Veertig cents
SCHIEDAMSCHE COURANT,
ADVERTENTIE
blijven, on het buitengewone, een hond met
een groote pruik op to zien, was zelfs
voor deze aan zeUbeheersching gewende
kunstenaars te veel. Het groote drama ein
digde op de vroolijkste manier; Garrick
verklaarde evenwol later, dat, al had het ook
zijn leven moeten kosten, hij op dien avond
zou hebben moeten lachen.
BEVROREN PLANTEN.
Bevroren planten worden het best ont
dooid door zo in een bak met koud water
to plaatsen. Wie bevroren planten dood wil
hebben, moot zo zoo spoedig mogelijk bij
het vuur brengen. Een bevroren plant is
moestal nog niet dood; worden nu 'de levens
geesten weer langzaam opgewekt, dan hei-
stelt zich alles weer.
Als een plant bevriest, treedt het water
uit het cel vocht naar buiten en vult de
ruimten tusschen de cellen. Wat dan in de
cel achterblijft, kan door het waterverlies
weer gröolcr kou verdragen. Zoo Wordt de
plant, al bevriezende, voor doodvriozen be
waard. Maar ten slotte komt er oen oogen-
"blifc, waarop hieraan een einde komt, en
dan is de plant cr geweest.
In do vrije natuur, waar zeer veel plan
ten aan lage temperatuur onderhevig zijn.
gesctiiedt de ontdooiing zeer langzaam. Zoo
moet incu 'tin huis ook zien in te richten.
Uskoud water verwarmt de nog koudere
plant; maar die afgestane warmte is niet
zeer groot, zoodat de ontdooiing zeer lang
zaam geschiedt, evenals in do natuur'.
Brengt men ineens te veel warmte aan,
dan geschiedt de ontdooiing te snel: al het
water tusschen do cellen ontdooit plotseling,
en daar het niet direct kan worden opge
nomen, hebben do cellen te weinig span
kracht, en de geheele plant hangt slap.
Sommige planten kunnen nogal wat kou
Vierdragen, bijv. do buitenste bladeren van
kool 10 tot 15 graden onder nul, en do
bladeren van maïs 3 graden.
VERLIEZEN.
Het is een groote kunst te kunnen ver
liezen. Er zijn mcnschen, die altijd en alles
verliezen. Dat begint reeds als kind, en
deze verliezers loeren langzamerhand de
groote kunst met zekere grootmoedigheid
aan te nemen, wat het leven hun brengt,
doordat zij zich mot alle krachten moeten
inspannen hun verliezen te boven te komen.
Eerst zijn het natuurlijk kleine dingen, geen
tranen waard, maar men begint op school
ook met de bescheidenste, totdat het leven
ons later de grootste diploma's overreikt.
Eerst is het een ringetje, dan een boek,
dan een mes, dan een das, die men ver
liest. 't Komt er niet op aan, men is nog
jong, zulke verliezen vergeet men gauw;
maar de kindertijd gaat voorbij, men is
volwassen, en toch gaat hel ongelukkige
verliezen maar voort.
Nu eens heeft men zijn portemonnaie
verloren met vijf en twintig gulden, vol
moeite bespaard geld, waaraan liet zweel en
de hoop kleven van een half jaar. Maar
moeder de wouw zegt cr niets vanwel gaat
zij de eerste dagen in gedachten verdiept
rond, maakt hier een kastje open en daar
een lade, iets drukker dan gewoonlijk, en
na verloop van acht dagen, als zij heel stil
■en klein geworden is ais oen verschrikt
haasje, en zich in haai verlies geschikt
heeft, komt zij van geluk stralend tevoor
schijn, want zij' heeft het verlorene terug
gevonden, niet op straat, niet in de kast,
maar in den zak van een andere japon.
Dan roept zij allen tezamen, vertelt het
er mee. Gauw: vooruit met. jc leugentje 1
Ze bracht haar hand aan 't voorhoofd,
een klagend „he", weg-zuchtend.
Scheelt or wat aan, kind? vroeg pa,
groote stukken boter op zijn' kaas.
Zoo'n hoofdpijn.... zei Effic,
Altijd wal en nooit wat goeds, vond
ma. Wat doe jc ook zooveel wijn te
'drinken.
Werkelijk had Effie, in haar verlegenheid
en geveinsde vroolijkheid drie glazen wijn
op. Pa schonk' telkens weer in, als haar
glas leeg was.
Ze leunde nu achterover.
Neen, .daar kan ik absoluut niet te
gen, bekende ze, liegend.
