No. 14945 Derde Blad 68"* Jaargang Zaterdag 25 September 1915 Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs pea* kwartaal: Voor Schiedam_en Vïaardingen fl. 1.25 franco rer pos-è fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam enVlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten de$ middags vóór een aur aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Fr$s der Advertentiën: Von 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regJ. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën Mj abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intercommunale Telefoon No. 103. STADSNIEUWS- GemeeuteraadntokkeD. Overneming in onderhoud en be heer van HL IJ. S. M. van toe gangsweg naar en voor pleinvan het station. Naar aanleiding van de behandeling in Uw vergadering van 27 Juli 1.1. van ons voorstel betreffende nevenvermield onder werp, hebben wij deze zaak nader bezien. Als resultaat kunnen wij U het volgende mededeelen. Toen de spoorwegmaatschappij de zaak ter sprake bracht, leidde zij deze als vogt ia: „Onze .aandacht is erop gevallen dat de „toegangsweg van den Overschieschen „straatweg naar, het station ten Uwentnog „niet op den voet van art. 70 der wet „van 9 April 1875 (Staatsblad no. 67), „aan Uwe Gemeente in onderhoud is over „gedragen.'-' Behoudens dien aanhef werd blijkbaar echter ook door haar niet verder gedacht aan een toepasselijkheid in dezen van art 70 der Wet, daar dan in verband met art '14 en art. 11 van het Koninklijk Besluit uitvoering van bedoeld art. 70. .gelijk door den heer Mr. Kavelaars terecht werd opgemerkt, Gedeputeerde Staten zouden moeten optreden. Dat dit art. 70 niet toepasselijk is, wordt bevestigd door de b'ij de invoering dier bepaling in 1876 gewisselde stukken. Daaruit blijk't, dp.t toen door Heeren Ge deputeerde Staten aan Burgemeester en Wethouders werd bericht, „dat naar het oordeel van den Heer Minister van Binnen- landsche Zaken, als toegangsweg op den ligger gebragt moet wórden de weg, die uit de kom eener Gemeente zonder een andere Gemeen tókomi aan te doen, tot aan het station of voorplein leidt", met de op merking daarbij, „dat de Gemeentewet straten onderscheidt van wejjen." In dien zin was er voor onze Gemeente niets op den ligger te brengen, en bijgevolg ■vycrd er ook nimlmer iets daarop gebracht. Art. 70 Kan dus worden uitgeschakeld. Aan de Spoorwegmaatschappij is nader gevraagd, waarom de Gemeente bij hel on- derhoud'niet slechts het beheer doch den vollen eigendom zou verkrijgen. ''Haar antwoord daarop was, dat zij tot overdracht in eigendom niet kan oven- gaan, mede omdat, naar haar meermalen gebleken was, de Minister* van. Waterstaa'. bezwaar heeft mede te werken tot eigen- domsovendracht van-in de nabijheid s>van stations gelegen spoorweggrond. Wij hebben de "Commissie voor de Ge- 4 meentewerken nu nog eens verzocht in- zonderheid te adviseeren over de vraag, i of, nu art. 70 der Spoorwegwet gebleken is in dezen niet van toepassing te ziija, het, met het oog op de lasten, die daaruit zouden voortvloeien, nog wel gewettigd is het terrein in onderhoud en beheer te.aaiï- vaarden. De Commissie beantwoordde die vraag bevestigend. Er op wijzende, dat de kosten van het onderhoud en de vernieuwing der i bestrating van het terrein afgescheiden van ide 'verlichting zijn te ramen op f125. vestigt zij er de aandacht op, dat tegenover deze uitgaaf het yoordeel staat, dat, de Gemeente