De oorlog. 67?" Jaargang. Vrijdag 30 October 1914 No. 14669 Koning zijn, Dezie courant Verschijnt dagelijks^- tnet uitzondering van Zon- en Feestdagen.- Prijs (per kwartaal: iVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25, franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent Abonnementen worden 'dagelijks aangenomen. Advertenfciëtt voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.) Prijs der Advertentiên: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel mees 15 cents. Reclames 30 cent por regel. Groot» letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiên bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hieryan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiên opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, hij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. BUITENLAND. Schiedam, 30 Oct. 1914, Tan het Westelijke front. De toestand. l Aan de officieele berichten over den strijd aan het noordwestelijke front is geen touw meer vast te maken. Het Duitsche communiqué'van gistermorgen en het Fran- sche van gistermiddag, dat We hieronder nog laten volgen, vertellen ieder, dat hun partij bij IJperen vorderingen maakte, on geveer op,dezelfde plek. In wiens bezit Dixmuiden nu eigenlijk is, valt ook al niet meer te zeggen. i Dat de strijd ook nog steeds tot 'aan de kust toe woedt, blijkt uit de bijzonderheid, door den Times-correspondent .vermeld, dat bij de gevechten om Nieuwpoort het dorp Lombaertzijde het hoofdtoon eel .van den strijd was. Lombaertzijde is een duindorpje, een paar K.M. ten N. van. Nieuwpoort. diet Werd, evenals Dixmuiden en vele andere plaatsen in die jjuurt, herhaaldelijk ge nomen en hernomen, en bij de eind-verove ring door de Belgen lagen de straten gevuld met lijken van Duitscbers. De hardnekkigheid, waarmede de Duit sche staf telkens de pogingen om in de kuststreek zuidwaarts voor te dringen, her vat, wijst er op, dat het te doen is om een groot doel: Duinkerken, en daarna Calais, nu niet het pistool gericht op Engeland's borst, zooals men in beeldspraak langen tijd Antwerpen heeft genoemd, maar zonder ©enige beeldspraak: de 42 (52) c.M. ka nonnen gericht op het nauw van Calais, waardoor Duitschland vasten voet aan het Kanaal zou verkrijgen. Een weinig oostelijker vorderen de Duit- schers ten Westen van Rijssel, de bondge- nooten doen hetzelfde ten zuiden van Atrecht, In het Argonnerwoud veroverden de Duit- schers loopgraven van de bondgenooten, en deze namen loopgraven van de Duit- schers. Dezelfde misschien? Aan de Maas namen de Duitschers ten Zuiden van Verdun een hoofdstelling der Franschen, bet Fransche communiqué maakt er geen melding van. Daarentegen veroverden de Bondgenooten een deel van het bosch van Apremont (ten Z. van St. Michiel) maar daarvan heeft de Duit sche berichtgever niet vernomen. Evenwel, al die kleine wezenlijke of be weerde successen, die niettemin meermalen stroomen bloeds hebben gekost, hebben evenmin wijziging van beteekenis gebracht in de groote lijn, die van Belfort na* Nieuwpoort loopt, als de vorige „vorderin gen", waarvan de communique's nu reeds zoovele dagen achtereen gewagen. dooi! C<'LETTE YVER. Geautoriseerde vertaling! van W. E. P. Daarop nam de geheimzinnige persoon in de gckleede jas, die tot) nu toe niet go sproken had, hot woord, en verklaarde: „De Fran^aises staan op het Ware stand punt De toekomst van de volkeren is nauw verbonden met de geestelijke ontwikkeling der '.vouw, miaar