mentcn-Treub' te liegeeren. De Minister wil
de er echter niet van weten; in zijn be
strijding van die amendementen, die we
gaarne allo ïecht laten wedervaren als
knap, betuigde hij, zich telkens op zijn
wiskundigen adviseur, Prof. Kluijver, be
roepende, dat risico-overdracht bij Invalidi-
teits- en Oudordomsvorzekering onmogelijk
is, en ontzag hij zich niet al die liefde
van Links voor de Landbouw en Tuinbouw
Onderlinge als verkiozingsm-anoeuvres te
qunlificeeren. Men moet maar durven, en
de heer Tydeman mocht naar aanleiding
daarvan, met het volste recht den Ministei
later toevoegenZooals de waard is ver
houwt hij zijn gasten.
Het geheel onbevredigend antwoord van
den Minister lakte den afgev. voor Brielle
uit zijn tent, dio verklaarde als niet-deskun-
dige, zich geen oordeel te zullen aanmatigen
over de vraag of de amendementen-Treub
onberispelijk waren. Maar, zei de de heer
Roodhuijzen, dat is voor mij bijzaak; hoofd
zaak is, dat de Landbouw en Tuinbouw-
onderlinga het recht krijgen ook zelf voor
InVaJiditeits- en 0 uderdoms verzekering te
zorgen; en daarom diende hij, waar het na
de houdin'g van den Minister vrijwel zeker
was, dat de amendementen Treub verwor
pen zouden worden, en het hem zeer onge
wis voorkwam, of Dr. De Visser zijn amen
dementen zou durven volhouden, een mo
tie in om de Kamer te laten uitspreken,
dat aan dergelijke instellingen dat recht
toekwam. En. de heer Roodhuijzen sprak
met eenige verontwaardiging over het feit,
dat de heer Talma het opkomen voor deze
vruchten van het particulier initiatief „ver
kiezingstactiek" had genoemd, en ried den
Minister aan met dergelijke uitingen wat
voorzichtig te zijn in een tijd, dat zijn bond-
genooten den kiezers vertellen, dat een
evcntueele overwinning aan de vrijzinnigen
bij de a.s. stembus ten gevolge zou heb
ben, dat de religieuses het land zouden
worden ui 1 gedreven en de sletten op het
eeregestoelte verheven.
En zoo kwam de Kamer in eens vol poli
tieke electriciteit, die zich op geweldige ma
nier zou ontladen. 01 de heer Roodhuij
zen niet wijzer gedaan had, al was hij dan
ook daarmee niet begonnen, de politiek
geheel buiten spel te laten?
De Voorzitter stelde thans voor de mo
tie tegelijk met de amendementen te behan
delen. Maar daar kwam de heer Nolens te
gen* op, die, wegens zware verkoudheid,
zich tot nog toe buiten bet debat had
gehouden, en voor het eerst van zijn levt n
in groote opgewondenheid, zoodat hij bin-
vUen 5 minuten tijds tweemaal tot de orde
werd geroepen. Het was al heel ergerlijk,
dat men dit zag op den heer Treub
den eigenlijken tijd voor amendementen la
tende voorbijgaan, er naderhand toch mee
kwam, en wel met dezulke, die den geheclen
opzet van het wetsontwerp omverwierpen,
maar het toppunt was, dat men nu kwam
met eene motie, die niet anders kan heb
ben dan een obstructief karakter, daar, wat
de motie wilde, reeds in de amendementen
lag, en de behandeling der motie weer
dagei?tijds zou vorderen; daar had de voor
steller zich over te schamen.
Mr. 11. Goeman Boresigus bracht weer
wat verademing in de zwoele lucht door
de leuke opmerking, dat oen Kamer, waar
in men mekaar begint te verwijten, dat
men spreekt uit stembusovenveging, of dat
men voorstellen doet, waarover men zich
moet schamen, het beste bewijs leverde
■dat ze overspannen Was, en noodig had
met vacantia te gaan. Daverend gelach.
Vacaniieze was er morgen, als Links ze
maar kon en Rechts ze maar mocht geven.