Als jij dan 's thuis bleef en naar
bed ging? vroeg ma, commandccrend.
Dan konden wij.
Dat was misschien wel 't beste....
kwijnde Effie, de oogen sluitend; ian zich
een zalig-popelend gevoel van gelukken.
Nee, dat vind ik nou akelig, zei pa,
gemeend.
Hij kwam graag met Effie, 'n mooi
meisje, bij Kras binnen.
Ik vind nou, dat jc je daar tegen
in moet zetten 1 Wat drommel; samen uit,
samen thuis, vervolgde hij resoluut zijn
mond vegend.
Ik kan heusch nioi) pa, kwijnde Effie.
't Spijt mij natuurlijk* ook, maar ik....
ik ben heelemaal duizelig.
Laat ze nou! vond ma. En laten Wij
nou maar samen.... W.eiet je 't hummer van
je kamer? Durf je alleen te gaan? Anders
breng ik je even met de lift.
Hè, ja, zei Effie, zonder protest van
pa af te wachten. Breng u mol Want
ik heb zóó'n pijn,. En gaat u maar gerust.
Morgen ben ik weer frisch.
Pa, een sigaar aanstekend, bromde. Effie
stond al, drie duim dik malaise" op 't gc-
zichl. Ma dikte van haar stoel op, haar
'deftig mondje nog deftiger zettend. Ze moest
„oen statig» verschijning" spelen, hij 't
gaan door de zaal eu deed zeer minzaam
voorgevallene en geeft, nis uiting barer
Ireugde, een klein feest, dat oen heelc bros
schiet in het teruggevonden gold.
Wat 'zoo'n verliester ook verliest, niet
de hoop. Een lievelingsveriies van haar L
de bril. Wie in hoogc male bij- of verziende
is, weet, wat het betcekent, zijn bril Ie
verliezen. Hulpeloos slaat men. in de we
reld, kan geen brief lozen, geen gezicht
meer onderscheiden. Hulpeloos zoekt, men
rond, bedenkt zich waar men hem 'i laatst
heeft gedragen en dwaalt rusteloos door het
huis. Eindelijk maakt men een ander tot
vertrouwde van het zware verlies, die on
bedaarlijk begint te lachen, en zegt: ,,Maar
kind, je hebt je bril op jo neus."
Een ander dagelijksch verlies zijn sleutels.
Gewoonlijk komen zij terecht, zoodra men
den slotenmaker heeft laten komen, om een
nieuwen sleutel to maken.
Wat verliest men ai niet op straat of
in trams; zie dc lijst der gevonden voor
werpen maar eens na: zakdoeken, waaiers,
kerkboeken, parapluies vooral, die in do
eerste plaats schijnen ie dienen, enkel en
alleen om verloren ic worden. Vrouwen
verliezen het meest haarspelden; zij be
zaaien er letterlijk haar weg mee.
Maar dit zijn «He kleinigheden, betrek
kelijk licht geleden, gauw vm gelen, spoe
dig vervangen; maar men kan gumtedingen
verliezen. Vrienden, liefde, men verliest ze,
terwijl men zich \ast in hun bezil geloof!,
in alle onschuld, men woel niol hoe.
Dan is h'et zaak ze te zoeken, onwrik
baar en vast, tot men zo lenig vindt. Dan
moet men ze vasthouden en niet loslaten,
totdat er een groolete komt. die ons dwingt
ze los te laten, en gebiedt: Verlies! Dan
helpt ons geen vastklampen meer, de dood
heeft gesproken, en hoe wij zoeken, wij
vindon den geliefde niet meer. Dan moeten
wij ons buigen, en berusten. Een rijke is
verarmd, een arme is armer, een hart is
stil en zacht geworden.
Hel leven is evenwel zoo, dat men goed
.dopt zich er aan te wennen, alles, wat
wij bpzittcn, eenmaal te verliezen, zonder
klagen, bedaard, zonder vrceze, als do ure
komt, want alles heeft zijn uur.
YOÖR DAMES.
MODE.
Met de mode zijn we in het tegenwoor
dige seizoen zoover gevorderd, dat we op
„het doode punt" gekomen- zijn, of mis
schien zijn we er al overheen. O n treat
do wintermodes hebben we niets meer te
vertellen, en van de voorjaarsmodes is nog
te weinig bekend, om er met eenige zeker
heid iets van te kunnen meededen.