haagt ook! af van haar algeheele ontwikkeling, en als zij, door go leerde te worden, lager kWami be staan als vrouw, en haar mieerdere gjocstes! ontwikkeling moest gekocht Worden met haar bevalligheid, haar lichamelijke gezond head, haar moederlijke roeping, dan zou die vooruitgang een achteruitgang zijn." Clara wendde zich tot haar buurmanen vroeg1: i „Hoe heet die mian die zoo verstandig spreekt?'' De vorstin had de streng wol' 'gewonden to|t een mooien goudgelen, donzigon bal en bedankte den maarschalk voor zijn diensten. j Hij richtte zich pp als een, (Hercules, dip stijf js gc-wjorden van hef lange spinnen,. Hij kookte van woede, miaar Was zichzelf genoeg meester om zijn mond onder den dichten snor tot een glimlach' te plooien. „Wanneer alle vrouwen zich aan, de studie gaan wijden, zullen wij, mannen, ons tenminste nog met handenarbeid zooals deze kunnen bezig! hoiudeh.'' Het officieele Fransche communiqué van gistermiddag drie uur luidt: Wij hebben gisteren in den loop van den dag op verscheidene punten vorderingen gemaakt, met name rond Yperen en ten Zuiden van Atrecht Over de gebeurtenissen op het front tus- schen Nieuwpoort en Dixmuiden is niets nieuws te melden. Tusschen de Aisne en Argonne hebben wij enkele vijandelijke loopgraven genomen. Geen enkele aanval der Duitschers is ge slaagd. Ook in het bosch van Apremont hebben wij terrein gewonnen. De slag aan de Ysor. P.aul Erie, de oorlogscorrespondent van de „Journal", doet onder dagteefcening van 22 Oct het volgende verhaal van de gevtch ten, die op 21 Oct aan de User werden geleverd Het is bijgekomen zooals ik zcide. De stortregen van projectielen, die de Duit schers gedurende 48 uren op het galieele Belgische front hebben doen neerdalen, is do voorbode geweest van een geweldigen infanterie-aanral. De vijand meende, dal de tegenstander het tegen zoo'n hevige be schieling niet zou kunnen houden en dat zijn infanterie zich slechts behoefde tc verboonen om de plaats van de Belgen in te nemen aan den rechteroever van de Yser. De Duitsche stafofficieren hadden zich ver rekend. Niet aUc-n weerstonden onze dap pere vrienden bet n-eesolijkc bombarde ment, dat hunne loopgraven in elkander schoot, maar zij ontvingen de Duilsehe in fanterie ook zoodanig, dat deze zich na twee uren achter de verschansingen terug moest trekken, reeksen van dooden op he! slagveld achterlatend. Gisteren te vijf uren hagelden do pro jectielen in zoo groote hoeveelheid neer in de nabijheid van de plek, waar ik stond, dat ik het geraden achtte mij te verwijderen. Het was toen vijf uur. De kanonnade werd steeds sterker. Weldra werd het verschrik kelijk. Het vallen van den dag maakte geen einde aan het schieten. De vijand had al zijn veldgeschut in batterij gebracht, al zijn kanonnen van 10'A 13 Va en 15 en zijn mortieren Van 21. De Belgen beant woordden het vuur, daarbij gesteund dooi het geschut van de schepen. Boven de Yser vallei strekte zich een vuur-harrière uit, gevormd door het springen der granaat kartetsen, tot aan de zee. Een Verbijsterend, onafgebroken gedonder, dat uit öe inge wanden der aarde scheen voort be komen, maakte ons bijna doof. Het hield aan tot 9 urn 's avonds. Te 7 uur lieten de Duitschers, die blijk baar het oogenhlik gekomen achten om zich meester te maken van den rechter oever van de Yser, hun infanterie in actie treden. Twee colonnes, elk ongeveer 4000 man sterk, rukten op tegen den Belgischen linkervleugel, terwijl andere sterke