bede scharen. flansen/Ie jongens en meisjes.
Onschuld 'en (vreugde 'zijn cr ten rei gegaan;
<le Vrede (dos 'harten schiet zijn stralen de
oogen nit van heel 'dien stoet. "Meester Jo
dium nochtans ergert 'zich. Hij wil zich
verwijderen van de zonnige plek, maar (c
laat: van weerszijden stroomt de jeugd op
liern aan en danst in wijden kring een „Pa-
teitjon langs den kant." Hoor, daar klinkt
de oude deun„Pater, gij moet knielen
gaan!" Hoe vrccselijk Voor den stijven slak
ker. En dan liet allorvrecselijksle, dat hot
slot is van elke reineen, geen der lieve
kleinen is mans genoog om van hem een
nonnenzoenlje los te krijgen. Hij rukt zich
los en gaat zuchtend verder.
Wij laten hem in vrede trekken, dien
censor uit con afgesloten tijdperk. Want hel
ras van deze Joo.hems is nijgosioiTon; de
nieuwere paedagoog is er ten zeerste van
overtuigd, dat hij zondigt tegen den aller
eerste n oisch der opvoeding, wanneer hij
den onschuldig blijden zin der jeugd, lieur
vreugd on hour vrijheid op ruwe wijze ver
slikt, in plaats van den lust geleidelijk te
louteren tot deugd.
Maar wij zelf, die geen schoollucht hebben
Ie handhaven; wij, die geen opvoeders zijn
van beroep en vaak al works genoeg hebben
om ons eigen kroost te brengen en lo houden
op den goeden weg: zijn er onder ons
niet velen, in wie althans iets van den boo-
zon geest is gevaren, dien de dichter zoo
eïverdiend kastijdt?
Wij durven hot niel ontkennen.
Hoe vaak ergeren .wij ons aan de gedra
gingen dor jeugd I Wij noemen haar wild
en onbeteugeld on woest. Tiaar spel mis
haagt ons, haar guitenstreken kunnen ons
mol. bekoren. Waar we haar op straal
of jdcin ontmoeten, wenden we 't hoofd af
co we verwijderen ons zoo spoedig mogelijk.
Wee onze jongens, als ze in den namiddag
de huiskamer binnentreden niet een buil
of een schram in '1 beminde gelaal, of mei
een gehalveerden kiel en een gevieren
deelde pet! Zoo iels achten wij schennis
van onze eigen majesteit, een vreeselijk
vergrijp, dat zware straffen wettigt. Mei
die straffen zijn we dab .ook vaak niel
karig.
Dwaze menschjes, die we zij.nl ,\Yij leven
geheel in het tegenwoordige, en we vev-
geton den lijd, die, achter ons ligt, den lijd,
toen we zelf nog jong waren. Wij gaan
geheel op in ouzo bezigheden en onze
zaken, en wij' willen niel hegrijpen, dat
nnze onbezorgde jongens nog alleen denken
aan speT en vermaak. Des levens ernst is
over ons gekomen, Ie vroeg wellicht,
en wij denken er niet aan, dat die le
vensernst, niet behoort, tot de dingen, die
dips kinds zijn. Wij gaan gehukt onder
's levens leed en last, voulieml of onver
diend, en wij noemen ons kind koud en
gevoelloos, als soms plotseli.ng zjjn scha
lm lach weerklinkt in 't midden van onze
roerende klacht
Ja, wij zijn vaak zoo dwaas!
Maar Infon we mekaar goed verstaan,
lozer.
Onze dwaasheid is voor een grout deel
een gevolg Van onze liefde. We hebben
onze kinderen 'lief, hartstochtelijk lief. Onze
zorg voor ben en hun geluk js grool. Angst
vallig trachten wc van hun levenspad Ie ver
wijderen ieder steentje, waarover ze zouden
'kunnen struikelen. "Wij zien tien graag vroeg
ooi'ziehlig, vroeg bmzicude en vroeg wijs.
