Vijf zinnen? VOOR PAim VOOR KINDEREN. als een spijs in gebruik bij alle standen; ook bloemkool, die do Romeinen uit Afri ka meebrachten. Re oude Romeinen acht ten ook do asperges, vooral die uit de buurt van Ravenna, zeer boog en do ari sen wondden de wilde asperges aantegen do jicht. Men meent, dat monniken de asperges over do Alpen gebracht hebben. Do Romcinsche keizer Tiberius stond be kend nh een hartstochtelijk liefhebber van augurken, die waarschijnlijk afkomstig waren uit Azië; men leidt den naam dezer vrucht ai' van het. Hindoeslansclm cahira. Ton tijde dat Karet de Groute over ons land regeerd" waren reeds tal van moes groenten hekoud; een in het midden der 17de eeuw in de Jlelmstadischo boekeiy gevonden handschrift, heelt dit beves tigd, want het. bevatte o. m. een verorde ning van genoemden keizer op het beheer en de inrichting zijner domeinen, waarbij ook genoemd werd een lange lijst, yan planten, die gekweekt moesten worden; een dorre naamlijst, maar tevens de oud- sto oorkonde van botanie, land- en tuin bouw en geneesmiddelen, die wij uit de middeleouwen bezitten. Uit die lange lijst noemen wij, in verband met het hier bovenvermelde: salade, rï- U'oenkruid, molde, knoflook, selderij, bieten peen, kooi, komkommers, tuin- on snijboo- nen, andijvie, peterselie, prij, linzen, erw ten, enz. Wij voegen er ook aan toe, dat vermeld .wordt huislook, een plant, in de weten schappelijke wereld vermeld als Se,mper- viram tectorum, ook wel „donkerboom" genoemd, die tot op den huidigen dag .wordt aangetroffen cn zijn naam als bloed zuiverend geneesmiddel tot op heden heeft gehandhaafd. LINNENGOED AAN BOORD. Het beheer en hel, toezicht over het waschgoed op de 'Hamburg— Amerika-lijn is tooverfrowd aan één haver vrouwelijke be ambten, de weduwe van een officier, die zich in den loop van den tijd zoodoende een zelfstandige, verantwoordelijke positie heeft kunnen scheppen. Dat haar werk voor de scheepvaartmaatschappij zeer belangrijk is, blijkt uit een opsomming van het ge bruik van linnengoed op een groote pas sagio rsboot. Onder het linnengoed, dat het schip hij de heenreis uit Hamburg in 1500 geplom beerde zakken meegegeven werd, bevond zich een voorraad servetten op lange reizen wordt natuurlijk het. tafellinnen niet dagelijks vernieuwd, doeli do servetring met een tafelnummer komt dan in gebruik van 45.000 stuks van groeten en klei nen omvang. Daarbij had men, daar bij deze reizen ook onderweg gewa.ssehe» wordt slechts 3000 tafellakens meegenomen. Na tuurlijk kwam daarbii non een aantal ge kleurde 'fufelkleeden, die bestemd zijn voor den rooksalon, enz. Bij de '2500 groote en 22.000 kleine kussen-loo pen behoorden 18.000 beddelakens en 10.000 dekenover- trekken, '1200 badlakens, 8000 baddoeken en 00.000 handdoeken waren v.mr het per soonlijk 'gein nik der DOC) passagiers ;um boord bestemd. Wat het keukentinnen be treft, beschikte men over 1500 glas- en 1500 dioogdneken, 4000 wrljfdoeken, 11.000 b'ordemloeken, 14.000 doeken voor de IV'. ('."si en 20.000 serviesdoeken, In 'de geplombeerde zakken, die ook tij dens do reis en op den terugtocht voor berging Van het gebruikte linnengoed die nen. komen alleen de volkomen ongeschon den stukken, die in doorsnee tweederde van het gewassehen linnen vormen, terwijl do rest, in manden gepakt, naar de sor- teerkiuner 'der waschinrichting gaat endaar nagezien worden of er ook scheuren, gaten of Vlekken in zijn. Wat versteld kan wor- Naar het Duitsrh van Graaf GüntheV Rosenhagen. Op kamer 295 werd „theorie" gehou den en met groote schreden ging de onder officier Harde voor zijn afdeeling op en neer. „De kerels" waren weder naar ge woonte „boven allo beschrijving dom": zij hadden van niets begrip en zoo was de verzachting van den onderofficier: „De duivel mogen hem halen, 'die het theorie geven heeft uitgevonden!" best te begrij pen. „Kerels, wjrt moet ik met jelui begin nen!" steunde de geplaagde instructeur; „waar is de Nou renberger trechter, waar door ik wijsheid door jullie dikke sche del kan gieten; waar is de man, die bij liet aanschouwen van jullie stomheid niet razend wordt?" Als zocht, hij naar zoo iemand, keek hij den kring rond; een aan den wand hangende spiegel weerkaatste evenwel slechts zqu eigen beeltenis. 