AL~LE BIE l7~
De Albaneesclie haven Durazzo.
is, wanneet* er andere middelen zijn om
geschillen te hol ellen. Een wel van het ge-
meonebest bedreigt zelts een boete van 1000
pond tegen menschen, dio willen slaken of
uitsluiten of daartoe aanzetten. Aanstokers
kunnen zelfs een gevangenisstraf van twaalf
mturnden krijgen. Houdt men een vergade-
ling voor een staking of uitsluiting, die een
noodzakelijke levensbehoefte of verkoels-
middelen betreft, dan loopt men gevaar die
zelfde Stral to krijgen.
Voor het beslechten van industrieele ge
schillen in eerste instantie of in beroep
hebben nu verscheiden staten gedwongen
arbitrage,-hoven ingericht. Men wil zoowel
vrijwillig en verzoenend optreden als in
geval van nood dwang toepassen, ja in een
der staten heeft men de (betrekkelijk) vi ij-
willige arbitrage zelfs sterk op den voor
grond geschoven en daarmee vrij wat suc
ces gehad. In Victoria, waar men de vak
vereniging niet zoo op den voorgrond
plaatst, hebben vooral de loonraden uitste
kend gewerkt.
Intussolum ondanks de wettelijke af
schaffing der stakingen enz. zijn deze niet
afgeschaft en is de wet herhaaldelijk
gelijk het in een rapport kec' bijna eon
doode letter gebleven. Men kan de uitspra
ken der arbitragehoven vaak niet doen eer
biedigen. En men hoort veel redenecringen
al§ deze:
;,Als wij met ons 60Lj staken,, kan de
regeering de wet toch niet tegen, ons toe
passen 1"
Voorwaar geen aanlokkelijke toestand.
Toch heeft de strafwetgever herhaaldelijk
;,met succes" vonnis gewezen om de in
breuk op de nnti-stakingswet te wraken,
waar tegenover dan weer staan allerlei
uitingen van leiders van werklieden, die
van de gedwongen arbitrage niets willen
weten.
De nlgemcene indruk is dan ook deze,
dat men in Australië zelfs voor de minder
gecompliceerde verhoudingen er nog niet
is. De wetten ontmoeten nog veel tegen
stand en blijven te vaak doode letter. Doch
een partij van gezag, die ze ernstig wil af
schaffen, is er ook niet. En er is wel een
krachtige overtuiging, dat men er ten slotte
langs dezen weg ^.gerechtelijk vaststellen
van loonen, straffen van stakingen enz. en
gedwongen arbitrage" komen zal.
In elk geval is het een interessante proef
neming, die meer aandacht verdient dan
ze gemeenlijk trekt.
GEDAANTEVERWISSELING.
Het is bekend, dat kleine hondjes zeer
gezocht zijn, vooral door rijke adellijke da
mes. De voorliefde voor die kleine diertjes
ontaardt echter vaak in een passie, die de
daaraan lijdenden wel eens duur te staan
komt. Dat laatste moest een Fransehe ba
rones, die bekend stond om haar buiten
gewone voorliefde voor de allerkleinste
schippertjes, ondervinden. Op teen goeden
dag zag zij iemand voorbij haar kasteel
komen met een allerliefst klein schippertje
op zijn arm. Onmiddellijk liet zij den man
binnen roepen en vroeg hem. of het hondje
te koop wras. Daarvan wilde de man echter
niets weten, doch na lang gesmeek overwon
de barones on werd voor 1000 frs. eige
nares van het lieve, kleine hondje. Dade
lijk ging zij in den tuin haar vriendin roe
pen, om haar het diertje te laten zien. Toen
zij echter terugkwam was het hondje vei-
uwenen, dat na lang zoeken werd terug
gevonden boven op een kast, waar het
kon. Elk blad werd als vuur en smaragd,
de vallende vlierbloesems fonkelden als
vergulde sneeuwvlokken en de geur werd
zoo sterk, de roke zoo zoet
„Kom, Zuidenwind, en blaas door on
zen tuin, dat de geur zich verspiedden
kan!"
