Elk jaar gaan er tiaar Kreta uit 150—200 Harken met 8001000 lieden bemand, om sponsen te yisschenaan de Fenetische kusten zijn ongeveer 1350 schepen met 4100 lieden daarmee bezig en bij Lampadusa 100 barken met 600 visschers. Men* berekent dat 100.000 bewoners van het gebied der Middel landsche Zee door de visscbenj, de bewerking en den handel in sponsen een middel van bestaan vinden. Uit de Adiiatische Zee en uit het wfeite lijk gedeelte van de Middellandscbe Zee komen do besto sponsen in den handel, want deze zijn veel bet- r en sterker dan die, welke in AVest-indië, in den omtrek van de Babama-eilanden, verzameld wor den. Ze zijn dan ook veel duurder. l>e sponsen der Middellandscbe Zee worden verdeeld in drie geslachten: de Euspongia officinalis (edelspons), Euspongia Zimocca (Zimoccaspons) en Hïpospongia equina (Paardenspons) en deze soorten zijn on derling weer verdeeld in velerlei soorten. De fijnere of Levantijnsche spons vindt men aan de Dalmatiscbe tot aan de Sy rische kusten, alsook meer westelijk tot aan Tripolis. Het weefsel van die spons is zeer fijn en altijd zeer licht van kleur. (Dat is het babysponsje bij uitnemendheid). De Zimoeaspons heeft veel meer gaatjes en is veel harder van weefsel dan eerst genoemde edelspons. Ook de kleur is ge heel anders en varieert van geelbruin tot roodbruin. Deze soort vindt men alleen in het oosten van de Middel landsche Zee. Dikwijls heeft deze sponssoort een bewer king ondergaan om de oorspronkelijke klem- te verhelderen; men herkent dan de spons alleen aan het weefsel. Deze soort kiest men voor bad- en wascbsponsen. De paardenspons is nog gemakkelijker te herkennen aan baar naar verhouding groote gaten; het weefsel of de aderen zijn dicht bijeen en het geheel is stijver en niet zoo elastisch als de eerstgenoemde sponsen. Deze worden gevonden aan de kusten van Koord-Afrika tot aan Marokko en in do Aegeïbdic Zee. Verder zijn er nog de Ve.-M-ImU-che spons soorten, maar die zijn Veel groofer en har der, scheuren spoedig; zij zijn du- vooi het huishoudelijk gebruik niet solide. Op verschillende manieren woiden de sponsen verzameld. Er zijn duikers, die tot op den bodem der zee afdalen, om de plan feu los te rukkenandere visschers hebben vreemdsoortig gevormde viertands- vorken, waarmede zij uit hun boot de plant loswoelen, en weer anderen werken met een schepnet Als do sponsen op de een of andere* manier voor de dag gehaald zijn, zien ze er uit als vuile, vormlooze klompen met slijm overdekt. Dan worden zij met houten blokken terdege geklopt, in het water ge kneed, en zoolang bewerkt en gespoeld, totdat de slijmhuid, die over de spons ligt en tusschen het weefsel ©r in vast zit, verwijderd is, waarna ze gedroogd woiden. Nu kan men vragen: „Hoe komt die slijmhuid aan de spons en behoort ze tot bet planten- of het dierenrijk?" In een spons vormt elke afdeeliag, die door sponsige wanden omgeven is, den omtrek van een levend wezen, waarvan zich velen saamgevoegd hebben om een geheel, een kolonie te vormen. De wan den van elk celletje hebben beweegbare zuigdraden, waardoor het zeewater in de spons gezogen wordt, en do wanden van alle aderen hebben ook weer een aankleef- sel van andere merkwaardige cellen, die uit het zeewater voedingsstoffen zuigen en het onbruikbare afscheiden. Binnen in de sponsen worden in hot voorjaar eitjes gelegd; daaruit ontstaan lar ven, die dan uitzAvemmen, zich hier of daar vastzetten en weer nieuwe sponsen vormen. Deze larven zijn niet kieskeurig en zetten zich op alles, wat zij vinden, tot lijke groep TJhlanen