6.
1.
VAN EÜBOPA
BOELANTS' OPEBETTEN-BIBLIOTBEEK.
Voor de Vacanties. n
Veertig cents.
0 nVH V BÜL-_ lil
STOOMEN. VERVEN.
M. HUtJGEN en J. VINCENT, Lange Haven 2.
ADVERTENTIE
SCHIEDAMSCHE -COURANT,
De tranen der Priesteres.
MEULENHOFF'S
Alles binnen enkele dagen.
Gemengd Nieuws..
J. F. DUPONT.
lil
JPrijs 7ö cents.
JLiange Haven 14=1.
door
ERITS VAN KAALTE
Het was ia de dagea ven. Numa, den
grooten koning, die hooghecrschend in hot
machtige Kijk van Romo troonde. Om de Go-
|dia Yesta te ©eren, die de gaven van het
"stille huiselijk geluk toebedeelt aaa domen
schen, had hij zijn bouwmeesters gelasi,
op den Palatijnschen heuvel een heerlijken
tempel te houwen, waarvan de geweldige
koepel zich verloor in de blauwe oneindig
iioid van de lucht Toen nu de woning der
Godin volmaakt was, had de Pontifex Maxi
mus, die do opperste was van al de
priesters, tuin tig meisjes uitgekozen die
schoon gevormd waren van leden en lief
lijk van gezicht; geen van haar was jonger
dan zes jaren en geen ouder dan tien jaren.
(Hij had do kinderen niet gekozen naar toe
vallige willekeur, maar door wichelarij had
hij de gezinnen leeren kennen, waarin hij
de kinderen zou vinden, die de Godin zelve
had voorbeschikt, om haar te dienen in
haar heiligdom. Daarna werd het lot ge
worpen en zes meisjes werden aangewezen
door de geheimzinnige aanduiding van het
lot-orakel, om priesteres in het heiligdom
te worden, opdat zij het heilige offervuur
der hooge Godin zouden onderhouden. Ge
durende tien jaren zouden ze alles moeten
leeren, wat behoorde tot de dagelijkscho
offers en tot de gebeden voor hot welzijn
van den Staat van Rome, daarna zouden
ze, volleerd, gedurende tien jaren de Godin
moeten dienen en het derde tiental jaren
zouden ze als leermeesterressen moeten blij
ven in den tempel, om het nieuwe geslacht
van Priesteressen te onderrichten in den
gewijden dienst Die dertig jaren van tem
pel dienst zouden ze kuiseh moeten blijven,
geen man niiocht het inwendige van het
heiligdom betreden en de vermetele, die
het wagen zou, een harer te naderen, zou
worden gegeeseld totdat hij stierf onder de
tuchtigende slagen. Maar voor de maagden
van Yesta, zelve was het bestemd, dat wie
harer de wet der kuischheid durfde schen
den, levend zou worden begraven.
Tusschen de twintig kinderen, die de
Pontifex Maxim us door wichelarij had ge-
Vonden, was ook Profugia, het dochtertje
eens armen landbouwers, en het orakel
van het lot wees haar aan, de Godin te
dienen.
Toen nu haar leeftijd voorbijgegaan was
en Profugia was opgegroeid tot een schoo-
ne jonkvrouw, rustte zegen op de offers,
die ze tot heil van den Staat verzorgde
en meermalen had een booswicht, dien ze
had ontmoet op zijn weg naar de, straf
plaats, aan haar zijn leven te danken:
want zoo groot was het aanzien der die
naressen van Vesta, dat alleen de ontmoe
ting met een harer voldoende was, zijn straf
kwijt ie schelden.
Doch als Profugia met haar geze.llinnen
in het pilentum, het statie-rijtuig vvoor voor
name vrouwen, door de piraten der stad
reed, of als ze in het -Amphitheater of in
het theater vooraan zat op de eereplaatsen
voor de priesteressen, dan kwam in haar
gemoed steeds luider de stem der begeerte,
ook deel te nemen aan pet geluk der men
sahen, zich als de anderen te verblijden
in de verheugingen van het leven, om niet
alleen te zien, maar het geuren uitwuivende
geluk des tevens zelve te ondervinden. En
meer en meer kwam de wensch in haar,
weg te zijn uit het heiligdom, omdat ze
vrij wilde zijn, voordat de dertig jaren
van dienst voor de Godin zouden zijn voor
bijgegaan.- i
Hjet noodlot der Goden zon haar wenseh
vervullen, tot haar straf, omdat het den
Goden soms behaagt, de mcnschen het
meest te doen lijden door de vervulling
van datgene, wat ze het heftigst begeeten.
