.Roodhuid en Bleekgezicht.
V
V
Koloniën.
Wandal m BftjlrQr.
Burgerlijke Stand
vlaakdingen.
af geen orde op zijn zaken heeft gesteld,
pen heel en dag wachtte de hond te ver
geefs op zijn speelmakker. Ook den vol
Laden dag werd er taal nog teeken van
|e met de noorderzon verdwenen reizig
ster ontvangen.
Of dit Bello begon te vervelen dan we.
of bij ongerust werd, is nog niet uit
gemaakt., maar zeker is het dat hij op
onderzoek uittrok.
Den lieven langen dag bleef liij weg
j-ochercheurswerk is moeilijk! maar
wat zag men tegen den avond? Daar kwa
men rechercheur en arrestant samen,
oogenschijnlijk als de beste kameraden, te
rug op de hoeve. En mocht .nu de avontu
rierster weer eens aanvechting krijgen van
paar lust de wijde wereld in te gaan
seen nood. Bello houdt een wakend oog,
om zijn eisch: „Tot hiertoe en niet ver
derl" desnoods met krach! re handhaven.
Ongelukken.
De 10-jarigo T. Irad zicli met zijn oude
ren broeder begeven naar de steenfabriek
de jGeldersehe Waard" aari den Wester-
voortschen dijk bij Arnhem. Aldaar had hi
het ongeluk onder een der ijzeren zandwa
gentjes te geraken, waardoor hij zoo era
stig verwond werd dat hij spoedig daarop
overleed.
T
De landbouwer Samuels, uit Nieuwkuvk.
is gisteren van een hooikar gevallen en
in zijn val gegrepen en meegesleurd door
een stoomtram, met het gevolg, dat hij
spoedig daarna is overleden.
De nog jeugdige kir'1 van den land
bouwer D., te Een ^etende In 't leege
varkenshok, maakt daarin een vuurlje,
waarbij een 4-ja'rig meisje zulke ernstige
brandwonden bekwam, dat 't aan de ge
volgen is bezweken.
G^teraVond omstreeks half zeven, werd
op de Plrinocssewal te 's-Gravenhage, na
bij het wachthuisje van de tram een heer
overreden door oen Urbaime-taxi. waarvan
de bestuurder, volgens verklaringen van
ooggetuigen, woest had gereden. Een Duil-
schcr sprak op luiden toon schande van
het wilde rijden.
De overredene, die aan hoofd en andere
lichaantsdoelen ernstig gewond was, werd
door de auto, die het ongeluk veroorzaak
te, naar zijn woning gereden.
De politie maakte proces-verbaal op.
Het proces van mevrouw Caillaux.
Weer een paar drama,tische incidenten
vandaag, aldus de Parijsche correspon
dent van het „HM." over de strafzitting
van gisteren die met het eigenlijke
proces zoo goed als niet hebben uit te
staan, en die ons, jammer genoeg, niet veel
dichter bij het einde gebracht hebben, het
einde dat naar iedereen in de zaal meent
te mogen voorspellen zelfs de oude
bode, die <le kop-y van de journalisten
wegbrengt en die in zijn dertig rechtzaal
jaren een groote deskundigheid verworven
heeft een vrijspraak geven zal.
De zitting begon met het getuigenis van
Caüleaux' goeden vriend Ccccaldi, die een
lang pleidooi hield voor de beklaagde,
waarin lirj het voornamelijk op het uitlok
ken van incidenten scheen aan tc leggen.
De vorm van zijn rode was die van een
politieke speech, de inhoud in hooge mate
onbelangrijk. Slechts één argument releveer
ik: „Veroordeelt deze vrouw niet, hee-
ren gezworenen," zoo zeide hij, „immers,
er zijn altwee wezen (de kinderen van
Calmette); wat zult gij nu nog een ge
zin ongelukkig maken 1"
Interessant was het, toen op een gegeven
oogenblik Caillaux, Baxthou en Cecealdi te
2amen yoor het ge.tuigenhekje stonden om
geconfronteerd te worden. "Woedend, en mol
de koppen dicht bij elkaar beten Barthou
en de beide vrienden elkaar hun riposten
toe, zóó woest, dat men soms dacht: Als
ze elkaar en plein prétoir maar geen draai
om de ooren geven! Maar het liep toch
nog vreedzaam af!
De inhoud van het drievoudig gesprek
was nagenoeg uisluitend van polilieken
aard en niet veel anders dan oude kost
rapport Fabre, enquête-commissie, en zo
meer.