den volgenden middag, toen zij op iveg togen naar hun nieuw kwartier. Vroolijk schetterde de muziek haar rhytmischen marsch, de officieren salueer den met hun sabels, en do slotheer en zijn familie groetten beminnelijk den stoot vanaf het bordes van het kasteel. Nadat do paar den ondergebiaclil waren, keerden de hee- ren officieren zich naar hun gastheer. Ach teraan liep Falkestein. „AVel jongen, jij er ook bij," riep graaf Dorbilz, in onvervalscht dialect van de oost- provincies, uit. „Ik heb geen flauw ver moeden gehad, dat jij ook bij dit escadron was ingedeeld dat is waarachtig een ware verrassing. Kerel in hoe lang heb ben wij malkander wel niet gezien? Wijf kijk eens aan - hier is Alfred. En Sophietje, kind, kom eens gauw, hier is nog een neef van je! Kom kind, omhels dien jongen, kranigen neef-luitenant maar eens, hoor, je kunt het niet jonger doen En nu, heeren, hot. „bowltje" vrucht al op ons, en met deze hitte zal het smaken. Vooruit!" Hel jonge hammetje had nu zijn derde kus beet, het dikke luitenantje Vogt keek beteuterd en knikte weemoedig: gewonnen, gewonnen! Maar gauw daarop bail hij weer het oude, vlotte humeur terug, want Falke stein pakte hem onder den aim en fluister de, geluk-stralende hem in 't oor: ,,Die tien flesschen verschalken wij wel samen, hoor, ouwe kerel, maar later, in mijn eigen huisEn wie dan mijn huis vrouw mag zijn? Zou ik het zelf kunnen raden?neenik zeg het niet, ik zeg alleen: laatste kus beste kus. Prosit!... op gezonken aardewerk toe. D-oor onoordeelkundig vissollen ga;ui in den voori.plantingslijd veel larven verloren en het is waarschijnlijk, dat er wetten ge maakt, zullen worden, die het sponsenvis- schen in dien tijd verbieden, daar het bewe zen is, dat de productie van bruikbare sponsen merkbaar afneemt. RATTEN. lu Japan heeft men nog oneindig veel meer last van ratten dan in Europa. De reden daarvan is de onpr.ictisclie manier van huizen bouwen, waarbij altijd een ruimte wordt open gelaten tusschen het dak en de bovenste verdieping, waar geen mensch komen kan en die alleen geschikt is als kweekterrein voor ratten. Om nu de plaag ©enigermate tegen te gaan, geeft de regeering voor elke dood© rat 'n paar centen en dit heeft het aanzijn geschonken aan een afzonderlijk beroep: dat van rattenvanger. Deze rattenvangers werken alleen 's nachts, als ieder slaapt en de ratten hun schuilhoeken verlaten; dan plaatsen zij hun vallen bij honderdtallen in de straatgoot of voor keukeumtgangen. Het zijn heel eenvoudige vallen: 't' zij een stuk ijzer met een vergiftigd stuk vleescli, 't zij een haak met. een weerhaak, ais waarmee men visch vangt. Als aas wordt visch of zoete koek gebruikt, de rattenvanger ver dient op die wijze nogal goed geld. In Brazilië, u-aar de ratten ook veelvul dig schijnen voor te komen, wordt deze plaag bestreden niet zooals bij ons door katten of fox-terriër-;, maar door slangen. Men heeft een bijzondere soort van slang tot huisslang gedresseerd, de Libola. een -oorl. van Boa, ongeveer vier meter lang en zoo dun als een stok. Ilaai' waarde be draagt ongeveer 3 ii 4 gulden. Den ge- heelen dag slaapt de slang, maar zoodra het donker wordt, gaat ze op jacht, glijdt langs daken en muren oil schiet met een merkwaardige snelheid op de ratten toe, die zij met doodende zekerheid treft. In huis i> zij volkomen tam en doet niemand kwaad dan de ratten. Aren wil deze slang ook op schepen gaan gebruiken. Zij heeft op katten voor, dat zij geen nachtelijk muziek maakt, wolko men zindelijk is en geen vogels doodt. MIHOMEDAAN5CHE VROUWEN. De