@5' Zaterdag 8 Februari 1913, Mo. 14142 Tweede Blad. Uit de Tweede Kamer. LGO V,*'- afca a Deze courant verschijnt d a c 1 ij k s, mot uitzondering van Zon- en Feestdagen!. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25, franco per post fl. 1.G5. Prijs per weel'Voor Schiedam' en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen volden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeien des middags vóór een uur aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs der Advertentiën: Van 1G regels Ü0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën, bij abonnement oji voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Z a t er d a g a v o n d verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie; bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. ,We zouden nog een enkel woord zeggen over de redo van don beer de Stuers, een man, die zeer het oor der Kamer heett, al is bij dan ook voor de perstribune vaak oen erge kwelling, omdat men hem zoo moeilijk volgen kan. Niet, dat dc afgevaar digde voor Weert een geluid zou onthouden zijn, in staat tot allo hoeken van de verga der-zaal door te dringen, maar hij werk* zoo dikwijls met halve kracht. En als men dan verder, weel, dat hij zijn gezicht maai al te vaak schuil laat gaan achter het vel folio, Waarop hij zijn annteekeningen pleegt neer te schrijven, en m liet oog houdt, dat zijn spreekgestoelte dc heer de Stuers spreekt' nooit van zijn plaats al tijd omringd is door lal van Kamerleden, die in luid gelach uitbaiston telkens als 'hij een geestigen kwinkslag ten beste geeft, dan is het duidelijk, dat de „beschermer van de kunslmonumonlen in Nederland" niet makkelijk is om te „verslaan", zoo als wij, persmanfcchen, in ons jargon het verslag geven van iemands ïcdevoeringen, plegen to noemen. We zijn er dan ook niet rouwig om, dat, waar ons gehoor ons gedurende de redo van den afgevaardigde voor Weert nu en dan in den steek laat, de Handelingen ons sinds dien te hulp kwamen. De strijd tusschen den heer de Stuers en den Minister lidp schijnbaar over een kleinigheid, n.l. over de vraag, of hei Rijks museum te Amsterdam Zondags om half één dan wel om 1 uur voor het publiek ■zal worden opengesteld. Maar, al is de omvang van de zaak, waarom het ging, te klein, in wezen was ze van beteekenis, omdat twee wereldbeschouwingen hier met elkaar in botsing kwamen, om in Kuype- riaanschen istijl to spreken. Minister Heems kerk heeft het sluitingsuur op Zondag ,toch .verlaat, om aan do suppoosten gelegen heid te geven 's morgens naar do kerk te gaan, daaunee tal van Calvinisten het hart van vreugde doende kloppen. Maar dc heei de Stuers, hoe overtuigd katholiek ook. voelt daar absoluut niets voor. Hij neemt" eerst met den .Minister een loopje, die zoo veel fiducie heeft in het kerk gaan dei suppoosten; volgens hem zal onder deze- de godsdienstzin wel piel zoo sterk ont wikkeld zijn, daar moei dan de helft be staat uit oud-kolonialen, die nu juist niet gewend zijn veel tijd onder den preekstoel door te brengen. Dan kmni lnj met het practische voorstel om dc diensturen zoo te zetten, dat, terwijl do protcstantsehe sup poosten naar do kerk zijn, imn katholieke en Israëlitische collega's in functie zullen wezen. /Do heer do Stuers vergat hier dat er bij do Protestanten ook avondkerk is, zoodat reeds daardoor hot niet noodig is uit het Russisch van TOIJRGUÉNEFF. S,Laten wij te Lgöv gaan jagen," zei op zekeren dag Ermolaï, m'ijn metgezel tor jacht tot mij. ,,Wiy zullen er eenden