bede scharen. flansen/Ie jongens en meisjes. Onschuld 'en (vreugde 'zijn cr ten rei gegaan; <le Vrede (dos 'harten schiet zijn stralen de oogen nit van heel 'dien stoet. "Meester Jo dium nochtans ergert 'zich. Hij wil zich verwijderen van de zonnige plek, maar (c laat: van weerszijden stroomt de jeugd op liern aan en danst in wijden kring een „Pa- teitjon langs den kant." Hoor, daar klinkt de oude deun„Pater, gij moet knielen gaan!" Hoe vrccselijk Voor den stijven slak ker. En dan liet allorvrecselijksle, dat hot slot is van elke reineen, geen der lieve kleinen is mans genoog om van hem een nonnenzoenlje los te krijgen. Hij rukt zich los en gaat zuchtend verder. Wij laten hem in vrede trekken, dien censor uit con afgesloten tijdperk. Want hel ras van deze Joo.hems is nijgosioiTon; de nieuwere paedagoog is er ten zeerste van overtuigd, dat hij zondigt tegen den aller eerste n oisch der opvoeding, wanneer hij den onschuldig blijden zin der jeugd, lieur vreugd on hour vrijheid op ruwe wijze ver slikt, in plaats van den lust geleidelijk te louteren tot deugd. Maar wij zelf, die geen schoollucht hebben Ie handhaven; wij, die geen opvoeders zijn van beroep en vaak al works genoeg hebben om ons eigen kroost te brengen en lo houden op den goeden weg: zijn er onder ons niet velen, in wie althans iets van den boo- zon geest is gevaren, dien de dichter zoo eïverdiend kastijdt? Wij durven hot niel ontkennen. Hoe vaak ergeren .wij ons aan de gedra gingen dor jeugd I Wij noemen haar wild en onbeteugeld on woest. Tiaar spel mis haagt ons, haar guitenstreken kunnen ons mol. bekoren. Waar we haar op straal of jdcin ontmoeten, wenden we 't hoofd af co we verwijderen ons zoo spoedig mogelijk. Wee onze jongens, als ze in den namiddag de huiskamer binnentreden niet een buil of een schram in '1 beminde gelaal, of mei een gehalveerden kiel en een gevieren deelde pet! Zoo iels achten wij schennis van onze eigen majesteit, een vreeselijk vergrijp, dat zware straffen wettigt. Mei die straffen zijn we dab .ook vaak niel karig. Dwaze menschjes, die we zij.nl ,\Yij leven geheel in het tegenwoordige, en we vev- geton den lijd, die, achter ons ligt, den lijd, toen we zelf nog jong waren. Wij gaan geheel op in ouzo bezigheden en onze zaken, en wij' willen niel hegrijpen, dat nnze onbezorgde jongens nog alleen denken aan speT en vermaak. Des levens ernst is over ons gekomen, Ie vroeg wellicht, en wij denken er niet aan, dat die le vensernst, niet behoort, tot de dingen, die dips kinds zijn. Wij gaan gehukt onder 's levens leed en last, voulieml of onver diend, en wij noemen ons kind koud en gevoelloos, als soms plotseli.ng zjjn scha lm lach weerklinkt in 't midden van onze roerende klacht Ja, wij zijn vaak zoo dwaas! Maar Infon we mekaar goed verstaan, lozer. Onze dwaasheid is voor een grout deel een gevolg Van onze liefde. We hebben onze kinderen 'lief, hartstochtelijk lief. Onze zorg voor ben en hun geluk js grool. Angst vallig trachten wc van hun levenspad Ie ver wijderen ieder steentje, waarover ze zouden 'kunnen struikelen. "Wij zien tien graag vroeg ooi'ziehlig, vroeg bmzicude en vroeg wijs. En ziedaar 'de fout van onze liefde, het ge brek v'an 'onze deugd. Onze liefde bezon digt zirh aan de kinderlijke naluur. door haar ontijdig aan banden te leggen. Die natuur wil kieh uiten in spel en lust, in vrijheid en ongedwongen beweging, 't