'Met moeite dwong hij zich tot kalmte en begon verder: „Kinderen, wij zullen weder van voren af beginnen en ik zal je domheid van voorheen vergeven; brengt mij evenwel niet voor de tweede maai lot wanhoop, want ik beloof je, dan zal ik jo wat „uit de armenkas" geven! Al dus, Petersen„waarmede is de Duitsche infanterist bewapend?"- „Mot het infantoriegeweer model '88." „Goed, heel goed," antwoordde do on- den, 'gaat, naar do naast de sorteerkamer gelegen naaikamer, waarin jaar in, jaar uit, 18 tot 30 naaister-s, die in dagloon werken, op naaimachines de reparaties ver richten 'en stoppon. Met haar werken aan eonigo 'eleetrisch gedreven naaimachines bo vendien ocnige zoomsters vooreindde stuk ken, als beddelakens, handdoeken, enz. V tK>U WK N BE WEGING 'NIETS NIEUWS. Voorloopsters 'der vrouwenbeweging, die ook als voorloopsters der hedendaagsche sociale beweging kunnen gelden, kende men reels in de lilde rouw. Zon verschoon in het jaar 1505 een goschrift, dat opkwam voor 'de Imogcre ontwikkeling der vrouw, tu frankrijk word in de töde eeuw het donkbeeld 'der vrouwen-emancipatie voor bet. 'eerst in een verhandeling der schrijfster Christine 'de Pis.au verdedigd, waarop ze kere 'mademoiselle met een uit-elkander- zefting 'rler rechten van de vrouw, en Mar- garotlm. van Yaluis met 'n dissertatie over „De meerderheid van het vrouwelijk ver stand" volgde. In Engeland traden Mary Aste! 'en Daniël Defoe 1 de schrijver van „Robinson Crusoe" -• voor de verbete ring Van hel lot der vtouw op. NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR. In oude tijden werden de beenderen van slagvelden verzameld, tot poeder gemalen en gebruikt om het land vruchtbaar te maken. Do zijde, waaruit de Dritsohe vlaggen geweven worden, wordt in Zwitserland ge maakt. Er zijn in ludié achtmaal meer blanke mannen dan vrouwen. Een Fransch bloemist beeft een prijs van 15 duizend francs uitgeloofd voor dengocn, die een rozostruik met blauwe bloemen eraan, kan kweeken. Koning Humberto van Italië had een liooger levensverzekering dan iemand an ders Ier wereld, daar zij 18 millioen be liep; dan volgde czaar Alexander IR van Rusland, die voor 12 millioen verzekerd was; koning Edward's verzekeringspolissen waren tot een bedrag van 2',E millioen. In de Vcreenigde Staten van 'Noord- Amerika zijn vier steden, die meer dan een miüioen inwoners hebben; het zijn New-York, Philadelphia, Chicago en Brook lyn. i 1 Toen een zendeling uit Bazel onder de Cameroens werkzaam was, werd hij, zonder hot te weten, veroordeeld om door hen opgegeten te worden. Hem werd evenwel vergund te blijven leven, nadat do wilden tot. de ontdekking gekomen waren, dat hij te mager was. In hot dorp Utznack hij St. Gall, is met, haar toestemming een vrouw door Kaar echtgenoot aan een anderen man verkocht. Do koopor. oen Italiaan en een vriend van het Xwitsersche echtpaar, meende, dat hij don' koop wettigde dooi- on twee getuigen hij te halen en het koopcontract op ge zegeld papier te schrijven. De Italiaan zei zijn Zwits-erschen vriend dat hij een rouw wilde hebhen, en de Zwitser bood dadelijk aan de zijne te verkoopen tegen een koopje, want het was slechts voor f 9.110. Alle personen, die met dezen vreemden verkoop in verhand -staan, zijn menschen uit den arbeidenden stand. Riant is een ..ut do