67* Jaargang. Zaterdag 18 Juli 1914. rso. 54580 Tweede Blad Nuttig werk. GERTRUDE. Het buitenland en wij. Onze nationale ïredestfijeentat s;h edaivs :he coi mi r. DezeCourant verschijnt dagelijkss metuitzondering ran Zon- en Feestdagen, Frifs jper kwartaal: yioor (Schiedam en Xlaardingen fi. 1.25franco per post fi. 1.65. Prgs per week: Moor Schiedam en Klaardingen 10 cent, I Afzonderlijke nummers 2 cent Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Adyerientiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een juir aan het Bureau feezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.) Prijs der AdvertentiSn": Van 16 regels fl, Ö.92; iedere regel mee* 15 oeafs.. Reclames 30 cent pea: regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen! Ad verten tién hg abonnement op voordeeüge voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen, In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen,- worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs ïan '40 cents per advertentie,- bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.- Intercommunale Telefoon No. 103, Er wordt wel eens geglimlacht over de grooto internationale Congressen, over in ternationale plechtigheden als er nu b.v. onlangs weer te Groningen hebben plaats gevonden, waar geleerden uil vele landen de herdenking.splechtigheden der Universi teit hebben bijgewoond. Congressen zon wordt dan beweerd zijn niets dan gele genheden tot feestvieren met een niet on geschikt voorwendsel, zijn hoogstens midde len voor allerlei carrière-makers om relaties te krijgen en opgenomen te worden in de vrijmetselarij der elkaar onderscheidin gen-toejongleerende geleerden, liet blijft toch altijd „kip met peren en ossenhaas," aldus wordt een bekende Nedcrlandsche revue geciteerd. En wat de internationale plechtigheden aangaat, ook daarvan hooit men gewagen als in het allerbeste geval van niets dan formaliteiten zonder diepere beteekenis. Naar het ons voorkomt is die opvatting niet juist. Integendeel. Wij hechten vrij wat beteekenis aan dergelijke internationale gebeurtenissen, en wij gelooven. dat het geld, daaraan besteed, in den regel goed besteed is. Niet nog vooral uit het oogpunt van vreemdelingenverkeer, al weten wij, welk een belangrijke bron van inkomsten dit ver keer kan zijn. Maar vooral uit het oogpunt van internationale kennismaking. Het ge wicht van zulk een internationale kennis making wordt veelal over het hoofd ge zien. Doch het is naar onze vaste overtui ging groot. En wel, omdat het de overtuiging vestigt dat elders ook mensehen wonen, die in hoofdzaak op oris gelijken en tnsschen wie het oorlogen om gebiedsvergrooting, aller lei vormkwesties, ethische of economische voordeden een absurditeit behoorde te zijn. Men zal ons wellicht tegemoet voeren dat iedereen dit nl begrijpt. Doch niets is minder waar. Van de groote massa kan zoo'n begrip eenvoudig niet verlangd wor den. Die zijn heden internationalist, omdat in groote woorden het internationalisme voor hen vertoond wordt en die zijn mor gen chauvinist, wanneer men met overeen komstige groote woorden het chauvinisme voor hen uitstalt. Doch ook de meer beschaafden kunnen van die waarheid niet zóó overtuigd zijn als zij buiten de grenzen nagenoeg nie- Naar liet Duitsch door S. P. W, SCIIEIDIU8. (Nadruk verboden.) 