draagt het beroemde merk j.Het gouden
Anker", Do borden en andor tafelgerei
'zgn ingelegd met' blauw émail en beschil
derd mot gooiden vogels. Dit is gedaan
■volgens eén lang verloren geraakt procédé,
ten de moderne wetenschap met al haar
"uitvindingen zou" or niet in kunnen slagen
porselein te* bewerken met het resultaat,
£at men voorhoen in de porceleinfabriek
van Chelsea verkreeg. Men neemt dan ook
natuurlijk alle voorzorgen, om het breken
van eenig stuk to voorkomen. Als het ge
bruikt wordt,- zijn er vijf menschop, die
niets to dop&i hebben, dan er toezicht
op 4e houden. Er is Oen afzonderlijk ver
trek ingericht om het af te wasschen( en
deze taak wordt alleen toevertrouwd aan
personen van beproefdo omzichtigheid. Be-
■halve het Chelsea-eetservies van buitenspo
rigo waarde vindt men op he-t slot te Neu-
Strelitz,- onder ander prachtig porselein,
24 dessertborden,- wier waarde op 18.000
gulden geschat wordt, dn die uit de oude
Berlijnscho porcelein-fabriek komen. Deze
borden zijn heerlijk fijn beschilderd met
bloemen,- vogels en gerechten. i
De verzameling kostbaar porselein van
het slot is terecht beroemd. Men treft er
de fraaiste specimen aan van de oudo
en vooral van de oud-Duitsche porselein
industrie. Zoo zijn o.a. de Bérlijnscho,
Franckenthaler, Ludwigsburger ea Hoech-
Bterfabrieken door merkwaardige stukken
uit de bloeiperiode des porcelein-fahric-atio
vertegenwoordigd.
PANNEKOEKEN.
Als echt Amerikaansche gewoonte wordt
het tegenwoordig mode, bij het ontbijt war
me pannekoeken op te dienen. De Ameri
kaansche zal in geestdriftige bewoordingen
er u de heerlijkheid van afschilderen; en
zoo ge den wensch te kennen geeft, ze te
poreven, zal ze u het recept geven, of
ze zelf, roemend op den Amerikaanschen
schotel, in uw keuken klaar maken'. Kijkt
of luistert ge vol verwachting toe, dan
zult ge, indien ge ooit een zandstreek,
waar de boekweit bloeit, bezocht of be
woond hebt, een gewone boerenpumekoek
hooren beschrijven, of uit de pan zien tc
voorschijn komen.
De zoogenaamde Amerikaansche panne-
koek is van echt Noord-Europeeschen oor
sprong en wordt in ons Nederland nog
altijd grif gtegeten in de streken, waar
de boer izich krom werkt op schralen zand
bodem, waar eenige jaren geleden nog den,
berk en zilveresch groeiden.
Heeft Saksen zijn rozijnenstoJlen, die
door de velé krenten en rozijnen van Kerst
mis tot Paschen goed en versch worden
gehouden, zoo heeft de zandstreek den
boekweitpannekoek, die heel wat minder
kostbaar en zeer primitief, dagelijks op
tafel komt en warm verorberd wordt in do
keuken of koud op het veld. Ilij wordt ver
vaardigd van het grijze, geurige boekweit-
meel, dat mét katnemelk en zout tqt een
dun deeg geslagen wordt, en aan beide
kanten goed gebakken in een ijzeren ko*eke-
pan, waar de boemn eerst reepjes spek
in gelegd heeft. Eieren komen er, niet in,
zelfs al hoeft dé boerin het niet uit zui
nigheid te laten, want eieren maken hem
taai,- zegt de beproefde bakster van boek
weiten-pannekoek. De hoofdzaak is, dat
het dunne deeg in een gloeiend heete pan
komt en snol bakt', voegt zé er aan toe.
Op dezelfde vrtjze bakt de Amerikaansche
denken, die ik eens had gezien. Na een
tijdje viel dö zieke man in een lichten slui
mer en de vrouw ging tegenover mij aan
het bed zitten.
„Zoo was hij nu den heelen dag," zéide
zij toonloos. „Hij trachtte mij te bijten toen
ik hem een uur "geleden te drinken gaf.
