op gedrenkt griesmeel; zijn oogen
oliair blauw als fijn por „dein e
«tedeSeT11 'VergingCn VRn
Kunst en Wetensehap-
Sport.
Gemengd Nieuws.
Sclioonlieid.
Schiedam.,
;„Art!rineeti van lust, tot het hoogere,
f l tegenstelling met hef Inge
fcfnafe Hij was een d roomer, een dieh-
-'1' i„r gevoelige menschen, waaraan
W' verder zoo .afschuwelijke, tijd zoo
gen lovende tegenstelling van het
TaVen prozaïsche, om zoo te spreken.
Hii hoorde 'tot die lieden, wier booggestem-
Ï2lavens temidden van een wereld vol
lachende auto's, gillende stoomfluiten en
Hfke maskerades van ontucht, verheffend
i om
itiscl
naai
lijk
"Shad een rijzige gestalte, en was ma-
Jt als een Don Quichote. Zijn kaken had-
r'een zachtroode kleur als in bessen
QCH c w noffnn irorftr
Sfce maskerades van ontucht. veriiet enu
n om te aanschouwen, en wier liefelijke
Stische zielen den nog eenigszins fijn
Sarden evennaasten, voor zooveel doen
ihl verzoenen niet onze verdorven samenlo
waren
SKjk blauw als fijn pór „deint en zijn
iiherisch doorzichtige baard was blond ge
ïHt Eoud van 18 karaats. Hg was vege-
hriër en geheel-onthouder, gerookt lmd hij
nooit, noch zou hij zich ooit verstouten
het té doen, en hij droeg geen sokken. Wd
«boenen, en met deze ging hij dag-m dag-
uit op het pad der verhevenheid. De gewone
menschen begrepen hem niet, en dat maak
te die menschen er niet mooier op. .Maar
hèm eigenlijk wel. i
Het was op een leiitonamnldag. Alk
machtig mooi weer. .Grauwe winter he
nen Laaie verschenen. Alom weelde der
natuur, g-wederd koor,, donzige moslapij-
ten beken - als zilveren linten, enz.
In de klas. dio twee vensters op het
Westen had, werd mijnheel' Yecnsliju ver
dacht De zon ging .onder, en toen hij
jet vertrek binnenkwam, wieiy zij ju id
als ware het opzettelijk, haar stralen op
'den verheven man. die in den zarhlgoudcn
gloed wel een gepolychromeerd heiligen
beeld gejoek. i
lièèèfluisterden de kinderen vet
rukt bij zijn glorierijken aanblik,
Dag, lieve, jonge vrienden, groette de
gepolychromeerde op diep-harlêlijken toon.
Pan ijlde hij naar oen der .twee venstera.
Ver weg aan de kim der weiden zag
mende bloedroode bol henenglijden, halver-
aege reeds achter het geboomte verdo
ten-
De jongenlui vlogen eveneens naar de
vensters, en de dichterlijke man wees hen
geestdriftig op het fraaie schouwspel.
Ohohzei hij, eenigszins janmie
tend, wat een heerlijkheid, kinderen,
dat m dit mogen zien. Stil, stil, geen
woord nu in deze gewijde stilte" Alleen
jnuziek, heel zachte muziek, van een orgel,
zou erbij passen. En dan heel gedempt,
zie je, zoo onwezenlijk.als een verre
lieve droom.
Of anders een violoncel, opperde een
der meisjes, met een over-teedere stem vol
verrukking.
Of een clavoecimbel, zooals Beeljio
ven, zei een ander smachtend.
Beethoven, zalig, hè, die Beethoven,
beaamde met vecke stem een fjinke, ge
zonde knaap.
Er is niet Jtieerlijk'ers dan kunst,
dweepte een meisje, en haar oogen ver
smolten alspralines.
En de natuur! fluisterde begeesterd
mijnheer Veenstijn.
J?de natuur, de natuuuuuur, deden
de kinderen op kwijnenden toon.
