Landbouw ca Veeteelt. Gemengd Nieuws. ALLEKLEÏ. Een Kerstverhaal voor kinderen. op Volkshuisvesting, De heer r. d. Hoek spreekt van woningen, gebouwd door een yeroeniging van ambtenaren en bewoont oen huis als ambtenaar. Do lieer v. d. Hoek: Volstrekt niet. "De lieer li v e r sDo vereeniging Eigen llnard is door ambtenaren opgericht.... De lieer v. a. Heek: Aan die vereeniging namen ook anderen deel en deze lxuvonen evengoed de woningen. De heer mt Kavelaars ral tegen het voorstel van B. en IV. stemmen, omdat er hier woningnood bestaat, zooals de lieer De Brum tiier nog kort geleden met nadruk heeft verklaard, en spr. acht het wenschelijk, dat hier gebouwd zal wor den. om in dat tekort te voorzien. AYan- neei hier vastgehouden wordt aan erfpacht dan wordt daarbij het bouwen tegen ge houden. Overigens is spr. er voor, om, wan neer het voorstel van B en \V. verworpen wordt, liet voorstel van B. en \V. terug to zenden ter nadere bepaling van den prijs voor den grond. Do Voorzitter wijst er nog eens op, dat het reserveeren voor erfpacht alléén betreft één bouwblok, waarvan reeds in etfparht is uitgegeven. Hij zal thans het voorste! van B en AV. in stemming brengen. De heer mr. Kavelaars zou gaarne zien, dat het voorstel gesplitst in stemming werd gebracht. De Voorzitter is daartoe bereid en brengt dus eerst in stemming het voorstel om af wij- .md tc beschikken op het ver zoek. Dit wordt verworpen met 10 tegen 5 stemmen. Vóór stemmen do hoeren Lagerweij, v. Westendorp, v, d. Zee, v. d. Hoek en Hin kelaar. Tegen stemmen de heeren Dubbelman, mr. v. Briel Sasse, Scheffers, mr. Kave laars. De Graaff, Beukers, Nólel, v. J- Yelden, Srihreuder en Evers. De heeren Houtman, Koopmans en Bis Hadden de vergadering reeds verlaten. De Voorzitter zegt, dat thans door R en AV. een anaer voorstel bij den Baad zal worden ingediend. Bestrijding van mond- en klauwzeer. Reeds geruimeu tijd houden verschil'eiide bacteriologen zich bozig met bet zoeken naar de mond- en klauwzeerbacü, die den veestapel, deerlijk beeft aangetast Aten is er ecliter nog niet in geslaagd, de bacil in reincultuur te kweeken, en evenmin is er dus een afdoend serum gevonden. AA'et heb ben we herhaalde malen een „eureka" hooren uitroepen, doch te vroeg; steeds kwam hij nader onderzoek een vergissing aan het licht. De veehouder is dus nog steeds aange wezen op een practise he bestrijding, d. v. z. het beschermen van de gezonde diten. in Frankrijk heeft men veel succes gehad met de volgende methode. De stallen worden natuurlijk VhidHijk ge houden. Om echter de pooten der dieren en ook de wielen van karren, waaraan wel licht ziektekiemen kunnen kleven, te rei nigen, laat men ■'•e voor het binnenkomen een bad ondergaan, in den vorm van trap pen of rijden door een laag zaagsel, ver mengd met ontsmettingstoffen. Per 50 vieik. meter van zoo'n laag vermengt men een op lossing van 100 K.G. koporvittiool en 100 fK.G. zinkyitriool. Om het mengsel week en lenig te houden moet de laag dagelijks besprenkeld worden met oen oplossing van loodpoeder; per 50 vierk. meter neemt men 5 K.G. Deze ontsmettingslaag moet stellig de breedte hebben van de staldeuren, en zoo lang zijn, dat het rollend wiel over zijn hcele lengte de laag heeft, geraakt. De oorsprong van den Kerstboom. De Kerstboom is een overblijfsel van de feesten der Heidenen, die op bepaalde feest dagen een naaldboom in het bo.