Elk jaar gaan er tiaar Kreta uit 150—200
Harken met 8001000 lieden bemand, om
sponsen te yisschenaan de Fenetische
kusten zijn ongeveer 1350 schepen met 4100
lieden daarmee bezig en bij Lampadusa 100
barken met 600 visschers. Men* berekent
dat 100.000 bewoners van het gebied der
Middel landsche Zee door de visscbenj, de
bewerking en den handel in sponsen een
middel van bestaan vinden.
Uit de Adiiatische Zee en uit het wfeite
lijk gedeelte van de Middellandscbe Zee
komen do besto sponsen in den handel,
want deze zijn veel bet- r en sterker dan
die, welke in AVest-indië, in den omtrek
van de Babama-eilanden, verzameld wor
den. Ze zijn dan ook veel duurder. l>e
sponsen der Middellandscbe Zee worden
verdeeld in drie geslachten: de Euspongia
officinalis (edelspons), Euspongia Zimocca
(Zimoccaspons) en Hïpospongia equina
(Paardenspons) en deze soorten zijn on
derling weer verdeeld in velerlei soorten.
De fijnere of Levantijnsche spons vindt
men aan de Dalmatiscbe tot aan de Sy
rische kusten, alsook meer westelijk tot
aan Tripolis. Het weefsel van die spons
is zeer fijn en altijd zeer licht van kleur.
(Dat is het babysponsje bij uitnemendheid).
De Zimoeaspons heeft veel meer gaatjes
en is veel harder van weefsel dan eerst
genoemde edelspons. Ook de kleur is ge
heel anders en varieert van geelbruin tot
roodbruin. Deze soort vindt men alleen in
het oosten van de Middel landsche Zee.
Dikwijls heeft deze sponssoort een bewer
king ondergaan om de oorspronkelijke klem-
te verhelderen; men herkent dan de spons
alleen aan het weefsel. Deze soort kiest
men voor bad- en wascbsponsen.
De paardenspons is nog gemakkelijker te
herkennen aan baar naar verhouding groote
gaten; het weefsel of de aderen zijn dicht
bijeen en het geheel is stijver en niet zoo
elastisch als de eerstgenoemde sponsen.
Deze worden gevonden aan de kusten van
Koord-Afrika tot aan Marokko en in do
Aegeïbdic Zee.
Verder zijn er nog de Ve.-M-ImU-che spons
soorten, maar die zijn Veel groofer en har
der, scheuren spoedig; zij zijn du- vooi
het huishoudelijk gebruik niet solide.
Op verschillende manieren woiden de
sponsen verzameld. Er zijn duikers, die tot
op den bodem der zee afdalen, om de
plan feu los te rukkenandere visschers
hebben vreemdsoortig gevormde viertands-
vorken, waarmede zij uit hun boot de plant
loswoelen, en weer anderen werken met
een schepnet
Als do sponsen op de een of andere*
manier voor de dag gehaald zijn, zien ze
er uit als vuile, vormlooze klompen met
slijm overdekt. Dan worden zij met houten
blokken terdege geklopt, in het water ge
kneed, en zoolang bewerkt en gespoeld,
totdat de slijmhuid, die over de spons ligt
en tusschen het weefsel ©r in vast zit,
verwijderd is, waarna ze gedroogd woiden.
Nu kan men vragen: „Hoe komt die
slijmhuid aan de spons en behoort ze tot
bet planten- of het dierenrijk?"
In een spons vormt elke afdeeliag, die
door sponsige wanden omgeven is, den
omtrek van een levend wezen, waarvan
zich velen saamgevoegd hebben om een
geheel, een kolonie te vormen. De wan
den van elk celletje hebben beweegbare
zuigdraden, waardoor het zeewater in de
spons gezogen wordt, en do wanden van
alle aderen hebben ook weer een aankleef-
sel van andere merkwaardige cellen, die
uit het zeewater voedingsstoffen zuigen en
het onbruikbare afscheiden.