Maai', de bals zijn nog in vollen gang, en
daarom kunnen we de baltoiletten bespre
ken. Ze zijn versierd met kralen in alle
kleuren, grootte en vormen, en nemen een
voorname plaats in de mode in. Men ge
bruikt koorden, kwasten, franje galons en
motieven tot garnituur; voor diapecringen
neemt men paartule, met kleine kristal-
Ion of emaille kralen geborduurd. Zeer
kostbaar en effechnakend zijn dc met de
hand in d.e stof geborduurde brcede randen
van zitv.eren, emaille of gekleurde kralen,
die don rand van liet doorzichtige overkleed
bje grenzen. Minder kostbaar, maar ook zeer
mooi zijn dieze overtoiietten, met de ma
chine geborduurd, die reeds voor zeer bil
lijken prijs verkrijgbaar zijn. Zeer elegant
en voornaam staan toiletten van zwarte,
met gitten kralen geborduurde tule, die
over zwarte zijde verwelkt en met echte
kant versierd zijn. Zwart speelt buitendien
tegen Effic, óók nog in de lift, omdat de
liftjongen er bij was,
In Effie's kamer gekomen, kreeg ze de
ware proporties terug.
Helpen zal wel niet hoeven, hé? von!d
ze. Je gaat zeker maar dadelijk in bed.
Effie kuste haar als altijd en deed toen
de oogen kwijnend dicht.
Ja, laat n me maar alleen véél
p lei zier.
Zoodra zo alleen was, deel zo een lucht
sprong. Geluk tl Drachtig gelukt! Nu een
kwartier, laat kijken twintig minuten wach
ten en 'dan naar een bloemist en dan
Een tak witte lelies; ja: wittl lelies
Effie zonk tevreden in een kussen stool,
haar klein liorlogotje uit haar ceintuur ha
lend.
Gunst 1 ai acht uur! Eu hoe laat sloten
de winkels ook? Nou in géén geval vóór
negenen; en een bloemist, 'n pracht van
een bloemist, was vlak bij. Dat had ze gis
teren gezien.
Ze lei haar horloge op haar kuiSn, en
haalde haar beursje uit. Precies twee vijf en
twintig. Dat was zeker genoeg. Maar lelies
waren duur: peperduur, hoor!
Ze glimlachte, bleef glimlachend voor
zich uit staren, lloe zou zo nu doen? De
bloemist do lelies laten bezorgen, of aan
't kamermeisje vragen.
Ja, aan 't kamermeisje! Dat was intiem.
.Dan wist ze zeker, dat hij de bLoctnen
kreeg.
Maar zou ze durven? Zat zou 't meisje
denken?
Trotsch hief Effie 't hoofd op'. Daar moest
ze boven staan. Wat kon 't liaar schelen,
wat dat meisje (lacht?
Zoo, nu was 't tien minuten over ach
ten. Vast aanklecden. Nu vast langzaam
aankleeden, dan ging de tijd makkelijk
gauw om.
Een krakende stap langs haar deur
deed haar schrikken. Net pa's stap! Gunst,
wat waagde zij veel! Verbeeld je als pa en
nut 's niet waren gegaan
een groote rol, zoowel in „satin liberty",
chamieuse en fluweel voor liet eenvoudige
avondtoilet, als in dunne, doorschijnende
stoffen, velours chiffon, brocaat en pluche
voor de groote toiletten. Men combineert
het vooral met, wil, doch ook mot schik
(étende, glinsterende kleuren (grannatrood,
en zelfs bij toiletten van de eerste, zachtste
kleuren voegt men een weinig zwart flu
weel of donker bont. Bout aan baltoilet
ten is een interessante samenstelling; hel
heeft een ii parte, uiterst pikante bekoring
en men is cr zoo venlukt, over, dat men
ze zelfs kenmerkend kan noemen voor dit
seizoen.
De zeer korft gehduden baltoiletten der
jdugd zijn, als altijd, van hot doorzich
tigst materiaal: tule genopt zijden gaas,
voile-Ninon, marquisette of dunne „mille
fleiu's" zijde, met dunne tulen kant en
chiffon-roosjes, ook grooterc zijden bloemen
gegarneerd. Veelvuldig stelt men den rok
uit over elkander vallende geplisscerde stof
of ingeregen kanten volants tezamendaar
over valt hel gedrapeerde overkleed. Mooi
zijn ook de kantgamituren, die op het onder
kleed bevestigd zijn en door de dunne.ho-
venstof schijnen.