->ch veisier- den. Zij trokken dan naar den boom, en hieven hun zangen aan. Allerlei ïehgieuze ceremoniën werden om den boom uitge voerd. Eindelijk werd de boom in brand gestoken. Becds vóór de Middeleeuwen deed de Kerstboom zijn intrede. Het eerst versierde men eveneens een rmaldboom m de vrije natuur, die men in Zuid-Duitscbland leeds spoedig begon te verlichten. Omstreeks 1300 is ook ons land reeds ran don Kerstboom sprake. Toen bet gezinsleven zich meer begon te ontwikkelen, kwam "de Kerstboom in do huiskamer te slaan Hij werd mot kaar sen veracht, en met alle mogelijke ingrediën ten werd de boom versierd. Do kunstsneeuw dateert reeds uit 1780; hei oorst werd deze geproduceerd door Hugo Wolff te Neuron herg. De speciale kaarsjes voor den Kerst boom zijn ook af in rtc achttiende ecuvv iri den handel gebracht. Hoelang viert men het Kerstfeest? Zij, die meenen, dat de eerste Christe nen reeds het Kerstfeest vierden, zijn ver keerd ingelichtAA'el heeft men altijd den Saaien December als den geboottedag van Jezus beschouwd, maar men kwam niet op het denkbeeld, op uezen dag feest te vieren. Zooals men weet, hadden do eer ste Christenen allerlei andere feestdagen, dio thans iiog alleen in de kerkelijke ka lenders voortleven: Het Epiphuniënfecst, het feest van do Wrschijning van Chris tus, ook wel als het feest van Christus doop gevierd, voorts het feest, waarop de bruiloft van Cana, waarop Christus zijn eerste wonder deed, wordt herdacht. Van het Geboortefeest is editor omstreeks het midden der vierde eeuw sprake. Dit nieuwe feest schijnt het eerst in Duitscldand to Stijn gevierd. Langzaam breidde hel zich uit, en omstreeks 430 werd het door de geheele Christenheid herdacht, de andere feesten langzamerhand verdringende. Een eigenaardig Kerstgeschenk. Do Baptisten in de Arcreen. Stalen geven elkaar geen cadeaux met Sinterklaas, Nieuwjaar, on zelfs niet op eikaars verjaar dag, maar deelen alleen met Kerstfeest on der hun vrienden en kennissen geschenken uit; in de eerste plaats komt natuurlijk de naaste familie voor Kerstgeschenken in aan merking. A'an liet Kerstfeest wordt een waar Kerst-feest gemaakt. Men zorgt voor eën goed maal, men jubelt, men springt, in het kort, er heeischt een feestvreugde, die herinnert aan een hrmlotsprel. De rustige stilte, waardoor zich het Kerstfeest li.v, in Engeland kenmerkt, kent men in Amerika met, en hij de Baptisten in het geheet niet. Wanneer oen Baptisten-knaapje in het afgeloopen jaar twaalf jaar is gcwofflen, krijgt hij met Kerstmis een bijbel cadeau. Ceen luxe exemplaartje, dat men in zijl. binnenzak bergt, met verguld op snee. Het is een reusaebiig exemplaar. fn 1911 kwam van den Baptisten-bijbel een nieuwe uitgaaf Allerlei veranderingen zijn aangebracht. En sommige wijzigingen zijn zoo radicaal, dat wij ons kunnen voorj stellen, dat niet alleen het A'elnwsoh boer tje, maar ook onze meest moderne predi kant bezwaar zou maken, een dergelijken bijbel als de Heilige Schrift te beschouwen. Do stijl is geheel veranderd. De monumen tale wijze van uitdrukking, plechtig, sobci, zonder ojrsnmk. beeft plaats gemaakt voor een terminologie upto-date, en de stijl her innert (-enigszins aan Shaw. Nu zou men dit uiterlijkheden kunnen noemen, leder vogeltje zingt, zooals het gebekt is, en de Üaptistische leeuweriken hebben wellicht zangles genomen. Er is echter meer, waardoor do Baptistenbijbel opvalt. Naar de namen 'Adam en Eva zal men tevergeefs zoeken. AA'el editor wordt druk gespreken over man en vrouw. Hier door beet de betoekonis van liet verhaal beter weergegeven. De Baptisten zijn met hun nieuwen bij- hel tevreden. Vel geven ze toe, dat de schoonheid der taal, vet geleken bij den oom pronkt dijken Ilngelsclieü bijbel, er nre* op vooruitgegaan is. maar de moderne B; tisten staan op het standpunt, dat nauwkeu righeid en logica de voorkeur verdienen boven een