijven, was het drogen door warmte.
Hiermee begon men eerst in 1845.
De gedroogde groenten hebben dit voor
deel- dat zij gemakkelijker verpakt en ver
zonden kunnen worden. Alen perst ze in
blokken, die ongeveer 500 K.G. wegen.
Wij. die liet geheele jaar door geconser
veerde groenten kunnen krijge-n, en opmer-
hnd, zelfs met do jeugdblos er op, toen
ze samen te Rolduc waren, waai'-ie met
hem op dezelfde bank zat, horkende-ie da
delijk, en 't kwam op hem af als 'n ver
wijtende bedreiging.
Was Frans hier, hier te Amsterdam?
llij dacht 'm overal elders; hij had go-
boord, dal-ie na z'n faillissement naar Ame
rika was gegaan, had later wei eens ge
hoord, dat-ie aan 'n tram was in Doornik;
nog later had hom iemand te Londen mco.-
non te zien, zoo straatarm, dat de dui
vel 'm niet hebben wou.
„Lambert! Lambert beu jij daar!"
'Twee vuile werkmanshanden staken naar
hem uit.
Hij had nog 'n eind van z'n manilla in
den mond, mompelde iets en gaf hem de
hand. llij sc-lu'ok van do gleufjes in dt
gelmrceerne huid als 'n netje wirwamm
over do magere koonen.
En door z'n hoofd schoten z'n gedach
ten Nou dat was nog do beiabberdste
historie van alles! klost dat nog bij. zijn
pau komen! Die Frans, die totaal naar
den kelder gezakte Frans, dien-ie zou ont-
loopen hebben waar-ie maar kon, die 'm
emre 'u iKidolbrief geschreven had, ergere
op'n spoortrein gepost, die 'm gebeden had
om te helpen zou zat-ie in den piep
zak al was 't maar met tien gulden,
weikeu brief hij dadelijk in den kolenbak
had gesmeten, in die situatie 1
Fat hij schrok voor 't gevaar dor onea*
mulleeting met dien mislukten schoolkame
raad, voor "t gevaar dat-ie 'm aan z'Ji
heuis zou gaan hangen ids 'n hond aan
'n stuk beuling.
„Wel. hoe gaat 't jou, kerel?"' riep de
ander zoo hard, dat een dame schrikkend
opkeek,
„Beroeid," mompelde Lambert Calies
zonder z'n sigaar uit den mond le nemen.
„En wat rook je dan?"
Opgeraapt," sprak-ie.
Frans greep hem vertrouwelijk bij den
arm.