Do twee jonge menschen moesten el
kaar aanzien en glimlachen. De doodon-
akkor werd de hof van hot Hooglied.
Nergens daalden de kleine bloesemster
retjes zoo dicht, nergens leken zij zoo
wit als in Esther's zwarte haar. Daai
vormden zij een krans m een sluier. En
Isahc dacht dan, dat, wanneer een ko
ning, evenals Ahasverus, wilde trouwen
en alle vrouwen van de wereld bij zich
liet komen, hij er geen enkele vinden zou
zoo schoon als Esther.
Doch Esther verlangde geen koning h
trouW nu. Zij wilde onder den baldakijn
staan met een van haar eigen vervolgd
geplaagd volk. Liefst met een, die geleeid
en veistandig zou zijn als luuu* vadei
was, oni do menschen voor te gaan op
de paden van wijsheid en deugd. En zou
Isaac niet eenmaal zóó woiden?
Maar dan verdween liet zonnegoud wee1
uit den tuin. Ife hemel werd koel er.
groen ach tig-bleek, de bladeren van dovlie
zwart, en de bloemen lijkwit. Bevend sterre
licht flikkerde op, verdween, kwam woei
tloor de stille lucht weerklonken to
nen, die kwamen uit de naastbij gelegen
synagoge. Het was de voorzanger, wiens
stem opwekte tot „Maarif"1, het avond
gebed.
Eens op een, dag, toen Isaac thuis kwam
uit de school van Beth-Ilanndraiiseh, die ge
sticht was door den grooten rabbi Jehudr
ben Bezadel Löwc, en waar hij sorter!
zijn 13o jaar geleerd had, ontmoette lib
zijn vader op do straat voor hun huis
Hij wees aan twee voorname vreemdelinge!
den weg een man en 'een vrouw. Tom
Isaac's rader hem zag, wenkte hij hem
scheen opgeklauterd to zijn. Het was ech
ter go heel van gedaante verwisseld"de
prachtige, zwartglimmende huid, was door
midden gescheurd on toonde een vaal-grijze
onderhuid. JJet bleek n.l., dat bet schippertje
niets anders was geweest dan een vermom
de ren zen rot. De barones kreeg, toen bij de
gedachte zoo te zijn beetgenomen en op
het Zien van een vateen zenuwtoeval.
DRAADLOOZE TELEGRAFIE AAN IEDER
HUIS.
Op den Eifeltoren te Parijs bevindt zich
een station voor draadlooze telegrafie, dat
precies om 12 uur 's nachts een tijdsein
geeft, opdat de aangeslotenen er hunne uur
werken naar kunnen regelen. Ook worden
er de weeibeiichten draadloos verzonden.
Een Fransehe fabriek (Ducietet en Roger,
te Parijs) biengt nu kleine draagbare toe
stellen in den handel die men slechts
aan een water- of gasleiding of aan een
balcon-ballustrade hoeft vast te maken om
in staat te zijn al die seinen direct op te
vangen. Ieder kan zoo met weinig moeite
een ontvangststation maken en nut trekken
van do mededeelingen die de Eifeltoren
rondom zich uitzendt.
DE CHINEESCUE MARSEILLAISE.
Do Chineesche revolutionnairen trokken
het vorige jaar ton strijde onder het zingen
van hun Marseillaise. Men zou kunnen be
weren, dat het fraaie lied sinds den val
van het keizerschap zijn actualiteit verlo
ren heeft. Toch niet; nog steeds is de Fran
sehe vnarscillaise, ofschoon een gelegen
heidsgedicht, waarin toenmalige toestanden
bezongen en beschreeuwd werden, populair
en actueel. De Nederlanders blijven den
„Koninck van Hispanié" tot in den dood
getrouw; de Belgen hebben nog steeds
hun Braban?onne. En daar de C-hineezen,
op zijn minst even Chineesachtig zijn als
de Franschon, Nederlanders en Belgen, zal
ook hun lied de eeuWen wel tarten. Wij
geven een vertaling van het eerste couplet:
„0 vrijheid, een der grootste gaven des
homels Vereenigd met den vrede zult gij
op deze aarde Tienduizend nieuwe won
deren wrochten. Komt ernstig als een
geest, groot als een reus Die tot in de
wolken reikt Met de wolken als stuur-
wagen, met den wind als klepper De
aarde rogeeren. Kom uit medelijden voor
ons, die lijden in de zwarte hel onzer
slavernij, Ons met een zonnetje ver
lichten."
