6 laargang.
Zaterdag 4 April 1914.
No. 14494
Derde Blad.
Een ongeleidelijke weg.
Een weddingschap.
DeBe courant verschijnt da gel ka, met uitsondering Tan Zoo- en rironTmiran.
Frijn I»r kwtóaali Boor Schiedam ea SlaardingenfL 1,95, £^j
Sar poet fi, 1.66*
Eri|s pier weeks Koor Schiedam na Elaaxdingen 1D eató»
Afzonderlijk© nummert 3 cent,-
'Abonnementen watden. dagelijks aangenomen; i I i f
JóbrerteintiSn voor hat eerstïoTgend nummer moetan des middag» r'&Th aan
nor aan hat HareaU beffiorgd rijn,-
Bureau: Lange Haven No. 141 (Koek' Korfe Haven). i
Erg» dot AdvertantiSnl Ban 16 regels fl, 0.82] iedere regel meer
IQ canto; Eedamas 80 cent por regel; Groot® letters naar de plaats die c3
AdvertentiSn bij aBoonfiment op voördeeliga voorwaarden,- Xanaxeo
tumrvaa ˧n gratis aan bet Bureau te bekoman*
J& de nummers dia Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden 3oogenaamde kleine advertentifin opgenomen tot den prijs
van 40 cento gar advertentie, bg vooruitbetaling aan het Burma te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
Het Zonderling, dat de openbar® m'ee-
ning dikwijls onder den invloed van mode
kwesties en verschillen, di© door de be
langhebbenden gaand© worden gehouden,
veel belangrijker kwesties over het hoofd
riot en de onopgeloste moeielijkheden daar
van laat bestaan, terwijl men zich het
hoofd breekt over kleinere bezwaren.
Zulk een zonderlingen toestand vinden
,tvïj bij do behandeling van de vraag van de
voorbereidende universitaire opleiding, een
vraag, 3ie mede door het rapport van de
Ineenschake 1 ingscointoissie zeer wij dur
ven Wel zeggen al te zeer op den voor
grond is gebracht.
Natuurlijk is volgens de nïannen van het
onderwijs hier de hoofdkwestie: Latijn en
Griek sch of proefondervindelijke wijsbegeer
te of een modus vivendi tusschen die twee
richtingen als hoofdvakken voor de oplei
ding. En natuurlijk is dat ©ëïl belangrijke
kwestie.
Maar toch kan men haar belang overdrij
ven en wórdt haar belang overdreven als
men gelijk in ons land de opvoedings
kwesties al te zeer overlaat aan de uit
hun aard eenzijdige schoolmannen.
•Ta het lijkt al haast een ketterij indien
men plotseling, gelijk onlangs, een stem. in
de „Gids" boort als die van dr. A. S.
van Oven, die waagt te zeggen, dat het
er ten slotte minder toe doet ivajfc onder
wezen-wordt, dan wel op welke wijze en
door wïen het ondervezen wordt.
En toch is dat natuurlijk juist, toch is
de bewuste vraag ten slotte in veel
piet in alle opzichten een academische
vraag, terwijl de vraag hoe den overgang
van de Academie beter te doen zijn, vol
strekt niet een academische vraag is, aan
gezien het mogelijk moet rijn vast te stel
len, hoeveel levens tengevolge van de hier
bestaande fouten vernietigd worden.
Of «en gegeven jongeling, die met phy
sics, op de universiteit is gekomen, beter
ontwikkeld zou zijn met Grieksoh of an
dersom, is ten slotte zelfs voor dien jongen
een vraag van betrekkelijk ondergeschikte
bet-eekenis. Doch de vraag hoe men de ge
weldige kloof, die gaapt tusschen de voor
bereidingsscholen (gymnasium en H. Bt S.)
en d® academie vernauwt, is een vraag, die
het leven, het Welzijn en de toekomst van
vele duizenden beheerscht.