De trouwe vrienden van den Minister,
die ook bij de Steenhouwerswet en de
Bakkerswet als trouwe paladijnen hem om
ringden, de sociaal-democraten, zouden hem
thans ook niet in den steek laten. De heer
„Een schop? om wat mee te doen?"
vroeg Vladimir; „er zijn maar weinig plaat
sen, waar men den bodem zou kunnen
hereiken."
„Dat is waar, dat zou niet handig zijn."
Ik zette mij neer om op Ermolaï te
wachten; Vladimir vertvijderde zich een
weinig uit beleefdheid en ging ook zitten.
Soutchok bleef staan met het hoofd voor
over gebogen, de handen op den rug: deze
houding scheen hem blijkbaar vertrouwd
te zijn.
„Zeg mij," vroeg ik hem, „ben je al lang
visscher?"
„Zeven jaar," antwoordde hij op een
wijze, als werd hij opeens wakker.
ijEn tevoren, wat Was je toen?"
s,,lk was koetsier."
■„En wie heeft je zoo verlaagd?"
„De nieuwe meesteres."
„W.elke meesteres?"
b,Maar die ons gekocht heeft, Aliona Timo-
féevna, een oude dikke, geen jonge.U
kent haar bij toeval?"
„En waarom heeft ze ven jou een vis
scher gemaakt?"
„Dat. mag God, welen. Zij komt van haar
landgoed Tombov, verzamelt de heele schaar
lijfeigenen en vertoont zich aan hen. Wij
vallen allen neer om haar hand te kus
sen, zij wordt er niet boos om. Zij vraagt een
ieder met veel belangstelling naai' zijn bezig
heid, zijn beroep. En mij vraagt ze: „Wat
ben jij?" „Koetsier." „Koetsier? Wat voor
soort koetsier kan jij nu zijn? Bekijk jezelf
eensJe kimt geen koetsier zijn, wees maar
Du ijs sneldo naar do katheder om do Kamer
mot een groot debat over do Landbouw-
en Tuinbouwonderlinge to bedreigen, als
do motie in behandeling weid genomen. Hij
kan er niets anders in zien dan een po
ging om op te houden. Zeker een vrijmoe
dige uiting van den afgevaardigde voor
Zaandam, die hij de Algemeene Beschouwin
gen over het ontwerp lief bagatel van
negen uur' achter elkaar heeft gesproken. En
de hoer Troelstra meende, dat daarmee
nog niet genoeg gezegd was. Hij heWoerde,
dat de heer Roodhuijzen niet met een motie
had moeten komen, maar mot het voorstel
dre amendementen-Treub naar de afdeel in
gen te verzenden, dan had daarbij, wat 'de
motie wilde, onder de oogen kunnen Wor
den geziennu was de motie voor hem niets
anders dan reine demagogie de sociaal
democraten hebben het altijd over demago
gie vananderen een poging om te
poseeren als redders van den boerenstand.
Waar dio echter kwam van geïncarneerde
parlementaire rotten, zou spreker, al tracht
ten de voorstellers zich dan ook als parle
mentaire (ingénus voor te doen, zich niet
laten .„verlakken", en hij hoopte, dat de Ka
mer zulks ook niet zou doen.
Maar 'de heer Roodhuijzen is nu een
maal tóet de man om zich straffeloos te
laten aanvallen, en beet geducht van zich
af. Gij zijt wel vriendelijk, voegde hij den
heer (Troolstm toe, dat ge mij verwijt niet
het voorstel gedaan te hebben, ook door
mij als het logische erkend, om de amende-
monten-Treub haar de afdeelingen te ver
zenden, 'terwijl ge zelf er var. hebt afgezien
om den schijn van obstructie te vermijden;
maar jk ga daar niet op in. En, voegde de
afgevaardigde (uit Brielle er onder luid ge
lach aan toe: de beschuldiging van dema
gogie te plegen is voor mij, speciaal als ze
uit 'sociaal-democratischcn mond komt, zoo
verpletterend, dat ik vrees dit niet te bo
ven te zullen komen. En zich toen tot Dr.