En ziedaar 'de fout van onze liefde, het ge
brek v'an 'onze deugd. Onze liefde bezon
digt zirh aan de kinderlijke naluur. door
haar ontijdig aan banden te leggen. Die
natuur wil kieh uiten in spel en lust, in
vrijheid en ongedwongen beweging, 't Liefst
zoekt ze He breede straat, de ruime weiden
of het frijde veldmaar zij vergenoegt
zich toch bok met de enge huiskamer of
het beseheiden pleintje, mits ze vrij zijn om
zich op hna.r eigen wijze ie uiten.
Vrijheid is 'natuurlijk geen ongebonden
heid én blijheid is geen woestheid. Ook
Voor de jeugd gelden ten slotte regel en
wet. Straat en jdein belmoren niet haar
alleen. Hel vrije verkeer mag niet belem
merd, de goede orde niet verstoord. Dat zijn
dingen, waarover we bet alten eens zijn.
Zij spreken van zich zelf. Slraalschenderij
duldt niemand; kwaadaardige beleediging
verdragen wij rdel en den vreemdeling
waarborgen we graag een rustige ongeslom-
de wandeling 'door onze stralen. Ja. zelfs
hierin denken wij allen volmaakt eenstem
mig, da.t we den op heefonlaad betrapten
straafboef gaarne zonder vurtn van pioees
een behoorlijke dosis klappen zagen toege
diend op bet lichaamsdeel, dat daarvoor
door de ha tuur als bel meest geschikte
is aangewezen.
Maar daarnaast en daarboven vragen wij
voor onze 'lieve jeugd een behoorlijke mate
van vrijheid. "Wij moeten niel al te vefft
regfemerfteeren. En dat zullen we niet, als
we een Open oog houden voor de behoeften
van hel kind. Dan zijn we geneigd, veel
'door de Vingers te zien. Dan kunnen we
't vergoelijken, all een jongen in de hitte
van het spel eens een voet zet in een
bloemperk, of nis een voorgeworpen. hal
eens bij bngelnk in butirmans binnenkamer
neer mocht komen. Wij moeten groot ge
noeg zijn en hoog genoeg slaan, om vergif
fenis je schenken aan de ouverziclilighe-id
en de onvolmaaktheid. Eerst na vele mis
lukte proeven 'moet liet kind komen tot de
ontdekking van de waarheid, dat het kracht
genoeg bezit om zich zelf te beheerschen.
A'iet Ie 'veel reglementeoren dus. Geen
spionage, waar geen verraad' te duchten "is.
(leen lastig Toezicht, waar gevaar is buiten
gesloten. (ieen straf ook, waar oprecht be
rouw volgt op de in onvoorzichtigheid ge
pleegde daad. 12n vooral, vooraldoen we
ons best om het kind zoo lang mogelijk te
houden buiten tuchtschool en gevangenis
en drukken wo niet onbedacht een brand
merk op de zwakke, maar daarom niet
bedorven kinderziel. Straf den verstokte.
maar titel vertrouwen in wie viel door
don liooze, den geniepige, den laaghartige;
door zwakheid of door onvoorzichtigheid!
"Wij vragen voor tie jeugd wat meer vrij
heid. Want vrijheid alleen geeft blijheid.
En aan blijheid', aan levensblijheid, heeft
liet kind, heeft heel de maatschappij behoef
te. Levensblijheid bevordert den eerbied
voor het lovenvoor eigen leven en voor
dat van anderen. Levensblijheid is nood
zakelijk voor 'een gezonde levensbeschou
wing; zij 'geelt moed om de onaangenaam
heden dos 'levens le 'dragen. Lerensblijheid
eindelijk maakt vatbaar voor des levens-
ernsl.
Eens komt ook voor het kind die ernst.
Bereiden wij dien tijd S-oor, door het zoo
lang mogelijk te laten genieten van zijn
vrije, blijde 'jeugd!
ALLERLEI.
KEN MERKWAARDIG ZEEPLANTJE.
Als men 11a stormachtig ,wcer langs ons
zeestrand wandel!, bemerkt men gewoon--
lijk langs den walerzoom een kronkelende,
donkere streep, gevormd door zeewieren,
.kroos en plantjes] door de golven uit de
diepte meegevoerd eu nu op hel strand
arhtcigelnlen.