In het tweede couplet wordt Europa be
nijd omdat bet allés in overvloed lieeft.
Het derde vers bezingt de harmonie van
den wind, de schittering van den dauw en
de geur van de bloemen, om vervolgens
de verdorvenheid van den keizer te laken,
en het ongeluk van Azië te beweenen.
Het vierde en laatste couplet gelooft in
den hernieuwden geest der 20e eeuw, in
Washington en Napoleon, „zonen der vrij
heid", krijgen het vriendelijke verzoek zich
te reine,-traceren in de leiders van het mo
derne China. Het épos eindigt met de aan-
ïoeping van twee beroemdheden en wel
llin Van, „onze voorouder", en de „Genius
der Vrijheid". Die llin Van zou in China
■waarschijnlijk even'verbaasd staan te kij
ken als de „Genius der Vrijheid" in Fumk-
lijk en de Vereenigde Stalen!
EEN AUSTRALISCHE I1AAG.
China heelt of had zijn „muur"het
nageslacht zid ook met ecibied en bewonde
ring spieken van de „Australische haag",,
bi het Oosten van het vijfde werelddeel
en zeide, dat hij de vreemden naar de ri
vier moest brengen.
Do voorname dame was van meening,
dat de oude synagoge wel heel merkwaar
dig wezen moest. Denk eens, die moet hier
al duizend jaar gestaan hebbent Maar
de voorganger der synagoge bood niet aan,
ze haar te laten zien.
Zij zeide„Vooral zou ik graag den gou
den kandelaar willen zien. Waar staat die?
En is hij werkelijk drie el hoog?"
■Even zag Isaiic een minachtenden trek op
zijns vaders gelaat komen over zooveel on
wetendheid bij de christin. Maai' daar
werd zijn blik somberder en meer omfloersd
dan gewoonlijk, en hij zeide met grooten
ernst: „De zevcnannigc kandelaar is het
Eeuwige Licht, en zjjn plaats is in den
tempel. In de synagoge is hij niet te yin-
den."
Do jonge vrouw lachte verlegen over haar
onwetendheid. En daarna bracht Isaac de
vreemdelingen naar de rivier.
Zijn vader had goed geantwoord. Wat had
hij anders kunnen zoggen? klaar terwijl
Isaac daar zoo stond en ,de reizigers na
keek, begon hij te peinzen. „Daar gaat nu
die vrouw, en. zegt hij zichzelf, neen, dat
is volkomen juist, in do synagoge moet
men hot Eeuwige Licht niet zoekenI 'En
waar is nu hun tempel? En tot haar man
zou zij zeggen: de joden moeten het immers
zelf toegeven, dat zij hot Eeuwige Licht
niet moer bezitten I"
Als Isaiic hu nog hij hen was, zou hij
hen antwoorden, „dat Monorail (de heilige
kandelaar) slechts een symbool was. Het
Eeuwige Licht hadden wij, vóór wij
hom bezaten, en wij hebben het gehouden,
nu wij hem verloren hebben."
Doch dan zou de Christen het woord ne
men: „Wat moet dat zinnebeeld dan boteo-
kenca? Als het een botcekcnis had, toon ge
het bezat, dan wil liet ook iets zoggen,
dat ge het niet meer hebt!"
En dan zou Isaac maar zwijgen. Wat
gaf liet, om met een christen te rede-
een goede maatregel, maar voor hoo lang?
