op gedrenkt griesmeel; zijn oogen oliair blauw als fijn por „dein e «tedeSeT11 'VergingCn VRn Kunst en Wetensehap- Sport. Gemengd Nieuws. Sclioonlieid. Schiedam., ;„Art!rineeti van lust, tot het hoogere, f l tegenstelling met hef Inge fcfnafe Hij was een d roomer, een dieh- -'1' i„r gevoelige menschen, waaraan W' verder zoo .afschuwelijke, tijd zoo gen lovende tegenstelling van het TaVen prozaïsche, om zoo te spreken. Hii hoorde 'tot die lieden, wier booggestem- Ï2lavens temidden van een wereld vol lachende auto's, gillende stoomfluiten en Hfke maskerades van ontucht, verheffend i om itiscl naai lijk "Shad een rijzige gestalte, en was ma- Jt als een Don Quichote. Zijn kaken had- r'een zachtroode kleur als in bessen QCH c w noffnn irorftr Sfce maskerades van ontucht. veriiet enu n om te aanschouwen, en wier liefelijke Stische zielen den nog eenigszins fijn Sarden evennaasten, voor zooveel doen ihl verzoenen niet onze verdorven samenlo waren SKjk blauw als fijn pór „deint en zijn iiherisch doorzichtige baard was blond ge ïHt Eoud van 18 karaats. Hg was vege- hriër en geheel-onthouder, gerookt lmd hij nooit, noch zou hij zich ooit verstouten het té doen, en hij droeg geen sokken. Wd «boenen, en met deze ging hij dag-m dag- uit op het pad der verhevenheid. De gewone menschen begrepen hem niet, en dat maak te die menschen er niet mooier op. .Maar hèm eigenlijk wel. i Het was op een leiitonamnldag. Alk machtig mooi weer. .Grauwe winter he nen Laaie verschenen. Alom weelde der natuur, g-wederd koor,, donzige moslapij- ten beken - als zilveren linten, enz. In de klas. dio twee vensters op het Westen had, werd mijnheel' Yecnsliju ver dacht De zon ging .onder, en toen hij jet vertrek binnenkwam, wieiy zij ju id als ware het opzettelijk, haar stralen op 'den verheven man. die in den zarhlgoudcn gloed wel een gepolychromeerd heiligen beeld gejoek. i lièèèfluisterden de kinderen vet rukt bij zijn glorierijken aanblik, Dag, lieve, jonge vrienden, groette de gepolychromeerde op diep-harlêlijken toon. Pan ijlde hij naar oen der .twee venstera. Ver weg aan de kim der weiden zag mende bloedroode bol henenglijden, halver- aege reeds achter het geboomte verdo ten- De jongenlui vlogen eveneens naar de vensters, en de dichterlijke man wees hen geestdriftig op het fraaie schouwspel. Ohohzei hij, eenigszins janmie tend, wat een heerlijkheid, kinderen, dat m dit mogen zien. Stil, stil, geen woord nu in deze gewijde stilte" Alleen jnuziek, heel zachte muziek, van een orgel, zou erbij passen. En dan heel gedempt, zie je, zoo onwezenlijk.als een verre lieve droom. Of anders een violoncel, opperde een der meisjes, met een over-teedere stem vol verrukking. Of een clavoecimbel, zooals Beeljio ven, zei een ander smachtend. Beethoven, zalig, hè, die Beethoven, beaamde met vecke stem een fjinke, ge zonde knaap. Er is niet Jtieerlijk'ers dan kunst, dweepte een meisje, en haar oogen ver smolten alspralines. En de natuur! fluisterde begeesterd mijnheer Veenstijn. J?de natuur, de natuuuuuur, deden de kinderen op kwijnenden toon. Kijk' me dat lieve, sappige groen eens aan, begon de beminde leeraar halffluis- lerend te ijlen v— en die verrukkelijke bor> men met hun uitbottende knoppen, waarin de duiven minnekoozenzie me die lieve watertjes eens aan, 