Wie niet aan plantkunde doet, loopt
gewoonlijk deze voortbrengselen van den
zeebodem voorbij, zonder er veel aandacht
aan te schenken. Toch zijn cr onder deze
aangevoerde plaatjes, welke een nadere
beschouwing overwaard zijn. Meermalen
vindt men er con fijiibewcrkt plantje bij,
dat gewoonlijk aan .slooncn of schelpen
is vaslgeworteld.
Beziet me'u dat schijnbaar onooglijke planl je
van meer nabij, dan /.iet men. dat het
zich voordoe! als mui fijn bloempje» met
zeer dunne, vczclnclitige takjes, zonder lda-
doren, veel gelijkenis vertooneiule mei de
fijne planljes, welke menigeen in een bloem
pot heeft en 'die door velen „aspergegroen"
of „sperdeboompjes" worden geboden.
Wat nu wel het merkwaardigste mag
hceten aan hel op laatstgenoemd boompje
gelijkende zeeplantjo, is dit, dat het 11'tet
meer of minder is dan een natuurlijke
barometer.
Een eenvoudige kustbewoner lu Koog op
Texel, kwam tot de ontdekking, dat bet
zeeplanljc een vrij belromvbare weel-voor
speller was. Toen bij door waarnemingen
zekerheid had vei kregen, dal het plantje,
door hem „weorboompje" gedoopl, als ba
rometer goed te vertrouwen was, bracht
hij die merkwaardige voru (lirengselen der
zee in den handel.
Roods vonden zij hun weg in binnen-
tni buitenland, en zij vormen, geplaatst
tuRsehen bloompollen voor liet raam een er
kamer, daar tevens een eigenaardige ver
siering.
Voor weinige stuivers zijn ,de „weer-
boompjes" lo bekomen en dan ontvangt
men er een gedruklc „gebruiksaanwijzing"
bij van den volgendon inhoud:
„Behandeling van hel weorboompje.
„Men neemf een inmaakflesch van wit
glas, vol regen-, leiding-, rivier- of putwater,
plaatst baar aan de binnenzijde van het
raam en laat in die flesch voorzichtig het
weerhoompje mei de schelp zakken.
.Alen laat het boompje 111 de winter
maanden twee maanden achtereen in het
eerste water staan, totdat het water groen
is geworden. Zoodra men in de takjes
luchtbelletjes ziet ter grootte van 'n flinken
.speldek'nop, of iets grooter, kan men er vast
op rekenen binnen twee dagen regen te
krijgen.
„I11 den zomer werkt het boomjijc ook
op zwaren dauw en in den herfst 00
wilder op mist of donkere hidden, üil
alles wordt voorspeld door fijne lucht
belletjes
„Schuim bovenop hel water aan de op
pervlakte der geheide flesch, voorspelt veel
wind."
ST RA A T PL A V EIS E L\
In de ersehillenclu steden van Europa
was het in den ouden tijd met de zin
delijkheid der straten treurig gesteld. De
grond wa.s stuivend zand bij droogfe en
bij vochtig weer aan modderpoelen gelijk.
Aan dien iaat,don toestond heeft Parijs
haar bijnaam Lutelia (slijkstad) van de
Romeinen te danken. Om haar ligging en
haar houw kan ze liet waarlijk niet hel
pen. Niet vóór 1185 werd door Fiüps
August (118012'2Hi een begin gemaakt
met hel leggen van een steen en plaveisel
in die stail. Louden volgde dit. voorbeeld
eeist onder de regeering van Hen
drik (14131422,1. In Italië was de be
straling der steden op het einde der lékte
eeuw reeds algemeen, let»-ijl men de voor
beelden van de waterleidingen en va.11 de
riolen der ouden, zich ras ten nutte maakte
om voor afvoer van liet water en zoo
doende voor de reinheid en de gezondheid
te zorgen. Eerst honderden jaren later
kwamen reiswegen en verbindingswegen in
Europa aan de beurt.
VOETLIJDEN EN ZIJN BEHANDELING.
Ondanks hun pijnlijkheid, en de bezwa
ren, die zij veroorzaken, worden ekster-
oogen, eeltknoblieK ingegroeide nagels,
misvorming der feenen, dikwijls met een
soort van geringschatting behandeld, en
toch is er een middel 0111 er de mensch-
Ucid van te genezen.