sehoono wijze van uitdrukking. De Kerstboom als brandstichter. Ieder jaar wordt in dp groote AVaalsche Kerk te Amsterdam op plechtige wijs het Kerstfeest gevierd dor Deutsche Aereïri cn der Deutsche Secraannsmissionmidden in de kerk staat een groote spar, waarin hon derdtallen knarsen branden. W'anneer men voor het eerst deze viering van het Kerst feest bijwoont, doet het eenigszins vreemd aan, wanneer men onder den boom eenige brandweermannen ziet staan, in vol ornaat, die, ferwijl de voorganger zijn gebed uit spreekt of terwijl de bazuinen bet „Stille Nacht" doen hooren, langzaam heen en weer loopen, den boom geen oogenblik uit het g.-zicht verliezende. Do Amstérdam- iche brandweer is uitstekend georganiseerd, de commandant doet al het mogelijke, de branden zooveel mogelijk te voorkomen, In de meeste andere p'nntsen van Ne derland is de brandweer niet zoo streng. In het buitenland echter durft de brand weer-directie nog heel iets anders voor schrijven. Zoo is het in verschillende plaat sen van Amerika verboden, een Kerstboom aan te steken, tenzij men hierbij do 'zoo veel minder gevaarlijke electiïeiteit te hulp roept. Men'vindt deze regeling overdre ven? Toch niet! Immers van "1880 tot 1900 trad de ouder wc Ische Kerstboom met zijn stralende kaarsjes niet minder dan 6800 maal als brandstichter op: niet eens alle staten van de Noord-Amerikaanschc repu bliek zijn hierbij meegerekend. In Duitscldand, waar haast ieder ge zin op den heiligen avond zijn Kerstboom ontsteekt, heeft bij ook herhaaldelijk brand gesticht, en toen bleek, dat het „gevaar" hij Hoog-verzekerden hel grootst was, is de „Poüz'd" zich in vele DuiUche gemeen ten eveneens met de kwestie gaan bezighou den. Een Kerstboom verbod bestaat echter daar nog niet. Late winter of vroege zomer In het Emmapark te 's-Gravenhage ik gis termorgen een vlinder, een pauwoog, ge vangen. (Vad.) De moeilijkheden van het Eugenistisch huwelijk. De Staat AA'isconsin heeft onlangs een wet aangenomen tot verplicht medisch onder zoek vóór het huwelijk. Daarbij is o. it, bepaald, dat men den arts, die het attest van Jrolkomen gezondheid verstrekt, de som van drie dollars kan betalen. Hierover is van den kant tier medici een storm tvïUi ver ontwaardiging losgebarsten. liet is onmoge lijk, zich voor dit ge'd alle moeite te gc- troivsten, die een dergelijk onderzoek met zich brengt. En bovendien kan een arts, na pen half jaar een lurwelijkseandidaat onder (controle to hebben gehad, na, bom of haar de schedel Ie hebben doorboord, voor con microscopisch onderzoek der hersenen, en na achtereenvolgens de AVassernmnn- en de Noguchiproef te,hebben toegepast, nog niet eens met de hand op het hart van de vol maakte gezondheid van zijn patiënt getui gen, omdat er hem wellicht nog kleine aan doeningen zijn ontsnapt. Het Eugenistisch huwelijk brengt veel moeilijkheden mot zich mee! EEN OUD GEBRUIK IN OXFORD. Toon do wilde zwijnen in de velden cn bossclien van Europa in grooter getalo wer den aangetroffen dan heden ten dage het geval is, en er in den winter zeer veel op deze diereji gejaagd werd, wal een zoet' gezocht vermaak Was voor de adellijke grondeigenaren, was liet in meer dan één land gewoonte, om met Kerstmis den kop van een ever of wild zwijn op tafel te bren gen, In do vorige eeuw was dit gelnuik ook hij de Engelse hen in zwang. Maar nadat de ui!do zwijnen langzamerhand uitstier ven, moest men noodgedwongen wol wan dit Kerstgevecht afzien Bij het Queen's College te Oxford wordt evenwel ieder jaar nog een gebraden zwijnskop opgediend. Op een graaien schotel brengt de kok den kop, met laurierbladen opgemaakt, uit do keu