67"* Jaargang.
Zaterdag 25 April 1914.
No. 14510
Derde Blad
De grenzen der wet.
Het kleine-statenplan,
Gordon Corbett's
verzoeking.
Deze courant verschijnt da gel ij'ks, mot uitzondering van Zon- En Feestdagen^
Ergs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25, franco
per post fl. 1.65.
Prp per week: Voor Schiedam en Vlaardingen "lö cent,
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen,
1 Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóér een
gai aan het Bureau bezorgd zijn,
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Prijs der Advertentiën"; Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel -mee*
15 oents. Redam.es 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die- rij
innemm.:
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden, Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond:
verschijnen,- worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
Zien Wjj goed, dan is er tegenwoordig
een vrij scherpe tegenstelling tusschen rb-
politiek- en staatkundig meergevorderden,
aan wie niet behoeft geloerd te wotdon,
dat men met de wet maar heel weinig kan
verbeteren of tegenhouden en de eenvoud;
geren, die in de wet een soort manusje
van alles zien, waarmee men kromme vol
keren recht, slechte menschen goed en arme
menschen welvarend maakt.
Bet "Wordt tijd, dat men er zich eens
op gaat toeleggen om aan te l.oorien, dat
dit onjuist is en dal een wet in de eerste
plaats en altijd in zichzelf haar bezwaren
draagt, dat men bovendien met wetten ito
menschen niet kan veranderen en dat m -n
dan nog dikwijls oen heel andere verande
ring krijgt dan die men zelf gewild heef:.
Het eerste is het moeilijkste aan te too
nen. Men begrijpt wel. dat van twee onder
wijzers diegene de beste is. die het mum!
slaat en voorschriften geeft en het inin-t
allerk'i bepalingen uitvaardigt, welke de
kinderen in een klasse dwang opleggen
Man gevoelt, dat het ojxvocden van kinderen
iets anders is dan altijd maar bevelen geven
en voorschriften uitvaardigen, die hen in
alle levensomstandigheden aanvijzen wat
zij te doen hebben. Men gevoelt, dat men
moet trachten 'de persoonlijkheid te onl
wikkelen, den geest van initiatief en zed
standigheid te prikkelen. Men moet den
kinderen leeren, dat zij zich hij de beant
woording van de vraag wat zij doen of la
ten moeten niet in de eerste plaats hebben
te laten leiden door de overwoging wat
„mag" of „niet mag" maar wèl door de
overweging wat behoorlijk js, wat goed te
genover andenen en zich zelf. En nu ligt hot
voor de hand, dat bij de opvoeding tot
goede staatsburgers precies dezelfde waar
heden gelden.
Doch doordrongen van deze waarheid is
de groote meerderheid allerminst. In tegen
deel onder den invloed van een zonder
linge Pruisische mode is men het hooge
standpunt, dat do Nederlander op dit ge
bied steeds heeft ingenomen, gaan verla
ten, men is do goede Engelsche en Holland
sche traditie van opvoeding tol 'zelftucht
gaan beschouwen als een uiting van con
servatisme en men vindt den mensch, die
niet steeds nieuwe wetten en verordeningen
vraagt een reactionnaia", een achterlijk man.
Do democratie is voor deze naiëven het sys
teem van de reglementeerwoede.
Het grappige hierbij is, dat de beste en
bekwaamste Duitschers zoo lieel goed we
ten hoever wij juist op dit gebied den
Duitschers vooruit zijn. Zoo kruinen wij b.v.
een interessant artikel van den vee] ge
noemden en veel verfoeiden dr. Carl Peter-
aanhalen, waarin deze kolonisatie-bevorde
raar eenigszins moedeloos betoogt, dat de
Uit het Engelsch
vnn
ROBERT OVERTON.
De meest gewichtige gebeurtenis van
hot gansche jaar voor de jongelui van hel
Lyceum was ongetwijfeld liet plaats vin
den van "het examen ter verkrijging der
studiebeurs, waartoe alléén de jongens der
hoogste klasse werden toegelaten. De ver
overing der studiebeurs befeekende: den
voet in don stijgbeugel, want voor drie
jaar wist je je ingeschreven als student.
De jongen, "die de beurs veroverde, was
dan ook (je held van het jaar.
