velen. Hij begon lastig to worden, ^aar-
om zijn ooms hom oen waarschuwenden
duw toedienden. Hierdoor ontstemd, knielde
het ventje en heet zijn beide ooms in
do kuilen, niet uit een grapje, inaar zoo
hard, dat do hoeren mooito hadden het
niet van pijn uit lo schreeuwen.
t INVLOED- VAN VERSCHILLENDE
SPIJZEN.
De invloed der dranken op do menschen
is voldoende Lekend; daarentegen worden
do invloeden, die vast voedsel op ons
lichaam, ons temperament, onzen geest en
ons gemoed hebben, niot opgemerkt.
Mot recht wordt beweerd, d«£ iedere
hoeveelheid alcohol al is het maar één
tong het kind schadelijk kan worden;
toch verzot er zich niemand togen, als
kinderen, vooral meisjes, hun zakgeld be
steden aan arakboonon en andere met li
keuren gevuldo pralines, om door zulko
zoet© snoeperijen zeker bedwelmend gevoel
to veroorzaken.
Er zijn kinderen, dio dagelijks met punch
gevulde zoetigheden (punchtaartjos en cho-
coladoboonon vóór alles) snoepen en op
deze wijze in den loop van een jaar een
aanzienlijke hoeveelheid spiritualiën ge
bruiken.
Dit geval toont aan, dat hot goraden
is, ook den vasten voedings- en genotmid
delen met betrekking tot hun uitwerking
op het lichaam, aandacht te schenken.
Het is aan geen twijfel onderhevig, dat
ieder gerecht zekeren invloed op ons uit
oefent en niet alleen op ons lichaam. Niet
minder dan bij dranken, hoewel minder
intensief, brengt het genot vim vaste voe
dingsstoffen andere schommelingen van het
temperament en het gemoed in ons voort.
Do uitwerking der dranken op de men
schen kunnen wij mot de overmatige hitte
van een ijzeren oven vergelijken, terwijl
de invloed van vaste spijzen do zachtere
warmte van een vulkachel gelijkt.
Of zich nu in een spijs alcohol bevindt
of niet, of zij droog of in vloeibaren toe
stand genoten-wordt haar invloed blijft:
vóór den maaltijd zijn wij in verschillen
de opzichten anders dan daarna.
Hot beste kunnen schrijvers, dichters,
componisten, beeldhouwers, schilders enz.
de uitwerking van het dagolijksche voed
sel op lichaam en geest nagaan.
Zijn er kortere werken af te maken, dan
zorgt nienig kunstenaar cr voor, deze niet
door een middagmaaltje te onderbreken.
Na hot eten hebben zich de stemmingen
der ziel zóó gewijzigd, dat het moeilijk
valt, de eigenaardigheden van het begon
nen werk voort te zetten, d. w. z. er
zich weer in te denken; zoo loopt het
dikwijls geheel anders uit en dikwijls niet
beter dan men voornemens was.
Men kan gerust zeggen, zekere stem
mingen van lichaam en ziel grondvesten
zich op een ledige of volle maag, en
evonzoo kan men het feit vaststellen, dat
iedere spijs ook afzonderlijk op zichzelf,
zekeren invloed uitoelent. Tegenzin, waai -
op zeer aangename gewaarwordingen vol
gen, treden bijv. hij het genot van rnelk-
rijst op, terwijl peulvruchten op den laten
namiddag licht mismoedig stommen, later
echter een gevoel van kracht opwekken.
Gestoofde pruimen brengen dikwijls zekere
onbehagelijkheid teweeg, evenzoo het ge
bruik van vette spijzen. Zenuwachtig maakt
goukseh. Gebraden gans en haas moeten
verdrietigheid aankweeken, evenzoo lever,
oesters en paling.
Van aangenamer soort zijn de uitwer
kingen van biefstuk. Zeer verschillend vcr-
toonen zich appelmoes en selderiesalade
in haar invloed op lichaam eri geest.Beide
moeten de gedachten scherpen, maar niet
altijd aangename gevoelens achterlaten. In
,zcor ergerlijke stemming brengt kornkom-
meisla, zij moei, evenals gonlasch, den
„satirischen ader" opwekken. Hetzelfde
geldt voor ongebakken brood.