ken in de eetzaal; hij wordt daarbij ver gezeld van ecu getubbaarden 1 wdierule, die zijn band aan den schotel houdt. Hij zingt daarbij een liedje, bestaande uit drie ver zen; na elk vers valt liet koor dor studenten in met een Latijnsch refrein. PLUMPUDDING. Een oud recept zegt, dat de pudding beter smaakt, naarmate bij vroeger is klaar gemaakt. AVckon vooraf gaat de Engelsche keukenmeid dus reeds aan het werk en vol gons een oud gebruik moet ieder familielid één keer het deeg voor den pudding om roeren. Daarmee heet het, dat hij of zij zich op dozo éénvoudige, gemakkelijke wijzo ceti aanbeveling voor den hemel be zorgt; een wenseh, onder tiet roeren uitge sproken, wordt vervuld. Het ligt zeker aan het groote aantal onbescheiden wenschen, dat er nog zooveel onvervuld onder zijn. Mensehen, niet uit Engeland afkomstig, vinden dezen plumpudding niet altijd naar hun smaak. Zoo bowcerde Felix Pat, dat er een maand noodig was om den Kerst pudding gereed te maken, veertien dagen om liem te eten, zes maanden om hem te verteren. Een andere Fransehe schalk gaf zijn verbazing te kennen waarom er ook geen stukje zeep en steenkool in den pud ding behoorden. En inderdaad, schijnt het mengsel, waaruit do gevlekte pudding, hard, vast en zwaar als een kanonskogel, be staat, een uitdaging van de vroegere sterke magen aan bet zwakkere geslacht van onzen tijd. Misschien is de plumpudding wel 't sym bool der Engelsche natie, die, ook uit aller lei bestanddeelen gemengd, toch een stevig, vast, voor den buitenlander moeilijk verteer baar geheel vormt. En tevens het zinnebeeld van con met goed gevolg bekroonde po ging om witte, gele, zwarte, olijfkleurige mcnschen, voorgesteld door rozijnen, kren ten, gehakt, vet, meel, amandelen enz. tot een imperialistisch deeg te kneden. De blauwe vlam van den aangestoken rum, waarmede de pudding wordt opgediend, her innert aan het vuur door de vrome Ro meinen ontstoken ter ecre der huisgoden. Die vlam vereenigt voor korten tijd de familie, die anders door verschillende be langen en omstandigheden gescheiden is. De getrouwde kindereu brengen de Kerst dagen door in het ouderlijk huis en de grootouders verheugen zich in liet vroolijko loven, dat zulk een tegenstelling vormt met de gewone rust in huis, al is het dan ook slechts op voorwaarde, dat 't niet lang duurt. Nog een oud bijgeloof dient vermeld men heeft nog evenveel gelukkige jaren vóór zich als men stukken pudding eet. En dam de jeugd in de meeste gevallen veel meer kan eten (lan de ouderen, schijnt dit nu eens een voorspelling, die wel kans heeft bewaarheid te worden. HET ONTSTAAN VAN DEN KERSTBOOM. Het versieren en het verlichten van den Kerstboom onderscheidt zich hierdoor van alle andere Kerstmisgebruiken, dat het steeds algemeener wordt, implants van lang zamerhand tot de veroudeide gebiuiken te gaan behooivn. In ons tand hebben wij den Kerstboom jaar op jaar veld zien winnen; ook in Engeland en Amerika vindt hij eerst in de laatste jaren ingang. In Frankrijk dateert hij van den winter van 1870---71. De 'Etzassers, die zich over Frankrijk verspreidden, brachten daar dit feest over. Alleen in Duitscldand is do Kemtboom een oud gebruik of liever, daar alleen heeft hij zich sedert de grijze oud heid gehandhaafd. Het versieren van den denneboom vindt alweer zijn oorsprong bij de oude Ger manen, wicn de dennenbosschen heilig wa ren en die zij slechts met den diepsten eerbied durfden betreden. Eens in het jaar, als de laatste dag kwam, werd een pijn boom met sieraden bekleed, een eik met hulsttakken omslingerd* en een groot eiken- blok op hot vuur gelegd, terwijl verder aan de afgoden