Kijk' me dat lieve, sappige groen eens
aan, begon de beminde leeraar halffluis-
lerend te ijlen v— en die verrukkelijke bor>
men met hun uitbottende knoppen, waarin
de duiven minnekoozenzie me die lieve
watertjes eens aan, 'iioe fijn, hoe doorziet*
tig. En die rose kleur- daar in de verte,
waar de zon de aarde kust. De aarde
bloost van de kussen van de zon.
Bij de laatste gewaagdheid blikte hij
met een onuitspreeklijk tecderen blik een
tweetal meisjes 6cn voor één aan, en zij
bloosden beiden op'haar beurt. De vrien
delijke man naderde en streek hen beiden
over hel haar, zachtkens en edel.
Dat goudblonde kopje van jou, An
naatje, zei hij verrukt tot een der meisjc-
dat goudblonde kopje van jou doet mc
altjjd aan een engel denken. Die fij.ic krul
letjes en dat blanke voorhoofd, waarop
de zon nu haar rose, schijnsel werpt....
Het kind werd onder zijn streelende han
den allengs een weinig bleek. De oogen
leken uit te zotten, en wel vochtig te woi
«en. De hoeken van den kleinen mond
beefden.
Een flauwe glimlach Verscheen aan zijn
mondhoeken, speeld^geduiende een ondeel
baar oogeublik door de krullende knevel
punten, als 'n 'zo mora vond Vries dootr ijl ge
boomte.
De dierbare man richtte zich reed« nil zijn
puste houding op en bij deze b'ewrgf og vei
«ecg zijn gelaat in den zonneschijn zulk 'it
Mvenaardschen glans, dal men hem zcei
lre' zonder zich te blamceren. voor een
ongn had kunnen houden, die regolrecli
on zonder aanloop naar den hemel vloog,
och zijn ziej mocht in hoogere gewesten
toeven, zijn lichaam, lioe verheven van aiu-
rer'wk, bleef op den vloer staan. Rn d<
?sbegon, zoo goed en zoo kwaad dal dun
ep onder zoo lyrische natuurvrienden.
m bovendien door den bacil der poëzie
pen aangetast, f,essen werden overhoor!
ut* vragen, en antwoorden geleken meer
4 sbdsehnatige uitwisseling van loeder
want de onderwijzer begreep dm
i I uuuei wijzer
on rin®fn- 'wrakheden, vergaf die liefde* o1
tJit ?,°b ^er had een aangrijpend
non j)aa,"'s- Tom, een der oudste kna
nad een baantje als loopjongen aan
von.,imema, kregen en sou dus de school
diien marinier-
wp geenszins de lieveling van mijn
lenr ^on ^Djwel de e enige hei*
...j ie met onder 's leeraars invloed was.
stim ",!J1'cren waren verzot op dien Veen
terln\if.r°et?!ien met !^cn verukkelijken, rlicb-
robnoi a °88os1®mden man, verkeerden
oaermm '■nv*(>ed, en trokken den
TUK Huizenhoog ,op voor de
ÈvftTwic u ,I.' snoodealledaagsheden,
zij ovem» ^Haro voorganger waren
N'lichamm- geworden; louter- ziel;
lcü4men schenen hun niet meer dan
verrelende, hinderlijke aanhangsels, '/om
echter leek anders; die scheen wel alle
poëzie, verhevenheid en aanverwante arti-
k'cle,n uun zijn laarzen te lappen, en, on-
d-anjpS ac zwoele idealistische oni^evine zijn
hoofd koel te hebben bewaard. Hoeveel te
meer ontstellend was hel daarom, -en
hoeveel grooier triomf van V eemtijn's le
vensaanschouwing en suggestie, wanneer
do jongen bij het afscheid nemen van den
onderwijzer in tranen uitbarstte. Tot zijn
verontschuldiging moet ik zeggen, dat Veen
stijn zedf weende bij den aanblik dezer
jonge zie], die door de vreede omstandig
heden uit den zieienzuenn van .onder zijn
vleugelen werd weggesleurd. Immers, de
wereld nas zoo boosMat a! afschuwelijke
teleurstellingen borg zij niet in haar wel-
voorzienen schoot. elk een voorraad van
ontnuchteringen hield zij niet steeds in
gereedheid ,voor de teodete, jeugd'g zie
len Wee., wee den armen jonkman, die
nieL verstaan worden zou, den onervarene
mr-i zijn onbedorven hagelwitte ziel, die
door de walgelijke volwassenen besmeurd,
bemodderd, beduimeld zou worden. AhHij
mocht zijn billijke tranen wel den vrijen
loop laten. En hij dééd zulks uok, al i
hj| het zelf.
