king der directe belastingen? Men is toch
zeker niet vergeten, hoe de hoeren Asch van
AVijck en Rereh var Heemstede tegen mi
nster Kolkman hebben opgespeeld, toen
ihij het waagde een simpele U ton meer ud
de successiebelasting te halenV Eu waar
om van deze Minister er nooit aan toe ge
komen is om zijn ontwerp-inkomstenbelas-
ti'ig in de Kamer te verdedigen is zeker ook
duidelijk.
En hierin, ligt ook alweer de rerhtvaardi
ging van het groote verzet, Hat er iu oen
lande gewees' is tegen de Tnrieisvorh ongi ng
I'ie verbooging op zreh zelve, ho-zeer men
d.tar ook principieel den vei keerden weg
mee uitging, nas nog het ergste ni tt Da.
v-as. dat in ile handen tan een coii-servu-
lieveregeenimdevTijlK.il om aan het tarief
te tornen een bijzonder groot gevaar oplo
veil Zy gaat dan teik<»ns order. rat!-
wij m Duitsrilland en Amerika eez.cn heb
ben, en wij komen tot teusts. kartel» en al
dc nnnviiKWistisehe <dlende, waar rlo> lan
den onder zuchten.
AVi, komen nog even op den fiiianeieeTen
nood terug, en oonstatecren. dat die veel
minder ernstig zen zijn. ais men onder het
bewmd-Hecinskerk de van outls geroemde
Jioüandsche zuinigheid betracht had, in
plan's van er maar op los te leven, waarin
minister Talma zekoi het groot-te deel heeft
gehad, maar wien toch zeker niet zoo
groote schuld treft als min. Kolkman, die
de koorden van de beurs niet. toe wist
te houden. Men kan op het politieke graf
van den afgetreden bewindsman voor fi
nanciën schrijven: Hij was te goed voor
deze wereld. Jammer maar, dat deze eigen
schap den lande op zoovele mil boenen
komt te staan.
Het zal dan ook niemand verwonderen,
dat waar de zaak er zoo voor staat, en waar
de Minister teleurgesteld w'enl in zijn ver
wachting, dat hij de Rijksirikomstenbelas-
ting vóór 1 Mei 1914 in werking kan doen
treden, hij aangewezen is op tijdelijke
versterking der middelen in den vorm van
opcenten, die niet voor de poes zulten we
zen. Had men reeds lang ervaring van
10 opcenten op de Vermogens- en de Bedrijfs
belasting, thans zal op a 11 e belastingen 15
percent verhooging worden gelegd, behalve
dan op de invoerrechten en accijnzen. En
dit feit is van te meer boteekenis, tvaar
deze verhooging zal geschieden in dezen
tijd, nu het Nederlandscbe volk, zooals
trouwens ieder volk, mill ioenen kapitaal
verlies heeft te boeken door de malaise
der beurzen, het dure geld, en de depres
sie die zich alom in handel en industrie
Iaat gevoelen. Waarlijk, de stem, die van
den executeur, die Kolkman's desolaten boe
del heeft te redderen, tot de Tweede Kamer
kwam, was al. heel weinig bemoedigend.
Waar men zich echter wel over mag ver
bazen is, dat in deze omstandigheden er
nog Kamerleden waren te vinden, die aan
drongen op afschaffing van belastingen,
•waaruit millioenen en millioenen in de
schatkist vloeien. Als we op dit oogen-
blik den heer Ter Laan uit Rotterdamkiach-
fig hooren aandringen op afschaffing van
den suikeraccijns, die voor 1914 op niet
minder dan 26Va miliioen geraamd is, en
van hem vernemen dat het eigenlijk mis
daad zou wezen, aJs de regeering het „sui
kerpotje" niet zou eerbiedigen, waarmede
de eerste stap tot geleidelijke afschaffing
van de accijns is gezet, en wanneer het
gedeelte der opbrengst van den drankac
cijns dat voor die geleidelijke afschaffing
wordt gereserveerd, thans zon worden aan
gesproken, dan vragen wij toch: Waken
öl droomen wijEn als de heer Fleskens
komt met een aandrang om de accijns op
het geslacht af te schaffen, waardoor ook
aannamen, die hem vier woorden spraken,
bekend in zijn eigen taal.
