mentcn-Treub' te liegeeren. De Minister wil de er echter niet van weten; in zijn be strijding van die amendementen, die we gaarne allo ïecht laten wedervaren als knap, betuigde hij, zich telkens op zijn wiskundigen adviseur, Prof. Kluijver, be roepende, dat risico-overdracht bij Invalidi- teits- en Oudordomsvorzekering onmogelijk is, en ontzag hij zich niet al die liefde van Links voor de Landbouw en Tuinbouw Onderlinge als verkiozingsm-anoeuvres te qunlificeeren. Men moet maar durven, en de heer Tydeman mocht naar aanleiding daarvan, met het volste recht den Ministei later toevoegenZooals de waard is ver houwt hij zijn gasten. Het geheel onbevredigend antwoord van den Minister lakte den afgev. voor Brielle uit zijn tent, dio verklaarde als niet-deskun- dige, zich geen oordeel te zullen aanmatigen over de vraag of de amendementen-Treub onberispelijk waren. Maar, zei de de heer Roodhuijzen, dat is voor mij bijzaak; hoofd zaak is, dat de Landbouw en Tuinbouw- onderlinga het recht krijgen ook zelf voor InVaJiditeits- en 0 uderdoms verzekering te zorgen; en daarom diende hij, waar het na de houdin'g van den Minister vrijwel zeker was, dat de amendementen Treub verwor pen zouden worden, en het hem zeer onge wis voorkwam, of Dr. De Visser zijn amen dementen zou durven volhouden, een mo tie in om de Kamer te laten uitspreken, dat aan dergelijke instellingen dat recht toekwam. En. de heer Roodhuijzen sprak met eenige verontwaardiging over het feit, dat de heer Talma het opkomen voor deze vruchten van het particulier initiatief „ver kiezingstactiek" had genoemd, en ried den Minister aan met dergelijke uitingen wat voorzichtig te zijn in een tijd, dat zijn bond- genooten den kiezers vertellen, dat een evcntueele overwinning aan de vrijzinnigen bij de a.s. stembus ten gevolge zou heb ben, dat de religieuses het land zouden worden ui 1 gedreven en de sletten op het eeregestoelte verheven. En zoo kwam de Kamer in eens vol poli tieke electriciteit, die zich op geweldige ma nier zou ontladen. 01 de heer Roodhuij zen niet wijzer gedaan had, al was hij dan ook daarmee niet begonnen, de politiek geheel buiten spel te laten? De Voorzitter stelde thans voor de mo tie tegelijk met de amendementen te behan delen. Maar daar kwam de heer Nolens te gen* op, die, wegens zware verkoudheid, zich tot nog toe buiten bet debat had gehouden, en voor het eerst van zijn levt n in groote opgewondenheid, zoodat hij bin- vUen 5 minuten tijds tweemaal tot de orde werd geroepen. Het was al heel ergerlijk, dat men dit zag op den heer Treub den eigenlijken tijd voor amendementen la tende voorbijgaan, er naderhand toch mee kwam, en wel met dezulke, die den geheclen opzet van het wetsontwerp omverwierpen, maar het toppunt was, dat men nu kwam met eene motie, die niet anders kan heb ben dan een obstructief karakter, daar, wat de motie wilde, reeds in de amendementen lag, en de behandeling der motie weer dagei?tijds zou vorderen; daar had de voor steller zich over te schamen. Mr. 11. Goeman Boresigus bracht weer wat verademing in de zwoele lucht door de leuke opmerking, dat oen Kamer, waar in men mekaar begint te verwijten, dat men spreekt uit stembusovenveging, of dat men voorstellen doet, waarover men zich moet schamen, het beste bewijs leverde ■dat ze overspannen Was, en noodig had met vacantia te gaan. Daverend gelach. Vacaniieze was