Zouden do dieven, opeens dommer zijn g0.
worden dan voorheen?
Durazzo, in de prov. Albanië aan de
Adrialische Zee, de stad, die de Serviërs
in hun buit wcuschen, heeft een roemruch
tige geschiedenis achter zich. Het is nu
een ellendig nest van 2000 inwoners, mot
verzande haven en bouwvallen van vroe
gere grootheid. Maar eens bloeide deze 25
eeuwen oude stad. Eens lagen in haar haven
schepen van heel do toenmaals beschaaf
de wereld. De ligging tegenover Italië is
bijzonder gunstig. Nog heden zou 'de stad
tot haar vroegeron bloei terug te voeren
zijn, indien men daar pogingen toe in het
werk stelde.
Durazzo, vroeger Epidamos, is do oor
zaak geweest van den bekenden Polopon-
nesiscben oorlog: twee partijen voor 'tbe
stuur der stad zochten steun bij Korinthe,
en bij Korfoe. Achter de Korinthen stond
Sparta, en achter do oude Ivorkyreën stond
Athene. Zoo ontstond uit oen klein geschil
de dertigjarige krijg tusscben de toenmalige
grootniogendheden in Griekenland. De be
schrijving van Thueydides hierover herin
nert aan een tegenwoordig politiek conflict.
Toen later de Romeinen zich aan de
Oostkust van de Adriati&cho Zee ves
tigden, werd Epidamos veranderd in
do kolonie Dyrhachium, waarvan Du
razzo is afgeleid. De llomeinsche le
gers scheepten zich in te Brindisi
en kwamen in Durazzo aan wal, waarvan
zo langs de Tlomeinsche heirbaan naar
Saloniki oprukten. Menig vluchteling uit
Italië sloeg zijn tenten op in Durazzo, roe
ook Cicero.
Nog in de middeleeuwen bleef Durazzo
ecu plaats van beteekenis. Ze behoorde
tot bet Oost-Romeinscho rijk en was hoofd
stad van Albunië. In hun krijg tegen do
Grieken veroverden do Bulgaten tot twee
maal toe deze stad, maar moesten haar
beide kecren weer ontruimen. De Alba-
neezen hebben nooit eon eigen staat ge
vestigd, maar behoorden afwisselend tot
de Grieken en de Slaven. De Noormannen,
onder Robert Guiscard, veroverden op 1G
Januari 108*2 de stad, maar moesten haai
na drie jaar weer aan de Grieken terug
geven. In 120-1, toen de Fransehen onder
den naam kruisvaarders, in Konstantinopol
binnentrokken, handhaafden de Grieken
zich aan de Adriatischc Zee. Durazzo werd
de hoofdstad van den nieuwen Griekschen
staat Epirus.
In 1257 verviel do stad door een ver
drag aan Napels en behoorde gedurende
anderhalve eeuw aan dezen Italiaanschen
staat. Toen kwam ze in handen van Vene
tië, dat toenmaals de Adriatischo Zee be-
heerschte, tot de Turken haar in 1501 ver
overden. Sedert is de bloeiende stad ver
vallen en nog enkele ruïnen herinneren
aan haar oude grootheid.
richten de konijnen zoo groote verwoestin
gen aan, dat men besloten heeft een haag
aan te leggen, welke, het goheele land van
noord naar zuid doorsnijdend, een lengte
van 2000 K.M, krijgt. Van afstand tot afstand
worden vallen gespannen om den vijand,
zoo hij een aanval in den zin heeft, een
warme ontvangst te bereiden.
DE KRANT ALS OPVOEDER IN DE
i GEVANGENIS.
Het probleem van de behandeling en ver
betering van gevangenen qii verpleegden
in opvoedingsgestichten telt, onder de
meest brandende vraagstukken. Theoretisch
is reeds lang uitgemaakt, dat moraalpreken
geen succes hebben. Practisch echter volgt
men de oude methode hij gebrek aan een
nieuwe.
