67*^ /aargang.
Zaterdag 6 Februari 1915
No. 14751
Tweede Blad
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25, franco
per post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het f eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het Bureau bezorgd ziju.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Prjjs der Advertentiën: Van' 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeebge voorwaarden. Tarieven
biervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling san het Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
Kennisgeving.
KIEZERSLIJST.
De Burgemeester van Schiedam,
Gezien de artt. 11, 12 en 13 der kies
wet, alsmede de Wet houdende tijdelijke
afwijking van de Kieswet,
Noodigt de mannelijke ingezetenen, die
den loden Mei as. den leeftijd van 25
jaar hebben bereikt, uit om:
lo. wanneer zij in een andere gemeente
over het laalrtvorloopen dienstjaar in ceno
der Rijks directe belastingen zijn aange
slagen, (wat de grondbelasting betreft in
eene andere gemeente of in meer gemeen
ten te zamen tot een bedrag van ten min
ste fl), daarvan door overlegging van de
gekwiteerde aanslagbiljetten vóór 16 Fe
bruari a.s. ter gemeente-secretarie, (afdee
ling Bevolking, Schoolstraat 12) te doen
blijken;
2o. wanneer zij als mede-eigenaar of we
gens eene onverdeelde nalatenschap, aan
deel van minstens fl hebben in aanslagen
in de grondbelasting zonder dat hun naam
bij den aanslag is vermeld, daarvan over
eenkomstig het model, dat ter secretarie,
(afdeeling Bevolkmg) verkrijgbaar is, en
onder overlegging der gevorderde bewijs
stukken, mede vóór 16 Februari as. ter
gemeente-Secretarie, (afdeeling Bevolking),
aangifte to doen:
3o. wanneer zij aanspraak meenen te
kunnen maken om op de kiezerslijst ge
plaatst te worden krachtens huur van een
huis of gedeelte van oen huis, krachtens
eigendom, vruchtgebruik of huur van een
vaartuig, wegens inkomsten uit dienstbe
trekking of als inwonende zoon *n 't bedrijf
of beroep der ouders werkzaam, wegens
pensioen of lijfrente, wegens inschrijving
van ten "minste f 100 in de Groothoeken der
Nationale Schuld of van ten minste £50
in eene spaarbank, of omdat zij mot goed
gevolg hebben afgelegd een examen, inge
steld door of krachtens de wet of aange
wezen hij algemeenen maatregel van fee
stuur en in verband staande met de be
noembaarheid tot eenig ambt, do vervulling
van ecnige betrekking of de uitoefening
van eenig bedrijf of beroep, daarvan, mede
overeenkomstig een der urn gemcenle-sceré-
tarie (afdeeling Bevolking) verkrijgbare mo
dellen, voor zooveel noodig, vóór 16 Fe
bruari as. aldaar aangifte te doen.
Schiedam, den 6den Februari 1915.
BINNENLAND.
e Herziening Drankwet.
Naar het „Ccntr." verneemt, zal spoe
dig het ontwerp van de herziening van de
drankwet van het departement van binnen-
landsche zaken naar den Raad van Staten
gaan.
Gemeentelijke Credtetbank.
öp de akte van oprichting van de Go-
meentelijke Crcdielbank is de Koninklijke
bewilliging verkregen.
H«derland tn de oorleg.
De Duitse he verklaring.
Do hoefijzer-correspondent van het
,,Hdbl." verneemt, dat onze regeering haar
houding in zake de Duitsche kwestie nog
niet definitief heeft vastgesteld. Zij ziet in
de Duitsdie memorie nog te veel punten,
waaromtrent opheldering dient te worden
gevraagd, met name de bewering over de
Engelscho order tot misbruik van de neu
trale vlag en de voorstelling, die van onze
uitvoerverboden wordt gegeven, om nu
reeds oen bepaalde houding te kunnen vast
stellen.
Fransche vliegers.