Er waren haast altijd wel een vijftigtal
deelnemers, want alléén de mogelijkheid
°P ec-n Lans deed vele ouders besluiten,
hun jongens dat Lyceum te laten bezoeken.
Een der ijverigste blokkers onder de velen
was een zekere Gordon Corbefl Slagen
heteefcende voor Item alles-winnen; zakken:
alles-verliezen. Toen hij op hel Lyceum
kwam, stierf zijn vader. Voer zijn moe
der-werd hij de hoop der familie, want zij
waren arm in vergelijking met dc geldelijke
omstandigheden der andere jongens.
Gordon was zeventien jaar juist oud
genoeg om te beseffen, wat van zijn suc
ces zou afhangen 1 Hij spande al zijn krach
ten in, zoowel voor zijn naaste familie,
als voor zichzelf. Toen het tijdstip naderde,
.werd hij op 't cricketveld noch op liet wa
ter meer gezien. Alles werd er 'aan gegeven
r— alles concentreerde zich op zijn werk.
Duitschers toch nooit "als kolonisten zullen
kunnen bereiken wat Engelschen en Neder
landers kunnen doen. En wel, omdat den
Pruisen die opvoeding in zelfslandigheil,
zelftucht en persoonlijk initiatief ontbreekt.
De Duitschei loopt altijd aan den kiband
van wie de wetten gemaakt hebben of
moeten uitvoeren. Gebeurt er iets bizon-
dears, dan loopt hij naar de autori uiten, ter
wij! de EngeLchen en Hollanders gewend
zijn aJs mondigen te handelen, zelf te I
beslissen en zelf te doen. En waar in af
gelegen hoeken in de koloniën niet aJtijd
<*en Landral of een dergelijke ambtenaar j
aanwezig is, weet de Duitscher nog rijtijd
niet wat hij doen moet, als de CngeLschman
of dc Hollander allang heslist en gedaan
hebben.
Dit zijn buitengewoon ware woorden, die
niet alleen wat de koloniën aangaat een
groote waarheid bevatten.En men ver-
gele toch vooral nooit, dat toegeven aan
de neiging om sleed» nieuwe wetten, steeds
nieuwe verordeningen te maken, de kans
sfeeri» grooter wordt, dat wij die gelukkige
eigenschappen van ons volk, welke dv.
Pieters hier beschrijft, hoe langer hoorneer
zullen verliezen.
Een tweede bezwaar, dat elke wet en
ook dus elke gemeenteverordening aan
kleeft, is dat het bijna niet mogelijk is
goede wetten te maken. Ook dat verliest
men tegenwoordig steeds uit het oog. Men
eritiKiert wel gaarne, en waarlijk niet al
tijd ten onrechte. Doch men verliest wel
eens wat veel uit het oog, dat het met
wetten-maken gaat als met contracten ma
ken: men mort een profetischeu geest be
zitten, de gave om in de toekomst Ie
kijken en daarin alle „mogelijkheden" te
zien, die slechts weinigen ton deel is ge
vallen.
Het best ziet men dat in het dagelijksch
leven komt het daarbij tot een rechts-
strijd over een contract, dan ziet men al
tijd wol, dat daarin omissies zijn, die don
tegenwoordigen burger als domheden zoo
niet als nog iets ergers voorkomen. En toch
zou diezelfde burger leelijk met zijn han
den in zijn liaax zitten als hij zelf een»
een contract of wetsontwerp moest maken
zonder die „kinderachtige fouten".
En nu is een wetsontwerp alleen al daai-
om nog zoo heel veel moeilijker te maken
dan een contract, omdat het daarin be
handelde niet op bepaalde zaken binnen be
paalde grenzen in de toekomst slaat, doch
de geheele maatschappij betreft en allerlei
omstandigheden van het maatschappelijk le
ven, die bijna niet zijn te overzien. Heen
wonder dan ook, dat vele wetten of wei
nig invloed gehad hebben, of invloed ten,
kwade of nieuwe moeilijkheden in het le
ven hebben geroepen.
Doclr gesteld nog er waren goede wetten
Ie maken, dan komt men bij de toepas
sing voor een berg van moeilijkheden, mei
name als zij niet de registratie zijn van
algemeen erkende waarheden, doch ]x>gen
do menschen in een bepaalde richting te
dwingen. Een wet te handhaven, te zorgen
Bij tijden was hij vol hoop over dc ver
kregen cijfers, maar op andere oogenblik-
ken was hij diep in de pul. Maar hij hield
vol en troostte zich mot de overtuiging, dat
hij deed wal hij kon.