Nolens wendende, van wien hij het betreur
de, dat deze uit zijn gewone rol was ge
vallen van „bonhomme de Limbourg", ont
zegde hij dezen het recht, anderen te ka
pittelen over de wijze, waarop ze zich
tegen Talma's bureaucratie wenschten te
verweren. Dit had hij verbeurd, toen hij
reeds maanden geleden, en dat, niettegen
staande 'hij voorzitter was van de Commis
sie van Voorbereiding, in de Kamer ver
klaard [had, dat het eigenlijk onnoodig was
amendementen van eenigen ingrijpenden
aard >op het wetsontwerp in te dienen, daar
deze 'toch door de Rechterzijde zouden
worden afgestemd.
De afgevaardigde voor Venlo zei niets
meer, en met hulp der sociaal-democraten
men kan zoo zien, dat do heeren van
Rechts met die hulp een beetje verlegen
zaten werd de dadelijke behande
ling van de motie afgestemd, wat wil zeg
gen, dat ze voorgoed van de baan is.
De houding van de sociaal-democraten
lijkt ons heel natuurlijk. Waar in dezen
opgaanden tijd van Land- en Tuinbouw
hun invloed op het paltteland steeds gerin
ger wordt in 1909 verloren ze reeds
de districten Hoogozand en Schoterland
moeten zo niets hebben van Landbouworga
nisaties als de Onderlingen, dio de verhou
ding tusschen werkgever en werknemer ver
betert. en hun dus alweer minder vat geeft
op den p 1 a ttela ndéarbeid er, die toch al wei
nig geneigd is naar de sociaal-democratische
beloften te luisteren. En zij kwamen weldra
in de volle politiek, toen het debat door
hen in deze richting werd geleid, dat het
nu moet heeten, dat speciaal de vrijzinnig-
democraten met hun liefde voor hel parti
culier initiatief een volte-face hebben ge
maakt. ter wille van de Concentratie. De
opzet is duidelijk, als wapen tegen het ver
bond der vrijzinnigen, is in sociaal-demo-
cratischen mond natuurlijk het beste, dat
voor hen te vindon is, n.l. dat do Vrije
Liberalen daarin do lakens uitdeelon.
Het wil-ons voorkomen, dot de zaak
visscher en scheer je baard af. Alle keeren
dat ik hier zal zijn, voorzie je mijn disch
van visch, versta je?"
En sedert dien ga ik door voor visschei
En ze zei me ook nog:
„Pas op, dat je de visch in den vijver
goed onderhoudt." Maar jawel! onderhou
den is gewoon onmogelijk."
„Daarvóór, aan wien behoorde jetoen?"
„Aan Sergheï Serghoitch Pekhterev. Ik
maakte deel van een erfenis uit. Bij hem
was ik gedurende zes jaar. Ik was het,
die hem ïondvoerde als hij hier was; in
de stad had hij een anderen koetsier."
„Was je koetsier sedert je jeugd?"
„O, (neen! neenl dat was in den tijd,
dat ik bij Sergheï Serghoitch was; daar
vóór was ik kok, maar niet in de stad,
maar op 't land."
„Kok, bij wien?"
„Wel, bij den ouden meester Affanassi
Nefeditch, oom van Sergheï Serghoitch. De
oude had Lgöv gekocht cn Sergheï Scrg-
heitch is hierna meester geworden door
het van den oude te erven."
„Van wien had Affanassi Nefeditch het
gekocht?"
„Nu, van Tatiana Vassilievna."
„Welke Tatiana Vassilievna?"
„Wel, die verleden jaar dicht bij Bolk-
hovo gestorven is, als oude vrijster. Zij is
nooit getrouwd geweest. Heeft u ha ir niet
gekend? Zij bezat ons weer van haar va
der. Zij heeft ons nogal lang gehad, wel
een twintig jaar."
„Was je niet haar «kok?"
juist andersom staat. Uo Concentratie heeft
do Vrijzinnig-Democraten niet; anders ge
maakt, en evenmin de Unie-Liberalen of
do Vrije Liberalen, maar ze werd juist
mogelijk, omdat allo drie anders gewor
den zijn. De tegenstelling tusschen alles
of n i o t s is reeds lang vervallen, en de
ervaring met de sociale wetten opgedaan,
heeft ook de uiterste Linkerzijde dor vrij
zinnigen zich meer dan ooit doen afvragen
of do wijze, vroarop men remedie wilde
brengen, wel altijd de rechte was; en dat
Talma's staatssocialisme, we zagen hel bij
de Bakkerswet, Wel geschikt was om de
oogen open te doen gaan, behoeft geen be
toog.