Bij den onvenvaehten aanblik der tranen
van don jonkman verdubbelde hij gijnen
tranenvloed nog. Alen had zooals de
arme menschheid, (die het weten kan), bet
uitdrukt, hem kunnen wasschen in 'zijn
lianen. Dit geschiedde echter niet Al wat
ev geschiedde, was, dat Veenstijn den knaap
meewarig over het sLruipige haar streelde
en op ziejsbedroovenden toon een gedicht
opzei, waarin de ellende van het leven de
hoofdschotel was. Ja, en nóg iets geheulde
er: plotseling tusschen zijn' snikken door
stiet Tom met woest schokkende stem de
woorden uit: ,,Ik verzuip me."
Veenstijn niet zijn wereldwijsheid moest
dit volkomen begrijpelijk vinden, en de
cenig juiste opvatting achten, doch Tom's
hartstochtelijke uitbarsting wierp hein
te zeer uit liet lood. dan dat hij zijn goed
keuring had kunnen uitspreken over hei
besluit van den jongen. Ook zijn geest
was gewillig, doch zijn vleesch zwak; de
wilde woorden van den knaap déden hem
wankelen op zijn grondvesten en in zijn
engelachtige ocgen schoof een genster van
angst. Toen hij eindelijk de kracht vond
om den knaap op zijn gebruikelijke teedere
wijze de handen te drukken, duwde de
jongen hem met een ruw gebaar van zicli
af en Hiep weg. Pit ma,t de maat an zijn
benauwdheid vol. Hij kreeg een gevoel alsof
hij hevig braken moest, zijn oogleden knip
perden snel op en neer als de vleugels van
een insect, en met ,een mond als een elas
tiek, waar de rek uil is, zei hij, „oooh!"
alsof hij daar iels zeer ontzettends had
begrepen.
Deze gebeurtenis bracht een ommekeer
in Veenslijn's gemoedsgesteldheid. Hij kwijn
de als een orang-oetang, die uit zijn sto
vend klimaat in een Westerschen dieren
tuin is overgebracht. Hij tobde. Hij pieker
de. Hij mijmerde. Hij leed. Elke liestaans-
openbaring was hem weerzinwekkend; hij
kon geen potlood aanpunten zonder diepe
zuchten; hij wischte geen rekenkundige
reeksen of andere plagerijen van hel boni,
of hij bedacht, dat hij liet liefst zichzelven
maar had uitgewischï. Do omgang met de
kinderen, eens, naar eigen zeggen, zijn heer
lijke roeping, stond hem thans tegen aN
o verve tie sjiijs den maaglijder. Hij werd
opzienbarend nerveus, het kleinste genie bi
in zijn nabijheid deed hem opschrikken
als een konijn in zijn leger. Zijn ziel ivn.-
:ds een schipbreukeling zoo vereenzaamd
in zijn hoofd was Jjot ledig en stil als in
ccn huis na'een uitgehluschlen brand. De
woorden ,.lk verzuip me"», klonken sedert
Tom ze- uitgesproken had, hem voortdu
rend in de ooren, en dieven hem tol wan
hoop. Want die knaap was zijn slarhlolfer
In oen bliksemsnellen lichtflits had hij dat
zoo gezien, dien namiddag, en zöó bleet
hij het nu zien, voortdurend, voortdurend
Indien de knaap zich van kant maakte
was hij, Veenstijn, de mooidenaar. En lnj
kon urenlang a's een ter dood veroordeel
de over deze zeer waarschijnlijke mogelijk
hoid zitten denten. met het gelaat in dt
handen en uitgeloofden blik. .Veen, mam
die piian zag eruit in die dagen t De bes-en
wijmoodo kleur wa-. van zijn zachte wan
gen gebleekt; zijn oogen waren beslagen
als metaal, dat niet meer wordt opgepoetst;
en 'de krul was heelendaj uit zijn coir-
zoo lieven baa.id. Hij was gelukkig een
wees, went ware dit niet het geval geweest,
zijn eigen ouders hadden hem niet. her
kend.
