6 laargang. Zaterdag 4 April 1914. No. 14494 Derde Blad. Een ongeleidelijke weg. Een weddingschap. DeBe courant verschijnt da gel ka, met uitsondering Tan Zoo- en rironTmiran. Frijn I»r kwtóaali Boor Schiedam ea SlaardingenfL 1,95, £^j Sar poet fi, 1.66* Eri|s pier weeks Koor Schiedam na Elaaxdingen 1D eató» Afzonderlijk© nummert 3 cent,- 'Abonnementen watden. dagelijks aangenomen; i I i f JóbrerteintiSn voor hat eerstïoTgend nummer moetan des middag» r'&Th aan nor aan hat HareaU beffiorgd rijn,- Bureau: Lange Haven No. 141 (Koek' Korfe Haven). i Erg» dot AdvertantiSnl Ban 16 regels fl, 0.82] iedere regel meer IQ canto; Eedamas 80 cent por regel; Groot® letters naar de plaats die c3 AdvertentiSn bij aBoonfiment op voördeeliga voorwaarden,- Xanaxeo tumrvaa ˧n gratis aan bet Bureau te bekoman* J& de nummers dia Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden 3oogenaamde kleine advertentifin opgenomen tot den prijs van 40 cento gar advertentie, bg vooruitbetaling aan het Burma te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. Het Zonderling, dat de openbar® m'ee- ning dikwijls onder den invloed van mode kwesties en verschillen, di© door de be langhebbenden gaand© worden gehouden, veel belangrijker kwesties over het hoofd riot en de onopgeloste moeielijkheden daar van laat bestaan, terwijl men zich het hoofd breekt over kleinere bezwaren. Zulk een zonderlingen toestand vinden ,tvïj bij do behandeling van de vraag van de voorbereidende universitaire opleiding, een vraag, 3ie mede door het rapport van de Ineenschake 1 ingscointoissie zeer wij dur ven Wel zeggen al te zeer op den voor grond is gebracht. Natuurlijk is volgens de nïannen van het onderwijs hier de hoofdkwestie: Latijn en Griek sch of proefondervindelijke wijsbegeer te of een modus vivendi tusschen die twee richtingen als hoofdvakken voor de oplei ding. En natuurlijk is dat ©ëïl belangrijke kwestie. Maar toch kan men haar belang overdrij ven en wórdt haar belang overdreven als men gelijk in ons land de opvoedings kwesties al te zeer overlaat aan de uit hun aard eenzijdige schoolmannen. •Ta het lijkt al haast een ketterij indien men plotseling, gelijk onlangs, een stem. in de „Gids" boort als die van dr. A. S. van Oven, die waagt te zeggen, dat het er ten slotte minder toe doet ivajfc onder wezen-wordt, dan wel op welke wijze en door wïen het ondervezen wordt. En toch is dat natuurlijk juist, toch is de bewuste vraag ten slotte in veel piet in alle opzichten een academische vraag, terwijl de vraag hoe den overgang van de Academie beter te doen zijn, vol strekt niet een academische vraag is, aan gezien het mogelijk moet rijn vast te stel len, hoeveel levens tengevolge van de hier bestaande fouten vernietigd worden. Of «en gegeven jongeling, die met phy sics, op de universiteit is gekomen, beter ontwikkeld zou zijn met Grieksoh of an dersom, is ten slotte zelfs voor dien jongen een vraag van betrekkelijk ondergeschikte bet-eekenis. Doch de vraag hoe men de ge weldige kloof, die gaapt tusschen de voor bereidingsscholen (gymnasium en H. Bt S.) en d® academie vernauwt, is een vraag, die het leven, het Welzijn en de toekomst van vele duizenden beheerscht. Hoeveel er omkomen tengevolge van dit gemis aan aaneenschakeling, aan geleidelijk heid, is natuurlijk niet te berekenen. De pregnante gevallen, de gevallen van do jongelui, die de plotseling verworven vrij- Een half dozijn uhlaaen-luitenants zaten op het breede terras voor de Casino tent en hapten met animo van den aardbeien-1 bowl, die in een gezelligen, kristallen pot vóór hen op tafel stond. Zij' allen voelden zich in beha