Vijf zinnen?
VOOR PAim
VOOR KINDEREN.
als een spijs in gebruik bij alle standen;
ook bloemkool, die do Romeinen uit Afri
ka meebrachten. Re oude Romeinen acht
ten ook do asperges, vooral die uit de
buurt van Ravenna, zeer boog en do ari
sen wondden de wilde asperges aantegen
do jicht. Men meent, dat monniken de
asperges over do Alpen gebracht hebben.
Do Romcinsche keizer Tiberius stond be
kend nh een hartstochtelijk liefhebber van
augurken, die waarschijnlijk afkomstig
waren uit Azië; men leidt den naam
dezer vrucht ai' van het. Hindoeslansclm
cahira.
Ton tijde dat Karet de Groute over ons
land regeerd" waren reeds tal van moes
groenten hekoud; een in het midden der
17de eeuw in de Jlelmstadischo boekeiy
gevonden handschrift, heelt dit beves
tigd, want het. bevatte o. m. een verorde
ning van genoemden keizer op het beheer
en de inrichting zijner domeinen, waarbij
ook genoemd werd een lange lijst, yan
planten, die gekweekt moesten worden;
een dorre naamlijst, maar tevens de oud-
sto oorkonde van botanie, land- en tuin
bouw en geneesmiddelen, die wij uit de
middeleouwen bezitten.
Uit die lange lijst noemen wij, in verband
met het hier bovenvermelde: salade, rï-
U'oenkruid, molde, knoflook, selderij, bieten
peen, kooi, komkommers, tuin- on snijboo-
nen, andijvie, peterselie, prij, linzen, erw
ten, enz.
Wij voegen er ook aan toe, dat vermeld
.wordt huislook, een plant, in de weten
schappelijke wereld vermeld als Se,mper-
viram tectorum, ook wel „donkerboom"
genoemd, die tot op den huidigen dag
.wordt aangetroffen cn zijn naam als bloed
zuiverend geneesmiddel tot op heden heeft
gehandhaafd.
LINNENGOED AAN BOORD.
Het beheer en hel, toezicht over het
waschgoed op de 'Hamburg— Amerika-lijn is
tooverfrowd aan één haver vrouwelijke be
ambten, de weduwe van een officier, die
zich in den loop van den tijd zoodoende
een zelfstandige, verantwoordelijke positie
heeft kunnen scheppen. Dat haar werk voor
de scheepvaartmaatschappij zeer belangrijk
is, blijkt uit een opsomming van het ge
bruik van linnengoed op een groote pas
sagio rsboot.
Onder het linnengoed, dat het schip hij
de heenreis uit Hamburg in 1500 geplom
beerde zakken meegegeven werd, bevond
zich een voorraad servetten op lange
reizen wordt natuurlijk het. tafellinnen niet
dagelijks vernieuwd, doeli do servetring
met een tafelnummer komt dan in gebruik
van 45.000 stuks van groeten en klei
nen omvang. Daarbij had men, daar bij
deze reizen ook onderweg gewa.ssehe» wordt
slechts 3000 tafellakens meegenomen. Na
tuurlijk kwam daarbii non een aantal ge
kleurde 'fufelkleeden, die bestemd zijn voor
den rooksalon, enz. Bij de '2500 groote en
22.000 kleine kussen-loo pen behoorden
18.000 beddelakens en 10.000 dekenover-
trekken, '1200 badlakens, 8000 baddoeken
en 00.000 handdoeken waren v.mr het per
soonlijk 'gein nik der DOC) passagiers ;um
boord bestemd. Wat het keukentinnen be
treft, beschikte men over 1500 glas- en
1500 dioogdneken, 4000 wrljfdoeken, 11.000
b'ordemloeken, 14.000 doeken voor de
IV'. ('."si en 20.000 serviesdoeken,
In 'de geplombeerde zakken, die ook tij
dens do reis en op den terugtocht voor
berging Van het gebruikte linnengoed die
nen. komen alleen de volkomen ongeschon
den stukken, die in doorsnee tweederde
van het gewassehen linnen vormen, terwijl
do rest, in manden gepakt, naar de sor-
teerkiuner 'der waschinrichting gaat endaar
nagezien worden of er ook scheuren, gaten
of Vlekken in zijn. Wat versteld kan wor-
Naar het Duitsrh van Graaf GüntheV
Rosenhagen.