Men ziet hieruit, dat het 'dikwijls aan
gehaalde woord: „de mensch is dat, wat
hij eet", een goeden grond heeft. Wel
licht komt er eens een tijd, waarin niet
alleen het handschrift, maar ook de spijs-
En allen zijn zoo lief voor mij, en ik
dans zoo graag, en ik hoor zoo graag
mijn naam op ieders mond. Thuis is alles
schameltjes en doodeenvoudig, en ik kan
niet meer buiten het andere. En ook,
haar oogen werden vochtig, twee groole,
heldere tranen gleden langzaam over ham-
wangen, hoewel geen trilling der lippen ver
ried, dat zij schreide, en ook soms
kan iets hooi liefs en weeks mijn doel zijn!
O, denk niet verkeerd over mij, maar
een enkelen keer eon warmen, verstolen
handdruk, een enkele maal een tinteling
in lieve oogen, en eens een kus, dat
alles geeft dit leven kleur; daarom hang
ik eraan, kan ik ar nog niet van scheiden."
„Maar, halo, juffrouw llertie, om 's he
melswil, waar blijft u toch?"- klonk het
vanuit een andere kamer, en ii de lijst
der deur verschenen twee jonge luitenants.
„Wij zoeken u overal, dadelijk begint er
ecu nieuwe dausl"
„Ik kom, ik kom hoor," riep juffrouw
liertic vol animo. Zij sprong op, schikte
haar japonnetje teiecht, alsof zij het las
tige en bezwarende meteen van zich af
tikte. Haar oogen straalden, haar mond
lachte, met ©enigszins uitdagende gratie
gleed zij haar arm in die der beide hceren.
„Dien gezelligen, nieuwen dans zoudt u zon
der mij dansen'? Nu nog mooier!"
Lachend trok zij do lieeren mee weg,
alsof zij, togen haar wil, door mij was
kaart (lijst van Revolingsspijzén) vair een
mensch als sleutel zijner karakter-eigen
schappen gebruikt kan worden. Do lievo-
lings- en nationalo spijzen laten immers
reeds hot temperament van een vplk be
palen. Denkers houden van alles wat zuur
is. Do vurigo Hongaar dweept met gepe
perde goulasch, den Engelschman karak-
teriseert zijn nuchtere biefstuk, den Ita
liaan zijn macaroni.
En beschouwen ivtf nu do lievolingsspij-
zen van beroemde mannen 1 Klopstok hield
van trufWö', Schiller at mot voorliefde niet
al to zoute ham. Kant en Lossing dweep
ten mot zure linzen, de weokclijko Hen
drik III van Frankrijk begunstigde meloe
nen cn zoete wijnen, do Engclsche dich
ter Pope hield van alles wat gepeperd
was, Bismarck gaf vóór alles do voorkeur
aan het echt Duitsche Ruchelstoiner vleesch
en de goede, vroolijke Wioland stal zijn
vrouw de koeken uit do kast.
BENUT DEN TIJD.
Voor den vlijtige heeft do dag 48 uur,
kan een ieder opmerken, die zich den tijd,
welke ons met eiken dag gegeven wordt,
ten nutte maakt. Jan Gootho, die een
meester was in do verdooliug van zijn tijd,
wordt verhaald, dat hij zich reeds van
jongs af aan gewond had, binnen
een bepaald tijdsverloop een dag voor re
gelen en opruimen te houden. Uit de las
tige splitsing van den tijd, waarover hij
als staatsminister van Weimar dikwijls
klaagt, wist hij zich in later jaren door
een strenge indeeling der dagaren, dat
gene te verrichten, wat -hij ons als zijn
levenswerk nagelaten heeft. Hij was in den
eigenlijken zin des woords oen „optimist
van het uur", en als zoodanig kan hij
zich ook op zijn ouden dag tot hen wen
den, die over do kortheid van een men-
schcnleven klagen. Men zegt': „de levens
tijd is kort, maar de mensch kan veel
volbrengen, zoo hij den tijd slechts goed
benut. Do dag is eindeloos lang, dc mensch
kan ongelooflijk veel doen, wanneer men
den tijd weet te verdoelen en ham niet
met louter kleinigheden zoek brengt,"
Dit „juist benutten" in den zin, waarin
Goethe het bedoelt, is daarbij ook nog
een nehcel ander benutten, dan het be
steden van den tijd in onze dagen, welke
men maar al te dikwijls een rooftocht zou
kunnen noemen, dien men met den tijd
drijft.