De gebroken der voetbekleeding moeten
.wegvallen, want daarin is alleon de oor
zaak te zoeken van al deze kwalen, Zoo
lang dus de schoenmakers in hun laarzen
en schoenen producten van hun fantasie
of van de modedvaasheid aan clen voet
brengen en niet hun werk laten beïnvloe
den door het anatomische model der voe
len, is aan volkomen genezing niet te
denken, ondanks zorgvuldige voetverple-
ging-
liet eksteroog is een gevolg van een
.drukking op oen gedeelte van den voet;
,doze drukking wordt veroorzaakt door de
niet passende, te puntige, le smalle oL' in an
der opzicht slecht „gebouwde" schoenen.
Do behandeling moot, men beginnen met
co,a grondige reiniging door zeep 011 spiri
tus; ook herhaalde voetbaden niet toevoe
ging van soda zijn aan te raden.
Dan moet men de harde huid zeer voor
zichtig afsnijden, waarbij men een scherp
mes gebruikt, dat echter goed 'gedesinfec
teerd moet zijn. Men zorge 'er voor, steeds
aan de oppervlakte te snijden, 'nooit in de
diepto te steken. Wanneer men 'de kern
van het eksteroog niet heeft kunnen berei
ken, bevochtigt men het 3 a 4 'maal we
kelijks mei oen druppel verdund salpeter
zuur of dagelijks met een druppel azijnzuur.
Ook kan men het druppelen dadelijk aan
wende^ hij „messchuwc" patiënten: de
liardo huid wordl dan zachter eu men
kan het eksteroog er uit lichten.
In gevallen, waar het kwaad te diep
zit, is het raadzaam tweemaal per dag de
plek tc bevochtigen met een mengsel van
1 gram salicylzrmr, 1 gram melkzuur en
L gram collodium, gedurende verscheidene
dagen, waarop clan een warm voetbad met
soda moet, worden genomen. Het dragen
vau wollen, villen of fluweelen ringen,
bestreken mei een pleister van sadicly, ver
licht de drukking en vermindert dikwijls de
pijn, waardoor het eksteroog week wordt
en gemakkelijk te verwijderen is.
Ook de knobbel is het gevolg daarvan,
dat do schoen niet aan 'den voet is ge
meten, en meestal een gevolg 'van te korte
en lo puntige schoenen, vooral 'nauwe, die
van hooge hakken voorzien zjjn. De knob
bel bevindt zich meestal op 'de plaats
waar de grootc teen en het midden vau
<len voet samenkomen, en de gestadige
drukking, die op deze plek 'geschiedt, heeft
een ziekelijke uitwas van het been ten
gevolge. Hier komt het dus gemakkelijk, als
hel gewricht ïloor lang loopen of dansen
geprikkeld wordt, tot hevige ontstekingen en
pijnlijke eeltvormingen en de patiënten moe-
teil de straf ondergaan voor hun in nau
we schoenen en op hooge hakken voort
schrijdende ijdellieid. De behandeling dei
knobbels moet altijd beginnen met 'de zorg
voor passende schoenen. Het is hiel vol-
doeiub» op de leest zulk "een verhooging le
laten aanbrengen, dat do knobbel daarin
gemakkelijk plaats kan vinden; men moet
schoenen van behoorlijke lengte dragen, Uie
niet spits toeloopen en de hakken afschaf
fen. Ter verwijdering der knobbels is een
toestel of een kleine operatie iioodig. De
ontsteking behandelt men met omslagen
van eau de goulard of van azijnzure .leem.
Veel pijn veroorzaken ook de ingegroeide
nagels. Deze woulen het besle genezen
door verwijdering van het ingegroeide ge
deelte door middel van een goed gerei
nigde schaar, of men tracht het ingegroeide
gedeelte van don nagel op te lichten, waar
na men er salicylwatlen onder legt en
hel geheel met hechtpleister bevestigt.
Zoo dit niet helpt, doet men goed don
dokter te raadplegen.
NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR.
Een merkwaardige ring is in het bezit
der familie Temple in Engeland. Binnen
in dien gouden ring is namelijk een zeer
fijn speelwerk. Als men op oen veertje
drukt en den ring aan bot oor houdt,
hooit 111011 een zachte, liefelijke muziek.
liet maken van levertraan is een groote
tak van nijverheid te Christiania. De hoe
veelheid, die jaarlijks uitgevoerd woidt, bo-
draagt een kleine honderdduizend vaten.