gelijke stemming, de sigaar stak bij enkelen scheef in den mondhoek, sommigen hadden de jassen wat openge- knoopt; lekkertjes zaten allen in de ge makkelijke rietstoelen en praatten druk over de volgende dagen, waarin de manoeuvres in-vollen gang zouden zijn. 0 •„Ja, lieve menschen," zei een dm oud sten met een klein zuchtje, „ja, kinderen, die rommelige, drukke tijd wacht ons Weer eens voor een keertje. Het kofferloven is toch maar een bedenkelijk genoegen 1" „Maar -Vogt, wat zeg je nu?" riep feen jong, kranig off biertje uit; j,het manoeu vre-leven is een der mooiste momenten in het heele jaar!" „Nonsens! wat voor moois is daar nu aan?" - n Alles, Vogt, de natuur, de inkwartie ring, de lekkere wijntjes, de mooie meis jes die Koven alles!" -„Dat is het hem juist I Mooie meisjes zïjn er niet!" „Papperlepap-.- Twaalf in een dozijn, hoor I Verbeeld je, geen mooie meisjes1. Be staat er iets lievers dan een meisjesmond, ietsinnigers dan een kus?" „Mannefje, je spreekt als een Don Juan, én toch ben je een tamme kerel! Ik durf te* wedden, dat je ao'g n'öóit eeir kus ge- kregen heb't!'"- heid niet kunnen dragen en dus „sjeezen", na korter of langer tijd, zijn natuurlijk te tellen. Doch niet te tellen zijn de gevallen, waarin do jongelui van dien overgang on- herstelbar schade aan lichaam cn geest hebben overgehouden of Waarin zij niet zoo goed zijn terechtgekomen, als gebeurd zou zijn bij verstandiger regeling. En toch kent ieder uit zijn omgeving die zware, minder zware en lichte gevallen, welke laatste toch niet zóó licht zijn, dat zij den jongen niet verhinderen zijn aanleg behoorlijk te ontwikkelen. Want men verge te niet: deze overgang is met een soort duivelachtige wreedheid zoo sterk gemaakt. Iemand, die opzettelijk een berg moeilijkheden -had willen opstapelen, om alleen de allersterkste en allerbekwaam ste, maar tevens de allerzoetste, ailervcr- legenste en meest temperamentlooze jonge lui de gelegenheid to geven een Aca-de- mischen graad te behalen, had niet beter kunnen do-en. De overgang zou enorm, groot zijn, als zij alleen op studiegebied bestond, als uren ineens den schooljongen zeide: Ziezoo, nu bergt gij alle tot nu toe ge loerde vakken weg, nu rijt gij vrij om op school te doien en te laten, wat gij wilt, ocnige controle bestaat er mei meer, gij begint maar oen studie, waarvan gij niet kunt weten or gij' er voor geschikt rijt, of gjj er wat voor voelt en nu maar 'vooruit! Het is waar, niet voor alle vakken is de tegenstelling precies zoo groot, het is ,ook waar, dat in. enkele kleine gevallen meer controle is, doch de regel is de bovenstaande. Wij hcrhaleti: alleen deze overgang zou al enorm' zijn. Doch nu heeft men er nog een - tweede, socialo bij ge maakt, die nóg grooter is: het overal ge controleerde, onder toezicht staande kind, laat men ineens in een andere stad los, als menscih in de mest ongebpnden vrijheid, zonder de beperkingen, die „de koude maat schappij" in allerlei vorm aan haar leden oplegt en zonder het houvast, dat een vaste betrekking, een vaste lijn of methode van studie geven. Dat er nog zooveel jougtJöui die vuur proef doorstaan en met voldoende heelheid van lichaam en geest door die beproeving heen komen, is eigenlijk een wonder. Ach teraf, dikwijls eerst na langen tijd, merkt men hoe buitengewoon gevaarlijk dat pad was en hoe aan beide zijden diepe afgron den gaapten. Maar achteraf herinnert men zich dan ook, hoe velen die krachtproef niet goed doorstaan hebben, hoe vee! ellende het verdere leven brengt, dat den menschen bespaard had kunnen blijven, indien men daar niet dat p'aedagogische kunststuk op den weg