Binnen in de sponsen worden in hot
voorjaar eitjes gelegd; daaruit ontstaan lar
ven, die dan uitzAvemmen, zich hier of
daar vastzetten en weer nieuwe sponsen
vormen. Deze larven zijn niet kieskeurig en
zetten zich op alles, wat zij vinden, tot
lijke groep TJhlanen den volgenden middag,
toen zij op iveg togen naar hun nieuw
kwartier. Vroolijk schetterde de muziek haar
rhytmischen marsch, de officieren salueer
den met hun sabels, en do slotheer en zijn
familie groetten beminnelijk den stoot vanaf
het bordes van het kasteel. Nadat do paar
den ondergebiaclil waren, keerden de hee-
ren officieren zich naar hun gastheer. Ach
teraan liep Falkestein.
„AVel jongen, jij er ook bij," riep graaf
Dorbilz, in onvervalscht dialect van de oost-
provincies, uit. „Ik heb geen flauw ver
moeden gehad, dat jij ook bij dit escadron
was ingedeeld dat is waarachtig een
ware verrassing. Kerel in hoe lang heb
ben wij malkander wel niet gezien? Wijf
kijk eens aan - hier is Alfred. En
Sophietje, kind, kom eens gauw, hier is
nog een neef van je! Kom kind, omhels
dien jongen, kranigen neef-luitenant maar
eens, hoor, je kunt het niet jonger doen
En nu, heeren, hot. „bowltje" vrucht al
op ons, en met deze hitte zal het smaken.
Vooruit!"
Hel jonge hammetje had nu zijn derde
kus beet, het dikke luitenantje Vogt keek
beteuterd en knikte weemoedig: gewonnen,
gewonnen! Maar gauw daarop bail hij weer
het oude, vlotte humeur terug, want Falke
stein pakte hem onder den aim en fluister
de, geluk-stralende hem in 't oor:
,,Die tien flesschen verschalken wij wel
samen, hoor, ouwe kerel, maar later, in
mijn eigen huisEn wie dan mijn huis
vrouw mag zijn? Zou ik het zelf kunnen
raden?neenik zeg het niet, ik zeg
alleen: laatste kus beste kus. Prosit!...
op gezonken aardewerk toe.
D-oor onoordeelkundig vissollen ga;ui in
den voori.plantingslijd veel larven verloren
en het is waarschijnlijk, dat er wetten ge
maakt, zullen worden, die het sponsenvis-
schen in dien tijd verbieden, daar het bewe
zen is, dat de productie van bruikbare
sponsen merkbaar afneemt.
RATTEN.
lu Japan heeft men nog oneindig veel
meer last van ratten dan in Europa. De
reden daarvan is de onpr.ictisclie manier
van huizen bouwen, waarbij altijd een
ruimte wordt open gelaten tusschen het
dak en de bovenste verdieping, waar geen
mensch komen kan en die alleen geschikt
is als kweekterrein voor ratten.
Om nu de plaag ©enigermate tegen te
gaan, geeft de regeering voor elke dood©
rat 'n paar centen en dit heeft het aanzijn
geschonken aan een afzonderlijk beroep:
dat van rattenvanger. Deze rattenvangers
werken alleen 's nachts, als ieder slaapt en
de ratten hun schuilhoeken verlaten; dan
plaatsen zij hun vallen bij honderdtallen in
de straatgoot of voor keukeumtgangen. Het
zijn heel eenvoudige vallen: 't' zij een stuk
ijzer met een vergiftigd stuk vleescli, 't zij
een haak met. een weerhaak, ais waarmee
men visch vangt. Als aas wordt visch of
zoete koek gebruikt, de rattenvanger ver
dient op die wijze nogal goed geld.
In Brazilië, u-aar de ratten ook veelvul
dig schijnen voor te komen, wordt deze
plaag bestreden niet zooals bij ons door
katten of fox-terriër-;, maar door slangen.
Men heeft een bijzondere soort van slang
tot huisslang gedresseerd, de Libola. een
-oorl. van Boa, ongeveer vier meter lang en
zoo dun als een stok. Ilaai' waarde be
draagt ongeveer 3 ii 4 gulden. Den ge-
heelen dag slaapt de slang, maar zoodra
het donker wordt, gaat ze op jacht, glijdt
langs daken en muren oil schiet met een
merkwaardige snelheid op de ratten toe,
die zij met doodende zekerheid treft. In
huis i> zij volkomen tam en doet niemand
kwaad dan de ratten.
Aren wil deze slang ook op schepen gaan
gebruiken. Zij heeft op katten voor, dat
zij geen nachtelijk muziek maakt, wolko
men zindelijk is en geen vogels doodt.