Liefst zoekt ze He breede straat, de ruime weiden of het frijde veldmaar zij vergenoegt zich toch bok met de enge huiskamer of het beseheiden pleintje, mits ze vrij zijn om zich op hna.r eigen wijze ie uiten. Vrijheid is 'natuurlijk geen ongebonden heid én blijheid is geen woestheid. Ook Voor de jeugd gelden ten slotte regel en wet. Straat en jdein belmoren niet haar alleen. Hel vrije verkeer mag niet belem merd, de goede orde niet verstoord. Dat zijn dingen, waarover we bet alten eens zijn. Zij spreken van zich zelf. Slraalschenderij duldt niemand; kwaadaardige beleediging verdragen wij rdel en den vreemdeling waarborgen we graag een rustige ongeslom- de wandeling 'door onze stralen. Ja. zelfs hierin denken wij allen volmaakt eenstem mig, da.t we den op heefonlaad betrapten straafboef gaarne zonder vurtn van pioees een behoorlijke dosis klappen zagen toege diend op bet lichaamsdeel, dat daarvoor door de ha tuur als bel meest geschikte is aangewezen. Maar daarnaast en daarboven vragen wij voor onze 'lieve jeugd een behoorlijke mate van vrijheid. "Wij moeten niel al te vefft regfemerfteeren. En dat zullen we niet, als we een Open oog houden voor de behoeften van hel kind. Dan zijn we geneigd, veel 'door de Vingers te zien. Dan kunnen we 't vergoelijken, all een jongen in de hitte van het spel eens een voet zet in een bloemperk, of nis een voorgeworpen. hal eens bij bngelnk in butirmans binnenkamer neer mocht komen. Wij moeten groot ge noeg zijn en hoog genoeg slaan, om vergif fenis je schenken aan de ouverziclilighe-id en de onvolmaaktheid. Eerst na vele mis lukte proeven 'moet liet kind komen tot de ontdekking van de waarheid, dat het kracht genoeg bezit om zich zelf te beheerschen. A'iet Ie 'veel reglementeoren dus. Geen spionage, waar geen verraad' te duchten "is. (leen lastig Toezicht, waar gevaar is buiten gesloten. (ieen straf ook, waar oprecht be rouw volgt op de in onvoorzichtigheid ge pleegde daad. 12n vooral, vooraldoen we ons best om het kind zoo lang mogelijk te houden buiten tuchtschool en gevangenis en drukken wo niet onbedacht een brand merk op de zwakke, maar daarom niet bedorven kinderziel. Straf den verstokte. maar titel vertrouwen in wie viel door don liooze, den geniepige, den laaghartige; door zwakheid of door onvoorzichtigheid! "Wij vragen voor tie jeugd wat meer vrij heid. Want vrijheid alleen geeft blijheid. En aan blijheid', aan levensblijheid, heeft liet kind, heeft heel de maatschappij behoef te. Levensblijheid bevordert den eerbied voor het lovenvoor eigen leven en voor dat van anderen. Levensblijheid is nood zakelijk voor 'een gezonde levensbeschou wing; zij 'geelt moed om de onaangenaam heden dos 'levens le 'dragen. Lerensblijheid eindelijk maakt vatbaar voor des levens- ernsl. Eens komt ook voor het kind die ernst. Bereiden wij dien tijd S-oor, door het zoo lang mogelijk te laten genieten van zijn vrije, blijde 'jeugd! ALLERLEI. KEN MERKWAARDIG ZEEPLANTJE. Als men 11a stormachtig ,wcer langs ons zeestrand wandel!, bemerkt men gewoon-- lijk langs den walerzoom een kronkelende, donkere streep, gevormd door zeewieren, .kroos en plantjes] door de golven uit de diepte meegevoerd eu nu op hel strand arhtcigelnlen. Wie niet aan plantkunde doet, loopt gewoonlijk deze voortbrengselen van den zeebodem voorbij, zonder er veel aandacht aan te schenken. Toch zijn cr onder deze aangevoerde