Zaterdag 26 April 1913
14206
66"* laargang,
Derde Blad.
De quadratuur van den cirkel.
Mr
Slaapmiddeltjes,
Onwaarheden.
l W u
Deze courant verschijnt 'd ag ol ijks, met uitzondering van Zon- en Eeeatdage®,
Prjjs per kwartaal! Koor Schiedam en ïlaardingen fl. 1,26) franco
gex post fl. 1-86.
Prijs per week: Yoor Schiedam eu V.laar'dingen 10 cent,
Afzonderlijke nummers 3 cent.
Abonnementen worden dagelijks aaï£geaomea{
Advertontiëa voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór eea
our aan het Bureau bezorgd zijn,
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Erijji Ser Adve#tentiëm Ean 1—6 regeia flÖ.92iedere regel mett
15. cents. Reclames 30 cenï per fcegel; Groote letters aaar de plaats die zij
innemen;
Advertentiën bij aSonnement op voordee'.ige voorwaaiden,- Tarieven
hiervan zijn gratiB aan het Bureau te bekomen;
In de nummers die Dinsdag-/ Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen,- worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents p,er advertentie) bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen,
Intercommunale Telefoon No. 103.
Het is de moeilijkheid om de gemeen te-
financiön in orde ie houden. En die moei
lijkheid is zoo groot, omdat de gemeenten
concurrenten zijn, nog wel concuxrenten, die
onder zeer ongelijke voorwaarden werken.
De klanten zijn de bewegelijke inwoners.
Men heeft de vaste inwoners, d. i. den
middenstand, vooral den kleineren midden
stand, die aan zijn zaak vast zit en niet
fo'rens kan worden1 d.i. niet buiten 'de
stad kan wonen en daarbinnen inoel wonen.
Daarbij komen dan n® enkele elementen
ais notarissen, advocaten, dokteis. muziek-,
onderwijzers, enz., die evenmin buiten kun
nen wonen. Verder zijn er de gemeente
ambtenaren, die men soms in tegen
stelling met de gemeente-werklieden -—
dwingt binnen de gemeente te wonen. Doch
de overige bevolking is niel aan een stad
gebonden. Zoowel de werklieden als de
grootere zaken'nienschen kunnen forens zijn
en enkelo weinigen van tie laatstgenoemden
en do renteniers zijn. in theorie geheel vrij
ia de keuze hunner woonplaats.
Ten aanzien van de werklieden is men
dat in Nederland nog niet geheel gewend.
Hier is nog niet, als vooral in Belg ié cn
Engeland veel voorkomt, een vlottende ar
beidersbevolking, die buiten woont, over
dag in de stad gaan Werken cn 's avonds
huiswaarts spoort. Slechts hier en daar
in Nederland zijn daarvan Wat voorbeelden.
Dooh bij 'het toenemend verkeer kan dit niet
uitblijven de werklieden kunnen forens,
worden. Voor de financieele politiek van
de gemeente is dat intusschen direct van
weinig beteekenis, omdat de werkman maar
heel weinig in de gemeentebelastingen bij
draagt, daarentegen als er schoolgaan
de kinderen zijn evenveel kost als de
andere burgers.
Van groote beteekenis is intusschen èn
het forensendom èn de renteniers èn de
niet aan een va»te plaats gehondenen. Dal
zijn de klanten! En nu wil het ongeluk,
dat een ijzeren wet deze klanten hoe hut
ger hoe meer van de zwakste naar de
sterkere concurrenten drijft. De mooie ge
meenten, die goede woonsteden zijn, trekken
deze lieden; daardoor worden zij weer ster
ker, kunnen dus nog mooier gemeenten, nog
beter Woonsteden worden, kunnen dus nog
weer meer welgestelde inwoners trekken,
enz., enz. r
Terwijl dc minder aantrekkelijke gemeen
ten, die begeerde klanten steeds meer moe
ten missen, hun belastingen dus steeds
hooger moeten brengen, daardoor dc .klan
ten nog weer meer op de vlucht jagen,
enz., enz.
Het is dus tusschen, de gemeenten een
Uit de „Reisbrieven" van Arne Garborg,
met toestemming van den schrijver uitliet
Nieuw-Noorsch (landsmaal) vertaald door Z.
i Parijs, 18.