Een oogenblik ontstond er een heftige
botsing tusschen Barthou en Labori, omdn
de eerste geïnsinueerd had, dat de procu
reur-generaal wél erg weinig agressief te
gen deze beklaagde optrad. Maar dat lie])
toch ook nog al weer met een sisser af en
mten keerde tot de eeuwige pta'rfciculiere-brio
.venkwestie terug.
De kwestie stond nu zóó: Labors had
de brieven gelezen en stelde voor, er vijl
aan mevrouw Gueydan terug te geven, om
dat die niets met de zaak te maken hadden
de drie andere zouden dan bij het dossier
gevoegd worden en Labori zou er één voor
lezen, wat voldoende was, zeide hij. Chenu.
die slechts in drie van de brieven even een
blik heeft mogen werpen, wilde ze we!
graag allemaal zien. Mevrouw Gueydan.
die geraadpleegd wci'd wat ze nu eigenlijk
vilde, verklaarde dat ze alle brieven nf
geen enkelen voorgelezen wilde zien. „Dan
geen één!" riep Labori uit. Maar, na vee!
been en weer praten, na menig incident,
werd besloten dat de brieven tor beschik
king zouden blijven van dc beide ad vu
eaten, die gezamenlijk zullen beslissen of ze
al of niet in het debat zullen worden ge
bracht. i
De toestand is hiermede juist dezelfde als
die van gisteravond en het eenig resul
taat is, dat weer een paar uur nutteloos
verpraat zijn
Na de pauze werd men het eens over de
verdere indeeling van het proces. Zondag
'zal er geen zitting zrjn en men hoopt Dins
dagavond te kunnen eindigen. Morgen <'Za
teidag) komen de doktoren aan het woord.
Daarna werden nog enkele getuigen ge
hoord van de civiele partij en de verdedi
ging. Van de eerstgenoemden zijn vooral te
vermelden de tooneeIschrijver Henry Bem-
lein, die een zeer goede vriend van Cal
mette geweest is en die een nadrukkelijk
eeresaluut bracht aan zijn nagedachtenis,
en dr. Calmette uit Rijssel, de broeder van
den verslagene, die vertelde van de docu
menten, in de portefeuille van zijn broeder
gevonden, waarvan bet zoogenaamde „groe
ne" document aan den president van de
Republiek ter hand gesteld is.
Nadat voor de verdediging een oude huis
dokter van mevrouw Caillaux een onver
staanbare témoignage de morality was ko
men afleggen, 'vermoedelijk zooiets als„ze
zou geen vlieg kwaad gedaan hebben," het
geen moraliteitsgetuigen hier altijd van
moordenaars en moordenaressen plegen tc
komen vertellen), werd de zitting verdaagd.
Het aantal dames in Je rechtszaal neemt
steeds toe.
Indlaanscbe Novelle.
Door
COR AEGIS VF.Til.
(Schrijver van „Prikkel Idyllen".,1
Hoofdstuk. 1 De Blauwe Vos
Het is het recht van den romanschnjvei,
zonder voorafgaande plichtplegingen don leze!
te midden zijner personnages te voeren Wij
maken derliaive daarvan gebruik en beluisteren
het gesprek van vier mannen, die zich om
gindsch houtvuur liebben geschikt
Een van hen, een Indiaan van deftig voor.
komen en middelbaren leeftijd, is beleefd, doch
met eenig wantrouwen ontvangen. liet was zijn
drie blanken metgezellen niet onbekend, dal
het verkeer met P.oodhuiden eigenaardige moei.
üjkheden en zelfs gevaren oplevert.
Gustaaf, de jager, was het meest doorkneed
in den sierlijken, doch waar het pas geelt,
tevens niet weinig stekehgen conversatietoon
welken de Indianen zoo gelukkig weten te
treffen.
„Als ik mij niet vergis," begon hij, „heb ik
de twijfelachtige eer met een Slangen.Pavvnee
te spreken?"
De nauwgezette Indiaan nam nu zijn Calu-
met (pijp) en om te toonen, dat hij aan dit
gesprek veel gewicht hechtte, vulde hij die
met mochichei (gewijde tabak). Na een paar
trekken bood hij de pijp aan den jager, die er
ernstig aan zoog en ze vervolgens doorga!
aarr Edelhart. Deze beiden wisten de eer op
prijs te stellen. Aiet aldus echter EI Pantero,
die minder vertrouwd was met de gebruiken
der Roodhuiden in het algemeen, en van de
Slangen Pawnees in bel bijzonder. Toen dc
vredespijp hem bereikte, wischte hij met zijn
zakdoek hel mondsiuk af, een doodelijke he-
teediging in het oog van hun nieuwen bekende,
die hiervan weliswaar niets liet bemerken, doch
er des te meer over na bleef mokken, zooals
wij zullen zien vóór deze roman ten einde is.
