67* Jaargang.
Zaterdag 18 Juli 1914.
rso. 54580
Tweede Blad
Nuttig werk.
GERTRUDE.
Het buitenland en wij.
Onze nationale ïredestfijeentat
s;h edaivs :he coi mi r.
DezeCourant verschijnt dagelijkss metuitzondering ran Zon- en Feestdagen,
Frifs jper kwartaal: yioor (Schiedam en Xlaardingen fi. 1.25franco
per post fi. 1.65.
Prgs per week: Moor Schiedam en Klaardingen 10 cent,
I Afzonderlijke nummers 2 cent
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Adyerientiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
juir aan het Bureau feezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.)
Prijs der AdvertentiSn": Van 16 regels fl, Ö.92; iedere regel mee*
15 oeafs.. Reclames 30 cent pea: regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen!
Ad verten tién hg abonnement op voordeeüge voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen,
In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen,- worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
ïan '40 cents per advertentie,- bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.-
Intercommunale Telefoon No. 103,
Er wordt wel eens geglimlacht over de
grooto internationale Congressen, over in
ternationale plechtigheden als er nu b.v.
onlangs weer te Groningen hebben plaats
gevonden, waar geleerden uil vele landen
de herdenking.splechtigheden der Universi
teit hebben bijgewoond. Congressen zon
wordt dan beweerd zijn niets dan gele
genheden tot feestvieren met een niet on
geschikt voorwendsel, zijn hoogstens midde
len voor allerlei carrière-makers om relaties
te krijgen en opgenomen te worden in
de vrijmetselarij der elkaar onderscheidin
gen-toejongleerende geleerden, liet blijft
toch altijd „kip met peren en ossenhaas,"
aldus wordt een bekende Nedcrlandsche
revue geciteerd. En wat de internationale
plechtigheden aangaat, ook daarvan hooit
men gewagen als in het allerbeste geval
van niets dan formaliteiten zonder diepere
beteekenis.
Naar het ons voorkomt is die opvatting
niet juist. Integendeel. Wij hechten vrij
wat beteekenis aan dergelijke internationale
gebeurtenissen, en wij gelooven. dat het
geld, daaraan besteed, in den regel goed
besteed is.
Niet nog vooral uit het oogpunt van
vreemdelingenverkeer, al weten wij, welk
een belangrijke bron van inkomsten dit ver
keer kan zijn. Maar vooral uit het oogpunt
van internationale kennismaking. Het ge
wicht van zulk een internationale kennis
making wordt veelal over het hoofd ge
zien. Doch het is naar onze vaste overtui
ging groot.
En wel, omdat het de overtuiging vestigt
dat elders ook mensehen wonen, die in
hoofdzaak op oris gelijken en tnsschen wie
het oorlogen om gebiedsvergrooting, aller
lei vormkwesties, ethische of economische
voordeden een absurditeit behoorde te zijn.
Men zal ons wellicht tegemoet voeren
dat iedereen dit nl begrijpt. Doch niets is
minder waar. Van de groote massa kan
zoo'n begrip eenvoudig niet verlangd wor
den. Die zijn heden internationalist, omdat
in groote woorden het internationalisme
voor hen vertoond wordt en die zijn mor
gen chauvinist, wanneer men met overeen
komstige groote woorden het chauvinisme
voor hen uitstalt.
Doch ook de meer beschaafden kunnen
van die waarheid niet zóó overtuigd zijn
als zij buiten de grenzen nagenoeg nie-
Naar liet Duitsch
door
S. P. W, SCIIEIDIU8.
(Nadruk verboden.)
't Was op een namiddag in den herfst.
Over de weiden om de stad hing zwaar de
nevel. Terwijl de beitste stralen der onder
gaande zon nog een mat schijnsel wierpen
op de daken der huizen en den kerktoren,
stond daar reeds de kleine zilveren maan
sikkel aan den matblauwen hemel. Aan
den buitenkant van liet stadje met hel uit
zicht op- de weiden, daar woonde een jont»
meisje. Ze zal nog voor het hoekraam ge
bogen over een werk. Eindelijk fsloml ze
op met den uitroep: „Goddank, ik ben
klaar!"
