67"* Jaargang. Zaterdag 25 April 1914. No. 14510 Derde Blad De grenzen der wet. Het kleine-statenplan, Gordon Corbett's verzoeking. Deze courant verschijnt da gel ij'ks, mot uitzondering van Zon- En Feestdagen^ Ergs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25, franco per post fl. 1.65. Prp per week: Voor Schiedam en Vlaardingen "lö cent, Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen, 1 Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóér een gai aan het Bureau bezorgd zijn, Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs der Advertentiën"; Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel -mee* 15 oents. Redam.es 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die- rij innemm.: Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden, Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond: verschijnen,- worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. Zien Wjj goed, dan is er tegenwoordig een vrij scherpe tegenstelling tusschen rb- politiek- en staatkundig meergevorderden, aan wie niet behoeft geloerd te wotdon, dat men met de wet maar heel weinig kan verbeteren of tegenhouden en de eenvoud; geren, die in de wet een soort manusje van alles zien, waarmee men kromme vol keren recht, slechte menschen goed en arme menschen welvarend maakt. Bet "Wordt tijd, dat men er zich eens op gaat toeleggen om aan te l.oorien, dat dit onjuist is en dal een wet in de eerste plaats en altijd in zichzelf haar bezwaren draagt, dat men bovendien met wetten ito menschen niet kan veranderen en dat m -n dan nog dikwijls oen heel andere verande ring krijgt dan die men zelf gewild heef:. Het eerste is het moeilijkste aan te too nen. Men begrijpt wel. dat van twee onder wijzers diegene de beste is. die het mum! slaat en voorschriften geeft en het inin-t allerk'i bepalingen uitvaardigt, welke de kinderen in een klasse dwang opleggen Man gevoelt, dat het ojxvocden van kinderen iets anders is dan altijd maar bevelen geven en voorschriften uitvaardigen, die hen in alle levensomstandigheden aanvijzen wat zij te doen hebben. Men gevoelt, dat men moet trachten 'de persoonlijkheid te onl wikkelen, den geest van initiatief en zed standigheid te prikkelen. Men moet den kinderen leeren, dat zij zich hij de beant woording van de vraag wat zij doen of la ten moeten niet in de eerste plaats hebben te laten leiden door de overwoging wat „mag" of „niet mag" maar wèl door de overweging wat behoorlijk js, wat goed te genover andenen en zich zelf. En nu ligt hot voor de hand, dat bij de opvoeding tot goede staatsburgers precies dezelfde waar heden gelden. Doch doordrongen van deze waarheid is de groote meerderheid allerminst. In tegen deel onder den invloed van een zonder linge Pruisische mode is men het hooge standpunt, dat do Nederlander op dit ge bied steeds heeft ingenomen, gaan verla ten, men is do goede Engelsche en Holland sche traditie van opvoeding tol 'zelftucht gaan beschouwen als een uiting van con servatisme en men vindt den mensch, die niet steeds nieuwe wetten en verordeningen vraagt een reactionnaia", een achterlijk man. Do democratie is voor deze naiëven het sys teem van de reglementeerwoede. Het grappige hierbij is, dat de beste en bekwaamste Duitschers zoo lieel goed we ten hoever wij juist op dit gebied den Duitschers vooruit zijn. Zoo kruinen wij b.v. een interessant artikel van den vee] ge noemden en veel verfoeiden dr. Carl Peter- aanhalen, waarin deze kolonisatie-bevorde raar eenigszins moedeloos betoogt, dat de Uit het Engelsch vnn ROBERT OVERTON. De meest gewichtige gebeurtenis van hot gansche jaar voor de jongelui van hel Lyceum was ongetwijfeld liet plaats vin den van "het examen