66"* Jaargang.
Zaterdag 7 Juni 1913,
I
Berde Blad,
Wat bewijzen getuigen?
f an hen, die om liefde bedelen
r
i
Frasiisclie „uiilvBrsiiBifsuÉreitfinf.
•«y.
^k:
f
Is
'f
Bi1
p
„Doktertje?"
ALLERLEI.
Dezo courant verschijnt d ag c 1 ij k s, met uitzondering van Zon- cn Feestdagen,.
Trijs per kwartaal; .Voor Schiedam en Klaardingen fl. 1.25, franco
per post fl. 1.65.
"Prijs per'weck: .Voor Schiodam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.-
Advertcntiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uu: aan het Bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Huren No. 141 (hoek Korte Ilaren).
W/af
kr.,
Prijs der Adv er tentiën": Kan 16 regels f 10.92; iedere regel meer,
15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen,
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden, tarieven
hiervan zijn gratis aan bet Bureau te bekomen.
In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen,- worden zoogenaamde kleine advertcntiën opgenomen tot den prijs
van '40 cents per advertentie; bij vooruitbetaling aan hot Bureau te voldoen;
Intercommunale Telefoon No. 103.
Zeer terecht wordt heel veel geklaagd
over den langzame» gang vier wetgeving
en veel kwaad wordt door die langzaamheid
veroorzaak!.
Kiel in alle gevallen is die langzaamheid
cchler zonder meer een kwaad. Werkte de
wellcnmadiinc a la minute, clan zou er
veel medewerk lot stand komen, dan zou
den veel blroumingon van den dag een
uitdrukking gevonden hebben iu de wet
geving, waardoor men Jaler moeilijkheden
Zou hebben Runnen krijgen. Speciaal bij
diep in het dagelijkse!} leven ingrijpende
wc-lten als b.v. de regeling van hel huwe-
lijk.srechl in liet \Y., L; het wel eens
gelukkig gebleken, dat wijzigingen niet zoo
gemakkelijk tol stand komen. Doch over
liet geheel is die langzaamheid toch oen
kwaad, F.n zij wprdl een groot kwaad,
als de wet uitgaat, niet alleen van opvat
tingen^ welke niet meer modern zijn, maar
van feilen, die onjuist zijn gebleken.
Zoo is het met onze strafreclitsbedceling
en het geiuigenbuwijs,. Uo praktijk' van ons
stralrecht rust op het geliiigonbewijs. Twee
getuigen, die iels hebben waargenomen en
van die waarneming getuigen, wat wil
men nu zekerder hebben! Aldus rlc grond
leggers van het moderne strafproces. Geen
wonder dus dat liet Wetboek van Straf
vordering, als het aan het opsommen vier
wettige bewijsmiddelen gaat, begint met
het bewijs door getuigen. En nu heeft vle
wetgever wel het idee gehad, dat dil bewijs
nooit absoluut mag gelden, doch het blijkt
toch wol ni.r, alles, dat hij aan deze getui
genissen do allergrootste waarde hecht.
En zie wal leert nu de moderne psy
chologie op onwraakbare wijze?
Dat zelfs in de gunstigste omstandigheden
do hesl tot. liet objee.tivceren in skaat zijnde
geesten .getuigenissen afleggen, die kan},
noch ,wnl raken en hoogde»! bewijzen,
dal zekerheid uil getuigenissen nooit of te
nimmer Ie verkrijgen is.
Alen kent de proeven, die hoiliaaldelijk
in eenvoudige gevallen mei beschaafde inen-
sclien genomen zijn en die altijd weer het
zelfde loerendat "de normale mensch bui
ten elke gemoedsaandoening in de grootste
kalmte bui ten gewoon slecht observeert.
Dient men bij de proef eenigc gemoedsaan
doening toe, dan verdrijft men onmiddel
lijk de laatste rest van objectiviteit en ver
dwijnt de waarheid geheel.
En lóeli blijven de rechters overal maar
kalm op geluigenveiklaringen rechtspreken.
[Hoe zoo ligt nu de. vraag voor dc
lmnd hoe komt het, dat men onder deze
omstandigheden lor.h nog zoo betrekkelijk
weinig van „vergissingen" hooit?