mieesteres is van den toestand, wat voorai met het oog op de verlichting van een hoofd toegang van de stad, als hei Stationsplein is, zeer gewenschtvooikonit Waar wij ons daarmede' vereenigen, handhaven wij ons voorstel om op de over neming in beheer en onderhoud in te gaan. Wat de verhouding met de Tramweg- maatschappij betreft, nierkèn wij op, dat art. 2 der concessievoorwaarden luidt: „De concessie omvat de vergunning voor j.döi aanleg en de exploitatie der volgende f „lijnen >lA Van het Spoorwegstation -langs Singel enz." en art. 3, le lid „De concessie wordt verleend béhou- L„dens de rechten van derden" en v :\»de goedkeuring der,bevoegde machten", f Het kbmt ons voor van zelf te spreken, f.:~ dat, wanneer het terrein aan de Gemeente i j in onderhoud en beheer wordt overgédra- I gen en de Minister van Waterstaat als ge- jr«„ volg daarvan de aan de Tram wegmaat;-' schappij verleende vergunning opzegt, dit stukje lijn onder de concessievoorwaarden valt, totdat het beheer en onderhoud even tueel weder wordt opgeheven. ^Dïe opzegging is bet recht dat men zich •bij de overdracht in beheer en onderhoud voorbehoudt en dat een recht van derden is, waaraan de concessionsresse zich moet onderwerpen. Resumeerende stellen Wij U derhalve voor ons te machtigen tot de overneming in beheer en onderhoud van de H. IJ. S. M. van den toegangsweg naar en het voorplein van het station, op den voet der door de -Maatschappij ontwerpovereenkomst op genomen als bijlage 28b van het gedrukte raads verslag Uitbreiding arbeiderstuinen en speelvelden. Onze gemeente is in ons land begonnen met den aanleg van volkstuinen, die wij on derscheiden in familie- en volkstuinen van 1 500 M.2 oppervl. en arbeiderstuinen thans over Jjet algemeen groot 750 RL2. Van den eersten aanleg zijn nog enkele tuinen van 1000 MA Deze bleken te groot en zelfs tuinen van 750 M.2 toonen dikwijls door Werwaarloo- zing of door het doen mede-arbeiden van anderen dan leden van het gezin, dat 750 M.2 voor de meeste arbeiders te veel is. Wat den prijs aangaat,-de familietuinen gelden f 12, de volkstuinen f8 en de 'arbei derstuinen f4. Thans zijn weder 30 nieuwe aanvragen voor arbeiderstuinen ingekomen. Waar geen tuinen meer beschikbaar zijn, stellen wij u voor 36 nieujwe tuinen aan té 'leggen van 500 M.2 groot (zie het groen getinte op bijgevoegde schets). De prijs van f4 willen wij behouden ook bij uitgiften van stukken van 500 'M.2. In de meeste plaatsen wordt £5 voor pl.m. 100 Rl.2 betaald. Den prijs der orbeiderstuinen van 750 RL2 willen wij echter op £5 bepalen en de oude huurders de voorkeur geven voor kleiner grondstukken tegen f4 Een verkaveling van de bestaande tuinen in stukken van 500 M.2 komt ons bezwaar- lijk voor, omdat men daardoor de gebrui kers zou benadeelen die door bemesting, aanplant of bebouwing arbeid en geld heb ben gewijd aan het hun uitgegeven stuk grond. Op den grond dien wij voor uitbreiding der arbeiderstuinen willen bestemmen, is thans een voethalvdd^ Het as voor allesïSeter dat voetbalvel den en arbeiderstuinen niet naast elkaar zijn gelegen. Het grondstuk ten noorden van den dijk, perceel XXXIII, leent er zich toe om voor 2 velden te dienen. D. H. S., die speelde naast de arbeiders tuinen, kan hier een plaats kinden. Het terrein is thans als grasland ver huurd. Riet geringe kosten is het voor voet balvelden geschikt te maken. De voetbalvelden kunnen tegen vergoe ding uitgegeven worden. Kan