In Amerika is men, op hot gebied van
gevangenisopvoeding ver vooruit. In het ge
sticht te Concord Junction (Massachusetts)
verschijnt bijvoorbeeld wekelijks het tijd
schrift ,,0ur Paper" van 12 bladzijden. ,He!
bevat nieuwtjes van buiten, geen politieke
berichten, maar allerlei, waar jongelui van
1421 jaar belang in stellen; verslagen van
gehouden voetbal- on andere wedstrijden,
een rubriek geestigheden. Verder berichten
van door jongens betoonden, moed, voor
beelden uit het leven v.an groote mannen,
wat alles Fijn invloed piet zal missen. Ook
wprdt de preek van Zondags besproken en
bevat het gesticht-nicuWb, o. a. over de
cleba ttee rav ondon
Ongetwijfeld oef-ent deze krant een heil-
zanien invloed op de jongens uit en wor
den hun geesteljfke eigenschappen opgewekt
en niet gedood, zooaJs' dat.maar al te vaak
ip het eentonige ge van g enisl e ven gebeurt.
TEGEN DIEVEN.
In Parijs meent een juwelier een practisch
middel gevonden te hebben om de politie
in staat te stellen een dief, die in een ma
gazijn gestolen voorwerpen te koop aan
biedt, te arresteeren. voor liij de gelegenheid
heeft zich uit de voeten to maken. Daartoe
zon hij tot den dief zeggen: Excuseert u
mij even, ik moot nog een kennis telefo-
neeren, dat ik verhinderd hpn bij hem te
komen. Vervolgens zou hij het commissa
riaat van politie opbellen en den gehoor-
gevenden ambtenaar een overeengekomen
wachtwoord noemenb.v. zijn eigen naam
en hieraan toevoegenMijnheer ik kan niet
bij u komen, enz. Op deze wijze is de
politie dan gewaarschuwd. Wellicht is dit
twisten f Het leidde tot niets goeds mis
schien zelfs was het verkeerd.
Maar onder het naar 'huis gaan scheen
het hem toch toe, dat zijn vader anders
had behooren te antwoorden. Had hij maar
gezegd: „Do zevenarmige kandelaar hoort
niet thuis in do synagoge," dan had hij
den christenen geen vat op zich gegeven.
Hoe komt het toch, dat woorden, die
tvij zoo vaak gehoord hebben, dat wij or
niet meer bij denken, plotseling nieuw voor
ons worden, en ons geheel anders, na
drukkelijk in de ooren klinken?
Het waren twee bekende woorden, die
nieuw werden voor Isaac, en hem niet
meer los lieten na don dag, dat zijn va
der ze tegenover de vreemdelingen had
uitgesproken. Het eene was de Tempel
Had hij daar dan vroeger niets hij ge
dacht? }Vas het dan niet altijd in hem
geweest als een onvergetelijke klacht. Bad
hij niet met de anderen, dat het den Heer
toch macht behagen, zijn huis weder op
tc bouwen?
Ja, zeker, dit woord sloot voor hem, als
voor geheel Israël alle verlangens in. Maar
nu werd werd het lot iets geheel persoon
lijks, tot een heimwee in eigen ziel: de
Tempel de Tempel.
Hij zag hem in don geest voor zich, hoe
bij oprees boven den berg Mor ia, met zijn
muien van blank graniet en marmer, die
wel door do zon boschenon zeegolven ge
leken en zijn groote, dreunende koperen
poort, waaronder alles weerklonk,, zopdat
hot ver over de stad gehoord werd mot
zijn raclyen,sters, zijn goud en'edelgesteenten.
Mot meer meer Wat was alle goud
en juweelen der wereld tegenover dit eene
do onuitsprekelijk heerlijke nabijheid.
