66"* Jaargang. Zaterdag 7 Juni 1913, I Berde Blad, Wat bewijzen getuigen? f an hen, die om liefde bedelen r i Frasiisclie „uiilvBrsiiBifsuÉreitfinf. •«y. ^k: f Is 'f Bi1 p „Doktertje?" ALLERLEI. Dezo courant verschijnt d ag c 1 ij k s, met uitzondering van Zon- cn Feestdagen,. Trijs per kwartaal; .Voor Schiedam en Klaardingen fl. 1.25, franco per post fl. 1.65. "Prijs per'weck: .Voor Schiodam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen.- Advertcntiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uu: aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Huren No. 141 (hoek Korte Ilaren). W/af kr., Prijs der Adv er tentiën": Kan 16 regels f 10.92; iedere regel meer, 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen, Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden, tarieven hiervan zijn gratis aan bet Bureau te bekomen. In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen,- worden zoogenaamde kleine advertcntiën opgenomen tot den prijs van '40 cents per advertentie; bij vooruitbetaling aan hot Bureau te voldoen; Intercommunale Telefoon No. 103. Zeer terecht wordt heel veel geklaagd over den langzame» gang vier wetgeving en veel kwaad wordt door die langzaamheid veroorzaak!. Kiel in alle gevallen is die langzaamheid cchler zonder meer een kwaad. Werkte de wellcnmadiinc a la minute, clan zou er veel medewerk lot stand komen, dan zou den veel blroumingon van den dag een uitdrukking gevonden hebben iu de wet geving, waardoor men Jaler moeilijkheden Zou hebben Runnen krijgen. Speciaal bij diep in het dagelijkse!} leven ingrijpende wc-lten als b.v. de regeling van hel huwe- lijk.srechl in liet \Y., L; het wel eens gelukkig gebleken, dat wijzigingen niet zoo gemakkelijk tol stand komen. Doch over liet geheel is die langzaamheid toch oen kwaad, F.n zij wprdl een groot kwaad, als de wet uitgaat, niet alleen van opvat tingen^ welke niet meer modern zijn, maar van feilen, die onjuist zijn gebleken. Zoo is het met onze strafreclitsbedceling en het geiuigenbuwijs,. Uo praktijk' van ons stralrecht rust op het geliiigonbewijs. Twee getuigen, die iels hebben waargenomen en van die waarneming getuigen, wat wil men nu zekerder hebben! Aldus rlc grond leggers van het moderne strafproces. Geen wonder dus dat liet Wetboek van Straf vordering, als het aan het opsommen vier wettige bewijsmiddelen gaat, begint met het bewijs door getuigen. En nu heeft vle wetgever wel het idee gehad, dat dil bewijs nooit absoluut mag gelden, doch het blijkt toch wol ni.r, alles, dat hij aan deze getui genissen do allergrootste waarde hecht. En zie wal leert nu de moderne psy chologie op onwraakbare wijze? Dat zelfs in de gunstigste omstandigheden do hesl tot. liet objee.tivceren in skaat zijnde geesten .getuigenissen afleggen, die kan}, noch ,wnl raken en hoogde»! bewijzen, dal zekerheid uil getuigenissen nooit of te nimmer Ie verkrijgen is. Alen kent de proeven, die hoiliaaldelijk in eenvoudige gevallen mei beschaafde inen- sclien genomen zijn en die altijd weer het zelfde loerendat "de normale mensch bui ten elke gemoedsaandoening in de grootste kalmte bui ten gewoon slecht observeert. Dient men bij de proef eenigc gemoedsaan doening toe, dan verdrijft men onmiddel lijk de laatste rest van objectiviteit en ver dwijnt de waarheid geheel. En lóeli blijven de rechters overal maar kalm op geluigenveiklaringen rechtspreken. [Hoe zoo ligt nu de. vraag voor dc lmnd hoe komt het, dat men onder deze omstandigheden