't Was op een namiddag in den herfst. Over de weiden om de stad hing zwaar de nevel. Terwijl de beitste stralen der onder gaande zon nog een mat schijnsel wierpen op de daken der huizen en den kerktoren, stond daar reeds de kleine zilveren maan sikkel aan den matblauwen hemel. Aan den buitenkant van liet stadje met hel uit zicht op- de weiden, daar woonde een jont» meisje. Ze zal nog voor het hoekraam ge bogen over een werk. Eindelijk fsloml ze op met den uitroep: „Goddank, ik ben klaar!" Op straat hoorde men kinderstemmen, een gelach en gejubel van belang; uil de smidse aan de overzij bet eentonig tiktak van de zware hamers, maar ons meisje voor het raam hoorde daar niets van. In gepeins staarde ze voor zich uit, ze had zóó ingespannen zitten werken. Daar kwam haar vader binnen, boe vol liefde rustte zijn blik op die beweginglooze gestalte. aGertrude," zei hij eindelijk, „waar zijn je gedachten, dat je niet hoort, dal ik bin nenkom? Ik bta hier al oen lioele poos en mijn meisje merkt er niets van." Deze 'Vriendelijke, schertsende woorden brachten haar weer tot de werkelijkheid. -,,0, vadertje." zei ze lachend, terwijl ze voorzichtig haar werk oprolde en haar hand op vader's schouder lei, „weet u, waar aan ik dacht? Of mijn werk, dat nel klaar is, genade zal vinden in de oogen der -strenge kritiek, of het geluk mij eens mand anders dan zeer vluchtig, kennen. Hebben zij daarentegen relaties over de grenzen, welke telkens weer verfrischt woi- den en die tot voortdurende correspondentie en herhaalde ontmoetingen leiden, dan wordt het ahsliacte begrip van vieemd volk tot een zeer concreet begrip van alloi- lei inenschon, die onder zekere omstandig heden niet geweren zouden worden uitge stuurd om oj) hun kennissen te schieten. Bovendien er i« tii-schen de velschil lende naties oneindig veel aanleiding tot misverstand. Dat misverstand mi dat zoo dikwijls kan groeien tot casus belli kan in veel gevallen verminderd of althans in zijn groei belemmerd worden wanneet verscheiden intellectucelen uit de betrokken tanden elkaar bij hei haling ontmoeten. En waar nu die congressen een ongezochte gelegenheid iimi \elo van de bekwaamste eelmenten uit de volkeren bieden om elkaai Ie ontmoeten, achten wij zulke congressen instellingen van groot gewicht voor de goede internationale verstandhouding, instellin gen, die in veel gevallen direct zelfs moei voor den wereldvrede zullen kunnen doen dan directe propaganda. Naast die congressen enz. hebben wij in den laaf sten tijd ook de pogingen van be paalde personen of bepaalde groepen van personen, die er naar streven om groei tere toenadering fussehen twee volkeren te krijgen of tegen bepaalde ontstemmingen op te komen. Ook deze pogingen hebben, naar onze manning groote beteekenis, die noch van regeeringswcge noch door de spraakmaken de menigte voldoende erkend plegen te worden. Wij zouden hier willen onderscheiden tussrhen stelselmatige officieuze contrapro- paganda en tussehen de pogingen van ver spreide particulieren om in concrete geval len tussehen twee volkeren misverstand te bestrijden en nauwere aanraking te provo- ceereu. De eerste behoort zicli vooral met de pers te bemoeien. De dagblad- en periodieke pers kan veel goeds maar ook vee! kwaads doen. Intriganten of menschen met beperk te geestvermogens kunnen die in veel ge- vatten gebruiken om misverstand tussclien twee volkeren te verwekken, of zeifs op een oorlog aan te sturen, die bepaalde belan gen moet dienen. Tegen deze eventualiteiten behoort de moderne staat gewapend te zijn. Er behoort een (liefst officieuse) persschildwaclit te zijn. die, wanneer in bedoelde richting ge ïntrigeerd wordt of zelfs maar onjuiste of ton den tien-li berichten over zeker land. zijn zal toelachen, en wat mijn vrienden en familie wel zeggen zullen als ze hoeren, dat ik heb durven meedingen jinnr den prijs voor het mooiste handwerk!" „Kan het je schelen, hoe ze daarover denken, kind?" vroeg de oude heer, in wiens stem oen lichte verwondering le be speuren was. „Dat, niet, vaderlief, maar och, er zijn zoo van die dingen, die je hinderen kun nen, Ik houd zoo vgn den vrede." „lies!. Truuslief, doe daar je best voor. mar denk daarom niet, dat je het alle