Hij. die eens zulk een geducht wandelaar
was,' vermoed hot nu. zooveel doen!$k. zijn
woning te verlaten, weerzinwekkend ah
hem de nieuwsgierige blikken der vooibij
gangers waren. "Slechts één kleinen tocht
maakte hij den laaUSeu tijd dagelijks. Niet
ver van de school, die, als ik zeide, aan
den buitenkant der stad stond, lag aan cl<-
,-aart der filmfabriek, waar Tom werkzaam
was. Dftiir liad hij hem eens oj> ccn och
tend kort vóór schooltijd zien binnengaan.
En sindsdien kuierde hij er eiken morgen
even heen om te zien of hij, of lnj, -
-- ja. het liooge woord moet eruit: of hij
nog leefde... En 'te'.benma'e a's bij dm
knaap had zien binnengaan, was een zware
halter hem van de ziel gewenteld. Ver
licht wandelde hij dan schoohvuarls. !e
den aanvang had hij er over gedacht, hem
aan te spreken, doch eens, als de jongen
hem opmerkte, had deze hem met een
blik vol haat doen gevo-den, dal hij elke
toenadering verijdelen zou. Doch den knaap
te zien wa.s hem voldoende, en hij zin.
hem dagelijks, en zijn 'aanblik was een
balsem voor zijn gewonde ziel.
Alaanden verliepen.
Ban geschiedde er iets zóó ontze.teiuU
dat mijn pen schier weigert, het te be
schrijven.
Veenstijn kwam oj* een morgen wedei
aankuicrcn. Hot was een stormachtige dag.
De hoornen langs de vaart zwiepten gierend
op de duwen van een machtigen wind. In
de lucht voeren snelle wolken heen. 11e',
mctanlbünkende watervlak vertoonde Iv.r-
de rimpels als een, reusachtig plat van ge
golfd plaatijzer, en flitsend keilde het zon
licht daarover. Dan, en ik wilde, dat
ik "hel u besparen kon. dan en het
was zóó afschuwelijk, dat liet bijna onge
looflijk lijkt, dun zag de doodelijk ver
schrikte Veenstijn plotseling een jongen met
een aschgrauw gelaat en kaarsrecht op
staande haren op hel oever gras aanloo
ien. En bij dat scliouwsp-d g -vóelde bij. dat
hij waanzinnig w nd. volslagen wa mzinnig
van schrik, want die jongen was Tom en
niemand anders. De knaap wrong de han
den, stak de bevende armen in een ge
baar van named o o-ze rampza'igheid ten he
mel, en stortte zich in het woeste water.
Bet was Veenstijn of er .yen snaar sprong
in zijn hoofd, en tegelijk wa> hij steke
blind. En stokdoof 'En stom. En volkomen
lam. En gelijk oen vormelooze ma-se plofte
hij op den weg neer. Hij lag in zwijm.
Ik spaar n de rest. Temeer daar Veen
stijn's bezwijming op ziehzdve reeds onge
motiveerd was. Immers hij wist niet, dat
Tom, bij zijn afscheid van de school lot
wanhoop verwoed om het aanstaand gemis
zijner vrijheid, al heel spoedig mei zijn
haantje zich iiad verzoend, en rappe, fik-
sche zwemmer uls hij was. wel eens voor
do filmopnamen aan.de vaart gebruikt werd.
Zulk een opname had Veenstijn dien morgen
bijgewoond. Anders niet.
flcigelvorm ng en hagelval.
In de Donderdagavond gehouden verga
dering van de Hangsche Afdeeling dor Ac-
derlandsche Vereeniging voor Weer- en Ster
renkunde, trad de heer Chr. A. C. A'ell als
spreker op, die het onderwerp ..Hagel"
behandelde.