Het zal wel daaraan liggen, dat do rech
ter zich in den regel een overtuiging vestigt
huilen hel gewone bewijsmateriaal om, dal
Zij zaten jn don tuin.Bona Yileliy,
do nog altijd mooie vrouw van een Hon
gaarschcn grootgrondbezitter, eivhaar nicht
Alangiita Vollmer, kapitein Meijer en di.
Midland.
Margita staarde mot groote oogen naai
den diepblairwon, met, sterren bezaaiden
hemel, die zwaar hing van Juli-warmle.
„Weel u wat ik graag wilde, granc
éénmaal zou willen? Do raadselen oplos
sen, lie in uw oogen wegschuilen," zei
haar zacht dr. Mailand.
AI aar zij verroerde zich niet. Even na
een poosje huiverde zij opeens heel zacht.
Kapitein Meijer had vluchligjes haar smalle
hand aangeroerd, diq slap een. halfverwelk
ie roos vasthield.
„Bella Donna I" noemde hij haar sleeds
om haar zwarte oogen, die als verboden
vruchten lot genot prikkelden.
Als in oen droom zag ze langs hem
heen, totdat haar blik aan dr. AI ail and's
gezicht zich vasthechtte, aan de fijne lijn
van hel profiel, die het Moeke, vergeeste
lijkte mamiongelaat begrensde. En plotse
ling, hccC sterk, ontvlamde ia haar den
Wensch hem liet Ie hebben en te mo
gen kussen. Voor den tw'eeden beer hui
verde zij. Aleijer streelde baar opnieuw, ter
hij ten. slotte op (olliieurso) aanwijzingen,
op bet gevoel dus, leehisprcekt. In den
regel heeft de heldring Je hel ten laste
gelegde werkelijk gedaan. Do lerec hi zitting
wordt dan veelal niets dan de formaliteit,
die het door de wet gevraagde bewijs moet
opleveren. Wilde men hij hol verzamelen
van dit bewijs-innleriaal werkelijk geheel
'objectie! te werk gaan, dan duurden de
reclitsziltingen tien maal zoo lang als zij
nu duren on dan zou niet de helft van liet
aantal thans veroordeelden werkelijk wor
den veroordeeld. Dan zoudden de meesie
getuigen overeenkomstig de bovenbedoel
de wetenschappelijke proeven de zotste
tegenstrijdigheden, beweren en daarmee
voortdurend slechts lum eigen onbetrouw-
lieid bewijzen.
Doch nu werden zij een handje geholpen.
De voorzitler suggereert hun iu negen van
de tien gevallen wal zij zeggen moeten.
Zij zeggen hun lesje goed op. En aan
de wel wordt voldaan.
Tloe nngewenschl deze mcihode ook op
zichzelf is, zij is ten slofte zoolang de
wet en de oulilleering der justitie niet
veranderd en verbeterd zijn, haast onmis
baar.
Doch juist daarom moeten de- regeling
van liet bewijs en de inrichting van de
opsporing van misdaden door de justitie
zoo spoedig mogelijk verbeterd worden.
Wanl in gevallen, die niet zoo eenvoudig
zijn, kan de hier gevolgde methode telkens
weer tot de ergerlijkste vergissingen leiden.
Dat is 1.1. Maandag weer eens heel kras
voor het Landgericht *5 to Berlijn gebleken.
Daar werd zekere Karl Treplow vervolgd
wegens mishandeling en huisvredebreuk, hl
oersLe instantie wa.s de man lot 9 weken
gevangenisslraf veroordeeld, nie, tegensta un
do hij beslist ontkende,
In lioogci' beroep kwamen de getuigen
weer htm lesje opzeggen. De mishandelde
herkende1 den beklaagde beslist. En toen
deze betoogde, dn! niel hij, Karl, maar
zijn broeder Ernsl wellicht de dader was,
kwam de mishandelde dadelijk met de ver
klaring, dat hij den beklaagde „Kuit" bid
hooien noemtn. Een vrouwelijke getuige
herkende den beklaagde ook en had nok
„Karl" liooren zoggen. Twee polilieagenlon
kwamen eveneens met de mees: pertinente
ve.i klaringen.