Het is moeilijk precies te zeggen wat
krankzinnigheid is Was Azurna-zi gek In
zijn brgeloovig Lrein fli'ste helder op zijn
begeeren naar een off. r; de „dynamo"
ver.angde een offer: den gehelen Smith
Hij voelde nu een vreemde ontroering in
hem trillen.
Dien nacht waren dc twee mannen met
hun zwarte schaduwen alleen in de loods
tezamen. Door een booglamp werd de om
geving verlicht; de scltaduven lagen als
zwarte spoken achter de dynamo's. De
wereld buiten scheen eindeloos ver weg,
evenals de donkere hemel boven hen. Azu-
ma-zi stond onverwachts op en liep naar
den groeten dynamo toe. Smith hoorde
een geluid, alsof er iets aan de machine
verzet werd.
Opeens zag hij de uitdrukking in Azu-
ma-zi's oogen, toen de Aziaat tiil de scha
duwen op hem af kwam
„Wat doe je daar?" riep hij hoogst ver
haasd uit, „Heb ik je niet gezegd..."
Het volgende oogenblïk worstelden de bei
de mannen, vlak vóór den dynamo.
„Jij leelijke bruine aap," gilde Smith.
„Laat los, ofIn hetzelfde moment
werd hij gegrepen door den electrischen
stroomi
V
De electricien, die in allerijl van het
station was gezonden om te zien, wat. er
met den dynamo was gebeurd, vond Azuma-
zi in zijn loods. Azuma-zi probeerde iets
re verklaren, maar de man verstond niets
van dat potjes-Latijn en rende naar de
machine-kamer. De machines werkten alle
geregeld door, maar hij bespeurde oen eigen
aardige lucht van gezengde haren. Hij ont-
'dek'e, vlak bij den dynamo, op den grond,
een inééngesehrompeld hoopje, en naderbij
komende, herkende hij de overblijfselen van
Smiih.
alweer bijna 6 miliioen 's jaars aan de
schatkist zou Worden onttrokken, dan gaan
wij nog iels verder, on vragen of het voor
een lid van de Coalitie, die toch ook mede
verantwoordelijk is voor den desolaten toe
stand, waarin de door hen gesteunde re
geering de schatkist heeft gebracht, wel
betamelijk is met zulke verlangen» op dit
oogenblik aan te komen. Er moet geld
zijn, zooal» de Afinister terecht zcide, en
al zijn misschien de prachtigste argumen
ten aan te voeren voor afschaffing van den
suikeraccijns en van den vlee.schacc.ijns, er
L op dit oogenblik eenvoudig met aan te
denken.
Men zal hiermede wel kunnen aannemen,
.Int de kwestie van do afschaffing van
den suikemcrijns voor onafzienbaren tijd
\f den baan is. Wat ons niet spijt. Wij
hebben nooit meegedaan aan de mode van
thans om afschaf'i.eg van den suikeraccijns
dringende eisch des tijds te vinden. Wij wil
len het wel gelooven, dat suiker een prach-
ig vocdmgsmoedel is, al leerden wij dau
ook in onze jeugd, d d wij van den suiker
pot hadden af te blijven, op straffe van
slechte tanden bij ongehoorzaamheid aan
dit bevel, maar wij houden niet veel van
aetheoriseer op het paid van belastingen.
Laten we toch niet vergeten, dat iedere
bestaande belasting, zelfs al is hij verkeerd,
dit vóór heeft op een nieuwe belasting;
dat een volk gewend is ze op te brengen.
Zeker, ais wij die 27 miliioen konden mis
sen, dan zouden wij, tegenstanders van ver
bruiksbelastingen als wij zijn, gaarne den
suikeraccijns zien verdwijnen. Maar waar
wij de millioenen niet kannen missen, en
ze niet elders vandaan gehaald kunnen wor
den. voelen wij voor een aandrang als van
den heer Ter Laan niets. En al die verha
len van dat heerlijke Engeland, waar door
vrijdom van suikeraccijns ook het arbeiders
gezin in zoetigheid zwemt, laten ons ge
heel koud; daar staat tegenover, dat de
Nederlandschp arbeider goede tabak en zelfs
op izrjn tijd een goede sigaar kan rooken, iets
waaraan zijn Engelsche collega door de
millioenen, die Engeland uit de tabaksbe-
'asting trekt, niet denken kan.