Op straat hoorde men kinderstemmen, een
gelach en gejubel van belang; uil de
smidse aan de overzij bet eentonig tiktak
van de zware hamers, maar ons meisje
voor het raam hoorde daar niets van. In
gepeins staarde ze voor zich uit, ze had
zóó ingespannen zitten werken. Daar kwam
haar vader binnen, boe vol liefde rustte
zijn blik op die beweginglooze gestalte.
aGertrude," zei hij eindelijk, „waar zijn
je gedachten, dat je niet hoort, dal ik bin
nenkom? Ik bta hier al oen lioele poos
en mijn meisje merkt er niets van." Deze
'Vriendelijke, schertsende woorden brachten
haar weer tot de werkelijkheid.
-,,0, vadertje." zei ze lachend, terwijl ze
voorzichtig haar werk oprolde en haar hand
op vader's schouder lei, „weet u, waar
aan ik dacht? Of mijn werk, dat nel
klaar is, genade zal vinden in de oogen
der -strenge kritiek, of het geluk mij eens
mand anders dan zeer vluchtig, kennen.
Hebben zij daarentegen relaties over de
grenzen, welke telkens weer verfrischt woi-
den en die tot voortdurende correspondentie
en herhaalde ontmoetingen leiden, dan
wordt het ahsliacte begrip van vieemd
volk tot een zeer concreet begrip van alloi-
lei inenschon, die onder zekere omstandig
heden niet geweren zouden worden uitge
stuurd om oj) hun kennissen te schieten.
Bovendien er i« tii-schen de velschil
lende naties oneindig veel aanleiding tot
misverstand. Dat misverstand mi dat
zoo dikwijls kan groeien tot casus belli
kan in veel gevallen verminderd of althans
in zijn groei belemmerd worden wanneet
verscheiden intellectucelen uit de betrokken
tanden elkaar bij hei haling ontmoeten. En
waar nu die congressen een ongezochte
gelegenheid iimi \elo van de bekwaamste
eelmenten uit de volkeren bieden om elkaai
Ie ontmoeten, achten wij zulke congressen
instellingen van groot gewicht voor de goede
internationale verstandhouding, instellin
gen, die in veel gevallen direct zelfs moei
voor den wereldvrede zullen kunnen doen
dan directe propaganda.
Naast die congressen enz. hebben wij in
den laaf sten tijd ook de pogingen van be
paalde personen of bepaalde groepen van
personen, die er naar streven om groei
tere toenadering fussehen twee volkeren te
krijgen of tegen bepaalde ontstemmingen
op te komen.
Ook deze pogingen hebben, naar onze
manning groote beteekenis, die noch van
regeeringswcge noch door de spraakmaken
de menigte voldoende erkend plegen te
worden.
Wij zouden hier willen onderscheiden
tussrhen stelselmatige officieuze contrapro-
paganda en tussehen de pogingen van ver
spreide particulieren om in concrete geval
len tussehen twee volkeren misverstand te
bestrijden en nauwere aanraking te provo-
ceereu.
De eerste behoort zicli vooral met de pers
te bemoeien. De dagblad- en periodieke
pers kan veel goeds maar ook vee! kwaads
doen. Intriganten of menschen met beperk
te geestvermogens kunnen die in veel ge-
vatten gebruiken om misverstand tussclien
twee volkeren te verwekken, of zeifs op een
oorlog aan te sturen, die bepaalde belan
gen moet dienen.
Tegen deze eventualiteiten behoort de
moderne staat gewapend te zijn. Er behoort
een (liefst officieuse) persschildwaclit te
zijn. die, wanneer in bedoelde richting ge
ïntrigeerd wordt of zelfs maar onjuiste of
ton den tien-li berichten over zeker land. zijn
zal toelachen, en wat mijn vrienden en
familie wel zeggen zullen als ze hoeren,
dat ik heb durven meedingen jinnr den
prijs voor het mooiste handwerk!"
„Kan het je schelen, hoe ze daarover
denken, kind?" vroeg de oude heer, in
wiens stem oen lichte verwondering le be
speuren was.
„Dat, niet, vaderlief, maar och, er zijn
zoo van die dingen, die je hinderen kun
nen, Ik houd zoo vgn den vrede."
„lies!. Truuslief, doe daar je best voor.
mar denk daarom niet, dat je het alle
menschen naar den zin kunt maken, tint
kan niemand. Als je je best doel, en je
meent je plicht te doen, stoor je dan niet
aan liet oordeel van de wereld."