Zijn kleine dochtertje, dat dood is, wordt
door mij soms opgeroepen en zij kwam he
den niet. Ik vermoed, dat ik te moe ben,
ik waakte den ganschen nacht."
Eensklaps wist ik wie Zij was. Herinner
jij je niet, Cox? We zagen haar eens, die
Alice Fisher, op college; kort daarna werd
zij wegens diefstal gearresteerd."
Cox knikte, hg hield zijn sigaar nog
vast, doch het vuur was uitgegaan.
„Ik zeide niet, dat ik haar herkende.
Het was pijnlijk haar weer te zien in
deze ellende. Ik bleef een tijdlang de pols
vasthouden van den gebochelde, terwijl
zij, tegenover mij gezeten, de andere hand
omknelde. De stilte en de zwoelte benauw
den mij dermate, dat ik opstond om de
deur naar het keukentje te sluiten, waar
uit lauw-warme dampen naar ons heen
trokken.
De zieke sliep een half uurtje. Daarna
gaf ik hem iets ter verlichting van zgn
hoest, waarna hij spraakzaam werd. Hg
vroeg mij hoe lang hij nog had te leven;
ik voorzag nog eenige uren.
Het vertrek -lag in halfdonker, ik kon
de vrouw zacht hooren snikken. Opeens
voel ik iets .over mijn voet gaan. Ik schrok
op, ik haat ratten.
„Er as een rat in de kajrner, kunt n
hem niet verjagen?"
„Wat voor nut zou dat hebben," ant
woordde zij onverschillig. Andere zou
den er komen. Er zijn wel hondorden in
de jbuurt, Zij komen van de werf."
Ik moest mij met dat gezegde tevreden
zien te stellen, maar ik voelde mij hoogst
onbehagelijk. Verscheidene malen voeldo
ik dat ik aangeraakt werd door de rat of
wat het was, maar nooit zag ik iets. Eens,
dicht bij mij voelde ik wat knageai, ik
trapte ernaar. Ik voelde het ding onder
mijn vo«t_ Toen ik mij bukte' om het te
haar pannekoekjes, met dit verschil, dat
ze er gist in doet, en in plaats van
spek dikwijls boter gebruikt.
Holstein heeft een anderen boekweiten
pannekoek. In die streek laiat men 150
tot 200 gram gewlasschen boekweitgrut-
ten langzaam dik en gaar Worden in een
liter melk. Is deze massa afgekoeld, dan
roert men er van 400 -tot 500 gram boek-
wieitenmeel en wat zout door en, evenals
do Amerikanen, 30 gram opgeloste gist. Ze
laten het de-eg twee uur rijzen en bakken
het in een pan, waarin boter, oï spek is.
In Denemarken maakt men van dezen
primitieven pannekoek een rijken koek In
oen litör heet wtater wordt een pond boek-
•wéitje-nmeel zoo geroerd, dat er zich klon
tjes vormen; bij dit mengsel w*orJt gevoegd
35 gram gist, die in lauwe melk is opge
lost, 50 gram suiker, een geraspte citroen
schil, een ed, een achtste liter zure room,
wat zout, kaneel en 100 of 150 gram ge-
wïissehen krenten. Deze was sa wordt in
oen geboterden vorm gedaan en in oen
matig War me n oven gebakken. De koek
wbrdt, .vóór men hem opdient, bestrooid
mot suiker en kaneel.
Do Engolsche Warme ontbijtkoek bestaat
uit meel, melk, eieren, suiker, botor, kren
ten en gist on wordt niet in do kookepau
maar in don oven, in een bgzonderen
vorm, gebakken.
Een nationaal gerecht van Zuid Duitsch-
land is dv cpelponnekoek mot uien. in Hcs-
oêfl, Saksen, Wurtembwg en Zwitserland,
woidon er enormo hoeveelheden van gege
ten. Koerland heeft voor lekkernij, klein©
rond© koekjes van wittebrood, die gevuld
worden met spek on uien of ook wel
met spek en gehakt snij bic book. Het deeg.
van tarwe- of roggebrood gekneed, wordt
in <ien vorm van een koek op een ronde
plaat gelegd; in het midden wordt de koek
uitgehold en dezo ruimte gevuld met zu
ren room, waarOij zout, eieren, gehakt
snijbietlook en Testrooid met in dobbel-
steenen gesneden spek.' Terwijl de Zvritser
een spekkoek van wittebrooddeeg bedekt
met. een mengsel van meel, zout, eieren,
gehakte uien on, fijn gesneden spek, maakt
d)ö vrouw uit Zwabeuland een onderlaag
van b!;u\dct-g van bovengenoemd meng
sel en soms ook nog een bovenlaag of
deksel, van hetzelfde (voor haar lekkers)
van uien en spek.