'iioe fijn, hoe doorziet* tig. En die rose kleur- daar in de verte, waar de zon de aarde kust. De aarde bloost van de kussen van de zon. Bij de laatste gewaagdheid blikte hij met een onuitspreeklijk tecderen blik een tweetal meisjes 6cn voor één aan, en zij bloosden beiden op'haar beurt. De vrien delijke man naderde en streek hen beiden over hel haar, zachtkens en edel. Dat goudblonde kopje van jou, An naatje, zei hij verrukt tot een der meisjc- dat goudblonde kopje van jou doet mc altjjd aan een engel denken. Die fij.ic krul letjes en dat blanke voorhoofd, waarop de zon nu haar rose, schijnsel werpt.... Het kind werd onder zijn streelende han den allengs een weinig bleek. De oogen leken uit te zotten, en wel vochtig te woi «en. De hoeken van den kleinen mond beefden. Een flauwe glimlach Verscheen aan zijn mondhoeken, speeld^geduiende een ondeel baar oogeublik door de krullende knevel punten, als 'n 'zo mora vond Vries dootr ijl ge boomte. De dierbare man richtte zich reed« nil zijn puste houding op en bij deze b'ewrgf og vei «ecg zijn gelaat in den zonneschijn zulk 'it Mvenaardschen glans, dal men hem zcei lre' zonder zich te blamceren. voor een ongn had kunnen houden, die regolrecli on zonder aanloop naar den hemel vloog, och zijn ziej mocht in hoogere gewesten toeven, zijn lichaam, lioe verheven van aiu- rer'wk, bleef op den vloer staan. Rn d< ?sbegon, zoo goed en zoo kwaad dal dun ep onder zoo lyrische natuurvrienden. m bovendien door den bacil der poëzie pen aangetast, f,essen werden overhoor! ut* vragen, en antwoorden geleken meer 4 sbdsehnatige uitwisseling van loeder want de onderwijzer begreep dm i I uuuei wijzer on rin®fn- 'wrakheden, vergaf die liefde* o1 tJit ?,°b ^er had een aangrijpend non j)aa,"'s- Tom, een der oudste kna nad een baantje als loopjongen aan von.,imema, kregen en sou dus de school diien marinier- wp geenszins de lieveling van mijn lenr ^on ^Djwel de e enige hei* ...j ie met onder 's leeraars invloed was. stim ",!J1'cren waren verzot op dien Veen terln\if.r°et?!ien met !^cn verukkelijken, rlicb- robnoi a °88os1®mden man, verkeerden oaermm '■nv*(>ed, en trokken den TUK Huizenhoog ,op voor de ÈvftTwic u ,I.' snoodealledaagsheden, zij ovem» ^Haro voorganger waren N'lichamm- geworden; louter- ziel; lcü4men schenen hun niet meer dan verrelende, hinderlijke aanhangsels, '/om echter leek anders; die scheen wel alle poëzie, verhevenheid en aanverwante arti- k'cle,n uun zijn laarzen te lappen, en, on- d-anjpS ac zwoele idealistische oni^evine zijn hoofd koel te hebben bewaard. Hoeveel te meer ontstellend was hel daarom, -en hoeveel grooier triomf van V eemtijn's le vensaanschouwing en suggestie, wanneer do jongen bij het afscheid nemen van den onderwijzer in tranen uitbarstte. Tot zijn verontschuldiging moet ik zeggen, dat Veen stijn zedf weende bij den aanblik dezer jonge zie], die door de vreede omstandig heden uit den zieienzuenn van .onder zijn vleugelen werd weggesleurd. Immers, de wereld nas zoo boosMat a! afschuwelijke teleurstellingen borg zij niet in haar wel- voorzienen schoot. elk een voorraad van ontnuchteringen hield zij niet steeds in gereedheid ,voor de teodete, jeugd'g zie len Wee., wee den armen jonkman, die nieL verstaan worden zou, den onervarene mr-i zijn onbedorven