Mahomedaansche vrouwen uit het gouvernement Orenburg verlangen rechten en wetten tegen de willekeur harer tyran- nieke echtvrienden. Zij beroepen zich op den Koran, die de vrouwen als vrije men- schen erkent, haar veroorlooft alles te loe ien, verzen te maken, zelfstandig handel te drijven enk.; haar heiligste rechten wor den evenwel verkort en zij zijn daarbij veroordeeld 'in den harem, dezen bitter- sten aller kerkers, te versmachten en zich te vei-velen. Aroor de West-Europeesche vrouwen heeft het leven der Mohamedaan- sche altijd zekere bekoorlijkheden gehad. Men denkt aan mooie, gesluierde odalisken, aan den almachtigen sultan met zijn met edelgesteenten bezetten dolk, aan stomme haremwachters, aan een leger van zwarte slavinnen en aan nachtelijke vaarten langs de zwijgende oevers van den Bos- phorus, waar de ontrouwe schoonen, in een zak genaaid, een wreeden dood sterven. Maar nu weten we meer van deze bekla genswaardige vrouwen. In de paleizen fier rijken brengen zij haar dagen in droevig nietsdoen door, gedurig intrigeerend, en slechts weinigen trachten door handwerk de traag voortsluipende uren te verkorten. A Ia ar nog duizend maal erger is het lot der vrouwen van de arme klassen. Zij w orden door den man als werkdier be schouwd en ruw en willekeurig behandeld, liet is te venschen, dat de Russische rcgecring de in Rusland wonende Mohame- daansclie aan een menschwaardiger bestaan zal kunnen helpen. In Turkije zal het nog wel langen tijd bij het oude blijven. DE ROODE BROEKEN DER 0ÜSTEX- RIJKSCHE CAVALERIE Een commissie te AVeenen kreeg onlangs opdiaehl eenigc voorstellen te onderzoeken, die tot strekking hadden de uniformen van het leger ptactischer in te richten. Het kwam daarbij tot een levendige discussie over de afschaffing der roode broeken der cavalerie, maar het eind war,, dat de roode pantalons gehandhaafd bleven. Het is heel eigenaardig den oorsprong dezer roode broe ken na té gaan. Toen ongeveer vijftig jaar geleden Maxi- miliaan van Oostenrijk keizer van Mexico werd, was het zijn plan het leger daar naar Fransch model te klecden. Den fabrikanten to Bruins en Reichenberg werd daarom me- dedeeling "gedaan, dat zij de bcnoodigd© stof moesten vervaardigen. Daar het groote bestellingen waren en de verschillende fa brikanten het Mexicaanschc avontuur niet te best vertrouwden, verklaarden zij Maxi- miliaan's opdracht te z'ullen uitvoeren, in dien zijn broer, de keizer, borg wilde zijn. Deze vooiwaaide werd aangenomen. Toen de catastrophe van Qucreüiro ech ter losbarstte, berichtten de fabrikanten aan liet Oostenrijksche Kabinet, dat zij van de regeering verwachtten, dat deze zich over het vervaardigde laken zou ontfermen. Juist waren de "Oostenrijksche troepten in scha mele klecren van den veldtocht van Bo- home en Italië teruggekeerd, en niets lag dus meer voor de hand, dan van de voor Mexico bestemde stukken laken Oostenrijk sche uniformen te maken, en zoo -werd op zekeren dag het geheel© Oostenrijksche le ger in roode broeken gestoken. NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR. In Turkije krijgt men nieuwe postzegels. Een daarvan is opmerkelijk om zijn hooge waarde (200 piasters £22.50). Men heeft in Europa geen enkelen postzegel, die dezen in waarde nabijkomt Te Alius machy, in New-Yersey, had on langs een Poolsche bruiloft plaats, die twee dagen duurde; de ©enige honderden gas ten verorberden in dat tijdsverloop een wagonlading oesters en mosselen, 135 kip pen, een vat whisky en 2000 glazen bier. De vrouw van een rijk ,man in Ant werpen stelde