I 1 I
De heer Treub' nam een geweldig loop
je met het sociaal-democratische vertrou
wen in vader Staat, die volgens hun leer
in do kapitalistische samenleving het mach
tigste wapen is der bourgeosie togen de
arbeidersklasse; en noemde het zeer te
recht een raadsel,: dat de sociaal-democra
ten niets voeldeiï voor zijn amendementen,
die 'ff en arbeider medezeggenschap zou
den geven over de Invaliditeitswet, alleen
te verklaren uit het feit, dat hun woord
voerder, do heer Duijs, zich nog altijd
meer voelt ambtenaar dei' Rijksverzeke
ringsbank dan sociaal-democraat. Enidaar
over werd de heer Duijs zoo geestig over
do knie genomen, dat hij voor het eerst
van zijn leven' als sprakeloos werd. Alleen
■toen hij als machtige beschermer van Mi
nister Talma betiteld werd, viel hij in de
rede met oen: Zeg liever schoothondje,
maar de heer Treub verklaarde onder veel
gelach deze qualificatie niet voor zijn re
kening, te kunnen nemen, omdat do Minis
ter daarop wel niet gesteld zou zijn.
1 i f i f i 1 i
De heer Days heeft de rede van den
heer Treub beantwoord met de verzekering,
dat de risico-overdracht bij de Ongeval
lenwet tot groot nadeel is voor den arbeider,
en hij zou dat wel bewijzen, als' hij maar
mocht spreken. Wat de heer Troelstra aan
leiding gaf tot het indienen van een motie,
waarin de Kamer zal uitspreken, dat ze een
gedetailleerd rapport wenscht over do erva
ring, door de Rijksverzekeringsbank met de
risico-overdracht opgedaan. Dat hij nog eens
dunnetjes het werk van den vorigen dag
overdeed, nog eens de vrijzinnige van dema
gogie beschuldigde, waarbij nu kwam, dat
ook Rechts een politiek spel lieette te spe
len, terwijl het .de S.D.A.P. alleen om de
„zaak" te doen was, is haast overbodige
mededeeling.
De stand van zaken is nu zoo: de amen
dementen Treub zijn ten doode opgeschre
ven, en de amendementen de Visser, al
zijn ze door den heer Lohman verdedigd,
evenzeer. Want de anti-revolutionairen en
katholieken gaan in alle gevallen met den
Minister mee niemand van deze deed
een mond over de amendementen open!
dat is 46 man 7 sociaal-democraten.
Waarschijnlijk zal dus dr. de Visser zijn
amendementen wel intrekken, en miscchien
zal Minister Talma hem dit door een tweede
schijnconcessietje vergemakkelijken.
En het goede dat uit de vrije maatschappij
is opgekomen, zal juist door hen, die altijd
beweerd hebben, dat de sociale wetgeving
zich daaraan moest aanpassen, worden ver
moord.
O, coalitiepolitiek!
STADSNIEUWS.
Uit den Gemeenteraad.
IV.
Beantwoorden vragen.
Auto's op de Hoogstraat
Do heer Scheffers had liever gezien
dat, in plaats van het rijverbod, een beper
king van de snelheid voor auto's was uit
gevaardigd. En waarom Wordt de regeling
alleen tot do 4 wiolige motorrijtuigen be
perkt on niot ook toegepast op de twee-
„Ja, eerst wel, maar weldra gaf zo mij
het toezicht op de koffie."
„Wat is dat voor bezigheid?"
„Och, dat zou ik niet kunnen zeggen,
ik werd bij de keuken geplaatst, voortaan
zou ik niet meer Kouzma heeten, maar
Anton., Zoo luidden de hevelen der nieuwe
meesteres."
„Je eigenlijke naam is Kouzma?"