weinige landen, die er een vrouwelijk politiekorps op nahou den. Do leden ervan zijfi allen oud en loc lijk. Zij dragen een uniform, hoewel derofficier: „gij zijt ten minste nog een mensch, waarmede men een verstandig woord ktn spreken. Maar wanneer ik je nevenman Meier aanzie, dan vallen mij, ofschoon het geen Nieuwjaar is, op een maal al mijn betaalde rekeningen weder in de gedachten. Meiei. «at ben je toch eigen lijk van beroep?" „Slachter, sergeant." „Nu, dan kan ik mij voorstellen, dat jo zoo'n domkop kent gewordenhet voort durend verkeer met de ossen moet daar op een uitstekenden invloed hebben uitge oefend Doch dat is tot daaraan toe. Ver tel mij nu eens: uit hoeveel deelen bestaat het geweer?" De aangesprokene sprong met oen schok van zijn bankje op en nam de voor^e- sc.hreven houding, maar hh-ef het ant woord schuldig. „Meierhoe dikwijls heb ik je nu reeds niet gezegd, dat ge wat luider moet spreken! Je mompelt maar wat om do plaats heen, waar hij anderen de baard zit, zoodat niemand er iets van verstaat. Dus uit hoeveel deelen bestaat bet geweer?'' Dreigend stond de superieur voor den gevraagde: maar Meier mompelde nog zachter dan gewoonlijk voor zich heen; al had hij er een millioen aan blanke geldstukken mode kunnen verdienen, hij zou niet in staat zijn geweest, de vraag to beantwoorden. Meier was reeds als schalier om zijn buitengewone domheid berucht geweeot. I)o kleine tafels van vermenigvuldiging hadden hem reeds een aantal slapo.Iooze nachten gekost en do groote waren altijd onoplosbare raadselen voor hem gebleven. Toen hij zoover was gekomen, dat hij do school mocat verla ten, had hij do boeken in een hoek go- zij niet gewapend zijn. Haar voornaamste taak is de wacht te houdon in het vrou wen-paleis te Bangkok. Zij volgen iederen vrcomdoling, die het paleis binnentreedt, on blijven bij hom tot hij het weer verlaat. Zij houden toezicht dat er geen kwaad gedaan en liefde aangeknoopt wordt met de vorstelijke vrouwen en hofdames. Het levert nogal moeilijkheden op deze garde in stand te houden, daar het liarel wer ken is voor weinig geld. ANECD0TM. Op zekere school werd den jongens ge zegd een opstel te maken over „Olivier Croimvell". Er was er een bij, dat o. a.. den yol- genclen zin bevatte: JOlivier CromweU had een ijzeren wil, een leelijko wrat, en een grooten, rooden neus, maar daaronder Waren diep-gods,- dienstigo gevoelens. ,JMooi weer, lió, Krelis. Denk je, dat het vandaag zoo blijven zal?"' „Nee, ik zou denken, dat het zal gaan regenen I" „Regenen? En de barometer staat op mooi weert" maar het weer stoort zich hier niet aan den barometer." Kleine Dina (vijf jaar oud): ,,Ma!ma, Piet eu ik zijn van morgen getrouwd." Mama: „Zoo, en hoe deed je dat. Wie heeft het huwelijk gesloten?" „Ik weet niet, wat u bedoelt."- „En jo zei toch, dat jo van morgen getrouwd was?"- 1 „Ja, ik haalde de schalen en zette ze op tafel, en toen gingen we allebei zitten, en hij zei, dat er van 't eten niets deugde, en toen zei ik, dat hij een akelige kerel was, en toen hij liep hij weg pn sloeg de deur hard achter zich toe," Yriend: „En had je stuk succes?" Auteur: „Succes? De meeste vrouwen huilden zoo dat er geen zweempje verf meer op haar- gezicht was." A.„Jo moet niet zooveel sterken drank drinken, kerel. Waarom drink je geen wa ter?" 1 B, -. „Water? Water? Nooit van ge hoord." A.: „Wat, weet je niet, wat water is?" B.„Ja, ja, zij gebruiken het om het onder bruggen te doen. Is het niet?" Een heel mooie leeuwen torn ster, elegant gekleed, wenkt een leeuw naderbij te ko men. Do koning der dieren komt en neemt een klontje suiker uit haar mond." „Niks an," zegt een heer voor de kooi. „Wat?" zegt de bekoorlijke temster ver ontwaardigd. „Niks an. Dat kau ik en wil ik graag dadelijk doen net als de leeuw." SABOTAGE?'