van de academische opleiding had gesteld. i Het is niet moeilijk min of meer aan te toonen hoe groot de krachtproef is, waaraan „Hoho, Vogt. Nu kleineer je mij schan delijk I Meisjes vladderen als vliegen om het licht; in...de zen tijd om den kranig - sten luitenant 1" „Eu dat ben jij zeker?" „Natuurlijk! En als je het niet gelooft, wil ik een weddenschap met je aangaan: Ik venved, dat in de eerste drie inkwaï- tieringen, de duchter des huizes mij zal omhelzen!" „Ja, ja, goed, goed, dat neem ik aan!" riep de dikke Vogt uit. „Hé daar, geef mij het hoek, dadelijk zullen wij de wed dingschap erin zetten In de drie eerste inkwartieringendoch ter des huizes... Prachtig! En om vijf flesschen champagne, niet waar?" „Tien!" braveerde de jonge baron Falke- stein „en 'jij zelf zult de scheids rechter 'rijn. Daar wij beiden van hetzelfde esca- dron en steeds op dezelfde plaats bij elkaar zijn, bezorgt het jo niet den minsten last om mrj'n over-winning te constateeren 1" De weddingschap veroorzaakte luidruch tige viool ijkheid onder de heeren; men voel de zich gedrongen nog een nieuwen bowl le hestellen en eerst laat in den nacht scheidde men. Den volgenden middag was het Uhlanen- eseadron in het dorpje Grünfelde ingekwar tierd. De ritmeester werd bif den dominé ontvangen, de beide luitenants, Vogt en Falkestein, waren even buiten het dorp bij den houtvester gehuisvest; daar kwa men tegen den middag op het koffieuur ook nog een paar officieren binnenvallen, i wier speurneuzen ai ras ontdekt hadden, dat de „Oberförster" vader van drie aller liefste meisjes was, tusschen zestiéii en men de menschen op deze wijze onder- Werpt. Men ga daartoe eens na hoe de damesstudenten den schok door-staan. En nu verlieze men vooral niet uit het oog, dal die voor deze dames op veel gebied niet zoo erg is als voor de mannen, ai dadelijk Omdat de vrijheid, welke deze dames genieten, lang niet zoo gr-oot en zoo ongebonden is als die van de mannen. Daarbij kamt, dat de atkoholdrinkgewoonten ten onzent onder de dames veel minder voorkomen dan onder de mannen, terwijl oren van de sludeerende dames mag aan nemen, dat er ton haren opzichte een selectie heeft gewerkt, die oorzaak is, dat de individu over het geheel en relatief ge sproken ou dif p shied van meer beleekenis is da. mannelijke individu. Weii !men ga eens na hoe over het geheel de gezondheidstoestand dezer daines is, hoe zij zich hij dien geweldigen overgang gel:ouden hebben, hoe hun veer kracht tegenover het Werk en de eischen der samenleving gewonden is. Men zal dan, dunkt ons, tot de conclusie moeten ko toen, dat als in deze gunstige gevallen die overgang veelal niet zonder schade is doorgetoaakt, hij in de andere gevallen, waar de jeans op nadeel zoo enorm veel grooter is, ook inderdaad veel meer en verder strekkend nadeel moet hebben ge bracht. Wij rien "dus dat de overgang van de voorbereidende opleiding tot de Hooge- school in elk opzicht te groot was en dat wilde men een beter ineengescbakelde opvoeding krijgen vóór alles aan de verbetering van dien overgang gewerkt moest Worden Nu is hel ook in dezen veel gemakke lijker critiek te leveren dan aan te wijzen hoe de zaak geregeld moet warden om een geleidelijken overgang te ven-krijgen. Vooral omdat men voorzichtig moet zijn hteir niet te ver te gaan. Immers ei is zeker vee! juistheid in de gedachte - was zij niet van Topffer, den schrijver der bekende Nouvelles. genevpises? dat in een goed ingerichte opvoeding ook een jaar lummelen hoort. De gedachte, dat men na do volstopping dei- voorbereidende opleiding eens een jaar- moet uitblazen, digereeren, menscli