op groote schaal kunnen dooden" De wilde eend, zooals men weet, is oen mager wild'voor een echten jager, doch hij gebrek aan beter (September brak aan. snippen waren er nog niet en ik had ge noeg van patrijzen), luisterde ik naar inijr. mede-jager en vertrokken wij haar Lgöv Lgöv, oon groot dorp, bezit een steoner kerk mot, toren, en twee molens en is aan, een modderigou stroom, de Rossota ge naamd, gelegen. Op oenigen afstand is di Rossota een breede vijver, middenin bo groeid, mót dichte struiken langs de oevers Eenden van allerlei soort kiioclen er ge moedelijk tusschen de biezen. Zwei men f_ Deze novelle, mot nog veilige, dio zullen volgen, behoort tot een bundel „lagcisveihalcn" van .den Itussi.sehen schrijver Tourguóneff Bui ten 'de letterkundige waaide, bezitten zij de groote verdienste, een goed werk. te hebben verricht, daar zij krachtig tieljben meegeholpen aan hot .totstandkomen der grootste hervorming onder de regoaring van Alexander li: (ie vrij making der lijfeigenen.'In d.it opzicht kanu T.'s werk Lij dat van de beioemdo schrijfster Beecher- Sjowe, „De Negerhut", vergeleken worden. ter wille van. de godsdienstplichten hel Rijksmuseum Zondagsmorgens gesloten te houden, tot verbazing van gansch Europa en Amerika.) Mol zekeren trots werd daarbij herinnerd aan hol feit, dal de katholieke kerk in haar godsdienstoefeningen meer re kent mot de bezigheden harer leden dan de Protcstantsehe, wat de heer de Stuers met beminnelijke vrijmoedigheid aldus uit drukte: ,,Bij ons is ons Lieve Heer n5 "s morgens om G uur te spreken." Een uiting, die de Kamer veel vermaak ver schafte, ook den aanwezigen anti-revolu tionairen; of deze zich niet diep veront- waaidigd zouden hebben betoond, als een lid van Links zich dergelijke gemeenzame beeldspraak had veroorloofd, is een andere Maar de 'Minister wilde aan dat half uur tje vroeger niet aan. Met eene onverzet telijkheid, dio hem anders niet eigen is, weerde hij allen' aandrang daartoe af, zeer goed begrijpende', dat hij, door toe te ge ven, de sympathie zou verspelen van die Kiiyperiaansclie elementen op liet platte land, die oen Christelijk ministerie zonder de van God gegeven Leider toch al ha ze- peper zon'der haas vinden, en die toch al meenen, dat dit jolige Christendom aan de zuivere toepassing van de leer allerminst volle recht laat wedervaren. De practische regeling, doör den heer De Stuers voorge steld, vond dan ook geen genade, en toen de Minister, vrijwel in. den hoek gedron gen, zich verschool achter de moeilijkheid dat men! dan zou moeten beginnen met een oniderzoek naar do geloofsbelijdenis van clc suppoosten', interrumpeerde de afgevaardig de voor Weert, die men' gevoegelijk' het .,|cin- fant terrible" der coalitie kan noemen: Dat gebeurt toch heel veel tegenwoordig, eenc uiting, die eenige partijgenoolen van den' vrijmoedige, nu juist niet direct met vreugde verrukte. Maar we kunnen zijne ergernis begrijpen; (lo heer De Stuers, hoewel zeer religieus, is een hij uitstek practiseh man, cn heeft een ingekankerden hekel aan dat kleiuc Calvinistische gedoe, dat niets met godsdienst heeft uit te staan, maar dat onder dat bewind van ons dierbaar vaderland sneer dan eens „Holland op zijn malst" maakl. Volgens hem is het bezoek Van hel Rijksmuseum No. 1 cn niet julc kerkgang der suppoosten, zooals Minister Heemskerk olhield. Wc herinneren in dit verhand ei aan, hoe, toen. de eerste directeur van het Rijksmuseum kwam te overlijden, aan den heer De Stueis, toen, nog referendaris van schoone