-' „Zeg Jan t"- i „Ja.i „Heb je wel gezien, hoe de chauffeur het kamermeisje aankijkt?" I „Nou?" 1 „Ik houd er voor, dat er zoo meteen iets aan do machine stuk is." Chauffeur (binnen stappend): „Mijnheer, liet kan wel twee uur duren. De vonk wil maar niet pakken." Mjjnheer (bits)„Best. Dan vijf minuten. Maar langer niet, hoor je?" 1 EEN GOEDE ZIEL. Vrouw (tot haar man op diens geboorte dag) -. „Om je eens genoegen te doen. heb ik een huissleutel-étui voor je gebor duurd." smeten en hij zichzelven gezworen, dat hij zo nooit meer zou, aanraken. Daarop was Itij bij zijn vader in de leer gekomen en had zich, als deze, veel moeite gegeven om een flinke en zoo mogelijk een rijke slachter te worden. Hg leefde op deze wijze kalm en genist voort, tot hij op een goeden dag met schrik bemerkte, dat hij twintig jaren was geworden en zich als soldaat moest aangeven. „Zo zullen, mij toch' wel niet goedkeu ren!" met deze woorden troostte hij zich, als hij bij de gedachte, in dienst te moeten treden, kippevel kreeg, „ze zullen mij toch niet goedkeuren!" Maar zij keurden hem' goed, want hij was slank en krachtig gebouwd en de keuringscommissie zag in dezen ook als vele andere menschep slechts „wat voor oogen was". Hadden zij door zijn schedel kunnen zien, wellicht ware hij vrijgeko men had hij naar zijn ossen kunnen te- rugkeeren, maar thans werd hij op een gaoden morgen in do uniform gestoken, zichzelven tot leed en anderen ter kwel ling. De dienst begon cn Meier gevoelde zich gelukkiger dan hij in zijn stoutste droo- men had durven denken. Sterk cn krach tig als nij was, vei droeg hij de vermoeie nissen van liet exercecren met het meeste gemak; liet levcri in de kazerne, liet ver keer met even jonge en gelijkgezinde ka meraden beviel hom uitstekend, en hij vond, dat alles niet half zoo erg was als hij zich had voorgesteld. Ja, hij was bijna volkomen gelukkig cn tevreden, maar dat alles voranderdo op eens, toon do „theorie" begon. Wat daarbij vereiseht wepd, was ©.eer Man: „Dat is erg lief van je en de huissleutel?" Vrouw: „Dien mag je iederen dag tot 's avonds 8 uur in jo zak hebben." 1 STEEDS GALANT. Rechter: „Men li'eeft een vrouw in je gezelschap gezien; je hebt de misdaad dus niet alleen bedreven."1 Beklaagde: „Och, mijnheer, wat zal ik u zeggen. Geen genoegen zonder dames." BAAS BOVEN BAAS. „Bij ons is hot theater zoo goed inge richt, dat men hij het opvoeren van Een zomernachtsdroom" den geur van natuur- lijko bloemen kan ruiken." „En bij ons dan? Bij het opvoeren van „De Iloovcrs" werd bij mijn 'horloge ont stolen."! 1 Hoewel hot wcor, op enkele dagen na, nog alles behalve zacht te noemen is, voe len 'toch tie dames, die dezen winter den zworen bont- of pluche-mantel gedragen heb ben, zich wel gedwongen, deze voor het veel lichtere tailleur-costuum te verwisse len. Deze tailleurs zijn de eigenlijke over- gangskostuums. Men "ziet ze dit jaar- voor namelijk in effen marine-blauw met tres of soutache gegarneerd; men draagt even wel ook zwarte en donker gekleurdo stof fen met witte streepjes. De grootste fantasie bestaat op 't oogen- hlik in do tailleuscs van gekleurde taffe tas, gegarneerd met ruches, boulloimies en doffen. De mantels der moderne tailleuscs zijn aan de voorzijde rond weggeknipt, on verschillig of het jaquet uit één stuk is, of dat het met aangesneden basque is in gericht. Deze hasque-jaquetten worden met cein tuurs gedragen, of men kan ook hel aan zetsel bellekken met een 'dik zijden koord. De garneeritig der mantels bestaat voorna melijk uiteen grooten satijnen kraag en dito mouwopslagen, veuler stiksel of tres-band. Besluit men evenwel tot een tafzijden tail leur, 'dan wordt die veel drukker gegarneerd. In de eerste plaats wordt de groote zijden mantelkraag rondom met