draagt het beroemde merk j.Het gouden Anker", Do borden en andor tafelgerei 'zgn ingelegd met' blauw émail en beschil derd mot gooiden vogels. Dit is gedaan ■volgens eén lang verloren geraakt procédé, ten de moderne wetenschap met al haar "uitvindingen zou" or niet in kunnen slagen porselein te* bewerken met het resultaat, £at men voorhoen in de porceleinfabriek van Chelsea verkreeg. Men neemt dan ook natuurlijk alle voorzorgen, om het breken van eenig stuk to voorkomen. Als het ge bruikt wordt,- zijn er vijf menschop, die niets to dop&i hebben, dan er toezicht op 4e houden. Er is Oen afzonderlijk ver trek ingericht om het af te wasschen( en deze taak wordt alleen toevertrouwd aan personen van beproefdo omzichtigheid. Be- ■halve het Chelsea-eetservies van buitenspo rigo waarde vindt men op he-t slot te Neu- Strelitz,- onder ander prachtig porselein, 24 dessertborden,- wier waarde op 18.000 gulden geschat wordt, dn die uit de oude Berlijnscho porcelein-fabriek komen. Deze borden zijn heerlijk fijn beschilderd met bloemen,- vogels en gerechten. i De verzameling kostbaar porselein van het slot is terecht beroemd. Men treft er de fraaiste specimen aan van de oudo en vooral van de oud-Duitsche porselein industrie. Zoo zijn o.a. de Bérlijnscho, Franckenthaler, Ludwigsburger ea Hoech- Bterfabrieken door merkwaardige stukken uit de bloeiperiode des porcelein-fahric-atio vertegenwoordigd. PANNEKOEKEN. Als echt Amerikaansche gewoonte wordt het tegenwoordig mode, bij het ontbijt war me pannekoeken op te dienen. De Ameri kaansche zal in geestdriftige bewoordingen er u de heerlijkheid van afschilderen; en zoo ge den wensch te kennen geeft, ze te poreven, zal ze u het recept geven, of ze zelf, roemend op den Amerikaanschen schotel, in uw keuken klaar maken'. Kijkt of luistert ge vol verwachting toe, dan zult ge, indien ge ooit een zandstreek, waar de boekweit bloeit, bezocht of be woond hebt, een gewone boerenpumekoek hooren beschrijven, of uit de pan zien tc voorschijn komen. De zoogenaamde Amerikaansche panne- koek is van echt Noord-Europeeschen oor sprong en wordt in ons Nederland nog altijd grif gtegeten in de streken, waar de boer izich krom werkt op schralen zand bodem, waar eenige jaren geleden nog den, berk en zilveresch groeiden. Heeft Saksen zijn rozijnenstoJlen, die door de velé krenten en rozijnen van Kerst mis tot Paschen goed en versch worden gehouden, zoo heeft de zandstreek den boekweitpannekoek, die heel wat minder kostbaar en zeer primitief, dagelijks op tafel komt en warm verorberd wordt in do keuken of koud op het veld. Ilij wordt ver vaardigd van het grijze, geurige boekweit- meel, dat mét katnemelk en zout tqt een dun deeg geslagen wordt, en aan beide kanten goed gebakken in een ijzeren ko*eke- pan, waar de boemn eerst reepjes spek in gelegd heeft. Eieren komen er, niet in, zelfs al hoeft dé boerin het niet uit zui nigheid te laten, want eieren maken hem taai,- zegt de beproefde bakster van boek weiten-pannekoek. De hoofdzaak is, dat het dunne deeg in een gloeiend heete pan komt en snol bakt', voegt zé er aan toe. Op dezelfde vrtjze bakt de Amerikaansche denken, die ik eens had gezien. Na een tijdje viel dö zieke man in een lichten slui mer en de vrouw ging tegenover mij aan het bed zitten. „Zoo was hij nu den heelen dag," zéide zij toonloos. „Hij trachtte mij te bijten toen ik hem een uur "geleden te