bloedige offers, zelfs menschen- offers, werden gebracht. Het behoeft ons noit te grieven, dat de Kerstboom verwant is aan den afgodsboom der "ruwe Germa nen, Integendeel, dit wijst ons op vooruit gang. Christenen geworden, behielden (lo vroegere heidenen hun oude gebruiken, maar veredeld en van ruwe bijvoegselen gezuiverd. Van den Kerstboom, zooals we dien 't oogenblik kennen, vinden wij er over gesproken in een Latijnsch bi 'an het jaar 1737, dat tot titel draagt: De ic- ribus quae propter diem natalcm Servatoris nostri dari solent.Over do gebruiken bij het geboortefeest van den Heiland. Daarin lezen wij o.a.„Als het overhandigen van geschenken dan toch niet zekere feestelijk heid moot plaats hebben, dan bevalt mij het beste de w'rjze, waarop dit bij' een dame, dio een groot landgoed bewoonde, geschiedde. Zij behoorde tot den hoogsten stand en had talrijke dienstboden aan wie zij, evenals aan haar kinderen, mild ge schonken uitdeelde. Dil deed zij, door voor ieder op Kerstavond een boompje gereed te nmKoii, en daarbij de geschenken, die zij ieder had toegedacht, neerlegde. Dat do Kerstboom echter niet y.e.er alge meen was, kunnen wij hieruit zien, dat Goothe, toen hij in 1765 als student te Leip zig hij Knrver Kei-stfeest vierde, hij daai met eenige verbazing voor tiet eerst een Kerstboom zag staan. Toch wordt zelfs iu Fransehe gedichten van de 12a en 13e eeuw, herhaaldelijk molding gemaakt van een lichtenden Kerst boom mot een Kerstengel in den top. l)e Engelsche prins-gemaal Albert, de echtgenoot van koningin Victoria, maakte hem aan hot Engelsche hof en daardoor aan het Engelsche volk hekend. f 'N1KUAVTJES VAN JUER EN DAAR. Duizenden menschen in Londen verdie nen ïum brood met 't teekeneu vanen hot maken van verzen voor Kerstkaartjes. A'oor een goed geteokende schets wordt tot f7.50 betaald. Den beroemden dichter Tennyson bood men eens 12,000 gulden voor twaalf verzon, 'v,an 8 rogels elk, om te gebruiken bij teekeningen, door beroemde artisten ge maakt. Bij de Armeniërs wordt Kerstdag op den 18dcn Januari gevierd. In het jaar- 1904 was het op den avond vóór Kerstmis zoo mistig, dat de kalkoenen verkocht werden tegen 60 cents het stuk. De mistüetoe is betrekkelijk nieuw voor Kerstmis-decoratie. In de achttiende eeuw weiden rozemarijn, laurier en hulst ge bruikt. In sommige streken van Dui'w 'mul be staat nog het bijgeloof, dat, als het hout blok op "het Kerstvuur vlamt inplaats van smeult, er in huis een ongeluk zal ge beuren. De aseli wordt later zorgvuldig hij elkaar verzameld en op de velden ver spreid, om deze vruchtbaar te maken. Kerstversjes zijn veel ouder dim Kerst kaarten. Zij dateeren van de invoering van liet Christendom. Iri het Britscli-Museum worden nog de eerste gedrukte exemplaren gevonden uit het jaar 1521. Onder de Duitseho kindoren bestaat tiet vaste getoof, dat de dieren op den 23sten December de gave hebben, om gedurende 24 uur te spreken. Dat zij niet verstaan kun non, wat ze zeggen, wordt volgens hun ouders toegeschreven aan het feit, dat zij een deel van de afgeloopen 12 maanden stout geweest zijn. Do grootste Kerstpudding ter wereld was dio, welke in liet jaar 1770 gemaakt werd voor Sir Henry Grey. Hij' was negen voet in diameter en werd op wieltjes geplaatst, om zoo voor de verschillende gasten te kunnen worden gereden. ANECD0TEN. Een miltionair gaf zijn dochtertje ais Kerstgeschenk een prachtig poppenhuis ecu poppenhuis, voorzien van electrisch licht, een badinrichting, ja, zelfs een hangar mot een kleine vliegmachine. „AA'el, kindje," vroeg de vader in de Kerstweek aan zijn dochtertje, „heb je veel schik in je poppenhuis?" „O