lor.h nog zoo betrekkelijk weinig van „vergissingen" hooit? Het zal wel daaraan liggen, dat do rech ter zich in den regel een overtuiging vestigt huilen hel gewone bewijsmateriaal om, dal Zij zaten jn don tuin.Bona Yileliy, do nog altijd mooie vrouw van een Hon gaarschcn grootgrondbezitter, eivhaar nicht Alangiita Vollmer, kapitein Meijer en di. Midland. Margita staarde mot groote oogen naai den diepblairwon, met, sterren bezaaiden hemel, die zwaar hing van Juli-warmle. „Weel u wat ik graag wilde, granc éénmaal zou willen? Do raadselen oplos sen, lie in uw oogen wegschuilen," zei haar zacht dr. Mailand. AI aar zij verroerde zich niet. Even na een poosje huiverde zij opeens heel zacht. Kapitein Meijer had vluchligjes haar smalle hand aangeroerd, diq slap een. halfverwelk ie roos vasthield. „Bella Donna I" noemde hij haar sleeds om haar zwarte oogen, die als verboden vruchten lot genot prikkelden. Als in oen droom zag ze langs hem heen, totdat haar blik aan dr. AI ail and's gezicht zich vasthechtte, aan de fijne lijn van hel profiel, die het Moeke, vergeeste lijkte mamiongelaat begrensde. En plotse ling, hccC sterk, ontvlamde ia haar den Wensch hem liet Ie hebben en te mo gen kussen. Voor den tw'eeden beer hui verde zij. Aleijer streelde baar opnieuw, ter hij ten. slotte op (olliieurso) aanwijzingen, op bet gevoel dus, leehisprcekt. In den regel heeft de heldring Je hel ten laste gelegde werkelijk gedaan. Do lerec hi zitting wordt dan veelal niets dan de formaliteit, die het door de wet gevraagde bewijs moet opleveren. Wilde men hij hol verzamelen van dit bewijs-innleriaal werkelijk geheel 'objectie! te werk gaan, dan duurden de reclitsziltingen tien maal zoo lang als zij nu duren on dan zou niet de helft van liet aantal thans veroordeelden werkelijk wor den veroordeeld. Dan zoudden de meesie getuigen overeenkomstig de bovenbedoel de wetenschappelijke proeven de zotste tegenstrijdigheden, beweren en daarmee voortdurend slechts lum eigen onbetrouw- lieid bewijzen. Doch nu werden zij een handje geholpen. De voorzitler suggereert hun iu negen van de tien gevallen wal zij zeggen moeten. Zij zeggen hun lesje goed op. En aan de wel wordt voldaan. Tloe nngewenschl deze mcihode ook op zichzelf is, zij is ten slofte zoolang de wet en de oulilleering der justitie niet veranderd en verbeterd zijn, haast onmis baar. Doch juist daarom moeten de- regeling van liet bewijs en de inrichting van de opsporing van misdaden door de justitie zoo spoedig mogelijk verbeterd worden. Wanl in gevallen, die niet zoo eenvoudig zijn, kan de hier gevolgde methode telkens weer tot de ergerlijkste vergissingen leiden. Dat is 1.1. Maandag weer eens heel kras voor het Landgericht *5 to Berlijn gebleken. Daar werd zekere Karl Treplow vervolgd wegens mishandeling en huisvredebreuk, hl oersLe instantie wa.s de man lot 9 weken gevangenisslraf veroordeeld, nie, tegensta un do hij beslist ontkende, In lioogci' beroep kwamen de getuigen weer htm lesje opzeggen. De mishandelde herkende1 den beklaagde beslist. En toen deze betoogde, dn! niel hij, Karl, maar zijn broeder Ernsl wellicht de dader was, kwam de mishandelde dadelijk met de ver klaring, dat hij den beklaagde „Kuit" bid hooien noemtn. Een vrouwelijke getuige herkende den beklaagde ook en had nok „Karl" liooren zoggen. Twee polilieagenlon kwamen eveneens met de mees: pertinente ve.i klaringen. Eu zie, daar verandert ineens hel honeel, als getuige a décharge komt eerst dei