Gedurende het vreedzaamste jaar zjjn er
toch over do geheele wereld 4 millioen
soldaten onder do wapenen. Aan soldij,
voeding en klceding kosten zij per dag moer
dan 8 millioen gulden.
Do keizerlijke bibliotheek to Parijs hoeft
36 boeken op wille zijde gedrukt.
Ieder jaar wordt er in de spoorweg-
coupé's in Groot-Dritannië voor meer 'dan
een millioen aan waarde achtergelaten.
De eonige muziek bij de 'begrafenis van
professor W. II. Skinver, te 'Jackson, in
Michigan, was die van een "phonograaf,
welke een lied weergaf, dat 'de overledene
gewoon was veel te zingen.
Een socialistisch schoenfabrikant te Pa
rijs, die zich, 11a een 'groot vermogen ver
diend te bobben, uit de 'zaken terugge
trokken heeft, heeft zijn fabriek, voorraad,
machines, enz., aan zijn employés len
geschenke gegeven om er een 'coöperatieve
zaak vail te maken.
Een kuiken, onlangs op een boerderij
hij Parijs uitgekomen," had vier pooten
en vier vleugels. De kloek wilde niets
le maken hebben met haar 'monsterpro
duct, en maakte 'het dood. Dit gebrek aan
moederlijke belangstelling in een misvormd
jong, schijnt aan alle dieren eigen te zijn.
Statistieken toonen aan, dat or in Britsch-
fndiö gemiddeld 65 personen per dag ge
dood worden door slangen, tijgers, wolven,
hyena's, luipaarden, enz. Dat is ongeveer
24 duizend por jaar.
'ANECDOTEN.
Student (dronken in een goot liggend):
„Daar heeft mijn hospita 111e alweer voch
tige beddelakens gegeven."
Klant: „Wat, u rekent 2 guldon voorliet
klaarmaken vau dat'recept? Bij den drogist
kost het maar 50 cents."
Apotheker: „De drogist kan het ook best
voor dien prijs geven. Hij doet een stuiver
drop in een Tleschje en vult het verder
met water aan. Ik .doe er evenveel drop
in en vul het aan mot het zuiverste aqua
distillata."
Man (van den ouden tijd): „Wat, kijk
jij ook al 'in het derde deel van hetbjoek
of de heldin en de held elkaar krijgen?"
Vrouw (van den nieuwen tijd): „0, zij
trouwden in het eerste deel al; ik wilde
alleen maar eens zien, of het werkelijk
haar echtgenoot was, 'die haar vergif
tigde."
Echtgenoot: „Weet je 'wel, dal ik het
nooit moede word, om, naar je portret
te kijken?"
"Vrouw: „Dan begrijp ik niel, dat ju
het niet in een lijst laat zetten en in
de sociëteit ophangt."
„U bent dus 'de secretaresse van mijn
vrouw?" vioeg hij aan hel mooie schep
sel, dat voorfliet schrijfbureautje zat.
„Ja, mijnheer," lachte zij. ,,ln sociale
aangelegenheden moet ik movrouw's plaats
vervangen zoo dikwijls bet maar moge
lijk is.''
„Zoo nu, -zij schijnt van morgen niel
beneden te komen, len het is altijd haar
gewoonte geweest mij goeden dag te kussen
voor ik naar (het bureau ga,"
DE E0UT HERSTELLEN.
Op zekeren dag kwam cr een heer aan
het bureau van een nieuwsblad eu zei
tot den uitgever:
„Mijnheer, er heeft'in uw courant gestaan
dat ik overledon ben."
„Nu," hernam de uitgever, (,als het in
mijn courant slaat, zal het zoo wol zijn."
„Het is niet zoo, want ik sta hier in
levende lijve vóór voegde do ander
hem toe.
„Dan kan ik cr niets aan doen," sprak
d,e uitgever.
„Maar ik verwacht 'toch, dat u liet zult
Herroepen," zei de heleedigde man.