uwe vergadering zich met het boven ontwikkelde vereenigen, dan stellen wij u, in overeenstemming met de commissie voor het Grondbedrijf, voor te besluiten: lo. dat 36 nieuwe arbeiderstuinen aan- gelegd zullen worden op perceel II van het Grondbedrijf ter grootte van pl.m 530 31,2 ieder en daarvoor een crediet van f 4C0 beschikbaar te stellen; 2o. den huurprijs van de nieuwe tuinen te bepalen op f 4 en die van de bestaande op f5 per jaar; 3ó. dat perceel XXXIII ten noorden van den Watertoren zal worden bestemd voor voetbalvelden. Knust ep Wetenschap. „Den Gulden Winckel" Inhoud van het September-nummer „Onze Schrijvers: Bij Willem Kloos", door André de Ridder (met portret en facsi mile handschrift); „In Memoriam Tictor A. Da la RIontagne", door W. Gosler; „Kant- teekeningen bij de Literatuur van den Dag", door Gerard van Eckeren„Boekenschouw", door G. v. E. (met portret en 2 illustra ties); „R. C. Treveiyan" (portret); „Let terkundig leven uit de Tijdschriften" (mei 1 portret). Noordpoolfxpediti's. Dezer dagen is Sverdrup's pool-expcdi- tie teruggekeerd. Het expeditie-schip, de „Eclipse"; was, naar *men weet, te Ar changel binnengevallen. Sverdrup's expeditie was uitgegaan om sporen te zoeken en -zoo mogelijk de over levenden thuis te brengen van twee ver miste Russische, pool-expedities, die van Brussilof en die van Roessanof. Van geen van béide .heeft Sverdrup eenig spoor ge vonden. Broessilof was in het najaar van 1912 een vaart in de Siberische IJszee gaan ondernemen met het schip de „Heilige Anna". Sindsdien is niets van hem ver nomen. Roessanof was in 1912 naar Nova Zem- bla vertrokken en had daar overwinterd. Een deel van de expeditie was terugge keerd, een ander deel was van de over winteringsplaats noordwaarts gegaan om Frans Jozefsland te bereiken. Wat er van die tweede helft der expeditie is geworden, weet men niet. Sport Voetbal. Uit het programma der Zondag in de Westel. afdeeling N. V. B. te spelen wed strijden Eerste Klasse. Haarlem: H. F. C,—H. V. V. Utrecht: HerculesU. V. V. Rotterdam: IV. O. C.Sparta. Dordrecht: D. F. C.H. B. S. Haag: QuickHaarlem. - Tweede klasse. A. Schiedam: S. V. V.—Dordrecht. Goroum: UnitagConcordia, Rotterdam: R. F. C.Di V. S. XerxesNeptunes. Derde klasse. A. Vïaardingen: FortunaGroen-Wit. Rotterdam: TransvaJiaFeyeaooari. I ConoordiaanExcelsior. B. Rotterdam: LycurgusU. D. I. R. S. en G. V.—U. S. C, C. V. V.Hermes. Reserve tweede klasse. A. Haag: D. V. V. IISparta III. Rotterdam: D. 'V. S. IIS. V. V. II, Delft"Concordia IIXerxes If. Leiden: Aj'ax (L.) IIHermes ïT. Gemengd Nieuws. Ongelukken. De 34-jarige A. T„ die werkzaam was op het dak' van de anker- en kettingfabriek gm den Keileweg, te Rotterdam, viel op straat en moest mtet ernstige inwendige kneuzingen nrtar het ziekenhuis worden ver voerd. V Het 4-jarig zoontje van B. de W. te Wijk bij Duurstede, vorige week Rlaandag door de Oosterstoomtram overreden, is ten gevolge van de bekomen verwondingen gisi- teren in het ziekenhuis overleden. V De 13-jarige Andrfes Goudemond is te Joure door een melkwagen overreden en gedood. 