broe- dor Verlellen, hal hij bet zelf, Ernst, en niel Karl geweest is. Vervolgens bowijsl Karl zijn alibi. En eindelijk Blijkt uit allerlei andere»verklaringen, dat de vier eerste goluigen volkomen fo goeder trouw maar wat gezegd hadden. [Hel is één geval uil vele. En wel blijkt daaruit weer heel sterk, dal de wetgever zich vergist hcefl, toen hij in allen ernsl zooveel waarde hechtte aan getuigenissen, dat hij dus zoo gauw mogelijn hel, wetboek van strafverordening in overeenstemming hoeft to brengen met deze psychologische waarheden en dal men, waar voortaan het zwaartepunt meer op aanwijzingen zal val len, heeft le zorgen bekwame on good geschoolde ambtenaren te hebben, die dit bewijsinaleriaa! hebben op te sporen en te verzamelen. Dezo nieuwe bewijsmethode is ongetwij feld duurder dan dn oude. Doch tegenover de mogelijkheid van veigissing en hot groo te belang der rechtszekerheid mag deze duurte hier geen gewicht in de schaal leggen. is De Duilsche journalislenvereeniging beeft zich beziggehouden, met de ontwikke ling van den journalis! en zich vierka.nl uitgesproken legen vakscholen en tegen journalistieke examens. Uitgaande van de stelling, dat de journalistiek niet kan ge leerd worden, indien men niel heslist jour- nalislieken aanleg hcefl, wenschl deze ver- eeniging dus slechts algemecne ontwikke ling en vakontwikkeling (als volonjaii*) op4 de krant zelf. Zij is niet oninteressant, deze slem uil Duilsehlaiul, Allerceisl treffen rd de Ver- om deeling van do vakschool, komend uit dat land, en de afwijzing van de bemoeiing van den slaat mei de journalistieke op leiding. En dan is opmerkelijk de ver klaring, dal. men alleen met een spechPen aanleg journalist kan worden en hef vak- alleen in de praktijk kan loeren. Over hul geheel schijn! deze opvatting ons juist, wanneer men zich op zuiver jountalistisch slnndpunl- stelt. Toch heb ben wij twee opmerkingen, lo. dat de voorliet eidende algemecne ontwikkeling mocielijk anders zal kunnen worden ver U'egcn dan op speciaal daarvoor inge richte instellingen; 2o. dat de staal, een zóó enorm groot belang heeft hij het be staan van oen goede en hoogstaande dag bladpers, dat hij op den duur niet tijdelijk zal kunnen blijven toezien en alles zal moeien doen, wal in zijn macht is, om de pers zoo goed mogelijk te doen zijn. Onze eorsle sidling to bewijzen is niel zoo heel mocielijk. Do algomceno ontwikke ling, op Burgci school of Gymnasium ten onzent verkregen en elders gaat het zeer zeker net zoo is niet voldoende om den journalist de minimum wetenschap hij te brengen, die hij iu zijn vak noodig heeft. Men dool hel er tegenwoordig veelal mee, omdal hel in vele gevallen niet anders gaat, doch i oldoende is deze opleiding niet. Jn enkele vakken gaal men niet ver genoeg en hef onderwijs is er uit den aard niet encyclopdoJisch genoeg. Eon journalist moet beter luien, nieuwe geschiedenis, politieke geschiedenis, geogra fie en economie, Ire ren, dan daar gebeuren kan. Alaar bovendien moet hij in staat zijn wat slualsrorhl en administratie recht te Moren, moot hij wat encyclopaedic van rechtswetenschappen, van militaire zaken van bouwkunde en kunsten iiesludeeren Het moot wat van scheepvaart enz., wat wijl zij mei inspanning dc woorden van AlaiUnul volgde. „'Heefl u Aleijer we] eens hooren'spelen, mevrouwmerkwaardig! Dan gaal men werkelijk1 geloovcn, dal hij een zied hcefl, dio men anders vaak mist, gegeven zijn cgoïslisoho levensopvattingen.'' Had'die man heusch