Een nieuwigheid is de Shtaitkrang: van
echte kant ut motaalkiui! en met zeer lijm-
laetou of ijzen 1 raad gestijfd, voegt men hein
aan 't décolletee. De korte mouwen zijn met
een bonfstieop of een koralen buiduunverk
omrand, of zij zijn geheel verborgen omlei
de luecci over de behouders vallende fi
ches of de kimonovuiinige taillo-drapeering.
Men ziel odder ook gewone mouwen, als
van; kant, die uit een hangende chiffon
mouw te voorschijn komen, gedrapeerde,
tamelijk gepofte dofmouwen en wijde- aan
geknipte mouwen. Aan het eenvoudige
avondtoilet, overhcerscht de lange, nauwe
mouw met afsluiting van kant.
Bij de avondtoiletten dienen' ook de mo
derne kapsels genoemd te worden. Niet
alleen het dagelijksche kapsel, maar ook
liet moderne avondkapsel is naar even
redigheid eenvoudig; do weinig smaakvolle,
grooto haarondcrlagen en krullen kapsels
belmoren tot bet verleden. Bij het moderne
kleine kapsel komt een mooie hoofdvorm
meer tot zijn recht, of kan, door oen ge
schikt gekozen p'latto onderlaag, ten min
ste dien indruk maken. Do meeste kapsels
geven een scheiding op zijde of in het mid
den te zien; de geonduleerde haarstrengon
legt men diep over de ooren; zij worden
van achteren in een wat afstaanden Griek-
schen of diep in den hals hangenden knoop
gelegd. Eigenaardig is een kapsel, waaraan
het grof geonduleerde achterhaar glad op
een platte onderlaag van ijzerdraad op het
acliterhuotd gelegd, zoodanig met het voor-
haar jn elkaar gedraaid is, dat het gehoel
den indruk van een Tituskop krijgt. De
korte ponny is altijd nog in de mode;
dikwijls steekt nien daarover in het glad
naar achteren gekamde haar een schildpad
den kam, waardoor een kleine kuif gevormd
wordt. Een mooie haarversioring vormt een
diadeem van paarlen of een band, daarmee
bezet, waaraan een naar achteren gebo
gen of opstaande aigrette bevestigd is, die
do draagster eon koninklijk voorkomen geeft.
Vervolgens Leeft men brcede brocaatlinten
en met paarlen geborduurde galons, die
op zijde in een agraaf met een afhanger ein
digen. Voor jongere gezichtjes, bij bet page
kapsel of de opgestoken, xondgelegde
vlecht, staat een lint over liet voorhoofd
van stalen oogjes, waardoor zwart fluweo-
len lint gehaald is, zeer goed.
Maar dan moést ze ook maar eens wat
wagen.
Vastbesloten kleedde zij zicli. Hoed,
lange mantel, handschoenen. ziezoo 1 Nu
nog twee minutenze moest zich aan 'den
tijd houden.
Mooi. 't Horloge weg, 't licht 'uit, de
dour open.
Leeg lagen de lange gangen,; leeg was
de brecdo trap. Beneden geen pa en ma.
De portier hoog beleefd en He! haar uil.
Diep a'demcnd stond Effie buiten.
Hè, wat lukte alles! Als zo nu straks
liet kamermeisje imuu' vinden kail!
Haar nauwe rokken sloegen een rolïol
togen haar boenen, terwijl ze zich ijlings
spoe'dde, een brug over, dan links, waar
een bloemist was.
Meneer hebt n lelies: witte lelies, eelt
groote tak? vroeg ze maar dadelijk.
Zeker, do lelies waren er. lil don van
bloemengeur zu ooien winkel ging de be
diende achter in een donkerder gedeelte, on
kwam met twen mooie takken terug.
Vijftig cents, per bloem, zei hij.
Effic schrikte even, met dc ooge.n dc
bloemen tellend.
Deze kost dus twee gulden? vroeg
zo, wat aarzelend, op den moois ten tak
Wijzend. Er zaten vier bloemen en een
knop aan.
Dc bediende glimlachte.
Eigenlijk twee vijftig, zei hij. Maar
omdat zc ai een paar dagen staan, dan
maar twee gulden.
Geeft u-die dan maar, popelde Ef
fie de twee gulden uit haar beursje ha
lend. Nee, niet inpakken! Of ja: een
vloeitje cr oro, voor de kou. Dat is immers
slecht voor lelies: kou?
Dc bediende glimlachte weer en knikte,
zwijgend dien tak met vloei omwindend.