DnAr, daar was d e godsdienst. Niet enkel
gezang en voorlezing en lippengeprevel, 'dat
bleekc schaduwspel, dat toch nooit kern,
hoofdzaak wezen kon neen, hier was
handeling. Hier gebeurde iets. Hier werd
het verhond bezegeld tussclien hem el on
aarde, levend, vlammend, bloedwarm
van dat de priesters van do tinnen des
tempels den dageraad aankondigden af, als
het morgenoffer, het stille lam gebracht
werd, totdat de zon onderging, en do rook
van het laatste offer zich verspreidde in
de avondnevelen.
liet andere woord, dat Isaiiac geboeid
hield, was „het Eeuwige Licht". Diep in
zijn binnenste riep het geen beeld te voor
schijn, het gleed enkel zijn ziel binnen als
een verblindende lichtstraal. Maar hol
symbool, do gouden kandelaar, was hem
voortdurend in de gedachte zooals het
stond üi Hekal (het Heilige in den Tem
pel) met zijn zeven gewijde lampen, dio
het duister van dein nacht verlichtten, als
waren het do oogen van den Allerhoogste
zelf.
Dan smolten die woorden tot éón geheel
voor .hem samen werden tot een ont
roering in zijn ziel. En dat was goed,
want het verlangen, dat zij te voorschijn
riepen, was het innigste en hoste kian-
teeken van den vromen, waren Israëliet.
Toch het Eeuwige Licht werd in geen
enkele synagoge gevonden, had zijn eigen
vader gezegd. Maar danjiad hij daar tevens
mee te kennen, gegeven, dat men daar niet
vond, wat man behoefde. Dan had men
geen plaats, waar men rust kon vinden en
was de ziel erger banneling, dan het
lichaam tot nu toe geweest was.
Geen plek, waar de Allerhoogste woonde,
waar Zijn oog, Zijn hart was waar men
zijn gemoed, tegenover Hem lucht kon ge
ven, waar men Zijn licht voelde stroomen
door do duisternis geen wijkplaats voor
do ziel!
Simon Abeles wat had die ook weer
gezegd? Zijn eigen vader had er hem om
gedood. Hier in Praag was het gebeurd,
twintig jaar nauwelijks geleden.
Hoe was het ook weer? „De Tempel
moet er nog zijn, anders kon do we
reld er niet wezen, Want hij is de le
vende ziel der wereld. Hij is herrezen als
do yogel Phoejüx uit zijp aach,; en heeft
EEN KWESTIE VAN SMAAK.
Een van do laatste afleveringen va,n ,,Do
Navorscher'- vertelt typisch rechtzaak-
je uit het NieuW-Amsterdam dor 17c eeuw
(het tegenwoordige Now-York). Een bier
brouwer zag zich door omstandigheden niet
in staat een schuld van elfhonderd gulden
af te betalen, doch kivam met zijn schuld-
eischer overeen, dezo te voldoen in hier
en sterken drank. Zoo gezegd, zoo gedaan.
Maar do crediteur vond hel geleverde hier
niet, goed en Wjegierde hot in ontvangst te
nemen. Hierdoor ontstonden verwikkelin
gen, Welke ten Slotte door deu rechter zou
den ontward w,orden. Daar' de brouwer
echter op do terechtzitting geen monster
van het bier ha,d meegebracht, noodigdo
hij den rechter uit persoonlijk naar do
brouwerij lo 'komen om daar het bier te
proeven. Hieraan Word gevolg gegeven. En
zoo trokken na, afloop der zitting de getoga-
do hoeren met Matigen tied, voorafgegaan
door den met hot zWaard geavapenden deur
waarder, naar de brouwerij, waar het bier
met eenige ceremoniën wjerd, geproefd en
herproefd. En volgens den smaak der leden
van het gerecht werd het bier plechtig goed
gekeurd en hel geschil aldus beslecht ten
gunste van den brouwer.
tiet Nedcrl. Itoode Kruis en de Balkan-oorlog.
De leden van de ambulances naar Tur
kije en Bulgarije en van de aanvulling wel
ke naar Griekenland gaat, zijn gistermid
dag in het Pageshuis aan het Lange Voor
hout te 's-Gravenhage in dienst gesteld.