„Ja, Kouzma."
„En ben je al dien tijd daar bij do
koffie gebleven?"
„Weineen, ik bon ook acteur geweest?"
„Heuseh waar?"
„Ja, ja, ik speelde op hot tooneol mee.
Onze meesteres had zich een theater doen
inrichten."
„Wat voor rollen speelde je?"
„Watblief
„Wat deedt je op het tooneel?"
„Ja, dat weet u zoo niet: men vat mij
aan en kleedt mij, ik loop als in een
travesti, ik sta stil en ga zitten. Men zegt:
„Spreek, zeg ja." En ik gehoorzaam. Eens
heb jk veil Hindu voorgesteld. Men had
mij op elk ooglid een gewicht gelegd
ja, jaeen gewicht.
„Én toen, wat hen je toen geweest?"
„Toen ben ik nog eens kok geweesi."
„En waarom heeft men je toen van dat
ambt zoo naar beneden gehaald?"
„Mijn broer was ontvlucht."
„Zoo IEn bij den vader van je eerste
meesteres, wat was je daar?"
„Daar was ik verschillende dingeneerst
diepdo ik er als „groom", toen als postil*
wieligo. Die leveien minstens evenveel ge
vaar op
Do heer de Bruin: Dat zijn maar uit
wassen 1
De heer Scheffers: en spatten even
zeer den modder tegen gevels en menschen.
Do Voorzitter merkt op, dat het
hoofdbezwaar tegen het rijden van auto's
over de Hoogstraat was hel opspatten van
het vuile water.
De heer Scheffers zeg!, flat de heer
Smit zoowel als hij gewezen heeft op hel
gevaar ook b.v. in het Broersveld.
De heer v. d. Hoe k acht den toestand
op de Hoogstraat onhoudbaar; de wande
laars moeten zich bij de nadering van eon
auto haastig bergen om niet vol modder
te geraken.
Dit neemt niet weg, dat naar zijn mee
ning het afsluiten der Hoogstraat voor
auto's te ver gaat. Het kan bovendien noo
dig zijn dat een auto daar moet zijn,
b'.v, wanneer een dokter uit Rotterdam per
auto naar een patiënt gaat die in die straat
woont. Voorts worden reeds voor tal van
Rotterdamsche winkels de goederen per
eigen auto naar do klanten gebracht, en
waar nog vele Schiedammers in Rotter
dam koópen men moge daarover den
ken zooals men wil moeien die artike
len toch ook hier afgeleverd kunnen wor
den. Ook de H. IJ. S. M. heeft auto's aan
geschaft voor de bezorging van spoedbestel
lingen, die in andere plaatsen reeds in
gebruik zijn en binnen korten tijd ook wel
hier 2ullen worden gebruikt.
Ten slotte wijst spr. op het vervoer van
zieken naar hot ziekenhuis per zieken-auto.
Spr. had dan ook, met het oog op dit
alles, liever gezien, dat alleen de snelheid
beperkt werd en daaraan streng de hand
gehouden weid. Dit zou niet zoo erg zijn.
waar in den Haag en Amsterdam zelfs is
voorgeschreven, dat een man in bepaalde
straten voor een handwagen uit moei
loopen.
In elk geval acht hij het geheel afslui
len dezer straat voor het auto-verkeer niet
gewenscht
De Voorzitter wijst er op, dat van
die bepaling in bijzondere gevallen onthef
fing kan worden verleend, o, a. voor ver
voer van zieken naar het ziekenhuis, hoe
wel men dat ook langs een anderen weg
zou kunnen bereiken.
Het is verbazend moeilijk om met de
snelheid rekening te houden. Spr. deelt wel
eenigszins de bezwaren tegen het rijver
bod, maai' men kan wijzen op de straten
die evenwijdig aan de Hoogstraat loopen.
B. en Wl willen een proef nemen, daar
bij de noodigo dispensaties verleenen en
verder het resultaat afwachten.
De heer v. d. Hoek heeft hooren zeg
gen: da.n moet men maar niet in Rotterdam
koopen. Er wordt daar nu eenmaal ge
kocht en dat behoort thuis gebracht le
kunnen worden. Spr. wijst op de auto's
van 'de Bazar, van pianomagazijnen, van
meubelmagazijnen, enz.
