66"* Jaargang Zaterdag 21 Februari 1914 No! 14458 Derde Blad Achter papieren muren. Het twintig-frankstuk. Dega ecraraaJ nï dagel3k»i mat uitiondering ran Zoo- bq Eqp piep kwartaal! Ebor Schieda m oc Elaardingon £L 1.85* franco obt poet ft,- 1.65; Pry» per week: Koor Schiedam m ïjlaar dingen'10 wnt, Afzonderlijke nununsrs 9 ©atfti Abonnementen worden dagelijks aangenomen; Mvartentifin toot hst eersteolgaad nummer moetaa de» middag» rOfisr tan nor aan het Sureatf bezorgd zip, JJnrean: lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Er?B der SdvBrtBOtlIm Ean 1—6 regels HL ieders regel meat 15 «nota» Ree&tmm 9Q cent ger regel,- Groote lettere naar de plaats die g$ Advertentiën bf aEonnsment op rooideeügB voorwaarden, Tariggea btervaa ÈJn gratis aan het Bureau tel bekomen, Zn da nummers dia Dinsdag-; Donderdag- en Z&tErdag&rond msch^neo; worden Eoogenaamde kleine adrertentiën opgenomen tot dm grip van cents per advertentie* bjj vooruitbetaling aan het Bureau te voldoe Intercommunale Telefoon No. 108. Het is opmerkelijk, dat in de tijdschrif ten en bladen van al-gemeencn aard nog 200 bizonder weinig geschreven is over de ondenvijsvoorstellen, die, in een wets ontwerp belichaamd, op behandeling lig gen te wachten. Het is opmerkelijk maar zéér verklaarbaar. In de eerste plaats omdat er geen ka,ns is, dat de ontwerpen zoo héél spoedig zullen worden belian- deld. Maar dan, omdat het rapport der In- emschakelingscommissie als rijstenbrijberg ligt voor het Lui kikkerland dezer wets bepalingen. Ware de ineensohakelingscom- missie een verzameling leuke, handige practici geweest, die hadden willen ver hinderen, dat hun werid a! te veel be sprekingen en dus critiek zou hebben te verduren gehad, zou zij geen beter middel dan deze ernstige schoolmannen gevonden hébben om de critici buiten de veste te houd eneen geweldig dik, geweldig lang en moeilijk te doorworstelen rapport te maken. „Verdedigt u achter papieren muren". Zoo heeft ongetwijfeld een moderne tem pel van Delphi hun geraden. En de raad is voortreffelijk gebleken. Achter hun pa pieren muren zitten do mannen der staats commissie veilig. En zij, die zich een oor deel over dit werk' of over het door jde regeering daarop gebaseerd wetsontwerp willen vormen, verliezen dadelijk „ogni speranza" (alle hoop) als zij aan de poorten karnen dezer papierhél. En toch' is het van veel belang, dat men dit wetsontwerp en dus h'et rapport, al thans de hoofdlijnen, daarvan leert ken nen. Want in haar samenstelling geelt de ineenschakelingscominissic aller-, aller minst de waarborgen, dat zij tot een voor geheel Nederland bevredigend resultaat is gekomen is. Ja men zou bijna de stel ling kunnen omdraaien en betoogen, «lat do regeering die deze ineenseliakeli ngrewii- missie heeft samengesteld, daarmee de be wijzen heeft gegeven van kortzichtigheid en eenzijdigheid. Immers gaat «sen zoo'n commissie samenstellen, dan behoort men toch in de eerste plaats te overwegen, dat daarin niet uitsluitend de school (schola) maar pok de praotijk (vita) verlegenwoordigd is. Want in de eerste plaats belioort toch een nieuwe regeling rekening te houden m<*t die geweldige waarliieid, dat wij vitae, non sdholea discimus (voor het leven, voor de praotijk niet voor de school leeren). Heeft men genreend, dat de mensdh zich in dit opzicht boven, zijn omgeving kan verheffen, dan is men zeker in de keuze zoo gelukkig mogelijk geweesit. Als men van schoolmannen zou kunnen verwachten, dat zij zich' aan den invloed van hun vakken kunnen verwachten, dat zij zich aan den yrij naar F. .Coppée. Toch L'ncien de Hem zijn Laatste Bank biljet van honderd frank weggegrist zag onder de grijpitanden van de hark van den croupier en hij van