g]m Jaargang Zaterdag 12 December 1914 No. 14706 Tweede Blad. Uit de Tweede Kamer. Deze courant verschijnt d ag e 1 ijle s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25 franco F post fl. 1.G5. Pnjs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een car aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Ilaven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs der Advertentiën: Van 16 regels Q. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan bet Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. f Stadsziekenhuis. AANBESTEDING. J I t De Commissie van Administratie voor bet Stads-Ziekenhuis te Schiedam, zal op Vrij dag, 38 December 1914, aanbesteden de levering gedurende de DRIE EERSTE MAANDEN VAN HET JAAR 1915 van: Vleesch, vet, brood, melk en kruide niers-, gratters- en koloniale waren, alles ten dienste van het gesticht. De inschrijvingsbiljetten, zooveel moge lijk vergezeld van monsters, moeten op den dag der aanbesteding vóór 's morgens 9 uren aan het Ziekenhuis bezorgd zijn. De voorwaarden van aanbesteding lig gen aldaar ter lezing op iederen werkdag, des morgens van 912 uren. De Commissie voornoemd, M. L. HONNERLAGE GRETE, Voorzitter. Mr. M. Sr. VAN VELZEN, Secr.-Penn, En zoo kwam- dan het veelbesproken ieeningsontwerp in, openbare behandeling, en door het toegeven van Slindster Treub op verscheiden punten was de aanneming daarvan met zeer groote meerderheid bij voorbaat verzekerd. Wij zetten dit voorop, omdat men in het licht van dit feit de heele discussie over het ontwerp moot bezien'; er Was nu geen, sprake meer van belangrijk verzet; maar meer van pogen om nog wat verdere tegemoetkoming van don minister van Financiën te verkrijgen!want dit zij ook dadelijk gezegd: „Treub heeft toegegeven, maar genoeg is het zeker niet, on als de Kamer zich daarbij neergelegd heeft, is het alleen om den oorlogstoestand". Toegegeven is, dat het opcenten-stelsel niet voor 15 jaren in de wet is vastgelegd, die 15 jaren zijn tot 3 jaarteruggebracht, en daarna zal opnieuw met de Stateiv Generaal moeten worden overlegd over do middelen tot dekking en aflossing. Art. 38 bepaalde oorspronkelijik, dat zulks vóón 1920 kon gebeuren, en men, weet uit droeve er varing wat zulke vage beloften beteekeneni; in de Hooger-0nderwijs-wet Kuyper b;v., werd bepaald dat binnen drie jaar de'positie der theologische faculteit zou moeten wor den kerzien, en dat is nu tien jaar geleden en er is niet van gekomen. Maar door de wijziging van genoemd artikel mioe t men vóór 1917 opnieuw over de middelen van dekking en aflossing beslissen, en daarbij komt nog dit, dat thans in de wiet zelve „de heffing ineensi" als eon, van de moge lijkheden wordt erkend waartoe mten over drie jaar zal overgaan. Daarenboven is ter wille van links van de opeen,ten op de invoerrechten, en ten, behoeve van Rechts "ran de opcenten op do Successiebelasting afgezien: tevens vervallen de opcenten op iet geslacht Aan de voorstanders van directe heffing is dus tegemioet gakxmenj; aan Links is ten minste ook dit ^toegegeven; dat door intrekking van de opcenten op de invoerrechten de groote overwinning,,die ia 1913 door de vrijhandelaars is bevoch ten, niet wordt ongedaan, gemaakt ID i 1 1 De heer de Meester opende op zeer be zadigde wijze het debait, zich van elke toespeling die politiek zou kunnen, worden genoemd, onthoudende, en, verklaarde, dat in het compromis, dat de Minister had aangeboden, aanleiding vond met het ont werp mice t© gaan, wiaarhij hij den wensch tïtsprak, dat het ontwierp van die Rkjgeenng zou mogen slagen en de leen,ing dus ebta- malen worden voltotikemd. Sterk] ge porteerd voor een heffing ineens, erkende fiil dat die op dit oogenblik