ter verkrijging der studiebeurs, waartoe alléén de jongens der hoogste klasse werden toegelaten. De ver overing der studiebeurs befeekende: den voet in don stijgbeugel, want voor drie jaar wist je je ingeschreven als student. De jongen, "die de beurs veroverde, was dan ook (je held van het jaar. Er waren haast altijd wel een vijftigtal deelnemers, want alléén de mogelijkheid °P ec-n Lans deed vele ouders besluiten, hun jongens dat Lyceum te laten bezoeken. Een der ijverigste blokkers onder de velen was een zekere Gordon Corbefl Slagen heteefcende voor Item alles-winnen; zakken: alles-verliezen. Toen hij op hel Lyceum kwam, stierf zijn vader. Voer zijn moe der-werd hij de hoop der familie, want zij waren arm in vergelijking met dc geldelijke omstandigheden der andere jongens. Gordon was zeventien jaar juist oud genoeg om te beseffen, wat van zijn suc ces zou afhangen 1 Hij spande al zijn krach ten in, zoowel voor zijn naaste familie, als voor zichzelf. Toen het tijdstip naderde, .werd hij op 't cricketveld noch op liet wa ter meer gezien. Alles werd er 'aan gegeven r— alles concentreerde zich op zijn werk. Duitschers toch nooit "als kolonisten zullen kunnen bereiken wat Engelschen en Neder landers kunnen doen. En wel, omdat den Pruisen die opvoeding in zelfslandigheil, zelftucht en persoonlijk initiatief ontbreekt. De Duitschei loopt altijd aan den kiband van wie de wetten gemaakt hebben of moeten uitvoeren. Gebeurt er iets bizon- dears, dan loopt hij naar de autori uiten, ter wij! de EngeLchen en Hollanders gewend zijn aJs mondigen te handelen, zelf te I beslissen en zelf te doen. En waar in af gelegen hoeken in de koloniën niet aJtijd <*en Landral of een dergelijke ambtenaar j aanwezig is, weet de Duitscher nog rijtijd niet wat hij doen moet, als de CngeLschman of dc Hollander allang heslist en gedaan hebben. Dit zijn buitengewoon ware woorden, die niet alleen wat de koloniën aangaat een groote waarheid bevatten.En men ver- gele toch vooral nooit, dat toegeven aan de neiging om sleed» nieuwe wetten, steeds nieuwe verordeningen te maken, de kans sfeeri» grooter wordt, dat wij die gelukkige eigenschappen van ons volk, welke dv. Pieters hier beschrijft, hoe langer hoorneer zullen verliezen. Een tweede bezwaar, dat elke wet en ook dus elke gemeenteverordening aan kleeft, is dat het bijna niet mogelijk is goede wetten te maken. Ook dat verliest men tegenwoordig steeds uit het oog. Men eritiKiert wel gaarne, en waarlijk niet al tijd ten onrechte. Doch men verliest wel eens wat veel uit het oog, dat het met wetten-maken gaat als met contracten ma ken: men mort een profetischeu geest be zitten, de gave om in de toekomst Ie kijken en daarin alle „mogelijkheden" te zien, die slechts weinigen ton deel is ge vallen. Het best ziet men dat in het dagelijksch leven komt het daarbij tot een rechts- strijd over een contract, dan ziet men al tijd wol, dat daarin omissies zijn, die don tegenwoordigen burger als domheden zoo niet als nog iets ergers voorkomen. En toch zou diezelfde burger leelijk met zijn han den in zijn liaax zitten als hij zelf een» een contract of wetsontwerp moest maken zonder die „kinderachtige fouten". En nu is een wetsontwerp alleen al daai- om nog zoo heel veel moeilijker te maken dan een contract, omdat het daarin be handelde niet op bepaalde zaken binnen be paalde grenzen in de toekomst slaat, doch de geheele maatschappij betreft en allerlei omstandigheden van het maatschappelijk le ven, die bijna niet zijn te overzien. Heen wonder dan ook, dat vele wetten of wei nig invloed gehad hebben, of invloed ten, kwade of nieuwe moeilijkheden in het le ven hebben geroepen. Doclr gesteld nog er waren goede