de speeltafel was opgestaan, waaraan hij de resten van zijn fortuintje, die hij voor dezén allerlaatsten strijd nog had bijeengegaard, zich had zien verliezen, voelde hij iets als bezwijming over hem komen en meende hij te zullen neerstorten. Met duizeligen kop en knikkende beenen wierp hij zich neer op de groole leeren sofa, die om de speeltafel heen stond. Ge durende eenige minuien zag lijj schemerig vóór zich de clandestine knip, waarin hij de mooiste jaren van zijn jeugd verdaan had, herkende hij in het brutale licht der abat- jours', de verboemelde gezichten der spe lers,'duisterde hij naar het eigenaardige ge klik der goudstukken op het groene laken, Bedacht hij rich,- dat hij geruïneerd was, verloren, en herinnerde hij zich toen, dat hg thuis, in een la, de pistolen van zijn vader,- den generaal van Hem, had liggen; eindelijk, ten leste, uitgeput van vermoeid heid,- viel hij in een z'waren slaap. Toen hij Wakker werd, met droge keel, zag hg, door een blik naar de klok) dat hij nauwelijks een half uurtje had geslapen; hg voelde een hevig verlangen naar de fric- sche nachtlucht hui ten. De. wijzere der pendule ■wezen kwart voor twaalf aan. Op staande en zijn armen even lekker uitrek kende, bedacht Lucien zich, dat het de avond vóór Kerstmi» was ep, door ©en iro- kunnen o-ntworstelcn, dan zou da,t zeker van mannen als Woltjer, Drudcer, De Groot, Nolens en Sijmons to verwachten zijn. Doch wij meenen, dat de ervaring iede- ren dag leert, dat dit niet tel geval is, dat dus een commissie, die over belang rijke wijzigingen in ons onderwijs heeft te beslissen weliswaar- niet in laatste instantie maai- dan toch' voor een belang rijk deel samengesteld had moeten zijn èn uit beschaafde mannen uit de prat - rij* in velerlei positie, dus niet uit 7 professoren, waarvan er twee geestelijken zijïi en uit nog een geestelijke. Zooals de commissie nu was samengesteld, moet men een schoolsc-h rapport vervrachten, een rapport ook dat staat onder den in vloed van het feit, da,t deze mannen noch kooplieden, noch medici, noch "indus- trieelen, nocht landbouwers, noch (met één uitzondering) filozofen zijn maar uitslui tend menschen ran het gymnasium, af- deeling a: litteratoren, juristen en theo logen (met één uitzondering). En dien invloed nu speuren wij ia wat wij van het rapport weten en zeker in het wetsontwerp heel erg. Wat is de hoofdinhoud van het wets ontwerp wij hébben in het papieren la byrinth, dat voor dit ontwerp ligt, tot gids den voortreffelijken oud-directeur van de Dordtsehe Hoogere Burgerschool, dr. A. S. van Oven, die in de Gids van Fe bruari een artikel over dit ondenveip ge schreven heeftj Men wil de H. IB. S. tot driejarige school maken en allerlei voorbereiding voor de universiteit onderbrengen in een lyceum, dat eerst twee jaar algemeen ondeifwip1 geeft met heel wat Latijn en daarna in drie vierjarige oureussen wordt gespitst. (A. als hét gymnasium A, R Latijn, /net wat meer exacte wetenschappen, C exacte wetenschappen.) Het Middelbaar Onderwijs wordt dus on geveer hetzelfde als het meer uitgebreid lager onderwijs en loopt na drie jaar dood. En alle ^universitaire opleiding wordt ge concentreerd op hét lyceum, waar zelfs de toekomstige bruggenbouwers en mijn ingenieurs Latijn moeten leeren. Alles dus geconcentreerd in de klassieke ppvoeding, liet Latijn vooruit, alles opgeofferd aan eenvormige opleiding voor héoger onderwijs en het middelbare onderwijs afgemaakt. Net precies dm> wat men van een com missie van Gymnasium A menschen (mei één uitzondering), waarin 7 van de 8 led m professoren zijn, mocht verwach ten eu net het tegenovergestelde van wat de ,/iactijk van het leven in veel geval len naar onze meening noodig maakt