Al deze verschillende koeken moeten
warm gegeten wordion. De een dient tot
feestkoek, zooals bijv. in*Zwlafeen, iwaar
kennissen en bloedverwanten worden uit-
genoodigd op spekkoeken,, die dan begoten
wérden met koffie of thee of een. flinken
borrel korenbrandewijn; op weelderige ta
fels dient de national© pannekoek tot toe
spijs en in de scheme geboorteplaats van
do boekweit maakt doze koek het eenige
bestanddeel uit van, het ontbijt en séms
ook van het middagmaal.
Als feestkoek wordt hij besmeerd met
stroop; als dagelijksch gerecht vindt do
boerin het al heel rijk, als er spek in,
komt; want menige boer van tegenwoor
dig ziet de mouw me.t de olieflesch naar
de koeképan gaan, waar zoo dadelijk boek
weitdeeg, dat met karnemelk aangemaakt
is, in zal komen»
NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR.
Het is een feit, dat er op de Theems
te Londen football gespeeld is, maar niet
bij menschen-heugenis. Twee honderd jaar
ontdekken, zag ik niets. De vrouw zag
Langs mij hoen.
„Zij bijten niet, als jo ze met rust laat,"
zeide zij.
Ik weet uiot, hos lang ik or zat. Misschien
wel eon half uur. Ik werd dommelig. De
rat scheen wég, mijn hand was van mijn
knie afgegleden. Ik schrok opeens plotse
ling op. De 'mouw had zich niet bewogen
en de gebochelde kampte weer om adem,
maar iels warms en lévends, te hoog om
van een rat te komen, was langs mijn hand
gestreken."
„0, wee," zed Cox, „jij was in slaap
gevallen, mannetje!"
„Ik verzette mijn stool en gluurde omlaag,
Niots ontdekte ik. Ik vroeg de mouw of
er een hond in de kamer was; zij ontken
de. Ik zeide toen tegen mijzelf, dat ik in
slaap was gevallen en even later toen de
gebochelde man begon te praten, vergat
ik het voorval geheel en al.
De man had behoefte te spreken, hg
sprak tot mij, alsof hij de tegenwoordigheid
der mouw vergeten was. Het was oen nare
geschiedenis, die hij gaf. Hij was chemist
geweest, getrouwd, en hij had een kind
gehad. Evenals do vader zwak, zoodat zij
mot vgf jaar met een kruk moest loepen.
Het ging hem niet slecht in de wereld, tot
dat hij tot de ontdekking kwam, dat zijn
vrouw hem bedroog. Bij deze episode ge
komen, verhief hij zijn stem. De mouw
tegenover mij, maande hem zachter te pra
ten. Zij hield zijn hand tegen haar gezicht.
„Stil, Joe, jo zult zo verschrikken," zeide
rij en opeens werd hij kalmer.
De hand, die ik bij de pols vasthield,
begon vreemd te beven. Ik voelde de trilling
in mijn vingertoppen, het plantte zich voort
in mijn arm, tot mijn schouder. Ik dacht
dat mijn eigen arm sliep do-or de geforceer
de houding; ik verschikta mij, doch de tril
ling bleef doorgaan. De mouw was in het
half-duister zeer helder te zien. Toen ik
naar haar opkeek, schoen zij als in een stra
lenbundel; Mauw-wit licht glansde over
haar bleéke, betraande wangen. En ik
hoorde haar steunen an ik a*g haar het
geleden moet het ijs daar Ier plaats© zoo
sterk geweest zijn dat er ©en drukpers op
stond, die als souvenir voor de hoeren
en dames hun naamkaartje op het ijs
drukte.