er morgen, als Links ze maar kon en Rechts ze maar mocht geven. De trouwe vrienden van den Minister, die ook bij de Steenhouwerswet en de Bakkerswet als trouwe paladijnen hem om ringden, de sociaal-democraten, zouden hem thans ook niet in den steek laten. De heer „Een schop? om wat mee te doen?" vroeg Vladimir; „er zijn maar weinig plaat sen, waar men den bodem zou kunnen hereiken." „Dat is waar, dat zou niet handig zijn." Ik zette mij neer om op Ermolaï te wachten; Vladimir vertvijderde zich een weinig uit beleefdheid en ging ook zitten. Soutchok bleef staan met het hoofd voor over gebogen, de handen op den rug: deze houding scheen hem blijkbaar vertrouwd te zijn. „Zeg mij," vroeg ik hem, „ben je al lang visscher?" „Zeven jaar," antwoordde hij op een wijze, als werd hij opeens wakker. ijEn tevoren, wat Was je toen?" s,,lk was koetsier." ■„En wie heeft je zoo verlaagd?" „De nieuwe meesteres." „W.elke meesteres?" b,Maar die ons gekocht heeft, Aliona Timo- féevna, een oude dikke, geen jonge.U kent haar bij toeval?" „En waarom heeft ze ven jou een vis scher gemaakt?" „Dat. mag God, welen. Zij komt van haar landgoed Tombov, verzamelt de heele schaar lijfeigenen en vertoont zich aan hen. Wij vallen allen neer om haar hand te kus sen, zij wordt er niet boos om. Zij vraagt een ieder met veel belangstelling naai' zijn bezig heid, zijn beroep. En mij vraagt ze: „Wat ben jij?" „Koetsier." „Koetsier? Wat voor soort koetsier kan jij nu zijn? Bekijk jezelf eensJe kimt geen koetsier zijn, wees maar Du ijs sneldo naar do katheder om do Kamer mot een groot debat over do Landbouw- en Tuinbouwonderlinge to bedreigen, als do motie in behandeling weid genomen. Hij kan er niets anders in zien dan een po ging om op te houden. Zeker een vrijmoe dige uiting van den afgevaardigde voor Zaandam, die hij de Algemeene Beschouwin gen over het ontwerp lief bagatel van negen uur' achter elkaar heeft gesproken. En de hoer Troelstra meende, dat daarmee nog niet genoeg gezegd was. Hij heWoerde, dat de heer Roodhuijzen niet met een motie had moeten komen, maar mot het voorstel dre amendementen-Treub naar de afdeel in gen te verzenden, dan had daarbij, wat 'de motie wilde, onder de oogen kunnen Wor den geziennu was de motie voor hem niets anders dan reine demagogie de sociaal democraten hebben het altijd over demago gie vananderen een poging om te poseeren als redders van den boerenstand. Waar dio echter kwam van geïncarneerde parlementaire rotten, zou spreker, al tracht ten de voorstellers zich dan ook als parle mentaire (ingénus voor te doen, zich niet laten .„verlakken", en hij hoopte, dat de Ka mer zulks ook niet zou doen. Maar 'de heer Roodhuijzen is nu een maal tóet de man om zich straffeloos te laten aanvallen, en beet geducht van zich af. Gij zijt wel vriendelijk, voegde hij den heer (Troolstm toe, dat ge mij verwijt niet het voorstel gedaan te hebben, ook door mij als het logische erkend, om de amende- monten-Treub haar de afdeelingen te ver zenden, 'terwijl ge zelf er var. hebt afgezien om den schijn van obstructie te vermijden; maar jk ga daar niet op in. En, voegde de afgevaardigde (uit Brielle er onder luid ge lach aan toe: de beschuldiging van dema gogie te plegen is voor mij, speciaal als ze uit 'sociaal-democratischcn mond komt, zoo verpletterend, dat ik vrees dit niet te bo ven te zullen komen. En zich toen tot