68"' Jaargang. Zaterdag 29 Mei 1915 No. 14843 Tweede Blad Niet over den oorlog. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon-en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25, franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer. 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zjj innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers die Dinsdag-, "Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. Opening gemeentelijke zweminrichtingen. Burgemeester en Wethouders van Schie dam maken bekend, dat er 'thans afzonder lijke zweminrichtingen zijn voor mannen en voor vrouWan. De nieuwe zwemplaats is bestemd vooi mannen en zal door het Gemeentebestuur worden geopend op Maandag 31 Mei a. s. des namiddags 2% uur, als Wanneer de in richting zal openstaan voor "betalendea. Gelijktijdig zal ook de bestaande inrich ting, bestemd voor vrouwen, geopend zijn. De inrichtingen zullen daarna, behoudens sluiting op dagen waarvoor dit door Burge meester en Wethouders hg openbare kennis geving mocht w|orden bepaald, geopend zijn lederen Werkdag van v.m. 6 uur tot n.m. 1 uur en van n.nu Si/s uur tot de sluiting des avonds, waarvan kosteloos van v.m. 8 tot 10 en van 5 uur nm. tot de sluiting des avonds. Er Wordt aan herinnerd, dat behalve op de uren voor kosteloos gebruik aangewezen, de toegang tot de inrichting wordt ver kregen tegen betaling aan de zwemplaatsen van 10 cents per keer. Ook zijn abonnementskaarten bij den Ge meente-ontvanger verkrijgbaar tegen 12.50 per stuk, met dien verstande, dat wanneer door één der leden van een gezin een abonnement van f2.50 is betaald, voor ieder der overige leden van dat gezin beneden de 18 jaar, de abonnementsprijs 1125 bedraagt. Leden van een gezin, die aanspraak ma ken op behandeling volgens deze gunstige bepaling, gelieven de abonnementskaart van ft.50 mede te brengen en aan den Ge meente-ontvanger te vertoonen. Ook zijn abonnementen bij den Gemeente ontvanger verkrijgbaar,geldende voor een kalendermaand, tegen den prijs van fl. f Nog zij medegedeeld, dat voor bet be waren, schoonhouden en drogen van zwem broeken of badcostuums en handdoeken, een vergoeding verschuldigd is van f0.50 per seizoen en voor het ontvangen van welonderricht zoover daartoe gelegen heid bestaat eveneens van f0.50 per seizoen. Deze vergoedingen worden ten kantore van den Gemeente-ontvanger betaald, waar toe men de abonnementskaart, indien deze al eerder is uigegeven, gelieve mede te brengen. i i Burgemeester en Wethouders voornoemd, 1 11 II HONNERLAGE GRETE 1 D« Secretaris, '111 i1 SL SICKENGAl - i Er, is maar heel weinig vraag meer naar oorlogsnienjwB.'. »v Als' onze naneven dezen zin in een oud cwirantanboek lezen, zullen zij stom van -• verbazing naar dit blad staren. Er is» in de geschiedenis zoo zullen zij redenee- ren feeea 'tijd te bedenken, drie zoo Wogen was als deze, waarin zoo gewei i dig veel op het spel stond. En toch: ,.,geen vraag naar oorlogsnieuws". Toch is deze geestestoestand wel ver klaarbaar. Men Went aan alles, ook aan de meest schokkende wereldgebeurtenissen. riKen maanden geleden konden wij de zon niet zien schijnen, de peren groeien, zonder dat op onze blijde re gedachten steeds de ischadtftv) viel der oorlogsellende. Nu "is die ellende er nog steeds, zij is eerder grooter kleiner geworden, maar toch kunnen wïhnu de voorjaarsblijheid der natuur ge nieten. .Wjji hebben ons geadapteerd. Wij - hebben ons zelfs dermate aangepast, dat 'fflen thans dezelfde lust tot sensatie bij de rustige burgers kan opmerken, waarvan '®en ook Mj de vroegere oorlogen gewag rindt gemaakt. De bloeddorstige inenschen zetelen in rustige straatjes in ach te ra fs tad- jos m de oorlogvoerende en neutrale lan- Ïa. ^en €i&ciht <^aar groote dramatische gebeurtenissen en vindt, dat de moderne ®oriog op dit punt te kort schiet. mtusschen niet alleen omdat men zijn 5®satieh°nger niet bevredigd vindt, ismen beu van het oorlogsnieuws en verlangt men noch van den oorlog te lezen noch daar- ?vet t® - spreken. Men heeft ook een