con ziel?" Alar- gita Wendde zich naar hom om cn ont moette twee gloeiende, vei langende oogen. die haar gelieele persoon schenen te door boren. „Beha Donna cén kus hoor je dat?" Mot bijna brutale opdringerigheid bedelde hij om' de roodo lippen, waarop in dat oogenblik een haast doodclijk lachje speelde. Haastig stond, zij op cn rekte haar jonge leden, waaromheen een zacdil-warme atmosfeer hing. zei ze Stil en ging naar „Ik huis. hen koud," Den volgenden morgen bracht verfris- schcndo afkoeling, ook in hol nog leege Kurpark, Enkele schuwe zonnestraaltjes kiekchoespelend achter het weelderig groen van hoornen, vingen, in hun schijn de bloc semkolken, waarin nog dauwdropjes als lecre parels hingen. Ahtrgita Vollmer behoorde Lol de vroe gertjes; dr. Mailand eveneens cn eiken mor gen vonden zij' elkaar geregeld bij het |ku ren". Ook op dezen dag. Mailand zag nu en dan naar het kin derlijk geA'pmulo meisjesgezichtje aan zijn van andero vervoermiddelen, van water bouwkunde, enz. enz. weten, Jlij moet beter kultuurgescbiedenis kennen dan dc burger scholier of gymnasiast wij denken h.V. aan de Italiaansche renaissance en beier bijbelsch© geschiedenis. Wanneer men de groote beteekenis van do dagbladpers goed begrijpt, zal nmii moe ten erkennen, dat dc bedoelde verruiming an algemcenc ontwikkeling ztvr noodig en dat die op den duur alleen goe.l te krijgen is aan een zeer goed ingerichte hoogcre school, dio aansluit op gymnasium en burgerschool. En nu komt hol ons voor - en hiermede komen wij tot onze tweede stelling dat het op den weg van den staat ligt zulk een school in tc richten. De invloed van den dagbladschrijver op de ontwikkeling van liet publiek is enorm groot of wil men kan et norm groot zijn. Hij kan meer goed (en meer kwaad") doen dan welke onderwijzer of predikant ook. Ilct ligt dus voor do hand, dal zoo men slechts mensclien met geijkte bekwaam lieid tot de laatstgenoemde vakken toe laai, liet van nog veel grooter belang is do bekwaamheid van dc journalisten te ijken. Doch de staat komt daarbij voor heel veel moeilijke problemen, samenhangend met de zoo gewenschle algehoele onaflian kelijkheid van de pers. AVal in deze richting geprobeerd is, bleek nog steeds op teleur stelling uit te loopen. Zoo heeft men b.v. (hans in Illinois het plan wij ontloenen dil bericht aan lie Maandblad van den Ncdeiiandschen jotmm listenkring om voor journalisten een vier jarigen cursus aan een 'journalistenschool verplichtend te stellen on hun daarna een staatsexamen in kennis, karaktereigenschap pen en moraliteitsgevoel af Ic nemen. De bedoeling is daarbij zeker goed, doch di examen lijkt een paskwil, niet alleen om dat. karakter- on mornlileils examens op zichzelf malligheid zijn, maar ook, omdat oen staatsexamen in kennis vnor zulk een vrij beroep, dat m zoo- nauwe aanraking staat met (Ie politiek, zeer oitgcwenschl is. fulusschen iets voor de goedheid dor bedoeling gevoelen wij toch. En al zouden wij voorioopig niets voor beroepsexamens gevoelen, wel ineenen wij, dal het in de eerste plaats op den weg van den staat ligt om een goede propacdeutische ont wikkeling van ('ten journalist mogelijk te maken. Waar liet uit den aard der zaak te veel geöischl is van welke voreeniging ook om een geheel in to richten van zulke encyclopaedische cursussen, waar zooveel en zoo verschillende leerkrachten noodig zullen zijn/ daar kan ook alleen de slaat dit lol stand brengen. Doch dit gebeure dan ook. AVant dal hef hebben