MIHOMEDAAN5CHE VROUWEN.
De Mahomedaansche vrouwen uit het
gouvernement Orenburg verlangen rechten
en wetten tegen de willekeur harer tyran-
nieke echtvrienden. Zij beroepen zich op
den Koran, die de vrouwen als vrije men-
schen erkent, haar veroorlooft alles te loe
ien, verzen te maken, zelfstandig handel
te drijven enk.; haar heiligste rechten wor
den evenwel verkort en zij zijn daarbij
veroordeeld 'in den harem, dezen bitter-
sten aller kerkers, te versmachten en zich
te vei-velen. Aroor de West-Europeesche
vrouwen heeft het leven der Mohamedaan-
sche altijd zekere bekoorlijkheden gehad.
Men denkt aan mooie, gesluierde odalisken,
aan den almachtigen sultan met zijn met
edelgesteenten bezetten dolk, aan stomme
haremwachters, aan een leger van zwarte
slavinnen en aan nachtelijke vaarten
langs de zwijgende oevers van den Bos-
phorus, waar de ontrouwe schoonen, in
een zak genaaid, een wreeden dood sterven.
Maar nu weten we meer van deze bekla
genswaardige vrouwen. In de paleizen fier
rijken brengen zij haar dagen in droevig
nietsdoen door, gedurig intrigeerend, en
slechts weinigen trachten door handwerk
de traag voortsluipende uren te verkorten.
A Ia ar nog duizend maal erger is het lot
der vrouwen van de arme klassen. Zij
w orden door den man als werkdier be
schouwd en ruw en willekeurig behandeld,
liet is te venschen, dat de Russische
rcgecring de in Rusland wonende Mohame-
daansclie aan een menschwaardiger bestaan
zal kunnen helpen. In Turkije zal het nog
wel langen tijd bij het oude blijven.
DE ROODE BROEKEN DER 0ÜSTEX-
RIJKSCHE CAVALERIE
Een commissie te AVeenen kreeg onlangs
opdiaehl eenigc voorstellen te onderzoeken,
die tot strekking hadden de uniformen van
het leger ptactischer in te richten. Het
kwam daarbij tot een levendige discussie
over de afschaffing der roode broeken der
cavalerie, maar het eind war,, dat de roode
pantalons gehandhaafd bleven. Het is heel
eigenaardig den oorsprong dezer roode broe
ken na té gaan.
Toen ongeveer vijftig jaar geleden Maxi-
miliaan van Oostenrijk keizer van Mexico
werd, was het zijn plan het leger daar naar
Fransch model te klecden. Den fabrikanten
to Bruins en Reichenberg werd daarom me-
dedeeling "gedaan, dat zij de bcnoodigd©
stof moesten vervaardigen. Daar het groote
bestellingen waren en de verschillende fa
brikanten het Mexicaanschc avontuur niet
te best vertrouwden, verklaarden zij Maxi-
miliaan's opdracht te z'ullen uitvoeren, in
dien zijn broer, de keizer, borg wilde zijn.
Deze vooiwaaide werd aangenomen.
Toen de catastrophe van Qucreüiro ech
ter losbarstte, berichtten de fabrikanten aan
liet Oostenrijksche Kabinet, dat zij van de
regeering verwachtten, dat deze zich over
het vervaardigde laken zou ontfermen. Juist
waren de "Oostenrijksche troepten in scha
mele klecren van den veldtocht van Bo-
home en Italië teruggekeerd, en niets lag
dus meer voor de hand, dan van de voor
Mexico bestemde stukken laken Oostenrijk
sche uniformen te maken, en zoo -werd op
zekeren dag het geheel© Oostenrijksche le
ger in roode broeken gestoken.
NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR.
In Turkije krijgt men nieuwe postzegels.
Een daarvan is opmerkelijk om zijn hooge
waarde (200 piasters £22.50). Men heeft
in Europa geen enkelen postzegel, die
dezen in waarde nabijkomt
Te Alius machy, in New-Yersey, had on
langs een Poolsche bruiloft plaats, die twee
dagen duurde; de ©enige honderden gas
ten verorberden in dat tijdsverloop een
wagonlading oesters en mosselen, 135 kip
pen, een vat whisky en 2000 glazen bier.