Op een dag trad Profugia met een water
kruik te voorschijn tusschen de lauwerter-
b'oomen uit, die de heilige bron Egeria over
schaduwen en ze werd weer begroet door
den vrnegeren tribunus celerum, die eer
tijds hoofdman was geweest van de 'lijfwacht
des konings, en die ter dood was veroor
deeld wegens een aanklacht van samen
zwering tegen het leven van den vorst Toen
hij naar de plaats der terechtstelling werd
gevoerd, hadden de Goden hem de genade
bewezen, Profugia te ontmoeten, daarom
werden de koorden, waarmee hij gebonden
was, losgemaakt, dat hij zou heengaan en
teven.
Toen hij nu Pjrofugia weer ontmoette, be
sloot hij, haar te zeggen, wat hij al vele
malen had begeerd tegen haar te zeggen.
Met eerbied naderde hij haar, boog zijn
hoofd ter aarde en sprak„Zegenend dank
ik U, die mij het leven hebt gered en de
Goden, die dat gewild hebben, door toe
te staan, dat ik U mocht ontmoeten, en
zij schijnen nog meer te willen, daar zo
ons beiden al meermalen sindsdien op den-
izelfden weg gevoerd hebben. 'Allen, die
geboren zijn van een menschennrooder mo
gen de vreugde van het leven liefhebben,
onrdat het leven zonder vreugde geen leven
is. Ga met mij, opdat ge U met mij verheugt
in uw bestaan.'-'- i i
Terwijl ze hem aanhoorde, was het haar,
als waren zijn woorden niet gewone men-
schenwoorden, maar orakel-spreuken van
bedwelmende werking en zonder aarzelen
zette ze haar waterkruik neer, legde haar
lang wit gewaad af, haar voorhoofdsband
van witte wol met goud doorweven wierp
ze van zich en ging met hem.
Nu genoot ze de geurige blijheid van
het leven en bij de weelde vergat ze alles
van het vrome, ingetogen leven, dat zo
van kind tot jonkvrouw had geleid.
Maar andere tijden kwamenhij, om wien
ze afvallig was geworden, stierf aan booze
ziekte en vereenzaamd trok ze nu door
het land", totdat ze na korten tijd met een
anderen man even lichtzinnig meeging, om
hem Ie vergezellen en toen die haar ver
liet, ging zo weer met een ander mee.
Ze verviel meer en meer, zoodat ten laat
ste haar rijke klecren, die ze had gekregen
van den tribunes celerum vergaan waren
Arm en verlaten doolde ze om door hot
land. Op een avond ging ze naar het huis
van een armen landman, om een kleed
te vragen, opdat ze niet tot bespotting
zou zijn voor de menschen. De oude vrouw
van den landman was haar moeder, want
zoo hadden de goden bestemd, dat zij haar
moeder zou ontmoeten. Joon ze nu was
binnengekomen en haar verzoek had ge
zegd, weende de arme, oude vrouw, want
ze had haar dochter herkend. Dbcli Profugia
herkende haar moeder niet en de oude
vrouw die wist, dat haar dochter een on
trouwe priesteres was, wilde haar de
schaamte van zich herkend te zien besparen
en ze zei haar niet. dat ze haar moeder
was.
Nadat haar moeder haar had doen eten
en drinken, gaf ze haar een leger voor
den nacht en toen de ochtend was opgegaan,
gaf ze haar een lang wit gewaad, hetzelfde
kleed, dat ze als dienares van Vesta had
gedragen en dat ze in liet oogenblik van
zonde had afgelegd bij de bron Egeria.
Als nu Profugia haar voormalig kleed
herkende, dat door haar moeder zelve was
gevonden op den dag van haar vlucht,
kwam een ui 1de schrik over haar, wijl
ze meende in dit droeve spel de gerechte
ha'nd <jy?r Goden te herkennen, en zo nam
het kleed niet aan. Toen ging ze vandaar
zonder ander kleed, dan het door den tijd
tot rafels vergane dat ze droeg.