Dr. Nolens wendende, van wien hij het betreur de, dat deze uit zijn gewone rol was ge vallen van „bonhomme de Limbourg", ont zegde hij dezen het recht, anderen te ka pittelen over de wijze, waarop ze zich tegen Talma's bureaucratie wenschten te verweren. Dit had hij verbeurd, toen hij reeds maanden geleden, en dat, niettegen staande 'hij voorzitter was van de Commis sie van Voorbereiding, in de Kamer ver klaard [had, dat het eigenlijk onnoodig was amendementen van eenigen ingrijpenden aard >op het wetsontwerp in te dienen, daar deze 'toch door de Rechterzijde zouden worden afgestemd. De afgevaardigde voor Venlo zei niets meer, en met hulp der sociaal-democraten men kan zoo zien, dat do heeren van Rechts met die hulp een beetje verlegen zaten werd de dadelijke behande ling van de motie afgestemd, wat wil zeg gen, dat ze voorgoed van de baan is. De houding van de sociaal-democraten lijkt ons heel natuurlijk. Waar in dezen opgaanden tijd van Land- en Tuinbouw hun invloed op het paltteland steeds gerin ger wordt in 1909 verloren ze reeds de districten Hoogozand en Schoterland moeten zo niets hebben van Landbouworga nisaties als de Onderlingen, dio de verhou ding tusschen werkgever en werknemer ver betert. en hun dus alweer minder vat geeft op den p 1 a ttela ndéarbeid er, die toch al wei nig geneigd is naar de sociaal-democratische beloften te luisteren. En zij kwamen weldra in de volle politiek, toen het debat door hen in deze richting werd geleid, dat het nu moet heeten, dat speciaal de vrijzinnig- democraten met hun liefde voor hel parti culier initiatief een volte-face hebben ge maakt. ter wille van de Concentratie. De opzet is duidelijk, als wapen tegen het ver bond der vrijzinnigen, is in sociaal-demo- cratischen mond natuurlijk het beste, dat voor hen te vindon is, n.l. dat do Vrije Liberalen daarin do lakens uitdeelon. Het wil-ons voorkomen, dot de zaak visscher en scheer je baard af. Alle keeren dat ik hier zal zijn, voorzie je mijn disch van visch, versta je?" En sedert dien ga ik door voor visschei En ze zei me ook nog: „Pas op, dat je de visch in den vijver goed onderhoudt." Maar jawel! onderhou den is gewoon onmogelijk." „Daarvóór, aan wien behoorde jetoen?" „Aan Sergheï Serghoitch Pekhterev. Ik maakte deel van een erfenis uit. Bij hem was ik gedurende zes jaar. Ik was het, die hem ïondvoerde als hij hier was; in de stad had hij een anderen koetsier." „Was je koetsier sedert je jeugd?" „O, (neen! neenl dat was in den tijd, dat ik bij Sergheï Serghoitch was; daar vóór was ik kok, maar niet in de stad, maar op 't land." „Kok, bij wien?" „Wel, bij den ouden meester Affanassi Nefeditch, oom van Sergheï Serghoitch. De oude had Lgöv gekocht cn Sergheï Scrg- heitch is hierna meester geworden door het van den oude te erven." „Van wien had Affanassi Nefeditch het gekocht?" „Nu, van Tatiana Vassilievna." „Welke Tatiana Vassilievna?" „Wel, die verleden jaar dicht bij Bolk- hovo gestorven is, als oude vrijster. Zij is nooit getrouwd geweest. Heeft u ha ir niet gekend? Zij bezat ons weer van haar va der. Zij heeft ons nogal lang gehad, wel een twintig jaar." „Was je niet haar «kok?" juist andersom staat. Uo Concentratie heeft do Vrijzinnig-Democraten niet; anders ge maakt, en evenmin de Unie-Liberalen of do Vrije Liberalen, maar ze werd juist mogelijk, omdat allo drie anders gewor den zijn. De