plaatjes, welke een nadere beschouwing overwaard zijn. Meermalen vindt men er con fijiibewcrkt plantje bij, dat gewoonlijk aan .slooncn of schelpen is vaslgeworteld. Beziet me'u dat schijnbaar onooglijke planl je van meer nabij, dan /.iet men. dat het zich voordoe! als mui fijn bloempje» met zeer dunne, vczclnclitige takjes, zonder lda- doren, veel gelijkenis vertooneiule mei de fijne planljes, welke menigeen in een bloem pot heeft en 'die door velen „aspergegroen" of „sperdeboompjes" worden geboden. Wat nu wel het merkwaardigste mag hceten aan hel op laatstgenoemd boompje gelijkende zeeplantjo, is dit, dat het 11'tet meer of minder is dan een natuurlijke barometer. Een eenvoudige kustbewoner lu Koog op Texel, kwam tot de ontdekking, dat bet zeeplanljc een vrij belromvbare weel-voor speller was. Toen bij door waarnemingen zekerheid had vei kregen, dal het plantje, door hem „weorboompje" gedoopl, als ba rometer goed te vertrouwen was, bracht hij die merkwaardige voru (lirengselen der zee in den handel. Roods vonden zij hun weg in binnen- tni buitenland, en zij vormen, geplaatst tuRsehen bloompollen voor liet raam een er kamer, daar tevens een eigenaardige ver siering. Voor weinige stuivers zijn ,de „weer- boompjes" lo bekomen en dan ontvangt men er een gedruklc „gebruiksaanwijzing" bij van den volgendon inhoud: „Behandeling van hel weorboompje. „Men neemf een inmaakflesch van wit glas, vol regen-, leiding-, rivier- of putwater, plaatst baar aan de binnenzijde van het raam en laat in die flesch voorzichtig het weerhoompje mei de schelp zakken. .Alen laat het boompje 111 de winter maanden twee maanden achtereen in het eerste water staan, totdat het water groen is geworden. Zoodra men in de takjes luchtbelletjes ziet ter grootte van 'n flinken .speldek'nop, of iets grooter, kan men er vast op rekenen binnen twee dagen regen te krijgen. „I11 den zomer werkt het boomjijc ook op zwaren dauw en in den herfst 00 wilder op mist of donkere hidden, üil alles wordt voorspeld door fijne lucht belletjes „Schuim bovenop hel water aan de op pervlakte der geheide flesch, voorspelt veel wind." ST RA A T PL A V EIS E L\ In de ersehillenclu steden van Europa was het in den ouden tijd met de zin delijkheid der straten treurig gesteld. De grond wa.s stuivend zand bij droogfe en bij vochtig weer aan modderpoelen gelijk. Aan dien iaat,don toestond heeft Parijs haar bijnaam Lutelia (slijkstad) van de Romeinen te danken. Om haar ligging en haar houw kan ze liet waarlijk niet hel pen. Niet vóór 1185 werd door Fiüps August (118012'2Hi een begin gemaakt met hel leggen van een steen en plaveisel in die stail. Louden volgde dit. voorbeeld eeist onder de regeering van Hen drik (14131422,1. In Italië was de be straling der steden op het einde der lékte eeuw reeds algemeen, let»-ijl men de voor beelden van de waterleidingen en va.11 de riolen der ouden, zich ras ten nutte maakte om voor afvoer van liet water en zoo doende voor de reinheid en de gezondheid te zorgen. Eerst honderden jaren later kwamen reiswegen en verbindingswegen in Europa aan de beurt. VOETLIJDEN EN ZIJN BEHANDELING. Ondanks hun pijnlijkheid, en de bezwa ren, die zij veroorzaken, worden ekster- oogen, eeltknoblieK ingegroeide nagels, misvorming der feenen, dikwijls met een soort van geringschatting behandeld, en toch is er een middel 0111 er de mensch- Ucid van te genezen. De