„0, open, dat kan niet," was het ant
woord. „Wij herroepen Hooit iets, dat in de
courant gestaan heefL Het eenige wat ik
voor u doteu kan, ïs, u morgen op de lijst
der geborenen le plaatsen."
GROOTE UW1TZINN1GHlD.
A.„A propos, ik heb vandaag een pak
gekocht op krediet, In de stellige ovei tui
ging, dat je hiij Zondag de 40 gulden zult
terug geven, die ik je geleend heb!"
B.„Maar mensch, lioe kun je 1111 zoo
lichtzinnig schulden maken?"
Bob: „Hoe komt i»et, dat je haar zoo
wit is, en 'je baard nog zoo zwart?"
Nob: „Dat is tie natuurlijkste zaak ter
wereld."
Bob: „Hoo zoo?"
Nob„Wel, mijn haar js minstens twin
tig jaar ouder 'dan mijn haard."
PRETTIG 'ANTWOORD.
Dichter: „Ik zal nu mjjn vertelling weg
zenden, vrouw; wil 'je ze nog lezen, ja of
neen?"
Vrouw: „Op 'loogeablik heb ik geen
tijd, ik zal ze wel lozen als je ze terug
ontvangt." 1 t 1
VOOR DAMES.
MODE.
Daar 'de lange satijnen en tafzijden man
tels in het aanstaand seizoen nog veel ge
dragen zullen worden, zal men ook veel
lieve, eenvoudige toiletjes zien, want do
blouses 'zijn altijd weinig gekleed en meer
speciaal bestemd voor tailleurscostuums.
Die gcklcede toiletjes worden zoowel van
mousselino als van tafzijde gemaakt; voor
al in het eerste materiaal ziet men dezen
zomer een zeldzame verscheidenheid in
stoffen en kleuren.
Kleine bloempjes, fijne streepjes, maar
ook effen mousseline, doch alle zijn zonder
onderscheid voorzien van breede bonten
randen, die voor de garneering gebruik!
worden. De eigenlijke mode-kleur is rood en
wel liet cerise-rood. De hoeden zullen over
't algemeen niet bloemen gegarneerd wor
den zag men den vorige»! zomer bijna
uitsluitend struisveeren en kostbare aigret
tes, nu zal het zijn bloemen en nog eens
bloemen, 't Zullen hoofdzakelijk toques
zijn, waarvan de b'ol geheel uit bloemen
is saamgesteld, en waarvan de garneering
uit een groote Elzasser strik bestaat, die
achter tegen het bloemenbolletje is aange
bracht. Maar ook de grootc, gekleedo hoeden
zullen met touffes en guirlandes van rozen
zijn voorzien. De modellen zijn over '1 al
gemeen chique en ofeganl.
Bij de tafzijden toiletjes woulen veel
toques van gedrapeerde tafzijde gedra
gen in de kleur van het eostiuiml
in 'de 'zoogenaamde chapcllinees, of on-
gegarneerde 'hoeden, ziet men dit jaar een
groote verscheidenheid. De meeste zijn in
toque-vorm en uit tweeërlei slroo saamgo-
slekl. 'Dit zijn de zoogenaamde uilloop-hoe
den voor de morgenuren .en hij slecht
weer.
De jjarncoring 'der kindcrhocden zal de
zen zomer insgelijks uit bloemen beslaan,
alsrozeknopjes, vcrgect-mij-nietjcs, lelieljos
van dalen, enz. Voor de hcclc kleintjes zn»t
men lieve kapertjes van zijden slroo m<-l.
surnh jgevoei'd.
WENKEN.
Warme citroenen.
Door een citroen goed warm te maken,
vóór men hein uitperst, verkrijgt men er
bijna 'dubbel zooveel sap uil, als wanneer
hij niet verwarmd is„
liiervlekken.
Om do vlekken te verwijderen uit zilveieu
kqxdtjes, waarmede men zachte eieren
heeft gegeten, moet men de vlokken wrij
ven mei een weinig Uisschen duim en vin
ger 'genomen keukenzout.
Natuurlijke penncwisscher.
Een rauwe- aardajipel is een zeer goede
ponnewisschei'. Als men een door inkt over
dekte stalen pen Iwee- of driemaal in een
geschildeii aardappel stookt, worden de pun
ten \veer zoo goed als nieuw.