Hagel is in hoofdzaak een eigenaardig
zomerverschijnsel. Er is groot verschil in
de soorten van voorkomenden hagel. De
in het koude jaargetijde meest vallende
soort is de doffe zachte stofhagel, waar
onder soms ook kleine pyramidevormen
voorkomen. De Duifschors hebben er den
naam ,,Graubeln" voor. Zij gelijken op sa
mengeperste sneeuw, in tegenstelling met
<le harde soms zeer groote korrels vor
mende hagel, die uit hard ijs bestaan. Zij
kunnen tot "100 Irani en soms veel meer
wegen. Foms denkt. men. dat daarin worrlt
overdreven, maar (j Augustus 189-4 vielen
in Den Hang zelf hagelsteenen van 2.5
e.AL. wegende 40 gram en schijven van
17 c.AL omtrek. Enkele ineleoioiogen spre
ken van een maximum grootte als kippen
eieren of zelfs meloenen, en bij Bizerla
zijn er geconstateerd van meer dan een
kilogram, al bestaat de mogelijkheid, dat
dil ten dcele op den grond samengevro
ren klompen waren. Hel jaarverslag van
ons Aleteoroiogisch instituut vermeldt uit
ons eigen land wel niet zóó groote. maar
toch zeer aanzienlijke hagelsteenen die ge
vallen zijn.
Zulke hagelslagen kunnen geweldige scha
de aanrichten. In Hngelsch-fndië. waar zij
voel voorkomen, is dikwijls groot vee in
menigte door hagel gedood.
Hagel komt tot binnen den Poolcirkel
voor. In de boete luchtstreek hagelt hel
zelfs wel aan den equator, maar dan smel
ten de korrels veelal reeds tijdens den
val. In de meer gematigde luchtstreken
is hel voorkomen hel veelvuldigsl.
De groote hagel gaat steeds gepaard met
omveder, de kleine niet. Eigenaardig is,,
dat de 'donderslagen verminderen als de
hagelbui in hel zenith is, ofschoon het wei
blijft, lichten. Mogelijk dat tiet geweld dat
de hagel maakt, de donderslagen overstemt
Do aai(1 van den bodem schijnI op de
richting dor hagelbuien geen bepaalden in
vloed te hebben, wel op de intensiteit
van den val. Bij hel overtrokken van een
onweer over hel land. is de hagelstroiok
meest smal.
Ofschoon tingel in hel algemeen een zo-
morvei'schijnsci is, vertoont Mei een maxi
mum. Driekwart der buien valt tusschen
10 en G uur overdag, met een maximum
tusschen 2 en 4. de warmste uren van den
dag. Trouwens, de wa miste dceleu van
elk land vertonnen ook den moesten ha
gelval.
- Et' ontstaat dus in de atmosfeer ijs,
soms in enorme stukken, in de warmste
streken op de warmste uren van den dag.
Hel onderzoek dei' toestanden in de hoo-
gere luchtlagen ernst, heeft dit verklaar
baar gemaakt Iteeds op 4 K.AI, hoogte
hcerscht gemiddeld G graden Celsius vorst,
terwijl de verwarming des daags reeds oj>
2 K.AI. hoogte onbeteekenend is. Alet deze
feiten vooral is tegenwoordig een aanne
melijke hagel theorie op te stellen, die uit
voerig door den spreker word ontwikkeld.
De voorwaarde voor hagel vorming is dan
de opstijging van warme, vochtige lucht
lol hoogten waar de neerslag bevriest, dat
is hoven de laag der gewone wolkvorming.
Hij den val bevriezen nieuwe lagen, neer
slaande uil 'de wolken, om den korrel heen,
die dan ook concentrische lagen vertoont.
Zijn er hiehtstroomen. die groote korrels
lang zwevende honden, dan ontslaat de
voorwaarde tol aangroei tol reuzcnhagels
als soms wordt aangenomen. De kern is
steeds een kJefne (Trnn bel korrel.