„Tante wou ine van mijn plan afbreit
gen, ze vond het jammer van den tijd et.
het geld, dat ik cr aan besteedde." „Dacht
je som-," zei ze, „dat jij den prijs kreegV
Wou je zelf de ieekening ontwerpen? Waar
heb je dan teekeueli geleerd En de nichtjes
zeiden lachend: „wat een p-lanneii, wat een
plannen. Heb liever één vogel in de hand
dan tien in de lucht. En toch ben ik met
mijn werk doorgegaan, vader, omdat ik
voelde, dat het op mijn weg lag en u het
goed vondt. Maar strakjes, toen 'I. af op
mijn schoot lag, en ik mijn handen ru-l
kon gunnen, toen kwam de twijfel, loei
dacht ik of ik niet iets begonnen was,
dat horen mijn krachten ging. of het nid
beter geweest ware, als ik er me niet aan
gewaagd had; toen-zonk me de moed in
de schoenen."
„Is dal nu mijn dappere, flinke Trims,
die ZOO spreekt? Zonder eenige kans op
stagen ben je niet begonnen. Je voelde
dat je er aanleg toe bad. En als bet je
nu eens niet meeloopt, wat hindert dat
dan nog? Over die teleurstelling zul je
wel heen ko-men en lukt bet je misschien
een volgenden keer op een andere ma
nier; maak je niet verdrietig als tante en
instellingen, handel, nijverheid enz. ver
spreid woiden, dadelijk wnar.-cliuwt en
maatregelen neemt om recht te zetten en
legen te spreken.
Dat do Nederiamlsche Staat nog altijd
/nik een iri-telling niet kerd, vinden wij
een groote tekortkoming, zoowel met liet
oog op eigen veiligheid als op het gemis
aan goed inzicht in gezond internationa
lisme. dal, daaruit spreekt.
Doch ook het weik van de particuliere
comité'-:, die toenadering tu-schen verschil
lende volkeren trachten te verkrijgen, be
hoort in liooge mate gewaardeerd te wor
den. Alen moet van het werken van deze
menschen niet te veel verwachten, begrijpen
dat zij daar, waar geen natuurlijke sym
pathie i«. niet dadelijk bergen verzetten.
Hun werk is gemakkelijker, waar het b.v.
de kleine naties betreft, al- waar sprake is
van toenadering tusseben de grooterc, het
i- met zoo moeilijk tussehen Engeland en
Duitsriibmd eenige resultaten te hereiken
al- tussehen Klankrijk en Duitsehland. Doch
men moet bij zulke groote verhoudingen ook
oog hebben voor schijnbaar kleine resul
taten en begrijpen, dat ook het kleine,
gelijk het „gewild hebben" van de be
kende spreuk bij groote zaken voldoen
de kan zijn.
Kr is b.v. een onmiskenbare verbetering
in de verhouding tus-ehen Duitsehland en
Engeland. Door particulieren is in die rich
ting hard gewerkt. Of die verbetering uit
sluitend of zelfs maar in hoofdzaak aan
hen te danken i-, kan verbazend moeilijk
uitgemaakt worden. Doch did staat wel
vast, dat zij eenig re-ultnnt bereikt heb
ben. En van lmeveel gewicht dat voor
de beschaving is, kan -lochia hij besef
fen. die een- nagaat wat een ontzettende
ramp uit ethisch en economisch opzicht
een oorlog tussehen heide landen zou zijn.
Wie dan ook maar liet minste of gering
ste nuttig werk beeft gedaan om deze ca
tastrophe te verhinderen, verdient tuide ge
prezen te worden, zoowel door zijn landge-
nooten als door alle andere medemensehen.
l?ij de groote, soms zelfs ziekelijke neiging
voor iael overnemen van buitenlamlsdie in.
-tellingen, Uio meu in Nederland opmerkt,
is het haast een wonder, dat cr enkoie instel-
liiigen zijn, waarnaar men niet taalt en waarvan
men hel gemis niet gevodt.
Nauwetijk- is er w-s-r ieis nieuws in liet bui-
Icnland, uf is er ook <t>u schrijver in Nederland,
die in een of ander maandschrift op die ni.-ii-
vviclieid ile aandacht ve-tigt. Weldra komen
er meer En spoedig is er een club mensehei),
die altijd van de ullerlaaUle meaning zijn
de nichtjes don spot met je drijven."
..Ju, weet u, maar ook om uwentwille
had ik zoo giaag wat geld verdiend."
„Kom kindje, ook zonder dat zullen wc
er nog vel komen. We moeten ons dan
maar wal ontzeggen, waarop wc gehoopt
hadden, Ats we mekaar maar behouden
mogen en niet ziek wruden, dan blijft er
niets t.e wonschen over. Maar ik hoop voor
jouw, dat dit gelukje je deel wordt, je
hebt het verdiend null de liefde en trouw
voor je vader."
