No. 14945
Derde Blad
68"* Jaargang
Zaterdag 25 September 1915
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs pea* kwartaal: Voor Schiedam_en Vïaardingen fl. 1.25 franco
rer pos-è fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam enVlaardingen 10 cent
Afzonderlijke nummers 2 cent
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten de$ middags vóór een
aur aan het Bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Fr$s der Advertentiën: Von 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cent per regJ. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën Mj abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
STADSNIEUWS-
GemeeuteraadntokkeD.
Overneming in onderhoud en be
heer van HL IJ. S. M. van toe
gangsweg naar en voor
pleinvan het station.
Naar aanleiding van de behandeling in
Uw vergadering van 27 Juli 1.1. van ons
voorstel betreffende nevenvermield onder
werp, hebben wij deze zaak nader bezien.
Als resultaat kunnen wij U het volgende
mededeelen.
Toen de spoorwegmaatschappij de zaak
ter sprake bracht, leidde zij deze als vogt
ia:
„Onze .aandacht is erop gevallen dat de
„toegangsweg van den Overschieschen
„straatweg naar, het station ten Uwentnog
„niet op den voet van art. 70 der wet
„van 9 April 1875 (Staatsblad no. 67),
„aan Uwe Gemeente in onderhoud is over
„gedragen.'-'
Behoudens dien aanhef werd blijkbaar
echter ook door haar niet verder gedacht
aan een toepasselijkheid in dezen van art
70 der Wet, daar dan in verband met art
'14 en art. 11 van het Koninklijk Besluit
uitvoering van bedoeld art. 70. .gelijk
door den heer Mr. Kavelaars terecht werd
opgemerkt, Gedeputeerde Staten zouden
moeten optreden.
Dat dit art. 70 niet toepasselijk is, wordt
bevestigd door de b'ij de invoering dier
bepaling in 1876 gewisselde stukken.
Daaruit blijk't, dp.t toen door Heeren Ge
deputeerde Staten aan Burgemeester en
Wethouders werd bericht, „dat naar het
oordeel van den Heer Minister van Binnen-
landsche Zaken, als toegangsweg op den
ligger gebragt moet wórden de weg, die
uit de kom eener Gemeente zonder een
andere Gemeen tókomi aan te doen, tot aan
het station of voorplein leidt", met de op
merking daarbij, „dat de Gemeentewet
straten onderscheidt van wejjen."
In dien zin was er voor onze Gemeente
niets op den ligger te brengen, en bijgevolg
■vycrd er ook nimlmer iets daarop gebracht.
Art. 70 Kan dus worden uitgeschakeld.
Aan de Spoorwegmaatschappij is nader
gevraagd, waarom de Gemeente bij hel on-
derhoud'niet slechts het beheer doch den
vollen eigendom zou verkrijgen.
''Haar antwoord daarop was, dat zij tot
overdracht in eigendom niet kan oven-
gaan, mede omdat, naar haar meermalen
gebleken was, de Minister* van. Waterstaa'.
bezwaar heeft mede te werken tot eigen-
domsovendracht van-in de nabijheid
s>van stations gelegen spoorweggrond.
Wij hebben de "Commissie voor de Ge-
4 meentewerken nu nog eens verzocht in-
zonderheid te adviseeren over de vraag,
i of, nu art. 70 der Spoorwegwet gebleken
is in dezen niet van toepassing te ziija,
het, met het oog op de lasten, die daaruit
zouden voortvloeien, nog wel gewettigd is
het terrein in onderhoud en beheer te.aaiï-
vaarden.
De Commissie beantwoordde die vraag
bevestigend. Er op wijzende, dat de kosten
van het onderhoud en de vernieuwing der
i bestrating van het terrein afgescheiden van
ide 'verlichting zijn te ramen op f125.
vestigt zij er de aandacht op, dat tegenover
deze uitgaaf het yoordeel staat, dat, de
Gemeente mieesteres is van den toestand,
wat voorai met het oog op de verlichting
van een hoofd toegang van de stad, als hei
Stationsplein is, zeer gewenschtvooikonit
Waar wij ons daarmede' vereenigen,
handhaven wij ons voorstel om op de over
neming in beheer en onderhoud in te gaan.