Op de moderne stoomschepen gaat ten
behoeve der passagiers tegenwoordig een
dentist mee; dio man schijnt aan boord
goede zaken te maken.
De heer S. Wortkington te Cleveland in
Ohio heeft een postzegel verzameling, die
fl(200>,ö00 Waard is.
Op de Alpen zijn vele postkantoren, die
G en 7 duizend voot boven het oppervlak
der zee liggen. Eén brievenbus, «lie door
den brievenbesteller vier maal daags ge
licht wo-rdt, is IQ duizend voet boven de
zee.
Een klok, geheel uit gla3 samengesteld,
is het resultaat van zes jaar werk van een
Beierse!: glaspolijster. Zetlfs de sleutel,
waarmee de klok wordt opgewonden, is
van glas gemaakt.
In den loop van twaalf maanden werd
uit Zuid-Afrika 547.000 pond slruisveercn
verzonden, dio een waarde vertegenwoor
digde van 18 miüioen gulden.
Onlangs, bij de drukkers-staking to Praag,
werd het voornaamste blad, do „Narodtii
Listy," langs photografischen weg gedrukt
naar copy door de schrijfmachine gemaakt.
Aan mis3 Challet Hall, te Chicago, een
negentienjarige typiste, werd door naar oud
oom ruim een millioen gulden nagelaten,
met de bepaling evenwel, dat ze binnen
het jaar uit liefde getrouwd moet zijn.
Een zevende van al de sterfgevallen
ter wereld wordt toegeschreven aan tering.
In China is iemand wegens vader mood
terechtgesteld, en tegelijk met hem zijn
onderwijzer, omdat hij hem niet beter ge
leerd had.
Een tachtigjarig gepensioneerd spoorweg
beambte te New-York, die in vrij behoe!)
tige omstandigheden leef Je, kreeg een legaat
van bijna 100.000 -gulden, van de vrouw,
waarvan hij vijf en Iwintig jaar geleden ge
scheiden was.
ANECDOTEN.
Een jonge vtouw ging onlangs een comos-
tiblc-winkel binnen en zei tot den win
kelier
„Een week of zes geleden kocht ik hier
een ham, en die was heel lekker, hebt u
er daar nog meer van?"
„Stellig, mevrouw," antwoordde de man,
„er hangen er daar wel tien,"
„Als u dan zeker weet, dat ze van hét
zelfde varken zijn, wil ik er twee hebben,"
antwoordde het jonge vrouwtje vriendelijk.
„En als je geiant 's avonds zoo laat
blijft, Marie, wat zegt dan je mama wel 7"
„Dat do mannen nog net eender zijn
als in haar tijd."
A.: „Geloof jij met, dat geen mensdh' ge
ïnfluenceerd wordt door zijn omgeving?"
B.: „Niet altijd. Ik heb een man ge
kend, die vijf-en-twintig jaar op ©en sproei
wagen reed, en hij' stikte in de jenever."
hoofd buigon tegen den schouder van den
stervenden man. Middenin mgn onbeha
gelijkheid nam ik do huivering van afschuw
waar, waarmede hij zich van haar keerde.
Toen ging hij verder met verhalen van
zijn ontrouwe vrouw, zijn eigen jaloersch-
heid, zijn eind-daad: de moord op den
anderen man."
Maiden's oogon hechtten zich' tijdens zijn
verlui al, vasl aan de deur van hot rookver
trek; zijn lieele houding duidde uiterste
gespannenheid aan. Cox trachtte hem, met
een grap, luchtigor hot verhaal voort te
doen zetten.
„Wel, wel," zeide hij, „maar dat kan
niet het eind van 't verhaal zijn? Ontkwam
de man?"
Malden knipte mot rijn ©ogen en Meld
zijn blik verder naar den grond gebannen;
nu en dan, opeens, kon hij opkijken naar
de deur. Stoeds voelde hij de teleurstel
ling dat hij zonder het waarom to be
seffen even te laat had opgezien.