Hoeveel er omkomen tengevolge van dit
gemis aan aaneenschakeling, aan geleidelijk
heid, is natuurlijk niet te berekenen. De
pregnante gevallen, de gevallen van do
jongelui, die de plotseling verworven vrij-
Een half dozijn uhlaaen-luitenants zaten
op het breede terras voor de Casino tent
en hapten met animo van den aardbeien-1
bowl, die in een gezelligen, kristallen pot
vóór hen op tafel stond. Zij' allen voelden
zich in beha gelijke stemming, de sigaar
stak bij enkelen scheef in den mondhoek,
sommigen hadden de jassen wat openge-
knoopt; lekkertjes zaten allen in de ge
makkelijke rietstoelen en praatten druk over
de volgende dagen, waarin de manoeuvres
in-vollen gang zouden zijn. 0
•„Ja, lieve menschen," zei een dm oud
sten met een klein zuchtje, „ja, kinderen,
die rommelige, drukke tijd wacht ons Weer
eens voor een keertje. Het kofferloven
is toch maar een bedenkelijk genoegen 1"
„Maar -Vogt, wat zeg je nu?" riep feen
jong, kranig off biertje uit; j,het manoeu
vre-leven is een der mooiste momenten
in het heele jaar!"
„Nonsens! wat voor moois is daar nu
aan?" -
n Alles, Vogt, de natuur, de inkwartie
ring, de lekkere wijntjes, de mooie meis
jes die Koven alles!"
-„Dat is het hem juist I Mooie meisjes
zïjn er niet!"
„Papperlepap-.- Twaalf in een dozijn,
hoor I Verbeeld je, geen mooie meisjes1. Be
staat er iets lievers dan een meisjesmond,
ietsinnigers dan een kus?"
„Mannefje, je spreekt als een Don Juan,
én toch ben je een tamme kerel! Ik durf
te* wedden, dat je ao'g n'öóit eeir kus ge-
kregen heb't!'"-
heid niet kunnen dragen en dus „sjeezen",
na korter of langer tijd, zijn natuurlijk te
tellen. Doch niet te tellen zijn de gevallen,
waarin do jongelui van dien overgang on-
herstelbar schade aan lichaam cn geest
hebben overgehouden of Waarin zij niet
zoo goed zijn terechtgekomen, als gebeurd
zou zijn bij verstandiger regeling. En toch
kent ieder uit zijn omgeving die zware,
minder zware en lichte gevallen, welke
laatste toch niet zóó licht zijn, dat zij
den jongen niet verhinderen zijn aanleg
behoorlijk te ontwikkelen.
Want men verge te niet: deze overgang is
met een soort duivelachtige wreedheid zoo
sterk gemaakt. Iemand, die opzettelijk een
berg moeilijkheden -had willen opstapelen,
om alleen de allersterkste en allerbekwaam
ste, maar tevens de allerzoetste, ailervcr-
legenste en meest temperamentlooze jonge
lui de gelegenheid to geven een Aca-de-
mischen graad te behalen, had niet beter
kunnen do-en. De overgang zou enorm, groot
zijn, als zij alleen op studiegebied bestond,
als uren ineens den schooljongen zeide:
Ziezoo, nu bergt gij alle tot nu toe ge
loerde vakken weg, nu rijt gij vrij om op
school te doien en te laten, wat gij wilt,
ocnige controle bestaat er mei meer, gij
begint maar oen studie, waarvan gij niet
kunt weten or gij' er voor geschikt rijt,
of gjj er wat voor voelt en nu maar
'vooruit!
Het is waar, niet voor alle vakken is
de tegenstelling precies zoo groot, het is
,ook waar, dat in. enkele kleine gevallen
meer controle is, doch de regel is de
bovenstaande. Wij hcrhaleti: alleen deze
overgang zou al enorm' zijn. Doch nu heeft
men er nog een - tweede, socialo bij ge
maakt, die nóg grooter is: het overal ge
controleerde, onder toezicht staande kind,
laat men ineens in een andere stad los,
als menscih in de mest ongebpnden vrijheid,
zonder de beperkingen, die „de koude maat
schappij" in allerlei vorm aan haar leden
oplegt en zonder het houvast, dat een
vaste betrekking, een vaste lijn of methode
van studie geven.
Dat er nog zooveel jougtJöui die vuur
proef doorstaan en met voldoende heelheid
van lichaam en geest door die beproeving
heen komen, is eigenlijk een wonder. Ach
teraf, dikwijls eerst na langen tijd, merkt
men hoe buitengewoon gevaarlijk dat pad
was en hoe aan beide zijden diepe afgron
den gaapten. Maar achteraf herinnert men
zich dan ook, hoe velen die krachtproef niet
goed doorstaan hebben, hoe vee! ellende het
verdere leven brengt, dat den menschen
bespaard had kunnen blijven, indien men
daar niet dat p'aedagogische kunststuk op
den weg van de academische opleiding had
gesteld. i
Het is niet moeilijk min of meer aan te
toonen hoe groot de krachtproef is, waaraan
„Hoho, Vogt. Nu kleineer je mij schan
delijk I Meisjes vladderen als vliegen om
het licht; in...de zen tijd om den kranig -
sten luitenant 1"
„Eu dat ben jij zeker?"