Op kamer 295 werd „theorie" gehou
den en met groote schreden ging de onder
officier Harde voor zijn afdeeling op en
neer. „De kerels" waren weder naar ge
woonte „boven allo beschrijving dom":
zij hadden van niets begrip en zoo was
de verzachting van den onderofficier: „De
duivel mogen hem halen, 'die het theorie
geven heeft uitgevonden!" best te begrij
pen.
„Kerels, wjrt moet ik met jelui begin
nen!" steunde de geplaagde instructeur;
„waar is de Nou renberger trechter, waar
door ik wijsheid door jullie dikke sche
del kan gieten; waar is de man, die bij
liet aanschouwen van jullie stomheid niet
razend wordt?"
Als zocht, hij naar zoo iemand, keek
hij den kring rond; een aan den wand
hangende spiegel weerkaatste evenwel
slechts zqu eigen beeltenis.
'Met moeite dwong hij zich tot kalmte
en begon verder: „Kinderen, wij zullen
weder van voren af beginnen en ik zal
je domheid van voorheen vergeven;
brengt mij evenwel niet voor de tweede
maai lot wanhoop, want ik beloof je, dan
zal ik jo wat „uit de armenkas" geven! Al
dus, Petersen„waarmede is de Duitsche
infanterist bewapend?"-
„Mot het infantoriegeweer model '88."
„Goed, heel goed," antwoordde do on-
den, 'gaat, naar do naast de sorteerkamer
gelegen naaikamer, waarin jaar in, jaar
uit, 18 tot 30 naaister-s, die in dagloon
werken, op naaimachines de reparaties ver
richten 'en stoppon. Met haar werken aan
eonigo 'eleetrisch gedreven naaimachines bo
vendien ocnige zoomsters vooreindde stuk
ken, als beddelakens, handdoeken, enz.
V tK>U WK N BE WEGING 'NIETS NIEUWS.
Voorloopsters 'der vrouwenbeweging, die
ook als voorloopsters der hedendaagsche
sociale beweging kunnen gelden, kende
men reels in de lilde rouw. Zon verschoon
in het jaar 1505 een goschrift, dat opkwam
voor 'de Imogcre ontwikkeling der vrouw,
tu frankrijk word in de töde eeuw het
donkbeeld 'der vrouwen-emancipatie voor
bet. 'eerst in een verhandeling der schrijfster
Christine 'de Pis.au verdedigd, waarop ze
kere 'mademoiselle met een uit-elkander-
zefting 'rler rechten van de vrouw, en Mar-
garotlm. van Yaluis met 'n dissertatie over
„De meerderheid van het vrouwelijk ver
stand" volgde. In Engeland traden Mary
Aste! 'en Daniël Defoe 1 de schrijver van
„Robinson Crusoe" -• voor de verbete
ring Van hel lot der vtouw op.
NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR.
In oude tijden werden de beenderen van
slagvelden verzameld, tot poeder gemalen
en gebruikt om het land vruchtbaar te
maken.
Do zijde, waaruit de Dritsohe vlaggen
geweven worden, wordt in Zwitserland ge
maakt.
Er zijn in ludié achtmaal meer blanke
mannen dan vrouwen.
Een Fransch bloemist beeft een prijs
van 15 duizend francs uitgeloofd voor
dengocn, die een rozostruik met blauwe
bloemen eraan, kan kweeken.
Koning Humberto van Italië had een
liooger levensverzekering dan iemand an
ders Ier wereld, daar zij 18 millioen be
liep; dan volgde czaar Alexander IR van
Rusland, die voor 12 millioen verzekerd
was; koning Edward's verzekeringspolissen
waren tot een bedrag van 2',E millioen.