De vrouw van een rijk ,man in Ant
werpen stelde een aanklacht bij den rechter
in, omdat haar echtgenoot haar niet ge
noeg kuste. De echtgenoot deelde dep
rechber mee, dat zijn vrouw zooveel kus
sen van hem verlangde, dat het leven
hem een last werd. Een expeM-getuigo
werd geroepen, die verklaarde, dat een
vrouw, die drie jaar getrouwd is, slechts
recht heeft op drie kussen daags, zoodat
de aanklacht van do vrouw werd ver
worpen.
Een wel in Canada brengt zand inplaats
van water voort Het zand komt in een
fijnen straal als bij een fontien, te voor
schijn. De kracht, die het van een diepte
van 100 voet naar de oppervlakte drijft,
is nog niet ontdekt.
De Rue de la Republique in Lyon is
met glas geplaveid. De blokken zijn 10
centimeter in 't vierkant en sluiten zoo
vast tegen elkaar, dat er geen water tus
schen kan dringen.
De Czaai* van Rusland bezit waarschijn
lijk meer porselein dan iemand anders ter
wereld. Hij heeft het porselein, dat aan
alle Russische vorsten toebehoord heeft, tot
aan Catharine de Groote toe. Het is opge
borgen in het winterpaleis te St. Peters
burg.
Het zou ongeveer 2 millioen gulden meer
kosten, om de troepen van het Vereenigd
Koninkrijk (Engeland, Schotland en Ier
land; te voeden met versch Britsch vleesch
inplaats van met bevroren vleeach.
De Almanakken zijn van Arabischen oor
sprong. Het oudste exemplaar wordt be
waard in het Britschc Museum en is uit
den tijd vau den Egyp'ischen koning Rham-
ses den Groote, die 1200 jaar vóór onze
tijdrekening loeide. Die almanak is .geschre
ven op perkament, met een roode inktsoort
en lóópt over zfes jaar.
A.NECDOTEN.
,yWaar moet je nog zoo laat met die
reistasch been? Ga je nog op reis?"
„Neen, maar ik moet er mijn reputa
tie hoog mee houden. Je weet, dat ik nogal
eens laat naar huis ga, en als de men
sehen me dan zien met die tasch, denken
ze, dat ik van de reis kom."
„Ik ga kussen verkoopten op den liefda
digheidsbazaar. Denk je, dat een gulden
per kus te duur is?"
,t(Wiel neen, de menschen rekenen er
immers op bij die gelegenheden afgezet
te worden.
In liet weekblaadje van een kleine pro
vinciestad las men onlangs de volgende
advertentie
Te koop:
Een bakkerszaak met mooien winkel en
groeten oven; de tegenwoordige eigenaar
is er zeven jaar in. geweest; goede rede
nen om de zaak over te doen."
Een welbekend dominee was eens op
armenbezoek en kwam bij een arme vrouw,
die erg doof was. Zii vertelde dan den
dominee, dat het haar zoo speet dootr
haar doofheid zijn preeken niet te kunnen
hoeren. Verlangend haar iets vriendelijks
te zeggen en haar tevens te troosten, ant
woordde hij, met onnoodige zelf-geringt
schatting:
„U mist niet veel."
„'Dat zeggen al de anderen mij ook,"
was het antwoord, dat volgde.
HIJ HAD GELIJK.
„Geduld en volharding overwinnen alle
dingen," was het geliefkoosd gezegde van
een molenaar.
On zekeren dag op weg paar de markt
in ae tram zittend, had hij juist Weer die
opmerking gemaakt, toen een dik heef-,
die in een hoek zat, knorrig antwoordde:
„Onzin, mijnheer. Ik an je oen aan
tal dingen opnoemen, die door geduld
nog volharding kunnen ovomvonnnen wor
den."
„U kimt gelijk hebben," antwoordde de
molenaar, „maar 'ik heb het nog nooit
ondervonden."
„Dan zal ik u eens iels opnoemen. „Zul
len geduld en volharding u in staat stel
len, water in een zeef te dragen?"
„Stellig.",
„Ik zou wel eens willen Weten, hoe?"
„Door eenvoudig geduldig te wachten tot
het water bevroren is."
Een dokter vertelde onlangs, dat een
eigenaar van een hotel hem gevraagd had
hoeveel meter gas er noodig was om zelf
moord te plegen.