VOOR KINDEREN.
CORNELLS. DE KLEINE GIDS.
(Vervolg en slot.")
't Was 'merkwaardig, dat bijna allo die
ren hem schenen te, kennenhel was be
paald een aandoenlijk gezicht en gottof-
Feil ging mijnbeer Reichs, die door Cornelis
heelemaa! niet was gezien, weer in liet
logement terug.
Toen hij weer door de gelagkamer kwam,
hoorde hij een der lieden zeggen:
„Kom. ik moet nog eens even naar nijjn
paarden zien,"
„Dat is niel uoodig," antwoordde do
ander, „Cornelis is er hij."
„Zoo, is Cornells Grunor er bjj, neen,
dan hoef ik er niet naar om te kijken."
In gedachten verzonken bleef mijnheer
Reichs nog een uuilje zitten 0111 in een
ge-makkelijken stoel zijn sigaar le rooken.
„Je houdt zeker veel vau dieren, niet
waar mijn jongen?" vroeg hij zijn gidsje
op den terugweg.
„Ja, mijnheel', ik hen dol op beesten en
do meeste dieren uit het dorp kennen
me al."
„Het is prettiger af en toe eens met die
ren 0111 Ie gaan, dan ze in eigendom té
hebben'dat geeft een massa werk en
zorgen."
„O, mijnheer 1" kwam Curnelis bijna heftig
legen deze bewering op, „dat werk en die
moeite zal iedereen cr toch wel voor over
hebben; Ik wil Maar neen, we zijn
veel le arm, zoodal ik er nooil over be
hoef te denken, ooit een eigen beest to
hebben. Ik heb nog drie zusjes en geen
vader meer."
Het 'kleine kereltje had deze laatste meda-
deeling zoo eenvoudig nraar veelzeggend
gedaan, dat mijnheer Reichs er geheel van
onder 'den indruk was, en zijn klein gidsje,
's avonds dan ook extra goed betaalde voor
zijn moeite.
Ongeveer een week later stond er 's mor
gens aan den boom vóór het huis van de
weduwe Jimner een mooie muilezel vast
gehouden.
Om den hals had hij een briefje, dat
aan Cornelis was geadresseerd en van den
volgenden inhoud
„Beste, Cornelis.
Sinterklaas komt dil jaar midden in den
zomer 'bij je, want als hij je den muilezel
eerst in December stuurde, zou je er niel
zooveel vooideel van kunnen hebben.
Blijf altijd zulk een goede, lieve jongen,
als je tot nu geweest beul, en zorg voor
je eigen muilezel nel zoo goed, als je dat
voor 'de vreemde dieren gedaan hebt."
In het huisgezin van de weduwe Giuner
hecrsc.hle nu groote vreugde; van dat «ogen
blik af vonninderden de zorgen, want Cor
nelis kon met zijn mooi, goedverzorgd mud-
dier zooveel geld verdienen, dat er een aar
dig sommetje voor den winter kon worden
overgespaard.
EEN BALSPELLETJE.
Een onbepaald aantal kinderen kan aan
dat 'aardige spel meedoen. Een der spelets
staat in 't midden van den kring, dien de
anderen om hem heen maken, mei een bal
in de hand. Op een gegeven oogenblik roept
hij: „Geeft acht!" en op '1 zelfde moment
gooit hij zijn bal hoog op. Direct gaan
nu alle andere spelers loepen en verwijde
ren (zich zoover mogelijk van 't plaatsje,
waar 'do bal zal neerkomen.
is de bal neergekomen, dan vangt hij of
zij, 'die hem opgooide, hein en roept lege-
lijk: „Ilaltl" Allen blijven nu staan en de
gene, 'die den hal beeft, Irachl nu dien te
gooien naar hem of' haar, die 'I cüciiisl bjj
staat. Wie „mikpunt" is, mag zich niet
bukken of op een andere wijze den worp
koeren. '1. Spreekt van zelf, dal dit spel
letje met een zeer lichten hal gespeeld moet
worden. AYLe geraakt is, moet nu in '1 mid
den Van den kring komen en den hal op-
gooien.
OKkH
•r?v<r."w