Ze hebben hier in Pairijs van tijd tot
tijd eens een .koorts. In de laatste acht
dagen waren z,e er op uit elkaar dood
te slaton. lederen dag was er /een moord,
en soms zóó, dait alle couranten wol ston
den van akeligheden, lijken en bloed en
De Fransehcn schenen daar niet veel
om le geven, liet was voor hen oen onder
worp van gesprek, ze maakten er gekheid
over- en schreven geestige artikelen, maar
overigens hielden zij zich zooals gewoon
lijk, alsof het hun in 't minst niet kon
schelen. j
Maar voor een vreemdeling, die hier al
leen rondliep, was dat niet zoo onverschil
lig. Als hij van den ochtend tol den .avond
las en hoorde van vermoorde mensehen
cn gestolen geld, kon hij allicht gaan don
ken: den volgenden keer is het jou beurt,
dan is het jou leven waar ,het om te
doen is, jou geld, dat die pchurken wil
len hebben.
Zoo ging het mij. De eerste dagen nam
ik het kalm op; ik had weinig geld en
een goed geweten. Maar eindelijk werf het
mij te machtig, ik werd bang. In plaats van
te slapen, lag ik 's nachts te denken aan
moordenaars en dieven. Ze kwamen, ze
braken in en ik had niets anders om
onmogelijke concurrentie, waarbij de wel
varenden por se steeds welvarender en de
noodlijdenden steeds armer moeten worden.
En nu meene men vooral niet, dat deze
droeve concurrentie alleen in Nederland
bestaat. In verscheiden landen, van Noord
west-Europa bestaat zij cn overal zijn het
dezelfde gevolgen, die uit dezelfde oor
zaken voortvloeien. De fout zit niet in eeni-
ge bizondere belastingregeling, zelfs niet
in ecnigo speciale wetgeving, zij is het na
tuurlijke uitvloeisel, dor vcrandetde omstan
digheden. liet verkeer maakt heel veel
stadsbewoners mobiel, deze mobiliteit n-cint
nog steeds toe eu zal dc fout hoe langer
hoe meer doen te voorsclujn komen.
'totdat men afdoende maatregelen heeft
genomen. Deze zijn inderdaad denkbaar.
Als het rijk de belastingheffing van de
gemeente overneemt, is dc gemeente in
haar financiën niel meer afhankelijk van hel
gaan en komen van welgestelde burgeis
en zal dus de toestand niet steeds ten
nadeelc van de min gunstige gelegen ge
meenten veranderen.
IIet is dus een middel. Maar een paarde-
middel, waarvoor zelfs een zoo krachtige
staat als de Pruisische, die een zooveel
minder krachtig gemeen iele ven, dan de Nc-
derlandsehe Staat tegenover zich heeft, te
rugdeinst. Want ontneemt men het zelfstan
dige beheer der financiën aan de gemeen
ten, dan doet men een aanslag op de ge
meentelijke autonomie, zóó ernstig, dat hel
de vraag is of zij ooit daarvan, weer boven
op zou komen. En bovendien zou men hel
verband tusschen betalers en uitgevers ver
breken op een wijze, die eveneens waar
schijnlijk de treurigste gevolgen zou heb
ben.
Aan een dergelijke oplossing van de kwes
tie'denken dan ook in ernst vermoedelijk
maar zeer weinigen. Men wil kleine ver
beteringen in de techniek der belasting
brengen, doch wie zulks wil zouden wij
naar Pruisen willen verwijzen, waar bij
een gansch andere belastingregeling nage
noeg dezelfde bezwaren te voorschijn tre
den.
Dok hoort men in den laatslcn tijd soms
wel d opvatting, dat het niet zon erg i»
Het is pel eens goed, zoo heel het, dal
de gemeenten wat in nood verkoeren, dan
ieeren dc gemeentereden eens do téliug
naar de nering te zei ten. Speciaal in de
staattscommisbie is de meaning gehooid,
dat verscheiden gemeentebesturen van den
hoogen boom af teelden en dientengevolge
haar financiën in de war had'den gestuurd.