eerlijken afkeer van dat geweld en is ver ontwaardigd, omdat men zichzelf zoo aan het idee gewend had, dat dit geweld in een lang vervlogen tijd, niet in den onzen» thuis hoorde. Ja velen kunnen nog niet goed velen, dat zij zich vergist hebben, en beweren dus: „het geweld is er nog wel, maar het is ook de laatste uitbarsting. Als die eenmaal voorbij is Als!! dan krijgen wij vrede". Schijn of schaduw van bewijs voor deze' redeneering wordt niet aangevoerd. En dat men bij vroegere groote re oorlogen precies dezelfde redeneering heeft kunnen hooren, verontrust deze optimisten niet. Zij meenert zulks en dat is voldoende. De belangrijikste reden, waarom men in- tusschen maar liever niet 'over den oorlog hoort spreken, is omdat men ten zijnen aanzien liefst struisvogelpolitiek toepast. Men hoort er maar liever niet van, omdat men het gevoel heeft, dat men niet doet, wat men doen kan om hem buiten onze grenzen te houden. Het is natuurlijk wel verkeerd om maar op zien komen te spelen. Maar het is zoo gemakkelijk. Men denke zich bi v. een jongmenseh. gezond van lijf en leden, zonder eenige zorgen, die zich best bij den vrijwilli^en landstorm zou kunnen opgeven, doch het niet doet. Door zich niet op te geven, verzaakt hij In den grond zijn allerelementairsten plicht Hij heeft geen enkel argument meer om zich achter te verschuilen. Hij moet be seffen, dat ieder die zich opgeeft, ons land weer een streep verder van den af- giond brengt Want naarmate wij naast ons staand leger beschikken kunnen ovei grooter reserve, zal iedere buitenlandsche staat er minder toe geneigd zijn on» in den oorlog te betrekken. Wapende Neder land zich tot de tanden, konden Wij be schikken over een leger van een klein millioen, dan zouden wij vrijwel de absolute zekerheid hebben, dat er geen droppel Nederlandschen bloed zou worden vergo ten. Een dergelijke wapening ware het best denkbare pacificisme w vooral alle moeders en vrouwen zouden daarvan warme voor standsters moeten zijn. Want eerst als Nederland zich zoo wapende, zouden zij de zekerheid hebben, dat hun mannen en jongens niet het droeve lot zou treffen van zoo talloos velen van over de grenzen. Het lastigste is, .dat tegen deze rede neering absoluut niets is in te brengen. Kon men er met wat groote woorden .humanis me, pacifisme, anti-militarisme, moloch van den oorlog, klassenstrijd, Marxisme, anar chisme, Tolstoianisme enz., enz., b.v. wat tegen uitrichten, dan zou men dat onge twijfeld niet nalaten. Dodh het kan niet De redeneering sluit als een bus. Wil Neder land ernstig, dan kan het dit. Wapen- noch organisatie-bezwaren bestaan, er, tenzij men mocht meenen, dat alleen Nederland niet kan wat alle andere volken wèl kunnen. Dat het dus de plicht van den enkeling is, om in deze richting mee te werken, ligt zoo voor de hand, dat nadere toelichting haast overbodig is. I Is men anti-militarist het is in Neder land een beetje zonderling en vaag, maai dat hindert niet men.kan het militarisme niet beter bestrijden dan door een plekje voor den vrede Nederland opent te houden. De pacifist1 moet zeker het na tuurlijke pacifisme der kleine naties met, de wapens in de vuist willen verdedigen. Is men aanhanger van andere theorieën, die in normale gevallen onthouding voorschrij ven of gouden leeran, dat Nederland zich maar in het geheel niet moef verdedigen, men kan thans met die theorieën niets »be gin'ion. Nederland wordt verdedigd en hoe boter dat geschiedt, hoe nuttiger voor ions levein, onze gezondheid, osoze welvaart Hoe meer geweren en kanonnen in Neder land, des te minder kans dat zij zullen worden gebruikt. - Inderdaad het is onplezierig voor den welgestelden' jongeling, die den tijd heeft en zich niet als vrijwilliger aangeeft, doch hrj verzaakt zijn plicht En als straks ons land op een of andere wijze nog in den strijd betrokken 'wordt en als er dan. vele dooden vallen of vrouwen schrikkelijk te lijden hebben, dan kan onze welgestelde, onge bouwde jongeman niet ontkomen aan de waarheid, dat hij van een en ander mede de