Waar de auto's zoo'n vlucht nemen voor
allerlei doeleinden, daar is het toch niet
gewenscht, do Hoogstraat voor dat verkeer
te sluiten.
De V o or z jutter zegt, dat maatregelen
hier zijn gevraagd tegen den last van
auto's op de Hoogstraat, en die worden
nu genomen. Spr. weet werkelijk niet wal
dan zou moeten gedaan worden.
Schouwer s.
De heer v. d. Hoek heeft gezien, dal
de betrekking van schouwer een definitieve
is. Maai' als de betrekking overbodig wordt,
wat dan?
De Voorzitter; Dan worden ze op
wachtgeld gestold.
De heer v. d. Hoek meent, dat de loo-
nen veranderd kunnen worden, als de Raad
dat gewenscht acht.
Uit dc stukken heeft spr. gezien, dat de
schouwers der ketels f200, en die der stui
ten f225 ontvangen. Zijn die schouwers
voor hun leven op dat salaris benoemd?
jon, daarna als tuinman, daarop als ja
ger.
„Jager!moest je de honden houden?"
„Ja, de honden; maar ik hen van mijn
paard gevallen en wij zijn verminkt, mijn
paard pn ik. De oude meester was zeer
streng. Hij heeft me slaag doen geven en ik
werd naar Moscou gezonden in de leer hij
een schoenmaker."
„In de leer, wat zeg je? Je was toch
geen kind meer!"
„Neen, niet direct. Ik was twintig."
i,,In de leer als je twintig bent?"
„Wat deed het er toe, de meester had
het bevolen! Doch daar hij kort daarop
stierf, heeft men mij naar het dorp laten
terugkomen."
„En wanneer heb je je vak van kok
geloerd?"
Soutchok hief zijn mager en geel ge
zicht op en -glimlachte.
„Kom nu, kan je dat loeren? De vrou
wen f) zelfs doen de keuken."
„Je hebt heel wat rollen vervuld, Kouz
ma;, om te leven. Maar nu, tegenwoordig,
waarmee houdt je je bezag, nu je visscher
zonder visch bent?"
„G, ik beklaag mij niet, radertje; ik dank
God dat ik visscher hen, zooals zij zeg
gen."
„Heb je familie? Ben je getrouwd?"
„Neen, vadertje 1 Tatiana Vassilievna, God
geve haar den hemel, de gestorven meeste-
f) Vrouwen worden zeer laag geschat hij de
lijfeigenen.
De V o o r z i II o r zogt dat zij oen vast»
aanstelling hebben. Er kan dus bezwaarlijk
aan gedacht worden het loon te verlagen.
Een stem: Salarissen kunnen we! ver
anderd worden naar boven, maar niet naar
beneden.
De Voorzitter: Er wordt viermaal
per jaar geschouwd eti de schouwers heb
ben daar dagen en weken werk mede, zoo
dat bet salaris niet te hoog geacht kan wor
den.
De heer v. d. Hoek heeft niet gezegd
dat dit te hoog is.
W a i' a n d e.
De heer Scheffers zegt dat reeds her
haaldelijk is gewezen op den ongunstigen
toestand der Warande en zal nu niet vra
gen de kwestie op te lossen. Slechts een
kleine verbetering zou hij aangebracht wil
len zien. Langs het gedeelte tusschen dc
Lourensstraat en do Schoolstraat acht hij
het noodig, een trottoir te leggen. De toe
stand op dat gedeelte is eenvoudig erbar
melijk.
De heer v. Westendorp zegt dat dit
niet zoo moeilijk is, alleen blijft de vraag
of voor de toekomst het eenmaal vastge
stelde plan zal gehandhaafd blijven; zoo
ja, of dan dit trottoir in dit plan past
Spr. wil hier even, conslateeren, dat alle
particuliere straten thans zijn opge
knapt, alleen de gemeente heeft er nog
een die niet aan de eischen voldoet.
Kan het vroeger vastgestelde plan niet
worden uitgevoerd, clan kan er wel een
trottoir gelegd worden.