zeer mogelijk was, 'en verheugde hij zich dat de mogelijk- neid omi tat heffing ineens te komen;, ten Ranste niet was afgesneden,. Het zou zijne paztrj den plicht opleggen om1 het vraagt in studie te nemen, en'als de mogelijfc- "öid daarvan concreet is gebleken, daar- VQ°r krachtige propaganda ba maken. En 6® die taiogelijkbeid blijkt; dan hoopte hij dat de Minister van Biimenlandsch© Zaken het woord gedachtig zal zijn door hem in de zitting van 10 December 1913, gespreken, „dat het er in constitutioneel geregeerde landen niet op aankomt; hoe de bestuurders zeiven over een of ander punt denken, doch dat zij duurzame leiding hebben te geven aan wat er leeft in het volk." Eindelijk verklaarde hij zich er voorstan der van, de eerste twee jaar enkel rente te betalen, maar niet af te lossen; daardoor zou men in de eerste plaats de heele quaes- tie van leening of heffing in eens intact laten, en zou men op het complex opcenten ten zeerste kunnen besnoeien. Een amendement in dien 2in, werd dan ook door hem in gemeenschap met dr. Bos ingediend. Was dus bij monde van de L. U. verklaard ook de heeren Fock en Patijn spraken naderhand in dien geest dat men over de brug zou gaan, die de Minister door zijne concessie had gelegd, anders stond het bij de vrijzinnig-democraten enf de sociaal democraten. Van de Vrije Liberalen kan men gerust zeggen, dat ze heelemaal geen brug noodig hadden; zij aanvaarden de lei ding der Regeering, zooals de heer Tyde- rnan het zoo sierlijk uitdrukte, en deze hielp de Regeering in hare bestrijding van de „heffing in eens", door er op (te wijzen, dat ook in Frankrijk deze zagk ter sprake was gekomen, toen het in 1871 de 5 milliard oorlogskosten aaln Duitschland moest betalen, maar dat men daartoe niet is kunnen overgaan, en dat niemand minder dan Leroy-Beaulieu toen had geschreven, dat het wei eene zegenrijke daad zou zijn om de heffing toe te passen, maar dat zulks practisch onmogelijk was. 'Mr. Marchant plaatste in zijne rede daartegenover de o. i. zeer juiste opmerking, dat hij elke verge lijking tusschen het zwaar geteisterde Frankrijk van 1871 en het Nederland van thans, dat buiten den oorlog is gebleven, afwees. De afgevaardigde voor Deventer bad er bij kunnen voegen, dat van alle versteende conservatisme, dal zich valschc- lijk met den naam van liberalisme tooit, dat van genoemden Franschen professor we! het ergste is. De Vrijzinnig-democraten lieten zich ech ter evenmin als de sociaal-democraten deor de Fransehe autoriteit van den heer Tyde- ma den mond stoppen, en trokken geducht van leer. De heer Vliegen begon met het goed recht: te bepleiten van het behandelen van de dekking der opr- logkskosten in de volksvergadering, wèes er verder op hoe een opoentenstolsel voor den tijd van 15 j'aren onze sociale her vormingen gansoh Ja-" slaat, en verklaar de zich allerminst «rfeid, om, zooals de Liberale Unie, tevreden te zijn met de gedane concessies. Breedvoerig werd aan getoond, hoe het juist de lagere volks klassen zijn, die liet meest onder den oor log lijden, en daaruit het recht gedemon streerd om de lasten dor oorlogskosten dit in den meest uitgobreiden zin des woords genomen te leggen op de schou ders der meer gegoeden. Op wetenschappe lijke wijze werd door dezen spreker aange toond, dal de heffing in eens niet beschul digd kan worden van tot kapitaalvernie tiging te leiden. Hij hield voor zijn partij dan ook aan die heffing vast, en diende een amendement in om in do wet te bepa len, dat men daartoe na, drie jaren moet overgaan. De heer Troelstra vulde de rede van zijn partijgenoot aan voor wat men het meer politieke gedeelte zou kunnen noemen. Hij ving met zijn misnoegen er over te kennen