In de Vcreenigde Staten van 'Noord-
Amerika zijn vier steden, die meer dan
een miüioen inwoners hebben; het zijn
New-York, Philadelphia, Chicago en Brook
lyn. i 1
Toen een zendeling uit Bazel onder de
Cameroens werkzaam was, werd hij, zonder
hot te weten, veroordeeld om door hen
opgegeten te worden. Hem werd evenwel
vergund te blijven leven, nadat do wilden
tot. de ontdekking gekomen waren, dat
hij te mager was.
In hot dorp Utznack hij St. Gall, is met,
haar toestemming een vrouw door Kaar
echtgenoot aan een anderen man verkocht.
Do koopor. oen Italiaan en een vriend van
het Xwitsersche echtpaar, meende, dat hij
don' koop wettigde dooi- on twee getuigen
hij te halen en het koopcontract op ge
zegeld papier te schrijven. De Italiaan
zei zijn Zwits-erschen vriend dat hij een
rouw wilde hebhen, en de Zwitser bood
dadelijk aan de zijne te verkoopen tegen
een koopje, want het was slechts voor
f 9.110. Alle personen, die met dezen
vreemden verkoop in verhand -staan, zijn
menschen uit den arbeidenden stand.
Riant is een ..ut do weinige landen, die
er een vrouwelijk politiekorps op nahou
den. Do leden ervan zijfi allen oud en
loc lijk. Zij dragen een uniform, hoewel
derofficier: „gij zijt ten minste nog een
mensch, waarmede men een verstandig
woord ktn spreken. Maar wanneer ik je
nevenman Meier aanzie, dan vallen mij,
ofschoon het geen Nieuwjaar is, op een
maal al mijn betaalde rekeningen weder in
de gedachten. Meiei. «at ben je toch eigen
lijk van beroep?"
„Slachter, sergeant."
„Nu, dan kan ik mij voorstellen, dat
jo zoo'n domkop kent gewordenhet voort
durend verkeer met de ossen moet daar
op een uitstekenden invloed hebben uitge
oefend Doch dat is tot daaraan toe. Ver
tel mij nu eens: uit hoeveel deelen bestaat
het geweer?"
De aangesprokene sprong met oen schok
van zijn bankje op en nam de voor^e-
sc.hreven houding, maar hh-ef het ant
woord schuldig.
„Meierhoe dikwijls heb ik je nu
reeds niet gezegd, dat ge wat luider moet
spreken! Je mompelt maar wat om do
plaats heen, waar hij anderen de baard zit,
zoodat niemand er iets van verstaat. Dus
uit hoeveel deelen bestaat bet geweer?''
Dreigend stond de superieur voor den
gevraagde: maar Meier mompelde nog
zachter dan gewoonlijk voor zich heen;
al had hij er een millioen aan blanke
geldstukken mode kunnen verdienen, hij
zou niet in staat zijn geweest, de vraag
to beantwoorden. Meier was reeds als
schalier om zijn buitengewone domheid
berucht geweeot. I)o kleine tafels van
vermenigvuldiging hadden hem reeds een
aantal slapo.Iooze nachten gekost en do
groote waren altijd onoplosbare raadselen
voor hem gebleven. Toen hij zoover was
gekomen, dat hij do school mocat verla
ten, had hij do boeken in een hoek go-
zij niet gewapend zijn. Haar voornaamste
taak is de wacht te houdon in het vrou
wen-paleis te Bangkok. Zij volgen iederen
vrcomdoling, die het paleis binnentreedt,
on blijven bij hom tot hij het weer verlaat.
Zij houden toezicht dat er geen kwaad
gedaan en liefde aangeknoopt wordt met
de vorstelijke vrouwen en hofdames. Het
levert nogal moeilijkheden op deze garde
in stand te houden, daar het liarel wer
ken is voor weinig geld.
ANECD0TM.
Op zekere school werd den jongens ge
zegd een opstel te maken over „Olivier
Croimvell".