een ruche van zijde afgezet, en dan garneert men den kraag zelf wederom met een kanten kraag, zoo, dat de schulpen juist tegen liet ruche vallen. Het ruche van den kraag loopt ver der langs den rond weggeknipten mantel naar beneden en rondom het basque. Iu de taille worden die mantels gesloten met 'één haak en oog, welke met een rosot van tafzijde bedekt worden. De rokrand van zoo'n tafzijden tailleur-costuum wordt mot een breeden dof, die onder en boven door een ruche, als op den mantel,, is afge werkt, gegarneerd, Venter rijst nog voortdurend de vraag of de rokken dezen zomer wijder of even na.uw 'zullen gedragen worden. Wij twij felen er niet. aan of de nauwe rokken zullen stellig dezen zomer nog mode blijven, voor zoover het de taillcur-costuums en de een voudige gekleede toiletjes betreft; voor ge legenheden en gala-toiletten moeten ze even wel met een sleep worden ingericht en vallen dan vanzelf wat wijder. De rokken der costuums zijn grooten- deels met tuniques voorziendeze laat ste evenwel moeten met veel smaak en tact 'worden aangebracht, daar ze voor elk figuur Verschillend moeten zijn, namelijk voor kleine, gezette dames lang, en voor lange, slanke figuren korter, CORNELIS, DE KLEINE GIDS. In het gezin van de weduwe Gruner was de nood zeer hoog gestegen; do winter dan tien menschea met den hesten wil ter wereld vermochten te geven iedere minuut die hij vrij had benutte hij om met het „theorieboekje'' gewapend, het verlangdo in zijn hersens te pompen, en als hij dan na lange marsc-hen meende het te weten, bemerkte hij een half uur later, dat hij nog dommer was dau te voren! „Meier, uit hoeveel deelen bestaat het geweer?" Maai- de gevraagde wist het nog altijd niet. Evengoed had men hem kunnen vragen waarom het om twaalf en niet om elf uur middag is. „Nu, weet jo het haast?" Dat klonk als het dreigen van een ge weldigen storm, die in staat is alles wat vast staat neer te werpen maar Meier zweeg nog altijd. Een oogenblik scheen het. als wilde de onderofficier zich op den armen kerel werpen; daarop evenwel stopte hij do handen in de onpeilbaar diepe zakken van zijn paletot. „Neen Meier, gij zijt te te te te ontzettend dom. Hoe dikwijls heb ik- je niet reeds gezegd, dat een geweer vijf deelen heeft, vijf, vijl', vijf! -- kunt je dat nu niet onthouden?" „Tot uw dienst, sergeant" „Tot uw dienst zeg je altijddoe liever wat heter je dienst en steek jo snavel in je theorieboek 1" „Tot uw dienst .sergeant!" Aan al het verschrikkelijke komt een einde, en do onderofficier ademde verlicht op, toen het uur sloeg dat de theorie was afgc- loojKsn. Het exerceeren begon en bij het „handgrepen doen" was Meier het be ruchte getal „vijf" reeds lang weder ver geten, toen do sergeant nog altijd in ge duurde 'lang en was bizonder streng, en waar er bijna geen inkomsten, maar wel extra uitgaven waren, was de arme vrouw hard achteruitgegaan, zoo zelfs, dat zo haar laatste Bezitting, haar geitje, had moe ten verkoopen. De vroiuv werkte zoo hard mogelijk om voor zich en haar vier kindoren den kost te verdienen, on-'s avonds liet ze dikwijls do handen met hot breiwerk van vermoeid heid in den schoot vallen. De kinderen waren allen goed en lief, maar nog te jong, om iets voor haar te verdienen, doch als soms het verdriet haar to machtig werd, en ze haar verdriet niet langer 'kon bedwingen, dan sloeg haar tien jarig, oudste zoontje zijn armen om haar hal® terwijl hij haar bemoedigend toefluis- terde; „Huil maar niet, moedertje; als het maar eerst zomer is, dan zult u eens zien, hoeveel geld ik thuis breng; dun zal ik den vreemdelingen den weg wijzen. Vrouw Gruner woonde in een mooi berg plaatsje, waaiheen veel vreemdelingen kwa men. 