afdeelin- gen do Belgen in de richting Wan de zee aanvielen. i 1 De ojude hertogin von Zoffern kwam op den schitterenden inval te zeggen „Een streng' wol is minder zwaar dan een baton do maréchal, mijnheer; troost u." De jonge man naast Clara had'"even ge> aarzeld to antwoorden op haar vraag en zei eindelijk; „Zijne Hoogheid Bertie, hertog van Oldang, prins van Ierland." „Hertog Bertied'" herhaalde Clara in de grootste verbazing1. En zij zag, dat het gezicht van den jon gen man naast baar pijnlijk vertrok. De dagbladen Wanen weinig op de hoogt van de rol, die deze raadselachtige vroom) deling aan het hof speelde. Toch werd ei- verteld, dat de koning! en hij steeds samen waren. Hij bezat geen enketen ofïiclieelon titel, maar hij woonde in het paleis en had, sinds de zes jaar, dat hiji er was, nog geen driemlaal 01d|shurg! verlaten. Er lagj iets gehieinriinnigs, bescheidens en teruggetrokkens in zijn persqon. M aar hij sprak nauwelijks, of zijn staalblauwe qogen kregen een gebiedende, heerschzuchfcigocn onweerstaanbare uitdrukking; zijn, gebaren waren kort en raak. Het scheen zoo iemand, dien men. in tien, jaar nog niet volkomen kent en wiens meening men, nooit met zekerheid Wan te voren kan vaststellen.. Het gerucht liep, dat hij Wolframs rechten hand ,was. t Ilij voelde, dat Clara hem aankeek en nam baar op zijn beurt aandachtig op. Een oogenhlik teken zij elkaar aan- Het scheen alsof die twoe superieure geesten, de geleerde vrouw en de staatsman, eikaar in die omgeving van 'wereldsche bogripd vermogens, als l>ij instinct hadden! besqieurd en horkend, zooöls fcWee edele dieren die (usschen allerlei andere elkaai tegenkomen Deze echter hielden zich gereed. Op hun rechtervleugel wachtten zij het geschikte oogenhlik af. Toen opende hun infanterie een verschrikkelijk vuur. Gedurende ander half uur knetterde het in één stuk door. Do vijand, die op zulk een krachtigen tegen stand niet had gerekend, begon zich onzeker te gevoelen. De Belgen wisten daarmedo hun voordeel te doen en wierpen zich op verschillende plaatsen niet de bajonet in de vuist op hunne tegenstanders en noodzaak ten hen terug te trekken.. Naar den. kant van de zee was de toe stand anders. Daar behoefden de Belgen om den stroom van Duitschers tegen te houden hun infanterie niet te laten optre den. De artillerie kon het wel alleen af. Tien malen achteroen. doken, de Duitschers op uit hunne loopgraven om te trachten de Yser te bereiken, tienmaal zagen zij zich genoodzaakt terug te trekken. Toen gaf de vijand, die zeer groote verliezen had gele den, het op. Het schieten werd langzamer hand minder en hield te 9 nur geheel en al op. Gedurende den nacht werd de rust slechts zelden verstoord, men. was echter van weerszijden op zijn hoede, zoodat er van slapen niet veel kwam. Vandervelde spreekt de troepen toe. Do „Figaro" meldt, dat de leider van de socialistische partij in België, Vander- velde, uit Havre naar Vlaanderen is ge reisd. Op verzoek van den koning heeft hij de troepen toegesproken. Yan het Oostelijke front. In Polen en GaliciA De Russische groote generale staf deelde gisteren mede: Den 28rten dezer hebben wij den tegen stand van de laatste vijandelijke strijdkrach ten, die nog steocls trachtten zich Jen nooi}- den van Pilifcsa, te handhaven, gebroken. Op het front aan gene zijde van de Weight sel zijn alle Duitsche fen Oostenrijkscho troepen in vollen aftocht- Wij hebben StryJ- kof (ten N.O. van Lodz), Recjzkof en NovemSaslo (ten N.O. van