Slechts waarachtig groote menschen ge
voelen zich verantwoordelijk voor elk uur
huns levens en deelen hun tijd daarmede
overeenstemmend, in. Maar bij een terug
blik op het benutten van onzen tijd, moe
ten wij de woorden, welke Goethe aim
zijn vriendin, mevrouw von Ste-in, schreef,
tot de onze makend: „Ik vraag God, dat
hij mij iederen dag huishoudelijke!- make."
Zijn wij met onzen tijd werkelijk huis
houdelijk? Tijd is meer clan geld; tijd is
weten, tijd is beschaving, tijd is een stuk
leven, tijd is eeuwigheid. Hot leven is
lang of kort, al naar dat men het be
schouwt. Het ligt lang voor het kind, den
jongeling, de jonkvrouw, het ligt kort ach
ter den grijsaard. Rot is lang, want men
kan er veel in werken, veel haten en hel
minnen, voel geluk of ongeluk over an
deren brengen.
Het leven is echter ook koi f, want het
gaat snel voorbij. "Wij komen met ons dag
werk er niet geheel in klaar, en zelfs na
het langste en bedrijvigste> loven, laten wij
gebrekkig Averk achter. Ons leven duurt
70 jaar, en als liet langer wordt, haalt
het misschien 80, maar heide zijn cijfers,
die in den regel door Avoinigen bereikt
Avorden. En hoeveel gaat or \'im een men-
scbenlovcn af, hoe gering is do tijd, dien
de mensch tot zijn vrije beschikking hoeft.
Het korte nienschenleven smelt ineen; als
men bedenkt, hoe Aveinig tijd men eigen
lijk in den vollen zin des Avoords heeft,
d. av, z. niet alleen vegeteert, maar zijn
tijd aan het eigenlijke levensdoel Avijden
kan. Alleen reeds de jeugd, hoe smelt
zij Avogi Rekenen wij daar eens voor den
tijd van 15 lot 22 levensjaren, dus 8 jaar.
Dat zijn 70.000 uren. Een mooi getal.
teruggehouden, en nu blij was, bevrijd te
zijn.
En ik bleef achter mij scheen alles
een droom. Was het mogelijk dat ee-n
mensch een jong meisje zic-h zoo
beheersehen kon? Een slanke, jonge man
had haar in zijn arm, lachte naar haar
stralend gezichtje. Wat of hij avcI zeggen
zou? Zag hij haar echte gezicht? Of zij
wel niet gelijk had, toen zij zei, dat ze
dan „eruit" zou zijn?
Wij Avnren allen een oogenblik stil. Mijn
man zei daarop halfluid:
„En sedert clien?''
„Ja," antwoordde advocaat Kirchner, „se
dert dien houdt mij een heel bijzondere
schroom terug om ooit over iemand een
oordeel uit te spreken. Lk zie dan steeds
voor mij die twee zoo verschillende ge
zichtjes van 't jonge meisje, Avaarvan nie
mand huiten mij iets vermoedde." Ilij brak
opeens af.
Zija vrouwtio kwam naar mij toe en
hief mijn hoofd op: „En Avat zegt u van
dit alles, mevrouwtjeV U, die schrijfster
bent?"
„Wat ik zeg? Arm, klein, gevangen
lachebekje 1 Dat is alles, Avat ik zeggen
kan. Arm, klein, gevangen lachebekje."-
Maar hoeveel Avordt daarvan versleten?
Zeven, acht uren slaap heoft me™ ia
jeugd noodig, dus ongeveer eenderde
van don dag. En hoovuo! gaat or van de
rest, dio Avij waicond doorbrengen, nog meer
af aan vorsohillond© dingen?