ja, pa," antwoordde het kind, „bijzon der veel; en ik heb het gemeubileerd vot- liuuid aan nichtje Alary voor 3 gulden per maand." „Alaar lieve," sprak de jonge echtgenoot, toen hij het mooie fluweelen jasje bekeek, dat zijn vrouw hem als Kerstgeschenk ge- gegeven had, „ik ben bang, dat je te veel geld hiervoor besteedde. Ik was even blij geweest met iets, dat niet zoo duur was." „Natuurlijk ben je weer- aan 'tbrom men, over iets, dat ik je gaf," antwoordde het jonge vrouwtje," „maar dezen keer heb je het toch eens mis, ik betaalde er geen cent aan." „Geen cent? En hoe hebt jo dat dan gedaan?" „AA'el, ik liet het op jouw rekening schrij ven." Een dame wilde een vetten kalkoen koo- pen, en do koopman liet haar eon mooien vogel zien met ongebroken horstbeen. De dame dacht daardoor, dat het een mager beestje was, en vroeg oen andero to zien. Den vogel meenemend, brak do winkelier het borstbeen, en bracht hetzelfde hees! terug. „<3, maar die is veel mooier," sprak do dame, „maar ook zeker veel duurder." De koopman beaamde dit, en de dame betaalde. TWEE GEZICHTSPUNTEN. Zij stond zoo onschuldig naar hem te kijken, van onder het bosje .misttletoe, dat in do kamer hing. Zij ,was zoo mooi, en zij stond onder de misttletoe, hij kon er niets aan doen, -— hij kuste haar. Het was niet netjes, dat te doen. Ilij wist het nu, nu hij zich tiaar angstigen blik herinnerde, en de flauwe excuses, die 'hij getracht had te stamelen; ja, cn de 'tranen in haai- oogen, en liet onderdrukte snikken, 'wanneer zij z\jn stamelende ver ontschuldiging ontvangen had. „AA'ie kon nu denken, dat zij hot zoo zou opnemen?" daqht hij; „lief, onschuldig kind," En zij nadat hij was weggegaan liad ze zich snikkend op de sofa geworpen. „Ik houd zooveel van hem en nu hij mij ten laatste kust, zegt hij, dat hij er niets van meent. AVaar denkt hij wel, dat ik liiorvoor stond, die idiooll" „Meen 'je h'eusoli, dat je don wijn niet zult proeven, dion vader je als Kerstge schenk zond?" vroeg de verontwaardigde ecldgenoot», s „Ik 'denk er niet aan," antwoordde de man; „want hij zond ze in compensatie voor de sigaren, die ik hom op zijn ver jaardag zond." DE AVEG0EL00PEN KERSTjBOOAl. Al de kleine denneboomen in liet woud waren een en at opgewondenheid. „Alorgeu zullen we omgehouwen wor den," riepen ze, „en dan worden we naai de groote stad gebraakt." Nu wist geen ran de kleine deiuieboomou wat eigenlijk een stad was, maar zij lis- pelden en fluisterden van de mooie dingen, dio zij daar zien zouden. Maar er was een kleine den, die vroeg; „Zeg, gaan we allemaal?" „Ja," zongen de andere hoornen; „mor- gen gaan we allen op reis." Toen zuchtte de kleine boom en epra,k: „Alaar ik was beloofd aan de kinderen van den houthakker." „De houthakker is arm," zei een dikke eik, „en hot zijn moeilijk" tijden. Dit jaar moet zijn familie liet zonder Kerstboom doen." Den volgenden morgen heel vroeg, kwa men de kinderen van den houthakker door de sneeuw waden en stonden onder de tak ken van den kleinen den. „Dat is onze boom," zei een van hen trcts. „Alct Kerstmis zullen wij er kaarsjes aan doen en een engeltje op do bovenste takken." „AA'at een aardige, kleine boom," zei een under, „wat zat hij mooi zijn!" En de kleine boom beefde, toen hij het hoorde, maar de kinderen dachten, dat het de wind was, die hem schudde. Toen gingen zij weg en later op den dag kwamen er mannen met bijlen, on die hakten alle hoornen om en legden ze op wagens om weggereden te worden. En 's avonds, toen de ondergaande zon een loode streep op het besneeuwde pad wierp, kwamen de kinderen terug en toen zij zagen, dat de hoornen waren omge