Zaterdag 2 IV! aart 1312 Mo. 13856 Derde Blad. Nog te Ghineesch 11 3=3°rcl soep. ate Intercommunale Telefoon No. 103. S - x 7 i ,2 '-3 I 8 5 3 ALLERLEI, HET L'OXSEHYEERKX ONZER GROEN TEN EN VRUCHTEN. i rJi BR Deze coiiraut vofschijnl d a g e 1 (j k s, met uitzoudering van Zon- en Feestdagen. Prp per kwartaal: Voor Schiedam on Vlaardingen 11,1.35 franco per post fl. 1.65. Prjjs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Adverleutiën voor hot eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een üur aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven), Er(Js del 'A' d v 6 t e n t n i .Van 16 regels fl.0.92; iedere fegel meet 16 cent», Reclames 3Q cent per Xegel, Groote letters naar; de plaats die zij innemen. Adverteatiën bjj ahonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zjjü gratis aan het Bureau te Hekomen, In do hammers, die Dinsdag-; Donderdag- en Zaterdagavond verschenen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomon tot den prjja van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Hebben wij mt een bewijs, ecu feitelijk, objectief vaststaand bewijs gevonden, dat Nederland 'zich nog niel uit zijn achterlijk heid heeft weten uit te werken en dat wij toch nog niet zoo herhoren zijn als velen ons wel willen doen gelooven? Wij willen den lezer gaarne op die vraag laten antwoorden, en zullen ons beperken tot het aangeven van do feiten. Er is een lacune tb ons verkeer, die in geen van de staten van Europa bestaat: Wij bedoelen het ontbreken van nachttrei nen op do spoorwegen. En merkwaardiger wijze wordt die lacune ook niet gevoeld. Integendeel. Spreekt men erover, dan heet het veelal, dal hel niet aangenaam Is, 's nachts 1e reizen, dal de spoorwegbe ambten toch ook rust moeten hebben, dat onze afstanden te klein zijn en dat het zoo duur is. Ja niet weinigen verklaren, dat er geen behoeft? aan is. Doch hoe komt liet dan, dat die ver bindingen elders wél bestaan? Daar zal men het zeker toch ook uict aangenaam: vinden 's nachts te reizen? Daar zaL men toch niet minder zorg voor het personeel hebben? In Denemarken, Zwitserland en België met hun kleine afstanden zijn dan loeh wél nachttreinen. En is iets wat. niet te duur is voor Portugal, Spanje, Roemenië, Rusland en Turkije, wé] te dunt1 voor ons? Er is geen behoefte aan, zoo zegt men. SI aar hoe komt liet dan, rial men overal elders die behoefte wol gevoelt? Wij kun- lion hierop geen ander antwoord vinden, dan dit: dat wij aan ijver, aan energie te genover die andere volken, to kort schieten, Het spreekt vanzelf, dat de verbetering door invoering van een nachtdienst ons land in den strijd der naties heter zou oulil- leeren, het spreekt vanzelf dat liet in den concurrentiestrijd der naties precies zoo gaal als in die van fabrikanten en hande laren: de beter geoutilleerde heefteen voor gift, heeft grootcr kans op succes. Wij kunnen en zullen straks bewijzen, dat er en in welke mate groote voordooien aan het schoppen van nnchtverbindingen ver bonden zijn. Doch uit een vergelijking met andoie landen moet, dunkt ons, al volgen, tial deze hervorming voordeden voor ons zou opleveren. Wie elders druk gebruik maken van de nachttreinen, gaan natuurlijk in tien regel niet voor hun plezier up reis noch verkiezen zij 's nachts uit pure lief hebberij boven htm rustig, warm bed thuis do bankeu der coupé's of de nare bedden