Intusschen de eenvoudige waarheid,
dat wij bij de gemeente-finaneièn staan voor
een vicieusen cirkel, maakt het al onmo
gelijk hier alles toe te schrijven aan de
schuld van bepaalde gemeentebesturen. En
hoezeer het waar is, dat ook in zake
van gemeentebestuur zuinigheid moet be
tracht worden, dient men daartegenover
mij mee te v-erdedigen dan een klein
Zweedsch dolkmes. Ik verdedigde me
natuurlijk als een held, maar vennoord
werd ik; en daarna deed de politie onder
zoek, en mijn lijk werd opengesneden en
tentoongesteld in het lijkenhuis, en ik jvwam
in de courant, en ik weet niet, wat voor
onzin ik al niet in mijn hoofd haalde in
die lange, cindelooze uren, vóór het dag
werd.
Op het 'lmis, waar ik gelogeerd pen. is
niets te zeggen. Het is even .veilig ais an
dere huizen hier in Parijs. Maar ik had
ontdekt, dat 'het voor een 'dief ,bijzonder
gemakkelijk moest zijn, op welken tijd van
den nacht 'ook hier in tc komen, zonder
dat iemand bot merkte.
Als men 's nachts bet huis wil binnen
gaan, bekoelt men slechts op de deur
schel te drukken. Huissleutels gebruiken
ze hier niet. Men schelt, en dan gaat do
deur van zelf open, niemand komt. te
voorschijn. De jongen, die 's nachts moet
opendoen, ligt in zijn kamertje te sla
pen; als hij door schellen gewekt wordt,
trekt hij aan oen koord, dan weet hij, dat
dc deur openspringt. Daarop gaat hij weer
liggen, do' arme jongen heeft slaap wel
noodig.
Hier, "waar ik woon, is de portiersloge
parterre, of, zooals wij, Noren, zeggen, op
de eerste verdieping, vlak hij de trap. Door
een raampje in den muur kan de jongen,
als hij wil, zien wie er pit en in gaan.
Maar hij kan daar toch niet den hooien
nacht staan gluren, vat je.
Een nachtlampje staat in hot kozijn te
branden, zoodal de imvonenden, als zij
misschien laat thuis komen, hun sleutel
toch op te merken, dat hier allicht een
[zuinigheid zal worden betracht, die de
wijsheid bedriegt. Immers precies als 'dc
vertegenwoordigende lichamen, die het Rijk
besturen, staan dc gemeenteraden tegenover
voortdurende eischen tot verhooging van
het loon van ambtenaren en beambten in
gemeentedienst. Dien eischen is het zwij
gen niet op tc leggen, zij nemen trouwens
al iliet leeuwendeel van den lijd voor be
raadslagingen in onze openbare lichamen
in en zoo gebeurt hot vanzelf, dal in de
gemeenten, waar de financiën hel krapst
zijn, wel rekening inoct worden gehouden
met de eischen dezer beainbten eu dus niet
voldoende rekening kan gehouden worden
met de eischen, die rum een modern inge
richte stad gesteld worden.
Hel is dan ook onze mcening. dat de toe
stand slecht is, dal wij met kleine midde
len niet verbeterd kan worden en... dat bet
groote middel, dat verbetering brengt, nog
niel gevonden is. i
Wij bedoelen nu niet leugens in den zin
van het jongetje van Van Alphen, die de
„stukken had verstoken" voor aan de straat,
maar gevaarlijker onwaarheden, die in het
openbare leven als het tegendeel worden
beschouwd.
En wij bedoelen die onwaarheden in het
bizonder, dio baar geboorte aan de poli
tiek te danken hebben.
Daarbij willen wij de politiek niet karnk-
teriseereu als iets vicieus, iets slechts, dal
louter slechts voortbrengt. Integendeel. Het
is nog aan niemand gelukt iets te verzin
nen, wat als waardemeter, als regulator,
ja als verheffer van het openbaar leven
in do plaats van de politiek in een demo-
cialischen staal zou kunnen worden ge
bruikt. En ook schijnt het ons onjuist, wat
enkele paradoxale geesten beweerd hebben,
dat de politiek de democratie ten slotte
dennale bedot ft, dat zij mei weemoed doet
teiügdenken aan het absolutisme, integen
deel wj verkiezen -- om naar een
bekend gezegde te verwijzen de politiek
van de kamoi der democratie boven die
van de camarilla van hol absolutisme.