geven, dat do Minister van Finan ciën in zijn Memorie van .Antwoord had neergeschreven „Ook de Regeering betreurt, dat de leden van meer dan één politieke fractie in haar voorstel aanleiding hebben gevonden lot het verwekken van agitatie in den lande, Ooik zij acht dit kwalijk overeen te bren gen met 's lands belang in een tijd, waar in het land nog steeds in oorlogsgevaar ver keert. Zij wil gaarne aannemen, dat dege nen, die aan het verwekken yan zulk een agitatie deelnamen, zich geen rekenschap gaven van het feit, dat het oorlogsgevaar nog allerminst geweken is en dat dus het land nog evenzeer behoefte heeft aan een dracht en aan de kracht, welke van onder linge toenadering on waardeering uitgaat, als in de maand Augustus het geval was. Zij mag echter niet verhelen, dat zij ge hoopt had, dat de goede geest, welke die maand alom in den lande was waar te ne men, bestendiger van duur zon wezen." Alen ziet dat deze woorden een formeel standje bevatten aan het adres van hen die zirih verstout he-bben het met den lieer Stork eens te zijn, en voor een heffing in eens te pleiten. Mr. Troelstra maakte dienaangaande de zeer juiste opmerking, dat Kamerleden geen militairen, krijgsgevan genen of geïnterneerden zijn, waarvan men een goede geest" mag verwachten in den zin van een zich willoos te laten leiden door de superieuren. Wij zouden er aan hebben willen toe- roegen, dat, als iemand deze passage niet had moeten schrijven, het een man als Treub is. Als er toch ooit iemand in ons politieke leven geweest is, wien het altijd hoogste lust was om den tegenstander zoo fel mogelijk te lijf te gaan; als wij ooit iemand gekend hebben, die geen enkele consideratie liet gelden als hij inging tegen wrat hij verkeerd achtte, dan was het deze Minister van Financiën. Verder beklaagde spreker zich, dat de Minister bij de dekking der oorlogskosten de leiding uit de handen had gegeven, en karakteriseerde diens houding met een snij dend „bang voor rechts". Ten slotte ver klaarde hij namens zijn partij, dat, al zou daardoor lang niet alles wat zij wenschte worden bereikt, aanneming van liet amen dement-Vliegen zou maken, dat de B. D. A. P. haar stem aan het wetsontwerp zou geven. Wat gelajk stond met de jserkla- ring, dat het wetsontwerp de sociaal-demo* cxatische stemmen zou moeten ontberen, genoemd amendement had toch niet de minste kans. Dr. Bos begon met te verklaren, dat, waar de Regeering toenadering had betoond, ook zijn partij het daaraan niet zou laten ontbreken, al zijn er dan ook ïn de Memo rie van Antwoord door den Minitser ver wijten tot zijn naaste geestverwanten ge richt, zoo scherp, als nog nooit in een staatsstuk voorkwamen. Daardoor toch kweekte men tweedracht, waar eendracht zoo hoog noodig is, en de Augustusgeest eischt toch zeker niet, dat men afstand doet van zijn grondwettig recht om op te komen voor de belangen van het geheeie volk. Er op wijzende, hoe er zelfs aan de zijde, die de Regeering van den aanvang af in haar leeningsplan steunde, daarmee niet altijd volledige instemming was, bepleitte liij het goed recht van den Vrijzinnig-Demo- eratischen Bond om een betooging te hou den tegen het oorspronkelijk ontwerp, dat lijnrecht inging tegen alles, wat die poli tieke partij hoog hield. In dit verband her innerde spreker er aan, hoe hij, toen Pier- son indertijd met zijn gelukkig met door gegane verhooging van invoerrechten kwam, hij, nog geen lid der Kamer, aan dezen bewindsman zond een artikel tegen diens voornemen gericht, waarop hij tot antwoord kreeg, dat deze zijn ontstemming kon begrijpen, maar dat hij te weinig lette op den nood der schatkist. Dit, zeidc spre ker, was- minder hooghartig, maar moer hoog dan de wijze, waarop Minister Treub zich in de Memorie van Antwoord had uitgelaten. 