Eigenaardig is het tevens, dat de so
ciaal-democraten in dezen stand van za
ken op loonsverhooging aandringen voor
.vie categorieën arbeiders, in dienst van
den Staat, yell absoluut niet bekommerende
om dc financieele gevolgen daarvan. Het
zou ook mogelijk kunnen wezen, dat het
onmogelijke van de inwilliging hunner wen-
sclif-a hen des te vrijer maakt, waar ze
toch praten pour la galerie, en het hoofd
doel is te toonen. dat het toch inaar alleen
de S. D. A. P. is, die veel voor het lot
van den arbeider voelt. We dachten slechts
bij dit alles, dat de sociaal-democraten van
hun standpunt toch maar schoon gelijk
hadden, om de portefeuilles te wéigeren,
want als de heer Vliegen daar als Minis
ter van Financiën gezeten had, zou hij pre
cies als thans Alinisfer Bertling het ge-
vr.n-.de hebben nieete.' weigeren.
Wie vau de sociaaldemocraten daaren
boven al oen heel ongelukkige wijze heeft
om loonsverhooging fe vragen, is het
niemvgekozou lid voor Rolt. rdam II, de
heet Spiekman, die een half uur noodig
had om te demonstreert n, dat de positie
van de klerken bij rle ontvanger- van Rijk»
Directe Bela-tingen verbeterina behoeft.
Gelukkig, dat de Minister dat ook vond,
al kon hij voor het oogenblik dan ook nog
geen toezegging doen; want w:j begonnen
te vreezen. (lal het onder dit langdradig
Dc man stond een oogenblik als ver
steend, toen keerde hij zich om en ijlde
hem om hulp en raad in ie w:nnen.
Toen - Azuma-zi Smith doodelijk gegre
pen zag door d'i. machtigen god der dy
namo's, was hij e\v een beetje benauwd
over de gevolgen var. -,'u daad. Toch voelde
hij zich vreemd-blij en wist dat de gun
sten van zijn god mot hem waren. Zijn
plannen waren reeds l-erekend toen de inge
nieur inmiddels verscheen, maar amper den
neger opmerkte. Een paar vragen stelde hij
even aan Azuma-zi:
„Ifad hij Snii.h zich ze'f zien dooden?"
XzUma-zi legd" uit, dat hij bij de andere
machines was geweest, toen hij iets van
verschil in geluid van den groot en dynamo
had gehoord. Hij onderging de ondervraging
gemakkelijk, daar men niet anders dan zelf
moord veronderstelde.
Do overblijfselen van Smith werden haas
tig onder een morsig servet weggedragen.
Azuma-zi werd naar zijn stookplaats te-
ruggezond'-n. Hij bleef kalm voor zijn oven
zitten. Na ion uur scheen er niets gebeurd
te zijn. De neg -r had behoefte even ®ts glu
ren naar zijn god: hij zog de raderen
als altijd gelijkmatig rondwentelen en in
de plaats van de zware ges'al te van Smith,
zag hij nu de slanke schaduw van den inge
nieur tusschen de riemen en raderen door.
„Heb ak n, goed gediend vroeg Azuma-zi
onhoorbaar en de klank van den gronton
dynamo klonk vol en duidelijk. De vreemde
begoocheling kreeg den neger opnieuw te
pakken.
Nooit had Azuma-zi een man op zóó
snelle wijze zien sterven t Waarlijk zijn
god was een machtig god!
De ingenieur, geheel onbewust va.n het
geheimzinnige dichtbij hem, stond met zijn
rug naar den neger, iets op te schrijven.
Zijn schaduw lag aan de voeten van het
groote monster.
Was de god der dynamo's nog niet vol-
betoog den Minister zou vergaan, zooais
het Mark Twain eens verging. Deze gees
tige Amerikaansche schrijver verhaalt ons,
hoe hij eens ouder het gehoor zat van een
predikant, die een collecte zou aanbevelen
ten behoeve van slachtoffers van een wa
tersnood. Deze predikant hing zoo'n hart
roerend tafereel op van den rampzaligen
toestand, waarin de van have en goed be
roofden zich bevonden, dat Mark Twain
van innerlijke ontferming bewogen, den in
houd van zijn goedgevulde beurs in de
hand liet glijden, gereed om, zoodra de
collectant kwam, dezen in den zak te wer
pen. Maar... de predikant bleef door-
preeken, steeds doorpreeken, en telkens als
Mark Twain dacht: ,,ls het nu nog niet
uit?" gloed één van de geldstukken uit de
hand weer in den broekzak, en toen na
ellenlange beschouwingen over de welda
digheid als christenplicht, AI ark Twain's
geestdrift geheel was gebluscht, wierp hij,
ziek van verveling, toen dc collectant tot
hem kwam een knoop in het zakje.