Van zulko dingen kan men oen groot
aantal opsommen. Mon neemt als voorbeeld
een zes-cn-dortigjarigo dame uit de wel-
gestelde kringen, die do gewone gezel
schappen ,en genoegens, als bals, theaters
enz. bezoekt en met de voltooiing van
haar ,20ste levensjaar in de gezelschaps
kringen gevoerd is. Zij heoft voor haar
toiletten, in hot algemeen genomen, met
driemaal vórklcedon (morgenjapon, wan-
c cl pak en gozelschapstoilet) 3- uur per dag
noodig. Dit is in een jaar 1095, in 16
jaar 17.520 uren, on, als Avij1 een dag op
veertien uren rekenen, 1251 dagen. Tel
len Avij, dat zij voor uitgaan, bezoek, be
sprekingen met naaisters enz. voor gezel
schappen van allerlei aard en voor come
dies en aanverwante genoegens in door-
snedo G uren dagelijks besteedt, dan zijn
dat 2190 uren in een jaar, of in 16 ja
ren 35.0-iÖ uren, is 2503 dagen. Beide
getallen tezamen vormen 10 jaren en 104
dagen, d. av. z., dio dame heeft ruim oen
vierde van haar leven nutteloos besteed 1
ToegogcArcn, dat dezo cijfers voor de ge-
goedo buTgervrouAV over het algemeen te
hoog berekend zijn, dan zijn er toch nog
verschillende duigen, die hier niet eens
meegeteld zijn, aarmee toch oneindig veel
lijd wordt verspild, die beter gebruikt kon
Avorden, zooals lichte lectuur, muziekmaken,
kransjes, vcvcenigingen, enz. Iedere hurs-
vroiiAv en jong meisje Aveet voor zich
zelf het best, onder Avelko rubriek haar
verloren uren en dagen moeten gerang
schikt worden, vooral de „kAVartiertjes"
met het „alleen" er voor, dio zoo onein
dig veel langer durea dan do AVerkelijke
kwartierenWe hebben zelden een zooge
naamd „kAvartiertje" gezien, Avaaruit niet
eon half uur en dikwijls nog meer ge
groeid is. Slechts hem, die den tijd goed
benut, Avordt hij tot goed, Avaarmede hij
als met een hem toevertrouwden schat, Aroor
zijn geAveten verantwoord is.
NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR.
In tegenstelling met de meeste Euro-
peesche landen, heeft Italië op zijn bevol
king een iets grooter aantal mannen 3an
vrouwen.
Van de gilt, groot £2400, die de pre
sident Poincaré aan de armen Van Lon
den gaf„ zullen twee duizend kinderen uit
Oostelijk Londen een prettigen dag heb
ben.
Een timmerman in Engeland, wiens zaak
failliet Avas gegaan, Amrscheen deswege
voor den rechter, en toen deze hem vroeg:
„Waar zijn uw boeken?", was hot ant-
Avoord: „Ik schreef de bedragen -op oen
plank, en als ze betaald Avaren, schaafde
ik ze er uit.''
Canada zal een verdrag aangaan, Avaar-
bij bepaald jvordt, dat jaarlijks niet meer
dan 450 Chineesche emigranten in Canada
zullea Avorden toegelaten.
De machinisten in Duitschland krijgen
een gouden medaille cn £1200 voor iedere
tien jaar, dat zij op de locomotief gere
den hebben zonder een ongeluk.
Telegraafdraden, dio langs het zeeslrand
zijn aangebracht, kunnen het Avel veertig
jaar uithouden, maar in streken, Avaarveel
fabrieken zijn, houden diezelfde soort dra
den het maar tien jaar en soms nog kor
ter uit.
na* première van oen1 stuk', dat Veel suc
ces had en daarom op' don'ïiraker' jaloersoh
iwas, zd later, dat hij (nooit zoo iets duns
kvd zien verloppjenv
„Maar, waarom heb je liet dan niet] uit
gefloten?" vroeg een1 vriend.
,,'t Was mij onmogelijk,"1 AVas hot (onmid
dellijke antwoord, „ik kan' toch niet flui
ten ctn geoAijWlon •tegelijk.'1? 1
VOOR DAMES.
ANECDOTEN.
|A. (treurig): „Onlangs zd ik iets tot
rnijn vrouw, dat haar zoo griefde, dat zij
sedert dien geen Avoord moer tegen rao
gesproken heeft."
B. „Zeg eens, ouWc jongen, kun jo jc
niet mleer herinneren, Avat je gezegd hebt?"
HET WAS ZOO ERG NIET.
Moeder: „Witn, Avat hen je toch een
ondeugende jongen! Je bent zeker Aveer
aan *t A-ochten geweest en hebt tAveo tan
den verloren."
,,'t Is zoo erg niet, moedor," vns Wim's
antwoord, „want ik heb ze in mijn zak."