een aanklacht bij den rechter in, omdat haar echtgenoot haar niet ge noeg kuste. De echtgenoot deelde dep rechber mee, dat zijn vrouw zooveel kus sen van hem verlangde, dat het leven hem een last werd. Een expeM-getuigo werd geroepen, die verklaarde, dat een vrouw, die drie jaar getrouwd is, slechts recht heeft op drie kussen daags, zoodat de aanklacht van do vrouw werd ver worpen. Een wel in Canada brengt zand inplaats van water voort Het zand komt in een fijnen straal als bij een fontien, te voor schijn. De kracht, die het van een diepte van 100 voet naar de oppervlakte drijft, is nog niet ontdekt. De Rue de la Republique in Lyon is met glas geplaveid. De blokken zijn 10 centimeter in 't vierkant en sluiten zoo vast tegen elkaar, dat er geen water tus schen kan dringen. De Czaai* van Rusland bezit waarschijn lijk meer porselein dan iemand anders ter wereld. Hij heeft het porselein, dat aan alle Russische vorsten toebehoord heeft, tot aan Catharine de Groote toe. Het is opge borgen in het winterpaleis te St. Peters burg. Het zou ongeveer 2 millioen gulden meer kosten, om de troepen van het Vereenigd Koninkrijk (Engeland, Schotland en Ier land; te voeden met versch Britsch vleesch inplaats van met bevroren vleeach. De Almanakken zijn van Arabischen oor sprong. Het oudste exemplaar wordt be waard in het Britschc Museum en is uit den tijd vau den Egyp'ischen koning Rham- ses den Groote, die 1200 jaar vóór onze tijdrekening loeide. Die almanak is .geschre ven op perkament, met een roode inktsoort en lóópt over zfes jaar. A.NECDOTEN. ,yWaar moet je nog zoo laat met die reistasch been? Ga je nog op reis?" „Neen, maar ik moet er mijn reputa tie hoog mee houden. Je weet, dat ik nogal eens laat naar huis ga, en als de men sehen me dan zien met die tasch, denken ze, dat ik van de reis kom." „Ik ga kussen verkoopten op den liefda digheidsbazaar. Denk je, dat een gulden per kus te duur is?" ,t(Wiel neen, de menschen rekenen er immers op bij die gelegenheden afgezet te worden. In liet weekblaadje van een kleine pro vinciestad las men onlangs de volgende advertentie Te koop: Een bakkerszaak met mooien winkel en groeten oven; de tegenwoordige eigenaar is er zeven jaar in. geweest; goede rede nen om de zaak over te doen." Een welbekend dominee was eens op armenbezoek en kwam bij een arme vrouw, die erg doof was. Zii vertelde dan den dominee, dat het haar zoo speet dootr haar doofheid zijn preeken niet te kunnen hoeren. Verlangend haar iets vriendelijks te zeggen en haar tevens te troosten, ant woordde hij, met onnoodige zelf-geringt schatting: „U mist niet veel." „'Dat zeggen al de anderen mij ook," was het antwoord, dat volgde. HIJ HAD GELIJK. „Geduld en volharding overwinnen alle dingen," was het geliefkoosd gezegde van een molenaar. On zekeren dag op weg paar de markt in ae tram zittend, had hij juist Weer die opmerking gemaakt, toen een dik heef-, die in een hoek zat, knorrig antwoordde: „Onzin, mijnheer. Ik an je oen aan tal dingen opnoemen, die door geduld nog volharding kunnen ovomvonnnen wor den." „U kimt gelijk hebben," antwoordde de molenaar, „maar 'ik heb het nog nooit ondervonden." „Dan zal ik u eens iels opnoemen. „Zul len geduld en volharding u in staat stel len, water in een zeef te dragen?" „Stellig.", „Ik zou wel eens willen Weten, hoe?" „Door eenvoudig geduldig te wachten tot het water bevroren is." Een dokter vertelde onlangs, dat een eigenaar van een hotel hem gevraagd had hoeveel meter gas er noodig was om zelf moord te plegen. „Ik weet het niet precies," had de dok ter