ALLERLEI.
ONTSTEMMINGEN.
Ongetwijfeld zullen er -weinigen onder
.ons zijn, ibe zich zelf of anderen nie! de
gevolgen van siwhtgehumeimlheid deden
gevoelen. Zij gaan schijnbaar onopgemerkt
iangs ons heen en toch. kan de gemorib
toestand, ontstemming genoemd, dikwijls
zeer treurige gevolgen na zich sloepen. Ont-
stemdheid werkt onaangenamer en druk
kender op het gemoed dan werkelijke smart;
een groote smart verheft de ziel, onfstemd-
heid daarentegen dmkt haar neer en om
sluiert een vrijen blik met schaduwbeelden,
die ons de dingen niet ln-hfer meer doen
zien. Ontstemming wekt alle sluimerende
gebreken op, en een ontstemd mensch shut
zich boos in zich zelf op, of kwelt zijn
familie en vrienden met driftige uitvallen,
die geen andere reden hebben dan die,
dat het hen niet in de wereld gaat, zooals
zij dat precies zouden w enschen.
VTaardoor geraakt meri ontstemdEen
spebl, die onbeduidend krast oen band
of knoop, die juist van ons goed gaat als
wij klaar staan om uit te. gaan, een
niet vervulde wensch een ijdele hoop,
kortom, kleinigheden zijn dikwijls oorzaken
vair groote gevolgen. Hoe ongeloofelijk het
ook lijkt, is het toch een feit, dat juist
liet sterke geslacht het spoedigst door klei
nigheden ontstemd geraakt De hoeren der
schepping treft men meer in verdrietig.'
mopperig humeur aan om kleinigheden dan
de vrouwen.
Gekscherend lacht men over de ontstem
ming als zij voorbij is. In plaats echter van
er om te lachen, moet men ernstig strij
den tegen zulk een gemoedstoestand, want
als men zich eenmaal slechtgehumeurdheid
aanwent, keeren die buien van lieverlede
onophoudelijk weer.
Is er wel iets onaangenamer in een gezin,
dan wanneer één der leden altijd slecht
gehumeurd is en de anderen zich altijd
moeten afvragen of zij toch niets gezegd of
gedaan hebben, wat die ontstemming kan
hebben opgewekt? Eén enkele dag ver
vreemdt de menschen dan nog meer van
elkaar, dan een afwezigheid van jaren.
Gelukkig zijn er ook menschen, die zich
niet zoo spoedig laten ontstemmen, vroo-
Jijke. blijde naturen: zij letten niet op
kleine onaangenaamheden en zotten er zich
spoediger overheen. Dikwijls worüen deze
lichtzinnig genoemd! Waarom? Onulat zij
zich in elke omstandigheid weten te schik
ken? Wat doet men hen een onrecht! Wij
achten hen gelukkig, want zij genieten lie
fer en meer van het schoono, dat hot leven
biedt
DE VROUW ALS KOSTWINSTER IN
DE MIDDELEEUWEN.
De vrouw, die haar eigen kost verdient,
on soms nog dien van haai- gezin, is
geen product, van onzen tijd. Ze waren
in vroegere eeuwen, als ze voor haar zelve
te zorgen hadden, niet uitsluitend aange
wezen op de begijnhoven en couventjes
waar het evenwel nog zoo slecht niet was
maar konden haar krachten en talenten
beproeven in den handel en in vele andere
beroepen buitendien.