van de hesl mogelijke dag bladpers voor eiken staal een. zaak van onberekenbaar ^gro-ol belang is, kan zeker wel niel tegengesproken worden. Zoo er ooit spraice kan zijn van eén nuttige university extension, dan is het te u moot ik, eens wat vragen? zijde, Waarin dc groote, donkere oogen als twee verdoolde sterren glinsterden. Was hij niet bij haar, dan had hij steeds zoo veel te praten,' maar in haar tegenwoordig he id vond hij nooit hot juiste Woord; zij liepen daardoor meestal zwijgend naast cl kaar. Totdat jjona Vitcliy arriveerde. Atet haar werd alles druk in hel kleine krin gcljo, want zij verstond de kunsf allen onderhouden, op geestige wijze. Tilings riep z.Cj Alailand naast zich, nada, allen gingen jziUen. In de nabijheid van liet paviljoen Was hun gemeen,schappelijke tafel, daar vandaan kon men de geheel promenade overzien „Doktert je zei ze, hem lachend aanziende. „Heel graag, mevrouw"-, antwoordde hij dadelijk galant „Zegt u mij eens kust u ook zoo graag?" Een gloeiend rood (rok over zij'n gczieihl. „O ja heel graag, mevrouwtje." „Alaar zelden?" ,,11 cel om aal niet." „Tleelcmaal niet cn tvaarom rniol? „Waarom niet?" Een smartelijke ernst stak e.r in zijn donkeromvande oogen, omdat ik niet mag. Ik ben immers ziek - zou dat geen zonde zijn <nn in het volle bewustzijn daarvan het todi te doen Maar geloof mij, jk verga soms van ver langen om gekust, te Worden door lippen die niet hang voor mo zijn"'; daarbij keek hier, waarop de journalisten de vanzelf aangewezen organen voor deze extension zullen zijn. i hij naar Margita. Zij beantwoordde zijn blik, open, zonder vrees. In haar leefde immers haar liefde, dio alles wil geven, niets vraagt. Zou zij dien man zeggen, zéggen hoe innig zo hem liefhad, al zon zij er ook door sterven .Ta, d.oen zou zij dat. vandaag nog neen dadelijkI „Gita, kijk' eens daar verderop, rechts van do bron. Aleijer verslindt je woei' eens mot zijn blikken; hij' schijnt, een kleine veelvraat te zijn", en Houa lachte, terwijl Margita zwoeg. „Ah, dat. treft mooi I"' Atcl deze wioonlcn begrootte llona A it chy kapitein Meijer, die juist dc lange allee inging on. haar op haar weg kruiste. ,,.Ta, niel waar?"1 mi gracieus buklc hij Sticti over haar vingertoppen, die hij naar zijn mond bracht. „Ja, w'ant u kunt mij een genoegen doen en Gita naar huis begeleiden. Ik moet naar 't Lnhalatorium en wil haar liefst niet een uur doen Vachten." „Alaar, héél graag! lieve mevrouw Vit cliy," en ieen lach vol verwachting gleed over zjjn gezicht, terwijl Margita schuw zich afweerde, met de woorden: „Neen, neen, dal bchocR niel, ik vind hel niets pm een bceljo le wachten..." Alaar llona liet haar niet uitpraten. Mar gita had nu en dan wat wonderlijke, ideeën en Aleijer s'dheen haar 'do geschikte persoon om liaar daarvan al tc brengen. Lachend EEX Tl 5 LX FE EST Bf.T DE OUDE EGYPTEXAREX. KV ij weten, dal Egypte het wonderland uit de oudheid b. De Griek who geschied- sciu ijver Herodotus, die Egypte omstreeks hel. ja.ir 450 v. Ctirislus bezocht en de inMi witheid een be.