Er was er een bij, dat o. a.. den yol-
genclen zin bevatte:
JOlivier CromweU had een ijzeren wil,
een leelijko wrat, en een grooten, rooden
neus, maar daaronder Waren diep-gods,-
dienstigo gevoelens.
,JMooi weer, lió, Krelis. Denk je, dat
het vandaag zoo blijven zal?"'
„Nee, ik zou denken, dat het zal gaan
regenen I"
„Regenen? En de barometer staat op
mooi weert"
maar het weer stoort zich hier
niet aan den barometer."
Kleine Dina (vijf jaar oud): ,,Ma!ma,
Piet eu ik zijn van morgen getrouwd."
Mama: „Zoo, en hoe deed je dat. Wie
heeft het huwelijk gesloten?"
„Ik weet niet, wat u bedoelt."-
„En jo zei toch, dat jo van morgen
getrouwd was?"- 1
„Ja, ik haalde de schalen en zette
ze op tafel, en toen gingen we allebei
zitten, en hij zei, dat er van 't eten niets
deugde, en toen zei ik, dat hij een akelige
kerel was, en toen hij liep hij weg pn
sloeg de deur hard achter zich toe,"
Yriend: „En had je stuk succes?"
Auteur: „Succes? De meeste vrouwen
huilden zoo dat er geen zweempje verf
meer op haar- gezicht was."
A.„Jo moet niet zooveel sterken drank
drinken, kerel. Waarom drink je geen wa
ter?" 1
B, -. „Water? Water? Nooit van ge
hoord."
A.: „Wat, weet je niet, wat water is?"
B.„Ja, ja, zij gebruiken het om het
onder bruggen te doen. Is het niet?"
Een heel mooie leeuwen torn ster, elegant
gekleed, wenkt een leeuw naderbij te ko
men. Do koning der dieren komt en neemt
een klontje suiker uit haar mond."
„Niks an," zegt een heer voor de kooi.
„Wat?" zegt de bekoorlijke temster ver
ontwaardigd.
„Niks an. Dat kau ik en wil ik graag
dadelijk doen net als de leeuw."
SABOTAGE?'-'
„Zeg Jan t"- i
„Ja.i
„Heb je wel gezien, hoe de chauffeur
het kamermeisje aankijkt?" I
„Nou?" 1
„Ik houd er voor, dat er zoo meteen
iets aan do machine stuk is."
Chauffeur (binnen stappend): „Mijnheer,
liet kan wel twee uur duren. De vonk
wil maar niet pakken."
Mjjnheer (bits)„Best. Dan vijf minuten.
Maar langer niet, hoor je?" 1
EEN GOEDE ZIEL.
Vrouw (tot haar man op diens geboorte
dag) -. „Om je eens genoegen te doen. heb
ik een huissleutel-étui voor je gebor
duurd."
smeten en hij zichzelven gezworen, dat
hij zo nooit meer zou, aanraken. Daarop
was Itij bij zijn vader in de leer gekomen
en had zich, als deze, veel moeite gegeven
om een flinke en zoo mogelijk een rijke
slachter te worden. Hg leefde op deze
wijze kalm en genist voort, tot hij op een
goeden dag met schrik bemerkte, dat hij
twintig jaren was geworden en zich als
soldaat moest aangeven.
„Zo zullen, mij toch' wel niet goedkeu
ren!" met deze woorden troostte hij zich,
als hij bij de gedachte, in dienst te
moeten treden, kippevel kreeg, „ze zullen
mij toch niet goedkeuren!"
Maar zij keurden hem' goed, want hij
was slank en krachtig gebouwd en de
keuringscommissie zag in dezen ook als
vele andere menschep slechts „wat voor
oogen was". Hadden zij door zijn schedel
kunnen zien, wellicht ware hij vrijgeko
men had hij naar zijn ossen kunnen te-
rugkeeren, maar thans werd hij op een
gaoden morgen in do uniform gestoken,
zichzelven tot leed en anderen ter kwel
ling.