1 Het overige betoog van den afgevaar digde voor Winschoten was gewijd aan een even degelijke als zaakrijke verdedi ging van de heffing ineens, en het trof iedereen, hoe of deze spreker, nog meer dan anders, zijn best deed uitermate be zadigd in zijn optreden te zijn. Van Rechts heeft niemand zich vóór de heffing ineens verklaardhet 6 of 7-tal ka tholieken, van welke men weet, dal zij aan do zijde van Dr. Bos stonden, heb ben zich niet laten hooren. Van katholieke zijde spraken de heeren Van Vuuren en Nolens. De eerste om het ontwerp ten hemel to verheffen, al betreurde hij hel dan ook, dat de Minister daarin op aandrang van een gedeelte der Kamer, verandering had -gebracht. De afgevaardigde voor Ze venbergen trad dus op, als het bekende Keesje, dal alles hebben wou. Maar de heer Nolens kwam met iets meer van be lang, en wel met de mededeelmg, dat zijn partij ook met de Regeering zou zijn mee gegaan, als zij met een oorlogsheffing ware gekomen; iets, wat de positie, die de lieer Treub legen deze wijze van dekking in genomen heeft, zeker niet vergemakkelijkte. En als deze bewindsman zich heeft voor gesteld, dat hij door zijn ontwerp zich de aanhankelijkheid van de Rechterzijde heeft verzekerd, is hem door den leider der Ka tholieke Staatspartij deze illusie onlnomen; db heer Nolens verklaarde toch, dat na de wijzigingen, die in het ontwerp waren aangebracht, er niet de minste roden meer bestond voor Rechts om dezen minister dankbaar te zrjn. 1 Van anti-revolutionaire zijde werd het woord gevoerd door de hoeren Rutgers en de Monté Verloren. De eerste ontpopte zich als een door-dik-en-dunner als waarop tot nog toe alleen Dr. Kuyper kon rekenen; of het echter een verheffend schouwspel was den afgevaardigde voor Hilversum, die vóór den oorlogstoestand d« meest verbit terde tegenstander van den Minister'was, zoo verbitterd, dat hij geen gelegenheid liet voorbijgaan om den opvolger van Talma ten felste tegemoet te treden, thans in de rol te zien van lofredenaar van dezen Slims te r, is een vraag, die wij gaarne aan de beoordeeling van onze lezers overlaten. Veel hooger stond het betoog van den afgevaar digde uit Breukelen, die op wetenschap pelijke gronden de heffing ineens bestreed", en'de zeker niet overbodige opmerking ach terwege liet, dat de toestand, waarin wij geraakt waren, alle aanleiding gaf tot zui niger inrichting van ons Staalshuishouden. Dacht hij daarbij misschien aan de dagen, toen de grootscheepsch aangelegde Talma met geld om zich heen strooide? Voor de Christelijk-Hislorischen trad op de heer De Geer, en deze afgevaardigde bleef natuurlijk ook thans op liet liooge niveau, waarop hij zich pleegt te plaat sen. Ook hij verklaarde zich op weten schappelijke gronden tegen de oorlogshef fing, al achtte hij dat aan de tegenstel ling: „heffing of leening", grooter beteeke- nis werd gegeven dan ze verdient, en wel omdat de voorstanders van de heffing hun verlokkend denkbeeld „er ineens af", voor ditoogenblik niet aandorsten. Ten slotte betreurde hij het, dat z. i. zoowel Dr. Bos als Mr. Troelstra door hun houding tegen het wetsontwerp den Godsvrede hadden ver stoord, en sprak hij do verwachting uit, dat de toestand, waarin wij thans leven, en waarin wij eiken dag meer voelen, hoe alle klassen van de maatschappij elkaar noo dig hebben en naast elkaar moeten staan, de S. D. A. P. haar leerstuk omtrent den klassenstrijd zal doen herzien. En toen kwam de .Minister aan het woord, en vóór vrij daarover ons woord zeggen, kunnen wij de betuiging niet achterwege laten, dat wij gaarne over diens rede zouden zwijgen, het is toch niet aangenaam te moe ten