Men ziet h'oe liet M. U. L. O, en het M. O. bloeien, men ziet, dat Ijier een aansluiting aan de praotijk van h'et le ven is, die slechts -ontwikkeld behoefde te worden. Doch de staatscommissie weet be- {ter: h'et M. 0. moet achteruit £a een nieuw bedenksel van de staatscommissie kome grootendeels in Kaar plaats, waarbij nischen gril van zijn herinnering, zag hij hg zidizelve plots als heel klein kind, dat-, vóór het naar bed gaan, de schoen tjes voor den schoorsteen zette. In dit oogenblik kwam de oude Dronski vaste klant van het speelhuis op Lucien tóe en mompelde eenige woorden in zijn smoezeligen grijzen baard. „Leen mij asjeblieft even eon vijffrank stuk, meneer. Ik zit nu al twee voIIq dagen hier in de s-ocieteil, en sedert die twee da.- gen, is „17" niet uitgekomenLach mij maar uit, als u wilt, maar ik geef mijn hand ervoor, dat aanstonds, op hel slaan van middernacht,, het nummer uit zal ko men." Lucien de Hem trok 3e schouders op, hij luul zelf geen voldoende geld meer bij zich om straks de belasting te b'etalen, ds|e den spelers wordt opgelegd. Hij ging naar de kleedkamer, trok zijn pels aan, zette zijn hoed op en liep de trappen met oen vaartje af, zooals menschen, die de koorts hebben, soms plegen te doen. Gedurende vier uren was Lucien opge borgen gebleven in het speelhuis; inmid dels had het zwaar gesneeuwd, en de straat een straat, middenin het groote Parijs, tamelijk nauw en door hooge huizen in gesloten lag stil wit, verlaten. De he mel, kalm, strak cn do-nker-blauw, vertoonde koud-fonkelende sterren. De geruïneerde speler huiverde in zijn bont en zétte den pas erin, ondanks dat hij gedachten aan zelfmoord opriep en meer dan ooit aan het foudraal met pistolen dacht, dat thuis in de 1.1 op hem wachtte; nadat hij ieenigc schreden gedaan liad, bleef hij plotseling stilstaan bij con aandoenlijk toopceltje vóór zich. Op pen steenen Bank, volgens oud ge- brui^ jjetet dichtbij' de gto'otsche ingangs; zij dan gauw wat Latijn binnensmokkelt. „Hoe meer men tracht door te dringen „in den geest van h'et rapport van de „Staatscommissie waarvan deze wetsont- „werpon h'et uitvloeisel zijn. zoo schrijft „dr. A. S van Oven des je sterke!' „wordt de indruk', dat alle gezonde begrip- „pen van onderwijs-organisatie ten offer „gebracht zijn aan het idéé fixe om „niemand tot cenig h'ooger onderwijs toe „te laten, die niet, ten minste gedurende „twee jaar, zes uur 's weeks Latijn ge- „leerd heeft.'* „Non vitae §ed sch'olae" woidt dus de opleiding. Het is geen Wonder hij deze samenstel ling der staatscommissie. Doch nu is het dan ook ,aan de jfraetijk, aan h'et vita, om deze deskundigen uit hun papieren muren te lokken en om hen in de fris- sche landouwen der practijk te brengen. V IVij hebben dus pan de hand .van bet opstel van dr. A. S. ,van jOven in de „Gids" gezien, dat de plannen tot reor ganisatie van ons onderwijs te veel plan nen zijn van schoolmannen, op de school en niet op het leven aangelegd, en dat bet hoog tijd wordt dat de prac tijk die tot n,u toe door de onjuiste opvatting van de regeering en door de dikte van papieren wallen zich met deze kwestie wat weinig heeft ingelaten, zich eens met Je zaak gaat bemoeien. Stellen wij ons dus op het standpunt van het practische leven, dan zouden wij wil len vooropstellen, dat die „middelbare en hoogere" opleiding de beste is, die hel minst uitsluitend in één richting gaat, dio de vakkeuze zoo lang mogelijk uitstelt en zoo weinig mogelijk de zeer geleerde bok ken in-spe van de schapen scheidt, die onderweg willen uitstappen. Wij zouden dus de II. B. S„ die tegelijk voldoende practisch weten en een goede voorbereiding voor latere studie geeft om die reden al schoon niet geheet ongewij zigd als de voornaamste opleidings school willen beschouwen. 