gebroken der voetbekleeding moeten .wegvallen, want daarin is alleon de oor zaak te zoeken van al deze kwalen, Zoo lang dus de schoenmakers in hun laarzen en schoenen producten van hun fantasie of van de modedvaasheid aan clen voet brengen en niet hun werk laten beïnvloe den door het anatomische model der voe len, is aan volkomen genezing niet te denken, ondanks zorgvuldige voetverple- ging- liet eksteroog is een gevolg van een .drukking op oen gedeelte van den voet; ,doze drukking wordt veroorzaakt door de niet passende, te puntige, le smalle oL' in an der opzicht slecht „gebouwde" schoenen. Do behandeling moot, men beginnen met co,a grondige reiniging door zeep 011 spiri tus; ook herhaalde voetbaden niet toevoe ging van soda zijn aan te raden. Dan moet men de harde huid zeer voor zichtig afsnijden, waarbij men een scherp mes gebruikt, dat echter goed 'gedesinfec teerd moet zijn. Men zorge 'er voor, steeds aan de oppervlakte te snijden, 'nooit in de diepto te steken. Wanneer men 'de kern van het eksteroog niet heeft kunnen berei ken, bevochtigt men het 3 a 4 'maal we kelijks mei oen druppel verdund salpeter zuur of dagelijks met een druppel azijnzuur. Ook kan men het druppelen dadelijk aan wende^ hij „messchuwc" patiënten: de liardo huid wordl dan zachter eu men kan het eksteroog er uit lichten. In gevallen, waar het kwaad te diep zit, is het raadzaam tweemaal per dag de plek tc bevochtigen met een mengsel van 1 gram salicylzrmr, 1 gram melkzuur en L gram collodium, gedurende verscheidene dagen, waarop clan een warm voetbad met soda moet, worden genomen. Het dragen vau wollen, villen of fluweelen ringen, bestreken mei een pleister van sadicly, ver licht de drukking en vermindert dikwijls de pijn, waardoor het eksteroog week wordt en gemakkelijk te verwijderen is. Ook de knobbel is het gevolg daarvan, dat do schoen niet aan 'den voet is ge meten, en meestal een gevolg 'van te korte en lo puntige schoenen, vooral 'nauwe, die van hooge hakken voorzien zjjn. De knob bel bevindt zich meestal op 'de plaats waar de grootc teen en het midden vau <len voet samenkomen, en de gestadige drukking, die op deze plek 'geschiedt, heeft een ziekelijke uitwas van het been ten gevolge. Hier komt het dus gemakkelijk, als hel gewricht ïloor lang loopen of dansen geprikkeld wordt, tot hevige ontstekingen en pijnlijke eeltvormingen en de patiënten moe- teil de straf ondergaan voor hun in nau we schoenen en op hooge hakken voort schrijdende ijdellieid. De behandeling dei knobbels moet altijd beginnen met 'de zorg voor passende schoenen. Het is hiel vol- doeiub» op de leest zulk "een verhooging le laten aanbrengen, dat do knobbel daarin gemakkelijk plaats kan vinden; men moet schoenen van behoorlijke lengte dragen, Uie niet spits toeloopen en de hakken afschaf fen. Ter verwijdering der knobbels is een toestel of een kleine operatie iioodig. De ontsteking behandelt men met omslagen van eau de goulard of van azijnzure .leem. Veel pijn veroorzaken ook de ingegroeide nagels. Deze woulen het besle genezen door verwijdering van het ingegroeide ge deelte door middel van een goed gerei nigde schaar, of men tracht het ingegroeide gedeelte van don nagel op te lichten, waar na men er salicylwatlen onder legt en hel geheel met hechtpleister bevestigt. Zoo dit niet helpt, doet men goed don dokter te raadplegen. NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR. Een