kunsten, gevraagd Werd of opt den dag der begrafenis het Rijksmuseum niet gesloten, moest worden, deze slechts ant woordde met clc wedervraag: Sluit men ook een station op den dag, dat de sta- süonsehef ter aarde wordt, besteld? De strijd tusschen Minister Heemskerk cn don lieer De Stuers werpt wederom oen schel licht opi het in-lougenachtigo van do leuze van „denzell'den wortel des ge- van die vogels piepen hier en daar hoven het water uit. Meri schiet, en er is zooveel te schieten, dat de jager onwillekeurig zijn hand naai' zijn hoofd brengt, met een uit roep van verbazing. Ermolaï en ik liepen eerst om den vijver. Wij wisten wel, dat de voorzichtige eend zich niet vlak aan den oever ophoudt. Al had ook een enkele verdwaalde taling zich aan ons vuur blootgesteld, onze honden konden haar niet bemachtigen uit het net- woilc van biezen, hoe happig ze ook erop waren; zwemmen of loopen konden ze in ten modder niet en ze zouden een bebloe ten snuit aan de snijdende twijgen opge- loopen hebben. „Neen," zei Ermolaï, ,,dat gaat niet. Wij moeten zien een boot te krijgen; laten wij naar Lgöv tcrugkeeren." Wij voltrokken. Wij 'luidden pas eenige passen gedaan, toen we achter een vlierboom eon arm hondoheosl ontdekten, waarachter een man stond van middelbare grootte, gekleed in '•en sjofel pak, kapotte schoenen, om den hals een schei-gekleurde das en op zijn schouder een geweer. Tcnvijl onze bon den, naar de Chineest*,he étiquette van hun ceremonieel, den vreemden hond naderbij waren gekomen, dio, zichtbaar versclirikl. zijn staart tusschen zijn boenen wcgplooide, zijn ooren spitste en plotseling omdraaide, kwam do man naar ons loe en groeüe ons hoffelijk. Zijn gezicht verried, dat hij ongeveer vijf-en-twintig jaar 'was. Zijn lange blonde, geparfumeerde haren'hingen in lok- loofs". In, verkiezingstijden wordt den een- voudigen kiezer voorgepredikt, dat hij zich tegen God's vil verzet, als hij met do liberalen meegaat, ook al omdat deze geene Zondagsheiliging door de Wet verordineerd willen, maar zorgvuldig word! verzwegen, dat de Engclsche Zondag bij de katholieken n'og grooter verzet zou vinden dan bij som mige liberalen, maar dat helpt niet; dat komt naderhand telkens uil, zooals nu Weer bij het debat Do Stiiers-Heemskcrk. In zulke debatten ligt de verklaring, waarom het Dr. Kuyper niet kan gelukken met zijne coalitie eene Zondagswet te geven, al is het dan ook hekend, dat hij met een ontwerp bezig is geweest; en, Heemskerk? wel die is verstandiger; dio laat, door dc ondervinding wijs geworden, dc zaak geheel rusten, en denkt: A l'impossible nul n'cst lerni, vil we ten dan ook de hoeren Duymaer van Twist en Van der Voort van Zijp1 daarover bun ontstemming niet geheel te verbergen. Toch kan men er zeker van zijn, dat bij den aanstaanden verkiezingsstrijd de anti» ïcvolutionaire sprekers het land zullen in gaan en den eenvoudigen kiezers zullen ver tellen, dat ze do coalitie moeten steunen, oirt God',s wil vervuld te krijgen op het gebied van den Zondag. Van alle onwaar heden zijn dit tusschen haakjes - deze voor ons de meest weerzinwekkende, die onder godsdiensiig etiket aan den man wor den gebracht. De Marinebegrooting is Dondentagmid dag om half twee ten einde gebracht, en daarmee is nu hot bogrootingsverk afge daan. We gelooven wel, dat na de onder vinding, die men dit jaar heeft opgedaan, geen Regeering, geen meerderheid, welké dan ook, zich ei; ooit weer aan zal wagen, de werkzaamheden, zoo te regelen,, dat men a,lle zekerheid wegneemt in de