velen. Hij begon lastig to worden, ^aar- om zijn ooms hom oen waarschuwenden duw toedienden. Hierdoor ontstemd, knielde het ventje en heet zijn beide ooms in do kuilen, niet uit een grapje, inaar zoo hard, dat do hoeren mooito hadden het niet van pijn uit lo schreeuwen. t INVLOED- VAN VERSCHILLENDE SPIJZEN. De invloed der dranken op do menschen is voldoende Lekend; daarentegen worden do invloeden, die vast voedsel op ons lichaam, ons temperament, onzen geest en ons gemoed hebben, niot opgemerkt. Mot recht wordt beweerd, d«£ iedere hoeveelheid alcohol al is het maar één tong het kind schadelijk kan worden; toch verzot er zich niemand togen, als kinderen, vooral meisjes, hun zakgeld be steden aan arakboonon en andere met li keuren gevuldo pralines, om door zulko zoet© snoeperijen zeker bedwelmend gevoel to veroorzaken. Er zijn kinderen, dio dagelijks met punch gevulde zoetigheden (punchtaartjos en cho- coladoboonon vóór alles) snoepen en op deze wijze in den loop van een jaar een aanzienlijke hoeveelheid spiritualiën ge bruiken. Dit geval toont aan, dat hot goraden is, ook den vasten voedings- en genotmid delen met betrekking tot hun uitwerking op het lichaam, aandacht te schenken. Het is aan geen twijfel onderhevig, dat ieder gerecht zekeren invloed op ons uit oefent en niet alleen op ons lichaam. Niet minder dan bij dranken, hoewel minder intensief, brengt het genot vim vaste voe dingsstoffen andere schommelingen van het temperament en het gemoed in ons voort. Do uitwerking der dranken op de men schen kunnen wij mot de overmatige hitte van een ijzeren oven vergelijken, terwijl de invloed van vaste spijzen do zachtere warmte van een vulkachel gelijkt. Of zich nu in een spijs alcohol bevindt of niet, of zij droog of in vloeibaren toe stand genoten-wordt haar invloed blijft: vóór den maaltijd zijn wij in verschillen de opzichten anders dan daarna. Hot beste kunnen schrijvers, dichters, componisten, beeldhouwers, schilders enz. de uitwerking van het dagolijksche voed sel op lichaam en geest nagaan. Zijn er kortere werken af te maken, dan zorgt nienig kunstenaar cr voor, deze niet door een middagmaaltje te onderbreken. Na hot eten hebben zich de stemmingen der ziel zóó gewijzigd, dat het moeilijk valt, de eigenaardigheden van het begon nen werk voort te zetten, d. w. z. er zich weer in te denken; zoo loopt het dikwijls geheel anders uit en dikwijls niet beter dan men voornemens was. Men kan gerust zeggen, zekere stem mingen van lichaam en ziel grondvesten zich op een ledige of volle maag, en evonzoo kan men het feit vaststellen, dat iedere spijs ook afzonderlijk op zichzelf, zekeren invloed uitoelent. Tegenzin, waai - op zeer aangename gewaarwordingen vol gen, treden bijv. hij het genot van rnelk- rijst op, terwijl peulvruchten op den laten namiddag licht mismoedig stommen, later echter een gevoel van kracht opwekken. Gestoofde pruimen brengen dikwijls zekere onbehagelijkheid teweeg, evenzoo het ge bruik van vette spijzen. Zenuwachtig maakt goukseh. Gebraden gans en haas moeten verdrietigheid aankweeken, evenzoo lever, oesters en paling. Van aangenamer soort zijn de uitwer kingen van biefstuk. Zeer verschillend vcr- toonen zich appelmoes en selderiesalade in haar invloed op lichaam eri geest.Beide moeten de gedachten scherpen, maar niet altijd aangename gevoelens achterlaten. In ,zcor ergerlijke stemming brengt kornkom- meisla, zij moei, evenals gonlasch, den „satirischen ader" opwekken. Hetzelfde