tegenstelling tusschen alles of n i o t s is reeds lang vervallen, en de ervaring met de sociale wetten opgedaan, heeft ook de uiterste Linkerzijde dor vrij zinnigen zich meer dan ooit doen afvragen of do wijze, vroarop men remedie wilde brengen, wel altijd de rechte was; en dat Talma's staatssocialisme, we zagen hel bij de Bakkerswet, Wel geschikt was om de oogen open te doen gaan, behoeft geen be toog. I 1 I De heer Treub' nam een geweldig loop je met het sociaal-democratische vertrou wen in vader Staat, die volgens hun leer in do kapitalistische samenleving het mach tigste wapen is der bourgeosie togen de arbeidersklasse; en noemde het zeer te recht een raadsel,: dat de sociaal-democra ten niets voeldeiï voor zijn amendementen, die 'ff en arbeider medezeggenschap zou den geven over de Invaliditeitswet, alleen te verklaren uit het feit, dat hun woord voerder, do heer Duijs, zich nog altijd meer voelt ambtenaar dei' Rijksverzeke ringsbank dan sociaal-democraat. Enidaar over werd de heer Duijs zoo geestig over do knie genomen, dat hij voor het eerst van zijn leven' als sprakeloos werd. Alleen ■toen hij als machtige beschermer van Mi nister Talma betiteld werd, viel hij in de rede met oen: Zeg liever schoothondje, maar de heer Treub verklaarde onder veel gelach deze qualificatie niet voor zijn re kening, te kunnen nemen, omdat do Minis ter daarop wel niet gesteld zou zijn. 1 i f i f i 1 i De heer Days heeft de rede van den heer Treub beantwoord met de verzekering, dat de risico-overdracht bij de Ongeval lenwet tot groot nadeel is voor den arbeider, en hij zou dat wel bewijzen, als' hij maar mocht spreken. Wat de heer Troelstra aan leiding gaf tot het indienen van een motie, waarin de Kamer zal uitspreken, dat ze een gedetailleerd rapport wenscht over do erva ring, door de Rijksverzekeringsbank met de risico-overdracht opgedaan. Dat hij nog eens dunnetjes het werk van den vorigen dag overdeed, nog eens de vrijzinnige van dema gogie beschuldigde, waarbij nu kwam, dat ook Rechts een politiek spel lieette te spe len, terwijl het .de S.D.A.P. alleen om de „zaak" te doen was, is haast overbodige mededeeling. De stand van zaken is nu zoo: de amen dementen Treub zijn ten doode opgeschre ven, en de amendementen de Visser, al zijn ze door den heer Lohman verdedigd, evenzeer. Want de anti-revolutionairen en katholieken gaan in alle gevallen met den Minister mee niemand van deze deed een mond over de amendementen open! dat is 46 man 7 sociaal-democraten. Waarschijnlijk zal dus dr. de Visser zijn amendementen wel intrekken, en miscchien zal Minister Talma hem dit door een tweede schijnconcessietje vergemakkelijken. En het goede dat uit de vrije maatschappij is opgekomen, zal juist door hen, die altijd beweerd hebben, dat de sociale wetgeving zich daaraan moest aanpassen, worden ver moord. O, coalitiepolitiek! STADSNIEUWS. Uit den Gemeenteraad. IV. Beantwoorden vragen. Auto's op de Hoogstraat Do heer Scheffers had liever gezien dat, in plaats van het rijverbod, een beper king van de snelheid voor auto's was uit gevaardigd. En waarom Wordt de regeling alleen tot do 4 wiolige motorrijtuigen be perkt on niot ook toegepast op de twee- „Ja, eerst wel, maar weldra gaf zo mij het toezicht op de koffie." „Wat is dat voor bezigheid?" „Och, dat zou ik niet kunnen zeggen, ik werd bij de keuken geplaatst, voortaan zou ik