De dienst begon cn Meier gevoelde zich
gelukkiger dan hij in zijn stoutste droo-
men had durven denken. Sterk cn krach
tig als nij was, vei droeg hij de vermoeie
nissen van liet exercecren met het meeste
gemak; liet levcri in de kazerne, liet ver
keer met even jonge en gelijkgezinde ka
meraden beviel hom uitstekend, en hij
vond, dat alles niet half zoo erg was
als hij zich had voorgesteld. Ja, hij was
bijna volkomen gelukkig cn tevreden, maar
dat alles voranderdo op eens, toon do
„theorie" begon.
Wat daarbij vereiseht wepd, was ©.eer
Man: „Dat is erg lief van je en de
huissleutel?"
Vrouw: „Dien mag je iederen dag tot
's avonds 8 uur in jo zak hebben."
1 STEEDS GALANT.
Rechter: „Men li'eeft een vrouw in je
gezelschap gezien; je hebt de misdaad
dus niet alleen bedreven."1
Beklaagde: „Och, mijnheer, wat zal ik
u zeggen. Geen genoegen zonder dames."
BAAS BOVEN BAAS.
„Bij ons is hot theater zoo goed inge
richt, dat men hij het opvoeren van Een
zomernachtsdroom" den geur van natuur-
lijko bloemen kan ruiken."
„En bij ons dan? Bij het opvoeren van
„De Iloovcrs" werd bij mijn 'horloge ont
stolen."! 1
Hoewel hot wcor, op enkele dagen na,
nog alles behalve zacht te noemen is, voe
len 'toch tie dames, die dezen winter den
zworen bont- of pluche-mantel gedragen heb
ben, zich wel gedwongen, deze voor het
veel lichtere tailleur-costuum te verwisse
len. Deze tailleurs zijn de eigenlijke over-
gangskostuums. Men "ziet ze dit jaar- voor
namelijk in effen marine-blauw met tres
of soutache gegarneerd; men draagt even
wel ook zwarte en donker gekleurdo stof
fen met witte streepjes.
De grootste fantasie bestaat op 't oogen-
hlik in do tailleuscs van gekleurde taffe
tas, gegarneerd met ruches, boulloimies en
doffen. De mantels der moderne tailleuscs
zijn aan de voorzijde rond weggeknipt, on
verschillig of het jaquet uit één stuk is,
of dat het met aangesneden basque is in
gericht.
Deze hasque-jaquetten worden met cein
tuurs gedragen, of men kan ook hel aan
zetsel bellekken met een 'dik zijden koord.
De garneeritig der mantels bestaat voorna
melijk uiteen grooten satijnen kraag en dito
mouwopslagen, veuler stiksel of tres-band.
Besluit men evenwel tot een tafzijden tail
leur, 'dan wordt die veel drukker gegarneerd.
In de eerste plaats wordt de groote zijden
mantelkraag rondom met een ruche van
zijde afgezet, en dan garneert men den
kraag zelf wederom met een kanten kraag,
zoo, dat de schulpen juist tegen liet ruche
vallen. Het ruche van den kraag loopt ver
der langs den rond weggeknipten mantel
naar beneden en rondom het basque.
Iu de taille worden die mantels gesloten
met 'één haak en oog, welke met een rosot
van tafzijde bedekt worden. De rokrand van
zoo'n tafzijden tailleur-costuum wordt
mot een breeden dof, die onder en boven
door een ruche, als op den mantel,, is afge
werkt, gegarneerd,
Venter rijst nog voortdurend de vraag
of de rokken dezen zomer wijder of even
na.uw 'zullen gedragen worden. Wij twij
felen er niet. aan of de nauwe rokken zullen
stellig dezen zomer nog mode blijven, voor
zoover het de taillcur-costuums en de een
voudige gekleede toiletjes betreft; voor ge
legenheden en gala-toiletten moeten ze even
wel met een sleep worden ingericht en
vallen dan vanzelf wat wijder.