dor slaapwagens. Zij doen het om sneller ergens te kunnen zijn, sneller zaken te kunnen behandelen, moor af te kunnen doen. De postadministratie gebruikt den trein om vlugger belangrijk# postverbindin gen te bereiken; over liet geheel zullen brieven, pakken, koffers sneller overkomen, het geheele zakenleven zou een vlugger tempo krijgen en meer bij het buitenland in den pas komen. Men weet elders, dat tijd geld waard is, dat een goed verkeer oen geweldig wapen is in den concui rentiestrijd der volken. Alleen Nederland is van een andere opinie etn beweert: er is geen behoefte aan. Dal kan niet waar zijn en dat is niet waar. Natuurlijk, indien de andere lan den hun nachttreinen enz. weer wilden af schaffen, indien men hij 'internationaal trac iaal den concurrentiestrijd 's nachts gedu rende acht uur kon schorsen, dan zou cr voor Nederland geen reden zijn om zich te, verzetten tegen zulk een liygiëuischen maatregel. Dols op zoo'n conventie is geen kans. iu het buitenland waakt men. terwijl Ne derland zich op twee ooren te slapen legt. Wie is Nederland, dat het zich deze luxe kan permitteeren, wejko geen van de lan den van Europa zich kan gunnen? Toch hoort men nog telkens: or is geen behoefte aan. Nu gelooven wij gaarne, dat het heet moeilijk is, zulk een behoefte te gevoelen. Hoe zelden zal het ieder individueel blij ken, dat hem een zaak ontgaat, dat hij direct moeilijkheden heeft tengevolge van het ontbreken van nachttreinen. Doch het nadeel blijkt dadelijk, indien wij de situatie in baar geheel overzien. Nemen wij eens een speciaal geval: de postverbinding met .het buitenland, en Wel die over KeulenArnhem en die over Pa rijsBrussel—Ilosendaai. Op bet oogenblik zijn er in Nederland geen nachttreinen (afgezien van de fameuse nachtposttreinen AmsterdamBotterdam'). 'Po 9.19 gaat de grens hij Zevenaar dicht, te 9.0,5 (9.18) die hij Rosendaa). Na 'dien tijd zijn er geen doorgaande spooipostverbindingen meer uit Keulen en Brussel vóór 7.-18 nn 8.19 den anderen dag. 'De grens blijft dus 10'N a 11 uur dicht. In dien lijd krijgt nu het buitenland zijn Voorsprong. Daar gaan de brieven "s nachts wed door, daar hebben de verder afwo nende geadresseerden juin brieven al be antwoord en de antwoorden al geruimen tijd verzonden, vóórdat de kooplui in Ani- stmdam, Rotterdam of Groningen (om nu drie "Noderlandsclie handelssteden le noe men) nog iets daarvan welen. Eén voorbeeld: Iemand te Keulen schrijft mi half 7 uur 's avonds, iemand te Wies- baden na 8.15, iemand te Frankfort na 3, te Karlsruhe na 2, te Stuttgart na. 12.30, te Basel na 10, te Miinehen na 9 uur 's mor gens een handelsbrief naar (rent, Amster dam. Groningen, Breinen en Herlijn. Wij krijgen dan voor de aankomsten het volgende staatje (bij het aankomsteijfcr is de volgende, dag bedoeld het aantal ki lometers is slechts bij benadering juist). 'A C llij veegde z'n lippe.n af, lei 't servet in 'n frommel naast zicli op do tafel. Zacht schuifelde 'n kellner toe, nam 't bord weg. Wat, nog 'n portie? Hij keek op 'tmetuu Maar' was 't dan 'n diner en geen lunch? Hij keek op den Munttoren: lialftwee. Nou zou 't nog zoowat 'n goede paar uur aanloopen oer do auto weer gerepareerd was. 