„Natuurlijk! En als je het niet gelooft,
wil ik een weddenschap met je aangaan:
Ik venved, dat in de eerste drie inkwaï-
tieringen, de duchter des huizes mij zal
omhelzen!"
„Ja, ja, goed, goed, dat neem ik aan!"
riep de dikke Vogt uit. „Hé daar, geef
mij het hoek, dadelijk zullen wij de wed
dingschap erin zetten
In de drie eerste inkwartieringendoch
ter des huizes... Prachtig!
En om vijf flesschen champagne, niet
waar?"
„Tien!" braveerde de jonge baron Falke-
stein „en 'jij zelf zult de scheids rechter
'rijn. Daar wij beiden van hetzelfde esca-
dron en steeds op dezelfde plaats bij elkaar
zijn, bezorgt het jo niet den minsten last
om mrj'n over-winning te constateeren 1"
De weddingschap veroorzaakte luidruch
tige viool ijkheid onder de heeren; men voel
de zich gedrongen nog een nieuwen bowl
le hestellen en eerst laat in den nacht
scheidde men.
Den volgenden middag was het Uhlanen-
eseadron in het dorpje Grünfelde ingekwar
tierd. De ritmeester werd bif den dominé
ontvangen, de beide luitenants, Vogt en
Falkestein, waren even buiten het dorp
bij den houtvester gehuisvest; daar kwa
men tegen den middag op het koffieuur
ook nog een paar officieren binnenvallen, i
wier speurneuzen ai ras ontdekt hadden,
dat de „Oberförster" vader van drie aller
liefste meisjes was, tusschen zestiéii en
men de menschen op deze wijze onder-
Werpt. Men ga daartoe eens na hoe de
damesstudenten den schok door-staan. En
nu verlieze men vooral niet uit het oog,
dal die voor deze dames op veel gebied
niet zoo erg is als voor de mannen, ai
dadelijk Omdat de vrijheid, welke deze
dames genieten, lang niet zoo gr-oot en
zoo ongebonden is als die van de mannen.
Daarbij kamt, dat de atkoholdrinkgewoonten
ten onzent onder de dames veel minder
voorkomen dan onder de mannen, terwijl
oren van de sludeerende dames mag aan
nemen, dat er ton haren opzichte een
selectie heeft gewerkt, die oorzaak is, dat
de individu over het geheel en relatief ge
sproken ou dif p shied van meer beleekenis
is da. mannelijke individu.
Weii !men ga eens na hoe over
het geheel de gezondheidstoestand dezer
daines is, hoe zij zich hij dien geweldigen
overgang gel:ouden hebben, hoe hun veer
kracht tegenover het Werk en de eischen
der samenleving gewonden is. Men zal dan,
dunkt ons, tot de conclusie moeten ko
toen, dat als in deze gunstige gevallen
die overgang veelal niet zonder schade is
doorgetoaakt, hij in de andere gevallen,
waar de jeans op nadeel zoo enorm veel
grooter is, ook inderdaad veel meer en
verder strekkend nadeel moet hebben ge
bracht.
Wij rien "dus dat de overgang van de
voorbereidende opleiding tot de Hooge-
school in elk opzicht te groot was en dat
wilde men een beter ineengescbakelde
opvoeding krijgen vóór alles aan de
verbetering van dien overgang gewerkt
moest Worden
Nu is hel ook in dezen veel gemakke
lijker critiek te leveren dan aan te wijzen
hoe de zaak geregeld moet warden om
een geleidelijken overgang te ven-krijgen.