hagelwitte ziel, die door de walgelijke volwassenen besmeurd, bemodderd, beduimeld zou worden. AhHij mocht zijn billijke tranen wel den vrijen loop laten. En hij dééd zulks uok, al i hj| het zelf. Bij den onvenvaehten aanblik der tranen van don jonkman verdubbelde hij gijnen tranenvloed nog. Alen had zooals de arme menschheid, (die het weten kan), bet uitdrukt, hem kunnen wasschen in 'zijn lianen. Dit geschiedde echter niet Al wat ev geschiedde, was, dat Veenstijn den knaap meewarig over het sLruipige haar streelde en op ziejsbedroovenden toon een gedicht opzei, waarin de ellende van het leven de hoofdschotel was. Ja, en nóg iets geheulde er: plotseling tusschen zijn' snikken door stiet Tom met woest schokkende stem de woorden uit: ,,Ik verzuip me." Veenstijn niet zijn wereldwijsheid moest dit volkomen begrijpelijk vinden, en de cenig juiste opvatting achten, doch Tom's hartstochtelijke uitbarsting wierp hein te zeer uit liet lood. dan dat hij zijn goed keuring had kunnen uitspreken over hei besluit van den jongen. Ook zijn geest was gewillig, doch zijn vleesch zwak; de wilde woorden van den knaap déden hem wankelen op zijn grondvesten en in zijn engelachtige ocgen schoof een genster van angst. Toen hij eindelijk de kracht vond om den knaap op zijn gebruikelijke teedere wijze de handen te drukken, duwde de jongen hem met een ruw gebaar van zicli af en Hiep weg. Pit ma,t de maat an zijn benauwdheid vol. Hij kreeg een gevoel alsof hij hevig braken moest, zijn oogleden knip perden snel op en neer als de vleugels van een insect, en met ,een mond als een elas tiek, waar de rek uil is, zei hij, „oooh!" alsof hij daar iels zeer ontzettends had begrepen. Deze gebeurtenis bracht een ommekeer in Veenslijn's gemoedsgesteldheid. Hij kwijn de als een orang-oetang, die uit zijn sto vend klimaat in een Westerschen dieren tuin is overgebracht. Hij tobde. Hij pieker de. Hij mijmerde. Hij leed. Elke liestaans- openbaring was hem weerzinwekkend; hij kon geen potlood aanpunten zonder diepe zuchten; hij wischte geen rekenkundige reeksen of andere plagerijen van hel boni, of hij bedacht, dat hij liet liefst zichzelven maar had uitgewischï. Do omgang met de kinderen, eens, naar eigen zeggen, zijn heer lijke roeping, stond hem thans tegen aN o verve tie sjiijs den maaglijder. Hij werd opzienbarend nerveus, het kleinste genie bi in zijn nabijheid deed hem opschrikken als een konijn in zijn leger. Zijn ziel ivn.- :ds een schipbreukeling zoo vereenzaamd in zijn hoofd was Jjot ledig en stil als in ccn huis na'een uitgehluschlen brand. De woorden ,.lk verzuip me"», klonken sedert Tom ze- uitgesproken had, hem voortdu rend in de ooren, en dieven hem tol wan hoop. Want die knaap was zijn slarhlolfer In oen bliksemsnellen lichtflits had hij dat zoo gezien, dien namiddag, en zöó bleet hij het nu zien, voortdurend, voortdurend Indien de knaap zich van kant maakte was hij, Veenstijn, de mooidenaar. En lnj kon urenlang a's een ter dood veroordeel de over deze zeer waarschijnlijke mogelijk hoid zitten denten. met het gelaat in dt handen en uitgeloofden blik. .Veen, mam die piian zag eruit in die dagen t De bes-en wijmoodo kleur wa-. van zijn zachte wan gen gebleekt; zijn oogen waren beslagen als metaal, dat niet meer wordt opgepoetst; en 'de krul was heelendaj uit zijn coir- zoo lieven baa.id. Hij was gelukkig een wees, went ware dit niet het geval geweest, zijn eigen ouders hadden hem niet. her kend. Hij. die eens zulk een geducht wandelaar was,' vermoed hot nu. zooveel doen!