Wat de verhouding met de Tramweg-
maatschappij betreft, nierkèn wij op, dat art.
2 der concessievoorwaarden luidt:
„De concessie omvat de vergunning voor
j.döi aanleg en de exploitatie der volgende
f „lijnen
>lA Van het Spoorwegstation
-langs Singel enz."
en art. 3, le lid
„De concessie wordt verleend béhou-
L„dens de rechten van derden" en
v :\»de goedkeuring der,bevoegde machten",
f Het kbmt ons voor van zelf te spreken,
f.:~ dat, wanneer het terrein aan de Gemeente
i j in onderhoud en beheer wordt overgédra-
I gen en de Minister van Waterstaat als ge-
jr«„ volg daarvan de aan de Tram wegmaat;-'
schappij verleende vergunning opzegt, dit
stukje lijn onder de concessievoorwaarden
valt, totdat het beheer en onderhoud even
tueel weder wordt opgeheven.
^Dïe opzegging is bet recht dat men zich
•bij de overdracht in beheer en onderhoud
voorbehoudt en dat een recht van derden
is, waaraan de concessionsresse zich moet
onderwerpen.
Resumeerende stellen Wij U derhalve voor
ons te machtigen tot de overneming in
beheer en onderhoud van de H. IJ. S. M.
van den toegangsweg naar en het voorplein
van het station, op den voet der door de
-Maatschappij ontwerpovereenkomst op
genomen als bijlage 28b van het gedrukte
raads verslag
Uitbreiding arbeiderstuinen en
speelvelden.
Onze gemeente is in ons land begonnen
met den aanleg van volkstuinen, die wij on
derscheiden in familie- en volkstuinen van
1 500 M.2 oppervl. en arbeiderstuinen thans
over Jjet algemeen groot 750 RL2. Van den
eersten aanleg zijn nog enkele tuinen van
1000 MA
Deze bleken te groot en zelfs tuinen van
750 M.2 toonen dikwijls door Werwaarloo-
zing of door het doen mede-arbeiden van
anderen dan leden van het gezin, dat 750
M.2 voor de meeste arbeiders te veel is.
Wat den prijs aangaat,-de familietuinen
gelden f 12, de volkstuinen f8 en de 'arbei
derstuinen f4.
Thans zijn weder 30 nieuwe aanvragen
voor arbeiderstuinen ingekomen. Waar geen
tuinen meer beschikbaar zijn, stellen wij
u voor 36 nieujwe tuinen aan té 'leggen van
500 M.2 groot (zie het groen getinte op
bijgevoegde schets).
De prijs van f4 willen wij behouden
ook bij uitgiften van stukken van 500 'M.2.
In de meeste plaatsen wordt £5 voor
pl.m. 100 Rl.2 betaald.
Den prijs der orbeiderstuinen van 750 RL2
willen wij echter op £5 bepalen en de oude
huurders de voorkeur geven voor kleiner
grondstukken tegen f4
Een verkaveling van de bestaande tuinen
in stukken van 500 M.2 komt ons bezwaar-
lijk voor, omdat men daardoor de gebrui
kers zou benadeelen die door bemesting,
aanplant of bebouwing arbeid en geld heb
ben gewijd aan het hun uitgegeven stuk
grond.
Op den grond dien wij voor uitbreiding
der arbeiderstuinen willen bestemmen, is
thans een voethalvdd^
Het as voor allesïSeter dat voetbalvel
den en arbeiderstuinen niet naast elkaar
zijn gelegen.
Het grondstuk ten noorden van den dijk,
perceel XXXIII, leent er zich toe om voor
2 velden te dienen.