drinken gaf. Zijn kleine dochtertje, dat dood is, wordt door mij soms opgeroepen en zij kwam he den niet. Ik vermoed, dat ik te moe ben, ik waakte den ganschen nacht." Eensklaps wist ik wie Zij was. Herinner jij je niet, Cox? We zagen haar eens, die Alice Fisher, op college; kort daarna werd zij wegens diefstal gearresteerd." Cox knikte, hg hield zijn sigaar nog vast, doch het vuur was uitgegaan. „Ik zeide niet, dat ik haar herkende. Het was pijnlijk haar weer te zien in deze ellende. Ik bleef een tijdlang de pols vasthouden van den gebochelde, terwijl zij, tegenover mij gezeten, de andere hand omknelde. De stilte en de zwoelte benauw den mij dermate, dat ik opstond om de deur naar het keukentje te sluiten, waar uit lauw-warme dampen naar ons heen trokken. De zieke sliep een half uurtje. Daarna gaf ik hem iets ter verlichting van zgn hoest, waarna hij spraakzaam werd. Hg vroeg mij hoe lang hij nog had te leven; ik voorzag nog eenige uren. Het vertrek -lag in halfdonker, ik kon de vrouw zacht hooren snikken. Opeens voel ik iets .over mijn voet gaan. Ik schrok op, ik haat ratten. „Er as een rat in de kajrner, kunt n hem niet verjagen?" „Wat voor nut zou dat hebben," ant woordde zij onverschillig. Andere zou den er komen. Er zijn wel hondorden in de jbuurt, Zij komen van de werf." Ik moest mij met dat gezegde tevreden zien te stellen, maar ik voelde mij hoogst onbehagelijk. Verscheidene malen voeldo ik dat ik aangeraakt werd door de rat of wat het was, maar nooit zag ik iets. Eens, dicht bij mij voelde ik wat knageai, ik trapte ernaar. Ik voelde het ding onder mijn vo«t_ Toen ik mij bukte' om het te haar pannekoekjes, met dit verschil, dat ze er gist in doet, en in plaats van spek dikwijls boter gebruikt. Holstein heeft een anderen boekweiten pannekoek. In die streek laiat men 150 tot 200 gram gewlasschen boekweitgrut- ten langzaam dik en gaar Worden in een liter melk. Is deze massa afgekoeld, dan roert men er van 400 -tot 500 gram boek- wieitenmeel en wat zout door en, evenals do Amerikanen, 30 gram opgeloste gist. Ze laten het de-eg twee uur rijzen en bakken het in een pan, waarin boter, oï spek is. In Denemarken maakt men van dezen primitieven pannekoek een rijken koek In oen litör heet wtater wordt een pond boek- •wéitje-nmeel zoo geroerd, dat er zich klon tjes vormen; bij dit mengsel w*orJt gevoegd 35 gram gist, die in lauwe melk is opge lost, 50 gram suiker, een geraspte citroen schil, een ed, een achtste liter zure room, wat zout, kaneel en 100 of 150 gram ge- wïissehen krenten. Deze was sa wordt in oen geboterden vorm gedaan en in oen matig War me n oven gebakken. De koek wbrdt, .vóór men hem opdient, bestrooid mot suiker en kaneel. Do Engolsche Warme ontbijtkoek bestaat uit meel, melk, eieren, suiker, botor, kren ten en gist on wordt niet in do kookepau maar in don oven, in een bgzonderen vorm, gebakken. Een nationaal gerecht van Zuid Duitsch- land is dv cpelponnekoek mot uien. in Hcs- oêfl, Saksen, Wurtembwg en Zwitserland, woidon er enormo hoeveelheden van gege ten. Koerland heeft voor lekkernij, klein© rond© koekjes van wittebrood, die gevuld worden met spek on uien of ook wel met spek en gehakt snij bic book. Het deeg. van tarwe- of roggebrood gekneed, wordt in <ien vorm van een koek op een ronde plaat gelegd; in het midden wordt de koek uitgehold en dezo ruimte gevuld met zu ren room, waarOij