Er is ook nogal gesproken over de Staats
loterij. Zooals men weet, treedt op dit
oogenblik de justitie bijzonder kras op tegen
de particuliere loterijen, die de Staatsloterij
afbreuk doen niet alleen, maar de speel
zucht enorm m de hand werken. Alet den
heer Van Doorn betwijfelen wij of de in
beslag-neming van loten en gelden, die in
de afgeloopen week heeft plaats gehad, wel
de goedkeuring zal krijgen van den hoog
sten rechter, en wij vernamen met genoe
gen, dat de Alinister het plan van den heer
Roodhuijzen wil overwegen, om aan die
particuliere loterijen haar clandisie te ont
rukken, door de Staatsloterij een paar keer
met gansch andere nummers te laten trek
ken dan gewoonlijk. Waardoor toch heb
ben die particuliere loterijen het vertrou
wen? Omdat de Staatsloterij uitmaakt wie
daarin do prijzen zullen winnen. Droeve
ervaring heeft het menschdom nu eenmaal
zoo gemaakt, dat het geen loten neemt in
loterijen, waar men maar te gelooven heeft,
dat de trekking eerlijk toegaat. En is het
nu eigenlp toch niet al te dwaas, dat de
Staat zijn geld en zijn ambtenaren geeft,
om den particulieren loterijen crediet te
verschaffen?
De heer Scheurer vond het passend om
tegenover de uitbreiding van loten, die de
Afinister in uitzicht stelde, zijn antirevolu
tionair beginsel te plaatsen, dat alle spel
uit den booze acht. Dit bezorgde hem een
terechtwijzing van den heer Roodhuyzen, die
hem in overweging gaf daarover te zwijgen,
waar hij indertijd den lofzang van zijn
Coalitieminister Kolkman op de Staatsloterij
had gehouden, zonder een woord van pro-
lest had laten voorbijgaan. Dit fokte op zijn
beurt den heer Lohman uit zijn tent, die het
recht ontzegde aan den afgevaardigde van
iBriellc om aldu» te spreken, waar het
Kamerlid Heemskerk in deze'fde zitting na
mens zijn partij tegen de Staatsloterij was
opgekomen. De heer Roodhuyzen hield ech
ter het gelijk aan zijn kant, toen hij be
wees, dat die rede van den beer Heems
kerk vóór en niet na de redo van den minis
ter gehouden was; dat de lofzang van
Alinister Kolkman geen protest had uitgelokt,
toen hij voorlas hoe prof. Fnl.ius zijn partij-
geriooten over hun houding had gekastijd.
Suriname, de patient, die voor velen in
de Kamer de ongeneeslijke patiënt is, is
weer eens op de operatietafel geweest.
De doctoren waren velen en deskundig, en
de heeren Van Doorn, Bos, Van Vu uren,
daan? Zijn dienstknecht was bereid.
Azuma-zi gleed met een steelseden stap
naar hem toe; hield toen stil. De ingenieur
hic-id plotseling met schrijven op, wandelde
mar de uiterste zijden van den dynamo
en begon enkele onderdeden fe inspectee-
ren,
Azumazi aarzelde even. Hij wachtte af.
De suippen van den ingenieur kwamen na
derbij, hielden even stand. Hij was geheel
onbewust van de nabijheid van den neger.
Toen siste opeens onverwachts de groote
■dynamo en in het volgende oogenblik be
sprong Azuma-zi in het donker den anderen
man.
De ingmieur, om het middel gegrepen,
werd naar den dynamo gesleurd. Hij kon
door een handige beweging het oor van
den neger met zijn tanden te pakken krij
gen, wat AzUma zi hevig deed brullen.
Zij rolden over den grond, worstelden
op leven en dood. Een oogenblik daarna
klonken voe-stappen naderbij. Azuma-zi had
losgelaten en sprang naar den reuzen-dyna
mo. Een geritsel klonk even op...
De binnengekomene zag den neger als
één ontredderde massa, neergeploft op den
grond.