Krakau) bezet Russische ruiterij is Radomi binnengetrok ken. Wij lichten verscheidene duizenden krijchgev au genen gemaakt, kanonnen, tien tallen m'achinegdveren en leger-automo- bielen vermeesterd. WEENEN, 29 Oct Do generale staf heeft hedenmiddag' officieel het volgende meege deeld: Op het Noordoostelijk oorlogstooneel zijn gisteren geen gevechten van beteekenis ge leverd. De laatste dagen zijn pogingen van de Russen om! door te dringen tot de streek van Turka (in do Ka.rpathen) met succes afgeweerd. i De opinie in Duitschland. In Duitschland blijft men volhouden, dat de zaak der Duitsche legers in Polen er en van dat oogenhlik af elkaar niet mleer kunnen vcronochtxamten. De koningin zat nu gebogen over haar borduurraam en prikte de naald in het stramien. Zij droeg hel dikte zwarte haar nog steeds naar do mode van een twintig) jaar geleden en dat gaf haar ondanks haar gezetheid, iets jeugdigs. Zij scheen geheel, verdiept in haar borduurwerk, maar toch niet zóó, of zij hield met de zorg van een goede huisvrouw', een oog op haar gasten. Zij liet het Iricftracspel komten voor me vrouw de Bénouville, die er dol op Was on verzocht gravin Hermann Ringer de tegenpartij van de oude dame te willen zijn. liet schaakbord werd gehaald voor den grootmaarschalk en graaf Thaven.De twee oude hoeren, clio elkaar niet konden uitslaan, koelden hun haat ecnigszinsdoor eikaars tegenstanders te zijn in een goed aardig spel. 'tWas grappig hen daar te zien zitten, hoofd tegen hoofd, de een al even fonseh als de ander: do hertogin zijn volte majesteit, met, zijn hoog vooif hoofd, zilvergrijs haar, en opgestreken knevel; de graaf woest, -met borstelig haar, een dikten stiereniuds en hoog in zijn schoudersniet gefronste wenkbrauwen be rekenden zij en mompelden nu en, dan iets binnensmonds. De een was de ver trouwde en meester, prozaïsch aangelegd, do boheerder van 'skonings schatkist, die alle geheimen van Wolframs particulier leven tendc. De andere was do -zoog|e*- tiaamde gebieder van Lilhauen en ba schouwde den eerste als een. nul. De goede oude mevrouw Bénouville was met harlsr tochlclijk vuur aan het spelen, de dobbel- steenen maakten telkens een droog, korf geluid, wanneer zij ze op het trictrac-bond, wierp. De vorstin vroeg den jongen Er^ nog goed voorstaat. Het Duitsche leger- commando zou zich om twee redenen ge noopt hebben gezien, voor de Russische overmacht terug te wijken; ten eerste wil men een voor de Duitschers gunstiger plok uitzoeken om meester van den toestand te blijven en ten tweede zijn de moerassige wegen en het gebrek aan spoorwegen re denen, waarom generaal von Hindenburg een meer achterwaarts gelegen stelling heeft ingenomen. Voorts wordt van Duitschen kant be weerd, dat deze terugtocht „zonder eenig verlies voor de Duitschers en zonder dat de Rmsen hen vervolgden" levendig her innert aan den terugtocht van von Hinden burg in Oost-Pruisen, die de voorbereiding Was voor de vernietiging van het Russische leger, dat daar opereerde. De „Lokal-Anzeiger" schrijft o. a. „Een achterwaartsche beweging om zich van den vijand los te maken, kan noodig worden wanneer de tegenstander gedurende den strijd qnverwaehte versterkingen krijgt, waar men niet de noodigc tegenoverstel len kan of wil. Het is geen gemakkelijke taak en vereiscJit vaak grooter veldheers talent dan een aanval. Dat de vijand onze troepen niet heeft gevolgd, is natuurlijk ten deele toe te schrijven aan het feit dat alle aanvallen, door