zout, eieren, gehakt snijbietlook en Testrooid met in dobbel- steenen gesneden spek.' Terwijl de Zvritser een spekkoek van wittebrooddeeg bedekt met. een mengsel van meel, zout, eieren, gehakte uien on, fijn gesneden spek, maakt d)ö vrouw uit Zwabeuland een onderlaag van b!;u\dct-g van bovengenoemd meng sel en soms ook nog een bovenlaag of deksel, van hetzelfde (voor haar lekkers) van uien en spek. Al deze verschillende koeken moeten warm gegeten wordion. De een dient tot feestkoek, zooals bijv. in*Zwlafeen, iwaar kennissen en bloedverwanten worden uit- genoodigd op spekkoeken,, die dan begoten wérden met koffie of thee of een. flinken borrel korenbrandewijn; op weelderige ta fels dient de national© pannekoek tot toe spijs en in de scheme geboorteplaats van do boekweit maakt doze koek het eenige bestanddeel uit van, het ontbijt en séms ook van het middagmaal. Als feestkoek wordt hij besmeerd met stroop; als dagelijksch gerecht vindt do boerin het al heel rijk, als er spek in, komt; want menige boer van tegenwoor dig ziet de mouw me.t de olieflesch naar de koeképan gaan, waar zoo dadelijk boek weitdeeg, dat met karnemelk aangemaakt is, in zal komen» NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR. Het is een feit, dat er op de Theems te Londen football gespeeld is, maar niet bij menschen-heugenis. Twee honderd jaar ontdekken, zag ik niets. De vrouw zag Langs mij hoen. „Zij bijten niet, als jo ze met rust laat," zeide zij. Ik weet uiot, hos lang ik or zat. Misschien wel eon half uur. Ik werd dommelig. De rat scheen wég, mijn hand was van mijn knie afgegleden. Ik schrok opeens plotse ling op. De 'mouw had zich niet bewogen en de gebochelde kampte weer om adem, maar iels warms en lévends, te hoog om van een rat te komen, was langs mijn hand gestreken." „0, wee," zed Cox, „jij was in slaap gevallen, mannetje!" „Ik verzette mijn stool en gluurde omlaag, Niots ontdekte ik. Ik vroeg de mouw of er een hond in de kamer was; zij ontken de. Ik zeide toen tegen mijzelf, dat ik in slaap was gevallen en even later toen de gebochelde man begon te praten, vergat ik het voorval geheel en al. De man had behoefte te spreken, hg sprak tot mij, alsof hij de tegenwoordigheid der mouw vergeten was. Het was oen nare geschiedenis, die hij gaf. Hij was chemist geweest, getrouwd, en hij had een kind gehad. Evenals do vader zwak, zoodat zij mot vgf jaar met een kruk moest loepen. Het ging hem niet slecht in de wereld, tot dat hij tot de ontdekking kwam, dat zijn vrouw hem bedroog. Bij deze episode ge komen, verhief hij zijn stem. De mouw tegenover mij, maande hem zachter te pra ten. Zij hield zijn hand tegen haar gezicht. „Stil, Joe, jo zult zo verschrikken," zeide rij en opeens werd hij kalmer. De hand, die ik bij de pols vasthield, begon vreemd te beven. Ik voelde de trilling in mijn vingertoppen, het plantte zich voort in mijn arm, tot mijn schouder. Ik dacht dat mijn eigen arm sliep do-or de geforceer de houding; ik verschikta mij, doch de tril ling bleef doorgaan. De mouw was in het half-duister zeer helder te zien. Toen ik naar haar opkeek, schoen zij als in een stra lenbundel; Mauw-wit licht glansde over haar bleéke, betraande wangen. En ik hoorde haar steunen an ik a*g haar het geleden moet het ijs daar Ier plaats© zoo sterk geweest zijn dat er ©en drukpers op stond, die als souvenir voor de hoeren en dames hun naamkaartje op het ijs