De eenige ontspanning, welke hij zich
zelf nu en clan toestond, was een wande
ling door de stad of langs de velden. Op
een avond, ongeveer een week vóór den
eersten examen-dag, was hij naar buiten
gegaan, niet vermoedende, dat de dag ein
digen zou met hem den held van een tref
fend avontuur te maken.
De spoorweg liep door liet midden ge
deelte der stad. Werd er een te-in gesig
naleerd, dan gingen de hefboomen toe; voet
gangers konden over een klein hulp-brugje
desnoods hun tocht voortzetten, doch al
les waf wagen was, moe«t vrachten.
Juist toen Gordon naderde, vielen do
spoorbekken toe. Hij had geen haast, was
te moe om het brugje nog op te klimmen,
hij bleef, geleund tegen den hefboom, wach
ten op den komenden trein.
Die naderde; een schel fluiten, een dreu
nen der zware machines kondigde den Lon-
denschon sneltrein aan. Doch eensklaps
steeg hoven het gefluit en het geraas r-en
andere klank omhoog, gegil, het doordrin
gend gegil eenor vrouw.,Het volgende
«ogenblik, met één blik om hem heen.
had Gordon den toestand overzien. Op de
lmig stond een verwilderde vrouw, han
den-wringend en snikkende. Onder haar.
op de rails voor de, nu in 't zicht komende
locomotief, liep een kindje, nog geen drie
jaar oud.
Geen wonder, dat de moeder opi do brug
wanhopig gilde, het kind liep vlak vóór
den trein uit; geen wonder dat alle ge
zichten der omstanders lijk-wit werden, al
ten zagen het kind struikelen; nog enkele
dat men niet een loopje met de autoriteit
neemt doch inderdaad doet wat hij zegt,
overeenkomstig dien gulden regel van pae-
dagogie, dat men niet te veel moet gebie- j
den of verbieden, maar dan ook moei j
eischen, dat gedaan wordt wat geboden
of verboden is,is al buitengséwoon
moeilijk. Men denke maar eens aan de
zonderlinge bepaling van de motor- en
rijwiehvet van 10 Februari 1905, waarin
verboden wordt „over een weg te rijden of
op zoodanige wijze of met zoodanige snel
heid, dat die vrijheid of de veiligheid van
het verkeer op dien weg wordt belem
merd of in gevaar gebracht", een bepaling,
waarbij elk criterium voor de toepassing
in het practische leven ontbreekt. Nu weer
wil men in Den Haag verbieden uiteen
rijdende tram te springen hoe is daar
aan de hand te houden?
Doch nu gaat men tegenwoordig verder.
.Men wil wetten, die bepaalde wensehen
van Ijepaaldc personen ten aanzien va.n
inoreele gedragingen verwezenlijken en an
deren dwingen, omdat de meerderheid dat
gewenscii t acht.
•Men meent moraliteit bij de wet te kun
nen voorschrijven of althans de wet te mo
gen gebruiken om op de burgerij een
dwangopvoeding toe te passen. Onvervaard
voor de overvloedig gebleken gebrekkigheid
van het instrument, wil men de wet nu nog
weer voor nieuwe doeleinden gaan gebrui
ken. i
Het is waarlijk wèl hoog tijd, dat, wie
de beperkte macht van de wet heter te-
grijpt, zijn waarschuwende stem verheft en
aantoont, dat men tegenwoordig de betee-
kenis van de wret als beschavi ngsins trument
sterk overschat.
Er is in ons land tegenwoordig een
zeer begrijpelijke neiging te constateercn
om op internationaal gebied werkzaam te
zijn. In die richting werken de pacifiois-
ten, in die richting werken ook nationale
organisaties op allerlei gebied, die interna
tionale organiseering zoeken. Men bestu
deert het i ntemationale recht en men pro
testeert, wanneer er in het buitenland iets
geschiedt, wat naar onze meening on
recht is.