geldt voor ongebakken brood. Men ziet hieruit, dat het 'dikwijls aan gehaalde woord: „de mensch is dat, wat hij eet", een goeden grond heeft. Wel licht komt er eens een tijd, waarin niet alleen het handschrift, maar ook de spijs- En allen zijn zoo lief voor mij, en ik dans zoo graag, en ik hoor zoo graag mijn naam op ieders mond. Thuis is alles schameltjes en doodeenvoudig, en ik kan niet meer buiten het andere. En ook, haar oogen werden vochtig, twee groole, heldere tranen gleden langzaam over ham- wangen, hoewel geen trilling der lippen ver ried, dat zij schreide, en ook soms kan iets hooi liefs en weeks mijn doel zijn! O, denk niet verkeerd over mij, maar een enkelen keer eon warmen, verstolen handdruk, een enkele maal een tinteling in lieve oogen, en eens een kus, dat alles geeft dit leven kleur; daarom hang ik eraan, kan ik ar nog niet van scheiden." „Maar, halo, juffrouw llertie, om 's he melswil, waar blijft u toch?"- klonk het vanuit een andere kamer, en ii de lijst der deur verschenen twee jonge luitenants. „Wij zoeken u overal, dadelijk begint er ecu nieuwe dausl" „Ik kom, ik kom hoor," riep juffrouw liertic vol animo. Zij sprong op, schikte haar japonnetje teiecht, alsof zij het las tige en bezwarende meteen van zich af tikte. Haar oogen straalden, haar mond lachte, met ©enigszins uitdagende gratie gleed zij haar arm in die der beide hceren. „Dien gezelligen, nieuwen dans zoudt u zon der mij dansen'? Nu nog mooier!" Lachend trok zij do lieeren mee weg, alsof zij, togen haar wil, door mij was kaart (lijst van Revolingsspijzén) vair een mensch als sleutel zijner karakter-eigen schappen gebruikt kan worden. Do lievo- lings- en nationalo spijzen laten immers reeds hot temperament van een vplk be palen. Denkers houden van alles wat zuur is. Do vurigo Hongaar dweept met gepe perde goulasch, den Engelschman karak- teriseert zijn nuchtere biefstuk, den Ita liaan zijn macaroni. En beschouwen ivtf nu do lievolingsspij- zen van beroemde mannen 1 Klopstok hield van trufWö', Schiller at mot voorliefde niet al to zoute ham. Kant en Lossing dweep ten mot zure linzen, de weokclijko Hen drik III van Frankrijk begunstigde meloe nen cn zoete wijnen, do Engclsche dich ter Pope hield van alles wat gepeperd was, Bismarck gaf vóór alles do voorkeur aan het echt Duitsche Ruchelstoiner vleesch en de goede, vroolijke Wioland stal zijn vrouw de koeken uit do kast. BENUT DEN TIJD. Voor den vlijtige heeft do dag 48 uur, kan een ieder opmerken, die zich den tijd, welke ons met eiken dag gegeven wordt, ten nutte maakt. Jan Gootho, die een meester was in do verdooliug van zijn tijd, wordt verhaald, dat hij zich reeds van jongs af aan gewond had, binnen een bepaald tijdsverloop een dag voor re gelen en opruimen te houden. Uit de las tige splitsing van den tijd, waarover hij als staatsminister van Weimar dikwijls klaagt, wist hij zich in later jaren door een strenge indeeling der dagaren, dat gene te verrichten, wat -hij ons als zijn levenswerk nagelaten heeft. Hij was in den eigenlijken zin des woords oen „optimist van het uur", en als zoodanig kan hij zich ook op zijn ouden dag tot hen wen den, die over do kortheid van een men- schcnleven klagen. Men zegt': „de levens tijd is kort, maar de mensch kan veel volbrengen, zoo hij den tijd slechts goed benut. Do dag is eindeloos lang, dc mensch kan ongelooflijk veel doen, wanneer men den tijd weet te verdoelen en ham niet met louter kleinigheden zoek brengt," Dit „juist benutten" in den zin, waarin Goethe het bedoelt, is daarbij ook nog een nehcel ander benutten, dan het be steden van den tijd in onze dagen, welke men maar al te dikwijls een rooftocht zou kunnen noemen, dien men met den tijd drijft. Slechts waarachtig groote menschen ge voelen zich verantwoordelijk voor elk uur huns levens en deelen hun tijd daarmede overeenstemmend, in. Maar bij een terug blik op het benutten van onzen tijd, moe ten wij de woorden, welke Goethe aim zijn vriendin, mevrouw von Ste-in, schreef, tot de onze makend: „Ik vraag God, dat hij mij iederen dag huishoudelijke!- make." Zijn wij met onzen tijd werkelijk huis houdelijk? Tijd is meer clan geld; tijd is weten, tijd is beschaving, tijd is een stuk leven, tijd is eeuwigheid. Hot leven is lang of kort, al naar dat men het be schouwt. Het ligt lang voor het kind, den jongeling, de jonkvrouw, het ligt kort ach ter den grijsaard. Rot is lang, want men kan er veel in werken, veel haten en hel minnen, voel geluk of ongeluk over an deren brengen. Het leven is echter ook koi f, want het gaat snel voorbij. "Wij komen met ons dag werk er niet geheel in klaar, en zelfs na het langste en bedrijvigste> loven, laten wij gebrekkig Averk achter. Ons leven duurt 70 jaar, en als liet langer wordt, haalt het misschien 80, maar heide zijn cijfers, die in den regel door Avoinigen bereikt Avorden. En hoeveel gaat or \'im een men- scbenlovcn af, hoe gering is do tijd, dien de mensch tot zijn vrije beschikking hoeft. Het korte nienschenleven smelt ineen; als men bedenkt, hoe Aveinig tijd men eigen lijk in den vollen zin des Avoords heeft, d. av, z. niet alleen vegeteert, maar zijn tijd aan het eigenlijke levensdoel Avijden kan. Alleen reeds de jeugd, hoe smelt zij Avogi Rekenen wij daar eens voor den tijd van 15 lot 22 levensjaren, dus 8 jaar. Dat zijn 70.000 uren. Een mooi getal. teruggehouden, en nu blij was, bevrijd te zijn. En ik bleef achter mij scheen alles een droom. Was het mogelijk dat ee-n mensch een jong meisje zic-h zoo beheersehen kon? Een slanke, jonge man had haar in zijn arm, lachte naar haar stralend gezichtje. Wat of hij avcI zeggen zou? Zag hij haar echte gezicht? Of zij wel niet gelijk had, toen zij zei, dat ze dan „eruit" zou zijn? Wij Avnren allen een oogenblik stil. Mijn man zei daarop halfluid: „En sedert clien?'' „Ja," antwoordde advocaat Kirchner, „se dert dien houdt mij een heel bijzondere schroom terug om ooit over iemand een oordeel uit te spreken. Lk zie dan steeds voor mij die twee zoo verschillende ge zichtjes van 't jonge meisje, Avaarvan nie mand huiten mij iets vermoedde." Ilij brak opeens af. Zija vrouwtio kwam naar mij toe en hief mijn hoofd op: „En Avat zegt u van dit alles, mevrouwtjeV U, die schrijfster bent?" „Wat ik zeg? Arm, klein, gevangen lachebekje 1 Dat is alles, Avat ik zeggen kan. Arm, klein, gevangen lachebekje."- Maar hoeveel Avordt daarvan versleten? Zeven, acht uren slaap heoft me™ ia jeugd noodig, dus ongeveer eenderde van don dag. En hoovuo! gaat or van de rest, dio Avij waicond doorbrengen, nog meer af aan vorsohillond© dingen? Van zulko dingen kan men oen groot aantal opsommen. Mon neemt als voorbeeld een zes-cn-dortigjarigo dame uit de wel- gestelde kringen, die do gewone gezel schappen ,en genoegens, als bals, theaters enz. bezoekt en met de voltooiing van haar ,20ste levensjaar in de gezelschaps kringen gevoerd is. Zij heoft voor haar toiletten, in hot algemeen genomen, met