menschen naar den zin kunt maken, tint kan niemand. Als je je best doel, en je meent je plicht te doen, stoor je dan niet aan liet oordeel van de wereld." „Tante wou ine van mijn plan afbreit gen, ze vond het jammer van den tijd et. het geld, dat ik cr aan besteedde." „Dacht je som-," zei ze, „dat jij den prijs kreegV Wou je zelf de ieekening ontwerpen? Waar heb je dan teekeueli geleerd En de nichtjes zeiden lachend: „wat een p-lanneii, wat een plannen. Heb liever één vogel in de hand dan tien in de lucht. En toch ben ik met mijn werk doorgegaan, vader, omdat ik voelde, dat het op mijn weg lag en u het goed vondt. Maar strakjes, toen 'I. af op mijn schoot lag, en ik mijn handen ru-l kon gunnen, toen kwam de twijfel, loei dacht ik of ik niet iets begonnen was, dat horen mijn krachten ging. of het nid beter geweest ware, als ik er me niet aan gewaagd had; toen-zonk me de moed in de schoenen." „Is dal nu mijn dappere, flinke Trims, die ZOO spreekt? Zonder eenige kans op stagen ben je niet begonnen. Je voelde dat je er aanleg toe bad. En als bet je nu eens niet meeloopt, wat hindert dat dan nog? Over die teleurstelling zul je wel heen ko-men en lukt bet je misschien een volgenden keer op een andere ma nier; maak je niet verdrietig als tante en instellingen, handel, nijverheid enz. ver spreid woiden, dadelijk wnar.-cliuwt en maatregelen neemt om recht te zetten en legen te spreken. Dat do Nederiamlsche Staat nog altijd /nik een iri-telling niet kerd, vinden wij een groote tekortkoming, zoowel met liet oog op eigen veiligheid als op het gemis aan goed inzicht in gezond internationa lisme. dal, daaruit spreekt. Doch ook het weik van de particuliere comité'-:, die toenadering tu-schen verschil lende volkeren trachten te verkrijgen, be hoort in liooge mate gewaardeerd te wor den. Alen moet van het werken van deze menschen niet te veel verwachten, begrijpen dat zij daar, waar geen natuurlijke sym pathie i«. niet dadelijk bergen verzetten. Hun werk is gemakkelijker, waar het b.v. de kleine naties betreft, al- waar sprake is van toenadering tusseben de grooterc, het i- met zoo moeilijk tussehen Engeland en Duitsriibmd eenige resultaten te hereiken al- tussehen Klankrijk en Duitsehland. Doch men moet bij zulke groote verhoudingen ook oog hebben voor schijnbaar kleine resul taten en begrijpen, dat ook het kleine, gelijk het „gewild hebben" van de be kende spreuk bij groote zaken voldoen de kan zijn. Kr is b.v. een onmiskenbare verbetering in de verhouding tus-ehen Duitsehland en Engeland. Door particulieren is in die rich ting hard gewerkt. Of die verbetering uit sluitend of zelfs maar in hoofdzaak aan hen te danken i-, kan verbazend moeilijk uitgemaakt worden. Doch did staat wel vast, dat zij eenig re-ultnnt bereikt heb ben. En van lmeveel gewicht dat voor de beschaving is, kan -lochia hij besef fen. die een- nagaat wat een ontzettende ramp uit ethisch en economisch opzicht een oorlog tussehen heide landen zou zijn. Wie dan ook maar liet minste of gering ste nuttig werk beeft gedaan om deze ca tastrophe te verhinderen, verdient tuide ge prezen te worden, zoowel door zijn landge- nooten als door alle andere medemensehen. l?ij de groote, soms zelfs ziekelijke neiging voor iael overnemen van buitenlamlsdie in. -tellingen, Uio meu in Nederland opmerkt, is het haast een wonder, dat cr enkoie instel- liiigen zijn, waarnaar men niet taalt en waarvan men hel gemis niet gevodt. Nauwetijk- is er w-s-r ieis nieuws in liet bui- Icnland, uf is er ook <t>u schrijver in Nederland, die in een of ander maandschrift op die ni.