Niet at dit werken schijnt ons even
vruchtbaar en practise!:. In veel gevallen
bereikt men het buitenland niet voldoende
of op een verkeerde plaats of men bereikt,
als met die protesten, veelal niets d'an
wat ergernis of nieuw onrecht.
Toch begrijpen wij dien lust om interna
tionaal te werken zeer goed en zouden wij
hel betreuren als hij verminderde. Hoofd
zaak schijnt hel ons, dat hij cfii goede on
practische methode vindt om zich te uiten.
En nu is van het plan om systematisch
een locnadering te verkrijgen tusschen do
bevolking van de zes kleinere staten van
XoordAVest-Europa dit onder meer lictaan-
oogenblikken, 011 dan
Goddank, het vrecselijke gebeurde idet...
Gordon, zonder ééne seconde te verliezen,
nikte do afsluiting los, rende naar het kitul,
greep hel, en droeg het veilig in zijn ur
men op het oogenhlik, dat de geweldige
exprestrein voorbij donderde.
llij gevoelde zich verward, toen hij naar
de moeder holde. Zij nam haar gered kind
uil zijn armen, terwijl de tranen haar van
haar gezicht afdropen. Zij kuste haar kind
woest-gelukkig, uitsnik kende haar dank,
haar gelukzaligheid over de redding. Zij
greep ook Gordon's handen, zij trachtte
in haar overspanning hem te kussen. Hij
werd diep verlegen, en nog meer, toen
allen zich om hem heen verdrongen, zijn
hand trachtten te grijpen.
Met geweld bevrijdde hij zich en vluchtte
weg, de velden in.
Als in een droom liep hij verder, do
plotselinge ontroeringen der laatste minu
ten verloren, door de rust. om hem, haar
heftigheid. Hij voelde langzamerhand zijn
evenwicht tenigkecren. Hij besloot huis
waarts Ie gaan, opkomende gedachten over
het naderend examen brachten hem weer
in hel bekende gareel lenig. Toch vlotte
het werk niet meer en eenigszins moede
loos zocht liij zijn bed op en viel in pen
benauwden slaap.
Vroeg in den nieuwen morgen werd er
luid aan de huisbel getrokken. Even daarna
hoorde men dc deur opengaan, een rmv-
uilziende werkman vroeg met luide stem:
„II moet den jongen meneer zien, die mijn
k- ..itje heeft gered."
De portier begreep niet recht. Doch op
de herhaalde vraag werd een der leeraren
er mee in kennis gesteld.
„"Wien wenscht u te spreken?" vroeg
hij.
trdkkelijke, dat het die methode op zoo
uitnemende wijze verschaft
Want deze toenaderihg is van groote
beteekenis voor het heden zoowel als voor
de toekomst, zij heeft de schepping, van een
internationalen rechtstoestand ris groot 1
doel, doch tracht dit niet te bereiken door
verslapping van den national en geest in
do betrokken kleine naties -- gelijk bij j
zuiver pacificisine zoo licht gebeuren kan
maai* door versterking van hrt g".M.*I
van eigen beteekenis in de bevolking d-r
kleine staten. De kleine staten mo.rim
elkaar beter kennen, tusschen d<* bevol
king dier staten moet meer gedaehtoinw-
seling mogelijk zijn, zij moeten gezamenlijk
trachten in de beschavingsgeschiedenis do
grootere rol te spelen, die hun toekomt,
zonder dat daarbij aan militaire machts
ontwikkeling gedacht wordt.
Do krachten, die onze aandacht trekken
naar de groote staten en naar de groot'1
hoofdsteden der groote staten, zijn bizon-
der sterk. De kleine staat Wordt dien tenge
volge onderschat en komt niet tot zijn recht,
al Ie» concentreert zich in die igroote ste
den.
Daartegen dient gereageerdDe kleine
staat behoort in zijn rechten hersteld, de
kleine staat, <lio in zooveel opzichten hun
ger en breeder beschaving vertoont dan
do groote staat.