driemaal vórklcedon (morgenjapon, wan- c cl pak en gozelschapstoilet) 3- uur per dag noodig. Dit is in een jaar 1095, in 16 jaar 17.520 uren, on, als Avij1 een dag op veertien uren rekenen, 1251 dagen. Tel len Avij, dat zij voor uitgaan, bezoek, be sprekingen met naaisters enz. voor gezel schappen van allerlei aard en voor come dies en aanverwante genoegens in door- snedo G uren dagelijks besteedt, dan zijn dat 2190 uren in een jaar, of in 16 ja ren 35.0-iÖ uren, is 2503 dagen. Beide getallen tezamen vormen 10 jaren en 104 dagen, d. av. z., dio dame heeft ruim oen vierde van haar leven nutteloos besteed 1 ToegogcArcn, dat dezo cijfers voor de ge- goedo buTgervrouAV over het algemeen te hoog berekend zijn, dan zijn er toch nog verschillende duigen, die hier niet eens meegeteld zijn, aarmee toch oneindig veel lijd wordt verspild, die beter gebruikt kon Avorden, zooals lichte lectuur, muziekmaken, kransjes, vcvcenigingen, enz. Iedere hurs- vroiiAv en jong meisje Aveet voor zich zelf het best, onder Avelko rubriek haar verloren uren en dagen moeten gerang schikt worden, vooral de „kAVartiertjes" met het „alleen" er voor, dio zoo onein dig veel langer durea dan do AVerkelijke kwartierenWe hebben zelden een zooge naamd „kAvartiertje" gezien, Avaaruit niet eon half uur en dikwijls nog meer ge groeid is. Slechts hem, die den tijd goed benut, Avordt hij tot goed, Avaarmede hij als met een hem toevertrouwden schat, Aroor zijn geAveten verantwoord is. NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR. In tegenstelling met de meeste Euro- peesche landen, heeft Italië op zijn bevol king een iets grooter aantal mannen 3an vrouwen. Van de gilt, groot £2400, die de pre sident Poincaré aan de armen Van Lon den gaf„ zullen twee duizend kinderen uit Oostelijk Londen een prettigen dag heb ben. Een timmerman in Engeland, wiens zaak failliet Avas gegaan, Amrscheen deswege voor den rechter, en toen deze hem vroeg: „Waar zijn uw boeken?", was hot ant- Avoord: „Ik schreef de bedragen -op oen plank, en als ze betaald Avaren, schaafde ik ze er uit.'' Canada zal een verdrag aangaan, Avaar- bij bepaald jvordt, dat jaarlijks niet meer dan 450 Chineesche emigranten in Canada zullea Avorden toegelaten. De machinisten in Duitschland krijgen een gouden medaille cn £1200 voor iedere tien jaar, dat zij op de locomotief gere den hebben zonder een ongeluk. Telegraafdraden, dio langs het zeeslrand zijn aangebracht, kunnen het Avel veertig jaar uithouden, maar in streken, Avaarveel fabrieken zijn, houden diezelfde soort dra den het maar tien jaar en soms nog kor ter uit. na* première van oen1 stuk', dat Veel suc ces had en daarom op' don'ïiraker' jaloersoh iwas, zd later, dat hij (nooit zoo iets duns kvd zien verloppjenv „Maar, waarom heb je liet dan niet] uit gefloten?" vroeg een1 vriend. ,,'t Was mij onmogelijk,"1 AVas hot (onmid dellijke antwoord, „ik kan' toch niet flui ten ctn geoAijWlon •tegelijk.'1? 1 VOOR DAMES. ANECDOTEN. |A. (treurig): „Onlangs zd ik iets tot rnijn vrouw, dat haar zoo griefde, dat zij sedert dien geen Avoord moer tegen rao gesproken heeft." B. „Zeg eens, ouWc jongen, kun jo jc niet mleer herinneren, Avat je gezegd hebt?" HET WAS ZOO ERG NIET. Moeder: „Witn, Avat hen je toch een ondeugende jongen! Je bent zeker Aveer aan *t A-ochten geweest en hebt tAveo tan den verloren." ,,'t Is zoo erg niet, moedor," vns Wim's antwoord, „want ik heb ze in mijn zak." IN DE BÓEREN-HERBERG. „De mijnheer, die daar