verantwoordelijkheid draagt. I Nu is het ongetwijfeld plezieriger een borreltje te drinken of te tennissen of een romannetje te lezen of de rustige bezig heden van eiken dag te doen dan in don pas te moeten loopen en te moeten tirrail- leeren of schieten. Misschien komen wjj er bovendien zonder dat alles ook wel. Er is geenerlei zekerheid, dat wij erin betrokken zullen worden En waar er zoo'n mooie kans is, loopt men die risico maar. Doch dan hoort men toch ook maar liever niet van dien ellendigen oorlog. Want-elke herinnering daaraan is een verwijt En tel kens wanneer men weer leest dat alle dienstolietotige huisvaders boven 40 ini Oos tenrijk en Duitsdhland en Frankrijk zijn op geroepen en dat ook in Zwitserland weer de oudsten onder de wapens staan, komt van zelf de vraag: „Waarom die allen wèl, en ik, zorgeloos, krachtig jongmenseh niet? Waarom heb ik er zelfs met een uur of zes ongemak in de week voor over om dien toestand te doen voortduren, om te verhinderen, dat ik toch naderhand- opgecommandeerd werd?" Och laten wij liever over wat anders praten! En zeker niet over den oorlog 1 STADSMEÜWS. Onderwijs aan zwakzinnigen. (Riij den gemeenteraad is het volgende adres met memorie van toelichting inge zonden Edelachtbare Heeren 1 Namens en in opdracht van de Afdee- ling Schiedam van den Bond van Neder- landsche Onderwijzers nemen ondergeteo- kenden beleefd de vrijheid, onder de aan dacht van U.E.A. te brengen, dat in de Vergadering van Uwen Raad van 20 April j 1. het onderwijs, aan zwak zinnige leerlingen te geven, ter sprake kwam, dat de Wethouder van Onderwijs mee deelde, hoe er een plan in teekemng "en bestek klaar is, om aan school D in de Smt-Annarusterstraat een paar klassen bij te bouwen, waar de kinderen, die het gewone lager onderwijs niet kunnen volgen," geplaatst zouden kunnen worden, dat bij aanneming en vaststelling van genoemd plan ernstige paedagogische fouten zouden worden gemaakt, dat bovendien wettelijke bezwaren'zich tegen uitvoering van het plan verzetten en ten slotte, dat Uw College, door zijn goedkeuring aan het plan te hechten, het budget der gemeente onnoodig zou bezwaren en alzoo de gemeente financieel zou benadeelen. Redenen waarom ondergeteekenden Uw College verzoeken, om, indien het plan ter tafel mocht worden gebracht, Uwe goed keuring er aan te onthouden, maar er op doeltreffende wijze aan te willen medewer ken, dat ook in Schiedam aan zwakzinnige kinderen het onderwijs gegeven worde, dat zij noodig hebben. De gronden, waarop het verzoek der Afdeeling steunt, zijn in bijgaande Memorie van Toelichting ontwikkeld. Hopende op een gunstige beschikking, hoogachtend, Namens de Afd. Schiedam van den Bond van Ned. Onderwijzers: W. STERK, voorzitter. C. A. TETTELAAR, 2e secretaris. Schiedam, 28 Mei 1915. Memorie van Toelichting. In de Raadszitting van 20 April 1915 zei de 'Wethouder van Onderwijs o._a. ,';Het doel' is dus, dat niet een afzon derlijke school, maar een paar klassen zullen worden ingericht, waar onder- wijs gegeven zal worden i n een langzamer tempo, waardoor nog aardig wat van die kinderen kan te recht komen." -Een der- Raadsleden, de heer Ris, be aamde deze verklaring door o. m. te ant woorden ,fMaar het zijn achterlijke kinderen, die wel terecht kunnen komen, maar die, zooals do Wethouder terecht zegt, in langzaam tempo moeten leeren. Het zijn kinderen aan wie do stof duidelijk moet worden gemaakt door ze 2, 3 'of 6 maal te verklaren." Deze opvattingen 'over de methode van het onderwijs aan achterlijke kinderen strooken niet geheelf met die van andere deskundigen. Algemeen zijn deze van oordeel, dat het onderwijs, aan zwakzinnigen te geven, in aard en karakter gansehelijk van het ge woon Lager onderwijs moet verschillen. Niet de intellectueele ontwikkeling is hoofdzaak op de school voor zwakzinnigen. Als hoogste doel wordt daar nagestreefd: de opvoeding van den wil, om zoodoende de leerlingen geschikt te maken voor het maatschappelijk leven. Het onderwijs moot dien leerlingen geven, wat hun ontbreekt, n.l. wilskracht, gemeen