Na de pijp met de ongemaakte bevalligheid
zijns stams weerom te hebben genomen, begon
de Sachem:
„De Waconda is machtig. Hij ademde den
grooten hoofdman de woorden in, die zijn
mond weer uitblaast.
„De Apachen zijn klapachtige oude wijven.
Een groot opperhoofd zegt het! De jakhalzen
verwaardigen zich met hun. verpeste lijken te
verslinden. De zitdeelen der Apachen zijn plat
getrapt door hun eigen hielen bij de razende
vlucht voor den Slangen-Pawnee. Hurt geraam
ten zweeten nog in de graven van de hijgende
haast, waarmee zij bij hun leven vloden voor
de zuigelingen van mijn stam! Hun achterklein.
zonen zullen nog lijden aan piependen adem
en harlebons, ten gevolge van de ijlende vaart,
waarmee hun voorvaderen aan den haai gingen
voor den Blauwen Vos en zijn broeders.
„De Slangen-Pawnee is de koning der prai
riën. De Blauwe Vos is het grootste opperhoofd
der Slangcn-Pawnees. De Blauwe Vos is een
groot krijger, een wijs man in den raad. De
Blauwe Vos is een goed vriend, een verschrik,
kehjk vijand. Ik ben da Blauwe V o s."
Geen der aanwezigen wist hieraan iets toe
te voegen De Blauwe Vos scheen dat ook
niet te verwachten, maar vervolgde, na een
korte pauze, op honigzoeten toon:
„Iloe denken mijn bleeke bloeders over de
Apachen? De ruige jager der Bieekgezichten
sproke! Een groot opperhoofd luistert. J)e wijs
beid van zijn beid0 grootvaders bezielt de woor
den van den ruigen jager der Bieekgezichten
Maar Gustaaf wist wat liet heteekent ais
de Slangen Pawnees u complimentjes maken!
„Ben ik een oude vrouw, hoofdman anl.
woordde hij. „dal gij nrij door vleiende woorden
de tong hoopt te doen draven als een hengst
met den kolder in don kop?"
„Mijn broeder Pelsgezicht heeft naar den
Spotvogel geluisterd, de Spotvogel is een leu
geuachtigc en bedriegeüjke vogel." zeide (ie
Blauwe Vos.
De hoofdman boog ielwat spijtig en vertrok
Een half uur nadat dc Blauwe Vos onze
vrienden verlaten had. werd plotseling de wel
bekende kreet iter Commanrhen vernomen
Inderdaad naderde een troon krijgers van dezen
stam met de gebruikelijke, omslachtige beleefd
heden. Hun gelaatstrekken zouden innemend
zijn geweest, zonder de uitvoerige beschtlde.
ringen, waarmede een zeker verkeerd schoon,
heidsgcvoe! hen genoopt had ze te bedekken
Het Stille Water, de aanvoerder, nam nu
liet woord. >-
„Opent uw ooren wijd, bieekgezichten, he!
groote opperhoofd Het Stille Water spreekt.
Het Stille Water houd! niet van babbelen. Hel
Stille Water spreekt in zeven dagen niet zoo.
veel woorden als er scalpen aan zijn gordel
bungelen. Nochtans spreekt hij lot u. Ziehier
zijn zonen. Hun arm is sterk, hun hart dapper,
hun tong niet leugenachtig, hun maag leeg."
Hierop antwoordde de jager, na de gebruï.
kelijke plichtplegingen, daar de Commanchen
veel hechten aan etiquette:
„liet Edele Hart, de Panter en mijn persoon
groeten don machtigen stam der Commanchen
zeer. Wij hebben geen gespleten tong Onze
huid is blank, maar ons hart is rood, ons
eten nog niet op!"
„Hugh!" riepen de Commanchen, en vielen
op het maal aan. Jat spoedig verdwenen was,
vant (lit volk presteert op dit gebied veel.
Toen <ie maaltijd was afgcloonen, traden twee
krijgers te voorschijn, die een Anaclie gekne
veld meevoerden.
„Het hartvan de Commanchen," sprak de
hoofdman niel zonder aandoening en te mid.
den van een plechtig stilzwijgen, „is even vol
van dank als de bodem van het gebeente
hunner verslagen vijanden. Om dit Ie toonen
willen zij den blanken broeders do eer waardig
keuren om de plechligheïd hij te wonen die
volgt."