„Hij kreeg levenslang, hij gaf er niet"
veel om, alleen om het Hnd, Zij ook was
een kreupele, evenals hij zelf, cn haar
wachtte een hard leven. Tweemaal trachtte
hij zelfmoord te plegen, opdat zij een kleine
verzekering uitgekeerd zou krggen. Hij be
geerde te ontvluchten om de vtouw te doo-
den, die oorzaak van alles was. Ten slotte
ontkwam hg
V
Malden Meld even op en stak oen nieuwe
sigaar op. Zgn hand was onzeker toen
hij de lucifer afstreek. Hij kuchte even en
ging verder.
,„De man vond een schuilhoek bij een
zijner vriendenlater ontdekte hij zijn
vrouw en kind, beiden in zeer n deritgo
condities levende. Hij "kreeg een hef ig ver
langen naar zijn dochtertje; en zó sterk
werd die begeerte, dat hij haar '.achtte
te ontvoeren.
Doch de opzet mislukte; de moeder zond
hot kind van haar weg om hem het spoor
hijster te maken. Toch ontdekte hij het
stumperdje opnieuw. Toen zijn plan, het
kind terug te krijgen, onmogelijk schoen,
werkte hij het helsoh» plan uit &et land
„Zeg oen, Betsy, wal heeft je advo
caat gezegd van den afloop van je erfe-
nis-pnoces? Denkt hij, dat je hot win
nen zal?"
„Dat heeft hij niet direct gezegd, maar
bij heeft zich alvast met mij verloofd."
Boekhouder: „Onder welk hoofd moeten
wij de som boeken, mijnheer, waarmee onze
looper er verleden week van door ging?"
Patroon: „Het beste zal, dunkt me, zijn
onder „loopende uitgaven"."
Iemand, dio van een boterham met ge
rookte ossetong genoot, maakte do vol
gende opmerking:
_„Het is toch vreemd, dat zoo'n dier
altijd zijn tong in den bek heeft, zonder
te ■weten, h'oo lekker hij eigenlijk smaakt."
Rechter: „Hoe kan je nu met zoo'n
dikken knuppel op dien zwakken man los
slaan?"
Beklaagde: „U h'obt gelijk, edelachtbare,
oen volgenden keer zal ik oen dunneren
stok nemen."
VOOR DAMES]
EENIGE WENKEN VOOR DE BEHANDE
LING VAN WASCHGEREEDSCHAPPEN.
Onachtzame behandeling en nalatigheid
Lederven de beste voorwerpen lot in den
grond. Daarom is het noodzakelijk, dat
de hulsvrouw zich nu en dan persoon
lijk van den toestand der w.aschgeroed-1
schappen op do hoogte stelt, om aan een
noodzakelijko reparatie terstond gevolg te
geven.
Ieder ordelijke waschvrouw moet terstond
na het gebruik alle voorwerpen van bin
nen en van buiten met een borstel rei!
eigen, met schoon water flink afspoo'.en
en in de lucht lateu drogen. Eerst daarna
bergt men de gereedschappen in den kel
der en wel schuin gezet, zoodat de bo
dem vrg blijft.
IJzeren ringen en hoepels, die niet ver
tind zijn, moeten gooi afgedroogd en dan
met vet ingewreven worden. Hierdoor voor
komt men het roesten, wat ook voor liet
Waschgocd gevaarlijk kan zijn.
Hebben withouten gereedschappen in den
loop des tgds hun ooglijkheid verloren, dan
kan men, door ze te bestrijken met olie
verf, weer opfrisschen. De ringen worden
met vernis of lak zwart gemaakt.
Koperen waschketels moeten na bet ge
bruik zoo spoedig mogelijk gepoetst wor
den, ijzeren waschketels moet men na het
uitschuren of borstelen goed jaten drogen,
om het roesten tegen te gaan.
De lijnen voor de wasch moeten hij
regen terstond afgenomen worden; zijn zij
echter reeds nat geworden, dan laat men
ze gespannen drogen.
Nu en dan heeft ook het waschzeil een
flinke schoonmaak noodig, waarvoor men
het in heet zeepwater zet en meermalen
in telkens schoon water uitspoelt en het
in de lucht of op den zolder gespannen
laat drogen. Voor hot opwinden gebruikt
men de bekende gebogen plankjes.