$k. zijn woning te verlaten, weerzinwekkend ah hem de nieuwsgierige blikken der vooibij gangers waren. "Slechts één kleinen tocht maakte hij den laaUSeu tijd dagelijks. Niet ver van de school, die, als ik zeide, aan den buitenkant der stad stond, lag aan cl<- ,-aart der filmfabriek, waar Tom werkzaam was. Dftiir liad hij hem eens oj> ccn och tend kort vóór schooltijd zien binnengaan. En sindsdien kuierde hij er eiken morgen even heen om te zien of hij, of lnj, - -- ja. het liooge woord moet eruit: of hij nog leefde... En 'te'.benma'e a's bij dm knaap had zien binnengaan, was een zware halter hem van de ziel gewenteld. Ver licht wandelde hij dan schoohvuarls. !e den aanvang had hij er over gedacht, hem aan te spreken, doch eens, als de jongen hem opmerkte, had deze hem met een blik vol haat doen gevo-den, dal hij elke toenadering verijdelen zou. Doch den knaap te zien wa.s hem voldoende, en hij zin. hem dagelijks, en zijn 'aanblik was een balsem voor zijn gewonde ziel. Alaanden verliepen. Ban geschiedde er iets zóó ontze.teiuU dat mijn pen schier weigert, het te be schrijven. Veenstijn kwam oj* een morgen wedei aankuicrcn. Hot was een stormachtige dag. De hoornen langs de vaart zwiepten gierend op de duwen van een machtigen wind. In de lucht voeren snelle wolken heen. 11e', mctanlbünkende watervlak vertoonde Iv.r- de rimpels als een, reusachtig plat van ge golfd plaatijzer, en flitsend keilde het zon licht daarover. Dan, en ik wilde, dat ik "hel u besparen kon. dan en het was zóó afschuwelijk, dat liet bijna onge looflijk lijkt, dun zag de doodelijk ver schrikte Veenstijn plotseling een jongen met een aschgrauw gelaat en kaarsrecht op staande haren op hel oever gras aanloo ien. En bij dat scliouwsp-d g -vóelde bij. dat hij waanzinnig w nd. volslagen wa mzinnig van schrik, want die jongen was Tom en niemand anders. De knaap wrong de han den, stak de bevende armen in een ge baar van named o o-ze rampza'igheid ten he mel, en stortte zich in het woeste water. Bet was Veenstijn of er .yen snaar sprong in zijn hoofd, en tegelijk wa> hij steke blind. En stokdoof 'En stom. En volkomen lam. En gelijk oen vormelooze ma-se plofte hij op den weg neer. Hij lag in zwijm. Ik spaar n de rest. Temeer daar Veen stijn's bezwijming op ziehzdve reeds onge motiveerd was. Immers hij wist niet, dat Tom, bij zijn afscheid van de school lot wanhoop verwoed om het aanstaand gemis zijner vrijheid, al heel spoedig mei zijn haantje zich iiad verzoend, en rappe, fik- sche zwemmer uls hij was. wel eens voor do filmopnamen aan.de vaart gebruikt werd. Zulk een opname had Veenstijn dien morgen bijgewoond. Anders niet. flcigelvorm ng en hagelval. In de Donderdagavond gehouden verga dering van de Hangsche Afdeeling dor Ac- derlandsche Vereeniging voor Weer- en Ster renkunde, trad de heer Chr. A. C. A'ell als spreker op, die het onderwerp ..Hagel" behandelde. Hagel is in hoofdzaak een eigenaardig zomerverschijnsel. Er is groot verschil in de soorten van voorkomenden hagel. De in het koude jaargetijde meest vallende soort