de Russen ondernomen, tot 't laatst too zijn afgeweerd. Datt dol vijand daarbij zware verliezen aan gevange nen en geschut heeft gehad, is reeds ge meld, eveneens, dat hij in getal de sterkere was. Nu is natuurlijk een overwinning van een numeriek zwakkere macht over een numeriek sterkere niets zeldzaams, zooals de laatste overwinningen van von Hinden burg trouwens bewezen hebben. Er is ech ter tweeërlei voor noodigin de oerstc plaats een strateeg en ten tweede de noo- dige tijd om de legermachine door ver plaatsingen van onderdeden geschikt te kruinen maken voor de uitvoering van het gestelde plan. Do aangewezen man daartoe is, naar onze meenïng,, ter plaatse aanwe zig, en de noodige tijd schijnt do vijand ons door zijn werkloosheid te hebben ver leend Aan de Oost-Pruisische grens. De Russische generale staf deelde gisteren mede: Op het Oost-Pruisisdie front doet het eerste Duitsche legerkorps de laatste vier dagen vergeefsche aanvallen in de streek van Bakalarzewo (ton Westen van Soewal- ki). De verliezen, van den vijand zijn zeer groot. ïn Zuid-Afrika. De nieuwe opstapd. In een beschouwing' over den onvcrwach- ten opstand in het noorden van, den Vrijt gO'x: liman naar een nieuw stuk, dat sinds drie dagen door de Oldshurgsclic opera gegeven werd. Om! tien uur werd!thee bin.- ncngebracJit. Clara zeide totihaar metgezel: „Maarkomt de koning nooit bij deze intiem» avondjes?" Dc onbekende antwoordde ontwijkend:' „Somfe wel eens Zij voelde zich volkomen op haar gemak naast dien jongen man, die blijkbaar veel jonger was dan zij. Naar zijn gesprekken te oordeelen. hield zij hem zonder aarzelen voor een of anderen rijken kunstliefhebber, met een droosnerige, voorname natuur, en zij werd, met dat zjcplaten-gaan, da,taan geleerden eigen is, vertrouwelijker. „Ik zou graag vanavond den koning go zien hebben, dat beken ik eerlijk; ik ben groot,gebracht in een omgeving, waar hij niet geliefd was. Ik Ixm do aangenomen dochter van dokter Kosor. Dus ik hoof n niet te zeggen „Dat Wist ik1, jufforuW Ilersberg," was het oenig|e, dat de jonge man antwoordde. „Dus u begrijpt, ik kan niet koningsj gezind Jjn. liet is niet meer dan eerlijk', dat jk er openlijk en voor iedereen voor uitkopt. En bovendien ten. ik bier nie! om m!ij met politiek in te laten.' Maar opsom! m|ige punten verbied ik mijzelf Wat nieuws! gji,erigj<zijn niet'" „Uw geval is heel interessant." dacht de onbekende hardop. J i,Ik hen als 'tware grootgebracht met maatschappelijke studie en menschenliefdc," hernam Clara). „Ik heb altijd een groot ver hangen gehad' naar liet geluk van hot volk." De jonge m!an glimlachte droevig. „Ik geloof; juffrouw* Ilersberg', wanneei u Zijne Majesteit zal hebber loeren kennen, dat u zal zien, ,da,t de koning datzelfde ver staat en in het westen van Transvaal schrijft jdo ,,N. R. Ct" o. a. „Xu moet men zich niet op oen dwaal spoor laten leiden door Engelsehe berichten On Engelsehe bladen, die van uitbreiding van den opstand van Maritz en ran ver raad aan het verdrag van Veneeniging sprcf- kon. Er is oen. groot verschil in beginsel en doel tusschen den opstand vau Maritz en dien van (laat ons oven zeggen,) de ,Wet en Bevers. Maritz strijdt tegen het Engelsehe gezag over Zuid-Afrika, hij wil van de Unie oen vrije republiek maken en daarom vecht hij aan de zijde van de Diiit}- schers. De opstand van de Wet en Bevers js niet tegen het Engelsehe gezag gericht, laat dus het verdrag' yan Vereeniging onaan geroerd; die opstand