„Nu, dat is ook een geluk, dat u juist
bijiijds binnenkwam," zcide de ingenieur
nog zittende op den grond. Toen keek hij
om zich, naai* het nog na-trillende lichaam
van den doodet
„Zeker een ellendige dood," zei hij, „maar
een, die gauw gaat
Beide mannen herstelden daarna iets aan
de machine, die opnieuw weer zijn eento
nig gebrom begon.
Aldus eindigde de eeredienst voor den
groeten dynamo, die zich voortaan zou
kunnen beroemen op een martelaarschap
on een nienschenoffer. i
Scheurer, Fock, Vol'enhoven en Bos waren,
hoe ook in details verschillend, het hierover
--ens, dat men onze kolonie in Zuid Amerika
niet in den steek mocht laten. De eer van
ons land was daarmee gemoeid, zeide de
heer Van Doom.
.Als nieuwe spreker over dit onderwerp
kregen wij den heer Kleerekooper, die een
even zaakrijke als humoristische rede over
Suriname's toestand hield. De k'eine twist-
jes, uit rassenhaat voortkomende, de voort
durende processen over alles en nog wat
hadden op hem den indruk gemaakt van de
bewegingen in een vlooientheater, en toen
hij de famüieregeering van de Da Costa's
aldaar schilderde, die zoowat alle ambten
bezet, zoodat als de president van de Kolo
niale Staten komt te overlijden, de oude
heer Da Cosla, de lieele magistratuur rouwt,
verwekte uitbundig gelach. Zijn raad om
Suriname geheel uit Nederland te regeeren
tot het de ontwikkeling voor zelfbestuur
zal hebben verkregen, mocht uit sociaal-
demorcatischen mond wat vreemd lijken,
maar kwam ons bij uitstek practisch voor,
zoo ook zijn wensch, dat onze beste jonge
lui met flink salaris in de kolonie zullen
worden aangesteld om die op le beuren.
'Dinsdag a.s. is de Minister aan het woord.
STADSNIEUWS.
Uit den Gemeenteraad,
IV.
Progressie.
(Vervolg.)
De heer v. Westendorp heeft zich
bij het prae-advies van B. en W. aangeslo-
en, omdat hij dacht, dat, wanneer een
Rijks-inkomstenbelasting werd ingevoerd, dc
gemeente beter daarbij opcenten zou kun
nen heffen Spr. is overtuigd, dat h:er nog
een gedeelte vermogen onbelast is geble
ven en dat gaat bij' 'een Rijksbelasting min
der gemakkelijk. Spr. heeft zich bereid ver
klaard op deze belasting Te wadhlen, te
meer waar een regeling der progressie hier
toch niet op tijd voor hot eerstvolgend be
lastingjaar gereed kan zijn.
De heer De Bruin was in het begin zijner
rede nogal op zijn paardje, en hij zong 't
liedje, dat meti altijd van de sociaalde
mocraten hoort: wij zijn het die alles doen
Alaar spr. wil dan toch even wij'zen op
het program zijner partij', waarop staat,
wal de heer De Bruin nu verdedigde, De
vrij'z. huppelen dus niet met de soö.-de-
mocraten mede. Aan den heer Goslinga
moet spr. zeggen, dat hij het niet eens
is met diens pessimistische opvatting.
Deze wees op Schiedam en dat wil ook
spr. doen.
Als men hier had vele vermogenden,
die hier voor hun pleizier woonden, dan
zon er voor een pessimistische opvatting
grond zijn, omdat dezulken vrij zouden
kunnen heentrekken. Maar de moesten, die
hier gevestigd zijn, zijn van dien aard,
dat ze hier blijven tot hun buidel genoeg
gevuld is; dan trekken ze heen, mot of
zonder progessieve-belas'ingheffing. Ze blij
ven hier, omdat ze hier hun zaken hebben.
Bovendien zijn hier maar weinig groote
inkomens, die ons zouden kunnen verlaten.
Spr. vindt het dan ook wel wat sterk,
als de heer Goslinga uitroept: het zou een
ramp voor Schiedam zijn.
Wat van die zijde gezegd wordt, is ooi-
niet waar: wat wordt van de menschen,
die f 600 tot 800 inkomen hebben.
Heusc'h', die zullen hier niet alleen blij
ven wonen.