D. H. S., die speelde naast de arbeiders
tuinen, kan hier een plaats kinden.
Het terrein is thans als grasland ver
huurd. Riet geringe kosten is het voor voet
balvelden geschikt te maken.
De voetbalvelden kunnen tegen vergoe
ding uitgegeven worden.
Kan uwe vergadering zich met het boven
ontwikkelde vereenigen, dan stellen wij u,
in overeenstemming met de commissie voor
het Grondbedrijf, voor te besluiten:
lo. dat 36 nieuwe arbeiderstuinen aan-
gelegd zullen worden op perceel II van
het Grondbedrijf ter grootte van pl.m 530
31,2 ieder en daarvoor een crediet van f 4C0
beschikbaar te stellen;
2o. den huurprijs van de nieuwe tuinen
te bepalen op f 4 en die van de bestaande
op f5 per jaar;
3ó. dat perceel XXXIII ten noorden van
den Watertoren zal worden bestemd voor
voetbalvelden.
Knust ep Wetenschap.
„Den Gulden Winckel"
Inhoud van het September-nummer
„Onze Schrijvers: Bij Willem Kloos",
door André de Ridder (met portret en facsi
mile handschrift); „In Memoriam Tictor
A. Da la RIontagne", door W. Gosler; „Kant-
teekeningen bij de Literatuur van den Dag",
door Gerard van Eckeren„Boekenschouw",
door G. v. E. (met portret en 2 illustra
ties); „R. C. Treveiyan" (portret); „Let
terkundig leven uit de Tijdschriften" (mei
1 portret).
Noordpoolfxpediti's.
Dezer dagen is Sverdrup's pool-expcdi-
tie teruggekeerd. Het expeditie-schip, de
„Eclipse"; was, naar *men weet, te Ar
changel binnengevallen.
Sverdrup's expeditie was uitgegaan om
sporen te zoeken en -zoo mogelijk de over
levenden thuis te brengen van twee ver
miste Russische, pool-expedities, die van
Brussilof en die van Roessanof. Van geen
van béide .heeft Sverdrup eenig spoor ge
vonden.
Broessilof was in het najaar van 1912
een vaart in de Siberische IJszee gaan
ondernemen met het schip de „Heilige
Anna". Sindsdien is niets van hem ver
nomen.
Roessanof was in 1912 naar Nova Zem-
bla vertrokken en had daar overwinterd.
Een deel van de expeditie was terugge
keerd, een ander deel was van de over
winteringsplaats noordwaarts gegaan om
Frans Jozefsland te bereiken. Wat er van
die tweede helft der expeditie is geworden,
weet men niet.
Sport
Voetbal.
Uit het programma der Zondag in de
Westel. afdeeling N. V. B. te spelen wed
strijden
Eerste Klasse.
Haarlem: H. F. C,—H. V. V.
Utrecht: HerculesU. V. V.
Rotterdam: IV. O. C.Sparta.
Dordrecht: D. F. C.H. B. S.
Haag: QuickHaarlem. -
Tweede klasse.
A. Schiedam: S. V. V.—Dordrecht.
Goroum: UnitagConcordia,
Rotterdam: R. F. C.Di V. S.
XerxesNeptunes.
Derde klasse.
A. Vïaardingen: FortunaGroen-Wit.
Rotterdam: TransvaJiaFeyeaooari.
I ConoordiaanExcelsior.
B. Rotterdam: LycurgusU. D. I.
R. S. en G. V.—U. S. C,
C. V. V.Hermes.
Reserve tweede klasse.
A. Haag: D. V. V. IISparta III.
Rotterdam: D. 'V. S. IIS. V. V. II,
Delft"Concordia IIXerxes If.
Leiden: Aj'ax (L.) IIHermes ïT.
Gemengd Nieuws.
Ongelukken.