„Ik weet het niet precies," had de dok
ter geantwoord; „maar ik denk een hon
derd meter. Maar waarom vraag je dat?"
„Vannacht hoeft er iemand in mijn hotel
zelfmoord gepleegd door de gaskraan open
te zeiten en nu wilde ik weten, hoeveel
ik zijn erfgenamen daarvoor rekenen moet."
YOOR DAMES.
DE ZINTUIGEN EN GEVOELENS
VAN JONGGEBORENEN.
Hoe hooger de geestelijke ontwikkeling
der ouders staat, met des te meer blijde
belangstelling zullen zij de ontwakende zin
tuigen van hun pasgeboren kind volgen.
Onvolmaakt en hulpeloos als weinige an
dere Wezens, komt de mensch ter wereld.
Bekend is het, dat ieder pasgeboren kind
doof en blind ós, en over een zeer zwak
ontwikkeld gevoel- en smaakziiituig. be
schikt Zelfs de reuk, die zich bij zeer
jonge dieren vertoont, ontwikkelt zich bij
den mensch eerst ©enigen tijd uk zijn ge
boorte.
't Is interessant van week tot week de
zintuigen ten gevoelens van zulk een teer
wezentje na te gaan, een zeker hoogst
gewichtige Studie, die aan de zielkundigen
onschatbare stof heeft geschonken ter be-
oordeeling van diep wortelende msnsche-
1 ijkte eigenschappen.
Eerste week. Reeds in de eerste levens
dagen van het kind. is het zintuig van
het gevoel werkzaam. Aan de voetzolen,
in de palmen der hand, aan de lippen
en de punt van den neus kan men het
kind pijn doen. Nog drukt lauw water
op het opene oog zwaar, altijd trekt het
wicht de leden te zamen, als men het
plotseling in het volle licht brengt, of in
het gezicht blaast. De oogen schijnen nog
onbeweeglijk in het hoofd te zijn vastge
groeid, kunnen zich dus nog piel zelf
standig naar een richting keeren, Daaren
tegen komt het geeuwen reeds vroóg voor
en zuigbewegingenn van den mond zijn
het kind zelfs aangeboren.
Tweede week. Flinke geeuwen kan men
nu reeds bij de jonggeborene opmerken.
Ook bewegen zich de oogen nu reeds,
maar kijken nog onzeker en. scheel naar
verschillende richtingen.
Derde en vierde week. Tegen het einde
der eerste maand, dikwijls ook pas in de
tweede maand na de gehoorde, spitst het
kind zijn mond, wanneer zich nieuwe in
drukken aan zijn opvatting .voordoen. Nu
reeds beproeft menige levendige baby te
glimlachen. De persoonlijkheid van het
jonge mensch begin t zachtjes aan te ont
waken en wordt van week tot week dui
delijker waarneembaar.
Tweede niaand. Het kind vergiet bij hot
schreien tranen;' het lacht, stuit kraaiend
geluid als teteken van verzadiging uit, hoort
naar gezang en laat zich hierdoor kalmee-
ren, 'het bekijkt reeds schijnbaar opmerrk-
zaam sommige voorwerpen (b.v. ©en pis
goud schitterenden slinger der Idpk, zonne
kringen op den muur), en licht, als het in
de armen der moeder rust, bij krachtige
ontwikkeling ©en «ogenblik Let hoofdje op.
Derde maand. Gevoelens en onrust wor
den in altijd nieuwe uitingen merkbaajr.
Het kind murmelt, toont duidelijk zijn wel
behagen bij drinken, droog liggen, baden
enz., lacht bij het lachen en schertsen der
moeder, knipt met de oogen als helder
licht het verrast of als het schrikt en
krult de bovenlip als het verdrietig is. Het
scheelzien en verdraaien der oogen komt
nog voor, wordt ook af en toe merkbaar als
het kind een half jaar of wat ouder is.
Eerste lachen.
A'ierdo maand. Voor gezang is baby ont
vankelijk, keert het hoofd naar de plaats,
vanwaar de klanken komen en tracht zich
te uiten in verschillende geluiden, waaruit
zich later de spraak zal ontwikkelen. Heeft
het lachen zich nog niet in de 8e13e week
vertoond, dan komt het zeker tusschen de
13e18e week Het kind grijpt reeds (r'
is Le' ook verkeerd) naar verschillen'1
voorwerpen, licht het hoofd op, sluit bij het
baden, als het water langs zijn gezicht
loopt, de oogen en beweegt armen en boe
nen, spartelend naar alle mogelijke rich
tingen.