Tweede Ka mer vóór 't Kerstrecès met de begroeting ge reed te komen. Zoo zal dan ook wellicht dit ongeluk eon voordeel hebben. Wat de MaiinebcgrooLiiig zelve betreft, zo geeft ons' geen aanleiding er nog veel van to zeggen. Na do magistrale rede van Mmbrtor Colijn over de oi&cken van do tucht bij dc Marine kregen wij een lange soeperige repliek van' den heer Ilugenholtz met een zwakke poging om hier en daar op een kleinigheidje gelijk te krijgen, ter wijl men had mogen verwachten ecu uit- ecnzeiiing, hoe de gehoorzaamheid, die de Matrozen hond van zijn leden oischt, be staanhaar zou wezen mei de onmisbare tuclit bij de Marine. Mam de afgevaar digde uit WcststeLlingwerfl' heeft zich op zoo glibberig terrein niet gewaagd. Over zijn wijze van debattt-eren kan men uit bot volgende feit oordeeien. Terecht had dc Minister de toetreding van don Matro zen bond tol het Comité van Verweer In 1903 het bewijs genoemd, dat die orga nisatie allo begrip verloren bad wat van oen militair mag" worden geëiseht. De beer Ilugenholtz ontkende echter, dat die toe treding plaats zou hebben gehad. Welnu, toen dc Minister daarvan hot officieel be ken om zijn hoofd, zijn kleine, grijze oogjes knipten vriendelijk, al zijn trekken verrieden zachtheid. „Vergun mij', dat ik me voois tol," sprak hij niet indringerige stom, „ik hen Vladi- mjr, jager. Ik heb, vanaf dc oevers van, den vijver uw komst gezien cn ik bied u mijn hulp aan, indien u dit niet onaan genaam is." Do jager Vladimir sprak precies zooals de jongelui uit de provincie plegen te doen. Ik nam zijn aanbod aan, en voordat wij Lgöv bereikt hadden, kende ik zijn ge schiedenis- Hij was een' bevrijde dvorovi (lijfeigene); loen hij kind was, leerde hij muziek; zijn meester gebruikte hom als lakei. Hij kon lezen, zelfs bad hij een beetje gelezen, en hij leefde nu, zooals zoovclen in Rusland leven, zonder geld,' zonder ambacht, blijkbaar op hemeiscli man na als voedsel vertrouwende. Jlij sprak erg gemaakt en bad zeer bestudeerde manier tjes. Hij was stellig een ge.vreeade en ge lukkige verleider. Jonge, Russische meisjes beminnen de welsprekendheid. Hij deed mij verstaan, dat hij veel niet-do pomiéschik's (goödbozilteis) uit do humt omging, dal hij bijzonder goede betrekkingen had in het dis trict, vrienden in de hoofdstad en dat hij kaart speelde. Hij glimlachte graag, en ver anderde onophoudelijk dien glimlach; de beste van alle was een zekere bescheiden lach, ingehouden en sympathiek, die zijn lippen verhelderde, als hij toeluisterde. Hij luisterde goed, was het steeds me't den spreker eenst zonder d,e waarde van eigen wijs gaf door voorlezing uit hel Roncls- oigaan, „het Anker", nam de beschermer quand même van den Bond niet onder excuus zijn ontkenning terug, maar zei: Dan moet ik daarnaar nog eens infor- meeren. Royaal was dat zeker niet, het zou een mensch kriegel maken, zelfs al werkte de pedante toon van den heer Ilugenholtz niet zoo prikkelend ais het geval is, en slotsom voor ons is, dal mot zijn repliek' dit lid van de sociaal democratische Kamerfractie een goede ge legenheid liet voorbij gaan om té zwijgen. Dinsdag 4 Februari 1.1. is de ondei bro ken behandeling van de Invaliditeitswet weer voortgezet, is wel mot het amemle- ment-de Visser op art. 34. Onze lezers zullen zich herinneren, dat dit amendement of juister gezegd, de amendementen van den afgevaardigde uit Leiden, beoogden, het bestaan van fahriekskassen en andere kassen, die zich verzekering van Invali diteit en Ouderdoim ten do-el stellen, onder