Zeer zeker moet men dus de poliliek
niet als een kwaad zonder meer veroor-
declen. Doch juist omdat w\j dit niel wil
len doen, zijn wij van meening, dat het
land eene open oog moet houden voor
de schaduwzijde der politiek, dat. men de
kwade dingen, welke de politiek biengt,
bij haar naam moet blijven noemen cn dat
het zeker jammer zou zijn, al» ook ons volk
al t° veel verpolitiekte, omdat dan dc
kring dergenen, die nog eenigermate objec
tief tegenover de politiek staan, te klein
zou worden.
Politiek is geen kwaad. Doch zij is alleen
kunnen vinden. De sleutels liggen ook in
hèt kozijn, leder, die naar binnen wil,
moet daar zijn sleutel uitzoeken. Kwam
er dus een, die, zonder bij het porlicra-
raampje stil 'te blijven staan, zoo maar
de trap opging, dan kon dat een verdacht
iemand zijn; de jongen moest hem, .aan
roepen cn vragen wie hij was.
Maar nu gebeurt het wel, dat wij, die
hi,er wonen, don sleutel van onze kamers
meenemen, als we 's avonds uilgaan. Ik
weet ten minste, dat dat mij wel gebeurd
is. Als we dan terugkomen, behoeven ,we
ons bij de portiersloge niet op ,te hou
den. 17e jongen weet wel, dat, al gaal
iemand regelrecht naar hoven, liet 'daar
om wol Oen van de bewoners zijn kan; hij
zal zich Uns niet vbel moeite geven op
tc letten, of wie binnenkomt, al pi niet bij
het raampje stilstaat.
De concierge woont op chc eerste étage,
of, zooals wij zóndon zeggen, op de
tweede, ook vlak bij de trap. Hij heeft
de vteranlwoording voor wat er in ,hiiis gie-
beurt. Er brandt i,n zijn log'e (den bieden
zoodat 'hij iedereen, (lie de trap op of'af-
naeht licht, en 'er Is egn glazen deur,
komt, 'zou kunnen 'zfen, als hij op zijn
post was. 'Maar oen concierge moet ook
slapen. In zijn wachtkamer zul hij niet
altijd kunnen liggen., het is jer .koud en
het toehl 'er, llus slaapt bij in ile ka nier
daarachter. Er is een glaz,en lusschendeur.
Maar door 'twee samen heen te zien, wie
in een 'vaart de donkere trap oploopt of
afdaalt, dat is voor niemand te Hoen, al
is hij nog zoo wakker.
Er liggen ioopeis op alle trappen, jot
aan de verdieping waar mijn kamgr ,is.
dan geen kwaad, als zij een rem heeft in
wal door jpoot politici wel eens wat al te
minachtend „kleurlooze middenstof" is ge
noemd.
Daarmee willen wij weer allerminst ont
kennen, dat in die middenstof vee! (zeer
bruikbare) dommekracht zit. Doch er zit
daarin ook dc grootste intellectualiteit, er
zijn daaronder ook de menschen die bo
ven het gewone peil staan, die niet met
de vaste politieke begrippen kunnen wer
ken, omdat zij de relatieve juistheid dier
begrippen te scherp onderkennen, die
nu ja uit plichtsgevoel, uit socialen
zin en omdat zij de onvermijdelijkheid van
dc politiek kennen, nu en dan afdalen in
de politieke arena, docli niet politici kun
nen genoemd worden.
AVaar wij nu den lof van deze rem zingen,
spreekt liet vanzelf, dat wij het zouden be-
ibreuren als die rem wegviel door al te
.groote verpoli ticking van ons leven. En
daarop bestaat helaas wel eenige kans.
Tiet is niet te ontkennen, dat de politiek in
véél hooger mate in het dagelijkse li leven
is binnengedrongen dan b.v. 25 jaar ge
leden. Toon keken wij nog vol verbazing
naar België, waar men politiek tooneclspeel-
de en horens blies, waar men niet onder
mannen kon zijn zonder ovei politiek tc
spreken cn waar de politieke tegenslandcis
ook in het dagelijksch leven zoo vaak vijan
den waren. En nu zijn diezelfde gewoonten
oök in ons land meer inhccmsch geworden.