is gericht tegen het) ministerie Botha, tegen den oorlog waarin het de Zuid-Afrikanen heeft getrokken, tegen het gebruik van de verdedigingsmacht der Unie, die krachtens de not uitsluitend ter verdediging van de Unie raag dienen, en niet voor een aanvallenden oorlog. Men koude dit verschil goed in het oog. Men behoeft van een man ais de Wet, om slechts dezen te noemen, niet te den ken, dat hij het verdrag van Vei-eeniging zal verbreken. Hij is een man van zijn woord. Dat Engelsehe bladen dadelijk met het woord verrader fvjoor hem klaar staan en het ook toepassen op iemand van zoo hoog karakter als Beyers, is hun zaak. De opstand is zeker tegen het wettige landsgezag gericht, miaar de groofe meerder heid althans van do Hollawlsche Afrikaan- deus was van overtuiging', dat de regoering met dezen aanvallenden oorlog zelf 's lands wet had1 geschonden." In denzelfden g|eest laat zich uit de, „Mani- chester Guardian", het Engelsehe blad, dat zich aanvankelijk ook sterk tegen Engeland's meedoen aan den huidigen oorlog heeft! verzet. Hot kan evenmin de beweging van De Wet en Beyers met den opstand van) Maritz op één lijn stellen. Die van Maritz; aldus schrijft liet blad was van laag allooi en is reeds bijna bedwongen, doch! de andere is van hoogst ernstigen aard. De leiders zijn bekwame en invloedrijke mannen en) zij moeten wel zeer ernstige grieven hebben om tegen de regeering van Botha op te slaan. Het blad gelooft niet dat zij de moeilijke omstandigheden, waarin En geland thans door den oorlog' verkeert, wil len gebruiken om de onafhankelijkheid to herwinnen. Blijkbaar is hun opstand alleen toe te schrijven aan hun tegenzin om gC(- dwongen te, worden deel te nemen aan het geen zij als een buibenlaudsclien oorlog ba- schouwen, die in hun oogon nutteloos en onnoodig is. Als men in Zuid-Afrika alleen vrijwilligers had gevraagd, zou er van dezen opstand geen sprake zijn geweest Het blad hoopt dat de mededoeling der langen niet minder lieeft ,dan u. Ach, waar as het geluk van het volk? Waar?" „Maar," begon Clara, „ik vind, dat-..." Zij wilde aankomen met de stelling' van de unionisten, die eenvoudige stelling', waar- Pij alle kJassoversdliil werd opgeheven en allo tez.it gelijk, verdeeld zou zijn; maar zij schroomde die lüer te gaan verkondigen in deze om|g|eving!, die juist het tegenover gestelde dacht'. Zij zweeg. Do jonge man hernam: „Dat verlangen is een groote, mooie gods dienst, d,io vlelo secton heeft.- Kosor zelf, de groote rustverstoorder, hoeft zijn werk gedaan, want tusschen liet onkruid, dat luj heeft gezaaid is alleen hot goede zaad opgékomon. Wie kan uitmaken of de ver standige liberale hervormingen van do nieuwe regeer ing niet gedeeltelijk ingegoven zijn door dien grijsaard met zijn herscry schimlmen?" i „Gelooft u?" zei Clara hartstochtelijk met tranen in do oogen. i Het feit, dat aan den ouden Kosor, in deze omgeving, aan de bron zelf van het koningschap, deze eer gegeven werd, was in haar oogen een bijzonderheid zoo groolsch, dat zij er van ontroerde. Zij voegde er aan toe: „0, mijnheer, u hadt hem moeten ken nen 1 Wat een edele ziel, wat oen nobele natuur I „Zoo stel ik hem mij voor," zei de jonge onbekende: „hij te hoe rechte de .mcnsclii he id, nooit voldaan, onvcrzadiglijk, en waar het volk aarzelend een nieuwe wet vroeg, riep hij luide ais een brullende leeuw, om de ontwrichting van de geheelo maat CKW SCHIEDAMSCHE COURANT. 18)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 1