net binnen ge komen is, Avil vorsche eieren hij de kof fie. Kakel nu een beetje, tenvijl ik naar don kruidenier ga, om ze te halen," sprak do waard uit do bocren-herberg tot zijn vrouw. i 1 ZIJ WISTEN ALLES. j Iemand, die A-eol op reis Avas, had bij zekere gelegenheid veel last van een pe danten mede-passagier, die zich hij hem opdrong, cn zeer pochte op zijn veelzij dige kennis. I>o reiziger verdroeg het zoo lang hij kon, totdat hij ten laatste, hom ernstig aanziende, zei: „Mijn goede vriend, gij en ik Avclen al les, Avat er te weten valt." „Hoe bedoelt u dat?" vroeg do man, die meende, iemand gevonden te hebben, die zijn konnis naar Avaardo Avist te schatten. „Wel, antwoordde de reiziger, „u Aveet alles, behalve dat u een dwaas bont, en dat Aveot ik." 1 Een schrijver, dio tegehvtorvdig Avas bij MORE'. Ondor de Avaschcchto toil,etten, dio dezen zomer zoo veelvuldig gedragen Avorden, heerscht een zekere eentonigheid; men ziet bijna niet anders dan geborduurde „Bul garen': of het linnen toilet. Als materiaal is crêpe beslist het meest in den smaak vallcnd, vanaf hot grove, als linnen uit ziende, tot het allerfijnste crêpe-neige. Man venvorkt echter ook veel katoenen voile en voor eenvoudige toil.etten, alsmede voor sport, frotté, katoenen givrine en fanta sielinnen. De vorm der toiletten is een voudig; om de borduurwerken tot hun volle recht to doen komen, meest kimono- vormig, met Avijde, halflange of lange blouse- momven of lange nauwe mou'Wen. De lin nen toiletten versiert men hoofdzakelijk mot gaatjes cn Richeücu-borduunverk, als- modo met echte of nagemaakte klosjes kanten- en Iersche tusschenzotsels. Soms voegt men aan deze toiletjes een oxen- trieko echarpeceintuuz van bonte zijde of boerenlint, zelfs van zAvarte tule toe, het geen oen ldeino afwisseling geeft. De door zichtige toiletten zijn meestal wit, alleen het garnituur brengt cr een kleurtje aan; echter kiest men ook veel gekleurde stof fen. Als modekleuren golden alle-nuan ces van bruin tot geel, verder rood in blauAvachtige tint, van foksia tot kersrood, golfblauw, (een licht marine-blauw, datech ter niet op rood gelijkt), een geelgroen, Avaaronder pistache-kleur de middenpunt is; ook geelroodo tinten, als torra-cotta, coque de roche en sinaasappelkleur. Zooals Avel te voorzien Avas, zijn met liet begin van het Avarme jaargetijde ook groote hoeden voor den dag gekomen, floe chic hot kleine hoedje ook is, toch zijn er A-elen tegen; want voor vele da mes is het niet kleedend genoeg, of men wil den broeden rand niet missen, omdat hij de teint voor de zonnestralen be schermt en het gelaat in een Adeiend half donker hult. De nieuwe „groote" hoeden hebben over het algemeen lang niet den omvang dor hoeden van verleden jaar; zij blijven binnen matige grenzen, meestal bereiken rij ternauwernood iniddengrootte. Er zijn schuitvormige hoeden, die bijzon der jeugdige gezichten bekoorlijk staan; klokvormen en andere vormen met broe den, platten bol en geheel rechten rand, gelijk de Spaansche Sombrero, Zeer in den smaak vallen Florentijnsche hoeden, Avaarvan de rand echter toch tamelijk stijf is en veelvuldig door een lint om de kin schuitvormig afgetrokken Avordt. Deze koel of kinlinten ziet men veel; zij Arereenigen het goede staan met het practischo doel den hoed stevig op het hoofd te houden. Het garnituur dezer hoeden bestaat uit bloemen, vooral rozenkransen, struisveo- ren, eA'eneens kransvormig gearrangeerd met een opstaande \-eeT, lussen Aan lint en kanten volants. De tegenwoordige rich ting de'r mode toont het streven, het onder scheid tussehon jaquetkostuum en tailletoi let op te heffen, do overgangen uit te wisschen. Men verkrijgt dit, door aan de jaquotfen karakteristieke garnituren toe te voegen en ze door het losse overblousende patroon, taillevormig te doen uitzien. Uit dezelfde oorzaak ontstond ook het afste kende jaquetje. Deze jaquetjes van laken of zijde vervaardigd, verconigt men met effen of gebloemde rokken in sterk af stekende kleur, bijv. oen rood lakensch jaquetje met een blauw of zwart-'wit ge- bloemden zijden rok, ZAvarte en golf- blauAVc lakensche jaquettcn, vooral Aran bont bedrukte of gcdiunasseerdo zijde, met een Avitten of grijs lakenschen of zijden rok. Dezo jaquetjes zijn met kleine ba tisten kragen of kragen van de stof van den rok, van gebrocheerde stoffen of borduur seis A'ersierd. Al dezo jaquetjes geven min of meer hot blousevormigc patroon aan; de tailles daarentegen arrangeert men juist jaquot vormig, in kanton bolerovorm of met schootje; men garneert zo ook in W geest van jaquetten met veststukken en kragen A'an bonte stof, witte zijde of batist. Bekoorlijk staan ook als doorschijnende afsluiting der halsafsluiting volants van tule of chiffon, dio mon boArcndien aan de jaquetten voegt. Origineel zijn toilet ten met afstekende mouAven of heupcein luura van bonte stoffen, die aan deshiuvl dei Oostcrsche doen denken. dio met 'de handen met zeep in, doch 'filet' met eon borstel. Nu zot men de parasol in ,de zon uit. Als do kant dan uitgedro pen is, maar nqg vochtig, strijkt men zo op den verkeütjden kant uit. Versohillondo manieren om eieren friscli to houden. 't Boste middel om eieren frisch to houden is, zo van do lucht af to sluiten. Verschillende middelen w.ordcn daartoe aangewendMen doopt bijv, vor sche eieren in AVaterglas. Daardoor vormt er, zich oen laag kiozelzure kalk omheen; die do poriën afsluit en daardoor hot'bin nendringen van verseh'ci lucht voorkomt. Ook kan inen de eieren met een laag vet, zand of lijm bestrijken, of wel met was. Zij Avorden ook avo! in een oplossing van pek en boomolie gedrenkt, mot asch bestrooid, in gonnvater gedoopt en ingips- meel bewaard, Men logt eieren, om zo van de lucht af te sluiten, ook avcI in klei, asch, zaagsel, en laat zo altijd op denzelfden kant liggen. Meerondeels legt men ze in kalkwater (op 10 liter Avater een handvol gebluschtc kalk). (Men 'Voegt er een oplossing van 6 pet. keukenzout bij. Dit kalkmiddel heeft echter het na deel, dat de eieren hij het koken gauAv springen. Ook het lie waren van eieren in een oplossing van boorzuur of in een op. lossing van boorzure natron, salpeter of keukenzout is zeer aan to beArelen. Kleeding bij een zitbad. Als men ge durende geruimen tijd van oen zitbad ge bruik moet maken, zal men bij dunne klee ding spoedig koud Avorden, Avat schadelijk werken kan. Daar de gewone kleeren bij een zitbad zoo gauw nat Avorden, zoo laat men zich voor dit dool een aanslub tend jaquet van Avit bombazijn met lango mouwen maken. Dit jaquet mag maar tot dc taille-afsluiting reiken en Avordt van voren door knoopen gesloten. Voor het aandoen dezer boinbazijnentaille,' klocdo men zich geheel uit, tot op kousen en warme schoenen na. In het zitbad bedekt men zich geheel met een wollen doken of een groote Avollen doek. (Men zit dan warm, zonder de kleederen te bevochtigen of te beschadigen. WENKEN. Het opverven van