Mei oogen vol tranen omhelsde hij zijn
kind.
Den volgenden morgen, vóór ze haar
werk de wereld in zou /enden, bekeek zi
bet nog eens met een teederbeid, als was
hef iets, dat ze lief bail gekregen.
Hel was een klein meesterwerk, dal voor
tiaar lag, een Ibeekleed, waarop een bloe
men rank geborduurd was, die bizondcr
smaakvol was uitgevallen. Teekening en
borduursel, alles eigen werk.
Ze pakte liet voorzithiig in.
De dagen werden al maar korter, toen
kwam Üe wilder niet zijn sneeuw en zijn
koude. Gertrude's vader, die al lang suk
kelend was, kreeg toen oen gedachten ,-tnoi
liet begon met hoesten, hij Werd al zwakker
en zwakker, 't Was een geduldige zieke,
met een vriendelijk lachje toonde hij zijn
dank voor de goede zorgen van zijn doch
ter. en hoopte da.ii, dal. ze het niet te zwaar
zou inzien.
Oj) zekeren dag kwam ze baar tante
opzoeken. „Kooi kind." zei tante, „wat ziet
je vader er slecht uit, als liet maar niet
erger wordt. D.it zou iels voor je heiden
zijn; dan zou de verpleging al je tijd
nemen on zou je niet meer kunnen ver
dienen. Nu, kijk nu maar niet zoo ver
schrikt, 't zal zoo slim wel niet worden
en in 't ergste geval zijn wij er toch óók
nog. Oom's inkomen is niet groot; we zou-
of die zich van de invoering van een nieuwig
heid persoonlijk voordeel voorstellen, welke
aandringt op de invoering van die nieuwig
heid f-> ;ij heel gatnv daarna heet Neder
land con „achterlijk tand'', dat „-feeds in
alle- bij „„het buitenland"achteraan komt
en dat „natuurlijk dus ook weer dn- nieuwig
heid in-eft laten gaan".
Oildcr deze omstandigheden i- lu-l WeitiC'!
merkwaardig, dat er instellingen vij-i. -In* ai
jaren lang m Ta-I buitenland ba-hu» zuiriw
dat men zich in Nederland geroepen ge-mi-p
Olli het Tniifenlandsoho voorlk-eid na te wil
gen nC zelfs maar een groote beweging op
liet getouw te zeiten om dat voorbeeld na tie
volgen.
Wij denken hier aan luv-e zéér uiVen'or,.
pende voorbeelden nachttreinen en jan. Nieu
wigheden zijn hei niet. de eers'en he-lu.ui in
atie landen van Europa behalve Ned-Hand.
de twee-Je zeker ook in nagenoeg alté tanden
Wij '.«taan geheel verschillend tegenover dezq
twee zaken.
Het gemis aan nachttreinen achten wij ind<-
gegeven omstandigheden een fout, dat aan jury
een voordeel
Het ontbreken van nachttreinen schijnt ons
een fout in onze economische wapenrusting.
Als Nederland met andere landen op de we
reldmarkt wil concurreeren, moet het even
goed geoutilleerd zijn al- die landen. Minder
goed post vervoor en minder goede handet--
opteidmg ten onzent moeten in deze even
zeer een voorgift aan liet buitenland zijn al-
nnnder goed treinvervoer. En het -preekt van.
zetf dat hel treinvervoer en lief postverkeer ten
onzent minder goed moeten zijn dan in tiet bui
tenland, indien men gedurende een uur of 5, (5
eiken dag atle zendingen stop zet en den reizi
ger- verhindert gebruik te maken, van de ver
keer-in-lilfuten.
En daarbij is niet de vraag of het elders
gegeven voorbeeld in theorie, in Wolkenkoe.
kookriieim b.v., navolging verdient. Doch de
vraag is of wij ons de luxe kunnen permittee Mn
van ons in den strijd om hel bestaan tns-ctien
de volkeren opzettelijk minder goed te oulil-
leert-n dan onze concurrenten.
Niet alleen de neiging tot nadoen van wat
elders geschiedt had ons dus hier tot nadoen
moeten leiden, doch ook de overweging, dat
de ennemrentie ons geen keus laat.
En toch geschiedt ligt.
Wij begrijpen dit verschijnsel niet, evenmin
als in het geval van de jury. Daar zijn geen
liij-ovenvegingen, daar is alieen de vraag: „Is
het buitenlandsclie yporboehl navolgenswaard,
ja of neen?"