1 Verkiezings><umor. Een Zuid-Afrikaanseh blad, vertelt het volgende staaltje van verkiezingshumor In Bloemfontein loop nou die dag 'nman in die straat met 'n paar klein hondjes in sijn arm, terwijl hij uitroep: „Wie wil Botha-hondjies koop? Wie wil Bolha-hond- jies koop?" Geen mens neem notisie van die Botha-hondjies nie. Die volgende dag skree hij1: „Wie wil Hertzog-hondjies koop Daar Kami 'n mlan naar hem toe en m: „RIaar is dit dan nie dieselfde liomljies, •wnt. jij gister gehad het nie? En hockom is hulle vandag Hertzog-hondjies?" „Kijk, meneer, gister was hulleogies toe, en vandag is dit oopl" Gevaar van kaalhoofdigheid. Dezer dagen werd te Londen een ran geerder van 21 jaar door een locomotief gegrepen en gedood. Bij de lijkschouwing bleek, dat de jongeman geen enkel haar op zijn hoofd had. Dit merkwaardig verschijn sel weid noodlottig voor den armen man, want de machinist, die de locomotief be stuurd had, verklaarde bij het onderzoek, dat hij het achterhoofd van den rangeerder voor zijn gezicht had gehouden, zoodat hij vermoedde dat deze de machine zag aan komen en zoo noodig wel zou uitwijken^ De laatste sigaret. In de „Vorwarls" leest men het volgende verhaal'II We waren op den opmaxsdh tegen Cze- chanof. 's Avonds wierpen we de Russen uit hun dorp, zetten ons daarin vast, na men kwartier.- Toen vier kameraden en ik een armzalige hut binnentraden om in den kouden nacht ten minste een dak boven het hoofd te hebben, hoorden wij uit het donker een ,mat steunen. Snel maakten we licht. Midden in het vertrek lag ©en ge wonde Rus. Waarschijnlijk hadden zijn ka meraden hem voor hun vlucht nog hier binnengesleept. Het was een j&ge man, nauwelijks twintig jaar oud, mét vlasblond 1 haar. en 'waterig'blauwe oogen. We zagen j onmiddellijk, dat hij niet meer te redden Was. Een schot in dèn buik en door de borst Een vijand is een vijand, maax een gewonde is een mensch. Een paar kamera den gingen stroo halen. In het vertrek was geen bed, niets. We legden den gewonde voorzichtig op het dikke stroo, met een ransel onder zijn hoofd. De arme kerel zag ons, den een na den ander, met d ank bar. n blik aan. We gingen op de steenen kachel zitten en keken naar den Rus. Niemand zei iels. Ieder brak .zich echter het hoofd, wat hij voor den armen drommel nog kon doen. We boden hem brood aan. Hij schudde het hooM. Rum uit de flesdh? Neen. Een haalde er een stukje chocolade uit zijn zak. Neen. Nu wilde ons niets meer in val len. En de een na den aader haalde zijn pijp te voorschijn cf\ etak die aan. De oogen van den géwonde begonnen nu plot seling te stralen. Ik nam mijn pijp uit den mond en wilde hem die geven. Hij schudde weer het hoofd, maakte echter met zijn rechterhand een beweging in de richting van zijn jaszak. Ik greep er in en haalde een zak met tabak te voorschijn. Zijn oogien knikten me verheugd toe. Ik opende den rak. Daarin was ook sigarettenpapier. Hij wenkte weer met de oogen. Zoo onhandig het ging, ik kreeg er tocih een sigaret uit, stak die hem in den mond. Langzaam kwam de" sigaret in brand. Bedachtzaam, plechtig bijna, rookte de ster vende. Wij dampten evert plechtig met hem mee. De sigaret Werd kleiner. De asch viel den Rus op de borst Nog was de sigaret niet halverwege opgerookt, toen plotseling een trekking door zijn lichaam ging. Zijn lippen persten zioh samen. De sigaret bleef aan den mond hangen en smeulde vender. De strijd in de Argonne. Aan het verhaal, dat Kellermann in het „Berl. Tageblatt" over den jongsten aan val der Dutischers in de Argonnen geeft, ontleenen we hier het volgende, ter ken schetsing van de verwoestingen, die een maandenlange hardnekkige strijd hier heeft aangericht: Om vier uur in den vroegen ochtend tijden wij weg in het pikdonker. Het is bitter koud. De sterren blinken groot