worden, alvorens le beginnen aan de hoogere studie, is zeker meer dan een paradox. En men moet niet uit het oog verliezen, dat het eerste stu dentenjaar voor niet weinigen in deze al dus gevoelde behoefte voorziet Doch zelfs als deze „gesloten jachttijd" in de opvoeding behouden moet blijven, dan zouden wij nog meenen, dat het niet verstandig is dien te stellen in den tijd van ©cn zoo krassen overgang. Wat schijnt ons in dien overgang vooral kras? Dat hij zoo op elk gebied werkt, dat hij precies even groot is op schoot- als op wat wij nu maar eens sotiaat gebied zullen noemen. De ongebonden vrij heid komt op beide terreinen op één mo ment. In plaats dat men aan zijn werk twintig jaar oud. Deze drie snoezorige kin deren waren echter zoo schuw als jonge reetjes; eerst tegen den avond, toen zij over tuigd waren, dal de heeren 'Uhlancn wer kelijk geen menscheneters waren, werden zij wat losser. De luitenant Falkestein liet ijlings drie trompetters komen, en met be hulp van een geleende viool, en een ©enigs zins twijfelachtig zuivere piano, werd er toch dansmuziek gemaakt; de meisjes ont- I«opten zich nis echte viouwtjes. 'Met wa ren hartstocht dansten ze over de graszoden, totdat de zon geheel achter cle hoornen was verdwenen. „Drommels, ik ben wel tien pond lichter geworden," hijgde de dikke Vogt, die 'ontel bare malen had rondgedraaid„nu wat anders, menschen! iets, waar men bij kan stilzitten." „Goed!" zei Falkestein, „ik stel voor: pandverbeuren De meisjes grinnikten, de „cinjahriger" riepen: „prachtig, prachtig!" en de oude houtvester pafte dikke rookwolken uit zijn langen pijp en glimlachte tevreden. Hel spel duurde een boelen tijd, daarna begon het inlossen der panden. Ieder pandinbren- ger werd een grappige straf opgelegd: de dikke Vogt werd bevolen een Indiaansehen krijgsdans uit te voeren, een der anderen moest een gedicht voordragen, eindelijk kwa men de meisjes aan de beurt. „Lieve dames," sprak de jonge Falke stein, „een oud gebruik wil, dat liet schoon© geslacld zijn panden naar een vast slaanden regel inlost lk beroep mij op uw gewaar- deerden vader spreek ik geen waarheid, meneer de houtvester?" „Natuurlijk! Meisjes" lachte de hout vester „luistert eens eren naar mij -o- een houvast beeft, als al dia nieuwe sociale Verhoudingen over u komen, laat hel ge wone werk u juist op dat moment ook in den steek. En in plaats, dat men bij de algemeene verandering van werken eonii- nuïteit vindt, in het diigelijksch leven, is ook daar ineens de baud met het velleden verbroken en werkt daar du» alk-s ook tegenhoudend op uw werkneigingen. xVchf men het dus niet gewen-cht om in den verkovergang eenitie vei ande. mg te brengen en acht uien liet eu-mnm goed, dat er eenige veraiwleiing komt in de te genstelling student-gymnasium teerling, dan kan men toch nog jmid on» eens zijn, dal het niet goed is beuk* ve ram kerin gen ine<*n» te doen ondergaan. Men kan dus den overgang van schontetudie tot vrije studie al op hel -gymnasium doen plaats hebben en men kan evenzeer dien over- overgung verschuiven tot- na het eerste jaar verblijf aan de ïtemgeschool. Theoretisch is het natuurlijk ook moge lijk de verandering van jongen tot stu dent nog op liet gymnasium te doen plaats hebben of die uit te stellen tot dat een jaar de universiteit bezocht is, doch aan de mogelijkheid van deze hervormingen gelooven wij minder dan aan die der eerst genoemde wijzigingen. Nu -hebben wij niet de pretensie een oplossing te geven of een definitief ant woord op de vraag, of op gymnasium dan wel aan de Hoogfeschool gelegenheid moet worden gegeven voor dien overgang, rite] echter, dat