'Want wat wij in dit verband tegen h'et gymnasium heb ben is, flat liet de ongelukkige jongens en meisjes, die eenmaal met mensa zijn begonnen, alles of niets geeft: zij hebben do keuze tusschen hel afrennen van den ge- b'eelen weg, die via de „Rellum GalLi- cum" en de Melamorphiosen tot Hpratius en de universiteit leidt of onderweg uit scheiden en dan heelemaal achterop raken omdat zij met Nepos of zelfs Caesar en Xenopbon nergens terecht kunnen. Nu zou men hierop kunnen antwoor den: Men gaat toch niet een opleiding in richten voor de krukken. Men moet toch vóór al les. naar een goede, afgeronde op leiding van de univcrsileits-leerlmgeu stee- ven. 1 Doch deze tegenwerpingen schijnen ons dooddoeners. In de eerste pla lijkt ons de eerste stelling niet zoo per se juist. Het is o. heel erg de vraag of inderdaad hel hoofddoel universitaire studie moet zijn en deur- van oen af ander hotel, zat een klein meisje, zes of zeven jaar oud misschien, sa de sneeuw, met een armzalig zwart jurkje aan, dat aan flarden om haar hing, Daar, op die plaats was zij ingeslapen, ondanks djê hevige kou, in een zielige bonding van uitputting m afmatting, haar kleine kopje en haar teer schoudertje schenen als neer- gesmakt in den hoek van den muur en steunden tegen do bevroren steenen. Een der pla Igeloopen schoentjes was van haar roetje afgegleden, dat nu droevig van de hank naar heneden hing. Atel een machina Ie handbeweging testte Lmeten de Hem in zijn vestzak; maar hij herinnerde zich hoe, nog heel kort gele- d|en, hij zelfs geen twintig-stuiverstuk luid gevonden, waardoor hij ook den, bediende in «te soos geen fooi had kunnen geven. To-ch, gedreven door een -instinct ran groot medelijden, naderde hij dicht het kleine mpiisje, en misschien had hij het wél in zijn arrrapn opgenomen om het onderdak voor den nacht te verleenen, toen hij, in den afgegleden schoen in de sneeuw, iets zag blinken. Hij buide zich. Het was een twintig- franks luk Een barmhartig iemand, zonder twijfel de' een of andere vrouw, was hier voorbij gekomen en luid gezien, in dezen Kerst nacht, dit schoeisel vóór liet slapende kindje, en zich herinnerende de aandoen- lijkc legende, had zij daar. met schuchtere hand, een prachtige gave uitgedeeld, op dat het kleine verlatene schepseltje nog zou gelooven aan. geschenken van het Kerslkïn- dekc en zou behouden, ondanks haar ui tende, eenige verte ouwen en eenige hoop in de goedheid der Voorzienigheid. Een twantigfranksiukdat beteekende meerdere dagen van rust ea rijkdom roe# of de verdere schoolontwikkeling er vooral op moet zijn aangelegd om de baan naai de universiteit zoo glad mogelijk te maken. En dan valt nog altijd te bewijzen, dat de oude telen als middel tot ontwikkeling preferabel zijn boven andere rakken. Wat de eerste kwestie aangaat n> Let zeker niet gewenscht den toegang tol de universiteit al te gemakkelijk te m iU-n. Reeds nu komen veel te veel mejist h--n studeeien, die veel liever wat andere ur-p- ten gaan doen en voor wie geen voldo -nd lucratieve betrekkingen meer opeirelaan. Wanneer men met name eens nagaat hoe veel vrouwen aan de universiteit bezig zijn te mislukken, hoeveel ei zenuwziek wor den en hoeveten solhci toeren naar aller lei sleefUbetaalde baantjes, dan zoude men wel wensdhen, dar men den toegana tot d© universiteit niet te gemakkelijk maakte. Studeeren moet uitzondering blijven en al leen voor de meer intelligeorten en de men schen met studiegeschiktheid bereikbaar. De vele krukken, die onze universiteiten af leveren, kunnen wij best missen, terwijl zij als tuinlieden, als verpleegsters of a's winkeliers wellicht nuttig werk hadden kun nen doen. Wij