Eu zie, daar verandert ineens hel honeel,
als getuige a décharge komt eerst dei broe-
dor Verlellen, hal hij bet zelf, Ernst, en niel
Karl geweest is. Vervolgens bowijsl Karl
zijn alibi. En eindelijk Blijkt uit allerlei
andere»verklaringen, dat de vier eerste
goluigen volkomen fo goeder trouw maar
wat gezegd hadden.
[Hel is één geval uil vele. En wel blijkt
daaruit weer heel sterk, dal de wetgever
zich vergist hcefl, toen hij in allen ernsl
zooveel waarde hechtte aan getuigenissen,
dat hij dus zoo gauw mogelijn hel, wetboek
van strafverordening in overeenstemming
hoeft to brengen met deze psychologische
waarheden en dal men, waar voortaan het
zwaartepunt meer op aanwijzingen zal val
len, heeft le zorgen bekwame on good
geschoolde ambtenaren te hebben, die dit
bewijsinaleriaa! hebben op te sporen en
te verzamelen.
Dezo nieuwe bewijsmethode is ongetwij
feld duurder dan dn oude. Doch tegenover
de mogelijkheid van veigissing en hot groo
te belang der rechtszekerheid mag deze
duurte hier geen gewicht in de schaal
leggen.
is
De Duilsche journalislenvereeniging
beeft zich beziggehouden, met de ontwikke
ling van den journalis! en zich vierka.nl
uitgesproken legen vakscholen en tegen
journalistieke examens. Uitgaande van de
stelling, dat de journalistiek niet kan ge
leerd worden, indien men niel heslist jour-
nalislieken aanleg hcefl, wenschl deze ver-
eeniging dus slechts algemecne ontwikke
ling en vakontwikkeling (als volonjaii*) op4
de krant zelf.
Zij is niet oninteressant, deze slem uil
Duilsehlaiul, Allerceisl treffen rd de Ver-
om deeling van do vakschool, komend uit
dat land, en de afwijzing van de bemoeiing
van den slaat mei de journalistieke op
leiding. En dan is opmerkelijk de ver
klaring, dal. men alleen met een spechPen
aanleg journalist kan worden en hef vak-
alleen in de praktijk kan loeren.
Over hul geheel schijn! deze opvatting
ons juist, wanneer men zich op zuiver
jountalistisch slnndpunl- stelt. Toch heb
ben wij twee opmerkingen, lo. dat de
voorliet eidende algemecne ontwikkeling
mocielijk anders zal kunnen worden ver
U'egcn dan op speciaal daarvoor inge
richte instellingen; 2o. dat de staal, een
zóó enorm groot belang heeft hij het be
staan van oen goede en hoogstaande dag
bladpers, dat hij op den duur niet tijdelijk
zal kunnen blijven toezien en alles zal
moeien doen, wal in zijn macht is, om de
pers zoo goed mogelijk te doen zijn.
Onze eorsle sidling to bewijzen is niel
zoo heel mocielijk. Do algomceno ontwikke
ling, op Burgci school of Gymnasium ten
onzent verkregen en elders gaat het zeer
zeker net zoo is niet voldoende om den
journalist de minimum wetenschap hij te
brengen, die hij iu zijn vak noodig heeft.
Men dool hel er tegenwoordig veelal mee,
omdal hel in vele gevallen niet anders gaat,
doch i oldoende is deze opleiding niet. Jn
enkele vakken gaal men niet ver genoeg
en hef onderwijs is er uit den aard niet
encyclopdoJisch genoeg.
Eon journalist moet beter luien, nieuwe
geschiedenis, politieke geschiedenis, geogra
fie en economie, Ire ren, dan daar gebeuren
kan. Alaar bovendien moet hij in staat
zijn wat slualsrorhl en administratie recht te
Moren, moot hij wat encyclopaedic van
rechtswetenschappen, van militaire zaken
van bouwkunde en kunsten iiesludeeren
Het moot wat van scheepvaart enz., wat
wijl zij mei inspanning dc woorden van
AlaiUnul volgde.
„'Heefl u Aleijer we] eens hooren'spelen,
mevrouwmerkwaardig! Dan gaal men
werkelijk1 geloovcn, dal hij een zied hcefl,
dio men anders vaak mist, gegeven zijn
cgoïslisoho levensopvattingen.''
Had'die man heusch con ziel?" Alar-
gita Wendde zich naar hom om cn ont
moette twee gloeiende, vei langende oogen.
die haar gelieele persoon schenen te door
boren.