dit moest geschieden aan de Hoogeschool, wat ons, oppervlakkig, de beste oplossing zou toeschijnen dan is het niet moeilijk rich hot gi-oote belang van een dergelijke hervorming voor te stel len cn tevens te begrijpen hoeveel geleidlij- krr tie overgang zou zijn. De zaak zou dus zoo moeten worden ingericht, dat de eerstejaarsstudenten nog gewoonweg wettelijk verplicht waren ze- kor© colleges te volgen en dat op'die colle ges niet al tem zou Worden „voorgelezen" doch ook gevraagd en werk opgegeven. Dit zou veel voor hebben. Professoren en stiutenteu zouden elkaar toeren kennen, de studenten zouden in het nieuwe vak cenig inzicht en een methode vuu studie krijgen ou de jongelui zouden in de groo ter© schoolgobondenheid een middel lieh- ben om te midden van de nieuwe maat schappij ten minste ©enig houvast te krij ,gen. iltaii men tien dus zoo voorzichtig, gewend -aan de vrijheid van liet studenten leven, dan zou men een tweeden stap kunnonn doen en 'ben vervolgens wennen aan de vrijheid van studie. Dj© vrijheid zal nu niet meer het gevaarvolle hebben van de vrijheid van tegen worm lie, Want in de studentonmauLscbappij zou de jonge man nu thuis zijn, hij zou dus niet heek- maal zonder stuur in liet nieuwe vaar water komen. Bovendien had men hem ge dwongen rijn eigen vak to toeren kennen, had bij dus gelegenheid gekregen daarvoor belangstelling op te vatten of uit te ma ken, dat liet bewuste vak geenerlei aan trekkelijkheid voor Item had. Hij beeft nu de methode van werken gekregen en het kus in eeren, kan niemand deren, dus De meisjes protesteerden heftig, pi oesten van 't lachen en wilden zich achter de struiken verbergen, maar Falkestein was haar te vlug af; (oen de oudste zich ge vangen zag, gaf zij zich over en schikte zich in 't onvermijdelijke. „Dat was de eerste," zeide de jonge ba ron 's avonds togen zijn kameraad, toen zij zich ter ruste begaven, „mgigen zullen wij verder zien." „Dit gevalletje was eigenlijk ook veel te gemakkei ijle," bromde de dikke Vogt, „enfin de beide volgende kau-u-u moeten nog afgewacht worden, ik ben jiog niet zoo zeker van uw succes." Het scheen wel alsof zijn laatst© woorden bewaarheid zouden worden. Het volgende kwardier, dat betrokken moe»t worden, lag in een armzalig doip, geen k'-ik, noch notabel bestond daar. De huisvesting, welke de officieren zich zagen toebedeeld, was allerellendigst in de meer dan armoedige boereschuren. Zij verzorgden zelven hun inwendigen menseh door het gebruik van meegenomen „busjes en conserven". Maat de manschappen voelden zich buitengewoon op dreef en de oppasser van meneer Falke stein, Peter, vertoonde een blijden, hrev- dc n lach op zijn goedige boeresnuit. Hij voelde zich hier thuis in zijn eigen omge ving, en met de beide dochters van den boer, die hij behulpzaam was bij hel sa menbinden der schoven, maakte hij heel wat grapjes- Vooral Meintje, de oudste, vond hij een bijzonder lief dier, hoewel Katrijn- tje, de jongste, feitelijk de mooiste was. Zij zag er dan ook bekoorlijk uit met heur blonde haar invlechten om 'thoofd. Zij was, het, die laat ia den avond in 't vertrek trad, algemeene inricht, liet goede begrip van de grondbeginselen, dat hem in simt!, stelt in vrije studie zich verder te ontwikkelen, hij kam dus vu©! gemakkelijker )t vrije studie komen dan (lie collega van thans, die óf geen college heeft geloopen, óf (lat alleen voot de leus heeft gedaan en nu een geweldige stof voor zich riet, w©lk« hij met het oog op een of ander examen verwerken moet. Het is waar, op deze wijze zitten wit ©enigszins met don gesloten jachttijd van Topffer, waarvoor wij veel gevoelen. Maar