Aangetoond werd hoe do zeer verschil
lende vormen van hagel, zich op dezen
grondslag laten verklaren. De electrischo
2
invloeden daarbij zijn echter nog onvolle
dig onderzocht
De strijd tegen salvarsaan.
l)r. Dreuw, de Borlijnsche politic-dokter,
die openlijk heeft durven zeggen, da! sal
varsaan een gevaailijk en in vele gevallen
niets uitwerkend middel is, heeft, zonder
opgaaf van redenen zijn ontslag, thuis ge
zonden gekregen. Hij maakt nu in de pers
het volgende bekend:
„Den 19den April maakte ik in de „Deut
sche Tageszeitung" een artikel over salvar
saan openbaar, dat de welkome aanleiding
verschafte, om mij plotseling te ontslaan.
Dat artikel bevatte een statistiek, nanloo-
neiwle dal. na invoering van de salvarsaan-
bchendeling ruim 50 pCt. van de prosti-
tutces, die onder politie-toezichl staan, meer
dan voor de invoering ervan, wegens reci-
dievon van die ziekte in het ziekenhuis op
genomen moesten worden. Einde April
vroeg de crirninec-le politie schriftelijk, met
welk recht ik die statistiek bekend bad
gemaakt. Ik antwoordde, dat de overheid
haar aan Ehrlieh's neef, dr. Felix Pinkus,
die geen ambtelijke betrekking bekleedt,
had medegedeeld, en zij reeds om die
reden geen geheim, maar publiek mate
riaal wa-. Daarop ia mij op 11 .Mei zonder
mondelinge ruggespraak en zonder opgaaf
van redenen, mijn ontslag medegedeeld.
Het dokument was niet door v. Jagow,
den president van politie, maar door den
oppenegeeringsraad Slotte oaderteekend. Ik
laat het oordeel over de tussrhenkomst van
liet politic-presidium in den vetensehap-
pelijken -trijd over salvarsaan en de ge
troffen maatregelen, die een inbreuk op
de vrijheid van liet wetenschappelijk den
kon en het onderzoek naar de waarheid
beteekenun, aan de openbare memmc over.
Ik wil echter niet onvermeld laten, dal een
19-jarige prostituee aan sa! va maan i- be
zweken, dat er één blind, twee doof zijn
geworden en dal ongeveer 20 ernstig licha
melijk nadeel hebben gekregen."
Een middel tegen kiespijn,
Als men een kiespijn) ijder een Resell je
met een paar gram aetheriscbo nroslerdolio
onder tiet een neusgat houdt en hem ver
zoekt. mond. oogen, en het andere neus
gat dicht te houden, wordt het gezicht van
den kiespijnüjdex rood. de oogen. tranen en
de ademhaling woritt belemmerd. Gelijk
tijdig houdt de pijn op. De Oo.-tenrijksclro
militaire arts Dr. Adolf Schwarz, die deze
waai nemingen toevallig deed, vindt het mid
del cm ral voor den militairen dokter van
belang. I in mem te velde i- het niet altijd
mogelijk dadelijk een kies te trekken. Dan
kan men zijn toevlucht nemen tot dit be
trekkelijk eenvmulig middel. De duur rler
pijnstillende werking bedraagt eenige uren.
Ook bij oorpijn, vooral bij ontsteking van
het middcno'or, is het middel met succes
toegepast, Eenige voorzichtigheid zij ech
ter aanbevolende mosterdolie werkt zeer
bijtend: men meet dus oppassen, dat de
droppels niet op het slijmvlies of op de
huid komen. Daarom is het goed ecu Resell-
je van 20 gr. te nemen voor 5 gr. olie.
Voetbal.
in de „Tel." lozen we o.a. het volgende-:
AVij ontvingen de inededceling, dat dezer
dagen in hel. lokaal „Nieuw Amsterdam"
aan den Admiraal do Ruyterweg, is ojige»
richt de E(crste) N(ederlandsehe) D(ames)
VpoetbaD Vi'eioeinging), ojr initiatief van
do dames A. Tulleken (een fameuse naam.
die klinkt als een Klok!), J. Korbaar on J.
van Rbeonen, en waartoe, stante pedo. de
1G aanwezige dames toetraden.