-ii- vviclieid ile aandacht ve-tigt. Weldra komen er meer En spoedig is er een club mensehei), die altijd van de ullerlaaUle meaning zijn de nichtjes don spot met je drijven." ..Ju, weet u, maar ook om uwentwille had ik zoo giaag wat geld verdiend." „Kom kindje, ook zonder dat zullen wc er nog vel komen. We moeten ons dan maar wal ontzeggen, waarop wc gehoopt hadden, Ats we mekaar maar behouden mogen en niet ziek wruden, dan blijft er niets t.e wonschen over. Maar ik hoop voor jouw, dat dit gelukje je deel wordt, je hebt het verdiend null de liefde en trouw voor je vader." Mei oogen vol tranen omhelsde hij zijn kind. Den volgenden morgen, vóór ze haar werk de wereld in zou /enden, bekeek zi bet nog eens met een teederbeid, als was hef iets, dat ze lief bail gekregen. Hel was een klein meesterwerk, dal voor tiaar lag, een Ibeekleed, waarop een bloe men rank geborduurd was, die bizondcr smaakvol was uitgevallen. Teekening en borduursel, alles eigen werk. Ze pakte liet voorzithiig in. De dagen werden al maar korter, toen kwam Üe wilder niet zijn sneeuw en zijn koude. Gertrude's vader, die al lang suk kelend was, kreeg toen oen gedachten ,-tnoi liet begon met hoesten, hij Werd al zwakker en zwakker, 't Was een geduldige zieke, met een vriendelijk lachje toonde hij zijn dank voor de goede zorgen van zijn doch ter. en hoopte da.ii, dal. ze het niet te zwaar zou inzien. Oj) zekeren dag kwam ze baar tante opzoeken. „Kooi kind." zei tante, „wat ziet je vader er slecht uit, als liet maar niet erger wordt. D.it zou iels voor je heiden zijn; dan zou de verpleging al je tijd nemen on zou je niet meer kunnen ver dienen. Nu, kijk nu maar niet zoo ver schrikt, 't zal zoo slim wel niet worden en in 't ergste geval zijn wij er toch óók nog. Oom's inkomen is niet groot; we zou- of die zich van de invoering van een nieuwig heid persoonlijk voordeel voorstellen, welke aandringt op de invoering van die nieuwig heid f-> ;ij heel gatnv daarna heet Neder land con „achterlijk tand'', dat „-feeds in alle- bij „„het buitenland"achteraan komt en dat „natuurlijk dus ook weer dn- nieuwig heid in-eft laten gaan". Oildcr deze omstandigheden i- lu-l WeitiC'! merkwaardig, dat er instellingen vij-i. -In* ai jaren lang m Ta-I buitenland ba-hu» zuiriw dat men zich in Nederland geroepen ge-mi-p Olli het Tniifenlandsoho voorlk-eid na te wil gen nC zelfs maar een groote beweging op liet getouw te zeiten om dat voorbeeld na tie volgen. Wij denken hier aan luv-e zéér uiVen'or,. pende voorbeelden nachttreinen en jan. Nieu wigheden zijn hei niet. de eers'en he-lu.ui in atie landen van Europa behalve Ned-Hand. de twee-Je zeker ook in nagenoeg alté tanden Wij '.«taan geheel verschillend tegenover dezq twee zaken. Het gemis aan nachttreinen achten wij ind<- gegeven omstandigheden een fout, dat aan jury een voordeel Het ontbreken van nachttreinen schijnt ons een fout in onze economische wapenrusting. Als Nederland met andere landen op de we reldmarkt wil concurreeren, moet het even goed geoutilleerd zijn al- die landen. Minder goed post vervoor en minder goede handet-- opteidmg ten onzent moeten in deze even zeer een voorgift aan liet buitenland zijn al- nnnder goed treinvervoer. En het -preekt van. zetf dat hel treinvervoer en lief postverkeer ten onzent minder goed moeten zijn dan in tiet bui tenland, indien men gedurende een uur of 5, (5 eiken dag atle zendingen stop zet en den reizi ger- verhindert gebruik te maken, van de ver keer-in-lilfuten. En daarbij is niet de vraag of het elders gegeven voorbeeld in theorie, in Wolkenkoe. kookriieim b.v., navolging verdient. Doch de vraag is of wij ons de luxe kunnen permittee Mn van ons in den strijd om hel bestaan tns-ctien de volkeren opzettelijk minder goed te oulil- leert-n dan onze concurrenten. Niet alleen de neiging tot nadoen van wat elders geschiedt had ons dus hier tot nadoen moeten leiden, doch ook de overweging, dat de ennemrentie ons geen keus laat. En toch geschiedt