De marteling van den gevangene, uitvoerig
als al wat tot de zeden der Commanchen be
hoort, nam een aanvang. Daar w'ij geen be.
woners der wildernis zijn en op zulke tafcree
len niet belust, doen wij beter, ons te ver
wijderen, totdat Je Apache den geest heeft
hgeft gegeven. Een luid applaus kondigt dit
tijdstip aan wij keeren terug. Alsnu kwam
de Sachem voor den dag met het i-.genlijke
doel zijner komst.
„Een verachtelijke Slangen Pawnee, de Blauwe
Cos," sprak hij, driemaal op den- grond spu-
wend. „heeft mijn blanke broeders bezocht.
Het Stille Water vermag zijn onreinen scalp
niet aan den gordel van een zijner blanke broe
ders te ontdekkc-n. Dit bedroeft Het Stdle Wa-
tor zeer. Ziet, de dappere hoofdman weent
van smart en spijt."
De jager antwoordde voorzichtig;
„Wij hebben den scalp van den Blauwen Vos
voor den gordel van het Stille Water bewaard.
Overigens schijnt de Blauwe Vos niet langer
een vriend der Apachen. Hij gaf dc-zen volks-
slam leelijke namen. Hij beschimpte hun voor-
vaderen en hun nazaten."
„Poah! De Blauwe Vos is de vijand der
Commanchen. De Blauwe Vos blaast zijn stin
kenden adem in het oor van Sluipvoet, hel
opperhoofd der Apachen, Het Stille Water is
geen babbelzieke squaw! Mijn broeders heb
ben roede h3rtcn, maar een bleeken neus,
die het verraad niet ruikt dat kankert in de
ziel van een schurftigen hond van een Slangen.
Pawnee I"
Het opperhoofd rookie met ons de Cal ti-
mèt!" zeidp Edelhart thans „Ook is hij niet
wijzer gegaan dan hij kwam."
Het Stille Water scheen eenigszins be\re.
digd. Hij wenkte zijn mannen, en ging evenwel
n>t zen lei liet oorgesrhrev en afscheidscere
monieel alle recht te doen wedervaren
De drie reizigers vervolgden des morgens
hun tocht ter hev njding van de nchoone C.r-
mdht, respectievelijk hun pleegdochter en ge
liefde.
Hootdstuk II. Camilla's vlucht.
Hel rad der fortuin is uiterst wisselvallig!
Uit feit moge somtijds bij den sterveling een
onrustig gevoel opwekken, liet moet erkend
worden, dat de tand des tijds zelden een grool
ongeluk brengt, zonder er eigenhandig een klein
gelukje bij te voegen, als een pleister op
de bloedende wonde, of zooals een oase in
de woestijn.
Wij bevinden ons op de eindelooze prairie,
eenvoudig, doch schoon omlijst door 't hemels
blauw, echt Mexicaansch. of liever Xexaansch
uitspansel. Dit landschap wordt dra gestoffeerd
Een ruiter nadert, in vliegende vaart, als een
waterval van de bergtoppen ijlt, schuimend en
spattend, in kokende drift. Het is een vrouw
in mansklcercn, die haar vormen zeer voordee-
lig doen uitkomen. Deze vrouw is Camilla I
Op haar lieftallig gelaat- betwisten vertwijfeling
en moed elkaar den voorrang.
Een woosi gehuil, dierlijk van klank,, doch
ongetwijfeld uit den mond van een mensch ge-
komen, treft ons oor! Zelfs de blanke staat
dikwijls niets hooger dan het laagste dier.
vooral in de wildernis! Dit is treurig, maar
waar.
Hef is de Bleeke Seal peurCamilla heeft
dezen fjzingwekkenden man weten te ontko
men. Maar helaas, hij nadert met de snelheid
van den wervelwind, doch dan in steeds voor-
waartscho richting!
Reeds grijpt zijn ruwe hand naar de haren
der schoont jonkvrouw Heeft hij haar geval?
Dt- lezer sla het begin \an dit hoofdstuk op,
hij za! er een opmerking vinden, die hem tot
goed begrip van het nu volgende wel tc stade
zal komen
Camilla's haren zijn van scnrik. te berge ge-
rezen. Zóó kan do vervolger er net bij.
Welnu, op dit oogenblik springen drie man.
nen le voorschijn.
Do eerste is de jager!
De Jweede is Edelhart!
De "derde is qen geheel nieuwe figuur in
onze romans, n.l. de neger Ragebol, een door
de Indianen met bevreemding bejegend man
van zuiver Alrikaansehe huidkleur.