„Beha Donna cén kus hoor je
dat?" Mot bijna brutale opdringerigheid
bedelde hij om' de roodo lippen, waarop in
dat oogenblik een haast doodclijk lachje
speelde. Haastig stond, zij op cn rekte haar
jonge leden, waaromheen een zacdil-warme
atmosfeer hing.
zei ze Stil en ging naar
„Ik
huis.
hen koud,"
Den volgenden morgen bracht verfris-
schcndo afkoeling, ook in hol nog leege
Kurpark, Enkele schuwe zonnestraaltjes
kiekchoespelend achter het weelderig groen
van hoornen, vingen, in hun schijn de bloc
semkolken, waarin nog dauwdropjes als
lecre parels hingen.
Ahtrgita Vollmer behoorde Lol de vroe
gertjes; dr. Mailand eveneens cn eiken mor
gen vonden zij' elkaar geregeld bij het |ku
ren". Ook op dezen dag.
Mailand zag nu en dan naar het kin
derlijk geA'pmulo meisjesgezichtje aan zijn
van andero vervoermiddelen, van water
bouwkunde, enz. enz. weten, Jlij moet beter
kultuurgescbiedenis kennen dan dc burger
scholier of gymnasiast wij denken h.V.
aan de Italiaansche renaissance en beier
bijbelsch© geschiedenis.
Wanneer men de groote beteekenis van
do dagbladpers goed begrijpt, zal nmii moe
ten erkennen, dat dc bedoelde verruiming
an algemcenc ontwikkeling ztvr noodig
en dat die op den duur alleen goe.l te
krijgen is aan een zeer goed ingerichte
hoogcre school, dio aansluit op gymnasium
en burgerschool. En nu komt hol ons voor -
en hiermede komen wij tot onze tweede
stelling dat het op den weg van den
staat ligt zulk een school in tc richten.
De invloed van den dagbladschrijver op
de ontwikkeling van liet publiek is enorm
groot of wil men kan et norm groot
zijn. Hij kan meer goed (en meer kwaad")
doen dan welke onderwijzer of predikant
ook.
Ilct ligt dus voor do hand, dal zoo
men slechts mensclien met geijkte bekwaam
lieid tot de laatstgenoemde vakken toe
laai, liet van nog veel grooter belang is
do bekwaamheid van dc journalisten te
ijken.
Doch de staat komt daarbij voor heel
veel moeilijke problemen, samenhangend
met de zoo gewenschle algehoele onaflian
kelijkheid van de pers. AVal in deze richting
geprobeerd is, bleek nog steeds op teleur
stelling uit te loopen.
Zoo heeft men b.v. (hans in Illinois het
plan wij ontloenen dil bericht aan lie
Maandblad van den Ncdeiiandschen jotmm
listenkring om voor journalisten een vier
jarigen cursus aan een 'journalistenschool
verplichtend te stellen on hun daarna een
staatsexamen in kennis, karaktereigenschap
pen en moraliteitsgevoel af Ic nemen. De
bedoeling is daarbij zeker goed, doch di
examen lijkt een paskwil, niet alleen om
dat. karakter- on mornlileils examens op
zichzelf malligheid zijn, maar ook, omdat
oen staatsexamen in kennis vnor zulk een
vrij beroep, dat m zoo- nauwe aanraking
staat met (Ie politiek, zeer oitgcwenschl is.
fulusschen iets voor de goedheid dor
bedoeling gevoelen wij toch. En al zouden
wij voorioopig niets voor beroepsexamens
gevoelen, wel ineenen wij, dal het in de
eerste plaats op den weg van den staat
ligt om een goede propacdeutische ont
wikkeling van ('ten journalist mogelijk te
maken. Waar liet uit den aard der zaak
te veel geöischl is van welke voreeniging
ook om een geheel in to richten van zulke
encyclopaedische cursussen, waar zooveel
en zoo verschillende leerkrachten noodig
zullen zijn/ daar kan ook alleen de slaat
dit lol stand brengen.
Doch dit gebeure dan ook. AVant dal
hef hebben van de hesl mogelijke dag
bladpers voor eiken staal een. zaak van
onberekenbaar ^gro-ol belang is, kan zeker
wel niel tegengesproken worden.