Daaromtrent meldt de „N. R. Ct.":
In de groote zaal kwamen tegen 3 uur
de hoeren en dames de eersten in
khaki, de laatsten in de ploegzustersuni-
form hijeen. Nadat ieder zich den of-
ficieelen band met het Roode Kruis om
den arm gebonden had, las de secretaris,
jhr. Mazel, de instructie voor, die door
allen geteekapd werd. De leden verbinden
.zich daarbij het Roode Kruis op zijn
minst 3 maanden te dienen en elkanders
overtuigingen en eigenaardigheden te eer
biedigen. Aan elk werd hierna een enve
loppe met zijn aanstelling, oen exemplaar
van do instructie, paspoort en, oen, iden
titeitsbewijs uitgereikt.
Op de binnenplaats poseerden /achter
eenvolgens de „Turken", „Grieken" en,
„Bulgaren" voor een aantal fotografen, om
zich na afloop hiervan weer in. de groot©
zaal te vereenigen, waar thee gediend werd.
Do leden van het hoofdbestuur, generaal
Quanjer en schout-hij-nacht Hummo wate,u
mode aanwezig.
Do ondervoorzitter, generaal do Waal,
deelde mee, dat het in het voornemen vrui
de Koningin-Moedor gelegen had, hij de
installatie aanwezig te zijn, om den ledon
een vaarwel toe te roepen. Door een niet-
enustige ongesteldheid kon II. M. echter
tot haai- leedwezen niet uitgaan. H. M.
had luit.-generaal de Waal, ondervoorzitter
van, het hoofdcomité, daarom verzocht, den
leden van de ambulances uit Haar naam
een goede reis te wonschen.
Dr. Lingbeek, de leider van de ambulan
ce naar Turkije, bracht daarop uit naam
van alle ambulances dank aan het perso
neel van het Roode Kruis voor alles wat
in do jongste dagen .verricht is, speciaal
zijn hooggewelven uitgestrekt over alle lan
den."
„Wat bedoel je daarmee?" had zijn vader
met strakken blik gevraagd. „Verklaar je
nader. Wat zou, dat idan voor een Tempel
moeten zyn?"
Simon Alleles had niet geantwoord
alleen gewezen maai- dat was zijn dood
geweest. Want hij had op een, toren ge
wezen, wiens spits eindigde in een kiuïs.
Hoo komt het toch, dat een enkel woord
zulk een macht over ons kam, krijgen,
klinkt en weerklinkt in do ziel, gestadig,
zonder ophouden, als de druppel, dio lang
zamerhand vermag den s'teen uit to bollen?
Dit alles heeft de sage niet, verklaard
zij verteld ons alleen, dat het zoo ging'
met Isaiic.
Hoog op de heuvelen ligt do Domkerk
van St. Veit Boven in den toren zingt
de machtigste klok van heel het Boheeni-
sche land haar lied, zoodat het over de
hcele stad Praag weerklinkt.
Binnen, onder de dreunende, hooge ge
welven schittert hot van zilver, goud en
edelgesteenten. Maar de grootste schat, dio
er verbolgen is, dat is de onzichtbare aan
wezigheid van don Allerhoogste, die dit
huis tot een wijkplaats der ziel maakt»-,
lederen morgen wordt liet st'lle offer door
gewijde hand opgedragen, en het verhond
des harten tusschen aarde en hemel op
nieuw bevestigd.
Door de boogvensters stroomt het dag
licht naar binnen ia b'loedroodo, goudgele,
violotblauwe verven, speelt op het mar
mer van den vloer met den zevonvoudi-
gen gloed van den regenboog, en omhoog
langs do slanke pijlers, zoodat net is
als do stralen van den gouden Monorail
Tehorah zelf met zijn zeven heilige lam,-
]fen.
Ja, hier is hij mot zijn Eeu'vvig Licht.
Maar het is niet langer een onbclzickla
kandelaar. Allen, die, hier knielen, ypten
Wie het is, die hot Licht des Levens te
Zijn- uitgestrekte ai-men draagt, 4
meauev.watjsMuatBr
w!