-whrijv.ing heeft achter- alen van de bevolking cn haar zeden, vond, dat de oude Egyplenareu zich iu elk opzicht van alle overige destijds be kende volken onderscheidden en ten liui- digeu dage. welen wij nog niet met zeker heid, van welk ras zij eigenlijk waren. Alleen kun geconstateerd worden, dat do hoogere, klassen, priesters, krijgslieden en edellieden tot een blanken, waarschijnlijk uit Azië gekomen volksstam behoorden, ter wijl de onaanzienlijken vermoedelijk Hande len waren en. wat kleur en voorkomen aangaat, tusschen de Coucasiërs en do ne- geis stonden. De geweldige bouwwerken der oudeEgyp- tenaren, de pyramiden, sfinxen, tempels en obelisken, welker bouwvallen ons nog heden met verbazing en bewondering ver vullen, wijzen opeen lioogen graad van be schaving, en 'tis onbegrijpelijk, hoe het mogelijk was- ze zonder hulp van de. ons heden ten dage bekende machinerieën ten uitvoer le brengen. Aan de verheven archi tectuur beantwoordden, de goedgeordende staatsinrichtingen, de rechtspleging, de streng geregelde hiërarchie op" kerkelijk ge bied, de hoogc stand der wetenschap, de uitgebreide handel en de zorgvuldige bebou wing van den dour de overstroomingen van den Xijl vruchtbaar geworden grond. Vreemd is het, dal zich onder dezo om standigheden liet vooroordeel kan vestigen, dat hel leven van liet oude Egypte eento nig en sombei' zou zijn geweesl, een voor- urn doel, dal eerst in den laatsten tijd door ontcijfering van 1 alrijke hierugiyphen en pa- pyiushnndschriflen is weggenomen. KV ij we len nu. dat de oude 'Egyplenaren een op- geuiimd volk wnieu, dat de welgesteklcn ui ruime, goed ingerichte lunzen woonden, dal hum van allerlei vermakelijkheden hield en dat. hij gaslmalen en gezellige bijoonkom- slcn luxe van alleihandc soort heerschte. De edellieden en rijken bezaten, behalve hun paleizen in de stad, prachtige 'land goederen, waar'men evenals in Griekenland, den zomer onder allerlei verstrooiingen doorbiacld, spelen en tuinfeesten organi seerde en 'hef genoegen aan tafel met zang en dans verhoogde. Natuurlijk werd die muziek niet gemaakt door de voornamen en vrijen zelf, maar word deze taak opgedra gen aan do staven cn slavinnen, en men danste ook niet op onze manier. Zeli's nu nog 'is in liet geheelc Oosten het dan sen een vermaak, dal den vrije onwaardig is, maar hij geen feest mochten de door de slaven uitgevoerde danspan!omimes onl- breken, die begeleid werden (loor hand geklap cn het. geluid van dc destijds be slaande snaarinstrumenten. Gedurende die paiitomines gingen 'Xubisfhe slaven rond om wijn en vcrverschingen te prcsentecron. nam zij afscheid Van de twee, die langzaam de terugwandeling ondernamen. Alargila liep als in een droom naast Aleijer verier. Een sterke ontroering had zicth van haar meester gemaakt, dio zij tevergeefs trachtte te overmeesteren. En plotseling schoot hel door haar brein: „wal wil deze man eigen lijk van mij1?"' Alaar hij onderbrak n U haar gedachtengang, „Bella DonnaI"1 Afol één armbeweging greep hij haar vast, en kliste haar oogen, haar lippen, die zij hem geweigerd In I. „Belli Donna, je hebt. mij dol gemaakt met je oogen, weet, je dal wel?" Zij week terug, diepe afschuw lag m op haar gezicht. „Raak mij niet aan!"Zij srhre w, le het bijna uit, bevend over baar i;.-beeld I 1 'weMigl hartstocht Iteiif geweken en eurstelling was er lichaam „Bella Donna!"' De p van zooeven was uil slechts oen machtige p van over. „Zal ik je dan nooit, meer te rugzien?"' „Noen, nooit 1"' Eu zonder hem verder aan le zien, liep zo langs hem heen naar huis. Toon zij eenigo dagen later voor het eerst Veer naar de Promenade ging, kwam Dr. Alailand haar reeds hgewoel. Eindelijk! Waarom well u mij zoolang laten wachten?", vroeg hij haar. Een bui tengewoon diepe klank van ver-wijl hg w ju zijn woorden en sprak er uit zijn melan-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1913 | | pagina 9