niet meer Kouzma heeten, maar Anton., Zoo luidden de hevelen der nieuwe meesteres." „Je eigenlijke naam is Kouzma?" „Ja, Kouzma." „En ben je al dien tijd daar bij do koffie gebleven?" „Weineen, ik bon ook acteur geweest?" „Heuseh waar?" „Ja, ja, ik speelde op hot tooneol mee. Onze meesteres had zich een theater doen inrichten." „Wat voor rollen speelde je?" „Watblief „Wat deedt je op het tooneel?" „Ja, dat weet u zoo niet: men vat mij aan en kleedt mij, ik loop als in een travesti, ik sta stil en ga zitten. Men zegt: „Spreek, zeg ja." En ik gehoorzaam. Eens heb jk veil Hindu voorgesteld. Men had mij op elk ooglid een gewicht gelegd ja, jaeen gewicht. „Én toen, wat hen je toen geweest?" „Toen ben ik nog eens kok geweesi." „En waarom heeft men je toen van dat ambt zoo naar beneden gehaald?" „Mijn broer was ontvlucht." „Zoo IEn bij den vader van je eerste meesteres, wat was je daar?" „Daar was ik verschillende dingeneerst diepdo ik er als „groom", toen als postil* wieligo. Die leveien minstens evenveel ge vaar op Do heer de Bruin: Dat zijn maar uit wassen 1 De heer Scheffers: en spatten even zeer den modder tegen gevels en menschen. Do Voorzitter merkt op, dat het hoofdbezwaar tegen het rijden van auto's over de Hoogstraat was hel opspatten van het vuile water. De heer Scheffers zeg!, flat de heer Smit zoowel als hij gewezen heeft op hel gevaar ook b.v. in het Broersveld. De heer v. d. Hoe k acht den toestand op de Hoogstraat onhoudbaar; de wande laars moeten zich bij de nadering van eon auto haastig bergen om niet vol modder te geraken. Dit neemt niet weg, dat naar zijn mee ning het afsluiten der Hoogstraat voor auto's te ver gaat. Het kan bovendien noo dig zijn dat een auto daar moet zijn, b'.v, wanneer een dokter uit Rotterdam per auto naar een patiënt gaat die in die straat woont. Voorts worden reeds voor tal van Rotterdamsche winkels de goederen per eigen auto naar do klanten gebracht, en waar nog vele Schiedammers in Rotter dam koópen men moge daarover den ken zooals men wil moeien die artike len toch ook hier afgeleverd kunnen wor den. Ook de H. IJ. S. M. heeft auto's aan geschaft voor de bezorging van spoedbestel lingen, die in andere plaatsen reeds in gebruik zijn en binnen korten tijd ook wel hier 2ullen worden gebruikt. Ten slotte wijst spr. op het vervoer van zieken naar hot ziekenhuis per zieken-auto. Spr. had dan ook, met het oog op dit alles, liever gezien, dat alleen de snelheid beperkt werd en daaraan streng de hand gehouden weid. Dit zou niet zoo erg zijn. waar in den Haag en Amsterdam zelfs is voorgeschreven, dat een man in bepaalde straten voor een handwagen uit moei loopen. In elk geval acht hij het geheel afslui len dezer straat voor het auto-verkeer niet gewenscht De Voorzitter wijst er op, dat van die bepaling in bijzondere gevallen onthef fing kan worden verleend, o, a. voor ver voer van zieken naar het ziekenhuis, hoe wel men dat ook langs een anderen weg zou kunnen bereiken. Het is verbazend moeilijk om met de snelheid rekening te houden. Spr. deelt wel eenigszins de bezwaren tegen het rijver bod, maai' men kan wijzen op de straten die evenwijdig aan de Hoogstraat loopen. B. en Wl willen een proef nemen, daar bij de noodigo dispensaties verleenen en verder het resultaat afwachten. De heer v. d. Hoek heeft hooren zeg gen: da.n moet men maar niet in Rotterdam koopen. Er