drukte. Op de moderne stoomschepen gaat ten behoeve der passagiers tegenwoordig een dentist mee; dio man schijnt aan boord goede zaken te maken. De heer S. Wortkington te Cleveland in Ohio heeft een postzegel verzameling, die fl(200>,ö00 Waard is. Op de Alpen zijn vele postkantoren, die G en 7 duizend voot boven het oppervlak der zee liggen. Eén brievenbus, «lie door den brievenbesteller vier maal daags ge licht wo-rdt, is IQ duizend voet boven de zee. Een klok, geheel uit gla3 samengesteld, is het resultaat van zes jaar werk van een Beierse!: glaspolijster. Zetlfs de sleutel, waarmee de klok wordt opgewonden, is van glas gemaakt. In den loop van twaalf maanden werd uit Zuid-Afrika 547.000 pond slruisveercn verzonden, dio een waarde vertegenwoor digde van 18 miüioen gulden. Onlangs, bij de drukkers-staking to Praag, werd het voornaamste blad, do „Narodtii Listy," langs photografischen weg gedrukt naar copy door de schrijfmachine gemaakt. Aan mis3 Challet Hall, te Chicago, een negentienjarige typiste, werd door naar oud oom ruim een millioen gulden nagelaten, met de bepaling evenwel, dat ze binnen het jaar uit liefde getrouwd moet zijn. Een zevende van al de sterfgevallen ter wereld wordt toegeschreven aan tering. In China is iemand wegens vader mood terechtgesteld, en tegelijk met hem zijn onderwijzer, omdat hij hem niet beter ge leerd had. Een tachtigjarig gepensioneerd spoorweg beambte te New-York, die in vrij behoe!) tige omstandigheden leef Je, kreeg een legaat van bijna 100.000 -gulden, van de vrouw, waarvan hij vijf en Iwintig jaar geleden ge scheiden was. ANECDOTEN. Een jonge vtouw ging onlangs een comos- tiblc-winkel binnen en zei tot den win kelier „Een week of zes geleden kocht ik hier een ham, en die was heel lekker, hebt u er daar nog meer van?" „Stellig, mevrouw," antwoordde de man, „er hangen er daar wel tien," „Als u dan zeker weet, dat ze van hét zelfde varken zijn, wil ik er twee hebben," antwoordde het jonge vrouwtje vriendelijk. „En als je geiant 's avonds zoo laat blijft, Marie, wat zegt dan je mama wel 7" „Dat do mannen nog net eender zijn als in haar tijd." A.: „Geloof jij met, dat geen mensdh' ge ïnfluenceerd wordt door zijn omgeving?" B.: „Niet altijd. Ik heb een man ge kend, die vijf-en-twintig jaar op ©en sproei wagen reed, en hij' stikte in de jenever." hoofd buigon tegen den schouder van den stervenden man. Middenin mgn onbeha gelijkheid nam ik do huivering van afschuw waar, waarmede hij zich van haar keerde. Toen ging hij verder met verhalen van zijn ontrouwe vrouw, zijn eigen jaloersch- heid, zijn eind-daad: de moord op den anderen man." Maiden's oogon hechtten zich' tijdens zijn verlui al, vasl aan de deur van hot rookver trek; zijn lieele houding duidde uiterste gespannenheid aan. Cox trachtte hem, met een grap, luchtigor hot verhaal voort te doen zetten. „Wel, wel," zeide hij, „maar dat kan niet het eind van 't verhaal zijn? Ontkwam de man?" Malden knipte mot rijn ©ogen en Meld zijn blik verder naar den grond gebannen; nu en dan, opeens, kon hij opkijken naar de deur. Stoeds voelde hij de teleurstel ling dat hij zonder het waarom to be seffen even te laat had opgezien. „Hij kreeg levenslang, hij gaf er niet" veel om, alleen om het Hnd, Zij ook was een kreupele, evenals hij zelf, cn haar wachtte een hard leven. Tweemaal trachtte hij zelfmoord te plegen, opdat zij een kleine