De Fransche gezant in Den Haag heeft
gisteren een bezoek gebracht aan de beide
Fransche officieren, die Wem.ndag met een
militaire tweedekker op Noord-Beveland zijn
geland en thans zijn geïnterneerd op Wie-
rickerschans bij Bodegraven.
Belgische vluchtelingen
Morgenochtend ruim 9 uur vertrekken er
300 Belgische vluchtelingen per extra-trein
van Dordrecht naar Ede.
Gewisseld Belgisch geld.
Bij het correspondentschap van de Ne-
uerlandsclie Bank te Breda, hebben van
«inde September tot heden de aldaar en
111 de omstreken vertoevende Belgische uit
gewekenen een bedrag van frs. 1,600,000
gewisseld, tegen den koers van 47.75, zon
der conige korting.
Ingezonden Mededeelingen.
Gratis afhalen a bezorgen. 1
Rugpijn.
Rugpijn is een verschijnsel, hetwelk niet
verwaarloosd dient te worden, want mees
tentijds duidt het aan, dat de nieren (wel
ke onder het smalle gedeelte van den
rug zijn gelegen) aangetast zijn of bedreigd
.worden. De pijn kan licht, vaag, dof, on
ophoudelijk of met tusschenpoozen optre
den, zij kan van betrekkelijk weinig hin
der, een gevoel van zwaarte, stekend of
snijdend 21,11, zoodat bukken haast ondoen
lijk is.
Zelfs wanneer zij het gevolg is van een
gevatte koude, een slag of val mag zij niet
verwaarloosd worden. Bij hen, die aan.
gewrichtspijnen lijden, is zij een waarschu
wend verschijnsel, de voorloopster van
rheumatiek, jicht, zenuwpijnen, heupjicht,
in het kort, zij wijst op lichamelijke ver
woesting door urinezuur. Andere gevolgen
kunnen zijn nier- of blaasontsteking, uremie
(urinezuurvergifting), waterzucht, nier
steen. 1
Foster's Rugpijn Nieren Pillen genezen
de rugpijn, omdat zij haar aantasten in baar
werkelijken oorsprong: de nieren Zij her
stellen de nieren, wanneer deze verzwakt
of aangedaan zijn, zij lossen op uitstekende
wijze het urinezuur op en voorkomen dien
tengevolge lal van gevaarlijke ziekten.
Te Scliiodam verkrijgbaar bij de h.h.
Kappelhoff Hovingfi. Toezending geschiedt
franco na on tv. v. post
wissel a f 1.75 voor één,
of 10.voor zes
doozen. Eischt de echte
Foster's Rugpijn Nieren
Pillen, weigert elke
doos, die niet voor-
Tan*. zien is van nevenstaand
handelsmerk.
*ienien&d Nieuws.
Oorlogswee.
De Bevlijnscho correspondent vair het
„Ilbl." veitelt van een ontmoeting, die hij
had in een café in Duitschland's hoofdstad
met een viertal invaliede soldaten:
In een hoek van de stille zaal zit
ten de vier veldgrijzcn, drie met groote,
zwarte brillen, flinke kerels met brecdc
ruggen en blozende gezichten.
Ze drinken er een kop koffie, eten er
koek. Twee hunner grijpen zonder dralen
hun kopje. Zo kunnen blijkbaar nog zien.
Do beide anderen tasten voorzichtig met
de vingers langs den rand van de tafel, tot
zo het schoteltje voelen, zoeken met de
vingertoppen het oor van het kopje. Blin
den
Ik zot me tussehen de heide blinden.
Links een jongen van negentien jaar, niet
volwassen nog, het type van een fabrieks
arbeider. Rechts, een groote man, met een,
toen hij nog oogen had, stellig intelligent
gezicht. Nu, achter de zwarte brilleglazen,
ziel men, als men scherp kijkt, dat de oog
leden wel stevig dicht, maar toch ingeval
len slap hangen over de twee holten.