Hoofdstuk TIf. Een mooie scalp.
De regen viel hij stroomen neder, als schrei-
den de ongel'-:, in de goedheid hunner harten,
ovet de hoostteid der menschen, die zich niet
ontzien, elkander te naten, en zelfs te doo-
den. De Blauwe Vos, gewend wind en weder
le trolseeron. is met zijn squaw of huisvrouw
en kind op het pad. De Zingende Leeuwerik,
zijn jonge vrouw, is niet zonder typische In-
diaaiische schoonheid, voor wie daarvan houdt
tenminste. Naar onzen smaak is haai- profiel
wat hakerig. Beider zoontje, drie jaar oud,
vertoont reeds den fistigen en wreedaardigen
trek zijns vaders.
Eensklaps legl het hoofd van dit gezin den
vinger op de lippen, 011 duikt weg achter de
struiken I Vrouw en kind volgen zijn voorbeeld
gezwind.
De neger Ragebol koml voorbij. Een scalp,
zoo zeldzaam als de zijne, kon niel missen
iceds lang de begoerigheid van den rooden
schelm te hebben opgewekt.
Vóór de ongelukkige zwarte, onbekend met
de gebruiken des lands, weet wal geschiedt,
is hij van zijn scalp beroofd!
Op dit oogenblik rijst een man als hel ware
uit jlen grond op llet is de Bleeke Scalpetir.
Het zien alleen van dezen gerlitehten grijsaard
doet het Indiaansrhe gezin vluchten, den scalp
in der haast achterlatend.
De redder lieedt op den neger loe. Is hij te
laai gekomen? liet schijnt zoo. Eens gescal-
poerd, heeft men gewoonlijk n:el veel meer te
vertellen. Doch wat nu voorvalt, zal menigeen
verbazen, dóe do buitengewone taaiheid van
de negers en dc hardheid van hun schedels niet
uit ondervinding kentl
Ragebol beef! zijn scalp opgenomen en drukt
dezen thans mei aMe macht op zijn hoofd. Nu
maakt liij vertwijfelde teekenen. Het verblijf
in de wildernis verleent tegenwoordigheid van
geest. De grijze reus begrijpt heml In een oogen.
bi-ik staat hij op het hoofd van den gescalpeerde.
Dil krasse middel mist zijn uilwerking niet.
Ragebol fe binnen weinige oogenblikken weer
geheel zichzelf; zijn haar echter is van nu af
aan onherstelbaar uit de krul!
De Bleeke Scalpeur bevindt zich nog in de
zooeven geschilderde menschh'evende positie, als
Camflla op hem toesnelt.
„Men zegt mij," re»pt het lieve meisje blo-
zend, „dat gij mijn vader zijt. Thans wordt mij
alles duidelijkI"
„Zoo is hei," antwoordt de woeste man, wien
de tranen over het verweerde gelaat loopen.
Hij slijgt al en omhels! zijn kind,.
De band des bloeds werpt somtijds een roos-
kleurig licht op een schijnbare zwarte ziel en
opent de ruwe schors, die het hart van een
bewoner der wildernis omgeeft I
Hoofdstuk IV. Een veelbewogen d a g.
De pra-'riën, hoe onherbergzaam ook, zijn
evenmin als eenig menschelrjk oord, ontoeganke-
lijk voor do liefde! Gelijk wij gezien liebben,
beminden zoowel El Pantero als Edelhart de
schoone Camilla, welke bovendien het eenige
jonge meisje van hun eigen romnJexie in den
ganschen omtrek was.
llet as niet de taak van den romanschrijver,
de zoele woorden af te luisteren, welke El
Pantero haar toevoegde; nog minder deze op
te schrijven. Veeleer doen wij goed den wraak,
gierigen Blauwen Vos in het oog te houden,
vl:e sluipend naderde, en den tomahawk op-
hief om de heleedigiug, hem in ons eerste
hoofdstuk aangedaan, te wreken. Het verheug!
ons, Je kunnen zeggen dat Edelhart op dat
zelfde oogenblik ten tooneele verscheen en den
medeminnaar met een welgemikten koge! redde,
daarbij levens zich zijn naam waardig toonend.
De vuilaardige Indiaan viel voorover, en de
Bleeke Scalpeur. die zijn naam ook met voor
niets droeg, wilde hem van zijn haartooi bo.
rooven Hel kwam den jager echter voor, dat
deze onbeschaafde daad voor een blanke, (Le
bovendien de vader van CairiilL was. niet door
den beugel kon. Een strijd ontstond tusschen
de bedaagde mannen, doch spoedig verscheen
een nieuwe vijand ter plaatse.