'Reeds in het voorjaar- kwamen do gasten en Cornelia bood zich dadelijk ijverig als 'gids aan eu vele mensehen hadden schik in 'den aardige», vroolijken jongen. Op een moeien zomerdag, toen Cornelia toevallig vrij had van school, maakte hij den dagtoer met een vricudelgicen heer, die zich vermaakte met tiet gezellig gebab bel van den kleinen jongen. 's Morgens hadden ze met, cenige inspan ning den berg heklommen, die een prachtig uitzicht aanbood. Hier op den top wilden ze 'liet middagmaal gebruiken, en eerst na de warmste uren van den dag hun tocht voortzetten. Nadat de toerist Beichs, een rijk koop man uit Berlijn, zijn diner geëindigd had, wilde hij eens naar zijn klein gidsje gaan kijken. lil dien tusscheiitijd schenen er vele toe risten op paarden, ezels en muilezels naar boven te zijn gekomen, de. gelagkamer van het logement zat tenminste vol met voerlui, die vioolijk zaten te spelen, te praten en te drinken. Cornells echter was nergens te zien. De heer Beichs verbaasde er zich over, dat geen van die lui zich om zijn dieren bekommerdehij ging verder om Cornelis te zoeken cn toen hij buiten kwam, zag hij, hoe Cornelis druk bezig was den dieren te drinken te geven, hoe hij een paard uit de brandende: zon haalde, en het op een scha duwrijk piekje vastbond hoe hij voor elk van de dieren een hizondere liefkozing en zorgvolle behandeling over had. (Wordt vervolgd. SPELLETJE. Vlug ter heen. Door een aantal kinderen wordt een kring gevoinkl. Een uit het gezelschap heeft een zakje, dal goed stijf met zand gevuld is; hij knoopt daar een lang eind louw aan vast 'en gaat precies in 't midden van den kring staan. Nu draait, hy het touw zoo iu 't, rond, dat liet zandaakjo een cirkel beschrijft. Wie nu niet met tiet zand- zakje tegen de boenen geslingerd wil wor den, is verplicht op te springen. "Wie op het zakje of op liet touw terecht komt, is af, en mag niet meer mee doen. 't Is toch ten strengste verhalen den kring ook maar even 'te verbreken door de handen los te laten. Wie aan dit spel deel neemt, heeft bepaald sctiik, doch voor degenen, die toe kijken is het bepaald koddig om te zien, hoe nu de een, dan de ander een lucht sprong maakt, of 't door hot lachen vergeet en „af" is. hi dachten bezig was hoe don domuien re- cruut het ongelukkige getal zou instam pen. Daiu- viel hem plotseling iets in, dat hij voor zijn doel wel geschikt achtte, 't Was een oud. rijmpje en onmiddellijk riep hij Meier bij zich. „Meier, hoeveel doelen heeft het geweer?" Maar Meier bleef weder het antwoord schuldig; hij had een geheugen als een zeef zonder bodem, on niet voor alle schatten ter we reld had hij het bewuste getal kunnen noemen. In stramme houding stond hij voor zijn superieur, maar een lichte sid dering liep door zijn leden eu hij dacht: „Na zal het losbarsten 1" Maar iets geheet onverwachts gebeur de: de onderofficier legde welwillend de hand op zijn schouder en zeide kalm: „Meier, gij zijt een rechte schaapskop, maar dat hindert in dit geval niet; ik zal cv voor zorgen, dat gij mettertijd een nuttig lid der maatschappij zult worden. Daartoe is het evenwel in de eerste plaats noodzakelijk, dat rij weet uit hoeveel deelen het geweer bestaat, want het ge weer is in zekeren zin uw bruid ca even goed als gij uw bruid moet kennen, moet gij ook uw geweer kennen. Dat. be grijpt gij toch wol?" „Jawel, sergeant!" 1 „Nu dan, let dau eens op. Er is een oud rijmpje, dat zal ik je voorzeggen, en als we weer in de kazerne zijn, komt ge hij mij, dan zal ik het voor je uit schrijven; dan .Jeer je het van huiten en als je 's avonds gaat slapen en ook als je 's morgens wordt gewekt, zeg je liet vijftig maal op. Verstaan?" „Jawel, sergeant." En Meier wil het saluut maken on zich omkeoren, maar de sergeant beduidt hom te blijven staan

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1912 | | pagina 10