't Was 'n belabberde historie zool) pan midden in den nacht; de chauffeurs geven zich uit voor wat ze niet zjjn, Hij, hij, die pas 'n goedo maand 'n auto had, had 't moeten vinden, waar 't 'm in zat. „Asjeblief, meneer." Hij nam z'n vork op, begon weer te eten, kieskauwend. De eerste gerechten had den 'm goed gesmaakt, hij had gulzig ervan gegeten, ze naar binnengewerkt of-ie in dagen geen vlcesch had geproefd, maar die wentelteefjes. Hij sneed ze in reepjes, al met, lange tanden. Toen lei-ic z'n vork neer. Hij schurkte- z'n mg tegen do stoelleuning, schoof z'n beeuon vér-uiteen onder de. tafel. Dat 's werken, daar kwam je bijna niet door. Hoc was 't mogelijk, dat or monschcn waren, die hier in ['Europe" kwamen lun chen en dinoeren. Dan moesten ze 'mnaag hebben, waar je met "n auto iu kon om draaien. 't Was toch 'n prachtig machten, maar dat was ellendig van die dingen. Had-ie nou maar kunnen lelegrafeeron„Heb pan, kan vanmorgen niet in Utrecht zijn," Maar dat ging Bot. Het had als bij toeval moe ten zijn. Hij wist, dat zo. in de Maliebaan logeerde, ierleren morgen met Suze den Biltschen weg opwandelde: daar wou ie ze- verrassen, daar wou-ie ze verbluffen want ze beet maar niet, die Iris, die hee- lomaal niet op de Iris van Intra Nos leek, die hcelomaal niet voelen wilde, dat hij tol over z'n ooren op T.... maar ook 'n beetje op T duiten, 'n heel klein beetje, 'n heel klein- groot beetje, verkikkerd was nou, mocht dal niel? 't Kan toch samengaanWat 'n geluks vogel was die „ltieg", die Richard, uit dat boek van Comelie Noordwat; als Iris zoo eens op hém was als dié Iris, die van haar ltieg doodging! Maar bestonden zulke meisjes wel? Waren ze niet allen anders, geheel anders? 'I Is of ze 't doen om je genegenheid te prikkelen, ze schie ten wat toe en dan krimpen ze weer in, ftau mot je weer al jo kunnen inspan nen, al jo denken sameufronsen om wal avances te krijgen. Etï nou was er zoo'n gelegenheid geweest, want dat was maar zeker, vroeger deeën 't de blinkende knoo- pen, tegenwoordig is 'n auto de beste magneet. 't Was belabberd zoo'n pan, 't was be roerd nou net, nou-io Iris zeker nog treffen kon, want morgen was ze weg. Had dio lamme zaak tc Rotterdam niet noodig gemaakt, dat-io daar 'n heele week zijn moest, dan had-ie eer kunnen komen, maar 't was vandaag nog tijd genoeg geweest; wie rekent op ziilke dingen; wie is daar nou op voorbereid, dal je te midden van 'den nacht ineens op don eenzamen weg, in geen mijlen 'n huis, pal staat, niet to verwrikken als 'n ingeheide eikcnpaal. En dal cenigc uren. Gelukkig, dat 't, niet zoo erg koud was geweest, doch die regen had 'in toch door al z'n knoken gestriemd. Hij haalde z'n zakspiegeltjo uit, betuurdo z'n tlets gelaat, waarin zelfs door de co pieuze lunch geen "kleurtje was gekomen. Toch hadden dio gerechten hem goed gedaan, want z'n weinig je Iniik, dat-ie had, strak te onder z'n vest. Want gesmuld had-ie, gulzig gesmuld. Wat, waren dio forellen fijn fijn... Hij stond loom op, wandelde naar de leeszaal, donsdo daar neer in 'n breedo soepele club-sessel, waarin-ie lekker ver zonk. Hij stak or 'n sigaar op, wolkto ma nilla-geur om zich heen, hield genietend z'n neus iu de prikkelende tabakswierook, keek droomerig naar buiten, waar de eloe- y. t: c- 'J C y Q ZtcqeïïS re re i- R ■fl *0 'O ei c ?- al g iO iQ^lQ O* SS 5 j 3 j" 3 7 .2 r. 2 x 2 7. 