Dank u zeer, zei hij, beleefd, Effie,
die haar twee gulden neer had gelegd op
'do toonbank, den tak voorzichtig overrei
kend.
|n een 'droom kwam Effie op luuiv ka-
Gemengd Nieuws.
De natuurlijke gasbronnen van Amerika.
De Vereonigdo Slaton zijn naast oen go-
gedeelto van China, het rijkst aan natuur
lijke gasbronnen. Voorloopig zijn deze nog
lang niet uitgeput, steeds worden er nieu
we ontdekt, die de plaats innemen van
de enkelen, die uitgeput zijn. Reeds in 1901
waren er in de Vereonigdo Staten 10.000
gasbronnen. Zij leveren van 1600 lot
700.000 kub. M. per dag. Thans leveren
zij tezamen 11.G00 millioen kub. M. Ook
de exploitatie heeft zich reusachtig uitge-
bcird. In 1901 had dc langste leiding, die
het gas van de bron wegvoerde, een lengte
van 1G0 K.M., thans is cr een van 640.
K.M., die van het Westen van den Staat
Virginia naar de stad Buffalo loopt. Er
bestaan plannen voor een gasleiding van
720 K.M., tusschen dc bron van Loisiana
en St. Louis. De totale lengte van hot
buizennet bedraagt thans 30.000 K.M.
Natuurlijk moet dit gas een "hoogendruk
hebben om door zulke lange leidingen ge
perst te wonden, bij sommige bronnen be
draagt deze druk wel 80 atmosferen. Soms
is de druk onvoldoende, d.in moei mol pom
pen -geholpen worden.
Het natuur-gas beslaat uit 90 pet. zuiver
moerasgas en het heeft een waniitevermo
gen van 8200 ealori per kub. M.
Hau cl pl pu Bod rij t.
Uifciotingen.
SliRVISCHK STAATS')ABAKSLOTEN i, £,-, 10
van 1868.
Trekking l—tl Jamuiri
Serie 2-156 no. 87 fr 100,000serie 520 no. 30
en serie 798 nu 80, elk fr. 500.
Serie 871 no. 53, serie L401 no 07, .seiio
1585 no. 50, serie 3191 no. 69, serie 1238 no
62, serio 7812 no. 91, serie 8102 no. 29, serie
8523 no. 96, serie 902L no. 1, serie 91U no.
96, elk fr. 1.00; serie 179 no. 07, serie 1734
00. 3), serie 2507 no. 35, serio 3686 no. 2]
serie 3800 no. 88, serie 4827 no 02, serie 488)
no. S2, serie 5330 no. 39, serio 5726 no. 96.
serio 6109 no. 31, serio 6830 no 23, setió
7377 no, 82, serie 9253 no. 73, serio 9069 no.
87. serio 9906 no, 89, elk fr. 1O0.
A inorlisa lie- trekki ng.
Seriën:
419 483 932 1918 2199 3237 3650 4281 1119
4155 4486 5093 5772 5827 6886 6901 7355
7882 8103 8571
lie in deze svrién vervatte nos. woolen
van 12 Pebr. af t>X h fr 13.50 afgelost.
SERVISCHE LOTEN, pCt h fr. 100 v. 1881.
Trekking 1 i 1 Jan, Betaalbaar t—U leb.
Serie»
15 10? 297 312 426 -171 4.'9 501 553 660 722
812 1185 1 213 1223 1259 1.V27 1360 1392 1)90
1502 1502 1588 1500 IP'A 1760 1853 1919
2100 2101 2112 -:U9 2168 230G 2333 2345 2422
2498 2707 2759 2767 2800 2982 3081 3Lót
3270 3316 3159 3635 3685 3690 3869 3885
3993 1007 (051 1112 1287 130". 4359 1301
1640 1656 1700 1718 4735 1881 1923 501)6
5137 5253 5336 5311 5)56 5509 5525 5568
.567! ,5766 5773 5861 6110 (JU® 6205 6231
Serie 4881 no. 7 5 fr 63.000; M'ito 2119 nu,
tl I (r. 10,000; serie 5253 no 17 a fr 1500;
sciie 1919 nu. 5, serie 3885 mi 15, sear 1359
no. 50 en serie 6281 nu 27, oik a fr 1250; seiio
1327 nu. 19, serie 2S90 uo 16 bit stuw 5861
nu, 31, elk iï fr 350.
AU» overige nos. il2!0, m IwinrerifiinjKlu
seriën vervat, elk a fr, 100,
Voor slechts lAb CiCKTft plaatst men eene
in de rubriek „KLEISiE AWYEItTISM'irïHM'1' m de
nummers van de
welke Ilinsdag-, Uonticrdag» en Zaterdagavond
verschijnen.