Zoo was het in de laatste tijden dei-
middeleeuwen in Duitschland vooral de
weefnijverheid, die aan de wouw een be
staan verzekerde, evengoed als aan deit
man. In de veertiende en vijftiende eeuw-
wijdde zich dan ook het overschot van
minvermogende, ongehuwde wouwen en
weduwen, die door beroerten en tijdsom
standigheden bjjzonder groot was, aan het
handwerk. In de stad Kealen bestonden
toen drie gilden, die bijna uitsluitend wou
wen tot leden hadden, n.l. de garaimaak-
van zijn vingers, de sleutel der deur, die
toegang gaf tot zijn succes. Even behoef
de hij de vragenlijst maar door te loopen
en hij kon zich voor den a.s. Woensdag
prepareeren op alle antwoorden. De stu
diebeurs behoorde hem, indien hij maar
wilde toegrijpen
Hij dacht aan de eer, de glorie, alles
wat van hem zou zijn, als hij dat lioek
slechts even terzijde schoof en het pa
pier inkeek
Hij dacht aan zijn naam op de marnieren
plaat in de groote hal, die de namen droeg
der winnaars in de verschillende jaren
zijn naani zag hij er onder. Met die, welke
vóór hem waren, met die, welke na hem
kwamen, zijn naam zou daar voor altijd
gegrift staan. Zijn hand schoof dichter naar
het papier heen, dichter, al dichter, toi
dat hij het beroerde
Hij dacht aan zijn moeder, haar trots,
haar vreugde, als hij haar telegrafeerde dat
haar jongenjé, watEen gemeene,
eerlooze vuile daad had begaan Neen,-
pooit.. Nooit! Hij kromp inéén; zijn hand
gleed van het zware boek terug.
Maar de toekomst aiies hing aï van
zijn succes niet alléén zijn eigen toe
komst, maar die van zijn moeder, van zijn
jongere broertjes en zusjes. Hij was de
hoop van hen allen tezamen! Wat zou er
van hen worden, en van hem, indien hij
'zich niet een positie schiep? En wat een
mooie positie kon hij zich veroveren, in
dien... Nu lag zijn hand zwaar op het
dikke boek'. De beurs had voor hem reel
meer waarde dan voor iemand anders; zij
had oneindig meer b'eteekenis voor hem
dan voor wien ook onder de rijke jon
gelui, die zijn. mededingers waren. Hij had
het in zijn hand. Hij mocht het niet la
ten glippen.;. r.- x f
sters, de goeds pintere, en de zijdeweefsters
of -maaksters.
Deze wouwen hadden een leertijd door
gemaakt en een proefstuk geleverd even
als de mannen. Zoo had de garenmaakster
een leertijd van vier jaar, gedurende weiken
iijrl ze maar twee meesteressen hebben
mocht. Als ze dezen leertijd had dooi-ge
maakt, onderging ze voor de gibtomees-
teressen een examen, waarvan ze. indien,
haar proefstuk goed uitviel, na de betaling
vat) 2 goud-guldens verlof kreeg om een
werkplaats op te richten of een garenwin
kel te openen.
Nu was ze zelfstandige nvesleres-garen-
maakster, die de bescherming en de voor
rechten van het gilde genoot, maar nok
de bepalingen van het gilde nakomen moest.
Zoo werd haar voorgéschreven, dat ze hoog
stens drie gezellinnen mocht houden in
baar bedrijf en niet meer dan één verkoop
ster in haar w inkel. De goudspinsters vorm
den één gilde mei de goudslagers. Het kwam
vee! voor dat beide beroepen in één gezin
weiden uitgeoefend, dat de wouw het goud
spon, dat door den man geslagen werd, of
iieter, dat, de vrouw met haar gezellinnen,
verwerkten, w at de man met zijn gezel
len bewerkten.
Naast zijdespinsters had men zijdeweef-
sters of zijde maak stem, welk laatste niet
zoo'n onaanzienlijk beroep wa«; dit lm-,
wijst het feit, dat er zijdemaaksters wa
ren, die jaarlijks voor zeven tot negen dui
zend gulden ruwe zijde inkochten en te
spinnen gaven aan de zijde spinsters.
Behalve in de genoemde beroepen vinden
we vrouwen als deklaken- en bedd<jdeken-
weefsters, linnen- en wollenweefsters, wa
penborduursters; in het ledervak zijn bui
del- en gondelmaaksters; in de metaalbe
werking doen ze mee aan de goudsmeekunst
en aan het vervaardigen van spelden 011
naalden.
Tot hel uitoefenen van al deze beroepen
was ze gerechtigd als getrouwde en als
ongetrouwde wouw, en werd ze toegelaten
als gildelid. Sommige andere beroepen even
wel mocht ze slechts hebben als weduwe;
deze werden haar nagelaten door haar man,
zooals het schoenmakersvak, het beroep
van kannegieter, koperslager en smid. Som
mige al» weduwe geërfde beroepen mochten
evenwel slechts uitgeoefend worden tot een
nieuw huwelijk werd aangegaan. Het waren
alleen de harnasmakers, die van wouwen-
werk niet wilden weten.