Of het waar is, dat de kleine staat de
slaat der toekomst is, dat men zich al niet
meer biologeeren laat door de grootheid
der staten en dat verscheiden groote sta
ten (men denke aan home rule en dis
establishment in Engeland, aan liet par
ticularisme in Duitschland en Oostenrijk,
aan den Balkan) bezig schijnen aan een op
lossing in kleinere staten, laten ivvij nu
eens buiten beschouwing. Doch zeker is,
dat de kleine staten een krachtig en opge
wekt nationaal leven hebben, dat uit zijn
aard minder op verovering en vernieling
van concurrenten gericht is dan dat der
groote staten en dat dit bewustzijn van
met velen samen te zijn, dat door nau
were aanraking aangekweekt kan worden,
aan dc bevolking der kleine staten een
nieuw élan en nieuwe zedelijke kracht zal
geven zonder dat men in cmst aan mili
taire plannen, laai staan aan veroverings
plannen kan denken.
Het is niet onmogelijk, dal er voor de
kleinere volkeren inoedijke tijden op til
zijn. Of de internationale organisatie vnn
Europa nog veraf dan wel dichtbij is. kan
niemand zeggen. Doch naarmate wij dich
ter hij die organisatie komen, zal liet tus
schen de grootere naties meer gaan span
nen en zullen de kleine naties meer ge
vaar loopen in bet gedrang te komen.
Daarmee willen wij nog niet zeggen, dat
zij dadelijk zullen worden in ges lokt.. De
publieke opinie krijgt langzamerhand wel
zóóveel macht, dat het niet dergelijke an
nexaties nicl zoo gemakkelijk meer 'zal
gaan als vroeger. Doch liet zal in elk geval
moeilijker zijn naarmate de kleine naties
elkaar lie ter gevonden beldam en samen
„De naam van den jongen meneer ken
ik niet. Dal doet er ook niet toe. Ik weel
alléén zijn daden. Mag ik hem spreken,
asjeblieft?"
Spoedig was uilgevonden, wie de bewuste
„jonge meneer" was. Gordon zag zich op
nieuw geplaatst tegenover een onmetelijke
dankbaarheidsuiting. Hij wist niet, hoe er
zich los van te maken. Ten slotte wierp
hij het op zijn drukke werk, zijn studie.'
„Werkt u voor liet a.s. examen, als ik
viagen mag, meneer?"
„U gelooft, dat n slagen zult, nietwaar?"
Gordon schudde zijn hoofd, onzeker. De
man zag zenuwachtig om zich heen, alsof
hij vreesde, dat men hen beluisterde. Toen
legde hij zijn ruwe hand op Gordon's schou
der en zcide ernstig, maar o zoo zacht -
bijna fluisterende:
„U zult slagen. IJ redde mijn kind..."
„Wal heeft dat er nu mee te maken,"
riep Gordon een liertje ongeduldig uit
„Alles. Ilel is mijn kind en ik hen er
dol op... Eu omdat u hebt gedaan, wat
u hebt gedaan, zoo zeg ik u, u zult de beurs
winnen en wel: door mij."
„Door u?" i
„Ja, door mij! Het is vandaag Vrijdag.
Wanneer begint liet examen?"
„A.s. Woensdag."
„Wel, meneertje, vraag mij nu niets meer
op dit oogenblik. Kan ik erop rekenen u
a.s. Zondagavond, negen uur, achter in
hrt laantje bij de school te vinden? Als
u dat doet, dan is uw succes verzekerd
en even waar, als de redding van mijn
kind." r
Hij sprak zoo ernstig, zoo overtuigend,
dat Gordon ten slotte afsprak te komen,
waarop do vreemde man vertrok.
Toen de jonge Corbett den volgenden
meer zedelijke kracht hebben, meer één
indrukewkkende publieke opinie hebben ge
vormd, die, waar zij zooveel miJlioenen men-
sclren vertegenwoordigt als die kleine staten
inwoners hebben, toch zeker eenig pieerder
gewicht in de schaal zal leggen dan even
tueel®, op. zichzelf staande protesten in
enkele van die landen.
Het schijnt ons dan ook een gelukkige
en practische gedachte om reeds nu alles
te doen wat in onze macht staat om te
trachten de in beschaving en aard in veel
opzichten gelijkwaardige kleinere naties
van Noordwesl-Eiiropa (de drie Scandinavi
sche, Nederland, België en Zwitserland)
tot elkaar te brengen. Dat is groot, goed
en practisch werk op internationaal gebied.