zekere wettelijke waarborgen te handhaven, en de oprichting van nieuwe dergelijke organisaties mogelijk te maken. De oude kwestie dus: opkomen van Christelijk-Ilis- toris'che zijde voor het particulier initia tief tegenover den alles' verburc-aucratisee- renden en centraliseorenden Talma. Naast de amendementen van den heer De Vis ser waren er einde Januari een stel amen dementen door prof. Treub ingediend, die, zooals de heer Roodhuijzen hot uitdruk te, wel donzelfde.n geest ademden, maar juridisch en economisch beter gecon strueerd mochten genoemd worden, wat dr. do Visser mot bevestigenden hoofd knik bescheiden toegaf. En eindelijk! had de minister acht da gen vóór de behandeling een vijfde wij ziging in zijn ontwerp gebracht, zooge naamd, om te voldoen aan de wenschen van dr. do Visser. Hot was echter, zooals do heer Tydemau in zijn rede terecht opmerkte, slechts een s c h ij n. oonsessie do Minister toch wil wel ondei zekere voorwaarden de bestaande! Invaliditerts- en Oudordornsknssen laten bestaan,'maar ver der gaat hij niet; hij sluit de deur abso luut voor iedere nieuwe organisatie van den aard. die geboren zouden willen wor den. De zeer hoogstaande redevoering van den heer Tteub. waarin hij zijn stelsel ont wikkelde, vermocht niet die belangstelling te wekken, die ze veuliond had. Behalve de leden van de Commissie van Voorbe reiding, en enkele anderen, als Mr. Goe man Roi'gesius, dn* als directeur van oen onzer grootste levensverzekeringsmaat schappijen in de lerimiek van het verze keringsbedrijf geheel is geverseerd, en die een zeer geitouw gehoor vormden, Waren ei* maar zeer -enkelen m de Kamer aamv'ezig, We hebben, dunkt mis, hier niet te doori met liet gewoon geval van absenteïsme, maar met bet feit, dal de Kamer, om van verdiensten te verminderen en aan zijn ge zichtsuitdrukking zag men, dat, als het noo dig was, hij ook oen overtuiging had Ermo laï, een becijc onbeschaakl. niet in 'I minst gemakkelijk, matigde zich aan hem met je en jou aan te sproken, cn 'l was vermake lijk to hooren, hoe Vlatlinn'r mei iijnon spot hem daarvoor in de plaats beleefde u's terug gaf. Wij kwamen te Lgöv aan. Vladimir cti Er molaï geloofden heiden, dat wij niet zon der boot konden jagen. „Soulchok heeft een platte boot," zei Vladimir; „alleen weet ik niet, waar hij haar heeft vastgelegd; wij moeten hem zelf gaan opzoeken." „Wicn?" vroeg ik. „Een man, bijgenaamd Soulchok." Btrmolaï volgde Vladimir naar Soutchok. Ik zei hun, dat zij mij hij de kerk kon den terugvinden. Op het kerkhof ont dekte ilc o. a. graven met Frauscli op schrift, van uitgewekenen afkomstig; ik werd in mijn overpeinzing gestoord dooi do terugkomst van Ermolaï, Vladimii cn den man met den zonderlingen naam van Sout chok. Soutchok, blootsvoets, haveloos, scheen mij toe een lijfeigene in ruste te zijn, van omstreeks zestig jaar. „Heb je een boot?" vroeg ik hem. „Ja," antwoordde hij, mot stooiende, rau we stem, „nraar zij is zeer slecht." „Wat mankeert er aan?" Droogheid,. ons, pei smanncn, nu maar* geheel te zwij gen, de amendenrenten-Treub in hunne techniek niet behoorlijk kan overzien. Al weer een gevolg van de dolle haast, dio er gemaakt wordt, zoodat cr van een se rieuze behandeling van liet wetsontwerp geen sprake is. Deze amendementen had den met die van Dr*. de Visser, als bedoe lende een geheel nieuw stelsel in do wet Ie breiigen, eerst in de afdoelingen, en daarna in de Commissie van Voorbereiding moeten zijn onderzocht, opdat ze met liet uitgebracht verslag in