is de doffe zachte stofhagel, waar onder soms ook kleine pyramidevormen voorkomen. De Duifschors hebben er den naam ,,Graubeln" voor. Zij gelijken op sa mengeperste sneeuw, in tegenstelling met <le harde soms zeer groote korrels vor mende hagel, die uit hard ijs bestaan. Zij kunnen tot "100 Irani en soms veel meer wegen. Foms denkt. men. dat daarin worrlt overdreven, maar (j Augustus 189-4 vielen in Den Hang zelf hagelsteenen van 2.5 e.AL. wegende 40 gram en schijven van 17 c.AL omtrek. Enkele ineleoioiogen spre ken van een maximum grootte als kippen eieren of zelfs meloenen, en bij Bizerla zijn er geconstateerd van meer dan een kilogram, al bestaat de mogelijkheid, dat dil ten dcele op den grond samengevro ren klompen waren. Hel jaarverslag van ons Aleteoroiogisch instituut vermeldt uit ons eigen land wel niet zóó groote. maar toch zeer aanzienlijke hagelsteenen die ge vallen zijn. Zulke hagelslagen kunnen geweldige scha de aanrichten. In Hngelsch-fndië. waar zij voel voorkomen, is dikwijls groot vee in menigte door hagel gedood. Hagel komt tot binnen den Poolcirkel voor. In de boete luchtstreek hagelt hel zelfs wel aan den equator, maar dan smel ten de korrels veelal reeds tijdens den val. In de meer gematigde luchtstreken is hel voorkomen hel veelvuldigsl. De groote hagel gaat steeds gepaard met omveder, de kleine niet. Eigenaardig is,, dat de 'donderslagen verminderen als de hagelbui in hel zenith is, ofschoon het wei blijft, lichten. Mogelijk dat tiet geweld dat de hagel maakt, de donderslagen overstemt Do aai(1 van den bodem schijnI op de richting dor hagelbuien geen bepaalden in vloed te hebben, wel op de intensiteit van den val. Bij hel overtrokken van een onweer over hel land. is de hagelstroiok meest smal. Ofschoon tingel in hel algemeen een zo- morvei'schijnsci is, vertoont Mei een maxi mum. Driekwart der buien valt tusschen 10 en G uur overdag, met een maximum tusschen 2 en 4. de warmste uren van den dag. Trouwens, de wa miste dceleu van elk land vertonnen ook den moesten ha gelval. - Et' ontstaat dus in de atmosfeer ijs, soms in enorme stukken, in de warmste streken op de warmste uren van den dag. Hel onderzoek dei' toestanden in de hoo- gere luchtlagen ernst, heeft dit verklaar baar gemaakt Iteeds op 4 K.AI, hoogte hcerscht gemiddeld G graden Celsius vorst, terwijl de verwarming des daags reeds oj> 2 K.AI. hoogte onbeteekenend is. Alet deze feiten vooral is tegenwoordig een aanne melijke hagel theorie op te stellen, die uit voerig door den spreker word ontwikkeld. De voorwaarde voor hagel vorming is dan de opstijging van warme, vochtige lucht lol hoogten waar de neerslag bevriest, dat is hoven de laag der gewone wolkvorming. Hij den val bevriezen nieuwe lagen, neer slaande uil 'de wolken, om den korrel heen, die dan ook concentrische lagen vertoont. Zijn er hiehtstroomen. die groote korrels lang zwevende honden, dan ontslaat de voorwaarde tol aangroei tol reuzcnhagels als soms wordt aangenomen. De kern is steeds een kJefne (Trnn bel korrel. Aangetoond werd hoe do zeer verschil lende vormen van hagel, zich op dezen grondslag laten verklaren. De electrischo 2 invloeden daarbij zijn echter nog onvolle dig onderzocht De strijd tegen salvarsaan. l)r. Dreuw, de Borlijnsche politic-dokter, die openlijk