verzekering uitgekeerd zou krggen. Hij be geerde te ontvluchten om de vtouw te doo- den, die oorzaak van alles was. Ten slotte ontkwam hg V Malden Meld even op en stak oen nieuwe sigaar op. Zgn hand was onzeker toen hij de lucifer afstreek. Hij kuchte even en ging verder. ,„De man vond een schuilhoek bij een zijner vriendenlater ontdekte hij zijn vrouw en kind, beiden in zeer n deritgo condities levende. Hij "kreeg een hef ig ver langen naar zijn dochtertje; en zó sterk werd die begeerte, dat hij haar '.achtte te ontvoeren. Doch de opzet mislukte; de moeder zond hot kind van haar weg om hem het spoor hijster te maken. Toch ontdekte hij het stumperdje opnieuw. Toen zijn plan, het kind terug te krijgen, onmogelijk schoen, werkte hij het helsoh» plan uit &et land „Zeg oen, Betsy, wal heeft je advo caat gezegd van den afloop van je erfe- nis-pnoces? Denkt hij, dat je hot win nen zal?" „Dat heeft hij niet direct gezegd, maar bij heeft zich alvast met mij verloofd." Boekhouder: „Onder welk hoofd moeten wij de som boeken, mijnheer, waarmee onze looper er verleden week van door ging?" Patroon: „Het beste zal, dunkt me, zijn onder „loopende uitgaven"." Iemand, dio van een boterham met ge rookte ossetong genoot, maakte do vol gende opmerking: _„Het is toch vreemd, dat zoo'n dier altijd zijn tong in den bek heeft, zonder te ■weten, h'oo lekker hij eigenlijk smaakt." Rechter: „Hoe kan je nu met zoo'n dikken knuppel op dien zwakken man los slaan?" Beklaagde: „U h'obt gelijk, edelachtbare, oen volgenden keer zal ik oen dunneren stok nemen." VOOR DAMES] EENIGE WENKEN VOOR DE BEHANDE LING VAN WASCHGEREEDSCHAPPEN. Onachtzame behandeling en nalatigheid Lederven de beste voorwerpen lot in den grond. Daarom is het noodzakelijk, dat de hulsvrouw zich nu en dan persoon lijk van den toestand der w.aschgeroed-1 schappen op do hoogte stelt, om aan een noodzakelijko reparatie terstond gevolg te geven. Ieder ordelijke waschvrouw moet terstond na het gebruik alle voorwerpen van bin nen en van buiten met een borstel rei! eigen, met schoon water flink afspoo'.en en in de lucht lateu drogen. Eerst daarna bergt men de gereedschappen in den kel der en wel schuin gezet, zoodat de bo dem vrg blijft. IJzeren ringen en hoepels, die niet ver tind zijn, moeten gooi afgedroogd en dan met vet ingewreven worden. Hierdoor voor komt men het roesten, wat ook voor liet Waschgocd gevaarlijk kan zijn. Hebben withouten gereedschappen in den loop des tgds hun ooglijkheid verloren, dan kan men, door ze te bestrijken met olie verf, weer opfrisschen. De ringen worden met vernis of lak zwart gemaakt. Koperen waschketels moeten na bet ge bruik zoo spoedig mogelijk gepoetst wor den, ijzeren waschketels moet men na het uitschuren of borstelen goed jaten drogen, om het roesten tegen te gaan. De lijnen voor de wasch moeten hij regen terstond afgenomen worden; zijn zij echter reeds nat geworden, dan laat men ze gespannen drogen. Nu en dan heeft ook het waschzeil een flinke schoonmaak noodig, waarvoor men het in heet zeepwater zet en meermalen in telkens schoon water uitspoelt en het in de lucht of op den zolder gespannen laat drogen. Voor hot opwinden gebruikt men de bekende gebogen plankjes. Heeft men nieuwe klampen noodig, dan legt men ze vóór het gebruik in warm water, om alle hars en verfstoffen, die zich in het hout mochten bevinden, er uit te doen trekken, daar deze