Arijfd© maand. Baby begint te tasten en
to voelen en maakt de eerste zitproeven.
Gaat de moeder been, zoo overvalt hel)
een zekere onrust. Het verheugt zich over
het tikken van een horloge, over de grap
pen der ouders en begint te spelen, zich
zelf bezig te houden.
Zesde maand. Het kind lacht als liet de
moeder aan de haren, den vader aan den
baard kan trekken, heeft pret in het rollen
van ballen en zoo meer. Met de lichame
lijke gaat de geestelijke qptwikkeling van
het jonge menschje gepaard. Hij weet nu
heel goed een ernstig gemeend woord te
onderscheiden van een grap of een lief-
koozing, de tijd is dus gekomen, dat met de
opvoeding van den jeugdigen Wereldburger
kan begonnen worden.
Over de verdere ontwikkeling vau den
kinderlijken geest valt vervolgens nog pp
te merken
Met zeven maanden bootst het kind
reeds bewegingen en gezichten na,, laat den
eei sten zucht hooren en toont verwonde
ring. In de achtste maand leert hij de
flesch reeds op een nieter afstands kennen,
weet vader, moeder, kindermeisje te onder
scheiden er heeft de kracht lang te blijven
zitten. De grijpbewegingen zijn niet altijd
juisl, dan komt de periode van liet tanden-
krijgen.
Met negen maanden toont baby grooten
vooruitgang, bij verrraadt vrees, heeft reeds
lust zich staande aan een meubelstuk vast
te houden. Tegen het einde van het jaar
geeft hij zijn eerste proeven van loopkunst,
jubelt onder tranen, kruipt over den grond,
stompt met de voeten, klapt in do han
den en verdrijft zich door allerlei bezigheden
den tijd.
Op dezo wijze, van trap tot trap, gaat
de ontwikkeling van lichaam en geest en
voornamelijk van de zintuigén zijn gang.
Terwijl het kind zijn speelgoed betast, naar
allerlei voorwerpen grijpt, over den vloer
kruipt en bij zijn pogingen tot loopen
naar allerlei steunpunten zoekt, leert hij
afstanden schatten en maakt zijn gevoelszin
vorderingen. Tegelijkertijd profiteert ook zijn
gezichtszin, ontwikkelt zich het gehoor, de
reuk, zelfs dc smaak. Het in den mond
nemen van allerlei voorwerpen heeft bij
kinderen zijn beteekenis. Zelfs het vallen,
pijn doen enz. draagt tot rijp worden van
zijn zinnelijke waarnemingen bij. Zulk een
klein in hot aardsch beslaan overgeplant
mensch moet eerst de aardsche verhoud^,
gen loeren kennen. Vreugde, leed, gen®»."
gen en pijn, oorzaken en gevolgen, lonen
kleuren, vlakten en gewichten, ruimten eu
tijd, zijn de groote problemen zijner weten
schap, niet minder belangrijk dan de weten
schappelijke proeven der geleerden, die
steunend op hun kennis, naar nieuwe 'oplos',
sing van allerlei vraagstukken zoeken
Het zoeken, begrijpen, gevolgtrekkingen
maken uit een kinderziel is voor rijpe men
schen een bron van genot, vooral daar, waar
ouderliefde levendig is. Het spelen dér kin
dereu hoe kakelbont ook de indrukken
mogen zijn, die deze opleveren is tevens
de school der kinderen.
Hier rijpen de begrippen, op welker giond-
slag later andere worden gebouwd. Speel
plaatsen zijn daarom niet alleen stoeigele-
genheden, maar leerscholen in hel klein.
Gelukkig do ouders, die van het hooge
nut van het kinderspel overtuigd zijn en
hun lieveling gelegenheid geven reeds vroeg
de krachten te gebruiken, die hem bij
den pelgrimstocht door het leven zijn mee
gegeven.
Ingezonden MededeelIngeü7~
Ouden van dagen.