heeft durven zeggen, da! sal varsaan een gevaailijk en in vele gevallen niets uitwerkend middel is, heeft, zonder opgaaf van redenen zijn ontslag, thuis ge zonden gekregen. Hij maakt nu in de pers het volgende bekend: „Den 19den April maakte ik in de „Deut sche Tageszeitung" een artikel over salvar saan openbaar, dat de welkome aanleiding verschafte, om mij plotseling te ontslaan. Dat artikel bevatte een statistiek, nanloo- neiwle dal. na invoering van de salvarsaan- bchendeling ruim 50 pCt. van de prosti- tutces, die onder politie-toezichl staan, meer dan voor de invoering ervan, wegens reci- dievon van die ziekte in het ziekenhuis op genomen moesten worden. Einde April vroeg de crirninec-le politie schriftelijk, met welk recht ik die statistiek bekend bad gemaakt. Ik antwoordde, dat de overheid haar aan Ehrlieh's neef, dr. Felix Pinkus, die geen ambtelijke betrekking bekleedt, had medegedeeld, en zij reeds om die reden geen geheim, maar publiek mate riaal wa-. Daarop ia mij op 11 .Mei zonder mondelinge ruggespraak en zonder opgaaf van redenen, mijn ontslag medegedeeld. Het dokument was niet door v. Jagow, den president van politie, maar door den oppenegeeringsraad Slotte oaderteekend. Ik laat het oordeel over de tussrhenkomst van liet politic-presidium in den vetensehap- pelijken -trijd over salvarsaan en de ge troffen maatregelen, die een inbreuk op de vrijheid van liet wetenschappelijk den kon en het onderzoek naar de waarheid beteekenun, aan de openbare memmc over. Ik wil echter niet onvermeld laten, dal een 19-jarige prostituee aan sa! va maan i- be zweken, dat er één blind, twee doof zijn geworden en dal ongeveer 20 ernstig licha melijk nadeel hebben gekregen." Een middel tegen kiespijn, Als men een kiespijn) ijder een Resell je met een paar gram aetheriscbo nroslerdolio onder tiet een neusgat houdt en hem ver zoekt. mond. oogen, en het andere neus gat dicht te houden, wordt het gezicht van den kiespijnüjdex rood. de oogen. tranen en de ademhaling woritt belemmerd. Gelijk tijdig houdt de pijn op. De Oo.-tenrijksclro militaire arts Dr. Adolf Schwarz, die deze waai nemingen toevallig deed, vindt het mid del cm ral voor den militairen dokter van belang. I in mem te velde i- het niet altijd mogelijk dadelijk een kies te trekken. Dan kan men zijn toevlucht nemen tot dit be trekkelijk eenvmulig middel. De duur rler pijnstillende werking bedraagt eenige uren. Ook bij oorpijn, vooral bij ontsteking van het middcno'or, is het middel met succes toegepast, Eenige voorzichtigheid zij ech ter aanbevolende mosterdolie werkt zeer bijtend: men meet dus oppassen, dat de droppels niet op het slijmvlies of op de huid komen. Daarom is het goed ecu Resell- je van 20 gr. te nemen voor 5 gr. olie. Voetbal. in de „Tel." lozen we o.a. het volgende-: AVij ontvingen de inededceling, dat dezer dagen in hel. lokaal „Nieuw Amsterdam" aan den Admiraal do Ruyterweg, is ojige» richt de E(crste) N(ederlandsehe) D(ames) VpoetbaD Vi'eioeinging), ojr initiatief van do dames A. Tulleken (een fameuse naam. die klinkt als een Klok!), J. Korbaar on J. van Rbeonen, en waartoe, stante pedo. de 1G aanwezige dames toetraden. Dal de dames met voornemens zijn het hij praten te laten, blijkt hieruit, dat, slaan de deze eerste vergadering, het besluit