Heeft men nieuwe klampen noodig, dan
legt men ze vóór het gebruik in warm water,
om alle hars en verfstoffen, die zich in
het hout mochten bevinden, er uit te
doen trekken, daar deze dikwijls hardnek
kige vlekken in het gewasschen goed ach
terlaten. Vuile of op den grond gevallen
klampen moet men terstond afwasschen,
vóór men ze "''bij de andere voegt. Evenals
het waschzeil moeten ook de klampen van
te dooden. Vergiftig© snoeperij diende als
middel, en het middel werkte maar al te
goed."
„Schei uit, Malden, wat je vertelt, geeft
ons allen oen nachtmerrie."
Malden staarde voor zich' uit en vervolg
de:
„De stem van den gebochelde was bij het
oindo van het verhaal geheel klankloos
geworden. Mot dichte oogen Lag hij1 in zijn
kussens, do vrouw was in slaap gevallen.
Ik voelde toen een kouden wind gaan
langs mgn voeten, ik zag naar de deur,
die dicht was. De lamp flikkerde. Ik schud
de de vrouw om haar wakkor te maken. De
lamp scheen uit te zullen gaan. Ik ging
er hoen, nu zag ik het wondore: ik zag
de lamp bewegen. Ik hoorde mijn
patiënt naar adem snakken. Naast den
stoel, waar ik had gezeten, bewoog iets. Het
waren de omtrekken van een langen man.
Er was geen gezicht te ontdekken. Zij waar
den om het bed hoen."
Malden viel terug in zijn stoel en bedekte
zgn oogen. Daarop keek hij opnieuw onver-
wachts-snel naar de deur. Cox volgde zijn
blik, niets was or te zien.
„Toen ik mijzelf hervond," sprak hij ver
der, „trok de vrouw mij aan mijn arm.
„Ik geloof, dat hij sterft," zeide zij. De
kamer was nog duister en haar stem klonk
zwaar-slaperig. Zg porde de lamp hooger
op en gaf hem mij in de handen.
„Kijk eens naar "-hem," zeide zij.
Hij was bijna ten einde mot zijn strijd.
Het was drie uur. Iets vreemds was er
gobeurd; de kaarten lagen over het bed
verspreid, mijn stoel lag omver. Mij scheen
het, alsof wonderbaarlijke dingen om mij
waren geschied.
Ik stond, mot mijn handen de lamp om
knellend, bij het bed. De vrouw schreide
zacht Plotseling draaide de stervende zijn
hoofd om. Zoo waar als ik hier zit, zoo
zog ik jullie allen, dat vóór mij, vlak bij
het bed, con klein meisje stond. Zij stond
in het volle lamplicht, glimlachend geleund
op een kruk. Ik kon m\jn oogen niet ge-
kroven. Baar lippen openden zich en ver-
wg klonk e»n stem: ;,ik zéide je immers,
tijd tot tijd gereinigd worden] daarna legt
men ze nog een uur In chloorwater, vrat
ze als niouw doet uitzien.
Bijzondere aandacht schenke men ook aan
de waschmanden, want deze zijn, zooals
men weet, tamelijk duur en juist bij wasch
manden kan men door een zorgvuldige
behandeling menige vernieuwing besparen,
kien moet slechts manden koopen van pri
ma kwaliteit en er van onderen aan de
'bodems een 3 c.M. hoogen houten ring aan
laten bevestigen. Door het opstaan er van
wordt een ophooping van vuil in de mand
voorkomen. De handvatsels moeten goel be
vestigd zijn. Laten zij langzamerhand wat
Jos, zonder dat het vlecht- of mandenj-
werk loslaat, dan moet men ze met pak-i
touw omwinden en dit weer, nadat het
met 'oor óf handvatsels bevestigd is, vast
binden. "Men verzidme niet de mand dik
wijls flink uit te borstelen met zeep ea
daarna uit te spoelen. Men kan waachs
manden, evenals andere voorwerpen Lij Let
wasscken in gebruik, met olieverf goed
opfrisschen, wanneer men ze mot wat ver
dunde verf van binnen en buiten bestrijkt
Men gebruikt daarvoor doorgaans lichtgrijs
of lichtblauw. Men moet er op letten, dat
mon met oen tamelijk dikke penseel o£
kwast goed tusschen het vlechtwerk komt.