En deze blinde, die vroeger schoenma-
kersbaas was in een Silezisch stadje, baas
in goeden doen met een paar knechten,
begon zijn verhaal, dat hij zoovele malen
reeds verteld zal "hebben en dat hij toch
111 allen eenvoud hèr-deed, omdat hij das
even terugleefde in wèl een wereld van
gruwelijke ellende, maar toch van licht.
In het oosten was hij geweest. .Eerst in
Lyck, dat den Russen ontnomen moest wor
den, die er geen huis bijna ongeplunderd,
geen straat zonder brand gelaten hadden.
Van Lyck verder het Poolsche land in, tot
bij Limanowa, waar hij den zesdaagschen
slag meemaakte en waar het harde lot hem
trof, met blindheid geslagen te worden.
„Ik ben geen woesteling, meneer" hij
met zijn beschaafd spreken, zijn intelec-
tueel concentreeren van zijn gedachten,
behoefde dit met uitdrukkelijk te verzeke
ren „ik ben geen woesteling, ik heb
nooit gedacht, dat ik eens een ander mensch
naar het leven zou staan. En de eerste da
gen ging hel dan ook boven m'n krachten,
kon ik niet èn door angst èn door afkeer.
Maar na het nachtelijk gevecht in Lyck
iets ergers dan dit schieten, dit steken met
de bajonet in het stikdonker is er niet, iets
gruwelijkers dan dit moorden, zonder dat
men ziet wien men afmaakt, het kan even
goed vriend als vijand zijn, dan dit
schreeuwen, vloeken, hijgen, kermen in het
duister, zoo duister als het nu steeds om
me is, kan men zich niet denken was
mijn angst en mijn afkeer verdwenen, voor
goed verdwenen. En wanneer ik mijn oogen
kon terug krijgen, dan zou ik onmiddellijk
weer naar het front gaan om er Russen
neer te knallen. O, het geeft zoo'n voldoe
ning, zoo'n kerel op het vizier te nemen,
to paffen en dan te zien hoe de vent een
buiteling maakt en omvalt. „Se was macht
Spass
En na een kleine tegenwerping, dat een
Rus toch ook een mensch is, een zoon, een
vader, een broer, een verloofde, kwam het
er heel eerlijk uit: „Vroeger had ik dit
ook nooit van mezelf gedacht Maar zoo
verandert een mensch in den oorlog. Het
is werkelijk heerlijk zoo met woede in het
lijf een stormaanval te doen, onder gebrul,
geschreeuw, gezing, gejuich. Vooral wan
neer men beu is van het marcheeren tien
tallen kilometers per dag mot blaren onder
de -voeten, van het liggen in de koude,
natte loopgraven. Dan, bij het schieten, bij
den stormaanval vergeet men honger en
dorst Vooral de dorst, die zoo pijnigt, dat
we dikwijls, tegen het streng verbod in,
het grondwater van de loopgraven namen
om de lippen nat te maken, even vocht in
den mond te krijgen."
Bij Limanowa had hij vier 'lagen ge
vochten, zonder rustpoos bijna, vier dagen
en vier nachten. Van zijn compagniekame
raden waren er niet veel meer overge
bleven. Toen kwam de ramp. Een granaat
sloeg in vlak hij' hem, die er met zeven
soldaten nog stond hij den kapitein. Allen
werden ze gewond. De modderkluiten en de
steenblokken sloegen hem tegen het ge
zicht en de luchtdruk was zoo hevig, dat
het water hem uit de oogen liep, dat de
tanden hem los in den mond zaten. Toen
hij uit zijn bewusteloosheid ontwaakte, het
gekerm en gejammer naast zich hoorde,
zag liij niets. Hij dacht, dat het nog nacht
was. Voelde alleen een stekende, brandende
pijn in de oogen.
Het wilde maar geen dag worden. En
toen hij, geplaagd door vreesel ijken twijfel,
een gewonden kameraad naast zich vroeg
of de morgen dan in het geheel niet wilde
komen, hoorde lrij, dat het al middag was.