Vooral omdat men voorzichtig moet zijn
hteir niet te ver te gaan. Immers ei is
zeker vee! juistheid in de gedachte -
was zij niet van Topffer, den schrijver der
bekende Nouvelles. genevpises? dat in
een goed ingerichte opvoeding ook een
jaar lummelen hoort. De gedachte, dat
men na do volstopping dei- voorbereidende
opleiding eens een jaar- moet uitblazen,
digereeren, menscli worden, alvorens le
beginnen aan de hoogere studie, is zeker
meer dan een paradox. En men moet niet
uit het oog verliezen, dat het eerste stu
dentenjaar voor niet weinigen in deze al
dus gevoelde behoefte voorziet
Doch zelfs als deze „gesloten jachttijd"
in de opvoeding behouden moet blijven,
dan zouden wij nog meenen, dat het niet
verstandig is dien te stellen in den tijd
van ©cn zoo krassen overgang.
Wat schijnt ons in dien overgang vooral
kras? Dat hij zoo op elk gebied werkt,
dat hij precies even groot is op schoot-
als op wat wij nu maar eens sotiaat
gebied zullen noemen. De ongebonden vrij
heid komt op beide terreinen op één mo
ment. In plaats dat men aan zijn werk
twintig jaar oud. Deze drie snoezorige kin
deren waren echter zoo schuw als jonge
reetjes; eerst tegen den avond, toen zij over
tuigd waren, dal de heeren 'Uhlancn wer
kelijk geen menscheneters waren, werden
zij wat losser. De luitenant Falkestein liet
ijlings drie trompetters komen, en met be
hulp van een geleende viool, en een ©enigs
zins twijfelachtig zuivere piano, werd er
toch dansmuziek gemaakt; de meisjes ont-
I«opten zich nis echte viouwtjes. 'Met wa
ren hartstocht dansten ze over de graszoden,
totdat de zon geheel achter cle hoornen
was verdwenen.
„Drommels, ik ben wel tien pond lichter
geworden," hijgde de dikke Vogt, die 'ontel
bare malen had rondgedraaid„nu wat
anders, menschen! iets, waar men bij kan
stilzitten."
„Goed!" zei Falkestein, „ik stel voor:
pandverbeuren
De meisjes grinnikten, de „cinjahriger"
riepen: „prachtig, prachtig!" en de oude
houtvester pafte dikke rookwolken uit zijn
langen pijp en glimlachte tevreden. Hel
spel duurde een boelen tijd, daarna begon
het inlossen der panden. Ieder pandinbren-
ger werd een grappige straf opgelegd: de
dikke Vogt werd bevolen een Indiaansehen
krijgsdans uit te voeren, een der anderen
moest een gedicht voordragen, eindelijk kwa
men de meisjes aan de beurt.
„Lieve dames," sprak de jonge Falke
stein, „een oud gebruik wil, dat liet schoon©
geslacld zijn panden naar een vast slaanden
regel inlost lk beroep mij op uw gewaar-
deerden vader spreek ik geen waarheid,
meneer de houtvester?"
„Natuurlijk! Meisjes" lachte de hout
vester „luistert eens eren naar mij -o- een
houvast beeft, als al dia nieuwe sociale
Verhoudingen over u komen, laat hel ge
wone werk u juist op dat moment ook in
den steek. En in plaats, dat men bij de
algemeene verandering van werken eonii-
nuïteit vindt, in het diigelijksch leven, is
ook daar ineens de baud met het velleden
verbroken en werkt daar du» alk-s ook
tegenhoudend op uw werkneigingen.
xVchf men het dus niet gewen-cht om
in den verkovergang eenitie vei ande. mg
te brengen en acht uien liet eu-mnm goed,
dat er eenige veraiwleiing komt in de te
genstelling student-gymnasium teerling, dan
kan men toch nog jmid on» eens zijn,
dal het niet goed is beuk* ve ram kerin
gen ine<*n» te doen ondergaan. Men kan
dus den overgang van schontetudie tot vrije
studie al op hel -gymnasium doen plaats
hebben en men kan evenzeer dien over-
overgung verschuiven tot- na het eerste
jaar verblijf aan de ïtemgeschool.
Theoretisch is het natuurlijk ook moge
lijk de verandering van jongen tot stu
dent nog op liet gymnasium te doen plaats
hebben of die uit te stellen tot dat een
jaar de universiteit bezocht is, doch aan
de mogelijkheid van deze hervormingen
gelooven wij minder dan aan die der eerst
genoemde wijzigingen.