hakt, riepen zij: „AVaar is onze kleine boom gebleven?" En de kleine den, die hoven op den wagen lag, riep luid: „Hier ben ik," maai de kinderen verstonden bet niet, en wreven hun oogen met hun ruwe, roode handen, en snikten. „Wat scheelt er aan?" vroeg hun va der, die hen in liet boscih tegenkwam. „0, onze kleine boom, onze kleine boom!" huilden de kinderen. „Hij is om gehakt en hij de andeie hoornen gelegd, om naar de stad gebracht te worden." „AVij zijn to arm om dit jaar een Kerst boom te hebben," zei de houthakker; en de kinderen gingen huilende weg. En de zon gmg onder en de maan kwam op en bescheen het donkere bosch, en at de klenie hoornen, die op den grooten wagen lagen, en nu begonnen de dieren uit het hósoh over de vcrsche, witte stom pen te loopen. „Dus gaan jullie naar de stad?" vroeg de wit gestaalde ree, het mos onder de sneeuw wegkrab helend. „Ja," fluisterden at de boompjes opge wonden. Alaar de kleine den riep: „Ik wil niet „AVaarom niet?" vroeg do ree; en do kleine den vertelde van de kinderen. En de ree kwam nader en langen tijd Duisterden zij met elkaar, en mi voogdo zicli ook een konijn bij hem en er kwam een witte uil aangevlogen en gaf wijzen mad, en na een pookje gingen de ree en bet konijn en de uil weg, en het boompje lag tot middernacht heel, heel stil. Toen nu al de andere hoornen sliepen, liet het zich Van den wagen in de sneeuw vallen, en do wind, die door liet bosah blies, vroeg„AVat ga jo doen, kleine boom?" En hel boompje antwoordde: „Help mij om op te staan. De wind blies (lus totdat liet boompje rechtop stond, en toon huppelde het verder, totdat het aan het dal kwam, daar liet het zich vallen en ging .slapen, 's Alorgens kwamen de man nen in het bosch. om den wagen met boompjes weg te halen en bemerkten niet eens, dat de kleine den verdwenen was. En de avond vóór Kerstmis blies en blies de wind weer, net zoo lang, dat het dennetje weer rechtop stond en het hup pelde voort tot het aan het huis kwam, waar de kinderen woonden. Toen kwamen uit het boscJi de ree, het konijn en de kleine, witte uil, en de ree duwde zachtjes tegen de deur van de hut, en do uil pikte aan hot slot, en het konijn stompte net zoo* lang met zijn ach terpoot, totdat de deur open was. loon boog do kleine don zijn hoofd, liep naar binnen en ging in den hoek van de kamer staan, en de drie dieren uit het bosch gingen zachtjes van kamer tot ka mer, en kwamen terug met dingen, om aan den boom te hangen. Hot laatste van a,llo3 vloog do witte ui! naar den bovensten tak en hing daar het kleine engeltje op jnet de witte vleugels. „Het zijn goede kinderen," sprak do uil, „want als het winter is, leggen zij afschrap- scl van vleesch voor mij"op do hoornen." „En zij leggen worteltjes op de paden en kool, opclat ik niet verhongeren zou." „En voor mij leggen zij1 armen vol lek ker, sappig hooi neer," sprak de reo, „waar mee ik mij 's nachts kan voeden." En do kleine den zei: „Hot zijn goedo kinderen, en ik ben liever hier dan in do groote stad." En toen fluisterde hij* „goeden nacht", en do dieren gingen naar het bosch terug. En 's morgens, toen de kinderen kwa men, riepen zij: vader, vader, kijk eens wat een mooie boom." En do houthakker kwam aangeloopen en vroeg verbaasd„Hoe komt go hie"? En de kleine den fluisterde: „Ik liep weg uit. het bosch." Alaar zij konden hem niet verstaan, zij bleven hem dus aanstaren en bewonderen en ten laatste zei de houthakker: „Het is nu te laat om hem naar do stad to brengen, hij kan dus blijven." En do kin deren riepen opgetogen: „Allen een pret tige Korstmjs."' 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1913 | | pagina 6