dikwijls hardnek kige vlekken in het gewasschen goed ach terlaten. Vuile of op den grond gevallen klampen moet men terstond afwasschen, vóór men ze "''bij de andere voegt. Evenals het waschzeil moeten ook de klampen van te dooden. Vergiftig© snoeperij diende als middel, en het middel werkte maar al te goed." „Schei uit, Malden, wat je vertelt, geeft ons allen oen nachtmerrie." Malden staarde voor zich' uit en vervolg de: „De stem van den gebochelde was bij het oindo van het verhaal geheel klankloos geworden. Mot dichte oogen Lag hij1 in zijn kussens, do vrouw was in slaap gevallen. Ik voelde toen een kouden wind gaan langs mgn voeten, ik zag naar de deur, die dicht was. De lamp flikkerde. Ik schud de de vrouw om haar wakkor te maken. De lamp scheen uit te zullen gaan. Ik ging er hoen, nu zag ik het wondore: ik zag de lamp bewegen. Ik hoorde mijn patiënt naar adem snakken. Naast den stoel, waar ik had gezeten, bewoog iets. Het waren de omtrekken van een langen man. Er was geen gezicht te ontdekken. Zij waar den om het bed hoen." Malden viel terug in zijn stoel en bedekte zgn oogen. Daarop keek hij opnieuw onver- wachts-snel naar de deur. Cox volgde zijn blik, niets was or te zien. „Toen ik mijzelf hervond," sprak hij ver der, „trok de vrouw mij aan mijn arm. „Ik geloof, dat hij sterft," zeide zij. De kamer was nog duister en haar stem klonk zwaar-slaperig. Zg porde de lamp hooger op en gaf hem mij in de handen. „Kijk eens naar "-hem," zeide zij. Hij was bijna ten einde mot zijn strijd. Het was drie uur. Iets vreemds was er gobeurd; de kaarten lagen over het bed verspreid, mijn stoel lag omver. Mij scheen het, alsof wonderbaarlijke dingen om mij waren geschied. Ik stond, mot mijn handen de lamp om knellend, bij het bed. De vrouw schreide zacht Plotseling draaide de stervende zijn hoofd om. Zoo waar als ik hier zit, zoo zog ik jullie allen, dat vóór mij, vlak bij het bed, con klein meisje stond. Zij stond in het volle lamplicht, glimlachend geleund op een kruk. Ik kon m\jn oogen niet ge- kroven. Baar lippen openden zich en ver- wg klonk e»n stem: ;,ik zéide je immers, tijd tot tijd gereinigd worden] daarna legt men ze nog een uur In chloorwater, vrat ze als niouw doet uitzien. Bijzondere aandacht schenke men ook aan de waschmanden, want deze zijn, zooals men weet, tamelijk duur en juist bij wasch manden kan men door een zorgvuldige behandeling menige vernieuwing besparen, kien moet slechts manden koopen van pri ma kwaliteit en er van onderen aan de 'bodems een 3 c.M. hoogen houten ring aan laten bevestigen. Door het opstaan er van wordt een ophooping van vuil in de mand voorkomen. De handvatsels moeten goel be vestigd zijn. Laten zij langzamerhand wat Jos, zonder dat het vlecht- of mandenj- werk loslaat, dan moet men ze met pak-i touw omwinden en dit weer, nadat het met 'oor óf handvatsels bevestigd is, vast binden. "Men verzidme niet de mand dik wijls flink uit te borstelen met zeep ea daarna uit te spoelen. Men kan waachs manden, evenals andere voorwerpen Lij Let wasscken in gebruik, met olieverf goed opfrisschen, wanneer men ze mot wat ver dunde verf van binnen en buiten bestrijkt Men gebruikt daarvoor doorgaans lichtgrijs of lichtblauw. Men moet er op letten, dat mon met oen tamelijk dikke penseel o£ kwast goed tusschen het vlechtwerk komt. De bestrijking beeft langen tijd noodig om te drogen en mag, wanneer de mand weer in gebruik genomen wordt, niet meer kleven. In hoofdzaak zijn dit de voornaamste wenken "voor het reinigen en het behoud der waschgerectlschappen, TIEN SCH00NGE1D3REGELEN, DIE ONZE AANDACHT WAARD ZIJN. T. Als ecu spiegel u verraadt, dat gij er niet goed uitziet, ga dan rusten. 