En dat niet alleen gelijk men plliclil
zou denken omdat men zich in werk-
liedenkringeu in zeer hooge mate. voor de
politiek is gaan interesseeren, wat 25 jaar
geleden lang niet in die mate bot geval
was. Integendeel. Wanneer men deze nieu
we politici buiten beschouwing laat, clan
kan men constateeren, dat nu in de krin
gen der vroegere Censuskiezers in Neder
land dezelfde spanning begint te komen,
die er 25 jaar geleden niel in Nederland
maar wel in België was.
En wij zeiden het reeds, dat is een
bezwaar, omdat de politiek ons licht ver
leidt om zekere psychologische kwesties
met een gemakkelijkheid op Ie lossen, die
niet win de psycho! "k is en dus ten
slotte tol onwaarhcdc.i leidt, als wij bo
ven bedoelden.
Laten wij eenvoudig en door ieder tc
controleercn voorbeeld noemen.
Wat is eene arbeiderV
In het dagelijksch leven weten wij. dat
nog wol. Een werkman is een itienseh als
een' ander met de goede en kwade eigen
schappen van alle andere menschen.
Doch zou men nu via de politiek het
beeld van den handwerksman loeren ken
nen, dan zou men komen tot een zonder
ling soort grove engel, een mengsel van
edelaardigheid, opofferingsgezindheid, no
belheid, gemeenschapsgevoel en idealisme.
Dat is het beeld, dat dc sociaal-democra-
Niemand hoort het, als er iemand op de
trap loopt. En al werf hij gehoord, ja,
al zag men 'den dief, men zou niet op
hem letten. lederen dag kan er een nieuwe
bewoner gekomen zijn. Ais de dief er have
loos uitzag, kon men hem honden voor
een huurder van' de zesde verdieping. Wat
voor volkje dat is, kan men nooit weten.
'Als men het huis wil verlaten, heeft
men niet anders te doen dan de trap af
te gaan tot hij de deur. Dan roept men
luid: „Cordon, s'ii vous plait,I" en daarop
gaat de deur open. Men slapt liet huis
uit, slaat de deur achter zich dicht en
men is zoo vrij als een vogel.
Dat alles had ik bedacht. En hoe meer
ik het in bijzonderheden naging, hoe min
der ik sliep.
De deur van nrija kamer is een paneel
deur; die kan weinig tegenstand bieden.
En het slot heeft ook niet veel te Leleeke-
nen. Ik probeerde me zoo goed mogelijk
te beveiligen. Een stoel voor de deur ge
zet zóó, dat, wie er in wou, tegelijk niet
het omdraaien van het slot dan stoel zou
omgooien. Vóór het bed, dat vlak bij de
deur stond, schoof ik een koffer, die juist
hoog genoeg jvas; daar had ik een kaam
en een lucifersdoosje en mijn dolkmes.
Ik overlegde dat de dief, als hij bij hot
openen van de deur den sfoel omgooide,
zooveel leven zou maken, dat ik zeker
wakker zou worden, hoe vast ik ook sliep'.
Dan had ik "tijd genoeg naar liet me» 1c
grijpen; als 't op stuk van zaken kwam,
zou zoo'n hongerige dief misschien niet
sterker zijn dan ik. In ieder gevat zou ik
hem zoo toetakelen, da! bij zich niet be
roemen zou mei mij Ie hebben gevochten,
ten, die zich handig als de arbeiderspartij
bij uitnemendheid hebben geproclameerd,
op den, voorgrond schuiven. Niet al die
goede eigenschappen wordt de werkman
gevleid. Dagelijks kan. hij lezen hoe voor
treffelijk hij is, hoe geweldig slecht de an
doren zijn.
En de andere politici doen veel en veel
te weinig om dit zonderlinge portret weer
tot afbeelding der werkelijkheid terug to
brengen. Gedeeltelijk uit politieke winzucht,
gedeeltelijk uit eerlijke overtuiging, dat de
staat de positie der economisch zwakke
ren moet versterken, duiven zij van den
werkman niets kwaads le vertellen, komen
zij niet op tegen de weée vleierijen, waar
mee de agiatoren de werklieden zoeken te
winnen.