ligt. Wij begrijpen dit verschijnsel niet, evenmin als in het geval van de jury. Daar zijn geen liij-ovenvegingen, daar is alieen de vraag: „Is het buitenlandsclie yporboehl navolgenswaard, ja of neen?" Wij scharen ons met groote beslistheid aan de zijde van hen, dia deze vraag ontkennend beantwoorden. Doch dat neemt niet weg, dat wij verbaasd blijven staan over het feit, dal Nederland hier het buitenland niet fiadoet en dat wij naar een verklaring daarvan zoeken. Eu wij doen dit le eerder, omdat wij ons nog steeds niet volkomen veilig gevoelen voor dit instituut. Het ligt z.oo voor de hand, dat er enorm veel groote woorden klaar slaan ora tiet Ie ver dedigen en aan te prijzen, feder. die den kie- zer wil vleien, kan hem verzekeren, dat iiij best in staal is zijn eigen rechter te zijn. Wat klinkt dat vee! mooier: „liet volk z.ijn eigen rechter" dan „de redder van hel volk, voort, komende uif een klein kringetje menschen". De rechter staat te ver van 11 af, hij kent «iet uw noorien, uw wenschen, uw opvattingen, hij den lorli willen helpen, zooveel we kon den. Neem dit voor vader mee"met deze woorden gaf ze haar een mandje met wal ■versterkende middelen. Trims was nog aan 't, bedunken en op punt van vertrek toen lachend en bubbelend huur mooie nichtjes in elegant win iertri i let binnen kwamen. Schaatsen luidden ze in de hand. „Hé, hoe heerlijk was het op liet. ijs!" „Er waren zooveel kennissen, ook AVilma Schneider met haar neef, den nieuwen re ferendaris," „Er komt een ijsfeest, er zal gedunsd worden, u, het belooft wat, we mogen er nar toe, hé moeder, on u gaat mee?" „Krijg ik dan een nieuwen hoed?" Zoo klonk het door elkaar, en in den schemer hadden de meisjes Tnnis niet eens opgemerkt. „Nu ik beloof hel je kinderen. Och," zei ze tol Trims, „je weet niet hoe ijverig Anna en Like met haar kunstwerken bezig ge weest zijn, ik was sonts hang, dat ze zich te veel inspanden." „Gut Trans, hen jij daar," riep Anna, haar de hand toestekend. „Is je kleed al af? Is er al prijhuildeeling geweest vroeg Li ze. „Nog niet, maar nu moet ik naar huis, papa wacht me. Dank u tante," en daarmee nam ze afscheid. Onder 't weggaan hoorde ze nog, dat tante tot de nichtjes zei: „Ja, dat handwerk, daar komt natuurlijk niets van terecht, in plaats dat ze nu met wat anders nog verdienen kon. Natuurlijk zullen wij weer ni'-t. geld moeten bijsprin gen." Als een dolksteek troffen deze woorden, die nu wel mol voor haar bestemd wa ren, hol anne kind. Liefst had ze tante het lioole mandje met eten teruggegeven, maar, 't was om vader; om hem mocht zo zoo niet handelen. Hij was ziek en zwak. de voedzame spijzen zouden hein goed doen, hij mocht zich niet opwinden. Ze oordeelt dim volgens eigen nauw inzicht, terwijl de volksrechterde lezer kent de rest. En toch is In-t enthousiasme voor de jury ten onzent nog heel mafig. Het is waar het instituut komt op pen enkel politiek program ma voor Doch meer als paradestuk, meer om dat het in het buitenland hier en daar demo- i'raïi-diti mode is dan als werkelijk hevig ge- w-n.-rille bel vorming. Wat is daarvan de verklaring? Hel feit. dat awn, ondank- alle critiek op onzen beroeps- lechtcr. hem loch over het geheel als voldoende bo-chou«l? Of de overweging, dat aan de jury rechtspraak loch zulke enorm groole ge breken kleven? Of is het onze langzame voor zichtigheid, die ons hier een proefneming met dc jury bespaard heeft? Want inderdaad komen in deiï laatsten tijd de klachten over jle jury in steed.