2 7 r c - e n '■2 re 31 ei y. ■f. JA JT. r- t> c- xi a ij jn -a -a jr, r. 3 IQ o io o O t- ri ri üi ri - r*r*»! -—i C o oi o •A -J 02 X f5' - .ft TC CC rjl 70 3 dat een koopman, dro in de Rijnprovincie 's middags of in Zuid-Duitschland 's mid dags en 's morgens een brief post, dien brief voor vele Duitschc steden en voor Gent in enkele gevallen van 3 tot 7 it 8 uur later kan posten en hem tóch nog be langrijk veel vroeger jn dio sleden kan hebben dan ten aanzien van Rottendam en Amsterdam, om nu maar heelcmaal te zwij gen van dat ongelukkige Groningen, dat een groot en zeer belangrijk deel van den dag feitelijk veel verder van Frankfort af ligt dan bijv. Yamdrup aan do Deenselie grens. Immers dadelijk na 3 uur uit Frank fort gaande, is men den volgenden dag eerst ongeveer één uur in Groningen, terwijl uren nog 's avonds om 8,55 uit Frankrijk kan gaart om te 1 uur aan de Deensclre grens en to t uur uit Frankfort kan gaan om to 1 uur in Venetië te zijn. Yanrdrup en Ye- netië dus dichter bij Frankfort dan Gronin gen. terwijl zij inderdaad IVj maal zoover weg liggen ziedaar het resultaat van onze achterlijkheid op nachtreis-gebied, dio erger hinderpaal voor hel verkeer blijkt dan zelfs de Alpen. En gelijk bet met deze verbindingen staal, gaat hef in heel veel andere geval ten: o vend vertraging. 8 a 9 uur oponthoud, omdat men de ifalktuRche grens niet zoo gemakkelijk overkomt ab welke andere ook en omdat er in Holland zett' eiken nacht een spoorwegstaking is, die cld U's niet voorkomt, Ligt liet niet voor de hand. dat deze. onvoldoende verkeerstoestandon Ne derland achteraf moeten houden, waar de toestand overal elders anders en (bezien van het standpunt van den volkeren-wed loop) beter is? En is het niet opmerkelijk, dat wie op gelijkstelling met andere lan den in dezen aandringt, zijn stem onopge merkt boort wegklinken? - eu JA 'A 73 71 co 5 hp c: "CC ZJ 2Z. Ir, 3 rf Op absolute nauwkeurigheid maakt rlit slaatje geen ammpiaak. Ook zijn weggelaten allo verbindingen, die later dan op tijd voor de vroege morgenbeslellingen in Die- men en Berlijn aankomen. Er blijkt 'dus iu hei algemeen dil tilt trise.iie trammen voorbij/.oeuvlen, waar de tnemsclum in do zon, die de straten had opgedroogd! wandelden en hulden. Half soezend begluurde-ie in z'n mak kelijken stoel in do uitgebouwde veranda hoven den Anrelel dat stukje Amslei- dainselt panorama. In dn gouden letters van „He Nodetlundcn" op 'i Bophiaploinije. in de gouden wijzerplaat aan den .Munt toren, kaalste 't zonlicht, dat blaker Ire '1 rood van de kiosk, hel flikkerde in 'I glas van de tramhalte. Pijnlijk stond op 't Itokin "n groote keel. beplakt met roclamebiljet ten van Dtinlop-banden, bl,iuw-\vj|.geel zwart, te vloeken, on nu en dan. was 't of er groote, blanke vogels over heen scheer den; de witte nommers -1 0 11 van de eleeli'ischc, die om de pa-ar minuien 't Rokin op on af gonsde. Het rumoerde onder lient, vóór hem, op 't, water, boven 't water, over 't Bophia pleintje, over de brug naar 't hotel, ook over de Amste-lkaai er tegenover. Ifier los ten ze booten, daar sleepten ze groote schuilen met 'n puffend bootje in dat 1 mio tic zwarte gal, dat onder 't pleintje mailde Onbehouwen schuiten, soms vijl' bij elkaar den weg bekruisend, aken met lood, met mest, met grove balen oud-papier gleden zwaar over 't vuile groen-bniiue water doorwoeld, doorwerkt hier en daar vettig van afval, waarop schichtige lichtplekken van azende meeuwen floepten. Over de brug reden aapjes, roden fietsende slagers jongens, sjouwden twee kerels, met rafel broeken, en in gestreepte boezeroens, en 'n slonzig wijf 'n draaiorgel óp. hielpen drio spichtige joden wijfjes 'n stokouden zoon Abrahams 'n groot bed verhuizen lat z'tr mg en schouders geheel begroef en waaruit alleen 'n roep van z'ir lorschen den grijzen *kop gluurde. Al dat gesjouw, gelrol, goloop, geren gescharrel zag-ic grimnekend aan. '1. Was toch maar heet lijk as jo je roeren kon zooals hij. 