Nu -hebben wij niet de pretensie een
oplossing te geven of een definitief ant
woord op de vraag, of op gymnasium dan
wel aan de Hoogfeschool gelegenheid moet
worden gegeven voor dien overgang, rite]
echter, dat dit moest geschieden aan de
Hoogeschool, wat ons, oppervlakkig, de
beste oplossing zou toeschijnen dan is
het niet moeilijk rich hot gi-oote belang
van een dergelijke hervorming voor te stel
len cn tevens te begrijpen hoeveel geleidlij-
krr tie overgang zou zijn.
De zaak zou dus zoo moeten worden
ingericht, dat de eerstejaarsstudenten nog
gewoonweg wettelijk verplicht waren ze-
kor© colleges te volgen en dat op'die colle
ges niet al tem zou Worden „voorgelezen"
doch ook gevraagd en werk opgegeven.
Dit zou veel voor hebben. Professoren en
stiutenteu zouden elkaar toeren kennen,
de studenten zouden in het nieuwe vak
cenig inzicht en een methode vuu studie
krijgen ou de jongelui zouden in de groo
ter© schoolgobondenheid een middel lieh-
ben om te midden van de nieuwe maat
schappij ten minste ©enig houvast te krij
,gen. iltaii men tien dus zoo voorzichtig,
gewend -aan de vrijheid van liet studenten
leven, dan zou men een tweeden stap
kunnonn doen en 'ben vervolgens wennen
aan de vrijheid van studie. Dj© vrijheid
zal nu niet meer het gevaarvolle hebben
van de vrijheid van tegen worm lie, Want
in de studentonmauLscbappij zou de jonge
man nu thuis zijn, hij zou dus niet heek-
maal zonder stuur in liet nieuwe vaar
water komen. Bovendien had men hem ge
dwongen rijn eigen vak to toeren kennen,
had bij dus gelegenheid gekregen daarvoor
belangstelling op te vatten of uit te ma
ken, dat liet bewuste vak geenerlei aan
trekkelijkheid voor Item had. Hij beeft nu
de methode van werken gekregen en het
kus in eeren, kan niemand deren, dus
De meisjes protesteerden heftig, pi oesten
van 't lachen en wilden zich achter de
struiken verbergen, maar Falkestein was
haar te vlug af; (oen de oudste zich ge
vangen zag, gaf zij zich over en schikte
zich in 't onvermijdelijke.
„Dat was de eerste," zeide de jonge ba
ron 's avonds togen zijn kameraad, toen
zij zich ter ruste begaven, „mgigen zullen
wij verder zien."
„Dit gevalletje was eigenlijk ook veel
te gemakkei ijle," bromde de dikke Vogt,
„enfin de beide volgende kau-u-u moeten
nog afgewacht worden, ik ben jiog niet
zoo zeker van uw succes."
Het scheen wel alsof zijn laatst© woorden
bewaarheid zouden worden. Het volgende
kwardier, dat betrokken moe»t worden, lag
in een armzalig doip, geen k'-ik, noch
notabel bestond daar. De huisvesting, welke
de officieren zich zagen toebedeeld, was
allerellendigst in de meer dan armoedige
boereschuren. Zij verzorgden zelven hun
inwendigen menseh door het gebruik van
meegenomen „busjes en conserven". Maat
de manschappen voelden zich buitengewoon
op dreef en de oppasser van meneer Falke
stein, Peter, vertoonde een blijden, hrev-
dc n lach op zijn goedige boeresnuit. Hij
voelde zich hier thuis in zijn eigen omge
ving, en met de beide dochters van den
boer, die hij behulpzaam was bij hel sa
menbinden der schoven, maakte hij heel
wat grapjes- Vooral Meintje, de oudste, vond
hij een bijzonder lief dier, hoewel Katrijn-
tje, de jongste, feitelijk de mooiste was.
Zij zag er dan ook bekoorlijk uit met heur
blonde haar invlechten om 'thoofd. Zij was,
het, die laat ia den avond in 't vertrek trad,
algemeene inricht, liet goede begrip van
de grondbeginselen, dat hem in simt!, stelt
in vrije studie zich verder te ontwikkelen,
hij kam dus vu©! gemakkelijker )t vrije
studie komen dan (lie collega van thans,
die óf geen college heeft geloopen, óf (lat
alleen voot de leus heeft gedaan en nu
een geweldige stof voor zich riet, w©lk«
hij met het oog op een of ander examen
verwerken moet.