IN DE BÓEREN-HERBERG.
„De mijnheer, die daar net binnen ge
komen is, Avil vorsche eieren hij de kof
fie. Kakel nu een beetje, tenvijl ik naar
don kruidenier ga, om ze te halen," sprak
do waard uit do bocren-herberg tot zijn
vrouw. i 1
ZIJ WISTEN ALLES. j
Iemand, die A-eol op reis Avas, had bij
zekere gelegenheid veel last van een pe
danten mede-passagier, die zich hij hem
opdrong, cn zeer pochte op zijn veelzij
dige kennis. I>o reiziger verdroeg het zoo
lang hij kon, totdat hij ten laatste, hom
ernstig aanziende, zei:
„Mijn goede vriend, gij en ik Avclen al
les, Avat er te weten valt."
„Hoe bedoelt u dat?" vroeg do man,
die meende, iemand gevonden te hebben,
die zijn konnis naar Avaardo Avist te
schatten.
„Wel, antwoordde de reiziger, „u Aveet
alles, behalve dat u een dwaas bont, en
dat Aveot ik." 1
Een schrijver, dio tegehvtorvdig Avas bij
MORE'.
Ondor de Avaschcchto toil,etten, dio dezen
zomer zoo veelvuldig gedragen Avorden,
heerscht een zekere eentonigheid; men ziet
bijna niet anders dan geborduurde „Bul
garen': of het linnen toilet. Als materiaal
is crêpe beslist het meest in den smaak
vallcnd, vanaf hot grove, als linnen uit
ziende, tot het allerfijnste crêpe-neige. Man
venvorkt echter ook veel katoenen voile
en voor eenvoudige toil.etten, alsmede voor
sport, frotté, katoenen givrine en fanta
sielinnen. De vorm der toiletten is een
voudig; om de borduurwerken tot hun
volle recht to doen komen, meest kimono-
vormig, met Avijde, halflange of lange blouse-
momven of lange nauwe mou'Wen. De lin
nen toiletten versiert men hoofdzakelijk
mot gaatjes cn Richeücu-borduunverk, als-
modo met echte of nagemaakte klosjes
kanten- en Iersche tusschenzotsels. Soms
voegt men aan deze toiletjes een oxen-
trieko echarpeceintuuz van bonte zijde of
boerenlint, zelfs van zAvarte tule toe, het
geen oen ldeino afwisseling geeft. De door
zichtige toiletten zijn meestal wit, alleen
het garnituur brengt cr een kleurtje aan;
echter kiest men ook veel gekleurde stof
fen. Als modekleuren golden alle-nuan
ces van bruin tot geel, verder rood in
blauAvachtige tint, van foksia tot kersrood,
golfblauw, (een licht marine-blauw, datech
ter niet op rood gelijkt), een geelgroen,
Avaaronder pistache-kleur de middenpunt
is; ook geelroodo tinten, als torra-cotta,
coque de roche en sinaasappelkleur.
Zooals Avel te voorzien Avas, zijn met
liet begin van het Avarme jaargetijde ook
groote hoeden voor den dag gekomen,
floe chic hot kleine hoedje ook is, toch
zijn er A-elen tegen; want voor vele da
mes is het niet kleedend genoeg, of men
wil den broeden rand niet missen, omdat
hij de teint voor de zonnestralen be
schermt en het gelaat in een Adeiend half
donker hult. De nieuwe „groote" hoeden
hebben over het algemeen lang niet den
omvang dor hoeden van verleden jaar;
zij blijven binnen matige grenzen, meestal
bereiken rij ternauwernood iniddengrootte.
Er zijn schuitvormige hoeden, die bijzon
der jeugdige gezichten bekoorlijk staan;
klokvormen en andere vormen met broe
den, platten bol en geheel rechten rand,
gelijk de Spaansche Sombrero, Zeer in
den smaak vallen Florentijnsche hoeden,
Avaarvan de rand echter toch tamelijk stijf
is en veelvuldig door een lint om de kin
schuitvormig afgetrokken Avordt. Deze koel
of kinlinten ziet men veel; zij Arereenigen
het goede staan met het practischo doel
den hoed stevig op het hoofd te houden.