Zoo er ooit spraice kan zijn van eén
nuttige university extension, dan is het
te
u moot ik, eens wat vragen?
zijde, Waarin dc groote, donkere oogen
als twee verdoolde sterren glinsterden. Was
hij niet bij haar, dan had hij steeds zoo
veel te praten,' maar in haar tegenwoordig
he id vond hij nooit hot juiste Woord; zij
liepen daardoor meestal zwijgend naast cl
kaar. Totdat jjona Vitcliy arriveerde. Atet
haar werd alles druk in hel kleine krin
gcljo, want zij verstond de kunsf allen
onderhouden, op geestige wijze.
Tilings riep z.Cj Alailand naast zich, nada,
allen gingen jziUen. In de nabijheid van
liet paviljoen Was hun gemeen,schappelijke
tafel, daar vandaan kon men de geheel
promenade overzien
„Doktert je
zei ze, hem lachend aanziende.
„Heel graag, mevrouw"-, antwoordde hij
dadelijk galant
„Zegt u mij eens kust u ook zoo
graag?"
Een gloeiend rood (rok over zij'n gczieihl.
„O ja heel graag, mevrouwtje."
„Alaar zelden?"
,,11 cel om aal niet."
„Tleelcmaal niet cn tvaarom rniol?
„Waarom niet?" Een smartelijke ernst
stak e.r in zijn donkeromvande oogen,
omdat ik niet mag. Ik ben immers ziek
- zou dat geen zonde zijn <nn in het
volle bewustzijn daarvan het todi te doen
Maar geloof mij, jk verga soms van ver
langen om gekust, te Worden door lippen
die niet hang voor mo zijn"'; daarbij keek
hier, waarop de journalisten de vanzelf
aangewezen organen voor deze extension
zullen zijn. i
hij naar Margita.
Zij beantwoordde zijn blik, open, zonder
vrees. In haar leefde immers haar liefde,
dio alles wil geven, niets vraagt. Zou zij
dien man zeggen, zéggen hoe innig zo hem
liefhad, al zon zij er ook door sterven
.Ta, d.oen zou zij dat. vandaag nog
neen dadelijkI
„Gita, kijk' eens daar verderop, rechts
van do bron. Aleijer verslindt je woei' eens
mot zijn blikken; hij' schijnt, een kleine
veelvraat te zijn", en Houa lachte, terwijl
Margita zwoeg.
„Ah, dat. treft mooi I"'
Atcl deze wioonlcn begrootte llona A it
chy kapitein Meijer, die juist dc lange allee
inging on. haar op haar weg kruiste.
,,.Ta, niel waar?"1 mi gracieus buklc hij
Sticti over haar vingertoppen, die hij naar
zijn mond bracht.
„Ja, w'ant u kunt mij een genoegen doen
en Gita naar huis begeleiden. Ik moet naar
't Lnhalatorium en wil haar liefst niet een
uur doen Vachten."
„Alaar, héél graag! lieve mevrouw Vit
cliy," en ieen lach vol verwachting gleed
over zjjn gezicht, terwijl Margita schuw
zich afweerde, met de woorden:
„Neen, neen, dal bchocR niel, ik vind
hel niets pm een bceljo le wachten..."
Alaar llona liet haar niet uitpraten. Mar
gita had nu en dan wat wonderlijke, ideeën
en Aleijer s'dheen haar 'do geschikte persoon
om liaar daarvan al tc brengen. Lachend
EEX Tl 5 LX FE EST Bf.T DE OUDE
EGYPTEXAREX.
KV ij weten, dal Egypte het wonderland
uit de oudheid b. De Griek who geschied-
sciu ijver Herodotus, die Egypte omstreeks
hel. ja.ir 450 v. Ctirislus bezocht en de
inMi witheid een be.-whrijv.ing heeft achter-
alen van de bevolking cn haar zeden,
vond, dat de oude Egyplenareu zich iu
elk opzicht van alle overige destijds be
kende volken onderscheidden en ten liui-
digeu dage. welen wij nog niet met zeker
heid, van welk ras zij eigenlijk waren.