merkwaardige ring is in het bezit der familie Temple in Engeland. Binnen in dien gouden ring is namelijk een zeer fijn speelwerk. Als men op oen veertje drukt en den ring aan bot oor houdt, hooit 111011 een zachte, liefelijke muziek. liet maken van levertraan is een groote tak van nijverheid te Christiania. De hoe veelheid, die jaarlijks uitgevoerd woidt, bo- draagt een kleine honderdduizend vaten. Gedurende het vreedzaamste jaar zjjn er toch over do geheele wereld 4 millioen soldaten onder do wapenen. Aan soldij, voeding en klceding kosten zij per dag moer dan 8 millioen gulden. Do keizerlijke bibliotheek to Parijs hoeft 36 boeken op wille zijde gedrukt. Ieder jaar wordt er in de spoorweg- coupé's in Groot-Dritannië voor meer 'dan een millioen aan waarde achtergelaten. De eonige muziek bij de 'begrafenis van professor W. II. Skinver, te 'Jackson, in Michigan, was die van een "phonograaf, welke een lied weergaf, dat 'de overledene gewoon was veel te zingen. Een socialistisch schoenfabrikant te Pa rijs, die zich, 11a een 'groot vermogen ver diend te bobben, uit de 'zaken terugge trokken heeft, heeft zijn fabriek, voorraad, machines, enz., aan zijn employés len geschenke gegeven om er een 'coöperatieve zaak vail te maken. Een kuiken, onlangs op een boerderij hij Parijs uitgekomen," had vier pooten en vier vleugels. De kloek wilde niets le maken hebben met haar 'monsterpro duct, en maakte 'het dood. Dit gebrek aan moederlijke belangstelling in een misvormd jong, schijnt aan alle dieren eigen te zijn. Statistieken toonen aan, dat or in Britsch- fndiö gemiddeld 65 personen per dag ge dood worden door slangen, tijgers, wolven, hyena's, luipaarden, enz. Dat is ongeveer 24 duizend por jaar. 'ANECDOTEN. Student (dronken in een goot liggend): „Daar heeft mijn hospita 111e alweer voch tige beddelakens gegeven." Klant: „Wat, u rekent 2 guldon voorliet klaarmaken vau dat'recept? Bij den drogist kost het maar 50 cents." Apotheker: „De drogist kan het ook best voor dien prijs geven. Hij doet een stuiver drop in een Tleschje en vult het verder met water aan. Ik .doe er evenveel drop in en vul het aan mot het zuiverste aqua distillata." Man (van den ouden tijd): „Wat, kijk jij ook al 'in het derde deel van hetbjoek of de heldin en de held elkaar krijgen?" Vrouw (van den nieuwen tijd): „0, zij trouwden in het eerste deel al; ik wilde alleen maar eens zien, of het werkelijk haar echtgenoot was, 'die haar vergif tigde." Echtgenoot: „Weet je 'wel, dal ik het nooit moede word, om, naar je portret te kijken?" "Vrouw: „Dan begrijp ik niel, dat ju het niet in een lijst laat zetten en in de sociëteit ophangt." „U bent dus 'de secretaresse van mijn vrouw?" vioeg hij aan hel mooie schep sel, dat voorfliet schrijfbureautje zat. „Ja, mijnheer," lachte zij. ,,ln sociale aangelegenheden moet ik movrouw's plaats vervangen zoo dikwijls bet maar moge lijk is.'' „Zoo nu, -zij schijnt van morgen niel beneden te komen, len het is altijd haar gewoonte geweest mij goeden dag te kussen voor ik naar (het bureau ga," DE E0UT HERSTELLEN. Op zekeren dag kwam cr een heer aan het bureau van een nieuwsblad eu zei tot den uitgever: „Mijnheer, er heeft'in uw courant gestaan dat ik overledon ben." „Nu," hernam de uitgever, (,als het in mijn courant slaat, zal het zoo wol zijn." „Het is niet zoo, want ik sta hier in levende lijve vóór voegde do ander hem toe. „Dan kan ik cr niets aan doen," sprak d,e uitgever. „Maar ik verwacht 'toch, dat u liet zult Herroepen," zei de heleedigde man. „0, open, dat kan niet," was het ant woord. „Wij herroepen Hooit iets, dat in de courant gestaan heefL Het eenige wat ik voor u doteu kan, ïs, u morgen op de lijst der geborenen le plaatsen." GROOTE UW1TZINN1GHlD. A.