De heer Scheffers meent, dal, als
b.v. de nieuwe bestrating in dé Lourens
straat worüt opgehaald, er dan wel ge
legenheid zal zijn wat meer steenen aan te
brengen en dat eindje Warande tó hbs traten.
Dc Voorzitter: Het zal overwogen
worden.
\Gelnch.)
B e u r s k 1 o k.
De heer v. d. H o e k herinnert er aan, dat
bij de behandeling der hegrooting is ge
zegd, dat deze klok geheel en al versleten
was. Nu kan die ineens weer zeer goed
gerepareerd worden. Het blijkt dus dat de
heer Volker zich aanvankelijk heeft vergist.
De Voorzitter wijst erop, dat het
slagwerk geheel versleten is. Do beursklok
aan de zijde van de straat heeft steeds go-
gaan, maar die aan do binnenzijde Wees de
tijd niet aan. Dat euvel is nu weggenomen
door het slagwerk buiten, werking te stel
len en dit is het gevolg van den directen
invloed van don beer Wittkampf.
De hoer v. d. Hoek constateert dat
er dan toch geen serieus onderzoek door
den heer Volkert is ingesteld.
De heer Wittkampf deelt mede dat
het uurwerk nu voldoende is voor de dien
sten, die daarvan worden gevraagd. Het
gaanlde werk is goed; de tijd wordt nu
weer bitïnen eu buiten aangegeven en do
beursbezoekers zijn tevreden.
Vergunningsrecht.
De heer Scheffers is dankbaar voor
de .toegezegde herziening der verordening
op liet verguntningsrecht. Hij zou willen
vragen dat B. en W. daar nu tevens in
brachten de arbitrale uitspraak, zoodat de
vergunninghouders een arbiter kunnen; aan
wijzen, de gemeente een en deze heiden een
.derde.
De heer Lager We ij merkt op, dat de
vorige herziening ten doel had, het mooie4
dat de heer Scheffers wil, uit de verordening
te lichten', omdat dit in de praktijk niet
voldeed.
In hoeverre het B. en W. zaj gelukken
die beide opvattingen te vereenigen, is nog
een open vraag.
Klachten over het gas.
De heer v. .Katwijk heeft zich ver
baasd over het lawaai, dat gevolgd is op
zijn vraag.
Spr. heeft do becijfering gezien die in
het antwoord van B. en Wi. is opgenomen,-
maar die is heelemaal onjuist en kan ook'
res, veroorloofde niemand te trouwen. Het
gebeurde, dat zij zelfs in tegenwoordigheid
van den priester zeide: „De hemel be
ware 1 Ik Zelf ben ongetrouwd en ik leefl
Watblief? Zijn 'ze nu heelemaal bedorven?,
Wat willen ze tpch?""
i,,Waarvan leef je? Heb' je verdiensten?"-
„Wat voor verdiensten? Men geeft mij
voedsel om te eten, dat is alles Wat on
noodig ïs. God geve een lang leven aan.
onze meesteres."
jEjrmolaï, kwam terug.
„De boot is klaar," zei hij, met lompje
stom. Ga nu den boom halen."
Soutchok liep weg. Gedurende het lieekt
onderhoud met Soutchok had Vladimir den
goeden man met een minachtenden glimlach'
aangekeken.
„Wat een oimoozelol" zei hij toen hij1 hem
zich zag verwijderen, „oen man zonder op
leiding, een moujik niets meer, men.
kan zoo iemand zelfs geen lijfeigene noe
men, en hij beroemt er zich opl Hoe zou
hij comedie hebben kunnen spelen? Ik
vraag jeU heeft hem te voel eor bewezen,
door met hem te praten."
Een kwartier daarna, waren wij alle vieh
op het vlot van Soutchok. Wat de honc
den betrof, die hadden wij aan de zorgen
van den koetsier overgelaten. Heel ruim
was het vlot niet. Soutchok zat achter en
stiet af, Vladimir en ik zaten middenop,
Ermolaï- vooraan. Ondanks de oplap perjj
konden onze voeten dadelijk oen had no-.
Boer,
i
li ..V