Kortom, zelfs in de middeleeuwen had
de wouw bijna evenveel gelegenheid als
de man om meer of minder rijkelijk haar
brood ie verdienen, al stonden haar niet
afle mannenberoepen,, maar toch vele er van
open; zij had ook een terrein, dat door
den man niet, of bijna niet betreden werd.
Ze had den huisol ijken arbeid, ziekenzorg,
de kantnijverheid en meer anderen. Ja, in
de 15e eeuw waren vrouwelijke artsen geen
zeldzaamheidin Keulen telde inen er ten
dien tijde vijftien, en in 1364 hoort men
al van wouwen, die het geven van onder
wijs den mannen uit de hand hadden geno
men. Frankfort aan de Main had toen zijn
„Lize" Tlie de kinderen leerde.
Behalve deze als womvelijk erkende be
roepen, had men vele, waaraan de nood
bet aanzijn had gegeven; men vond er toen
evenmin als nu iets aan, dat de wouw-
bij overlijden van den man diens werk
tuigen hanteerde, om voor haar en haar
kinderen het brood te verdienen.
EEN NIEUWE PAPIERSOORT.
In Japan wordt op het oogenblik een
allermerkwaardigste papiersoor vervaar
digd, die niet alleen de eigenschappen van
het beste perkament bezit, maar dat bo
vendien met leer en vooral met jute kan
wedijveren. Het is lichtgeel en kan gevou-
Wie zal zeggen, dat het geen engel was,
die zijn gedachten-gang wendde? die zijn
bijna zondige hand bezwoer, die hem een
altaar voortooverde uit zijn prille jeugd,
zijn jongenstijd ze]ft, waarvoor bij zoo on
eindig vaak had gebeden voor zijn moe-
der's knieën? Hoe vaak had hij haar niet
ua-gezegd hel „Onzo Vader": leid! ons niet!
in verzoeking... en verlos orus van den'
booze
Met een kreet, die als wanhopig gebed
aandeed, gleed hij van zijn stoel, op dq
knieën neer. i
„0, leer mij het opnieuw zeggen," fluis
terde hij.
Krachtig-ferm greep zijn hand vanonder
bet zware boek het rel papier. Krachtig-
ferrn was Gordon's hand toen hij, zonder1
een blik, een opkijken, het papier in de
kachel wierp, waar het door vurig» tongen
gegrepen werd.
Zijn gezicht lichtte op, tegelijk met het
vuur in de kachel.
„Gode zij gedankt!" sptrak hij na een
lange pros, „en mijn lieve moeder..."
V
Toen zijn naam boven aan de lijst stond,
toen de jongens hem op bun schouders
ronddroegen, toen alle leeraren hem dë
hand schudden en al de jongelui en om
standers luide hoera's uitstieten, toen zijn-
Lieve moeder zelve ook bij hem was en-
gelukstranen schreide, toen bij ten slotte
toch de studiebeurs had veroverd, toen'
dankte hij, diep in zijn binnenste, opnieuw
Hem, die hem van het kwade had ver
lost; toen kuste hij onzegbaar dankbaar
de blijde trekken zijner lieve moeder.
wen worden zonder te ba raten. Voorts is het
taai en sterk. Aan een strookje dat 2 c.M.
breed is, kan een 100 K.G. hangen. Het weer
heef! er geen invloed op. Het merkwaardige
papier droogt niet uit, wanneer de zon er
op schijnt, verstijft niet, wanneer hot vriest,
eu wordt niet nat, wanneer hel ia den re
gen ligt. Het is luchtdicht en wateidichfi
en wordt daarom aanbevolen als pakpapier.
Volgens de firma's, die het papier fabricee-
ren, Ls de tijd niet ver meer, dat aardappe
len zullen worden vei-zouden in papieren
zakken, dat de melkboer aan zijn juk pa
pieren emmers zal dragen en dat de hui
zen papieren daken zullen hebben.