Wij scharen ons met groote beslistheid aan
de zijde van hen, dia deze vraag ontkennend
beantwoorden. Doch dat neemt niet weg, dat
wij verbaasd blijven staan over het feit, dal
Nederland hier het buitenland niet fiadoet en
dat wij naar een verklaring daarvan zoeken.
Eu wij doen dit le eerder, omdat wij ons nog
steeds niet volkomen veilig gevoelen voor dit
instituut.
Het ligt z.oo voor de hand, dat er enorm
veel groote woorden klaar slaan ora tiet Ie ver
dedigen en aan te prijzen, feder. die den kie-
zer wil vleien, kan hem verzekeren, dat iiij
best in staal is zijn eigen rechter te zijn. Wat
klinkt dat vee! mooier: „liet volk z.ijn eigen
rechter" dan „de redder van hel volk, voort,
komende uif een klein kringetje menschen".
De rechter staat te ver van 11 af, hij kent «iet
uw noorien, uw wenschen, uw opvattingen, hij
den lorli willen helpen, zooveel we kon
den. Neem dit voor vader mee"met deze
woorden gaf ze haar een mandje met wal
■versterkende middelen. Trims was nog aan
't, bedunken en op punt van vertrek toen
lachend en bubbelend huur mooie nichtjes
in elegant win iertri i let binnen kwamen.
Schaatsen luidden ze in de hand.
„Hé, hoe heerlijk was het op liet. ijs!"
„Er waren zooveel kennissen, ook AVilma
Schneider met haar neef, den nieuwen re
ferendaris,"
„Er komt een ijsfeest, er zal gedunsd
worden, u, het belooft wat, we mogen er
nar toe, hé moeder, on u gaat mee?"
„Krijg ik dan een nieuwen hoed?"
Zoo klonk het door elkaar, en in den
schemer hadden de meisjes Tnnis niet eens
opgemerkt.
„Nu ik beloof hel je kinderen. Och," zei
ze tol Trims, „je weet niet hoe ijverig Anna
en Like met haar kunstwerken bezig ge
weest zijn, ik was sonts hang, dat ze zich
te veel inspanden."
„Gut Trans, hen jij daar," riep Anna,
haar de hand toestekend.
„Is je kleed al af? Is er al prijhuildeeling
geweest vroeg Li ze.
„Nog niet, maar nu moet ik naar huis,
papa wacht me. Dank u tante," en daarmee
nam ze afscheid. Onder 't weggaan hoorde
ze nog, dat tante tot de nichtjes zei:
„Ja, dat handwerk, daar komt natuurlijk
niets van terecht, in plaats dat ze nu met
wat anders nog verdienen kon. Natuurlijk
zullen wij weer ni'-t. geld moeten bijsprin
gen."
Als een dolksteek troffen deze woorden,
die nu wel mol voor haar bestemd wa
ren, hol anne kind. Liefst had ze tante
het lioole mandje met eten teruggegeven,
maar, 't was om vader; om hem mocht
zo zoo niet handelen. Hij was ziek en zwak.
de voedzame spijzen zouden hein goed
doen, hij mocht zich niet opwinden. Ze
oordeelt dim volgens eigen nauw inzicht, terwijl
de volksrechterde lezer kent de rest.
En toch is In-t enthousiasme voor de jury
ten onzent nog heel mafig. Het is waar het
instituut komt op pen enkel politiek program
ma voor Doch meer als paradestuk, meer om
dat het in het buitenland hier en daar demo-
i'raïi-diti mode is dan als werkelijk hevig ge-
w-n.-rille bel vorming.
Wat is daarvan de verklaring? Hel feit. dat
awn, ondank- alle critiek op onzen beroeps-
lechtcr. hem loch over het geheel als voldoende
bo-chou«l? Of de overweging, dat aan de
jury rechtspraak loch zulke enorm groole ge
breken kleven? Of is het onze langzame voor
zichtigheid, die ons hier een proefneming met
dc jury bespaard heeft? Want inderdaad komen
in deiï laatsten tijd de klachten over jle jury
in steed.- toenemende male tot ons. L'it frank
rijk citeert men. bijna dagelijks malle uitspra
ken, en 5n den laafsten "tijd is men ook in
Duitsehland weer zeer verontwaardigd over de
lankmoedigheid van de jury tegenover een knappe
jonge dame, die haar aanstaande had dood
geschoten. f
Zeer terecht wijst men cr op. dat liet vooral
in het licht rjer moderne psychologie absurd
is aan een leek de vraag voor te leggen of
een gegeven misdadiger een gegeven «'nifreeh-
letijk voorschrift overtreden heeft.