geantwoord; „maar ik denk een hon derd meter. Maar waarom vraag je dat?" „Vannacht hoeft er iemand in mijn hotel zelfmoord gepleegd door de gaskraan open te zeiten en nu wilde ik weten, hoeveel ik zijn erfgenamen daarvoor rekenen moet." YOOR DAMES. DE ZINTUIGEN EN GEVOELENS VAN JONGGEBORENEN. Hoe hooger de geestelijke ontwikkeling der ouders staat, met des te meer blijde belangstelling zullen zij de ontwakende zin tuigen van hun pasgeboren kind volgen. Onvolmaakt en hulpeloos als weinige an dere Wezens, komt de mensch ter wereld. Bekend is het, dat ieder pasgeboren kind doof en blind ós, en over een zeer zwak ontwikkeld gevoel- en smaakziiituig. be schikt Zelfs de reuk, die zich bij zeer jonge dieren vertoont, ontwikkelt zich bij den mensch eerst ©enigen tijd uk zijn ge boorte. 't Is interessant van week tot week de zintuigen ten gevoelens van zulk een teer wezentje na te gaan, een zeker hoogst gewichtige Studie, die aan de zielkundigen onschatbare stof heeft geschonken ter be- oordeeling van diep wortelende msnsche- 1 ijkte eigenschappen. Eerste week. Reeds in de eerste levens dagen van het kind. is het zintuig van het gevoel werkzaam. Aan de voetzolen, in de palmen der hand, aan de lippen en de punt van den neus kan men het kind pijn doen. Nog drukt lauw water op het opene oog zwaar, altijd trekt het wicht de leden te zamen, als men het plotseling in het volle licht brengt, of in het gezicht blaast. De oogen schijnen nog onbeweeglijk in het hoofd te zijn vastge groeid, kunnen zich dus nog piel zelf standig naar een richting keeren, Daaren tegen komt het geeuwen reeds vroóg voor en zuigbewegingenn van den mond zijn het kind zelfs aangeboren. Tweede week. Flinke geeuwen kan men nu reeds bij de jonggeborene opmerken. Ook bewegen zich de oogen nu reeds, maar kijken nog onzeker en. scheel naar verschillende richtingen. Derde en vierde week. Tegen het einde der eerste maand, dikwijls ook pas in de tweede maand na de gehoorde, spitst het kind zijn mond, wanneer zich nieuwe in drukken aan zijn opvatting .voordoen. Nu reeds beproeft menige levendige baby te glimlachen. De persoonlijkheid van het jonge mensch begin t zachtjes aan te ont waken en wordt van week tot week dui delijker waarneembaar. Tweede niaand. Het kind vergiet bij hot schreien tranen;' het lacht, stuit kraaiend geluid als teteken van verzadiging uit, hoort naar gezang en laat zich hierdoor kalmee- ren, 'het bekijkt reeds schijnbaar opmerrk- zaam sommige voorwerpen (b.v. ©en pis goud schitterenden slinger der Idpk, zonne kringen op den muur), en licht, als het in de armen der moeder rust, bij krachtige ontwikkeling ©en «ogenblik Let hoofdje op. Derde maand. Gevoelens en onrust wor den in altijd nieuwe uitingen merkbaajr. Het kind murmelt, toont duidelijk zijn wel behagen bij drinken, droog liggen, baden enz., lacht bij het lachen en schertsen der moeder, knipt met de oogen als helder licht het verrast of als het schrikt en krult de bovenlip als het verdrietig is. Het scheelzien en verdraaien der oogen komt nog voor, wordt ook af en toe merkbaar als het kind een half jaar of wat ouder is. Eerste lachen. A'ierdo maand. Voor gezang is baby ont vankelijk, keert het hoofd naar de plaats, vanwaar de klanken komen en tracht zich te uiten in verschillende geluiden, waaruit zich later de spraak zal ontwikkelen. Heeft het lachen zich nog niet in de 8e13e week vertoond, dan komt het zeker tusschen de 13e18e week Het kind grijpt reeds (r' is Le' ook verkeerd) naar verschillen'1 voorwerpen, licht het hoofd op, sluit bij het baden, als