Bij zijn beschouwing had de heer De
Bruin niet zoo op de inkomens van f5000
moeten wijzen; daar ^,jn er ve'en onder,
die nog een zorgelijk leven hebben, om
rond te komen, omdat aan dezen zoovee'
bcogere eisc.hen gesteld worden. Wil men
een tegenstelling, dan moet men wijzen
op inkomens als da,t van f 61000. Het
is volkomen waar, dat 1 cent voor den
arbeider meer is dan een f 1 voor zu'.ke in
komens.
Men zal de progressie ook nie' zóó boog
opvoeren, dat de belastingdruk voor de
grootere en grootste inkomens te zwaai
wordt.
Hier zijn het de middenstanders, die in
hoofdzaak de belas'ing betalen, de enkelen,
die werkelijk grootore sommen aan de be
lasting betalen, vormen te samen nog maar
ec-n peulschilletje ten opzichte van de ge-
heele opbrengst.
En bovendien staan tegenover hen die
misschien weggaan, zij, 3ie zich hier
komen vesligen. Hier is hef gevaar vooi
weggaan niet groot, omdat de menschen niet
weg kunnen. Al kan spr. zich niet vereeni
gen met den betoogtrant van den lieer Dc
Bruin, met den inhoud van het door dezer
gesprokene, kan hij voor het grootste dee
wel meegaan.
Spr. wil dus wachton op de Rijks-inkom
stenbelasting, waarvan hij veel verwacht
voor de Gemeenten.
De Voorzitter vraagt of de heer De
Bruin thans de verdere behandeling wil uit
stellen.
De heer De Bruin: Tot wanneer
De Voorzitter: B. en AV. hebben ge
adviseerd aanhouden tot de Rijks-:nkorn-
stenbelasting zal zijn ingediend. Echter is
spr. bereid den voorrang te geven aan de
stemming over de motie, als de heer De
Bruin dit wensch t.
De heer De Bruin ziet niet in, dat
het gewenscht is in oen volgende vergade
ring nog weer eens een herhaling van dit
debat te krijgen. Hij acht het dus beter
nu de* verschillende sprekers nog even ie
beantwoorden.
fn de eerste plaats merk! spr. op. dal
de heer v. Westendorp het zich schijnt
aan te trekken dat door spr. gezegd is,
dat het weer de soc.-dcm. is, die deze
kwestie opnieuw ter sprake brengt. Hij ont
kent dit en verwijst naar het program
zijner partij. Spr. weet niet of dat juist
ishij heeft dat program wel gelezen
De heer v. Westendorp: Dan toch
slecht gelezen.
Do heer De Bruin: Dat is mogelijk',
.maar al staat het daar op, dan hecht
spr. or nog) niet aan. Er staan zooveel dingen
op dal program, b.v. erfpacht. Tegen dat
mooie beginsel wordt nog al eens gezondigd.
Spr. vindt het prettig dat, als de S. D. A. P.
een goed idee heeft, dit wordt gepropageerd
ook door de Vrijz.-Democraten.
Rechts trekt het zich bijzonder aan, dat
geld uit de kast wordt gehaald en verzet zich
daarom tegen de motie, maar de vrijz.-demoJ
craten gaan toch ook maar liever niet met
hem mede samen. Nu blijkt het toch al dade
lijk, dat de vrijz. democraten niet veel anders
doen dan met de S. D. mechuppelen. Hoe
wel de heer v. Westendorp zegt, dat hij
gaarne naast spr. staat, zal hij dat vandaag
toch maar liever niet doen. Voor hein
geldt het dus niet dat de armsten onder
de armen gedurende den tijd, die nog ver-
loopen zal, alvorens de nieuwe belasting
wetten gereed zullen zijn, moeten betalen.
Hij ontkent niet de onbillijkheid, maar laat
ze toch voortduren.
Aan den heer Kavelaars, die hetzelfde
betoogde als B. en W., antwoordt hijdat
is bij u begrijpelijk, gij voorzitter der be
las tingco mmissie.
Alaar spr. wil er op wijzen, dat naar
zijn overtuiging hier geen regeering een lang
leven zou hebben, die zijn kracht moet vin
den in een ingrijpende financieele hervor
ming. Spr. herinnert slechts aan min. Kolk
man en verwijst naar wat in Frankrijk plaats
gegrepen heeft. Men weet het, dat als het
Kapitaal zich tegen de Regeering gaat ver
zotten, deze het ondgrspit delft.