werd genomen, een trainer te engagoeren, en de medewerking te. verzoeken van den Ani1- slei'darnsclien Voetbalbond. Wil men ons oprecht oordeel? AVcImi wij hebben er iels tegen. Voet ballen is, als tiet althans op dien naam aanspraak wil maken en niet wil onlaar- don in een peuterig, trap-zwak spèllcije, een poo-tig, een hard spel een sjiort vooi mannen. Ja, hel is al wel eens gespeeld in Engeland, zeker, maar dat was een grapje, dal deden 22 variété-sterren voor een gied doeJ, hij hooge uitzondering, en de bal luid dien dag a soft job: hel publiek lachte om het grappig-uDelloos gedraaf der lieftallige meiskens. Maar als hel ernst wordt Champagne-liefhebber. Rij do jxditie to Feijeuooixl werd door een Amerikaan-die zeeman aangifte g<>( daan, dat iiij in een café aan den Sumatra- weg van 5 biljetten 'van 10 dollar beroofd was. Bij onderzoek bleek, dat bij in dat café 18 flesschen champagne had yerteerd en het geld in betaling had gegeven. De biljdten waren dan pok in liet bezit van den kastelein. Volksstammen in bijenkorven. In Mesopotamia ziet de reiziger een won derlijk soort woningen, gebouwd van klei in den vorm van bijenkorven. Geheele dor pen ziet men op deze wijze gebouwd. Het land heeft weinig boo men en daardoor nage noeg geen liout; ook stee-mm ontbreken cn daarom bouwen de inboorlingen bun huizen van klei, in do zon gebakken. Een dergelijk bijenkorf-dorp1 is o.a. Alosolmeih, niet ver van Aleppo aan 'den benn-mden Itagdadsijrionveg. leder huis "bestaat uit velschilieftde „korven", tamelijk dicht bij elkaar en omringd door een muur van klei. Eén wordt gebruik! ate eigenlijke woning, een paar andere voor het vee en nog an dere als schuur, al naar den rijkdom van den eigenaar. Een verdwijnende toren uit de kruistochten Even buiten de Syrische haven Tripoli staal een beroemd oud gebouw, bekend onder den naam van den Leeuweirioren. AT-o]ge-ris de overlevering werd dit monument gebouwd door Richard Leeuwenhart van Engeland. In werkelijkheid is de toren een van de zes versterkingen door Kruisva- ders gebouwd om de kust te beschermen, Slechts één andere i- tut nog toe "behouden en die verkeert in een depiorabelen toe stand De Leeuwen! .ten zal spoedig ver woest worden om j.laats te maken voor een «j ooi weg. tot glooien spijt \an arehae- ol-ogen, die hel oude bouwwerk gaarne be houden hadden gezien. (Ingezonden.) Een wonder zegende mijn oogen. „Mijn God ik zag." l'it ,,St. .Tans lot", van Penning. Toen ik Schiedam zag liggen als een moe, zwart wezen, droef en somber, toen brandde hel doffe avondrood aan den ver ren AVeslerkim. Toen zag ik veel en voelde ik veel. Eu immer staarde ik in den diepen gloed van *t AAVsten, als was daar het mystieke schijnsel van 't eeuwige land der donze draomen, als was daar mijn laatste icugddrooni, zoo zwaar, na mijn roze droo- men van mijn gulden "Eindjaren. Geheel mijn ziel omspande mijn oud Schiedam in inlenze liefde, geheel mijn ziel trilde van wild. somher verlangen, ge heel mijn ziel was één sombere mystieke tempel met muziekgolvon, wild-bruisend, luid opjammemid. meukend, omhoogda verend, dan weer zacht snikkend cn droef murmelend, als krachteloos na fitanischen strijd met machtige goden. Alijn oog werd vochtig en dof, dan mild en strak. 