Het garnituur dezer hoeden bestaat uit
bloemen, vooral rozenkransen, struisveo-
ren, eA'eneens kransvormig gearrangeerd
met een opstaande \-eeT, lussen Aan lint
en kanten volants. De tegenwoordige rich
ting de'r mode toont het streven, het onder
scheid tussehon jaquetkostuum en tailletoi
let op te heffen, do overgangen uit te
wisschen. Men verkrijgt dit, door aan de
jaquotfen karakteristieke garnituren toe te
voegen en ze door het losse overblousende
patroon, taillevormig te doen uitzien. Uit
dezelfde oorzaak ontstond ook het afste
kende jaquetje. Deze jaquetjes van laken
of zijde vervaardigd, verconigt men met
effen of gebloemde rokken in sterk af
stekende kleur, bijv. oen rood lakensch
jaquetje met een blauw of zwart-'wit ge-
bloemden zijden rok, ZAvarte en golf-
blauAVc lakensche jaquettcn, vooral Aran
bont bedrukte of gcdiunasseerdo zijde, met
een Avitten of grijs lakenschen of zijden
rok. Dezo jaquetjes zijn met kleine ba
tisten kragen of kragen van de stof van den
rok, van gebrocheerde stoffen of borduur
seis A'ersierd.
Al dezo jaquetjes geven min of meer
hot blousevormigc patroon aan; de tailles
daarentegen arrangeert men juist jaquot
vormig, in kanton bolerovorm of met
schootje; men garneert zo ook in W geest
van jaquetten met veststukken en kragen
A'an bonte stof, witte zijde of batist.
Bekoorlijk staan ook als doorschijnende
afsluiting der halsafsluiting volants van
tule of chiffon, dio mon boArcndien aan
de jaquetten voegt. Origineel zijn toilet
ten met afstekende mouAven of heupcein
luura van bonte stoffen, die aan deshiuvl
dei Oostcrsche doen denken.
dio met 'de handen met zeep in, doch 'filet'
met eon borstel. Nu zot men de parasol
in ,de zon uit. Als do kant dan uitgedro
pen is, maar nqg vochtig, strijkt men zo
op den verkeütjden kant uit.
Versohillondo manieren om eieren friscli
to houden. 't Boste middel om eieren
frisch to houden is, zo van do lucht af
to sluiten. Verschillende middelen w.ordcn
daartoe aangewendMen doopt bijv, vor
sche eieren in AVaterglas. Daardoor vormt
er, zich oen laag kiozelzure kalk omheen;
die do poriën afsluit en daardoor hot'bin
nendringen van verseh'ci lucht voorkomt.
Ook kan inen de eieren met een laag
vet, zand of lijm bestrijken, of wel met
was.
Zij Avorden ook avo! in een oplossing
van pek en boomolie gedrenkt, mot asch
bestrooid, in gonnvater gedoopt en ingips-
meel bewaard, Men logt eieren, om zo
van de lucht af te sluiten, ook avcI in
klei, asch, zaagsel, en laat zo altijd op
denzelfden kant liggen. Meerondeels legt
men ze in kalkwater (op 10 liter Avater
een handvol gebluschtc kalk). (Men 'Voegt
er een oplossing van 6 pet. keukenzout
bij. Dit kalkmiddel heeft echter het na
deel, dat de eieren hij het koken gauAv
springen. Ook het lie waren van eieren in
een oplossing van boorzuur of in een op.
lossing van boorzure natron, salpeter of
keukenzout is zeer aan to beArelen.
Kleeding bij een zitbad. Als men ge
durende geruimen tijd van oen zitbad ge
bruik moet maken, zal men bij dunne klee
ding spoedig koud Avorden, Avat schadelijk
werken kan. Daar de gewone kleeren bij
een zitbad zoo gauw nat Avorden, zoo
laat men zich voor dit dool een aanslub
tend jaquet van Avit bombazijn met lango
mouwen maken. Dit jaquet mag maar tot
dc taille-afsluiting reiken en Avordt van
voren door knoopen gesloten. Voor het
aandoen dezer boinbazijnentaille,' klocdo
men zich geheel uit, tot op kousen en
warme schoenen na. In het zitbad bedekt
men zich geheel met een wollen doken
of een groote Avollen doek. (Men zit dan
warm, zonder de kleederen te bevochtigen
of te beschadigen.
WENKEN.