Dal de dames met voornemens zijn het
hij praten te laten, blijkt hieruit, dat, slaan
de deze eerste vergadering, het besluit werd
genomen, een trainer te engagoeren, en de
medewerking te. verzoeken van den Ani1-
slei'darnsclien Voetbalbond.
Wil men ons oprecht oordeel?
AVcImi wij hebben er iels tegen. Voet
ballen is, als tiet althans op dien naam
aanspraak wil maken en niet wil onlaar-
don in een peuterig, trap-zwak spèllcije,
een poo-tig, een hard spel een sjiort vooi
mannen. Ja, hel is al wel eens gespeeld
in Engeland, zeker, maar dat was een
grapje, dal deden 22 variété-sterren voor
een gied doeJ, hij hooge uitzondering, en
de bal luid dien dag a soft job: hel publiek
lachte om het grappig-uDelloos gedraaf der
lieftallige meiskens.
Maar als hel ernst wordt
Champagne-liefhebber.
Rij do jxditie to Feijeuooixl werd door
een Amerikaan-die zeeman aangifte g<>(
daan, dat iiij in een café aan den Sumatra-
weg van 5 biljetten 'van 10 dollar beroofd
was. Bij onderzoek bleek, dat bij in dat
café 18 flesschen champagne had yerteerd
en het geld in betaling had gegeven. De
biljdten waren dan pok in liet bezit van
den kastelein.
Volksstammen in bijenkorven.
In Mesopotamia ziet de reiziger een won
derlijk soort woningen, gebouwd van klei
in den vorm van bijenkorven. Geheele dor
pen ziet men op deze wijze gebouwd. Het
land heeft weinig boo men en daardoor nage
noeg geen liout; ook stee-mm ontbreken
cn daarom bouwen de inboorlingen bun
huizen van klei, in do zon gebakken. Een
dergelijk bijenkorf-dorp1 is o.a. Alosolmeih,
niet ver van Aleppo aan 'den benn-mden
Itagdadsijrionveg. leder huis "bestaat uit
velschilieftde „korven", tamelijk dicht bij
elkaar en omringd door een muur van klei.
Eén wordt gebruik! ate eigenlijke woning,
een paar andere voor het vee en nog an
dere als schuur, al naar den rijkdom van
den eigenaar.
Een verdwijnende toren uit de kruistochten
Even buiten de Syrische haven Tripoli
staal een beroemd oud gebouw, bekend
onder den naam van den Leeuweirioren.
AT-o]ge-ris de overlevering werd dit monument
gebouwd door Richard Leeuwenhart van
Engeland. In werkelijkheid is de toren
een van de zes versterkingen door Kruisva-
ders gebouwd om de kust te beschermen,
Slechts één andere i- tut nog toe "behouden
en die verkeert in een depiorabelen toe
stand De Leeuwen! .ten zal spoedig ver
woest worden om j.laats te maken voor
een «j ooi weg. tot glooien spijt \an arehae-
ol-ogen, die hel oude bouwwerk gaarne be
houden hadden gezien.
(Ingezonden.)
Een wonder zegende mijn oogen.
„Mijn God ik zag."
l'it ,,St. .Tans lot", van Penning.
Toen ik Schiedam zag liggen als een
moe, zwart wezen, droef en somber, toen
brandde hel doffe avondrood aan den ver
ren AVeslerkim. Toen zag ik veel en voelde
ik veel. Eu immer staarde ik in den diepen
gloed van *t AAVsten, als was daar het
mystieke schijnsel van 't eeuwige land der
donze draomen, als was daar mijn laatste
icugddrooni, zoo zwaar, na mijn roze droo-
men van mijn gulden "Eindjaren.
Geheel mijn ziel omspande mijn oud
Schiedam in inlenze liefde, geheel mijn
ziel trilde van wild. somher verlangen, ge
heel mijn ziel was één sombere mystieke
tempel met muziekgolvon, wild-bruisend,
luid opjammemid. meukend, omhoogda
verend, dan weer zacht snikkend cn droef
murmelend, als krachteloos na fitanischen
strijd met machtige goden.