EEN MUSEUM VAN LEVENDE
BOOMEN.
De Amerikaanse lie voreoniging tot be
houd van natuurmonumenten heeft het be
sluit genomen tot stichting van een „mu
seum van levende hoornen". Het geheet
eenige museum van dezen aard wordt ge
vestigd in het Letchworth Park, in den
staat New-York, en bet zal bestaan uit
bosschen, waarin alle boomsoorten der ge-
heele aarde, die van eenig belang zijn,
zullen vertegenwoordigd zijnLetchworth
Park is genoemd naar zijn stichter, die in
1859 dit gebied in eigendom verkreeg en
van stonde aan hef. plan opvatte om op
zijn landgoed een verzameling aan fe leg
gen van allerlei voorwerpen van Indiaan
se he herkomst. Hij bracht er dan ook een
groote collectie samen van houten on me
talen voorwerpen, eens bij de oude rood
huiden in gebruik; hij stichtte gr een con
sultatiebureau voor Indianen en deed in
1910 een prachtig bronzen standbeeld op
richten voor Mary leinison, de blanke
vrouw, die haar geheele leven te midden
der Indianen heeft doorgebracht, ten einde
dezen te bestudeeren.
Enkele jaren geleden overleed Letch
worth, zijn gansche bezit aan den staat
vermakend, onder voorwaarde, dat het voor
het publiek gratis toegankelijk zou blijven.
Het legaat is aanvaard ei. ;nen meende
Letchrvorth's nagedachtenis niet beter te
kunnen eeren dan door de (stichting van
een museum, dat èn door zijn omvang èn
dor zijn veeisoortigen plantenrijkdom een
door zijn veeisoortigen plantenrijkdom een
die men ergens ter aaide zich denken kan.
NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR,
Een paar wielen van een locomotief kan
gemiddeld 66.773 mijlen afleggen, vóór het
versleten is.
Te Odessa verscheen een courant voor de
42ste maal- onder redactie van den elfden
redacteur. Al zijn tien voorgangers gaten
in de gevangenis.
Zes en dertig jonge en aardige meisjes
hebben zich gevormd tot een club, waar
van een der voorschriften luidt, dat kussen
alleen maar toegestaan wordt van jongens,
die hun meisjes minstens 12 maal mee
uitgenomen hebben.
Terwijl een vrouw in Noorwegen bezig
was een bokking schoon te maken, vond
zij een glinsterend voorwerp ter grootte
van een erwt Overtuigd dat het een juweel
was, bracht zij het ter onderzoek naar
een juwelier, die zei dat het een prachtige
diamant was. "Waarschijnlijk had hij eens
in een ring gezeten.
De eei"ste schepen ter haringvangst gin
gen uit van" den Briel in het jaar 1164
en het werd spoedig een bron van onge
kende welvaart voor ons land. Zij bereikte
haar grootsten' bloei in de 17de eeuw, toen
ieder jaar 10(10 a 1500 buizen uitvoeren.
Wanneer een bankbiljet aan de bank
van Engeland terugkomt, wordt het nooit
meer opnieuw in omloop gebracht. Het
wordt, onbruikbaar gemaakt, door de hand-
teekening van den chef-boekhouder er af
te scheuren.
De eerete tabaksdoozen werden hier te
lande in de eerste helft der 17de eeuw
gebruikt. Jacob Cats bezong ze in zijn ge
dichten. Er waren twee soorten: met de
hand gegraveerde en geslagen doozen. De
eerste zijn vaak het werk van kunstenaars.
De weduwe Amanda Woomer, die on
langs in Pennsylvanië overleed, liet een
vreemd testament na. Zij bepaalde namelijk,
dat het lijk van haar man door een etee-
nen muur van het hare gescheiden moest
worden. Om zekerheid te hebben, dat haar
wil uitgevoerd zou worden, Het zij een
jaar geleden een muur bouwen. Wreedo
behandeling bij haar leven schijnt 'de aan
leiding te zijn voer deze vreemde bepa
ling.
Het voetbal-team te South Molton heeft'
vanaf het jaar 1904 geen enkelen match
vroren. i
'ANECDOTES.