De gedachte kwam in haar. berouwvol
terug te keeren naar het Heiligdom, maar
ze ging niet, vijl ze gruwde voor de straf,
die haar wachtte, levend te worden be
graven.
Toen nu Profugia als een havelooze be
delares zwierf over do wegen, geschiedde
het door de groofe goedheid der Godin,
die haar nog altijd liefhad, wijl ze haar
had gediend in liefde, voordat de verzoeking
daar was, dat ze gevoelde, dat ze onrein
was. Want dat is de barmhartigheid der
Goden, dat ze de menschen, die him in
overgevende liefde hebben gediend, zich
zelve doen kennen, opdat ze him leven
zullen kunnen verbeteren, als ze op een
dag van noodlot - verdwalen in de kron
kelwegen van de ondeugd.
Toen Profugia dan nu haar onreinheid
kénde, ging zo naar liet strand van do
luidruischendc zee, opdat de wateren haar
mochten afwasschen, opdat ze rein zou
worden.
Hoogop kwamen de golven nader, ze
rezen met geweld als onstuimige witte bees
ten en sloegen hoog over haar hoofd. Met
ontzaglijke kracht nikten ze aan haar, en
ze wist, dat het was, wijl ze haar mei
haar onreinheid -wilde meenemen in de
verzwelgende diepten hunner wateren, op
dat zij en haar lijden niet meer zijn zou
den. Maar de zondige priesteres wist, dat
dat geen -boete zijn zou voor het kwaad,
dat het integendeel een te groote en on
verdiende genade -zou zijn, te sterven om
niet meer -to lijden. Daarom klampte ze
zich vast aan de rotsen van de woeste
kust, hield zich met al haar kracht vast
op de -plaats waar ze stond, omdat ze
niet in de wateren wilde neergaan, maar
er 'door -begeerde afgewasschen te woiden.
Kaar wil -hield haar b taan de in de bran
ding en weerstond de macht der geweldige
.wateren. Zoo stond ze vele uren, de golven
kwamen en gingen, maar de wil om rein te
zijn bleef in haar.
Toen mndelijk de zee stil werd, gevoelde
Profugia met wanhoop, bitterder dan de
dood, dat zo nog even onrein was als
voorheen, dat er niets zou kunnen zijn
tusschen de zeediepten en de sterrehoog-
ten. dat haar rein zou kunnen maken.
Omdat dit duidelijk was in haar, zonk ze
rveenend neer op de scherpe rotsen en ze
smeekte Vesta, dat zij de golven der zee
zou spreiden als een doodskleed over haar
heen, opdat zij met haar kwaad weg
zou zijn uit het leven. En ze weende als
iemand, die door niets en door niemand
getroost worden en haar smartelijk©
tranen vloeiden neer over haar lichaam,
totdat ze niet meer weenen kon. Maar toen
dan is er vrede gekomen in haar gemoed:
ze gevoelde, dat door haar tranen geschied
was, wat de ontzaglijke watervloeden niiel
hadden vermoogd, ze wist, dat ze rein
was als den eerstén dag, dat ze als klein
meisje den tempel der Godin betrad. Ze
wist, dat ze herboren .was, en dat de Go
din, wier woonstede zo ontvlucht was, haar
die zeldzame genade had doen deelachtig
worden. Om door een teeken haar dank te
doen weten, ontstak ze op de hoogste rots
een vuur van hout van een vruchtdragende»
boom, zooals eertijds in den kenjpel, we
tende, dat de Goden ook buiten hun heilig
dom de menschen en hun werken zien.
Hjet hout martelde haar handen bij "de
vele moeite, die ze doen moest, opdat het
nog groene hout vuur 2son vatten, maar haar
wil overwon het levende hout, zooals die
eerst de roepstem der verzwelgende wa
teren had overwonnen. Toen do rook van
het vuur opging, wist Profusia, dat de zoete
Godin haar offer in genade had aangeno
men, dat haar kwaad nu vernietigd was.