'I. Loven was dan één ge, lueluig. Waar bloven die malle Engelsohen 'deed hij heel goed, daar hij van geboorte oen Bohemer was. en het schijnt wel, dat ai dezen mensehen. die gave aangeboren is. Op dezen feestdag klonk zijn instrument evenwel at heel scherp en droog, en zoo kwam bet dan ook, dat hij op dezen /lag van algeineene vrooh'jkheid slechts enkele centen had opgehaald. Plotseling evenwel kwam er een heer op hem af, die hem een zilverstuk toewierp en vroeg: „Zeg, mag ik je rioo-l 'eens pven; ik wil wel eens zien, wat voor een instru ment je hebt."! Do oude rnan bedacht zich niet lang. nu begon de vreemdeling op hetzelfde in strument te speten, zoo verwonderlijk sclioon en zangrijk, dal liet heele park zich om hem heen verzamelde en adem loos toeluisterdeen toen de oude man eindelijk niet zijn pet rondging, stroomde het geld hom van alle kanten toe- En wie de ecrllega was? Niemand min der dan de Decn.srbe violist Oio Bul], die toen al een verbazend en roep had in het buitenland, ofschoon er op dat oogenblik niemand was, die hem herkende. De o-udo violist was zijn collega onbeschrijfelijk dankbaar en stond er op den naam te we ten van zijn weldoener. Toen die hem dan ook ten-dofte zijn kaartje gaf. was er een voorbijganger, die toevallig den naam las, en die wenschte zich zelve.n en de om- .standcis geluk, dal zij op zoo'n foevdalige en onvoorbereide wijze in de gelegenheid- waren geweest, den grooten Deense hen ar tist te liooren. EEN GOEDHARTIG ML'SI CU 8. In het Prater, de gewone wandel en verzamelplaats der bewoners van \Yee- nen, werd op een mooicu zomerdag een groot volksfeest gegeven, en zooals liet ge woonlijk gaat op deze pleinen en parken, ziju er altijd vele kunstenaars en kunsten makers, die op zoo'n dag een ext.iatjc ho pen ie verdienen. Zoo was er o. a. ook een oud", invalide viobst, die al vroeg zijn ontslag had moe ten nemen uit den dienst en nu een; lieert klein pensioentje had, maar ook aardig nog wat ophaakle met speten, want dat met 'r splecnaehtig: the Life is not worth to he lived. Dat was 'it leugen Asje maar do dubbeltjes had: dim stond Luilekker land voor je open. -Maar.., toch was 't beroerd, dat 'r altijd 'u in a a r I j e hij moest komen. Hcelomaal genieten, zonder 'n enkel doorntje, diit scheen maar niet te kinmen, dan kwam je dit weer dvursboouion, dan weer dat. Hij was zoo lekker as kip, zoo vol levenslust naar Amsterdam gesnord, deukend don heelen weg door aan den heer lijken morgen van heden, as-ie ineens met 't geglitter van 't roodc lak en '|t. goud- ichittcrend koper van z'n nieuwe tuf Iris zou tegemoet snollen, zoo, of 't toevallig was, en haar dan zou hebben geïnviteerd met Suze; en dan kon de dag van van daag misschien 'n beslissende dag z(jnge- woiden. Nee, altijd bléven er toch pijnlijke doorntjes al kou jo genieten als 'n Rus sische grootvorst, als 'u Zuid-Amerikaan- sche rasta. Vut zou-ie doen dio paar uren! 