„Toen wist ik heel zeker"
En hij brulde: „Mijn oogen, mijn oogenI"
Zijn gebrul sloeg met het geweeklaag van
do andere mannen, die naast hem. lagen en
schreeuwden om water, riepen om vader
en moeder, smeekten om oen kogel, samen
tot oen gruwelijke klacht. Do gewonde ka
pitein trachtte de soldaten Lot kalmte bren
gen, zei, dat het nog wel in orde zou
komen met de oogen. „Maar ik wist heel
zeker, dal ik voor goed blind zou zijn."
De neusvleugels trilden even. „Het js
hard, meneer, heel hard. Ik had liever een
arm of een been verloren. Zoo jong, ik
ben pos drie en twintig, het leven nog te
moeten beginnen en dan zoo ongelukkig
voor altijd, zoo weinig meer te kunnen
genieten."
Hij zei het niet als een klacht, .meer
terloops als een verzuchting.
En hij ging weer door: „Tweo dagen
en twee nachten lagen we met ons achten
tussehen de heide fronten. De kogels floten
hoven onze hoofden, do granaten sloegen
dicht hij ons in den grond. De anderen
zagen zo aankomen. Ik zag niets. Ik voelde
alleen stekende pijn in de oogen en stekende
pijn in do ui (gedroogde koel. Die Verschrik
kelijke dorstw
„Eindelijk was Limanowa genomen. Wij
werden naar het lazaret gebracht, waar de
doktoren mijn oogen er uit namen. Het .is
hard, nog zoo jong!"
Jfij haalde een horloge uit den zak,
tastte met de vingertoppen op de xelief-
cijfors, op de wijzers. En zei hoe laat het
Was. Hij moest op tijd w-eer in het zieken
huis zijn. De nabehandeling was nog niet
afgeloopen, zou duren tot hij twee glazen
oogen kroeg.
's Morgens en 's middags leerde hij Brail-
lo-schrift En later zou hij op de schrijf
machine wegwijs geholpen worden. "Zelfs
leerde hij vioolspelen en zingen. Zoo kwam
hij gemakkelijk den langen, donkeren dag
door. -
"s Middags om vier uur mocht hij uit met
ziende kameraden, met goede dames, die
mef hem gingen wandelen, hem tracteer-
den, hem opmonterden. En hij hoopte het
zoo ver te brengen, dat hij zijn brood weer
zou kunnen verdienen. Als hij maar niet
in een gesticht hoefde, dat leek hem het
ergsteIn 's hemelsnaam afleiding, iets
om handen hebben, zich niet vervelen, want
dan kwam het tobben, de wanhoop
De jongen links nam het blinde leven
niet zoo zwaar, waarschijnlijk omdat het
hem in het ziende vroeger niet zoo heel
gemakkelijk gemaakt was. Het zou wel los
loopen later. En met vreemd aandoende
opgewektheid vertelde hij, hoe hij geboft
had. Bij Tilsit namen de Russen hem ge
vangen, toen hij gewond op het slagveld lag
mël een granaatsplinter in het oog. Acht
dagen lag hij in Tilsit te bed. Geen dokter,
geen oppasser had er naar hem omgekeken.
Hij lag er voor oud vuil, kreeg alleen ap
pels en pruimen te eten. De Duitschers
joegen de Russen uit Tilsit weg en plotse
ling was hij weer tussehen kameraden. II13
gnuifde van pret, toen hij weer hieraan
dacht. De Duitsche doktoren hadden hem
het rechteroog er uit genomen hij droeg
liet in een doosje bij zich, zooals een ander
een uitgetrokken kies. Het linkeroog zou
misschien door oen operatie later gered
kunnen worden. Nu wachtte hij kalm, wel
gemoed en amuseerde zich hartelijk er over,
dat hij een glas citroen-water kreeg met
een rietje, waaraan hij zuigen moest. „Wat
de mcnschen in Berlijn al niet verzon
nen
De derde man, ook door een granaat
splinter in de oogen getroffen, in Noord-
Frankrijk, kon alleen door het linkeroog
nog wat zien. Maar het zou steeds beter
worden, had de dokter gezegd. En nu kon
hij den tijd niet afwachten, om weer naar
het front te gaan, al was het dan ook met
één oog. En hij vertelde van don snellen
opmarsch door België en Frankrijk, genie
tend van de herinnering
Do laatste, rustige landweerman, al een
dagje ouder, had een geweerkogel gekregen
door hot linkeroog, door den mond. Het
oog blind, zes tanden weg. Hij leefde niét
op bij de herinnering en zei alleen, dat
het zoo verschrikkelijk geweest was in Bel
gië met de franc-tireurs.