„Vertel me eens, Marie, hoe maakte je
toch kennis met je tweeden man?"
„0, dat ging op zeer romantische wijze.
Ik wandelde met mijn eersten echtgenoot,
toen mijn tweede in een auto aankwam
en mijn eerste overreed. Dat was het begin
van onze vriendschap."-
„Wat ga je doen met dien afschuwe
lijke n hond?"
5,1k ga hem naar de hondeötentoonstelling
brengen!"
„Maar da! ieelijke heesf krijgt toch nooit
een prijs?"
„Ik heb idee dat ze mij een spedalen
prijs zullen geven voor het soort van hond,
dat eigenlijk geen hond moest zijn."
Eigenaar van renpaard (nauwkeurig naai
de weegschaal kijkend): „Willem, je bent
een tikje te zwaar! Kun je je niet iets
lichter maken?"
Willem (jockey): „Ik deed mijn lichtste
pak aan, mijnheer: heb vandaag nog niets
gegeten, en heb juist mijn nagels geknipt."
Eigenaar: „Laat je dan nu nog scheren."
Bij een gezelschap heeren, dat op de
soos om de stamtafel zat, liep het gesprek
over de vraag, of een harde of een zachte
substantie liet langer uit zou houden. Het
debat werd gedurende eenigen tijd voortga
zet, tot een der heeren opstond en zei
„Ik kan u gemakkelijk bewijzen, dat het
de zachte is, want toen mijn vrouw en
ik trouwden, had zij znik een goed stel
tanden, als een vrouw slechts hebben kan;
nu heeft zij ze niet meer. maar haar toog
is zoo goed als ooit."
Toen de kleine Marie op haars vadem
knie kloin, was het aan haar gezichtje te
zien, dat ze iets heel ernstigs te vragen had.
Nauwelijks was zij dan ook gezeten of
zij vroeg:
„Papa, was het een heele verstandige
man, die zei: „De goeden sterven jong?"
„Ja," antwoordde de vader, „ik veron
derstel dat hij heel verstandig moet zijn
geweest."
„Nadat het kind eenigen tijd over het
antwoord nagedacht had, sprak ze: „Wat
u aangaat, verwondert het me niet zoo
erg maar ik begrijp niet, hoe moeder
het aangelegd heeft, om zoo oud te wor
den." i
„Vader, noemen mannen zich geon vrij
gezellen, vóór ze getrouwd zijn?"
„Ja, jongen."
„En hoe noemen ze zich na dien tijd,
vader?"
„Stil, dat hoeven kleine jongens niet te
weten."
„Op de receptie na het huwelijk vroeg
de jonge man„Was het niet vervelend,
dat dat kind gedurende de heele plechtig
heid zoo schreeuwde?"
,,'t Was eenvoudig afschuwelijk," ant
woordde het aardige bruidsmeisje, „en als
ik ga trouwen, zal ik in één hoek van de
kaarten laten drukken: „Er worden geen,
kinderen verwacht."
„Mijnheer, ik weet dat mijn zoon wat
langzaam is, maai- gedurende de twee jaar,
dat u hem nu op school hebt, zal hij
zich toch wel in de een of andere richting
onderscheiden hebben. Welk beroep denkt
u, dat hij met het oog op zijn kundig
heden zal kunnen uitoefenen?"
Onderwijzer: „Ik geloof mijnheer, dat hij
uitstekend geschikt is om films to maken
van een gletscher."
V0ÓR DAMES.
I1ET REINIGEN VAN HEERENlKLEECING.
Iedere vrouw zal er in zekere male trótsch
op gaan, wanneer op het goed van manlief
en zonen geen vlekken zijn; want bevlekte
en vuile heerenkleederen zijn geen-aange
naam gezicht. Men zie geregeld die kleeding-
stukken na, niet alleen of er ook vlekken
in zijn, maar ook okf er iets aan te naaien
of te verstellen valt. Hoe dikwijls valt cr
niet een knoop aan te naaien, een tarntje loc
te naaien, een stukje in te zetten, voering
en zakken te verstellen.