Een troep krijgers van den Blauwen Vos
stormde toe urn den hoofdman te wreken.
Maar- dc- redding liet niet lang op zich wach.
ten. Een afdecling Commanchen, onftrr aan
voermu van Het Stille Water, die weer kwam
alsof hij geroepen was. zond hen tn massa
naar het schimmenrijk.
Nu scheen alles in orde! Maar zoo iets bo
staat in ue wildernis nie!. Een regiment Mexi
canen naderde hi woeste vaart! Om rus! te
nemen, nadat men zijn koetje op het droge
heeft gebracht, moet men met naar dit ove
rigens gezonde en schoone land toegaan
Thans scheen alk-s verloren. Doch dit moei
men in de wildernis niet te gauw zeggen!
„Moed gehorden!" rten de jager nu ontroerd
De geoefende woudlooper legde liet oor tegen
den grond, en ze.de met de meeste zekerheid-
„Op tien minuien af-dands naderen honderd
Texanen en 50 Sioux in volle saart! Vrcnjs
neus heeft het commando!
Hij sprak de waarheid! Maar nog waren de
spannende gebeurten-s-sen van dezen woelig-m
dag niel ten einde.
Een bende Anachc-n -servuidr- de prair,e rnel
hun barhaarsche oorlogskreten, welke een kwel
ling zijn voor beschaafde ooren.
Een woedend gevecht volgde waarbij de \na
chen het veld mm-sten ruimen, w-V donjon
achterlatende, ten prooi am sra'.pjager en gier
Onze vrienden verlieten het toonocl van zooveel
lief en leed.
Nadat zij zijn verdwenen, wenen wij een
laatsten Lick op de prairie De n«rhl sprei,U
den mantel der liefde over de bloedige over-
blijfselen van dappere legerscharen. De maan
gaat op en verleent schilderachtigheid aan een
tafereel, dat zooeven nog allesbehalve aange
naam aandeed Wat beweegt daar? De Blauwe
Vos want bij is het richt zich kreu
nend op. Waarheen staart het oog van dc-zen
schijndoode met zooveel aandacht? Volgen wij
zijn blikken, ar maakt zijn loenschheid dit ons
moeilijk.
Een, tweede krijger wordt door een ruiling door
ploegd Het is een jong opperhoofd der "Com.
mandiën, die thans zijn forseh lichaam op den
elleboog opheft. Zijn verglaasde oogen schit
teren in den maneschijn als fosfor
De beide schijndooden van zooeveo wisselen
een Wik vol haat. afgunst, verachting cn bloed-
uorst
EINDE.
Het „Oetoesan Blndla"-a! 'Ikel.
De beëedigd translateur bij den raad van
justitie te Soerabaja, de heer Hornung. heeft
een gelijkluidende vertaling gegeven van het
bekende artikel in de Oetoesan Hindia, zoo
als die in het Soer. Hbld. is gepubliceerd.
Daar deze echter geheel verkeerd is, heeft
de officier van justitie hem tot ontslag
voorgedragen. (Java-Bode.)
HET V,'ESTLAND (Centrum), 23 Juli.
Veiling der; Vereeniging We.stla.nd.
De prijzen/ Warenaardappelen (ronde)
92 ct. per 2G kilo; aanvoer 2Q kin; roode
aalbessen fG.OG a f6.88, witte dito- fo.57
a fG.Ol p. 50 kilo, aanvoer 30.365 kilo:
uien tfj 1.95 a f2.10 per baal, aanvopr
650 ibaal.
AMSTERDAM, 24 Juli.
Lijnolie. Vliegend f29, f 28),'-, Augustus
f 28i/j, f 28, f 28Vs, Sept.-December f 28"/b,
t SS3/), f28ï/g, Januari-April f29s/g, f 29p,.
f 29s/s.
LEEUWARDEN, 24 Juli.
Boter. Fabriekshoier f4852. Aanvoer
44 derden, en 111 zesde vaten.
Noteering van de Commissie: le kwal
Fabrieksboter per kilo f 1.31.
Noleering van de Commissie dor Ver.
van Boter- en Kaashandelaren in Friesland,
le soort Fabrieksboter f 51.
Boereboter le soort f47. Aanvoer 10
kwarten.
PARIJS 24 Juli.
Spiritus gedrukt; per Juli fr. 39.75 be
taald, Aug. fr. 10 dito. Sept. fr. 40.25 5
40.50, 4 laatste md. fr. 40.25 ii 40.75.