De rokken der costuums zijn grooten-
deels met tuniques voorziendeze laat
ste evenwel moeten met veel smaak en
tact 'worden aangebracht, daar ze voor elk
figuur Verschillend moeten zijn, namelijk
voor kleine, gezette dames lang, en voor
lange, slanke figuren korter,
CORNELIS, DE KLEINE GIDS.
In het gezin van de weduwe Gruner was
de nood zeer hoog gestegen; do winter
dan tien menschea met den hesten wil
ter wereld vermochten te geven iedere
minuut die hij vrij had benutte hij om
met het „theorieboekje'' gewapend, het
verlangdo in zijn hersens te pompen, en
als hij dan na lange marsc-hen meende
het te weten, bemerkte hij een half uur
later, dat hij nog dommer was dau te
voren!
„Meier, uit hoeveel deelen bestaat het
geweer?" Maai- de gevraagde wist het
nog altijd niet. Evengoed had men hem
kunnen vragen waarom het om twaalf en
niet om elf uur middag is.
„Nu, weet jo het haast?"
Dat klonk als het dreigen van een ge
weldigen storm, die in staat is alles wat
vast staat neer te werpen maar Meier
zweeg nog altijd.
Een oogenblik scheen het. als wilde de
onderofficier zich op den armen kerel
werpen; daarop evenwel stopte hij do
handen in de onpeilbaar diepe zakken
van zijn paletot.
„Neen Meier, gij zijt te te te
te ontzettend dom. Hoe dikwijls heb ik- je
niet reeds gezegd, dat een geweer vijf
deelen heeft, vijf, vijl', vijf! -- kunt je
dat nu niet onthouden?"
„Tot uw dienst, sergeant"
„Tot uw dienst zeg je altijddoe
liever wat heter je dienst en steek jo
snavel in je theorieboek 1"
„Tot uw dienst .sergeant!" Aan al
het verschrikkelijke komt een einde, en
do onderofficier ademde verlicht op, toen
het uur sloeg dat de theorie was afgc-
loojKsn. Het exerceeren begon en bij het
„handgrepen doen" was Meier het be
ruchte getal „vijf" reeds lang weder ver
geten, toen do sergeant nog altijd in ge
duurde 'lang en was bizonder streng, en
waar er bijna geen inkomsten, maar wel
extra uitgaven waren, was de arme vrouw
hard achteruitgegaan, zoo zelfs, dat zo
haar laatste Bezitting, haar geitje, had moe
ten verkoopen.
De vroiuv werkte zoo hard mogelijk om
voor zich en haar vier kindoren den kost
te verdienen, on-'s avonds liet ze dikwijls
do handen met hot breiwerk van vermoeid
heid in den schoot vallen.
De kinderen waren allen goed en lief,
maar nog te jong, om iets voor haar te
verdienen, doch als soms het verdriet haar
to machtig werd, en ze haar verdriet niet
langer 'kon bedwingen, dan sloeg haar tien
jarig, oudste zoontje zijn armen om haar
hal® terwijl hij haar bemoedigend toefluis-
terde; „Huil maar niet, moedertje; als het
maar eerst zomer is, dan zult u eens zien,
hoeveel geld ik thuis breng; dun zal ik
den vreemdelingen den weg wijzen.
Vrouw Gruner woonde in een mooi berg
plaatsje, waaiheen veel vreemdelingen kwa
men. 'Reeds in het voorjaar- kwamen do
gasten en Cornelia bood zich dadelijk ijverig
als 'gids aan eu vele mensehen hadden schik
in 'den aardige», vroolijken jongen.
Op een moeien zomerdag, toen Cornelia
toevallig vrij had van school, maakte hij
den dagtoer met een vricudelgicen heer,
die zich vermaakte met tiet gezellig gebab
bel van den kleinen jongen.
's Morgens hadden ze met, cenige inspan
ning den berg heklommen, die een prachtig
uitzicht aanbood. Hier op den top wilden
ze 'liet middagmaal gebruiken, en eerst na
de warmste uren van den dag hun tocht
voortzetten.