het water langs zijn gezicht loopt, de oogen en beweegt armen en boe nen, spartelend naar alle mogelijke rich tingen. Arijfd© maand. Baby begint te tasten en to voelen en maakt de eerste zitproeven. Gaat de moeder been, zoo overvalt hel) een zekere onrust. Het verheugt zich over het tikken van een horloge, over de grap pen der ouders en begint te spelen, zich zelf bezig te houden. Zesde maand. Het kind lacht als liet de moeder aan de haren, den vader aan den baard kan trekken, heeft pret in het rollen van ballen en zoo meer. Met de lichame lijke gaat de geestelijke qptwikkeling van het jonge menschje gepaard. Hij weet nu heel goed een ernstig gemeend woord te onderscheiden van een grap of een lief- koozing, de tijd is dus gekomen, dat met de opvoeding van den jeugdigen Wereldburger kan begonnen worden. Over de verdere ontwikkeling vau den kinderlijken geest valt vervolgens nog pp te merken Met zeven maanden bootst het kind reeds bewegingen en gezichten na,, laat den eei sten zucht hooren en toont verwonde ring. In de achtste maand leert hij de flesch reeds op een nieter afstands kennen, weet vader, moeder, kindermeisje te onder scheiden er heeft de kracht lang te blijven zitten. De grijpbewegingen zijn niet altijd juisl, dan komt de periode van liet tanden- krijgen. Met negen maanden toont baby grooten vooruitgang, bij verrraadt vrees, heeft reeds lust zich staande aan een meubelstuk vast te houden. Tegen het einde van het jaar geeft hij zijn eerste proeven van loopkunst, jubelt onder tranen, kruipt over den grond, stompt met de voeten, klapt in do han den en verdrijft zich door allerlei bezigheden den tijd. Op dezo wijze, van trap tot trap, gaat de ontwikkeling van lichaam en geest en voornamelijk van de zintuigén zijn gang. Terwijl het kind zijn speelgoed betast, naar allerlei voorwerpen grijpt, over den vloer kruipt en bij zijn pogingen tot loopen naar allerlei steunpunten zoekt, leert hij afstanden schatten en maakt zijn gevoelszin vorderingen. Tegelijkertijd profiteert ook zijn gezichtszin, ontwikkelt zich het gehoor, de reuk, zelfs dc smaak. Het in den mond nemen van allerlei voorwerpen heeft bij kinderen zijn beteekenis. Zelfs het vallen, pijn doen enz. draagt tot rijp worden van zijn zinnelijke waarnemingen bij. Zulk een klein in hot aardsch beslaan overgeplant mensch moet eerst de aardsche verhoud^, gen loeren kennen. Vreugde, leed, gen®»." gen en pijn, oorzaken en gevolgen, lonen kleuren, vlakten en gewichten, ruimten eu tijd, zijn de groote problemen zijner weten schap, niet minder belangrijk dan de weten schappelijke proeven der geleerden, die steunend op hun kennis, naar nieuwe 'oplos', sing van allerlei vraagstukken zoeken Het zoeken, begrijpen, gevolgtrekkingen maken uit een kinderziel is voor rijpe men schen een bron van genot, vooral daar, waar ouderliefde levendig is. Het spelen dér kin dereu hoe kakelbont ook de indrukken mogen zijn, die deze opleveren is tevens de school der kinderen. Hier rijpen de begrippen, op welker giond- slag later andere worden gebouwd. Speel plaatsen zijn daarom niet alleen stoeigele- genheden, maar leerscholen in hel klein. Gelukkig do ouders, die van het hooge nut van het kinderspel overtuigd zijn en hun lieveling gelegenheid geven reeds vroeg de krachten te gebruiken, die hem bij den pelgrimstocht door het leven zijn mee gegeven. Ingezonden MededeelIngeü7~ Ouden van dagen. Ouden van dagen vooral dienen acht te slaan op do goede Werking hunner nieren, want met het vermeerderen dei' jaren wor den dó organen zwakker, en daardoor heb