„A propos, ik heb vandaag een pak gekocht op krediet, In de stellige ovei tui ging, dat je hiij Zondag de 40 gulden zult terug geven, die ik je geleend heb!" B.„Maar mensch, lioe kun je 1111 zoo lichtzinnig schulden maken?" Bob: „Hoe komt i»et, dat je haar zoo wit is, en 'je baard nog zoo zwart?" Nob: „Dat is tie natuurlijkste zaak ter wereld." Bob: „Hoo zoo?" Nob„Wel, mijn haar js minstens twin tig jaar ouder 'dan mijn haard." PRETTIG 'ANTWOORD. Dichter: „Ik zal nu mjjn vertelling weg zenden, vrouw; wil 'je ze nog lezen, ja of neen?" Vrouw: „Op 'loogeablik heb ik geen tijd, ik zal ze wel lozen als je ze terug ontvangt." 1 t 1 VOOR DAMES. MODE. Daar 'de lange satijnen en tafzijden man tels in het aanstaand seizoen nog veel ge dragen zullen worden, zal men ook veel lieve, eenvoudige toiletjes zien, want do blouses 'zijn altijd weinig gekleed en meer speciaal bestemd voor tailleurscostuums. Die gcklcede toiletjes worden zoowel van mousselino als van tafzijde gemaakt; voor al in het eerste materiaal ziet men dezen zomer een zeldzame verscheidenheid in stoffen en kleuren. Kleine bloempjes, fijne streepjes, maar ook effen mousseline, doch alle zijn zonder onderscheid voorzien van breede bonten randen, die voor de garneering gebruik! worden. De eigenlijke mode-kleur is rood en wel liet cerise-rood. De hoeden zullen over 't algemeen niet bloemen gegarneerd wor den zag men den vorige»! zomer bijna uitsluitend struisveeren en kostbare aigret tes, nu zal het zijn bloemen en nog eens bloemen, 't Zullen hoofdzakelijk toques zijn, waarvan de b'ol geheel uit bloemen is saamgesteld, en waarvan de garneering uit een groote Elzasser strik bestaat, die achter tegen het bloemenbolletje is aange bracht. Maar ook de grootc, gekleedo hoeden zullen met touffes en guirlandes van rozen zijn voorzien. De modellen zijn over '1 al gemeen chique en ofeganl. Bij de tafzijden toiletjes woulen veel toques van gedrapeerde tafzijde gedra gen in de kleur van het eostiuiml in 'de 'zoogenaamde chapcllinees, of on- gegarneerde 'hoeden, ziet men dit jaar een groote verscheidenheid. De meeste zijn in toque-vorm en uit tweeërlei slroo saamgo- slekl. 'Dit zijn de zoogenaamde uilloop-hoe den voor de morgenuren .en hij slecht weer. De jjarncoring 'der kindcrhocden zal de zen zomer insgelijks uit bloemen beslaan, alsrozeknopjes, vcrgect-mij-nietjcs, lelieljos van dalen, enz. Voor de hcclc kleintjes zn»t men lieve kapertjes van zijden slroo m<-l. surnh jgevoei'd. WENKEN. Warme citroenen. Door een citroen goed warm te maken, vóór men hein uitperst, verkrijgt men er bijna 'dubbel zooveel sap uil, als wanneer hij niet verwarmd is„ liiervlekken. Om do vlekken te verwijderen uit zilveieu kqxdtjes, waarmede men zachte eieren heeft gegeten, moet men de vlokken wrij ven mei een weinig Uisschen duim en vin ger 'genomen keukenzout. Natuurlijke penncwisscher. Een rauwe- aardajipel is een zeer goede ponnewisschei'. Als men een door inkt over dekte stalen pen Iwee- of driemaal in een geschildeii aardappel stookt, worden de pun ten \veer zoo goed als nieuw. VOOR KINDEREN. CORNELLS. DE KLEINE GIDS. (Vervolg en slot.") 