2. Wilt ge uw haar mooi en dik be houden, wasch het dan zorgvuldig en regel matig om de veertien dagen. 3. Wilt ge, dat uw mond lang jong blijft, masseert dan dagelijks de fijne lijnen, dio zorg en verdriet er omheen groeven, metdeal vinger, in de richting van neus tot mond. 4. Zorg steeds, dat gij er jeugdig blijft Mïtzien, door den omtrek van uw gomt zacht en 'fijn te doen blijven. 5. Ook de nejus moet door veelvuldig, kunstmatig masseeren een schoenen vorm behouden. G. Om het teeken van vroegen ouder dom, een roodo neus, zooveel mogelijk te vermijden, moet men heete compressen aan wenden. 7. De lijnen om do oogen, die zoo dikwijls het kenteeken van vermoeidheid zijn, ver dwijnen, wanneer men de oogleden en huid om de oogen met water bet, zoo warm als men het maar verdragen kan. 8. De oogen behouden tot een hoogen ouderdom hun schoonen glans, wanneer men ze dikwijls baadt, evenals gelaat en handen. 9. Een warm, om niet te zeggen heet gezichtsbad verlevendigt het verlepte, ge rimpelde gelaat, en doet "t weer friseh, uitzien. 10. Om te voorkomen, dat men de met recht gevreesde dubbele kin krijgt, moet men 's nachts niet het hoofd zoo laag liggen als maar mogelijk is. Het hoofd-schoonheidsmiddei is rust cu nog eens rusti Zij vervangt het best alte middelen en middeltjes. Zij is in waarheid bet magische toovermiddei, dat alle ans dere verdringt. lieveling, ik zou komen." Toen verdween zij, ik zag haar gaan"; haar blonde haai' 't laatst Haar verdwij ning werd gevolgd door een plons op den grond. De vrouw was in zwijm gevallen. Het nam mij een half uur, haar bij te brengen; zij is hier nu boven in het hospitaal. In- tusschen is de man gestorven." V Do stilte, die nu volgde, Meld wen aam Malden zag om zich heen met een vaag glimlachje. „Dat ds nu alles," zeide hij, „maar ik voel pre 100 percent lichter, nu ik het meegedeeld heb. Nog even moet ik erbij voegen, dat toen ik het schip verliet, ik don dekonrommel van de kribbe in de keuken vornl, achter de gesloten deur, en toen iik zelf to bed wilde gaan, ik een der vuile kaarten onder mijn voet in mijn schoen rond...." Van al Ion rondom was Cox de eenige, die glimlachte. Niemand haastte zich heen te gaan. Toevallig flikkerden de lichten en gingen uit. „Halo, wat miserabel© machines Mer,"- riep er een. „Stil, ruik je niet iets? Een geur van voorjaarsbloemen Gox stond in het duister op en greep naar zijn tasch. „Heel aardige geschiedenis, Malden," zei de hij droog, „maar niet steekhoudend. Als er geen ziekto is, geen dood daarginds, zooals er beweerd wordt, waarom had het kind dan een kruk hij zich?"- „Dat mag de hemel weten," antwoordde Malden. In het duister bewoog' iemand zich haas tig en lachte daarna. „Mijne zenuwen gaan werken," riep er een. „Wie ging daar langs mij heen?" Niemand antwoordde. Het licht ontgloeide opnieuw en verblindde even aller oogen. Cox grinnikte en stapte naar de staande aschbah toe. Hij strekte zijn hand ernaar uit, rijn lach bestierf hem op het gelaat Óp de standaard lag.een takje helio trope vI „Ze." i -

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 10