en koud als in den winter. Wij hooren het doffe slaan van kanonnen. Ook in den nacht moet hier gewerkt worden. Met bevrediging conslateeren wij, dat het vuren normaal is. De vijand heeft niets gemerkt en hij bereidt niet op een andere plaats iets voor. Een stukgeschoten dorp. In het bosch wordt de weg moerassig. Het heeft hier in acht dage'n niet geregend, maar de stra ten zijn doorweekt en als een slede glijdt de automobiel door de modder. Overal zijn kuilen en granaatgaten, zoodat wij slechts langzaam vooruit komen. We gaan door het bosch. De zwarte boomen ruischen, de sterren glinsteren door de toppen, het is mooi, ondanks den slech ten weg. Menschen duiken op. Een hos pitaal-colonne, gereed op "marsch te gaan. Zjjn 'ze al op de been? De menschen in de loopgraven daarginds zijn nog gezond en monter, maar bier staan in den grij- zén morgen reeds de lieden, die hen zullen verbinden. We doen de lantaarns uit. Weer een stukgeschoten dorp. We gaan te voet verder. Langzaam wordt het dag. Nevelige gedaanten glijden langs den weg. Veldkeu kens, Roode Kruis-soldaten, reserven. We gaan den berg op. De weg is begaanbaar gemaakt, doordat men boomstam naast boomstam rangschikt. Het hout dor stam men is stuk gegaan door de vele wie len en schoenen, die bergop ,en bergaf gaan .Plotseling wordt het lichter in het bosch. De kloof wordt wijder en voor ons ligt een stukgeschoten kale bergtop. We komen in de eerste zone. De eerste zone, dat zijn de loopgraven, waarom dezen win ter gevochten is. De hooge boomen zijn vernield. Maar het onderhout loopt weer uit. Deze zone ziet er uit als een wijn berg, een hop-aanplanting. Loopgraven, puinhoopen, granaatkuilen. Dan echter komt de tweede zone,, 'de berg zelf. Hoe ziet deze er uit? Men moet zich een opge- zweepten oceaan voorstellen, met toornige, dicht opeengedrongen golven- Een wilde zee bij storm. RIaar deze zee is van klei en plotseling in één seconde verstijfd. Ik. .overdrijf niet. Zoo en niet anders ziet de berg er uit. Golven, putten, afgronden. De verstijfde zee golft tegen de hoogte. Danr- tusschen staan stompen van doode boo men. Zij werden door duizenden geweer kogels doorboord, tot ze als een zeef waien en een windstoot ze ter aarde wierp. Zoo ziet het er hier uit. Het is het meest troostelooze en verschrikkelijke, wat de fantasie zich denken kan.- Loopgraven, trechter aan trechter, vele" meters diep en breed. Deze golven van leem zijn het re sultaat van een strijd van vele maanden. Het ruikt hier naar lijken en verschrikke lijke dingen. Stukken van menschelijke lichamen komen uit de kleikorst te voor schijn. Stukken laken, ineengeslagen blik ken menageketels liggen in de gaten. Om eiken granaatkuil is hier gevochten. Lang zaam, stap voor stap, moesten onze troe pen hier tegen de hoogte op. Tot aan de heupen stonden zij in het water. Er is hier een weg, die den naam zelfmoorde- naarsweg draagt. Een sappe, die slechts ondiep opgeworpen was en die de vijan delijke machinegeweren bestreken. De lui wilden liever het leven wagen, dan altijd door het water te waden. Duizenden heb ben deze verstijfde kleigronden verslonden, vriend en vijand. Nu zwijgen ze. {Vroeger droeg deze woestenij namen. Hef zijn de beroemde werken Centrale, Cime- tière, Bagatelle, die in Juni en Juli geno men zijn. Rood en nevelachtig stijigt de zon boven de doode kleizee. Granaten huilen door de lucht Rlen hooit ze knallend treffen. Een zwaar Buitsc.li