eon&latecren, dat een man van de gaven van Treub, die het vaderland in de laatste maanden zoo oneindig aan zich heeft ver plicht, zich Dij die gelegenheid op hoogst treurige wijze heeft vergaloppeerd. Alen had mogen venvachten, dal thans, nu het com promis met een groot deel vnpi de tegen standers getroffen was, de Minister al zijn best zou hebben gedaan om ook in de dis cussie alles te vermijden wat opnieuw kwaad 1)1 oed kon zetten. Maar het bleek dat de Alinister zijn spijt niet kon verhelen, dat hij tot eenig toegeven was gedwongen, en bovendien dat hij buitengewoon geprik keld was door hetgeen in de volksvergade ringen, speciaal in die van zijne naaste geestverwanten, over liet oorspronkelijk wetsontwerp was gezegd. En, niettegen staande Godsvrede en al, had hij er zich klaarblijkelijk voor gezel om nu op zijn beurt eens erg uit ie pakken. We kregen toen eene aaneenrijging van gezegden, waar door d* Alinister zicli diep beleodigd ge voelden. I Zoo had hel kamerlid voor Hoorn, dc beer dc Jong durven zeggen, „dat geen democraat in de Kamer den Godsvrede kon koopen door de oorlogslasten te leggen op de schouders van het arbeidende volk"; de secretaris van den vrijzinnig-democrati- schen Bond, de heer Koster, had zich aan eene dergelijke misdaad schuldig gemankt, door de uiting, „dat de bedoeling was om de lasten tc leggen op de schouders van then, die reeds onder kommer gebukt gingen"; de heer van der Voorde, voorzitter van het Nederlandscho Werklieden-Verbond bad in dezelfde meeting gevraagd, na gewaagd te hebben van den nood der arbeiders „hoe 'i, God betore het, mogelijk was, dat dc: Rcgcering met een dergelijk voorstel kwa,tn". „Het Volk" van 24 November schreef „Hoofdzaak is, dat de Regooring begint met een uitputtingspoliliek der armen", en in het manifest van dc S. DL R. werd herinnerd aan 'sAhnisters woord, dat de Itegccring zal zorgen, dat er geen armoe zou worden geleden, en daaraan werd met het oog op het Ieeningsontwerp de opmer king vastgeknoopt, „dat de Godsvrede in het nadeel van den arbeider is". Maar het ergste van alles had dc heer KIcerekoper op zijn geweien, die in dc meeting had be weerd, dat men niet bang behoefde te zijn voor eene kabinietscrisis, als hel ontwerp verworpen werd, „daarvoor regeerde de Ite- geering te graag, en bepaaldelijk zou de lieer Treub wel aanblijven, hij zou dan toch niet voor het eerst zijn verleden verlooche nen, hij bad dit toch ook bij de IStaats- pensioneering gedaan, en alle goede dingen zijn in drieën." De Alinister haalde dit alles aan om te bewijzen, dat er eene agitatie legen het ontwerp in den lande geweest was, waarin men aan de politieke hartstochten weer vrij spel had gelaten, on zicli niet meer om oorlogsgevaar had bekreund. En de zaak werd er niet beter op, toen de Rechter zijde dit met warm applaus onderstreepte, aldus voor zich de schoone rol van zich- zelve verloochenen en de Regeenngspartij opeisehende. En buitengewoon prikkelde het, dat de heer Drion o, politieke onbe nulligheid vergetende dat er nog zoo iets als eene concentratie bestond, onder die appiaudiseerenden vooraanging; wc zagen althans een paar Kamerleden van Links op den afgevaardigde voor Ridderkerk toe gaan., en we kregen niet den indruk dat dit met bijzonder vriendschappelijke be doelingen geschiedde. En dit alles had de heer Treub ontketend, daar de wijze, waar op hij gemeend had liet debat te mogen sin- zetten, en dat in een tijdperk van Gods vrede 1 i Wij zullen de uitingen, waaraan de Ali nister zich heeft gestooten, jjeker niet in bescherming nemen; ze zijn zeker over dreven, om er niet meer over te zeggen. Alaar wij zouden toch nogmaals willen vra gen, of het nu juist de heer Treub mag