- toenemende male tot ons. L'it frank rijk citeert men. bijna dagelijks malle uitspra ken, en 5n den laafsten "tijd is men ook in Duitsehland weer zeer verontwaardigd over de lankmoedigheid van de jury tegenover een knappe jonge dame, die haar aanstaande had dood geschoten. f Zeer terecht wijst men cr op. dat liet vooral in het licht rjer moderne psychologie absurd is aan een leek de vraag voor te leggen of een gegeven misdadiger een gegeven «'nifreeh- letijk voorschrift overtreden heeft. Immers, die vraag stelt tweeerlei kennis voor op, die de leek niet kan hebbenjuridische kenui-, goed begrip van de bedoelde slraf- reehtehjke bepaling en dan tiet fym; inziehl, dat er noo.iig is om bijv. de waarde van Ge tuigenverklaringen te wegen. Nu -te phyrimlo- gisctie onderzoekingen van den laglsien lijd zoo overduidelijk de relatieve waarde van een ge Uiigenverklarmg in het brilt hebben gesteld, is ile taak van den rechter dubbel moeilijk ge worden. Kon men vroeger nog redeneeren„de man zegt het, heeft den eed gedaan, het zal dus wel waar zijn", tegenwoordig weet men, dat bijna niemand in staat i- een goede getuigenis ,lf te leggen, dal ook zeer ontwikkelde getui gen volstrekt verkeerd observeeren, feilen mee. nen te hebben gezien, waarvan zij zich hoog. -tem- hel beslaan door redelivering of combi natie ats waarschijnlijk hebben kunnen voorstel len. dorii die er inderdaad niet geweest zijn. En ofschoon men weet, hoe moeilijk dit is, gaaf men juist dit moeilijkste van alles Ier be slissing geven aan leeken, die geenerlei voor- -ludie hebben gemaakt en alle ervaring op dit. gebied missen. Inderdaad indien onze nationale lanG/.aam- hoid oorzaak is, dal wij het instituut van do jury nog niet hebben overgenomen, dan is er alle aanleiding 0111 ons met die langzaamheid geluk te wenschen. E11 loch passe men op. Er is zooveel moois over de jury te doclameeren, dat de tegenstan der- op huil hoede eten blijven en moeten blijven werken om de rechterlijke maehf zoo goed mogelijk in staat te stellen aan haar ver- pliehtingen te voldoendoor verbetering van de voor-tudio en door verruiming van Men kring, waaruit de leden der rechterlijke macht ge kozen kunnen worden. Terwijl in andere landen reeds gedu rende verschillende jaren de goede ge woonte bestond om aan de jaarlijksche al- moosl de hittere pil slikken, de arme Ger trude. Haar krach! en weerstandsvermogen wer den do volgende weken oji een zware proef gesteld. Haar vader werd zwaar ziek en 's nachts moest ze hij hem waken. Hij karig licht was ze dan onderwijl met hand werken bezig, om er wat mee te verdienen. Zoo werd het Kerstmis, 011 hiermede kwant een opklaring in haar duister bestaan, de zieke beterde; den morgen voor Kerstmis vroeg iiij haar: „Kindlief, hob je al voor een kerstboom gezorgd?" „Nog niet. vadertje; maar zal ik er gauw. een halen?" „Ja, die mag niet ontbreken, en vooral van 't jaar niet, we vieren immers mijn genezing! Ik heb zoo'n voorgevoel, dat het een jiTettig feest zal worden. Geloof jij hef ook niet, Gertrude, dat God ons nog eens een zonnetje geven zal?" Gf ze 't geloofde? Dat. wist ze niet; ze voelde zich zoo moe, lichamelijk en geestelijk uitgeput. Dc zorgen hadden zoo zwaar op haar jonge schouders gedrukt, Wat had ze getold om het vader toch nog zoo goed mogelijk te geven van 't karig inkomen, da.1 al maar kleiner werd. Toch haalde ze den boom, en op den middag van den vier-en-twintigston Decem ber stond hij daar zoo moo-i versierd, dat het een lust was om le zien. Daar kwam vader binnen, wat een vreugde, 't was de eerste dag dat hij opnioelit. Traus had do leuningstoel hij do kachel gezet en daar nam hij zijn oude plaatsje weer in, door lioar lieve handen zorgvuldig met een plaid toegestopt. Er speelde weer een lachje om zijn mond. Hoe vriendelijk was alles nu. Als haar hartje maar niet zoo klopte hij de gedachte aan haar inzending, en dan die zorgen, o die zorgen, zoo aanstonds was het Nieuwjaar en moest de huur betaald en de beurs was zoo leeg.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 5