schapsgevoel en oen gepast gevoel van eigenwaarde. Om dit doel te bereiken, moet veel ge schrapt worden van hetgeen op een leerplan van de gewone lagere school voorkomt; allereerst die zaken, welke een achterlijk kind. niet in de allereerste plaats noodig heeft, en verder die, welke boven zijn begrip gaan. Het onderwijs dient zoo elementair mo gelijk gehouden te worden en dus worden geschiedenis, aardrijkskunde en natuur kunde als leervakken geschrapt. In de plaats daarvoor geeft men zaak- onderwijs, dat de elementen van de ge noemde vakken omvat. Een achterlijk kind moet wel leeren lezen en schrijven. Ook dient het geoefend te worden in het mondeling en schriftelijk aangeven van zijn gedachten, maar spel en taalregels, behoudens eenige zeer een voudige, behooren achterwege te blijven. Het rekenen moet wel onderwezen wor den, maar men kan tevreden zjjn, als de hoofdbewerkingen met geheele getallen tot 1000 er in komen. Kortom, men beperkt zich by het onder wijs aan zwakzinnigen zóó, dat men alleen kennis aanbrengt; buiten welke niemand het kan stellen, en tracht die tot blijvend bezit der leerlingen te maken. Vele achterlijke kinderen kenmerken zich, als ze ter school komen door bewegingsstoornissen, mede bewegingen en groote onhandigheid. Vele 8-, 9- en 10-jarigen kunnen zelfs geen haakje of knoop vastmaken, geen strikje of knoop leggen. Daarom moet bij het onderwijs aan dergelijke kinderen, veel meer dan de lagere school dit vermag, de nadruk gelegd wor den op oefening van zintuigen en spieren, op ontwikkeling der werkzaamheid van het zenuwgestel, en dat wel voornamelijk om den vooropgestelden eiseh, dat dit onderwijs de kinderen in staat moet stellen, later een eenvoudig beroep of ambacht te kunnen uitoefenen. Het onderwijs in gymnastiek, teekenen en handenarbeid zijn derhalve van zeer groot belang. Deze uiteenzetting stelt voldoende in het licht, dat wil er iets van zwakzinnigen terecht komen men hun geen lagei onderwijs moet geven in langzamer tempo, nóch zijn heil moet zoeken in eindelooze verklaring. Blijkens mededeeling van den Wethouder van Onderwijs, stelt men zich voor, bij school D „een paar klassen bij te bouwen," waar zwakzinnigen onderwijs zullen ont vangen. Daarmee is men op den verkeer den weg. Immers de ervaringen, in andere gemeenten opgedaan, hebben voldingend bewezen, dat bet onderwijs aan zwakzin nigen moet georganiseerd worden, geheel los van het gewoon lager oridenv "s. De heer I. Schreuder, directeur eener school voor achterlijken, die adressante met groote welwillendheid omtrent dit punt in lichtingen verstrekte, schreef het volgende- „Het stelsel van bijklassen heeft overal schipbreuk ge leden. In Berlijn is men er mee begonnen, maar al spoedig bleek, dat de eigenaardig© organisatie van een school voor zwakzinnigen, (moeilijkhe den van Massificatie, uitwisselen van - leerlingen voor bepaalde vakken, onder wijs in handenarbeid enz.), onover komelijke bezwaren opleverden in zulke bijklassen. Men heeft in Berlijn dan ook spoedig met dit stelsel gebroken en scholen ingericht." Waar een man van de practijk, op grond van veeljarige ondervinding, het vormen van bijklassen zoo sterk veroordeelt, waar andere steden, door de ervaring elders opgedaan geleid, Schiedam reeds zijn voor gegaan in het stichten van een afzon derlijke school voor zwakzinnigen, daar mag ons gemeentebestuur niet tol het stichten van hijklassen besluiten. Het zou een groote, paedagogische fout zijn. Een school voor zwakzinnigen zal uit den aard der zaak leerlingen krijgen uit ulle doelen der gemeente. Daarom moet zulk een inrichting van onderwijs zooveel mo gelijk centraal gelegen zijn. De Sint-Annazusterstraat ligt niet bepaald in het centrum onzer gemeente en alleen al daarom mag daar zulk een school niet worden gebouwd'. Bovendien is adressante bekend, dat het Rijksschooltoozicht van oor deel is, dat school D gebouwd is op een zeer ongunstig1 gelegen plaats. Kwalijk riekende grachten en tal van fabrieken verontreinigen er de lucht cn maken