De 34-jarige A. T„ die werkzaam was
op het dak' van de anker- en kettingfabriek
gm den Keileweg, te Rotterdam, viel op
straat en moest mtet ernstige inwendige
kneuzingen nrtar het ziekenhuis worden ver
voerd.
V
Het 4-jarig zoontje van B. de W. te
Wijk bij Duurstede, vorige week Rlaandag
door de Oosterstoomtram overreden, is ten
gevolge van de bekomen verwondingen gisi-
teren in het ziekenhuis overleden.
V
De 13-jarige Andrfes Goudemond is te
Joure door een melkwagen overreden en
gedood. 1
Verkiezings><umor.
Een Zuid-Afrikaanseh blad, vertelt het
volgende staaltje van verkiezingshumor
In Bloemfontein loop nou die dag 'nman
in die straat met 'n paar klein hondjes
in sijn arm, terwijl hij uitroep: „Wie wil
Botha-hondjies koop? Wie wil Bolha-hond-
jies koop?" Geen mens neem notisie van
die Botha-hondjies nie. Die volgende dag
skree hij1: „Wie wil Hertzog-hondjies koop
Daar Kami 'n mlan naar hem toe en m:
„RIaar is dit dan nie dieselfde liomljies,
•wnt. jij gister gehad het nie? En hockom
is hulle vandag Hertzog-hondjies?" „Kijk,
meneer, gister was hulleogies toe, en
vandag is dit oopl"
Gevaar van kaalhoofdigheid.
Dezer dagen werd te Londen een ran
geerder van 21 jaar door een locomotief
gegrepen en gedood. Bij de lijkschouwing
bleek, dat de jongeman geen enkel haar op
zijn hoofd had. Dit merkwaardig verschijn
sel weid noodlottig voor den armen man,
want de machinist, die de locomotief be
stuurd had, verklaarde bij het onderzoek,
dat hij het achterhoofd van den rangeerder
voor zijn gezicht had gehouden, zoodat hij
vermoedde dat deze de machine zag aan
komen en zoo noodig wel zou uitwijken^
De laatste sigaret.
In de „Vorwarls" leest men het volgende
verhaal'II
We waren op den opmaxsdh tegen Cze-
chanof. 's Avonds wierpen we de Russen
uit hun dorp, zetten ons daarin vast, na
men kwartier.- Toen vier kameraden en ik
een armzalige hut binnentraden om in den
kouden nacht ten minste een dak boven
het hoofd te hebben, hoorden wij uit het
donker een ,mat steunen. Snel maakten we
licht. Midden in het vertrek lag ©en ge
wonde Rus. Waarschijnlijk hadden zijn ka
meraden hem voor hun vlucht nog hier
binnengesleept. Het was een j&ge man,
nauwelijks twintig jaar oud, mét vlasblond 1
haar. en 'waterig'blauwe oogen. We zagen j
onmiddellijk, dat hij niet meer te redden
Was. Een schot in dèn buik en door de
borst Een vijand is een vijand, maax een
gewonde is een mensch. Een paar kamera
den gingen stroo halen. In het vertrek was
geen bed, niets. We legden den gewonde
voorzichtig op het dikke stroo, met een
ransel onder zijn hoofd. De arme kerel zag
ons, den een na den ander, met d ank bar. n
blik aan.
We gingen op de steenen kachel zitten
en keken naar den Rus. Niemand zei iels.
Ieder brak .zich echter het hoofd, wat hij
voor den armen drommel nog kon doen.
We boden hem brood aan. Hij schudde het
hooM. Rum uit de flesdh? Neen. Een
haalde er een stukje chocolade uit zijn
zak. Neen. Nu wilde ons niets meer in val
len. En de een na den aader haalde zijn
pijp te voorschijn cf\ etak die aan. De
oogen van den géwonde begonnen nu plot
seling te stralen. Ik nam mijn pijp uit den
mond en wilde hem die geven. Hij schudde
weer het hoofd, maakte echter met zijn
rechterhand een beweging in de richting
van zijn jaszak. Ik greep er in en haalde een
zak met tabak te voorschijn. Zijn oogien
knikten me verheugd toe. Ik opende den
rak. Daarin was ook sigarettenpapier. Hij
wenkte weer met de oogen. Zoo onhandig
het ging, ik kreeg er tocih een sigaret uit,
stak die hem in den mond.