Door den heer Kavelaars is voorts gewe
zen naar de actie voor pensioen door de
ambtenaren, nu 2 jaar geleden. Maar wat
le heer Kavelaars daarvan mededeelde,
was niet juist.
Toen werd aangedrongen op een tijde
lijke voorziening en wanneer de heer
Kavelaars zegevierend uitroept„wat zijn wij
men verstandig geweest", dan rust ook op
den heer Kavelaars de schuld voor de zoo
pijnlijke gevallen, die zich in die periode hier
hebben voorgedaan.
Spr. wijst het verband tusschen deze
heide onderwerpen echter af.
Dan wil spr. nog iets zeggen over het weg-
loopen van de bezitters van groote inko
mens. Als de heer Goslinga daarover be
gint, dan geraakt hij in vuur. De arbeiders
kunnen niet wegloopen, zegt hij terecht, en
dus kan men bij hen zonder gevaar de duim
schroeven der belafsting flink aanzetten.;
waar waar de grooten wel kunnen wegloo
pen, daar spaart men dezen. Maar waarom
«laat ge dan maar liever de grooten niet
wat minder aan dari de kleinen?
Door den heer Goslinga is aan spr. toe
gevoegd: gij moet u plaatsen op den bo
dem der practijk. Spr. doel dat ook. Voor
hem is Schiedam al stelt hij het niet
bij andere gemeenten achter een stad
waar Iemand met een groot vermogen zich
niet zal vestigen, als hij daartoe niet ge
dwongen wordt door zijn zaken. Waar wij
zien dal het gelukkig niet waar is, dat de
moesten zich onttrekken aan den plicht
om bij te dragen naar vermogen in de kosten
der gemeente-huishouding, zooals het rapj
port van den controleur der belastingen te
Zaandam bewijst, daar wil spr. ook opmer
ken, dat het niet het ideaal der S. D. A. P.
is om de groote inkoomens zooveel moge
lijk te treffen, maar een noodzakelijk gevolg
van het feit, dat er geld moet zijn voor
de gemeente-huishouding. De controleur te
Zaandam heeft in zijn rapport kunnen con-
stateeren, dat daar geen systematische uit
tocht van bezitters van groote inkomens is
waar te nemen en dat bewijst het aristo
cratisch voelen ook bij die bezitters.
Spr. heeft verbaasd gestaan ever de be
wering dat men in Den Haag niet beeft wil-
'en toestaan een aftrek van f 500 voor nood
zakelijk levensonderhoud in deze gemeente,
Spr. weet wel dat hier een voorstel is
gedaan om dat bedrag vast te stellen, maar
dat werd hier verworpen.
De heer mr. Kavelaars: Het werd
aangenomen.
De heer de Bruin gelooft dit niet/
maar hij zal het nazien.
Spr. wil zich thans nog verweren tegen
een groot gedeelte van wat de heer Goslinga
heeft gezegd.
Deze heeft spr.'s betoog genoemd een
me.-democratische propaganda speech. Hij
lankt hem voor die woorden. SpT, zal zich
steeds op die wijze uiten, evenals uit de
,-etoogen van den heer Goslinga steeds een
conservatief streven zal naar voren tre-
len. Maar daarom kunnen zij1 heiden zich
och wel verdragen zonder met zulke bollle
.voordon elkaar te lijf te gaan. Zulke woor-
len hebben evenveel invloed als een kom
metje water in de 2ee.
Het verwijt dat spr. voor de tribune
spreekt, laat hem koud; dat kan van ieder
woordvoerder eener partij gezegd worden.
In den mond van den heer Goslinga klinkt
zoo'n verwijt verkeerd. De héér Goslinga
tracht het geld der bezitters van groote
inkomens te verdedigen. Spr. wil dit doen
voor die van kleine inkomens. Wie van
hen beiden het beste deel heeft gekozen,
laat hij aan anderen ter beslissing.
Dan spreekt de heer Goslinga ter ver
dediging van zijn standpunt van recht en
moraal. Spr. zou willen vragen: noem mij
een argument van recht en moraal voor het
leggen van zoo grooten last op de arbei
ders, maar van meer waarde dan het ar
gument van uittocht der groote inkomens-.-
Spr. meent dat het recht van den aller
armste is dat hij ten minste zijn droge
korst zelf mag houdende motaal vaij
t
i
miaamamnmamgggggi Mm MB wmmm
I