Hot werd tijd terug te keeren naar het
ziekenhuis, waar zij zoo best verpleegd wer
den en zoo goed te eten kregen, waar het
zoo vroolijk toe ging, zoo vroolijk zelfs, dat
zij dansten. „Ik dans hartstochtelijk graag,"
vertelde de blinde schoenmaker.
En do twee halfblinden leidden de beide
volkomen blinden.
De mijnenoorlog in de Argonnen.
In een brief in do „Berliner Morgcnpost"
leest men
Ja, nu ligt dit moeilijke werk ach
ter ons, maar het was een harde noot,
dien wij hebben gekraakt. Twee dagen te
voren werd ons, officieren, nauwkeurig het
plan medegedeeld. Het hevel luidde: Den elf
den December om acht uur tien 's mor
gens begint do bestorming van de vijande
lijke stellingen. Het is een eigenaardig ge
voel zoo op de minuut af een dergelijke
taak voor zich te weten. Dag en nacht
werd er nu hard gewerkt aan do onder-
aardsclio gangen tot dicht aan de vijan
delijke loopgraven. Niets aan de oppervlakte
verried iets van hol plan. Toen kwam de
ochtend van den elfden. Op drie verschil
lende plaatsen legde de genie 's morgens
om zes uur 75 kilogram dynamiet. Ieder
van do officieren had zijn taak. Om kwart
voor acht stond alles klaar in do loop
graven. Ik met liet horloge in de hand,
om op do minuut aan te pakken op de
plaats, die mij aangewezen was. Het werd
acht uur. Het machinegeweer op den rech
tervleugel knetterde als teeken, dat do mijn
klaar was en ontstoken kon worden. Dat
in het midden gaf hetzelfde signaal, maar
op den linkervleugel hoorden wij nog niets.
We keken elkaar vragend aan, en weldra
kwam de verklaring. Een geniesoldaat was
in de gang flauw gevallen en had den ont-
stokingsdraad gebroken. We hadden een uur
vertraging. Toen klonk nog eens het signaal
op alle punten. Er volgde oen ontzettende
ontploffing. De mijnen waren aangestoken.
Op dit oogenblik moest bij de Franschen,
die niets hadden kunnen vermoeden, groote
ontzetting heerschen en hiervan moesten
wijgebruik maken, anders was alles te
vergeefs. Steenen, takken, wortels vlogen
door do lucht, maar wij waren goed ge
dékt. En zoo kwamen wjj dan op drie
plaatsen in de vijandelijke loopgraven. Bo
ven, op de wallen, slopen geniesoldaten
en wierpen handgranaten naar benedon,
steeds ©enige meters voor de in de loop
graven vooruit stormende troepen uit, al
les ontzettend verminkend, wat ons teg< n-
weer bood.
Alle toegangswegen van de sterke vij
andelijke loopgraven, die meer naar achter
lagen, moesten verstopt worden, opdat er
geen versterking kon komen. Dit geluhto.
Veel soldaten zaten hun ransels uit te pak
ken,- anderen waren bezig brie en te schrij
ven. Zij konden zich niet meer rolden,
Menige dappere wilde weerstand Lieden,
maar een kogel legde hem neer. (her
ons heen hui kien de granaten naar de
andere vijandelijke stellingen, om verster
kingen tegen te houden.