Langzaam kwam de" sigaret in brand.
Bedachtzaam, plechtig bijna, rookte de ster
vende. Wij dampten evert plechtig met
hem mee. De sigaret Werd kleiner. De asch
viel den Rus op de borst Nog was de
sigaret niet halverwege opgerookt, toen
plotseling een trekking door zijn lichaam
ging. Zijn lippen persten zioh samen. De
sigaret bleef aan den mond hangen en
smeulde vender.
De strijd in de Argonne.
Aan het verhaal, dat Kellermann in het
„Berl. Tageblatt" over den jongsten aan
val der Dutischers in de Argonnen geeft,
ontleenen we hier het volgende, ter ken
schetsing van de verwoestingen, die een
maandenlange hardnekkige strijd hier
heeft aangericht:
Om vier uur in den vroegen ochtend
tijden wij weg in het pikdonker. Het is
bitter koud. De sterren blinken groot en
koud als in den winter. Wij hooren het
doffe slaan van kanonnen. Ook in den nacht
moet hier gewerkt worden. Met bevrediging
conslateeren wij, dat het vuren normaal
is. De vijand heeft niets gemerkt en hij
bereidt niet op een andere plaats iets voor.
Een stukgeschoten dorp. In het bosch
wordt de weg moerassig. Het heeft hier
in acht dage'n niet geregend, maar de stra
ten zijn doorweekt en als een slede glijdt
de automobiel door de modder. Overal zijn
kuilen en granaatgaten, zoodat wij slechts
langzaam vooruit komen.
We gaan door het bosch. De zwarte
boomen ruischen, de sterren glinsteren door
de toppen, het is mooi, ondanks den slech
ten weg. Menschen duiken op. Een hos
pitaal-colonne, gereed op "marsch te gaan.
Zjjn 'ze al op de been? De menschen in
de loopgraven daarginds zijn nog gezond
en monter, maar bier staan in den grij-
zén morgen reeds de lieden, die hen zullen
verbinden. We doen de lantaarns uit. Weer
een stukgeschoten dorp. We gaan te voet
verder. Langzaam wordt het dag. Nevelige
gedaanten glijden langs den weg. Veldkeu
kens, Roode Kruis-soldaten, reserven. We
gaan den berg op. De weg is begaanbaar
gemaakt, doordat men boomstam naast
boomstam rangschikt. Het hout dor stam
men is stuk gegaan door de vele wie
len en schoenen, die bergop ,en bergaf
gaan .Plotseling wordt het lichter in het
bosch. De kloof wordt wijder en voor ons
ligt een stukgeschoten kale bergtop. We
komen in de eerste zone. De eerste zone,
dat zijn de loopgraven, waarom dezen win
ter gevochten is. De hooge boomen zijn
vernield. Maar het onderhout loopt weer
uit. Deze zone ziet er uit als een wijn
berg, een hop-aanplanting. Loopgraven,
puinhoopen, granaatkuilen. Dan echter komt
de tweede zone,, 'de berg zelf. Hoe ziet
deze er uit? Men moet zich een opge-
zweepten oceaan voorstellen, met toornige,
dicht opeengedrongen golven- Een wilde
zee bij storm. RIaar deze zee is van klei
en plotseling in één seconde verstijfd. Ik.