zijn, die zicli daarover zoo bijzonder er gert, we zouden toch. en dat niet uit lie meeting, maai- uit de Kamer zelve, uitingen kunnen aanhalen van den Alinister, die aan de stoutste verwachtingen beantwoorden van lien, die op felheid gesteld zijn. En met de eigenlijke verdediging van zijn ontwerp was het niet veel beter, al was de rede dan ook, wat het economisch gedeelte betreft, zooals men van een oud professor in de economie mag verwachten. Afaar veel te veel kwam de debater naar voren, wien het in de eerste plaats te doen was om den tegenstander onder het wicht van zijn argumenten te verpletteren. Al wie voor heffing ineens was, werd uilgemaakt voor een oppervlakkiger! prater, die niet tot de kern van de zaak doordrong, en al kunnen wij op het wetenschappelijk be toog niet .ingaan, wij zullen als het zake- lijksto argument, dat de Alinister tegen de heffing ineens tc berde bracht, moeten ver melden, dat deze te zwaar zou drukken op de gren sited rijven, waaronder men niet liecft te verslaan „bedrijven aan de grens", maar die bedrijven, die nog juist in deze moeilijke tijden het hoofd hoven water kun nen houden. En mannen als Stork hadden makkelijk praten, dat waren dc upper "ten in de financieele wereld, wien zoo'n hef fing ineens niet in het minst zou deren. Het verwijt, dat hij door zijn opcenten- stelsel voor 15 jaar, do sociale en andere hervorming voor langen tijd stopzeile, wierp do Alinister verre van zich af. Integendeel, hij was er op bedacht geweest, hoe hij, niettegenstaande den onvcrwachlen tegen slag van don oorlogstoestand, gelden zou vinden voor dc uitvoering van het hervor- mingsprogram van het ministerie, en had daan-oor reeds een complex belastingen uit gedacht, waarvan hij de Kamer mededeel in g deed. Al a a r b ij die m e d e d e e 1 i n g a p- plaudiseerdo de Rechterzijde niet. En do waarde van die medcdccling verminderde niet weinig, toen den volgen den dag naar aanleiding van een pertinente vraag van den heer De Aleester bloot kwam, dat deze belastingplannen vooralsnog niet van de Rogeering waren, maar slechts het particulier eigendom van den lieer Treub. En' alles werd voorgebracht in een toon, die den Alinister aan het eind van zijn vicrurige rede kon doen zeggen: Ik heb iedereen, die onder mijn tegenstanders te goeder wille was, mijn naaste vrienden in de eerste plaats, in het harnas gejaagd. Wij vinden dat jammer, want dat alles strookt zoo weinig met de houding, die in de eerste plaats van de Rogceringstafel in deze ernstige tijden moet worden aan genomen. En de terugslag JilceC dan ook niet uit. Ten eerste in twee bijzonder ge documenteerd' m geducht rake redevoerin gen van do eren Bos en Troolstra, tan tweede in emtnimg over do ingediende anicndemo ten derde in de stemming over liet \»v ontwerp zelf. Het amendement-Vliegen om do heffing in eens in dc wet vast to leggen, ten waarvan men verwacht had dat hot niet anders dan de sociaal-democratische stem men zou krijgen, verkreeg ook allo vrij zinnig-democratische stemmen, behalve die van den lieer v. Deventer, die zich als rap porteur over het wetsontwerp na het over leg met den Alinister niet gerechtigd achtte voor een amendement te stemmen, dal| door de Minister onaannemelijk was ver klaard, en verder die van de Unie-Libéra len de Aluxalt, Otto en de Jong. Het amen dement-de 'A tees tert Bos om de eerste drie jaar niet af te lossen, en dus heel wat j minder opcenten te heffen, werd, nietfce- genstaande do Alinister het ten sterkste j ontried, bijna aangenomen; bet viel met 42 tegen 40 stemmen. Vóór alle sociaal democraten alle vrijzinnig-democraten, pilo SCHIEDAMSCHE COURANT 4 Iff J

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 5