En toen de blauwe rook van het offervuur
als een tegen de woelde der wereld bevei
ligende nevel om haar heen was, sprak uit
het reine vuur do stem der Godin: „Blijf
hier en dien mij op deze plaats, ver van de
menschen, uw dienst js mij heerlijker, dan
die mijner andere priesteressen, omdat ge
door de duisternis weer terug zijt gegaan tot
het licht. Nu zijt ge rein, omdat wie uit oen
menschenmoeder geboren is rein zijn zal,
als hij rein begeert te wezen."
Het opblazen van het stoomschip r, Alcor".
Gisteravond is te Rotterdam teruggekeerd
kapitein ïf. Ebes met 3 stuurlieden, 3 ma
chinisten en 19 leden der bemanning! van
het stoomschip „Alcor" (cargadoors firma
Ykn .Niovelt, Goiudriaan Co., aldaar),,
welk stoomschip, geladen met 5250 ton
steenkolen, door de Russen is opgeblazen
Voor den ingang van de haven van Hangö
in Finland.
Het schip was Zondagmorgen 26 Juli
van Rotterdam vertrokken en voer in den
namiddag' van den 31sten Juli den Finschen
Golf in. Doordat 's avonds de kustvuren
niet brandden, bemerkte men van het schip
reeds, dat er iets bijzonders gaande was
ca werd er scherp uitkijk gehouden. Ta
11 uur 's avonds kwamen plotseling 2 tor-
pedobooten dicht bij het schip, waarvan
één een schot voor den boeg van de,,Alcor'
vuurde, waarop deze onmiddellijk stopte.
De Russische torpedo-boot naderde zoo
dicht mogelijk, zoover als de zeer onstui
mige zee dit toeliet, en vroeg naar de na-
tkfialiteit, naam, bestemming! en lading
van het schip. Nadat daarop was geant
woord, kwam de mededeeling, dat de vaart
naar Kroonstad (de bestemming' van de
„Alcor") verboden was en men terug moest
koeren of naar Hangö kon stoomen, waar
men zich 25 mijl vandaan bevond. De ka
pitein ,van de „Alcor" besloot tot dit
laatste en 's morgens om 6 uur ankerde
men -op de reede van genoemde plaats.
Na ingeklaard te zijn, seinde de gezag
voerder aan zijn reederij het gebeurde en
vroeg' om instructies.
Zondagmorgen 2 Augustus kwam evenwel
weer een Russische torpedoib'oot langszij
en vroeg men opnieuw naar bestemming,
lading en wie de ontvangers Waren. Nadat
ltierop was geantwoord, verdween de lor-
pedoboot.
Even later kwam] er een ander Russisch
marinevaartuig langszij. Er kwam een of
ficier aan boord, die gelastte ligplaats in
do haren te nemen, terwijl hij tevens het
schip inspecteerde. Toen de gezagvoerder
hiertegen protesteerde en zeide op de
reede te willen blijven, daar hij' elk oogen
blik orders kon verwachten, beval de Rus
onmiddellijk £a an zijn bevelen te voldoen,
daar hij andere andere maatregelen zou
nemen. -
Kwait voor twaalf stoomde toen de „Al
cor" onder bevel van een loods, die in
middels aan boord gekomen was, naar de
haven en op hevel van voornoemden of
ficier, werd het schip aan den ingang der
haven gemeerd, dwars voor de opening.
Toen de gezagvoerder de bedoeling, het
schip als versperring te gebruiken, doorzag,
lutte hij opnieuw -een protest, er op wij
zende, dat het schip aan onderdanen van
een neutralen staat behoorde.
De Russische officier antwoordde, dat
het oorlog was en alles betaald zou Wor-
de'n, terwijl hij daaraan toevoegde, dat de
opvarenden binnen een halfuur van boord
moesten zijn.
Daarop werden d3'namiet-ba.tterijen in het
ketelruim en de machinekamer geplaatst,
•die electrisch verbonden werden met den.
wal.
Om half-twee werd de bemanning aan
land gebracht en om' 10 minuten over twee
werd een luide knal gehoord. Er vlogen
stukken in de lucht en een groote kolom
stoom kwam uit de machinekamer. Daarna
helde -de „Alcor" naar bakboord over en
zonk langzaam weg. De bemanning Werd
naar het politiebureau gebracht en na een
paar uren wachtens naar een hotel.