wordt daar nu eenmaal ge kocht en dat behoort thuis gebracht le kunnen worden. Spr. wijst op de auto's van 'de Bazar, van pianomagazijnen, van meubelmagazijnen, enz. Waar de auto's zoo'n vlucht nemen voor allerlei doeleinden, daar is het toch niet gewenscht, do Hoogstraat voor dat verkeer te sluiten. De V o or z jutter zegt, dat maatregelen hier zijn gevraagd tegen den last van auto's op de Hoogstraat, en die worden nu genomen. Spr. weet werkelijk niet wal dan zou moeten gedaan worden. Schouwer s. De heer v. d. Hoek heeft gezien, dal de betrekking van schouwer een definitieve is. Maai' als de betrekking overbodig wordt, wat dan? De Voorzitter; Dan worden ze op wachtgeld gestold. De heer v. d. Hoek meent, dat de loo- nen veranderd kunnen worden, als de Raad dat gewenscht acht. Uit dc stukken heeft spr. gezien, dat de schouwers der ketels f200, en die der stui ten f225 ontvangen. Zijn die schouwers voor hun leven op dat salaris benoemd? jon, daarna als tuinman, daarop als ja ger. „Jager!moest je de honden houden?" „Ja, de honden; maar ik hen van mijn paard gevallen en wij zijn verminkt, mijn paard pn ik. De oude meester was zeer streng. Hij heeft me slaag doen geven en ik werd naar Moscou gezonden in de leer hij een schoenmaker." „In de leer, wat zeg je? Je was toch geen kind meer!" „Neen, niet direct. Ik was twintig." i,,In de leer als je twintig bent?" „Wat deed het er toe, de meester had het bevolen! Doch daar hij kort daarop stierf, heeft men mij naar het dorp laten terugkomen." „En wanneer heb je je vak van kok geloerd?" Soutchok hief zijn mager en geel ge zicht op en -glimlachte. „Kom nu, kan je dat loeren? De vrou wen f) zelfs doen de keuken." „Je hebt heel wat rollen vervuld, Kouz ma;, om te leven. Maar nu, tegenwoordig, waarmee houdt je je bezag, nu je visscher zonder visch bent?" „G, ik beklaag mij niet, radertje; ik dank God dat ik visscher hen, zooals zij zeg gen." „Heb je familie? Ben je getrouwd?" „Neen, vadertje 1 Tatiana Vassilievna, God geve haar den hemel, de gestorven meeste- f) Vrouwen worden zeer laag geschat hij de lijfeigenen. De V o o r z i II o r zogt dat zij oen vast» aanstelling hebben. Er kan dus bezwaarlijk aan gedacht worden het loon te verlagen. Een stem: Salarissen kunnen we! ver anderd worden naar boven, maar niet naar beneden. De Voorzitter: Er wordt viermaal per jaar geschouwd eti de schouwers heb ben daar dagen en weken werk mede, zoo dat bet salaris niet te hoog geacht kan wor den. De heer v. d. Hoek heeft niet gezegd dat dit te hoog is. W a i' a n d e. De heer Scheffers zegt dat reeds her haaldelijk is gewezen op den ongunstigen toestand der Warande en zal nu niet vra gen de kwestie op te lossen. Slechts een kleine verbetering zou hij aangebracht wil len zien. Langs het gedeelte tusschen dc Lourensstraat en do Schoolstraat acht hij het noodig, een trottoir te leggen. De toe stand op dat gedeelte is eenvoudig erbar melijk. De heer v. Westendorp zegt dat dit niet zoo moeilijk is, alleen blijft de vraag of voor de toekomst het eenmaal vastge stelde plan zal gehandhaafd blijven; zoo ja, of dan dit trottoir in dit plan past Spr. wil hier even, conslateeren, dat alle particuliere straten thans zijn opge knapt, alleen de gemeente heeft er nog een die niet aan de eischen voldoet. Kan het vroeger vastgestelde plan niet worden uitgevoerd, clan kan er wel een trottoir