Kanon schiet. Dof en ver klinkt het schot, als stond het kanon op een ander gedeelte van de gevechtslijn. De granaat suist echter over ons heen en een paar seconden later kraakt de berg. Drie granaten schiet het kanon, dan zwijgt het weer. RIaar andere kanonnen dreunen. Een granaat zingt tweestemmig door de lucht,een dwarsvtioger. Het is een komiek gehoor. Eettige geweerkogels gonzen over den berg. Een machinegeweer blaft heesch. Plotseling komt een heele horde vijandelijke granaten door de lucht gegild. Dé een achter de ander. Een krankzinnige haast. Het knalt, dat de aarde siddert. De Franschman slingert werpmfjnen. Het is het gewone morgenwerk. We gaan verder. Rlijnen kraken als in stortende huizen. Een soldaat is aan het graven. Een mijn heeft aarde in de loop»- graaf geworpen. Plotseling is de-loopgraaf vol gegooid. Een paar mannen graven. Wat is er aan de hand? Onze officieren zijn zooeven bedolven. Riet huivering zag is hek Riet huivering spreek ik er van. Maax het is oorlog, dat mag men niet vergeten. De mijn heeft de loopgraafvolkomen dicht geworpen. Een armstomp zonder hand stak uit de aarde. Den hoek omAchNaast mij hurkt met opgetrokken knieën een doode. Het hoofd hangt op de borst. Hij ziet er niet uit als een doode. Van boven tot onder bestoven met een grijze aarde, hoofd, gezicht en kleeren grijs, zag hij er uit als een beeld van een slaper met opge trokken kmeén, dat men uitgegraven had. Zij allen, twee officieren en teer of vijf man, waren gevallen voor den storm. Bij liet dagelrjksche ochtendgevecht. Opgepast I Een mijn komt door db lucht en slaat knallend achter ons in. Worj kun nen niet verder-door de toegeworpen loop graaf. En dertig meter ter zijde loeren de Fransche gewieren. Wij moeten terug. Nu komen de mijnen, de een na do'ander. Nu eens moet men rechts, 'dan links uitwijken. Eén valt voor ons meer. Niet in de loopgraaf, maar or vlak naast. Zij ontploft niet Op een der gelijk moment is men volkomen rustig. Het hart slaat niet sneller en js .reeds lang over gevoelens als angst heen. Rlen weet, dat men volkomen in de hand van het noodlot is ep.. daarmede uit. Hoog in de lucht, door. 'het' blauwt Van den hemel, vliegt een weirpmijn. Ze schijnt: niet gróoler dan een havik. Duidelijk 'zijn haar vleu gels te herkennen,, die haar een rustigo Vlucht geven. Snel'vliegt ze in oen prach tige b'oog en Ziet er wondermooi uit We Volgen haar met den blik. Plotseling schiet fee als een havik naar benoden en,wordt toet elke ..seconde grooter, leel ijker en ge vaarlijker. De duivel heeft deze mijnen uitgevonden. Oorl'ogsvuria. Pet heeft in Engeland hier en daar ver wondering gebaard, dat minister RfoKenna geen nieuwe rechten op spiritualiën en bier heeft voorgesteld. De „Daily Tele graph" verneemt nu, dat het kabinet,zicth later omstandig >al bezighouden. - met het heele drankraagstuk. Veldmaarschalk von Moeken sen heeft aan ncn ouden kameraad en vroegere n onder geschikte gje^dhreven: „Soldaten geluk, is Gods genade, mijn eigen verdiensté ge ring. Véldmaarsdhalk op het" slagveld gewor den te zijn en nog eert. .moeder te hebben, die deztea tijd mede Beleeft,' lijkt mjj een bijzondere wijding van dat gelpjkj." j De móeder van den*" veldmaarschalk woont te Gieglenfelde, bij. Haïniraerstein^ in West-Pruisen, Zij is bijna' 90 jaar en be heert hare uitgestrekte landgoederen nog zelve. *un

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1915 | | pagina 9