Den middag van den 3den Augustus heeft
de gezagvoerder van de „Alcor" met een
-gedeelte van de bemanning verklaring afge
legd voor het plaatselijk gerecht te Hangö
en tevens protest aangpteekend tegen het
doen zinken, van zijn schip door de Rus
sische overheid, hem en zijn readers alle
rechten voorbehoudend voor de geloden
schade.
De gezagvoerder kreeg verder hevel van
het 'hoofd der politie om met zijn -beman
ning naar Ifelsingfors te reizen, waarvoor
najbjljetten werden verstrekt, doch kapi-
fiirin Eibes weigerde te vertrekken, al
vorens hij zijn verklaring en protest in
bezit bad.
Vjer dagen is hij to Helsingfors gebleven.
Met lof hoeft hij getuigd van de groote wel
willendheid, die hem en zijn bemanning
door den Hollandschen consul, den heer
F. stockman, is herwezen. Ook op reis
door Finland, Zweden en üuitschland naar
hier hebben zij van de overheden allen
mogelijken steun gehad.
Jn iliet half uur, dat voor het lopblazen
van do „Alcor" werd gelaten, had men
natuurlijk slechts do scheepspapieren en
de allemoodigsto eigendommen kunnen bij
een pakken.
De Pmssischo regeering heeft nader toe
gezegd do waarde van het schip en, daarmee
verloren gegane benevens andere schade
na den oorlog te vergoeden. (N. R. Ct)
Vreemdeling aangehouden,
Tjcor patroujlleerende militairen is te
Zcvenaar aangehouden een Duitsch s'pxet
kend persoon, in 't bezit van een land
kaart, die bij otp het naderen der soldaten,
wegwierp. De man gaf voor leeraar te
zijn en wilde zich in de richting Didanf
begeven. By een landbouwer had hij werk
gevraagd. Hij 'is voorloopig vastgehouden.
Landweermuziek.
Men schrijft ons uit Den Haag:
Bij een der landweer-bataljons, dat in een
gemeentelijk schoolgebouw gekazerneerd is, heeft
zich uit de dienstplichtigen, die uit liefhebberij
of voor hun beroep een muziekinstrument be
spelen, een harmoniecorps gevormd, dal pijn.
30 leden telt. Dirigent is een landweer-soldaat
musicus, orkestmeester in een. der variétés hier
ter stede.
De kapel is reeds zoover gevorderd, dat do
marschen Van den troep met muziek aan het
hoofd worden verlevendigd.
Voor <3e leden van dit dilettanten-corps, die
nog geen instrument bezaten, rijn deze ge-
huurd.
Zijn schip verloren.
Do „Tjelscho Crf." meldt het volgende:
Schipper J. G. Blom van het te Ant
werpen thuisbehoorendc schip „Avenir"en
zelf Woonachtig te Rossum, heeft op -een
eigenaardige manier zijn schip met toehe'-
(hooren jn den steek moeten laten.
Verleden week Dinsdag vertrok hij uit
Antwerpen met zijn vrouw naar Dordrecht,
ten einde daar zijn vrouw hij bekenden
pjider dak te brengen.
Na hierin to zijn geslaagd, keerde liij
Donderdagmorgen weder naar Antwerpen
terug.
Den volgenden dag begaf hij zicli naar
het station om het vertrek van de uit-
gjezetiie Duits-diers bij te women, doch
toen onze schipper zich op een gegeven
oogenblik bezighield met de behulpzame
luuid te bieden aan een Duittsche vrouw1
jmet haar 2 kinderen, werd hij door de
Belgische soldaten ook voor een Duitscher
aangezien en met geveld eveneens jn
den trein gezet.
V-olgens den schipper vertrok' te trein
over Namen naar do Nederlandsehe gren
zen bij Limburg en werden de menschen
daar uit den trein gezet.
Hij is toen aan het- dwalen gegaan en
eindelijk in Holland aangekomen, waar hij
zich spoedig aan de Nederlandsehe sol
daten als Hollander kon legjtimeeren.
Altijd maar doorloopende is de schip^
eindelijk in Heusden bij familie gearriveerd
waarna iiij per trein Rotterdam bereikte*
Zijn schip acht hij verloren, daar er
ook niet eens voldoende tijd was om do
roef te sluiten.
ADVERTENTIES,
Markt 8. Telefoon 153.