wetten Ie maken, dan komt men bij de toepas sing voor een berg van moeilijkheden, mei name als zij niet de registratie zijn van algemeen erkende waarheden, doch ]x>gen do menschen in een bepaalde richting te dwingen. Een wet te handhaven, te zorgen Bij tijden was hij vol hoop over dc ver kregen cijfers, maar op andere oogenblik- ken was hij diep in de pul. Maar hij hield vol en troostte zich mot de overtuiging, dat hij deed wal hij kon. De eenige ontspanning, welke hij zich zelf nu en clan toestond, was een wande ling door de stad of langs de velden. Op een avond, ongeveer een week vóór den eersten examen-dag, was hij naar buiten gegaan, niet vermoedende, dat de dag ein digen zou met hem den held van een tref fend avontuur te maken. De spoorweg liep door liet midden ge deelte der stad. Werd er een te-in gesig naleerd, dan gingen de hefboomen toe; voet gangers konden over een klein hulp-brugje desnoods hun tocht voortzetten, doch al les waf wagen was, moe«t vrachten. Juist toen Gordon naderde, vielen do spoorbekken toe. Hij had geen haast, was te moe om het brugje nog op te klimmen, hij bleef, geleund tegen den hefboom, wach ten op den komenden trein. Die naderde; een schel fluiten, een dreu nen der zware machines kondigde den Lon- denschon sneltrein aan. Doch eensklaps steeg hoven het gefluit en het geraas r-en andere klank omhoog, gegil, het doordrin gend gegil eenor vrouw.,Het volgende «ogenblik, met één blik om hem heen. had Gordon den toestand overzien. Op de lmig stond een verwilderde vrouw, han den-wringend en snikkende. Onder haar. op de rails voor de, nu in 't zicht komende locomotief, liep een kindje, nog geen drie jaar oud. Geen wonder, dat de moeder opi do brug wanhopig gilde, het kind liep vlak vóór den trein uit; geen wonder dat alle ge zichten der omstanders lijk-wit werden, al ten zagen het kind struikelen; nog enkele dat men niet een loopje met de autoriteit neemt doch inderdaad doet wat hij zegt, overeenkomstig dien gulden regel van pae- dagogie, dat men niet te veel moet gebie- j den of verbieden, maar dan ook moei j eischen, dat gedaan wordt wat geboden of verboden is,is al buitengséwoon moeilijk. Men denke maar eens aan de zonderlinge bepaling van de motor- en rijwiehvet van 10 Februari 1905, waarin verboden wordt „over een weg te rijden of op zoodanige wijze of met zoodanige snel heid, dat die vrijheid of de veiligheid van het verkeer op dien weg wordt belem merd of in gevaar gebracht", een bepaling, waarbij elk criterium voor de toepassing in het practische leven ontbreekt. Nu weer wil men in Den Haag verbieden uiteen rijdende tram te springen hoe is daar aan de hand te houden? Doch nu gaat men tegenwoordig verder. .Men wil wetten, die bepaalde wensehen van Ijepaaldc personen ten aanzien va.n inoreele gedragingen verwezenlijken en an deren dwingen, omdat de meerderheid dat gewenscii t acht. •Men meent moraliteit bij de wet te kun nen voorschrijven of althans de wet te mo gen gebruiken om op de burgerij een dwangopvoeding toe te passen. Onvervaard voor de overvloedig gebleken gebrekkigheid van het instrument, wil men de wet nu nog weer voor nieuwe doeleinden gaan gebrui ken. i Het is waarlijk wèl hoog tijd, dat, wie de beperkte macht van de wet heter te- grijpt, zijn waarschuwende stem verheft en aantoont, dat men tegenwoordig de betee- kenis van de wret als beschavi ngsins trument sterk overschat. Er is in ons land tegenwoordig een zeer begrijpelijke neiging te constateercn om op internationaal gebied werkzaam te zijn. In die richting werken de pacifiois- ten, in die richting werken ook nationale organisaties op allerlei gebied, die interna tionale organiseering zoeken. Men bestu deert