Ten slotte doet de staat niets ander». Hij
richt „ecu ■arbeidsinspectie" in. meent hij.-
Maar v 1 laad is die inspectie een onder-
neme .ispectie. Ging die inspectie eens
den arbeid imspecteeren, ging zij den weik-
man zjjn tekortkomingen eens voorhouden,
ging zij den dwang der vakveroeniging. de
neiging tot niets doen, tot lai-werken, tot
dc kantjes c af te loopen observeeren.
één kreet van verontwaardiging zou het
antwoord zijn. Neen, ook zij behoort dc
ondernemers re cretiseeren maar van den
arbeider af te blijven. En zulks geschiedt.
Elke enqueue is nieuw materieel tegen dc
werkgever». Doch de arbeiders zij zijn,
voor deze arbeidsinspectie' kniidje-roer-mij-
niet.
Dat is op zichzelf geen kwaad. En het
is zeker niet de schuld van deze amb
tenaren. Doch ook liet werken van deze
inspectie leidt er weer toe dat men het
leugenportret van den arbeider steeds meer
voor de werkelijkheid houdt.
Hoeveel kwaad deze voortdurende ophe
melarij, gepaaid met het voortdurend neer
halen van de „anderen" (en met het voort
durend prikkelen van hel grove egoïsme
van den werkman) doel, is niet te over
zien. Jlocvee! menschen daarvan dc du
pe worden, is al evenmin na te gaan.
Maar zeker i»', dat er op deze wijze
een massa onwaarheid word! gebracht in
ons openhaar leven, waarvan zelfs zeer en
hooggeleerde schrijvers de dupe zijn ge
worden, waar zij b.v. 't politieke portret vau
den werkman voor de werkelijkheid aan
zagen. Zeker is, dat die voortdurende idea-
liseering slecht is voor iedereen, niet liet
minst voor de betrokken persoon zelf.
Zeker is liet gemakkelijk een reeks an
dere voorbeelden te noemen van zulke
onwaarheden van politiek maaksel. En ze
ker is hot ton slotte., dat alleen een krach
tig milieu van buiten de politiek staan
den in staat kan zijn, deze dwaze onwaar
heden te achterhalen en daarvoor de nuch
tere werkelijkheid in 'de plaats te stellen,
tot groot profijt van' eon goede ontwikke
ling van, ons openbare leven.
Maar met dat al kon ik niet slapen..
Indien hij kwam als ik sliep, zou hij
op betzelfde oogenblik, dat do deur open
vloog. met al zijn macht op mij aanvallen
met oen lang mes, dat hij' goed wist to
gebruiken, of met een lange kleverige hand,
die geoefend was iemands vel heet te pak
ken en zich vast te klemmen; oen man, 'die
op roof uitgaat, zal wel niet tot de zwak-
sten bchooren. Ik zou uit mijn slaap op
schrikken, soezig zijp en in de war en niet
weten wat ik met mijn mes kon doen'.
Hij zou mij geworgd hebben of gcsloken,
eer ik zooveel bezinning had, dat ik krach-
li gen tegenstand kon bieden.
Neen, om in dezen lijd rustig te kunnen
slapen, moest ik een geschikter wape.nl
hebben dan, een Zweedsch mes. Ik moest
een revolver hebben.
Don volgenden dag vond ik wel, dat
ik fe veel gewicht gehecht had aan mijn]
vooronderstellingen. 'tMoesl. een bijzon
dere dief zijn, dio ging inbreken in een
hotelletje als dii, waar enkel nrtistenj schrij
vers on andere, arme lui woonden, die
dal spreekt van zelf n'ooit gold voor
handen hadden, terwijl hij het heele rijk©
Parijs voor zich had en al de groote hotels
vol Engelsehen, Kussen en andere geld
zakken. Maar enfin, een revolver te hebben
was altijd goed, ik had lang gewensehl
zulk een wapen te bezitten; bij gelegen
heid moest ik er eens naar zien. Hot
pisiool zou al te pas komen, als ik mis
schien een vam 'do dolle bonden tegenkwam,
die in Parij» op straal rondliepen; volgens
de couranten moest men er op verdacht
zijn een dollen hond te kunnen on!moeten'