Het opverven van stroohoeden geschied!
door zoogenaamd hoedenlak, dat bij alle
drogisten verkrijgbaar is. Het Aorvori in
een andere kleur dan dq oorspronkelijke is
toch niet aan to bevelen. Witte slroohoe
den kan men echt ei' door herhaald be
strijken avoI zwart maken, doch voor be
tere hoeden is het raadzaam die in oen
fabriek te laten verven.
Witte parasols reinigt men als volgt:
men zet do parasol uit, schuiert haar mot
een borstel met zeep af en laat er schoon
koud Avater overhoon loopen. Dit herhaalt
men zoo dikwijls, tot de parasol schoon is.
Is er een kantafsluitimg aan, dan jvrijft mon
Gemengd Menws.
Een halve eeuw steenkool,
In de laatste 50 jaren heeft do opbrengst
van de mijnbouw in dc verschillende landen
een groote verandering ondergaan en in
het bijzonder constateert men dit bij de
steenkool-productie. WelisAvaar is deze over
al grooter gcAvorden, maar het aandeel van
de verschillende huiden is geheel .anders
dan voor vijftig jaar. Volgens de „Echo
dos Mines" bedroeg de jaarlijksche steen
kool-productie in 1860 150 millioen ton
tegen 1350 millioen in 1912. Voor bonj
halve eeuw avus Engeland het eerste kolen-
land der aarde; het leverde de helft van
liet gehecle verbruik; dan kwam Duitsclv
land met 16 pCt., A-orvolgens de Vereenigde
Staten (14 pCt.) Op grooten afstand volg
den Frankrijk er. België (ieder 6 pCt.), Oos
tenrijk-U ongarije (4 p(Jt.). In 1900 stonden
de Vereenigde Sbaton reeds op do eerste
rij en leverden een derde van allo kolenj,
dan kwam Engeland cn vervolgens Duitsch
land, Oostonrijk-Hongarijo nam reeds de
vierde plaats in. In 1912 brachten der Ver
eenigde Stalen het reeds tot 38 pCt., terwijl
do Duitsche productie de Engelsdhe heeft
ingehaald.
Merkivaardig zijn ook do getallen omtrent
het kolenvorhniik in de verschillende lan
den. Nog voor 25 jaar Avas hot in Engeland
liet grootste (3,6 ton per hoofd), in Bel
gië bedroeg het 2.3 ton, tcrwijtl de Vereenig
de Staten ongeveer 1,8 ton gebruikten^
Thans verbruikt iedere Yankee 4,6 ton,
iedere Brit 4,2, terwijl de Duitsclier 3,3 ton
noodig hoeft en de Belg ongeveer evenveeb
Een oorlogen-statistiek,
Er is in, de laatst© drie eeuwen heel Avat
afgevochten. Gaston Bodaxt heeft een oor-
logep statistiek opgemaakt, die interessante
cijfers toont. Do berekeningen loopen van
1618 tot 1905. Niet minde" dan 1044 veld-
slagen, 122 zeeslagen, 490 belegeringen, en
44 capitulaties staan genoteerd. Do lang
durigste veldtocht viel in den oorlog tus
sehon Venetië en do Turken; hij duurdo 55
jaar, van 1644 tot 1699; do 6-daagschp
veldtocht in den oorlog van Italië centra
Oostenrijk, Avas do kortste. i
Frankrijk heeft hot meest gevochten, Oos
tenrijk volgt, dan Engeland, nummer vier
is Rusland, Pruisen vijf, Spanjo zes. Neder
laag tot overwinning staan in Frankrijk
tot elkaar als 4 tot 5. Voor Pruisen en
E ngoland is deze verhouding 4 tot 6. Frank
rijk Avon voor 42 pCt. cn Spanje voor 36
pCt. Frankrijk heoft sedert 1600 togen 15
naties den oorlog gevoerd.
Gibralter is van allo steden het aneest
belegerd. Cadix is ook lango tijdon door
vijanden omringd geweest. Weenen komt in
de derde plaats. Sebastopol, Port-Arthur,
Kandia cn Plowna hooreu tot do (vaak
belegerde steden.
In den slag hij Moekdcn lieten Van do
624.000 strijders life.000 man het levwn,
vail do 320.000 bij Sedan 122.000, van de
246.000 bij Borodino 80.000 en Van, (do
192.000 bij Waterloo 45.000,
J- s®"'
■J#*"
.gp*»"
4ps