het i ntemationale recht en men pro testeert, wanneer er in het buitenland iets geschiedt, wat naar onze meening on recht is. Niet at dit werken schijnt ons even vruchtbaar en practise!:. In veel gevallen bereikt men het buitenland niet voldoende of op een verkeerde plaats of men bereikt, als met die protesten, veelal niets d'an wat ergernis of nieuw onrecht. Toch begrijpen wij dien lust om interna tionaal te werken zeer goed en zouden wij hel betreuren als hij verminderde. Hoofd zaak schijnt hel ons, dat hij cfii goede on practische methode vindt om zich te uiten. En nu is van het plan om systematisch een locnadering te verkrijgen tusschen do bevolking van de zes kleinere staten van XoordAVest-Europa dit onder meer lictaan- oogenblikken, 011 dan Goddank, het vrecselijke gebeurde idet... Gordon, zonder ééne seconde te verliezen, nikte do afsluiting los, rende naar het kitul, greep hel, en droeg het veilig in zijn ur men op het oogenhlik, dat de geweldige exprestrein voorbij donderde. llij gevoelde zich verward, toen hij naar de moeder holde. Zij nam haar gered kind uil zijn armen, terwijl de tranen haar van haar gezicht afdropen. Zij kuste haar kind woest-gelukkig, uitsnik kende haar dank, haar gelukzaligheid over de redding. Zij greep ook Gordon's handen, zij trachtte in haar overspanning hem te kussen. Hij werd diep verlegen, en nog meer, toen allen zich om hem heen verdrongen, zijn hand trachtten te grijpen. Met geweld bevrijdde hij zich en vluchtte weg, de velden in. Als in een droom liep hij verder, do plotselinge ontroeringen der laatste minu ten verloren, door de rust. om hem, haar heftigheid. Hij voelde langzamerhand zijn evenwicht tenigkecren. Hij besloot huis waarts Ie gaan, opkomende gedachten over het naderend examen brachten hem weer in hel bekende gareel lenig. Toch vlotte het werk niet meer en eenigszins moede loos zocht liij zijn bed op en viel in pen benauwden slaap. Vroeg in den nieuwen morgen werd er luid aan de huisbel getrokken. Even daarna hoorde men dc deur opengaan, een rmv- uilziende werkman vroeg met luide stem: „II moet den jongen meneer zien, die mijn k- ..itje heeft gered." De portier begreep niet recht. Doch op de herhaalde vraag werd een der leeraren er mee in kennis gesteld. „"Wien wenscht u te spreken?" vroeg hij. trdkkelijke, dat het die methode op zoo uitnemende wijze verschaft Want deze toenaderihg is van groote beteekenis voor het heden zoowel als voor de toekomst, zij heeft de schepping, van een internationalen rechtstoestand ris groot 1 doel, doch tracht dit niet te bereiken door verslapping van den national en geest in do betrokken kleine naties -- gelijk bij j zuiver pacificisine zoo licht gebeuren kan maai* door versterking van hrt g".M.*I van eigen beteekenis in de bevolking d-r kleine staten. De kleine staten mo.rim elkaar beter kennen, tusschen d<* bevol king dier staten moet meer gedaehtoinw- seling mogelijk zijn, zij moeten gezamenlijk trachten in de beschavingsgeschiedenis do grootere rol te spelen, die hun toekomt, zonder dat daarbij aan militaire machts ontwikkeling gedacht wordt. Do krachten, die onze aandacht trekken naar de groote staten en naar de groot'1 hoofdsteden der groote staten, zijn bizon- der sterk. De kleine staat Wordt dien tenge volge onderschat en komt niet tot zijn recht, al Ie» concentreert zich in die igroote ste den. Daartegen dient gereageerdDe kleine staat behoort in zijn rechten hersteld, de kleine staat, <lio in zooveel opzichten hun ger en breeder beschaving vertoont dan do groote staat. Of het waar is, dat de kleine staat de slaat der toekomst is, dat men zich al niet meer biologeeren laat door de grootheid der staten en dat