4 md. van Oct. fr. 40.50 betaald, 4 eerste
md. fr. 40 50 ii 40.75.
BUDAPEST, 24 Juli.
Tarwe.- Stemming vast
HAMBURG, 24 Juli.
Spiritus kalm. Juli Mk. 30. Aug. Sept.
ML. 30.
NEW-V0RK, 24 Juli.
Juli Sept.
T a r w e9to/t 90 Va
Juli Sept.
M a l S 3 (è--3 p-
Dec.
93Vs
Dec.
Uitlotingen.
LOTEN FREIBURG ER STAATSBANK,
2 pet. a fr. 100 van 1895.
Trekking 10 Juli. Betaalbunr 1 Maart '15
No, fr, 'No. fr. No. fr.
15887 500 17997 500 18233 500
18585 500 24256 500 28202 100
40048 500 40806 500 43021 400
4S383 400 53182 400 60055 500
60092 400 69245 1000 69637 2000
70832 5000 74156 500 793S0 10000
Bij deze Irekking werden geen obb'g. h pari
uitgeloot.
LOTEN VAN LUIK van 1897.
Trekking 20 Juli. Betaalbaar 1 Sept. a s
Serie 9592 no. 5 fr. 10,000; serie 13830
no. 11, serie 23256 no. 20, serie 28356 110
19, serie 32110 no. 1, elk fr. 200; serie 11207
no, 14. serie 13221 no. 23, serie 23256 no. 3.
serie 28039 no. 24, serie 29151 no. 17, elk
fr. 150.
De volgende nrs. elk fr. 125:
Serie No. Serie No. Serie No. Serie No
702 17 2563 19 3657 l 4607 12
6015 14 6641 1 9592 16 10717 ?3
11773 17 17345 1 22305 8 23489 18
27345 19 28039 14 282S0 5
De overige nrs. in de navolgende series zijn
uriqeloot elk met fr. 100.
702 1540 2563 3557 3657 4034 -foil?
5672 6045 6641 7510 7766 9502 10717
10777 11207 11773 12036 12S71 13221 13830
14196 15239 15157 17315 17458 18319 21628
21894 22305 232U 23256 23189 23548 23661
237S5 24302 97315 28039 28280 28356 28512
29151 29262 30399 3042C 32110 33590
Faillissementen»
C it gesprok, en:
L. J. Vos, brandstoffenhandelaar, tc
Baarn. Reehter-commissaiisjtir. mr. J.
Schuurbeque Boefje; curator: mr. II .1.
M. van den Bergb.
A. A. van Daalen, aannemer, te Utrecht.
Rechter-com m issarismr. dr. R. Kranen
burg: curator: mr. II. Th. Gerlings.
L. Spiekman, ovenbouwer, te Utrecht.
Ueehter-eoiiinris^arisjhr. hit. J. Schuur-
Irequc Boeije, curator: mr. G. F. A. Koc-
vocts.
A. Recount, melkboer, te Dordrecht.
Rechter-eominissarismr. G. Sluis; cura
tor: mr. K. K. Douw van der Krap.
(„Stct.",i
Nalatenschap vafi A. M. Clavier, f-
Vfravenhaae. Rrchter-ronrmissar'te mr E.
Jeilinghaus; curator: mr. P R. Gnibw.
A. G-eijl, Den Haag. Reelitei--commi~fmi-,
nu'. A S. de IRécourt; curator: mr. F. If.
Cu 1 ben tas Gerritsen.
A. .1. Kops, koopman. Den Haag. Ftech-
tef-comiiiLsarismr. A. S. de Blécouxt.
curator: nrr. M. J. van der Flier.
S. Wolff, koopman, Den Haag Rechter
commissaris mr. A. S. de Bléeourt; cu
rator: mr. L. Venitz.
C. M. E. van Löben Seis, te Voorburg.
Rech ter-commissaris: mr. E. Jelhnghaus;
curator: mr. P. M. J. Koek.
H. J. Apeldoorn, hotelhouder, te Bos
koop. Rechter-commbsaris: mr. E. Jelling-
hau-curator: S. J. ltuizeveld.
(..Njeuwe Ct."'
J. J. van der Zwaai, mr. schilder en
glazenmaker, te Rotterdam. Rechter-com-
raissaris: mr. J. E Rosen Jacobsoncura
tor: mr. E. Botje. („N. R. C'i.")
Opeeheven:
J. J Tiebaekx, gep. assistent bij de pos
terijen, te Amsterdam.