Ouden van dagen vooral dienen acht te
slaan op do goede Werking hunner nieren,
want met het vermeerderen dei' jaren wor
den dó organen zwakker, en daardoor heb
ben menschen op leeftijd meer last van
kwalen als rugpijn, stijfheid en rheumati-
sche pijnen in de spieren en gewrichten)
duizeligheid, vlekken voor de pogen, sla
peloosheid, hartkloppingen, pijnlijkheid der
ledematen, moeite hij het loozen of op
houden der urine, enz.
Voor menschen op leeftijd zulten Fos
ter's Rugpijn Nieren Pillen van uitsteken
de hulp blijken, want dit geneesmiddel
heeft een versterkende en opwekkende uit
werking op de trage nieren, hel helpt haar
om het bloed te filtreer en van de schade
lijke bestanddeelen als urinestof, urine
zuur en hel overtollige water, welke als
urine het lichaam verlaten.
Te Schiedam verkrijgb. bij de hh. Kap-
pelhoff Ilovingh. Toezending geschiedt
franco na ontv. v. postwissel A f 1.75 voor
één, of f10.voor
zes doezen. Eischt da
echte Foster's Rugpijn
Nieren Pillen, weigert
elke doos, die niet
jjr, j voorzien is van
nevenstaand ïiandels-
merk.
Gemengd Nieuws.
Pietje Baltus.
Ook wij hebben dezer dagen het over
lijden vermeld van Pietje Baltus, een oude
vrouw te Beesd, die, naar beweerd werd,,
zulk een grooten invloed lied geoefend op
de godsdienstige overtuiging van dr. Kuyper,
De driestarschrijver in „De Standaard"
van gisteren wijdt zélf aan haar een arti
keltje en erkent dit volkomen. Hij getuigt
van haar als volgt:
„Ook in ons blad mag een kort woord
van herinnering bij het afsterven van Pietje
Baltus niet ontbreken.
Gelijk men weet, is de kennismaking van
dr. Kuyper met deze eenvoudige in den
lande, toen hij predikant in het dorp Beesd
was, niet zonder indruk, en niet zonder
gevolg vjor zijn verder leven geweest.
Het kenmerkende in die toen neg jonge
vrouw was haar beslistheid. In Beesd was
nog geen moderne prediker op den kansel
geweest, en het hoofd der openbare school
in dit Betuwsche dorp was een lief, geloovig
man, de oude heer Kievits. Maar oók al
bleef in Beesd de ,,orthodoxie". nog meer
of min den toon aangeven, Pietje Baltus wil
de van zulk kerkelijk leven niets weten.
Dat was al half weik en daar deed ze niet
aan mee. A1 dat half orthodoxe gedoe zonk
toch al meer in. Daar kon Gods Kerk niet
bij leven, veel minder bij bloeien. En daarom
ging ze naar geen kerk en wilde zelfs
zoo'n halfgaren prediker niet bij zicli aan
huis ontvangen.- Ze stond op volle belij
denis van het geloof, waarvoor onze mar
telaren gestorven waren. In al dat schikken
cn plooien en toegeven had ze den dood
gezien.
Ook toen dr. K. predikant geworden was,
wilde ze niets van hem! weten. Dit zou
ook wel weer zoo'n halfwas, zoo'n haifslag,
halfbakken, halMeugelig Kerkverwoester
zijn. Koromt, ze wilde en moesT ook van
hem niets hebben. En dit was inzooverre
begrijpelijk, daar dr. K. bij zjjn komst te
Beesd wel was wat men toen „rechtzinnig"
noemde, maar sterk ethisch en daarom eer
anti-Gereformeerd.
Toch heeft er toen oen ontmoeting plaats
gehad, en in zooverre bracht die ontmoe
ting in dr. K.'s overtuiging een keer, dat
hij op eenmaal in deze vrouw de-kracht
van het absolute begreep, en mtet alle half
slachtigheid brak.
Toen volgde kennismaking met der vade
ren geestelijk terfgcied. Dordt, dat ccrsf
had afgestooben,trok van toen af aan. Van
Calvijn vingt Tiij lichtstralen op.
Die eenvoudige vrouw had de lijn van
zijn leven wan half naar heat gebogen,,
en steeds bleef het dr. K.'s dankbare erken
tenis, dat hij eerst door haar kennismaking
gebracht was, waar h ijthans voelde te moe
ten zijn. t
De „Telegraaf" merkt© naar "aanleiding
van dit sterven op, dat deze Mrietje Baltus