't Was niet do moeite waard om ergens naar toe te gaan. Daar was wel kort in de humt do 'Pataphoon in de RegtiliersbreestranL je kon er makkelijk in fauteuils alle be roemdheden hoorei), Caruso 5 la tète, je hoefde maar 'n penning in 't gleuije te gooien en je riep stemmen, muziek, heel? orkesten uit alle oorden der wereld op, je hadt er keus uit 4, 5000 nommeis. llij zou straks eens zien, maar hij had he- hoefte aan 'n loopje. Dan maar wat fla- nee ren. Dal was goed voor de digestie. Jongen, wat had-ie gegeten. En hij met zijn maag, die toch al niet secuur w.re, maar 't had 'm zoo gesmaakt en wat was "t lekker. Hij dacht weer aan de forellen - - hij help roofde ze. terwijl-io langzaam de brug overkuiordo, de Rcgnliersbreostraat in. Daar zag-ie opeens 'u gezicht schemeren en al stak de vent iu 'n morsig puk - - lappen op z'n mouw en 'n gmote lap oj> z'n gtove broekknie - dal gezicht, waarin-ie jaren gokoken had, dat-ie voller gekend Men zegt, dat men eerst in het jaar 1796 met conserveren begonnen is. In dat jaar nam Frans Apport, lijfarts van koning Christiana l van Denemarken, de eerste proeven om voedingsmiddelen aan den in vloed der lucht te ontlrekken. Daar hij me.t deze proeven succes had. kreeg hij van de regeering een belooning van 12.000 kro nen. Zijn methode kwam neer op bet be waren iu hermetisch gesloten vaatwerk Een ander middel om groenten goed te doen blijven, was het drogen door warmte. Hiermee begon men eerst in 1845. De gedroogde groenten hebben dit voor deel- dat zij gemakkelijker verpakt en ver zonden kunnen worden. Alen perst ze in blokken, die ongeveer 500 K.G. wegen. Wij. die liet geheele jaar door geconser veerde groenten kunnen krijge-n, en opmer- hnd, zelfs met do jeugdblos er op, toen ze samen te Rolduc waren, waai'-ie met hem op dezelfde bank zat, horkende-ie da delijk, en 't kwam op hem af als 'n ver wijtende bedreiging. Was Frans hier, hier te Amsterdam? llij dacht 'm overal elders; hij had go- boord, dal-ie na z'n faillissement naar Ame rika was gegaan, had later wei eens ge hoord, dat-ie aan 'n tram was in Doornik; nog later had hom iemand te Londen mco.- non te zien, zoo straatarm, dat de dui vel 'm niet hebben wou. „Lambert! Lambert beu jij daar!" 'Twee vuile werkmanshanden staken naar hem uit. Hij had nog 'n eind van z'n manilla in den mond, mompelde iets en gaf hem de hand. llij sc-lu'ok van do gleufjes in dt gelmrceerne huid als 'n netje wirwamm over do magere koonen. En door z'n hoofd schoten z'n gedach ten Nou dat was nog do beiabberdste historie van alles! klost dat nog bij. zijn pau komen! Die Frans, die totaal naar den kelder gezakte Frans, dien-ie zou ont- loopen hebben waar-ie maar kon, die 'm emre 'u iKidolbrief geschreven had, ergere op'n spoortrein gepost, die 'm gebeden had om te helpen zou zat-ie in den piep zak al was 't maar met tien gulden, weikeu brief hij dadelijk in den kolenbak had gesmeten, in die situatie 1 Fat hij schrok voor 't gevaar dor onea* mulleeting met dien mislukten schoolkame raad, voor "t gevaar dat-ie 'm aan z'Ji heuis zou gaan hangen ids 'n hond aan 'n stuk beuling. „Wel. hoe gaat 't jou, kerel?"' riep de ander zoo hard, dat een dame schrikkend opkeek, „Beroeid," mompelde Lambert Calies zonder z'n sigaar uit den mond le nemen. „En wat rook je dan?" Opgeraapt," sprak-ie. Frans greep hem vertrouwelijk bij den arm.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1912 | | pagina 9