het verblijf in die school soms verre van aangenaam. Het zou adressante dan ook in de hoogste mate verwonderen, als onder "de autori teiten, die zich gunstig voor het plan ge stemd hebben getoond, het Rijksschooltoe- zicht behoorde. Eer is aan te nemen, dat de Districts schoolopziener nimmer het gebouw zal goedkeurenimmers is niet voorgeschreven, dat hij aan de bestekken zijn goedkeuring moet verleenen. .Maar nog om andere redenen is het terrein aan de Sint-Annazusterstraat onge schikt. Het zij adressante vergund even na te gaan, aan welke eïschen het gebouw moet voldoen, dat de zwakzinnige leer lingen moet herbergen. Men moet daarbij rekenen op 6 lokalen, waarbij nog komen moet een lokaal voor de zoogenaamde proefklasse. Bovendien is zeer wenschelijk een afzonderlijk lokaal voor het onderwijs in Nuttige Handwerken. Verder zijn beslist noodig- een lokaal voor de gymnastiek en de vrije- en ordeoefeningen; een ruim speellokaal, evenals het voor gaande gelijkvloersch bij het gymnastieklokaal een bergplaats; een lokaal voor houtslöjd; een even groot lokaal voor karton- en kleiarbeid met bergplaats. Daarbij komt nogeen ruim vertrek, waar de onderwijzers zich in een vrjj uur kunnen afzonderen, tevens geschikt voor het bewaren der vele leermiddelen; een vertrek voor het hoofd der school, tevens geschikt voor de talrijke schoolver gaderingen, dio men houden moét. Er moet een ruime speelplaats zjjn en een flinke schooltuin. Op de privaten moet toezicht mogelijk wezen van de leslokalen uit. In lokalen, portalen en gangen moeten licht en lucht ruimschoots toegang hebben. Voor de vensters moot plaats zjjn voor bloempotten en aanschouwingsmiddelen als terrarium en aquarium. Niet dadelijk noodig zijn werkplaatsen voor ambachtsonderwjjs, maar bij den bouw dient men er op te rekenen, dat er ruimte beschikbaar blijft om die later in te richten. Ook mag er zeker wel eens de aan dacht op worden gevestigd, dat bjj oen onderwijsinrichting voor zwakzinnigen moet zijn een spreekkamer met toebehooren voor den schoolarts, die in zulk een school geregeld werk heeft. Hij toch moet met het hoofd der school, zoo noodig bijgestaan door een psychiater, onderzoeken, bij voorkeur in tegenwoor digheid van de moeder of een kind voor plaatsing op de school in aanmerking komt. De schoolarts moet daarbij kunnen b& schikken over een lokaliteit voor het ver richten van urine-onderzoek en dergelijke, het wasschen zijner utensiliën, etc. Voor de kinderen van gewone scholen, met hun moeders, die de schoolarts ont biedt, moet er een wachtkamer zijn, liefst door een afzonderlijken ingang te bereiken. Zulk een wachtkamer kan dan tevens goede diensten bewijzen voor leerlingen der school, die tusschen den morgen- en mid dagschooltijd moeten overblijven. Bij de spreekkamer moet zich een don kere kamer bevinden voor onderzoek van oog, oor, neus en keel, terwijl het ver trek van den schoolarts moet aangesloten zijn aan de electrischo centrale. Zou men voor dit alles ruimte kunnen vinden op het terrein van een afgebroken branderij Adressante is zoo vrij, dit ern stig te betwijfelen, en acht het een zeer groote fout in het aangekondigde plan, dat met dit alles geen rekening wordt gehouden. Tegen het plan, door den Wethouder van Onderwijs in uitzicht gesteld, bestaan ook wettelijke bezwaren. I -i Om dit aan te toonen het volgende De Raad van do Gemeente Dordrecht besloot den 7den, Mei .1910 tot oprichting van een klasse veor "Buitengewoon on derwijs, verbonden aan een d'er La gere Scholen. De Districtsschoolopzie ner maakte bezwaar, zijn medewerking te verleenen, omdat, naar zijn oordeel, de wel zulke klassen niet meer toe- 1 a a t. Daarom werd door Burgemeester en Wetig, houders van Dordrecht voorgesteld de op richting van een Buitengewone^ School, Door den Raad werd aldus besloten. Moeilijk valt aan te nemen, dat, wat in Dordrecht op wettelijke bezwaren afstuitte, in Schiedam mogelijk zal zijn. Ook in onze schiedamsche y »ii- I i i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1915 | | pagina 5