Immers, die vraag stelt tweeerlei kennis voor
op, die de leek niet kan hebbenjuridische
kenui-, goed begrip van de bedoelde slraf-
reehtehjke bepaling en dan tiet fym; inziehl,
dat er noo.iig is om bijv. de waarde van Ge
tuigenverklaringen te wegen. Nu -te phyrimlo-
gisctie onderzoekingen van den laglsien lijd zoo
overduidelijk de relatieve waarde van een ge
Uiigenverklarmg in het brilt hebben gesteld, is
ile taak van den rechter dubbel moeilijk ge
worden. Kon men vroeger nog redeneeren„de
man zegt het, heeft den eed gedaan, het zal
dus wel waar zijn", tegenwoordig weet men, dat
bijna niemand in staat i- een goede getuigenis
,lf te leggen, dal ook zeer ontwikkelde getui
gen volstrekt verkeerd observeeren, feilen mee.
nen te hebben gezien, waarvan zij zich hoog.
-tem- hel beslaan door redelivering of combi
natie ats waarschijnlijk hebben kunnen voorstel
len. dorii die er inderdaad niet geweest zijn.
En ofschoon men weet, hoe moeilijk dit is,
gaaf men juist dit moeilijkste van alles Ier be
slissing geven aan leeken, die geenerlei voor-
-ludie hebben gemaakt en alle ervaring op
dit. gebied missen.
Inderdaad indien onze nationale lanG/.aam-
hoid oorzaak is, dal wij het instituut van do jury
nog niet hebben overgenomen, dan is er alle
aanleiding 0111 ons met die langzaamheid geluk
te wenschen.
E11 loch passe men op. Er is zooveel moois
over de jury te doclameeren, dat de tegenstan
der- op huil hoede eten blijven en moeten
blijven werken om de rechterlijke maehf zoo
goed mogelijk in staat te stellen aan haar ver-
pliehtingen te voldoendoor verbetering van de
voor-tudio en door verruiming van Men kring,
waaruit de leden der rechterlijke macht ge
kozen kunnen worden.
Terwijl in andere landen reeds gedu
rende verschillende jaren de goede ge
woonte bestond om aan de jaarlijksche al-
moosl de hittere pil slikken, de arme Ger
trude.
Haar krach! en weerstandsvermogen wer
den do volgende weken oji een zware proef
gesteld. Haar vader werd zwaar ziek en
's nachts moest ze hij hem waken. Hij
karig licht was ze dan onderwijl met hand
werken bezig, om er wat mee te verdienen.
Zoo werd het Kerstmis, 011 hiermede kwant
een opklaring in haar duister bestaan, de
zieke beterde; den morgen voor Kerstmis
vroeg iiij haar:
„Kindlief, hob je al voor een kerstboom
gezorgd?"
„Nog niet. vadertje; maar zal ik er gauw.
een halen?"
„Ja, die mag niet ontbreken, en vooral
van 't jaar niet, we vieren immers mijn
genezing! Ik heb zoo'n voorgevoel, dat het
een jiTettig feest zal worden. Geloof jij hef
ook niet, Gertrude, dat God ons nog eens
een zonnetje geven zal?"
Gf ze 't geloofde? Dat. wist ze niet;
ze voelde zich zoo moe, lichamelijk en
geestelijk uitgeput. Dc zorgen hadden zoo
zwaar op haar jonge schouders gedrukt,
Wat had ze getold om het vader toch nog
zoo goed mogelijk te geven van 't karig
inkomen, da.1 al maar kleiner werd.
Toch haalde ze den boom, en op den
middag van den vier-en-twintigston Decem
ber stond hij daar zoo moo-i versierd, dat
het een lust was om le zien. Daar kwam
vader binnen, wat een vreugde, 't was de
eerste dag dat hij opnioelit. Traus had do
leuningstoel hij do kachel gezet en daar
nam hij zijn oude plaatsje weer in, door
lioar lieve handen zorgvuldig met een plaid
toegestopt. Er speelde weer een lachje om
zijn mond. Hoe vriendelijk was alles nu.
Als haar hartje maar niet zoo klopte hij de
gedachte aan haar inzending, en dan die
zorgen, o die zorgen, zoo aanstonds was
het Nieuwjaar en moest de huur betaald
en de beurs was zoo leeg.