stroohoeden geschied! door zoogenaamd hoedenlak, dat bij alle drogisten verkrijgbaar is. Het Aorvori in een andere kleur dan dq oorspronkelijke is toch niet aan to bevelen. Witte slroohoe den kan men echt ei' door herhaald be strijken avoI zwart maken, doch voor be tere hoeden is het raadzaam die in oen fabriek te laten verven. Witte parasols reinigt men als volgt: men zet do parasol uit, schuiert haar mot een borstel met zeep af en laat er schoon koud Avater overhoon loopen. Dit herhaalt men zoo dikwijls, tot de parasol schoon is. Is er een kantafsluitimg aan, dan jvrijft mon Gemengd Menws. Een halve eeuw steenkool, In de laatste 50 jaren heeft do opbrengst van de mijnbouw in dc verschillende landen een groote verandering ondergaan en in het bijzonder constateert men dit bij de steenkool-productie. WelisAvaar is deze over al grooter gcAvorden, maar het aandeel van de verschillende huiden is geheel .anders dan voor vijftig jaar. Volgens de „Echo dos Mines" bedroeg de jaarlijksche steen kool-productie in 1860 150 millioen ton tegen 1350 millioen in 1912. Voor bonj halve eeuw avus Engeland het eerste kolen- land der aarde; het leverde de helft van liet gehecle verbruik; dan kwam Duitsclv land met 16 pCt., A-orvolgens de Vereenigde Staten (14 pCt.) Op grooten afstand volg den Frankrijk er. België (ieder 6 pCt.), Oos tenrijk-U ongarije (4 p(Jt.). In 1900 stonden de Vereenigde Sbaton reeds op do eerste rij en leverden een derde van allo kolenj, dan kwam Engeland cn vervolgens Duitsch land, Oostonrijk-Hongarijo nam reeds de vierde plaats in. In 1912 brachten der Ver eenigde Stalen het reeds tot 38 pCt., terwijl do Duitsche productie de Engelsdhe heeft ingehaald. Merkivaardig zijn ook do getallen omtrent het kolenvorhniik in de verschillende lan den. Nog voor 25 jaar Avas hot in Engeland liet grootste (3,6 ton per hoofd), in Bel gië bedroeg het 2.3 ton, tcrwijtl de Vereenig de Staten ongeveer 1,8 ton gebruikten^ Thans verbruikt iedere Yankee 4,6 ton, iedere Brit 4,2, terwijl de Duitsclier 3,3 ton noodig hoeft en de Belg ongeveer evenveeb Een oorlogen-statistiek, Er is in, de laatst© drie eeuwen heel Avat afgevochten. Gaston Bodaxt heeft een oor- logep statistiek opgemaakt, die interessante cijfers toont. Do berekeningen loopen van 1618 tot 1905. Niet minde" dan 1044 veld- slagen, 122 zeeslagen, 490 belegeringen, en 44 capitulaties staan genoteerd. Do lang durigste veldtocht viel in den oorlog tus sehon Venetië en do Turken; hij duurdo 55 jaar, van 1644 tot 1699; do 6-daagschp veldtocht in den oorlog van Italië centra Oostenrijk, Avas do kortste. i Frankrijk heeft hot meest gevochten, Oos tenrijk volgt, dan Engeland, nummer vier is Rusland, Pruisen vijf, Spanjo zes. Neder laag tot overwinning staan in Frankrijk tot elkaar als 4 tot 5. Voor Pruisen en E ngoland is deze verhouding 4 tot 6. Frank rijk Avon voor 42 pCt. cn Spanje voor 36 pCt. Frankrijk heoft sedert 1600 togen 15 naties den oorlog gevoerd. Gibralter is van allo steden het aneest belegerd. Cadix is ook lango tijdon door vijanden omringd geweest. Weenen komt in de derde plaats. Sebastopol, Port-Arthur, Kandia cn Plowna hooreu tot do (vaak belegerde steden. In den slag hij Moekdcn lieten Van do 624.000 strijders life.000 man het levwn, vail do 320.000 bij Sedan 122.000, van de 246.000 bij Borodino 80.000 en Van, (do 192.000 bij Waterloo 45.000, J- s®"' ■J#*" .gp*»" 4ps

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1913 | | pagina 10