Niemand behoett dus ep te zmn tegeu de kosten. Zelh-
voor kleine winkelzaken is hierdoor ad verteer en mogelijk
gemaakt en zijn deze m staat mei geringe uitgraaf den
omzet te vermeerderen,
Voor den In- ot rerkoop van 2c-hands-artikelen zijn door
de goedkoopte de nKleine Advertentiën" bijzonder aan ie
beveien.
Met uitstekend gevolg wordt van deze 40-ooms-rubriek
gebruik gemaakt door iieu, die personeel nootifg hebben
of eene betrekking zoeken.
Oók de 40-cents advertentiën hebben bp de algemeene
verspreiding van de Schiedamsche Courant beslist sueces.
KLEINE ADVERTENTIEN worden utfeluilend aan
genomen aan het liureau der sSchiedamsche Courant",
Hang© Haven 14=1»
nier. Daar pakte ze 'den tak uit en bekeek
hem. Prachlig was hiji Prachtig. Zoo mooi
gevormd; voo vorstelijk!
Even aarzelde ze nog, beide toen 't ka
mermeisje.
Ze moest nogal wachten. Zeker omdat 't
avond was.
Flink nu! Flink! dacht Effie, .'t hoofd wat
heffend oin onbevangen in 'f zeer „weten
de" gezicht van 't kamermeisje te kijken.
- Kijk eens, zei ze. tak lelies vooi
zich uit houdeiuk Wil je deze tak eens
neerzetten op'tic kamer van mijnheer Hauer,
de pistnisl: Berihold Hauer? En ...e...
hier: dirt is voor jou.
Effic gaf het meisje haar laatste kwartje.
'liet meisje nam tak on kwartje, aan en
glimlachte.
Meneer logeerl hier op 'de gang, zei
zc. Meneer is niet thuis. Moet meneer
weten, 'dat u
Neen, vooral niet! kwam Effie onge
rust. - 'Meneer moet vooral niet welen,
dat ik die tak stuur. Zul je daar vooral
0111 'denken?
Het meisje knikte en ging. 't Was Effie
of zc liaar eigen ziel meedroeg in die bloe
men. Devoot vouwde ze de iiuudcn, en een
zegenend gevoel gleed in liaar hart.
Niet .gevouwen handen sliep ze in; en
mot een glimlacht ontwaakte ze, beden
kend hoe cv nu iets schoons was tusschen
haar en den grooten, groolen kunstenaar:
den bijna godc-groolen kunstenaar, op wiens
kamer haar bloemen prijkten, de bloemen,
gekocht van 't weinige weekgeld, dat ze
had weten te bespareu voor de Amster-
tlamsehe reis, om te gebruiken „als ze
eens iets moois zou zien....."
Om negen uur, dien morgen, ging Effie
de gang door, om zich bij pa en ma in
de ontbijtzaal te voegen.
Mn w;i.- haar komen zengen, lat ze maar
vast gingen.'T
Effie wandelde als een koningin...
Bij ecu la feitje is een verbreediug van
de gang zat hel kamermeisje en at haar
ontbijt.
Een tak lelies stond in ecu karaf mol
water bij haar op het urieltjc.
Het meisje keek Effie onbevangen aan
en knikte vriendelijk, bij wijze van morgen
groet.
Als cccn schok schoot door Elfie heen,
dat dit, haar lelietak was: ze kende hem
goed, te goed...
Ze bleef staan.
-— Heb je... heb j» nie...stotterde ze.
Het meisje begreep ha;u en' knikte.
Zeker, ik heb mijnheer de tak gege
ven; maar u begrijpt: hij krijgt zoovéél
bloemen en deze lelies ruiken zoo sic-rk
Toen zei mijnheer, dat ik ze wel mocht
hebben.
-- O, zoo, zei Effie, kracht vindend om
dit te zeggen ou kalni door te wandelen
tot waar du ttapleuning naar ban eden huur
Meun gaf.
Er kwamen geen tranen in haar oogen.
Bedaard liep ze de trap af, kwam ze in
de ontlrijtzaal-
Maar in haar hart lag een leegte... een
leegte, die nooit meer zou jyordou aan
gevuld, door Wat ook.
Dit was haar éérste diepe teleurstelling,
haar eerste harde levensles.
EINDE.
Vaassen, 20 Nor. 1912.