Alijn oog werd vochtig en dof, dan mild
en strak. 'i. AVas of ganseh mijn wezen
vereende met droeve krachten, 't was of do
lende zielen mij bestormden met hun klach
ten, mij aanjatnmt-nküi. smeekten, en mijn
ziel was willoos overgegeven.
't AVas of ik nog even kon zien naar
mijn roze jeugd, in droeven smeekblik, met
oogen waarin alle zachtheid school van
mijn geheele ziel. die liefde met bloemen
en teer gloeiende zonnegloren. Toen ver
somberde mijn blik, 't werd nacht na don
zen avondrood.
Door de boom enk ruin en ruischte bet,
Beethovemnnziek, wachte sombere klachten
om teêr morgenlicht, droeve klachten van
duistere zielen, Dante-z.ielen. En Jioog-uit
oneindige eeuu igtieid bruiste sonoor fluweel
zachte weemoed, zich stortend in moede
menschenziel, ml roze morgcngloieii.
En als naglorend wielden purperen ve
deren door den Hemel, en daaronder don
zen weemoed van stervens-oogonblik, zacht
overdraomen van licht, en duistrc schemer
rijken.
Toen zag ik om mij schemerkleuren, en
hoven mij deinde nog weemocd-niuziek, nog
sombre stemmen van strijdend titanenrijk,
ombooggejammer, krachteloos terugdeinzen,
klagend gesnik.
Toen uas mijn ziel in vreemden droom,
in willoos zien, en ik zag de droeve Kris-
tuskop uit zacht Italië op somher grauw
dook, in ware omlijning met diepe smnrte-
OOgen, loom gesloten, toch ziende, mei ge
lanl-hekken, verzacht van droeven weedom.
En diep, diep gevoel stroomde mijn. ziel
hinnon als de schemer binnen waar te in
somber Imizen-djeple.
Toen verbied!;te het sinarlebecUl on zag
ilk e/m blinde, wiens gelaat was grondelooze
wcymoed, peilloos, als de diepte van den
bruisenden Oceaan. En alles in mijn
ziel wpul teer, emiitspreikelijk teer, oen
hei'fsteli aden-steinming, want ik herkende
en ontwaakte uit ware ilroom-stemming.
't AVas de gojedc blinde, dio zong van duis
tere stad, van ware morgen gloren.
Dio zong van vogel wiege-wiegelen in
ijle Ijentüllicht,, die zong van tokkelend klok-
kespiel,. als 'l tikkelen van zilverdroppels
op tegen boog kleurige krist al ten zee, die zong
van somber klokkedroomen over zwarten
weemoed, dio zong van ruïnen oud lm be
most, vol van waze droom,en.
En ik zag 't gelaat opheffen naar blauwe
en rose hemelgewelven, met zoo'n rei nen
lach, met zóó rustig zi.ele-ademen, dat mijn
ziel als wper opzweefde naar blauw en
goud van tcere lente-lucht.
AVat schoon, «en reiue ziel te dragen ojn
T gelaat, AYa.t schoon, blind te zijn en te
kunnen fluisteren in droom-slcmuiing
Een wonder zegende mijn oogen,
Mijn God ik zag.
AVat schoon,, woorden te voelen trillen
in _„n zachte weemoedziel,, (lie, vertolkt
door een hemelzacht Lentezuchtje, zouden
klinken, als bulderde een loeionden herfst
storm.
Dan zijn woordeukleuren cn geuren,, geen -
somber vulsel van hoeken, geen duf ge
murmel over onzinvuor.stellingon.
Toen leek mij '4 leven weer lief, weer
roze
Alijn loven was weer een gouden herfst
nacht.
En dat deed die blinde goede, wiens
zacht martelgelaat ik zag, beschenen door
zacht onuitsprekelijk toer morgenrood in
gouden visioen.
En wellicht kennen weinige stadgenooten
van Penning zijn hoog cn teer (werkje.
'I ïs één donzen droom, die vrede brengt
in sombere ziel. I
'•t Is een zachte glimlach op moe men
schen gelaat, die 't licht niet meer kent,
dan Van verre drooinen, uit roze jeugd
jaren. f
Cs. BOEKHOLT.