Nadat de toerist Beichs, een rijk koop
man uit Berlijn, zijn diner geëindigd had,
wilde hij eens naar zijn klein gidsje gaan
kijken.
lil dien tusscheiitijd schenen er vele toe
risten op paarden, ezels en muilezels naar
boven te zijn gekomen, de. gelagkamer van
het logement zat tenminste vol met voerlui,
die vioolijk zaten te spelen, te praten en
te drinken. Cornells echter was nergens te
zien.
De heer Beichs verbaasde er zich over,
dat geen van die lui zich om zijn dieren
bekommerdehij ging verder om Cornelis
te zoeken cn toen hij buiten kwam, zag hij,
hoe Cornelis druk bezig was den dieren te
drinken te geven, hoe hij een paard uit de
brandende: zon haalde, en het op een scha
duwrijk piekje vastbond hoe hij voor elk
van de dieren een hizondere liefkozing en
zorgvolle behandeling over had.
(Wordt vervolgd.
SPELLETJE.
Vlug ter heen.
Door een aantal kinderen wordt een kring
gevoinkl. Een uit het gezelschap heeft een
zakje, dal goed stijf met zand gevuld is;
hij knoopt daar een lang eind louw aan
vast 'en gaat precies in 't midden van
den kring staan. Nu draait, hy het touw zoo
iu 't, rond, dat liet zandaakjo een cirkel
beschrijft. Wie nu niet met tiet zand-
zakje tegen de boenen geslingerd wil wor
den, is verplicht op te springen. "Wie op
het zakje of op liet touw terecht komt, is
af, en mag niet meer mee doen. 't Is toch
ten strengste verhalen den kring ook maar
even 'te verbreken door de handen los te
laten. Wie aan dit spel deel neemt, heeft
bepaald sctiik, doch voor degenen, die toe
kijken is het bepaald koddig om te zien,
hoe nu de een, dan de ander een lucht
sprong maakt, of 't door hot lachen vergeet
en „af" is.
hi
dachten bezig was hoe don domuien re-
cruut het ongelukkige getal zou instam
pen. Daiu- viel hem plotseling iets in,
dat hij voor zijn doel wel geschikt achtte,
't Was een oud. rijmpje en onmiddellijk
riep hij Meier bij zich. „Meier, hoeveel
doelen heeft het geweer?" Maar Meier
bleef weder het antwoord schuldig; hij
had een geheugen als een zeef zonder
bodem, on niet voor alle schatten ter we
reld had hij het bewuste getal kunnen
noemen. In stramme houding stond hij
voor zijn superieur, maar een lichte sid
dering liep door zijn leden eu hij dacht:
„Na zal het losbarsten 1"
Maar iets geheet onverwachts gebeur
de: de onderofficier legde welwillend de
hand op zijn schouder en zeide kalm:
„Meier, gij zijt een rechte schaapskop,
maar dat hindert in dit geval niet; ik
zal cv voor zorgen, dat gij mettertijd een
nuttig lid der maatschappij zult worden.
Daartoe is het evenwel in de eerste plaats
noodzakelijk, dat rij weet uit hoeveel
deelen het geweer bestaat, want het ge
weer is in zekeren zin uw bruid ca
even goed als gij uw bruid moet kennen,
moet gij ook uw geweer kennen. Dat. be
grijpt gij toch wol?"
„Jawel, sergeant!" 1
„Nu dan, let dau eens op. Er is een
oud rijmpje, dat zal ik je voorzeggen,
en als we weer in de kazerne zijn, komt
ge hij mij, dan zal ik het voor je uit
schrijven; dan .Jeer je het van huiten en
als je 's avonds gaat slapen en ook als
je 's morgens wordt gewekt, zeg je liet
vijftig maal op. Verstaan?"
„Jawel, sergeant." En Meier wil het
saluut maken on zich omkeoren, maar de
sergeant beduidt hom te blijven staan