de handen, z.oudeu kunnen worden beoordeeld; maar Wc welen nu eenmaal, dat hot parool is voor de Rech terzijde, dat do Invaliditeitswet af moet; maar dat de wijze, waarop dit zal ge schieden, haar ijskoud laat. Enfin, de por tee van de amende inenten-Treub werd zeer goeil door* de Kamer begrepen, zooals wel dra zou blijken. Men kwam meer op algemeen hekend ge bied, toen de heer Patijn aan het slot van 'zijn uitnemende rede met de verklaring kwam, 'dat de amendementen-Treub henr daaroiir zoo sympathiek waren, omdat daai- door het behoud van dc Landbouw enTuin- bouw-Onderlinge ÖngcvaJlenverzekei ing Verkregen werd. Maai deze schoone uiting van het particulier initiatief, die heeft doen zien, dat men als particulieren de On gevallenverzekering eenvoudiger, goedkoo- per, cn tegelijk voordeeligor voor den nr- cider* kan inrichten, dan de Staat, heeft nu eenmaal de .sympathie van dezen Mi nister niet; integendeel. Door zijn Ziekte verzekering, die de kleine ongevallen uit do Ongevallenverzekering daarheen over bracht, bedreigde hij de Landbouw en Tuin bouw Onderlinge in haar bestaan. Waar Vio van de ongevallen in het landbouw bedrijf tot dc kleine belmoren, en het is toch zeker niet dc schuld van den Minister dat dezo Ziekteverzekering is blijven liggen. En waar diezelfde Onderlinge, om geheel te worden wat ze wonschcn te zijn, d.i. Verzekeringsinstellingen, waarbij allo Werk gevers in het landbouw bedrijf zullen aan gesloten wezen, alleen, nog behoeft opne ming van hei Landbouwbedrijf onder de bedrijven, die voor dc ongevallen jerzo- keringspliclitig zijn, onthield hij haar lot nog loe deze, niettegenstaande de heer Stork daar reeds in 1909 in de Eerste Kamer 0111 vroeg. En het merkwaardigste is de houding, die do heet* Talma aanneemt, als men hein) zeer terecht antipathie \en\yt tegen die instellingen, die uit het volksleven zelf zijn opgekomen, en die zoo weinig passen in zijn stelsel van bevelen van lurven af. Dan spoelt hij de vermoorde onschuld, maar dat zat hem niet glad, want de hceren Toctr- slra en Patijn wisten do bewijzen over lo leggen van 's Ministers weinig aangename houding tegenover de Land- en Tuinbouw Onderlinge. Welnu dan, de heer Patijn zei- de, speciaal met het oog op genoemde 5n- sielLingen, de aanneming van de amende- ,,Do planken liggen van elkaar en in dc gaten van de pinnen zitten geen stoppen meer." ,,Daf is niel-N," /.ei Ermolaï', „met wat hennep en wat smeet kunnen wij ze we) dichtstoppen." „Zeker, dat zou gaan," beaamde Soul chok, „Wat beu jc „Ik ben de visscher van mijn lieer." „"Wat voor een model visscher ben jij, die zijn boot niet in orde houdll" „Waarom zon ik? Er zijn geen visschen." „De vibch houdt niet van dc roestsmaak in hel moerassige water," zei mijn melgezel- jager pedant, „Vooruit nu," zei ik tot Ermolaï, „voor zie je van 't geen je noodig hebt en kale fater de boot wal op." Ermolaï vertrok. „Loopen wij geen gevaar om te zinken?" vroeg ik aan Vladimir. „God is barmhartig! In iedc* geval, we kunnen veronderstellen, dat de vijver niet diep is. „Neen, niet diep." kwam Sontchok tus- adienheide, mot half-slaperige stem, „maar er is veel moddei en veel lang, taai gias, en veel gaten." „Maai' als hel gras zoo lang is," riop' Vladimir uit, „dan kunnen we ook niet roeien I" „O! maar wie roeit mot een vlot? Men moet bonmeït. Ik zal met u gaan, ik heb een boom. Men kan ook do schop go-i Juuikon,"' j ~l i'M' SCHIEDAMSGHI COURANT. «o a ri« t I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1913 | | pagina 5