De bestrijking beeft langen tijd noodig om
te drogen en mag, wanneer de mand weer
in gebruik genomen wordt, niet meer kleven.
In hoofdzaak zijn dit de voornaamste
wenken "voor het reinigen en het behoud
der waschgerectlschappen,
TIEN SCH00NGE1D3REGELEN, DIE
ONZE AANDACHT WAARD ZIJN.
T. Als ecu spiegel u verraadt, dat gij
er niet goed uitziet, ga dan rusten.
2. Wilt ge uw haar mooi en dik be
houden, wasch het dan zorgvuldig en regel
matig om de veertien dagen.
3. Wilt ge, dat uw mond lang jong blijft,
masseert dan dagelijks de fijne lijnen, dio
zorg en verdriet er omheen groeven, metdeal
vinger, in de richting van neus tot mond.
4. Zorg steeds, dat gij er jeugdig blijft
Mïtzien, door den omtrek van uw gomt
zacht en 'fijn te doen blijven.
5. Ook de nejus moet door veelvuldig,
kunstmatig masseeren een schoenen vorm
behouden.
G. Om het teeken van vroegen ouder
dom, een roodo neus, zooveel mogelijk te
vermijden, moet men heete compressen aan
wenden.
7. De lijnen om do oogen, die zoo dikwijls
het kenteeken van vermoeidheid zijn, ver
dwijnen, wanneer men de oogleden en huid
om de oogen met water bet, zoo warm als
men het maar verdragen kan.
8. De oogen behouden tot een hoogen
ouderdom hun schoonen glans, wanneer
men ze dikwijls baadt, evenals gelaat en
handen.
9. Een warm, om niet te zeggen heet
gezichtsbad verlevendigt het verlepte, ge
rimpelde gelaat, en doet "t weer friseh,
uitzien.
10. Om te voorkomen, dat men de met
recht gevreesde dubbele kin krijgt, moet
men 's nachts niet het hoofd zoo laag
liggen als maar mogelijk is.
Het hoofd-schoonheidsmiddei is rust cu
nog eens rusti Zij vervangt het best alte
middelen en middeltjes. Zij is in waarheid
bet magische toovermiddei, dat alle ans
dere verdringt.
lieveling, ik zou komen."
Toen verdween zij, ik zag haar gaan";
haar blonde haai' 't laatst Haar verdwij
ning werd gevolgd door een plons op den
grond. De vrouw was in zwijm gevallen. Het
nam mij een half uur, haar bij te brengen;
zij is hier nu boven in het hospitaal. In-
tusschen is de man gestorven."
V
Do stilte, die nu volgde, Meld wen aam
Malden zag om zich heen met een vaag
glimlachje.
„Dat ds nu alles," zeide hij, „maar ik
voel pre 100 percent lichter, nu ik het
meegedeeld heb. Nog even moet ik erbij
voegen, dat toen ik het schip verliet, ik
don dekonrommel van de kribbe in de
keuken vornl, achter de gesloten deur, en
toen iik zelf to bed wilde gaan, ik een
der vuile kaarten onder mijn voet in mijn
schoen rond...."
Van al Ion rondom was Cox de eenige,
die glimlachte. Niemand haastte zich heen
te gaan. Toevallig flikkerden de lichten
en gingen uit.
„Halo, wat miserabel© machines Mer,"-
riep er een.
„Stil, ruik je niet iets? Een geur van
voorjaarsbloemen
Gox stond in het duister op en greep
naar zijn tasch.
„Heel aardige geschiedenis, Malden," zei
de hij droog, „maar niet steekhoudend.
Als er geen ziekto is, geen dood daarginds,
zooals er beweerd wordt, waarom had het
kind dan een kruk hij zich?"-
„Dat mag de hemel weten," antwoordde
Malden.
In het duister bewoog' iemand zich haas
tig en lachte daarna.
„Mijne zenuwen gaan werken," riep er
een. „Wie ging daar langs mij heen?"
Niemand antwoordde. Het licht ontgloeide
opnieuw en verblindde even aller oogen.
Cox grinnikte en stapte naar de staande
aschbah toe. Hij strekte zijn hand ernaar
uit, rijn lach bestierf hem op het gelaat
Óp de standaard lag.een takje helio
trope vI
„Ze."
i -