verscheiden groote sta ten (men denke aan home rule en dis establishment in Engeland, aan liet par ticularisme in Duitschland en Oostenrijk, aan den Balkan) bezig schijnen aan een op lossing in kleinere staten, laten ivvij nu eens buiten beschouwing. Doch zeker is, dat de kleine staten een krachtig en opge wekt nationaal leven hebben, dat uit zijn aard minder op verovering en vernieling van concurrenten gericht is dan dat der groote staten en dat dit bewustzijn van met velen samen te zijn, dat door nau were aanraking aangekweekt kan worden, aan dc bevolking der kleine staten een nieuw élan en nieuwe zedelijke kracht zal geven zonder dat men in cmst aan mili taire plannen, laai staan aan veroverings plannen kan denken. Het is niet onmogelijk, dal er voor de kleinere volkeren inoedijke tijden op til zijn. Of de internationale organisatie vnn Europa nog veraf dan wel dichtbij is. kan niemand zeggen. Doch naarmate wij dich ter hij die organisatie komen, zal liet tus schen de grootere naties meer gaan span nen en zullen de kleine naties meer ge vaar loopen in bet gedrang te komen. Daarmee willen wij nog niet zeggen, dat zij dadelijk zullen worden in ges lokt.. De publieke opinie krijgt langzamerhand wel zóóveel macht, dat het niet dergelijke an nexaties nicl zoo gemakkelijk meer 'zal gaan als vroeger. Doch liet zal in elk geval moeilijker zijn naarmate de kleine naties elkaar lie ter gevonden beldam en samen „De naam van den jongen meneer ken ik niet. Dal doet er ook niet toe. Ik weel alléén zijn daden. Mag ik hem spreken, asjeblieft?" Spoedig was uilgevonden, wie de bewuste „jonge meneer" was. Gordon zag zich op nieuw geplaatst tegenover een onmetelijke dankbaarheidsuiting. Hij wist niet, hoe er zich los van te maken. Ten slotte wierp hij het op zijn drukke werk, zijn studie.' „Werkt u voor liet a.s. examen, als ik viagen mag, meneer?" „U gelooft, dat n slagen zult, nietwaar?" Gordon schudde zijn hoofd, onzeker. De man zag zenuwachtig om zich heen, alsof hij vreesde, dat men hen beluisterde. Toen legde hij zijn ruwe hand op Gordon's schou der en zcide ernstig, maar o zoo zacht - bijna fluisterende: „U zult slagen. IJ redde mijn kind..." „Wal heeft dat er nu mee te maken," riep Gordon een liertje ongeduldig uit „Alles. Ilel is mijn kind en ik hen er dol op... Eu omdat u hebt gedaan, wat u hebt gedaan, zoo zeg ik u, u zult de beurs winnen en wel: door mij." „Door u?" i „Ja, door mij! Het is vandaag Vrijdag. Wanneer begint liet examen?" „A.s. Woensdag." „Wel, meneertje, vraag mij nu niets meer op dit oogenblik. Kan ik erop rekenen u a.s. Zondagavond, negen uur, achter in hrt laantje bij de school te vinden? Als u dat doet, dan is uw succes verzekerd en even waar, als de redding van mijn kind." r Hij sprak zoo ernstig, zoo overtuigend, dat Gordon ten slotte afsprak te komen, waarop do vreemde man vertrok. Toen de jonge Corbett den volgenden meer zedelijke kracht hebben, meer één indrukewkkende publieke opinie hebben ge vormd, die, waar zij zooveel miJlioenen men- sclren vertegenwoordigt als die kleine staten inwoners hebben, toch zeker eenig pieerder gewicht in de schaal zal leggen dan even tueel®, op. zichzelf staande protesten in enkele van die landen. Het schijnt ons dan ook een gelukkige en practische gedachte om reeds nu alles te doen wat in onze macht staat om te trachten de in beschaving en aard in veel opzichten gelijkwaardige kleinere naties van Noordwesl-Eiiropa (de drie Scandinavi sche, Nederland, België en Zwitserland) tot elkaar te brengen. Dat is groot, goed en practisch werk op internationaal gebied. Hoe nu die toenadering te linden De door de Groningsche commissie thans voorgestelde oplossing is in de