zouden dus den toegang niet zoo glad willen makén als hét tegenwoordige gymnasium dien maakt. Maar bovenal zou den wij ook wensdhen, dat men de ge legenheid liad onderweg uit te stappen en in andere richting voort te gaan. Het ontbreken van deze gelegenheid werkt in dubbele richting verkeerd. In de eene richting, omdat zij, wie zich eenmaal in het Latijn en Grieksdi heeft begeven dwingt door te aaan. op straffe van „anders ver scheiden levensjaren te verliezen. En in de andere richting, omdat deze fout de leerapen aan de gymnasia niet mij ge noeg maakt. Wie niet bepaald geschikt is voor wetenschappelijke studie diende uil- gezeefd te worden. Doch' de leeraren zul len dat niet heel gauw doen, zoo-lang zij weten, dat de leerlingen, die wonden afge wezen, door die afwijking een groot, een haast onherstelbaar nadeel lijden. Vpndaar dat do tegenwoordige en ook de door de staatscommissie voorgestelde op leiding ons niet in hét belang van het volk en de universitaire opleiding schijnt te zijn en dat de laatstgenoemde zeer zeker ook niet Is in het belang van de velen, die zonder universitaire studie te nullen, toch een zoo ruim mogelijke ontwikkeling wenschen. En tegen deze liezwaren weegt, dunkt -ons, niet hét bezwaar op, dat geen rak zoo geschikt is voor goede ontwikkeling ate •de oude falen. Wij zouden bereid zrjii om te zeggen In 's Hemels naam', dan maar iets min der geschikte vakken. En jvij zijn daartoe dubbel bereid, mi wij in hel artikel van Dr. van Oven, ren ervaren en succesvol paedagoog, gelijk er niet vele zijn, lezen: „Voor de ontwikkeling van hét verstand „boteekent de leerstof weinig, de metho- hel anno kindLucien, op het punt staande het land wakker te maken, hoorde plot seling als een hallucinatie, dicht aan zijn oor een stem, de stem van den Pool, met zijn zeurigen en dikken tongval, die deze woorden heel zacht mompelde: At twee volle dagen lang zit ik hier in de sociëteit, en sedert die twee dagen is „17" niet uitgekomen... ik geef mijn hand ervoor, dat aanstonds, op hei, slaan ran middernacht, het nummer uit zal ko men." Een gruwelijke gedachte flitste op in bet brein van dien jongen man van oven twintig jaar, gesproten, uit een ras van eerlijke liodcn, drager van een mooien mi litairen naam en die nooit aan de eer te kort had gedaan; hij werd aangegrepen door een milde, monsterlijke, overweldigen de begeerte. Met óén blik overtuigde hij zich, dat hij volkomen nlleeu Was in de verlaten straat; toen, voorzichtig, half knie lend op den grond, mot vooruitgeschoven, trillende hand, stel hij het twintig-fra nik st uk uit het, neergeplofte schoentje! Daar op rende hij weg, op bet spoelhuis toe, stoof de gewatteerde deur van Tiet verwenschto lokaal open, drong precies op het oogen blik, dal. de pendule do eerste slagen van middernacht aansloeg binnen, zette het goudstuk op het groene laken en riep: „Alles opi zeventien." „Zeventien" won. Mei den rug van zijn hand zette Lucien de zles- en dertig >,louis" op rood. Rood won. Hij liet de twee en-zeven tig „louis" _/p dezelfde kleur staan. Rood kwam opnieuw uit. Opnieuw deed hij dezélfde proeven, twee, drie keer, steeds mei hetzelfde suecès. Hij had nu een stabel goudstukken en bank;- „de en de persoonlijkheid van den leeraar „zeer veel. Welke wetenschappen voor „de voorbereiding der univerrsiteitestudie ,g,©kozen worden is voor de algemeene „vorming vrij wei onverschillig; hoe en „door wie zij onderwezen worden is de ,.tuoo!e kwestie." leder, die middelbaar en lioogor school onderwijs genoten heeft, weel hoe waar dat is. weet dat de doode talen zoo dood mogelijk blijven, als niet een goed pae- dagoog zich van dit instrument bedient. En precie-. ditzelfde is waar ran de meer levende