Voorhanden:
met een aantal oorlogsvlaggen, ter aandui
ding op de kaart, waar de legers zich be
vinden
I. Voor kinderen.
JOH. CHIX-tlB TAS OKDENUOBF.
ELZA EN NORA OF ARBEID ADELT. E«n
II. Voor volwassenen,
OOST, WEST, THUIS BEST. Vertellinc te
571b 50
Voor slechts 4.9 CENTS plaatst men eene
in de rubriek „KLEINE ADVERTENTIES» in de
nummers van
welke Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen.
Niemand behoeit dus cp te zien tegen de kosten. Zelfs
voor kleine winkelzaken is hierdoor adverteeren mogelijk
gemaakt en zijn deze in staat met geringe altgaaf den
omzet te vermeerderen.
Voor den In- of verkoop van 2e-hands-artUteIen zyn door
de goedkoopte de «Kleine Advertentiën" bijzonder aan te
bevelen.
Met uitstekend gevolg wordt van deze 40-cerits-rubriefe
gebruik gemaakt door hen, die personeel noodig hebben
of eene betrekking zoeken.
Oók de 40-cents advertentiën hebben by de algemeene
verspreiding van de Schiedamsche Courant beslist sacees.
KLEINE ADVERTENTIEN worden uitsluitend aan-
genomen aan het Bureau der «Schiedamsche Courant",
■prookj, in zei Ufsreelenf 0.90.
MeJ. H. A. V***
ASSCHEPOETSTEK. Oper. in 4bedr.5e dr. 0.90.
KLEINDUIMPJE Sprookje, dram. bewerkt 0.50.
BLAUWBAARD. Sprookje, te. berijmd teket 0.80
SNEEUWWITJE. Een sprookje. Vfifds dr. 0.70.
DE VARKENSHOEDER. Oper. in 'ibedrijven 0.80.
KAMERDIENAAR EN DE WITTE SLANG 0.50.
JORDvPEEN JORINGEL. Sprookje in 3 »fd. 0.90.
HET SPROOKJE DER DRYADEN. Operett» 0.90.
CORNELIA OE LANGE.
ROZA, DE SCHOONS SLAAPSTER IN HET
BOSCH. Operette in 7 tafereelen. 3e druk. 0.90.
DB IJS JONK VROUW. Sprookje in 5 bedrij
ven, ïe druk0.90.
VEENK0NING EN WATERNIMF. Operette
in vijf bedrijven0.90.
(Dtmee en Hearon).
HeJ. A. T. WW
operettevorm f 0.90.
MIGNON. Operette in se» tafereelen 0.90.
EEN GELUKKIG ECHTPAAR. Oper. in 5 tel 0.90.
DE WARE JOZEF. Operette in 8 tafereelen 0.90.
EEN ZILVEREN FEEST. Operette in drie
bedrijven0.90.
P. VA8SECB
KLAAS EN TRIEN. Vertelling in OperetU-
vorm in echt tafereelen. Tweede druk 040.
KRELI3B0ER EN GANZENDONCK. Ope
rette in aeht tafereelen0.90.
HEIN DE NACHTWACHT. Oper. in «Ut 0.90.
DE BERGFEË. Schets in twee tafereelen 0.90.
HET PARELSNOER. Schets in één bedrijf 0.90.
TWAALF REIZIGERS IN 0E DILIGENCE
of een Oudejaarsavond in een Dorpsher
berg. Operette in één bedrijf MO.
EEN VROUW OP SCHILDWACHT.
Kluchtspel in één bedrijf0.90.
CARNAVALSGRAI'fEN. Zeven meiaje» in
uniform. Kluchtspel inéén bedrijf, 0,90.
91. M. KOSTER en H. L. LBDWIG.
PRINSESJï. Zangspel in drie bedrijven f 0.90.
CORN. ISMIG Jr.
PRINSES ZONNEGLANS. Zangspel in vjjf
bedr. Naar een «prookje v.G.Blkisteikk» 1.50.
A. BEVDIKG.
RUSTENDE CAVALERIE. Parodie op Mii-
caski's „Cavileria Ruaticaua". Operette
in één bedrijf, met een Proloog 0.90.
Deze Ojperetten worden geleverd door alle Boekhandelaren of, op ontvang»t
van postwissel, door den Uitgever H. A. II. BOELANTS te Sobledazn.