't Was 'merkwaardig, dat bijna allo die ren hem schenen te, kennenhel was be paald een aandoenlijk gezicht en gottof- Feil ging mijnbeer Reichs, die door Cornelis heelemaa! niet was gezien, weer in liet logement terug. Toen hij weer door de gelagkamer kwam, hoorde hij een der lieden zeggen: „Kom. ik moet nog eens even naar nijjn paarden zien," „Dat is niel uoodig," antwoordde do ander, „Cornelis is er hij." „Zoo, is Cornells Grunor er bjj, neen, dan hoef ik er niet naar om te kijken." In gedachten verzonken bleef mijnheer Reichs nog een uuilje zitten 0111 in een ge-makkelijken stoel zijn sigaar le rooken. „Je houdt zeker veel vau dieren, niet waar mijn jongen?" vroeg hij zijn gidsje op den terugweg. „Ja, mijnheel', ik hen dol op beesten en do meeste dieren uit het dorp kennen me al." „Het is prettiger af en toe eens met die ren 0111 Ie gaan, dan ze in eigendom té hebben'dat geeft een massa werk en zorgen." „O, mijnheer 1" kwam Curnelis bijna heftig legen deze bewering op, „dat werk en die moeite zal iedereen cr toch wel voor over hebben; Ik wil Maar neen, we zijn veel le arm, zoodal ik er nooil over be hoef te denken, ooit een eigen beest to hebben. Ik heb nog drie zusjes en geen vader meer." Het 'kleine kereltje had deze laatste meda- deeling zoo eenvoudig nraar veelzeggend gedaan, dat mijnheer Reichs er geheel van onder 'den indruk was, en zijn klein gidsje, 's avonds dan ook extra goed betaalde voor zijn moeite. Ongeveer een week later stond er 's mor gens aan den boom vóór het huis van de weduwe Jimner een mooie muilezel vast gehouden. Om den hals had hij een briefje, dat aan Cornelis was geadresseerd en van den volgenden inhoud „Beste, Cornelis. Sinterklaas komt dil jaar midden in den zomer 'bij je, want als hij je den muilezel eerst in December stuurde, zou je er niel zooveel vooideel van kunnen hebben. Blijf altijd zulk een goede, lieve jongen, als je tot nu geweest beul, en zorg voor je eigen muilezel nel zoo goed, als je dat voor 'de vreemde dieren gedaan hebt." In het huisgezin van de weduwe Giuner hecrsc.hle nu groote vreugde; van dat «ogen blik af vonninderden de zorgen, want Cor nelis kon met zijn mooi, goedverzorgd mud- dier zooveel geld verdienen, dat er een aar dig sommetje voor den winter kon worden overgespaard. EEN BALSPELLETJE. Een onbepaald aantal kinderen kan aan dat 'aardige spel meedoen. Een der spelets staat in 't midden van den kring, dien de anderen om hem heen maken, mei een bal in de hand. Op een gegeven oogenblik roept hij: „Geeft acht!" en op '1 zelfde moment gooit hij zijn bal hoog op. Direct gaan nu alle andere spelers loepen en verwijde ren (zich zoover mogelijk van 't plaatsje, waar 'do bal zal neerkomen. is de bal neergekomen, dan vangt hij of zij, 'die hem opgooide, hein en roept lege- lijk: „Ilaltl" Allen blijven nu staan en de gene, 'die den hal beeft, Irachl nu dien te gooien naar hem of' haar, die 'I cüciiisl bjj staat. Wie „mikpunt" is, mag zich niet bukken of op een andere wijze den worp koeren. '1. Spreekt van zelf, dal dit spel letje met een zeer lichten hal gespeeld moet worden. AYLe geraakt is, moet nu in '1 mid den Van den kring komen en den hal op- gooien. OKkH •r?v<r."w

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1912 | | pagina 10