vakken. Doch zijn die doode talen zoo geschikt? Hebben wij die afgerondheid, die andere gedachtenatmospheer, die evenmatigheid vel noodig? Richten zij den geest niet te veel op liet velleden, te weinig op de toekomst? I.s het leven lang genoeg om onze jongelieden zes jaar uit wandelen te «turen in de dreven van een mooi maar ver velleden? Is het niet te veel philo- logie, te veel geschiedenis, die wij op deze wijze den toekomstigen leiders der natie voorzeilen? En zijn de men&dien, dio zicli* het yeist iu dat verleden verdiept hebben de aangewezen personen om de uitstekende leiders en vormers der jeugd to zijn in de 20ste eeuw? Allemaal belangwekkende vragen, die al honderduit behandeld zijn en door zeen deskundigen in twee richtingen beantwoord werden. Er is dus in allen gevalle reden lot gegronde» twijfel aan het uit een opvoe dingsoogpunt alleen-zaiigmaJckende van het Latijn en Griek'sch. En is die twijfel er, dan zouden v ij abstinentie willen aanpreeken, omdat er zoo heel veel positieve bezwaren zijn te gen al dat Latijn en Grieksch' bij do lap- voeding onzier jongens, tegen de neiging om de opleiding van de universiteit lot iets heel bizonders en heel aparts te maken. ALLERLEI. DE SILHOUET. „SchattenbiM" noemt de Duitscher het eigenaardige, pelioflooze profielbeeld, dat den naam vereeuwigt van een merkwaar dig Fransehman, die eenmaal de .wereld m rep en roep bracht. Etienne de Silhouette, in 1709 „Contro leur gènéral des Finances", .Was niet, gelijk men vermoeden zo-u, de uitvinder der sil houet, en oefende op de ontwikkeling van de silhouetfonfcun-4 zelfs niet den minsten invloed uit. Toch kreeg ze door oen won derlijken samenloop van omstandigheden van hem den naam, waarmee ze do wereld, veroveren zou, en dien ze alleen in Duitsch- land om puristische redenen verloor. Silhouette was namelijk geroepen tot het beheer van de staatskas in een tijd, toen de bodem van deze duidelijk zichtbaar Was. biljetten voor zich on begon op gejaagde wijze op alle kansen van het spel te zetten.; Hij had een ongoloofelijke y, vei no"alles lukte. Men zou gezegd hebben, dat de kleine ivoron hal, huppelende in de vakjes der roulette, gemagnetiseerd, Boheksd werd door don blik van den speler en hem moest gehoorzamen. In een twaalftal slagen had hij herwonnen do enkele lapjes van dui zend frank, zijn laatste restje gelds, dat hij bij bet begin van den avond zag verloren! gaan. Nu, bij één inzet twee of drie iïoa« derd „louis" winnend, en geleid door zijn. wondere „veine", ging hij weldra over winnen, zelfs zijn geërfd kapitaal, dat hi| «n zoo korte jaren er door gemaakt hadj herstelde hij Weer als zijn oud fortuin.; In zijn haast om zich aan het spel over te geven, had hij zijn zware pels niet uitge daan, reeds had hij de diepe zakken meti liassen bankhiljelten en rollen goudstukken gevuldniet meer wetende waar al de verdienste te bergen, propte hij do hinnen- en buitenzakken van zijn kleedjas vol, dé vestzakken, de zakken van zijn pantalon,- zijn sigarenkoker, zijn zakdoek, alles watt maar als zak kon dienen. En steeds bleef! hij door spelen, en steeds "bleef hij win nen ab> een liehekste, als een bezetene! en hij wierp zijn handvol goudstukken op tafel neer, op goed geluk, met een gebaar van zekerheid en van minachting! Doch, in zijn hart, als een rood brandend ijzer, stak zijn herinnering aan het kleinö bedelaarstertje, in do sneeuw, waaraan hij niet ophield te denken, aan liet meisje, dat hij bestolen had. Zij zal nog op dezelfde plek gebleven' zijn I Zeker, zij moet er nog wezen Aanstonds,' jazoodra er eenig uur geslagen heeft, ik zweer hetik vlieg dan Van hier -. i ik zal haar opnemen -1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 9