Op één plaats, waar de wijkende lian
schen vast geloopen waren, en niet voor- <u
achterwaarts konden, sprong ik op de er
schansing en riep: A has les armcsl Ah op
commando violen de wapen- neer en met
de handen omhoog stonden daar vijftig ge
vangenen. Slechts een, de eerste, die rn ru
de verschansing heen kwam, kostte dit
het leven. Een kogel trof hem van zijn
eigen kameraden. De anderen waren Lhj,
dat hun leven gered was en trachtten
de hand te geven. Een half uur duurde-lo
strijd. Ongeveer twee honderd dooJe f-n
gewonde Franschen lagen in de loopgraven
en op de berghelling, meer dan twee hon
derd luidden wij gevangen. De hoogte, waar
om wij acht weken gevochten hebben, is
nu in ons bezit on wij liggen op de andeï e
helling. De Franschen hebben zich op de
tegenover liggende hoogte terug getrokken
in hun reeds vroeger in orde gebrachte
reserve-stelling. Daar begint de nieuwe be
legeringsoorlog van voren af aan. Nu
echter van een andere soort, want wij zijn
niet meer twintig passen van elkaar, maar
een diepe kloof ligt tussehen ons.
De verrassing van de Franschen was
zoo groot, dat zij alles in den steek moesten
laten. Een groot aantal ransels, munitie,
geweren, kwamen in ons bezit. Ook do mijn-
Werper, een klein kanon, die ons steels
granaten in onze loopgraven geworpen heeft
en die meer lawaai maakt dan schade aan
richt. JToch heeft dit ding in den loop
dor tijden tien manschappen in het hospi
taal gebracht
Een nieuw gas.
Er is eon nieuw gas ontdekt. Weliswaar
heeft men het nog niet kunnen opvangen
en heeft men z'n aanwezigheid in de aarde
of op do aarde nog niet kunnen vaststellen,
maar het is ontdekt, en wel hoog hoven
onze hoofden, ver boven alle nevelen uit:
zijn aanwezigheid is 11.1. geconstateerd in
de nevelvlek van liet sferrc-hec-ld Orion.
Men heeft het gas oen toopassc-lijkcn naam
gegeven, Nebulium, en men hooft er aller
lei aardigheden mee uitgevoerd Zoo hooft
men er het atoom-gewicht vair'bepaald,
men heeft er de temperatuur van probec-
rén vast to stollen, en de z.g. astrophy-
sici probooren er nog meer bijzondorheden
van te weten te komen. Zooals men weel,
concludeert men al die gegevens omtrent
het nieuwe gas uit z'n schijnsel. Door toe
passing van do z.g. spectraal-analyse be
reikt men al heel veel. Lozers, die van
en ander meer willen weten, zij meege
deeld, dat men sedert 1911 al aan het
onderzoeken is, en dat de meeste Nebu-
lium-primeurs in de „Scientific American"
zijn gepubliceerd.
Een aardige reclame
De firma Thomas Beechan heeft voor
haar Beechan"s pillen weer een aardige
reclame verspreid, n.l. biljeUen, waarop
rondom een vierkant, blank vlak oen re
clame harer pillen en in den boek van
het vierkant vak een zwart slcrrcijc.
Wanneer men nu een sigaar of een nog
vonkende lucifer (geen vlammende) op dat
sterretje houdt, gaat dat gloeien en ver
deeld zich in verschillende doelen, waar
door het lijnen in het papier brandt, die
rich telkens weer verdoelen of doven.
Die lijnen vormen do beeltenissen van
vorstelijke of van bekende personen, wier
namen ook door do voortschrijdende vonk
in het blanke vlak worden gebrand.
Met spanning worden de vonken in him
gang door het papier door groot en klein
gevolgd, in afwachting van het beeld, dat
zal te voorschijn komen.
Vertegenwoordiger dor firma is de heer
A. Gauthey, Overtoom 341, te Amsterdam.
SCHIEDAI 1 iCHE COUIMKIT.
De Burgemeester voornoemd,
AL L. HONNERLAGE GRETE.