Natuurlijk moet men de kleedingstukken
eerst goed uitslaan en zoowel van binnen
als van buiten uitschuieren. Vlekken ver
wijdert men met benzine, nog beter helpt
lysol, die men met water verdunt; ook de
velschillende vlekkenstiften, die in den
handel zijn, doen goede diensten.
In een schotel of kom met koud water,
waarin men geest van salmoniak vermengd
heeft (op 2 deel en salmoniak, 1 deel water)
doopt men een borstel en bestrijkt daarmede
het geheele kleedingstuk, dat men op een
houten tafel legt. Het is niet noodig, dat de
borstel erg na tis; men zorge er slechts
voor, dat men geen enkele plek over
slaat en steeds met den draad mede borstelt.
Na 30 of 40 minuten kan men reeds met
het opstrijken beginnen. Men strijkt slechts
op een natte onderlaag om te voorkomen,
dat de stof gaat glimmen. Bij het strijken
of persen van den pantalon lette men vooral
op het bolstaan, .of het uitgerekte der knie.
Ten slotte legt men de plooi of vouw.
Men kan de pakken ook door den kleermaker
laten oppersen. Is een pok echter werkelijk
vuil, dan reinigt men het 't beste in
Quillajarinde,ook Panamarinde genaamd, in
drogisterijen verkrijgbaar. Een hoeveelheid
van 250 gram js voldoende voor het schoon
maken van een heerenpak. Men kookt de
Quillayaxinde in een groolen pot vol water af
en laat dit broeisel tot den volgenden dag
staan. Nu doet men het door een zeef en
vermengt de helft met zooveel water, dat
het pak er in kan weeken; den volgenden
dag worden do kleedingstukken er in ge~
wasschenvervolgens mengt men de andere
helft opnieuw; met schoon water en wascht
ook daar nog eens het pak in uit. Enkele
vlekken verwijdert men ook wel door enkel
wrijven en borstelen. Zijn de kleedingstuk
ken nu goed schoor), ook voering en zakken,'
dan spoelt mëa ze zoo dikwijls ,uit, 'tot
liet water er schoon afloopt en uitdruipt.
Hel is aanbevelenswaardig in bet laatste
spoelwater een kopje azijn en een hand
vol zout te doen, hetgeen de frisehheid
en helderheid der stof verhoogt. Meri ge-
bruike zooveel mogelijk groote, ruime
waschtobben en veel water en wringe niet.
Be kleedingstukken moeten over een stok
of lat gehangen worden en uitdruipen. Voor
het strijken van een uifgewasschen pak,
neemt met een zwaar ijzer. Voor rok- en
vestvoeririg mag het slechts matig heel xjjn,
omdat do voering licht schroeit. Pantalon
en vest zijn gemakkelijk zelf te strijken,
den rok laat men liever door den kleer
maker behandelen. Panamarinde lost alle
teer- ori vetvlekken op, doch is niet ge
schikt voor het reinigen van zeer lichte
pakken, daar ze >-cn roodachtige tint heeft.
DE GOED GEKLEEDE VROUW.
Mrs. Berkeley Lave spreekt over de ultij>1
belangrijke vraag der goed gekleede vrouw.
Zij zegt: „Iedere vrouw heeft het natuur
lijk verlangen goed gekleed te zijn. Toiletten
spreken voor zichzelf; men kan er dikwijls
de jiersoon, die ze draagt, uit kennen.
Naast de aesthetische waarde, hebben zr
nog zoovep] symbolicke beteekenis. Goed
gekleed zijn wil tevens zeggen een liefde-
vollen echtgenoot hebben, opgang maken en
geld bezitten, verstandig zijn, vrouwelijke
bekoorlijkheid en gratie en vrouwelijk talent
aan den dag leggen, smaak hebben, en nog
zooveel meer, wat zich in plompe, al te
duidelijke woorden nauwelijks of liever niet
laat uitdrukken. Slecht gekleed zijn is het
ken toeken, van slordigheid, on verschil lig-
ligheid, smakeloosheid of ongunstige finan
cieels omstandigheden; in ieder geval iets,
wat geen navolging verdient.