Het is waar, op deze wijze zitten wit
©enigszins met don gesloten jachttijd van
Topffer, waarvoor wij veel gevoelen. Maar
toch niet zóóveel, of wij doen die gaarne
cadeau voor de zekerheid van op deze
wijze meer geleidelijkheid in de ontwikke
ling te krijgen en niet zoo de kans te
loopen, dat wij vete goede elementen óf
heelemaal rien mis-hikken, óf veel schade
rien krijgen.
-Nu moeten wij nog eens herhalen, dat
wij het niet willen voorstellen als ware
deze methode de eenig denkbare. Integen
deel, wij weten, dat er nog heel wat meer
zijn. En met name moeten wij er nog de
aandacht op vestigen, dat het natuurlijk
ook mogelijk is over liet geheet de tegen
stelling te verminderen, zoowel op studie
als op sociaal gebied. Wij hebben in dit
verhand maar te herinneren aan enkele
hoagescholen in het buitenland, waar de
kostschoolgedachte in zeer verzachten vorm
soms in zoo verzachten vorm, dat men
van eenig toezicht niets meer merkt is
toegepast.
Het is dan ook ons doel niet een op
lossing van deze moeilijke kwestie te ge
ren. 'Wij rijn al heel tevreden als wij
maar aannemelijk hebben gemaakt, dat er
oen heel moeilijke kwestie op dit punt
bestaat, die dooi' de hervormei» der uni
versitair© opleiding wel wat veel uit het
o,o,g wordt verloren.
ALLERLEI.
DE riPOXS,
Nauwelijks heeft baby bel levenslicht aan
schouwd of |liij maakt kennis met. de spons,
en begint het kind zich in de schrijfkunst
te oefenen, clan heeft hot de spons noodig
um de verongelukte lia.nepouf.on en streep
jes van do lei uit te wisschen. Voor hot
had is vie spon» voor grooien en kleinen
onwil heerlijk, en welke huismoeder kan zich
haai vensters en deuren blinkend denken,-
zonder behulp van de spon»?
Alen kan bijna zeggen, dat er in elk
huisgezin één of meer sponsen aanwezig
zijn, et! trii kennen weinigen de herkomst
van al die sponsen cn sponsjes, hoewel
de sponsenhamlel is-n zaak vau belang is
en duizenden ©en beslaan geeft.
Jaarlijks worden er groote hoeveelheden,
over geheel Europa verzonden, en als men
bedenkt dat alleen in de haven van Triest
leeds voor twee millioen Alark worden in
gevoerd, kan toen zich een klein denk
beeld vormen van de massa, welke voor
allerlei doeleinden gebruikt wordt!
waar Vogt en Falkestein stil een sigaartje,
bij donker zaten te blazen, want, de luxe,'
van een lamp bestemd in dit huis niet. Zij
kwam binnen om de bedden der heeren,
in orde te brengen cn water bij te vullen.
Zij keek eerst even niet haar kopje om
den hoek van (le deur en riep:
„Hen jij hier binnen, Peter? Waar zijn
de officieren?"
„In 't koffiehuis 1" riep1 Falkestein, „kom
maar binnen, kindje, ik ben hier even
alleen. Maart wat krijg ik voor mijn wer
ken op 't land?" w
„Praat geen nonsens, Petertje, denk er
om, moeder kan elk oogenblik binnenko
men," antwoordde zij, maar haai- tegenweer
klonk flauwtjes, zoodat Falkestein wel an
ders begreep...
„Eén kusje, Kalrijntje, dan is al het werk
niet voor niets geweest 1"
„Nu gauw dan maar, zoo voor
uit Peter..."
Een opklaterende lach uit één der hoe
ken, van den onzichtbaren Vogt, vertelde
duidelijk, dat hij begreep punt twee van
ilo weddingschap -ook verloren te hebben.
Kalrijntje was verschrikt weggerend.
,.Xu, je boft kolossaal," zeide de dikke
Vngl proestende van den lach; „eigenlijk
mag een dergelijk verraad niet mee-gelden,
maar ik zal het er doorlaten mdt het oog
op den dag van morgen. Morgen zullen
wij ingekwartierd zijn ten huize van graaf
van Dou-bitz; mocht deze toevallig een doch
ter bezitten, dan beu je er hij, want, niet
waar, gravinnetjes laten zich maar niet
zóó omhelzen 1"
Falkestein grinnikte geheimzinnig, over
moedig,*«.—-«-■ -
Heerlijke zonneschijn bescheen de vroo-
SCH EDAMSCHE COURAiRÏ