Hoe nu die toenadering te linden
De door de Groningsche commissie thans
voorgestelde oplossing is in de eerste plaats
een congres met tentoonstelling, die achter
eenvolgens gehouden zullen worden fa een
stad in ieder van de zes bedoelde lan
den. Op dat congres, zal men over de
middelen beraadslagen, die kunnen leiden,
tot nauwere aaneensluiting tusschen de be
doelde volkeren *J (aan politieke aaneen
sluiting tusschen de Staten wordt natuur
lijk niét gedacht), dat congres zal dus een
geregeld bijeenkomende vertegenwoordiging
moeten zijn van de bevolking dier landen.
En de tentoonstelling zal iels meer zijn
dan de gewone drukke kennis-expositie.
Zij zal een cultuurbeeld moeten 'zijn. een
overzicht moeten geven van de beteekenis
van den kleinen hiaat in het algemeen, van
de beteekenis der izes bedoelde slaton in
bet bijzonder.
Het eerste congres en de eerste tentoon
stelling zullen te Groningen gehouden wor
den, waar de Bewering is ontstaan en
waar men al vrij wat gekl heeft uitgegeven
om zich te verzekeren van den steun vau
het buitenland, om te onderzoeken, hoe
men in de Betrokken landen over het plan
dacht, een onderzoek, dat klaarblijkelijk
tot verrassend-gunstige resultaten geleed
heeft Er is flus ook alle kans. dat het
internationale secretariaat van de groote
vereeniging, die in of deze landen haar
vertakkingen zal hebben, jn Nederland, met
name in Groningen, zal worden gevestigd.
Hier is dus voor onze landgenooten een
uitmuntende gelegenheid tot het verrichten
van nuttig werk pp internationaal gebied,
een werk, dat van cultuurhistorische betee
kenis voor de wereldgeschiedenis kan wor
den, doch dat pok voor de nationale ont
wikkeling van ons Jaiul en voor de bevor
dering van de yrede-door-rertit-bcjWeging
van bizonder groot behing is.
Mogen onze landgenooten dit beseffen
en van ganscher harte hei genomen initia
tief steunen.
Als zoodanig (ligger,: voor de hand:
inniger commercieel® aanraking, weder-
zijdsch vreemdetingenvexkeer, geregelde
massa-bezoeken, de oprichting yan een veel
talig tijdschrift, ruil professoren, schoolkin
deren-ruil, direct verkeer, enz., enz.
middag de hoofdstraat doorliep; zag hij
den man opnieuw. Hij was op het punt
de eenige drukkerij dor stad binnen te gaan.
Hij ontdekte Gordon, toen deze de drukkerij
voorbijliep; de man draaide zich om, nanr
zijn pet af en zcide even terloops:
„Hier heb ik mijn werk, meneer."Toen,
in een fluisteT, voegde hij er aan toe:
„m or g e n a v o n d."
Precies om negen uur den volgenden
avond, wandelde Gordon Cor helt vol 'Vreem-
do gedachten naar do plaats van bet ron-
dez-vous. De ander was er roods. Hij haal
de, steelsgewijzc, oen gesloten couvert uit
zijn zak, gaf het den jongen man in de
hand, zeggende:
„Loop direct terug, open het niet, voor
dat u thuis bent. Goedenavond, meneer."-
Gordon Corbett liep langzaam terug, vech
tende met een gewaarwording, die nu een
vasten vorm in zijn brein begon aan te
nemen, die hij echter terug wenschte te
dringen, omdat hij wist, dat als zij zich
van hem meester maakte, hij zich bezoede
len zou. Hij kwam op' zijn kamer, ont
stak licht, scheurde het couvert open. Eén
Mik op den kop van het vel papier* klei
hem genoegHij had in zijn hand de
lijst der examen-vragenr
Met vlugge vingers bevend* maar on
zeker nog legde hij dc lijst omgedraaid
op de tafel neer niet een boek er boven
op. Eeri zwaar bock was het, alsof
liij de lijst vreesde, alsof hij ook vrees
had voor zichzelvc. Hij liep naar de deur,
die hij toegrendelde. Toen temperde hij toet
licht, ging bp de tafel zitten, spreidde zijn
handen open voor rich uit en. verborg er
zijn pijnlijk hoofd in.
Gordon Corbett was alleen met zijn -ver
zoeking. 1 j
Daar lag vóór hem, onder den -greeg
SGH IDA V*; HE COtUllAil
„Ja.