Goed gekleed zijn bestaat over het alge
meen niet in het bezit van een groot aan
tal kostbare toiletten. Goed gekleed gaan
wil in de eerste plaats zeggen passend ge
kleed gaan; datgene te dragen, wat bij de
omgeving en bij de maatschappelijke positie,
die men inneemt, past. Een vrouw, die geen
automobiel rijdt, zou zeer dwaas zijn, wan
neer zij zich een motor-mantel aanschrafte;
een vrouw, die zich slechts in intiemen
familiekring beweegt, beeft geen kostbare
avondtoiletten noodig. Doch de vrouw, wier
positie meebrengt, soirees te bezoeken^
moet zich overeenkomstig kleeden en haar
eigen smaak en haar vrouwelijk vernuft zul
len haar zeggen, wat zij dragen moet, zon
der de grenzen te overschrijden,'die haar
middelen haar voorschrijven.
Merkwaardig is het, dat vele vrouwen
in kostuums en daagsche toiletten steeds
het juiste weten to kiezen en voor visite-
en gezelschaps- of soiree-toiletten altijd mis
tasten en öf te veel garneeren óf te weinig
elegant zijn. Slechts x-ijpelijk nadenken en
een zekere mate van ondei vinding kan bier
van nut zijn. Wie eens zich bewust ge
weest is, ongepast of smakeloos gekleed te
zijn geweest, zal zich wel wachten voor
een tweede maal. Het leergeld, dat men
daardoor opgedaan heeft, moge onaange
naam en bitter geweest zijn, maar bet is niet
te duur betaald, wanneer men er zijn
voordeel mee doet en er voortdurend nut
uil trekt. i
Ingezonden Mededeelingen.
Het keeren der jaren.
In het leven der vrouw is het keeren der
jaren een 'tijdperk van veel zorg en ziekte.
Het openbaart 'zicli door pijn in den rug,
hoofdpijn, duizeligheid, gevoel van 'slaperig
heid na den maaltijd, opstijgingen van liet
bloed, benauwdheden, een gevoel van
zwaarte in den onderbuik, in het kort door
de verschijnselen, die gepaard gaan aan
een slechte werking der nieren. Want. de on
zuiverheden die vroeger op geregelde tijden
werden verwijderd, blijven voortaan gedeel
telijk in het lichaam achter en 'kunnen
niet worden afgevoerd, wanneer de nie
ren niet. voldoende kracht hebben om het
bloed voortdurend te filtreeren.
Het is daarom, dat het vooral in dit
tijdperk noodzakelijk is Foster's Rugpijn
Nieren Pillen te gebruiken, die de nieren
opwekken en herstellen, en haar geschikt
maken tot haar belangrijke taak, waardoor
de gezondheid van het geheele organisme
verzekerd wordt.
Te Schiedam verkrijgh. bij de hh, Kap-
pelhoff Ilovingh. Toezending geschiedt
franco na ontv. v. postwissel k f 1.75 voor
één, of £10.voor
C <JH zes doozen. Eischt da
echte Foster's Rugpijn
Nieren Pillen, weigert
elke doos, die niet
voorzien is van
nevenstaand haüdels-
merk.
&eni6ugd JSïeuws.
Een medium ontmaskerd
Naar aanleiding van het bericht onder boven-
staanden titel in de „Telegraaf" van. 17 de
zer, bevat het blad thans een viertal ingezon
den stukken over deze aangelegenheid.
In de eerste plaats eon protest van der heer
P. Goedhart, voorzitter der Verceniging voor
Psysisch onderzoek te 's-Gravenhage, onder wier
auspiciën het „ontmaskerde" medium mrs- (en
niet miss) Harrison in Odéon te Amsterdam
was opgetreden.
De heer G. merkt o. a. op, dat de heer
Duymaer v. Twist niet is impressario: „hij is
zooals het bericht zelf vermeldt, secretaris van
onze vereeniging. De toespraak, die uw be
richt vermeldt, wordt altijd gehouden vóór het
begin der zitting, vóór het uitdraaien van het
licht en de mededeeling, dat het aangrjjpetf
der hoorns den dood van het medium ten ge-
vol|« kan hebben, wordt bewezen dopr Jiet
ES