eerste plaats een congres met tentoonstelling, die achter eenvolgens gehouden zullen worden fa een stad in ieder van de zes bedoelde lan den. Op dat congres, zal men over de middelen beraadslagen, die kunnen leiden, tot nauwere aaneensluiting tusschen de be doelde volkeren *J (aan politieke aaneen sluiting tusschen de Staten wordt natuur lijk niét gedacht), dat congres zal dus een geregeld bijeenkomende vertegenwoordiging moeten zijn van de bevolking dier landen. En de tentoonstelling zal iels meer zijn dan de gewone drukke kennis-expositie. Zij zal een cultuurbeeld moeten 'zijn. een overzicht moeten geven van de beteekenis van den kleinen hiaat in het algemeen, van de beteekenis der izes bedoelde slaton in bet bijzonder. Het eerste congres en de eerste tentoon stelling zullen te Groningen gehouden wor den, waar de Bewering is ontstaan en waar men al vrij wat gekl heeft uitgegeven om zich te verzekeren van den steun vau het buitenland, om te onderzoeken, hoe men in de Betrokken landen over het plan dacht, een onderzoek, dat klaarblijkelijk tot verrassend-gunstige resultaten geleed heeft Er is flus ook alle kans. dat het internationale secretariaat van de groote vereeniging, die in of deze landen haar vertakkingen zal hebben, jn Nederland, met name in Groningen, zal worden gevestigd. Hier is dus voor onze landgenooten een uitmuntende gelegenheid tot het verrichten van nuttig werk pp internationaal gebied, een werk, dat van cultuurhistorische betee kenis voor de wereldgeschiedenis kan wor den, doch dat pok voor de nationale ont wikkeling van ons Jaiul en voor de bevor dering van de yrede-door-rertit-bcjWeging van bizonder groot behing is. Mogen onze landgenooten dit beseffen en van ganscher harte hei genomen initia tief steunen. Als zoodanig (ligger,: voor de hand: inniger commercieel® aanraking, weder- zijdsch vreemdetingenvexkeer, geregelde massa-bezoeken, de oprichting yan een veel talig tijdschrift, ruil professoren, schoolkin deren-ruil, direct verkeer, enz., enz. middag de hoofdstraat doorliep; zag hij den man opnieuw. Hij was op het punt de eenige drukkerij dor stad binnen te gaan. Hij ontdekte Gordon, toen deze de drukkerij voorbijliep; de man draaide zich om, nanr zijn pet af en zcide even terloops: „Hier heb ik mijn werk, meneer."Toen, in een fluisteT, voegde hij er aan toe: „m or g e n a v o n d." Precies om negen uur den volgenden avond, wandelde Gordon Cor helt vol 'Vreem- do gedachten naar do plaats van bet ron- dez-vous. De ander was er roods. Hij haal de, steelsgewijzc, oen gesloten couvert uit zijn zak, gaf het den jongen man in de hand, zeggende: „Loop direct terug, open het niet, voor dat u thuis bent. Goedenavond, meneer."- Gordon Corbett liep langzaam terug, vech tende met een gewaarwording, die nu een vasten vorm in zijn brein begon aan te nemen, die hij echter terug wenschte te dringen, omdat hij wist, dat als zij zich van hem meester maakte, hij zich bezoede len zou. Hij kwam op' zijn kamer, ont stak licht, scheurde het couvert open. Eén Mik op den kop van het vel papier* klei hem genoegHij had in zijn hand de lijst der examen-vragenr Met vlugge vingers bevend* maar on zeker nog legde hij dc lijst omgedraaid op de tafel neer niet een boek er boven op. Eeri zwaar bock was het, alsof liij de lijst vreesde, alsof hij ook vrees had voor zichzelvc. Hij liep naar de deur, die hij toegrendelde. Toen temperde hij toet licht, ging bp de tafel zitten, spreidde zijn handen open voor rich uit en. verborg er zijn pijnlijk hoofd in. Gordon Corbett was alleen met zijn -ver zoeking. 1 j Daar lag vóór hem, onder den -greeg SGH IDA V*; HE COtUllAil „Ja.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 9