ben menschen op leeftijd meer last van kwalen als rugpijn, stijfheid en rheumati- sche pijnen in de spieren en gewrichten) duizeligheid, vlekken voor de pogen, sla peloosheid, hartkloppingen, pijnlijkheid der ledematen, moeite hij het loozen of op houden der urine, enz. Voor menschen op leeftijd zulten Fos ter's Rugpijn Nieren Pillen van uitsteken de hulp blijken, want dit geneesmiddel heeft een versterkende en opwekkende uit werking op de trage nieren, hel helpt haar om het bloed te filtreer en van de schade lijke bestanddeelen als urinestof, urine zuur en hel overtollige water, welke als urine het lichaam verlaten. Te Schiedam verkrijgb. bij de hh. Kap- pelhoff Ilovingh. Toezending geschiedt franco na ontv. v. postwissel A f 1.75 voor één, of f10.voor zes doezen. Eischt da echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen, weigert elke doos, die niet jjr, j voorzien is van nevenstaand ïiandels- merk. Gemengd Nieuws. Pietje Baltus. Ook wij hebben dezer dagen het over lijden vermeld van Pietje Baltus, een oude vrouw te Beesd, die, naar beweerd werd,, zulk een grooten invloed lied geoefend op de godsdienstige overtuiging van dr. Kuyper, De driestarschrijver in „De Standaard" van gisteren wijdt zélf aan haar een arti keltje en erkent dit volkomen. Hij getuigt van haar als volgt: „Ook in ons blad mag een kort woord van herinnering bij het afsterven van Pietje Baltus niet ontbreken. Gelijk men weet, is de kennismaking van dr. Kuyper met deze eenvoudige in den lande, toen hij predikant in het dorp Beesd was, niet zonder indruk, en niet zonder gevolg vjor zijn verder leven geweest. Het kenmerkende in die toen neg jonge vrouw was haar beslistheid. In Beesd was nog geen moderne prediker op den kansel geweest, en het hoofd der openbare school in dit Betuwsche dorp was een lief, geloovig man, de oude heer Kievits. Maar oók al bleef in Beesd de ,,orthodoxie". nog meer of min den toon aangeven, Pietje Baltus wil de van zulk kerkelijk leven niets weten. Dat was al half weik en daar deed ze niet aan mee. A1 dat half orthodoxe gedoe zonk toch al meer in. Daar kon Gods Kerk niet bij leven, veel minder bij bloeien. En daarom ging ze naar geen kerk en wilde zelfs zoo'n halfgaren prediker niet bij zicli aan huis ontvangen.- Ze stond op volle belij denis van het geloof, waarvoor onze mar telaren gestorven waren. In al dat schikken cn plooien en toegeven had ze den dood gezien. Ook toen dr. K. predikant geworden was, wilde ze niets van hem! weten. Dit zou ook wel weer zoo'n halfwas, zoo'n haifslag, halfbakken, halMeugelig Kerkverwoester zijn. Koromt, ze wilde en moesT ook van hem niets hebben. En dit was inzooverre begrijpelijk, daar dr. K. bij zjjn komst te Beesd wel was wat men toen „rechtzinnig" noemde, maar sterk ethisch en daarom eer anti-Gereformeerd. Toch heeft er toen oen ontmoeting plaats gehad, en in zooverre bracht die ontmoe ting in dr. K.'s overtuiging een keer, dat hij op eenmaal in deze vrouw de-kracht van het absolute begreep, en mtet alle half slachtigheid brak. Toen volgde kennismaking met der vade ren geestelijk terfgcied. Dordt, dat ccrsf had afgestooben,trok van toen af aan. Van Calvijn vingt Tiij lichtstralen op. Die eenvoudige vrouw had de lijn van zijn leven wan half naar heat gebogen,, en steeds bleef het dr. K.'s dankbare erken tenis, dat hij eerst door haar kennismaking gebracht was, waar h ijthans voelde te moe ten zijn. t De „Telegraaf" merkt© naar "aanleiding van dit sterven op, dat deze Mrietje Baltus

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 10