gelegd worden. De heer Scheffers meent, dal, als b.v. de nieuwe bestrating in dé Lourens straat worüt opgehaald, er dan wel ge legenheid zal zijn wat meer steenen aan te brengen en dat eindje Warande tó hbs traten. Dc Voorzitter: Het zal overwogen worden. \Gelnch.) B e u r s k 1 o k. De heer v. d. H o e k herinnert er aan, dat bij de behandeling der hegrooting is ge zegd, dat deze klok geheel en al versleten was. Nu kan die ineens weer zeer goed gerepareerd worden. Het blijkt dus dat de heer Volker zich aanvankelijk heeft vergist. De Voorzitter wijst erop, dat het slagwerk geheel versleten is. Do beursklok aan de zijde van de straat heeft steeds go- gaan, maar die aan do binnenzijde Wees de tijd niet aan. Dat euvel is nu weggenomen door het slagwerk buiten, werking te stel len en dit is het gevolg van den directen invloed van don beer Wittkampf. De hoer v. d. Hoek constateert dat er dan toch geen serieus onderzoek door den heer Volkert is ingesteld. De heer Wittkampf deelt mede dat het uurwerk nu voldoende is voor de dien sten, die daarvan worden gevraagd. Het gaanlde werk is goed; de tijd wordt nu weer bitïnen eu buiten aangegeven en do beursbezoekers zijn tevreden. Vergunningsrecht. De heer Scheffers is dankbaar voor de .toegezegde herziening der verordening op liet verguntningsrecht. Hij zou willen vragen dat B. en W. daar nu tevens in brachten de arbitrale uitspraak, zoodat de vergunninghouders een arbiter kunnen; aan wijzen, de gemeente een en deze heiden een .derde. De heer Lager We ij merkt op, dat de vorige herziening ten doel had, het mooie4 dat de heer Scheffers wil, uit de verordening te lichten', omdat dit in de praktijk niet voldeed. In hoeverre het B. en W. zaj gelukken die beide opvattingen te vereenigen, is nog een open vraag. Klachten over het gas. De heer v. .Katwijk heeft zich ver baasd over het lawaai, dat gevolgd is op zijn vraag. Spr. heeft do becijfering gezien die in het antwoord van B. en Wi. is opgenomen,- maar die is heelemaal onjuist en kan ook' res, veroorloofde niemand te trouwen. Het gebeurde, dat zij zelfs in tegenwoordigheid van den priester zeide: „De hemel be ware 1 Ik Zelf ben ongetrouwd en ik leefl Watblief? Zijn 'ze nu heelemaal bedorven?, Wat willen ze tpch?"" i,,Waarvan leef je? Heb' je verdiensten?"- „Wat voor verdiensten? Men geeft mij voedsel om te eten, dat is alles Wat on noodig ïs. God geve een lang leven aan. onze meesteres." jEjrmolaï, kwam terug. „De boot is klaar," zei hij, met lompje stom. Ga nu den boom halen." Soutchok liep weg. Gedurende het lieekt onderhoud met Soutchok had Vladimir den goeden man met een minachtenden glimlach' aangekeken. „Wat een oimoozelol" zei hij toen hij1 hem zich zag verwijderen, „oen man zonder op leiding, een moujik niets meer, men. kan zoo iemand zelfs geen lijfeigene noe men, en hij beroemt er zich opl Hoe zou hij comedie hebben kunnen spelen? Ik vraag jeU heeft hem te voel eor bewezen, door met hem te praten." Een kwartier daarna, waren wij alle vieh op het vlot van Soutchok. Wat de honc den betrof, die hadden wij aan de zorgen van den koetsier overgelaten. Heel ruim was het vlot niet. Soutchok zat achter en stiet af, Vladimir en ik zaten middenop, Ermolaï- vooraan. Ondanks de oplap perjj konden onze voeten dadelijk oen had no-. Boer, i li ..V

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1913 | | pagina 6