II. J. Tuberge 11. rijwielhandelaar, ie Am
sterdam.
A. 11. v. d. Schoot, te Amsterdam,.
H. C. cn G. J. van Delft, costumnnani-
ster, te Amsterdam.
L. C. Schouten, te Leiden.
H'%r>!twrit«»r *0 riehiodRTT!.
!uli 25: vm. 5.33 nm. G.3
1 26 o 6.9 - 6.35
276.38 7 40
28; 7 20 7.52
ï«o*rie vsis be* water on dr rivier* a.
Rerichtan vr.r 24 Juli.
GBITf!, rs.ru. 42.15 Gev. 0.03 H
-OBLENZ, Öv. wse,-u 3 20 v 0.09 M
"RIEP., Sn. 0.36 Gf-w 0.04M
ÏVHIJvM M u 3 37 G.v 0.06 M
JRÜrVt. Sn 2.63 Gev. 0.04 M
Kon en Ma*®.
rsepr Juli 26: 4.11 vm ondc. 8 0 nm
27413 7 59 1
s 28 415 5 7.58
30 Juli N. M. 6 Aug. V. KT.
Familieberichten.
(Uit eenige couranten.)
Getrouwd: 21 Juli: R. Mac Keil zie
en U. J. J. Lrahry v. Troosten burg. Wape
ningen. 23 Juli: .1. C'. E. Baron voir
Lyndon en AI. J. de Clereq, Hilversum. --
B. Jmnt Rzn. en P. v. d. Kwast, Amster
dam. - F. A. Kersten en J. F. Zier,
Den Haag. K. II. ldema en F. J. Dikkens,
Amsterdam. F, B. Veinck eri AL. J. Rolioll,
Amsterdam. J. jlaaratli en L. lLoppen-
stedt, Jlannovcr. AL Wolf en ,1. E.
Des Grandchamps, Parijs.
Bevallen: 22 Juli: Kornmann-Mes,D..
Sasscnlioim. F. J. S. Willems'-v-Stocra
wiijk, Z„ Amsterdam. Max Goklsiein-
uioldistein. IX, Amsterdam. L. Goud-
smit-Verhoeven, Z., Amsterdam.
Overleden: 18 Juli,: J. S. Niewerf-
Feenstra, 54 j., St. Esaph, N.-Wah->.
21 Juli: Al. V,. jlnizinga-Sehurer, 37 j.,
Helpman. -- Wed. I'. F. Dekker-Kluytor,
69 j., Zwolle. A. lI.'L-.soldt-Adriaai).sz,
60 j„ Amsterdam. - 22 Juli: A. N. Pfeiffer,
84 j., Den llaag1. H. C. Hlfijm, 40 j.,
Den J Laag. A. ,T. J'ort, iel je, 61 j., Am
sterdam.
Gehuwd;
21 Juli: Hendrik Johannes Dijkman, 23
j. en Adriana van Es, 19 j,
22 Juli: Johannes Marin us van Vug I,
26 j. on Jozina Johanna, (Vink, 24 j.
Geboren;
17 Juli: Jacob, v. G. v. d. Berg en
.1. AI. van Beukelen, 5e Rierslootsfeeg.
18 JuliAnlhoitius, z. v. Th. v. Leeu
wen en A. Kujjten, Sd 1 iedahischcdijk
Theodoras llendrikus, z. v. II. A. vain Ber-
kel. Lijn sir. Johannes, z. ,v. A. v, d.
Linden en A. Bol, Callenburgstr. Alar-
lijntje, d. v, B. II. Schapers en Ch. R. v,
d. Pijl, S eh ied anise he s toogDirk. z. v.
1). de Lange en A. 'Meijer, P. K. Ilros-
saartsCr.
19 Juli: Maria, d. v. A. Kalisvaa'rt en
E. Borst. Schoolste, -— G-erritje, d. v. 51.
Poot en J. v. d. AVeijden, Seibools'tr.
Hendrik, z. v. Ph. Alooif cn J, Siolk, Afalrk-
graakte. Jan, z. v. AI. van Loon en
J. Bouwman, 2e Hoogstec-g. Alewijn, v..
v. K. Iluijser on K. van de!r Valk, Xouw-
steeg. Jan Doekes, z v. J, D. Stop-
pelaar en J. AV. Oorthuis, Birmensingc-1.
20 Juli: Grietje, d. v. AI. v. d. Schee
en A, de Koning, Bleekste.
21 Juli: Johanna Geerteukla, d, v. jW.
Vletter en. 51. Molenaa'r, D wars steeg.