Alleen kun geconstateerd worden, dat do
hoogere, klassen, priesters, krijgslieden en
edellieden tot een blanken, waarschijnlijk
uit Azië gekomen volksstam behoorden, ter
wijl de onaanzienlijken vermoedelijk Hande
len waren en. wat kleur en voorkomen
aangaat, tusschen de Coucasiërs en do ne-
geis stonden.
De geweldige bouwwerken der oudeEgyp-
tenaren, de pyramiden, sfinxen, tempels
en obelisken, welker bouwvallen ons nog
heden met verbazing en bewondering ver
vullen, wijzen opeen lioogen graad van be
schaving, en 'tis onbegrijpelijk, hoe het
mogelijk was- ze zonder hulp van de. ons
heden ten dage bekende machinerieën ten
uitvoer le brengen. Aan de verheven archi
tectuur beantwoordden, de goedgeordende
staatsinrichtingen, de rechtspleging, de
streng geregelde hiërarchie op" kerkelijk ge
bied, de hoogc stand der wetenschap, de
uitgebreide handel en de zorgvuldige bebou
wing van den dour de overstroomingen
van den Xijl vruchtbaar geworden grond.
Vreemd is het, dal zich onder dezo om
standigheden liet vooroordeel kan vestigen,
dat hel leven van liet oude Egypte eento
nig en sombei' zou zijn geweesl, een voor-
urn doel, dal eerst in den laatsten tijd door
ontcijfering van 1 alrijke hierugiyphen en pa-
pyiushnndschriflen is weggenomen. KV ij we
len nu. dat de oude 'Egyplenaren een op-
geuiimd volk wnieu, dat de welgesteklcn
ui ruime, goed ingerichte lunzen woonden,
dal hum van allerlei vermakelijkheden hield
en dat. hij gaslmalen en gezellige bijoonkom-
slcn luxe van alleihandc soort heerschte.
De edellieden en rijken bezaten, behalve
hun paleizen in de stad, prachtige 'land
goederen, waar'men evenals in Griekenland,
den zomer onder allerlei verstrooiingen
doorbiacld, spelen en tuinfeesten organi
seerde en 'hef genoegen aan tafel met zang
en dans verhoogde. Natuurlijk werd die
muziek niet gemaakt door de voornamen en
vrijen zelf, maar word deze taak opgedra
gen aan do staven cn slavinnen, en men
danste ook niet op onze manier. Zeli's
nu nog 'is in liet geheelc Oosten het dan
sen een vermaak, dal den vrije onwaardig
is, maar hij geen feest mochten de door
de slaven uitgevoerde danspan!omimes onl-
breken, die begeleid werden (loor hand
geklap cn het. geluid van dc destijds be
slaande snaarinstrumenten. Gedurende die
paiitomines gingen 'Xubisfhe slaven rond
om wijn en vcrverschingen te prcsentecron.
nam zij afscheid Van de twee, die langzaam
de terugwandeling ondernamen. Alargila
liep als in een droom naast Aleijer verier.
Een sterke ontroering had zicth van haar
meester gemaakt, dio zij tevergeefs trachtte
te overmeesteren. En plotseling schoot hel
door haar brein: „wal wil deze man eigen
lijk van mij1?"' Alaar hij onderbrak n U
haar gedachtengang,
„Bella DonnaI"1 Afol één armbeweging
greep hij haar vast, en kliste haar oogen,
haar lippen, die zij hem geweigerd In I.
„Belli Donna, je hebt. mij dol gemaakt
met je oogen, weet, je dal wel?"
Zij week terug, diepe afschuw lag m
op haar gezicht.
„Raak mij niet aan!"Zij srhre w, le het
bijna uit, bevend over baar i;.-beeld
I 1
'weMigl hartstocht
Iteiif geweken en
eurstelling was er
lichaam
„Bella Donna!"' De p
van zooeven was uil
slechts oen machtige p
van over. „Zal ik je dan nooit, meer te
rugzien?"'
„Noen, nooit 1"' Eu zonder hem verder
aan le zien, liep zo langs hem heen naar
huis.
Toon zij eenigo dagen later voor het
eerst Veer naar de Promenade ging, kwam
Dr. Alailand haar reeds hgewoel.
Eindelijk! Waarom well u mij zoolang
laten wachten?", vroeg hij haar. Een bui
tengewoon diepe klank van ver-wijl hg w ju
zijn woorden en sprak er uit zijn melan-