'i. AVas of ganseh mijn wezen vereende met droeve krachten, 't was of do lende zielen mij bestormden met hun klach ten, mij aanjatnmt-nküi. smeekten, en mijn ziel was willoos overgegeven. 't AVas of ik nog even kon zien naar mijn roze jeugd, in droeven smeekblik, met oogen waarin alle zachtheid school van mijn geheele ziel. die liefde met bloemen en teer gloeiende zonnegloren. Toen ver somberde mijn blik, 't werd nacht na don zen avondrood. Door de boom enk ruin en ruischte bet, Beethovemnnziek, wachte sombere klachten om teêr morgenlicht, droeve klachten van duistere zielen, Dante-z.ielen. En Jioog-uit oneindige eeuu igtieid bruiste sonoor fluweel zachte weemoed, zich stortend in moede menschenziel, ml roze morgcngloieii. En als naglorend wielden purperen ve deren door den Hemel, en daaronder don zen weemoed van stervens-oogonblik, zacht overdraomen van licht, en duistrc schemer rijken. Toen zag ik om mij schemerkleuren, en hoven mij deinde nog weemocd-niuziek, nog sombre stemmen van strijdend titanenrijk, ombooggejammer, krachteloos terugdeinzen, klagend gesnik. Toen uas mijn ziel in vreemden droom, in willoos zien, en ik zag de droeve Kris- tuskop uit zacht Italië op somher grauw dook, in ware omlijning met diepe smnrte- OOgen, loom gesloten, toch ziende, mei ge lanl-hekken, verzacht van droeven weedom. En diep, diep gevoel stroomde mijn. ziel hinnon als de schemer binnen waar te in somber Imizen-djeple. Toen verbied!;te het sinarlebecUl on zag ilk e/m blinde, wiens gelaat was grondelooze wcymoed, peilloos, als de diepte van den bruisenden Oceaan. En alles in mijn ziel wpul teer, emiitspreikelijk teer, oen hei'fsteli aden-steinming, want ik herkende en ontwaakte uit ware ilroom-stemming. 't AVas de gojedc blinde, dio zong van duis tere stad, van ware morgen gloren. Dio zong van vogel wiege-wiegelen in ijle Ijentüllicht,, die zong van tokkelend klok- kespiel,. als 'l tikkelen van zilverdroppels op tegen boog kleurige krist al ten zee, die zong van somber klokkedroomen over zwarten weemoed, dio zong van ruïnen oud lm be most, vol van waze droom,en. En ik zag 't gelaat opheffen naar blauwe en rose hemelgewelven, met zoo'n rei nen lach, met zóó rustig zi.ele-ademen, dat mijn ziel als wper opzweefde naar blauw en goud van tcere lente-lucht. AVat schoon, «en reiue ziel te dragen ojn T gelaat, AYa.t schoon, blind te zijn en te kunnen fluisteren in droom-slcmuiing Een wonder zegende mijn oogen, Mijn God ik zag. AVat schoon,, woorden te voelen trillen in _„n zachte weemoedziel,, (lie, vertolkt door een hemelzacht Lentezuchtje, zouden klinken, als bulderde een loeionden herfst storm. Dan zijn woordeukleuren cn geuren,, geen - somber vulsel van hoeken, geen duf ge murmel over onzinvuor.stellingon. Toen leek mij '4 leven weer lief, weer roze Alijn loven was weer een gouden herfst nacht. En dat deed die blinde goede, wiens zacht martelgelaat ik zag, beschenen door zacht onuitsprekelijk toer morgenrood in gouden visioen. En wellicht kennen weinige stadgenooten van Penning zijn hoog cn teer (werkje. 'I ïs één donzen droom, die vrede brengt in sombere ziel. I '•t Is een zachte glimlach op moe men schen gelaat, die 't licht niet meer kent, dan Van verre drooinen, uit roze jeugd jaren. f Cs. BOEKHOLT.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 11