toch niet zóóveel, of wij doen die gaarne cadeau voor de zekerheid van op deze wijze meer geleidelijkheid in de ontwikke ling te krijgen en niet zoo de kans te loopen, dat wij vete goede elementen óf heelemaal rien mis-hikken, óf veel schade rien krijgen. -Nu moeten wij nog eens herhalen, dat wij het niet willen voorstellen als ware deze methode de eenig denkbare. Integen deel, wij weten, dat er nog heel wat meer zijn. En met name moeten wij er nog de aandacht op vestigen, dat het natuurlijk ook mogelijk is over liet geheet de tegen stelling te verminderen, zoowel op studie als op sociaal gebied. Wij hebben in dit verhand maar te herinneren aan enkele hoagescholen in het buitenland, waar de kostschoolgedachte in zeer verzachten vorm soms in zoo verzachten vorm, dat men van eenig toezicht niets meer merkt is toegepast. Het is dan ook ons doel niet een op lossing van deze moeilijke kwestie te ge ren. 'Wij rijn al heel tevreden als wij maar aannemelijk hebben gemaakt, dat er oen heel moeilijke kwestie op dit punt bestaat, die dooi' de hervormei» der uni versitair© opleiding wel wat veel uit het o,o,g wordt verloren. ALLERLEI. DE riPOXS, Nauwelijks heeft baby bel levenslicht aan schouwd of |liij maakt kennis met. de spons, en begint het kind zich in de schrijfkunst te oefenen, clan heeft hot de spons noodig um de verongelukte lia.nepouf.on en streep jes van do lei uit te wisschen. Voor hot had is vie spon» voor grooien en kleinen onwil heerlijk, en welke huismoeder kan zich haai vensters en deuren blinkend denken,- zonder behulp van de spon»? Alen kan bijna zeggen, dat er in elk huisgezin één of meer sponsen aanwezig zijn, et! trii kennen weinigen de herkomst van al die sponsen cn sponsjes, hoewel de sponsenhamlel is-n zaak vau belang is en duizenden ©en beslaan geeft. Jaarlijks worden er groote hoeveelheden, over geheel Europa verzonden, en als men bedenkt dat alleen in de haven van Triest leeds voor twee millioen Alark worden in gevoerd, kan toen zich een klein denk beeld vormen van de massa, welke voor allerlei doeleinden gebruikt wordt! waar Vogt en Falkestein stil een sigaartje, bij donker zaten te blazen, want, de luxe,' van een lamp bestemd in dit huis niet. Zij kwam binnen om de bedden der heeren, in orde te brengen cn water bij te vullen. Zij keek eerst even niet haar kopje om den hoek van (le deur en riep: „Hen jij hier binnen, Peter? Waar zijn de officieren?" „In 't koffiehuis 1" riep1 Falkestein, „kom maar binnen, kindje, ik ben hier even alleen. Maart wat krijg ik voor mijn wer ken op 't land?" w „Praat geen nonsens, Petertje, denk er om, moeder kan elk oogenblik binnenko men," antwoordde zij, maar haai- tegenweer klonk flauwtjes, zoodat Falkestein wel an ders begreep... „Eén kusje, Kalrijntje, dan is al het werk niet voor niets geweest 1" „Nu gauw dan maar, zoo voor uit Peter..." Een opklaterende lach uit één der hoe ken, van den onzichtbaren Vogt, vertelde duidelijk, dat hij begreep punt twee van ilo weddingschap -ook verloren te hebben. Kalrijntje was verschrikt weggerend. ,.Xu, je boft kolossaal," zeide de dikke Vngl proestende van den lach; „eigenlijk mag een dergelijk verraad niet mee-gelden, maar ik zal het er doorlaten mdt het oog op den dag van morgen. Morgen zullen wij ingekwartierd zijn ten huize van graaf van Dou-bitz; mocht deze toevallig een doch ter bezitten, dan beu je er hij, want, niet waar, gravinnetjes laten zich maar niet zóó omhelzen 1" Falkestein grinnikte geheimzinnig, over moedig,*«.—-«-■ - Heerlijke zonneschijn bescheen de vroo- SCH EDAMSCHE COURAiRÏ

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 9