.overdrijf niet. Zoo en niet anders ziet de
berg er uit. Golven, putten, afgronden. De
verstijfde zee golft tegen de hoogte. Danr-
tusschen staan stompen van doode boo
men. Zij werden door duizenden geweer
kogels doorboord, tot ze als een zeef waien
en een windstoot ze ter aarde wierp. Zoo
ziet het er hier uit. Het is het meest
troostelooze en verschrikkelijke, wat de
fantasie zich denken kan.- Loopgraven,
trechter aan trechter, vele" meters diep en
breed. Deze golven van leem zijn het re
sultaat van een strijd van vele maanden.
Het ruikt hier naar lijken en verschrikke
lijke dingen. Stukken van menschelijke
lichamen komen uit de kleikorst te voor
schijn. Stukken laken, ineengeslagen blik
ken menageketels liggen in de gaten. Om
eiken granaatkuil is hier gevochten. Lang
zaam, stap voor stap, moesten onze troe
pen hier tegen de hoogte op. Tot aan de
heupen stonden zij in het water. Er is
hier een weg, die den naam zelfmoorde-
naarsweg draagt. Een sappe, die slechts
ondiep opgeworpen was en die de vijan
delijke machinegeweren bestreken. De lui
wilden liever het leven wagen, dan altijd
door het water te waden. Duizenden heb
ben deze verstijfde kleigronden verslonden,
vriend en vijand. Nu zwijgen ze.
{Vroeger droeg deze woestenij namen. Hef
zijn de beroemde werken Centrale, Cime-
tière, Bagatelle, die in Juni en Juli geno
men zijn.
Rood en nevelachtig stijigt de zon boven
de doode kleizee. Granaten huilen door de
lucht Rlen hooit ze knallend treffen. Een
zwaar Buitsc.li Kanon schiet. Dof en ver
klinkt het schot, als stond het kanon op
een ander gedeelte van de gevechtslijn.
De granaat suist echter over ons heen en
een paar seconden later kraakt de berg.
Drie granaten schiet het kanon, dan zwijgt
het weer. RIaar andere kanonnen dreunen.
Een granaat zingt tweestemmig door de
lucht,een dwarsvtioger. Het is een
komiek gehoor. Eettige geweerkogels gonzen
over den berg. Een machinegeweer blaft
heesch. Plotseling komt een heele horde
vijandelijke granaten door de lucht gegild.
Dé een achter de ander. Een krankzinnige
haast. Het knalt, dat de aarde siddert.
De Franschman slingert werpmfjnen.
Het is het gewone morgenwerk.
We gaan verder. Rlijnen kraken als in
stortende huizen. Een soldaat is aan het
graven. Een mijn heeft aarde in de loop»-
graaf geworpen. Plotseling is de-loopgraaf
vol gegooid. Een paar mannen graven. Wat
is er aan de hand? Onze officieren zijn
zooeven bedolven. Riet huivering zag is
hek Riet huivering spreek ik er van. Maax
het is oorlog, dat mag men niet vergeten.
De mijn heeft de loopgraafvolkomen dicht
geworpen. Een armstomp zonder hand stak
uit de aarde. Den hoek omAchNaast
mij hurkt met opgetrokken knieën een
doode. Het hoofd hangt op de borst. Hij
ziet er niet uit als een doode. Van boven
tot onder bestoven met een grijze aarde,
hoofd, gezicht en kleeren grijs, zag hij er uit
als een beeld van een slaper met opge
trokken kmeén, dat men uitgegraven had.
Zij allen, twee officieren en teer of vijf
man, waren gevallen voor den storm. Bij
liet dagelrjksche ochtendgevecht.
Opgepast I Een mijn komt door db lucht
en slaat knallend achter ons in. Worj kun
nen niet verder-door de toegeworpen loop
graaf. En dertig meter ter zijde loeren de
Fransche gewieren.
Wij moeten terug. Nu komen de mijnen,
de een na do'ander. Nu eens moet men
rechts, 'dan links uitwijken. Eén valt voor
ons meer. Niet in de loopgraaf, maar or
vlak naast. Zij ontploft niet Op een der
gelijk moment is men volkomen rustig.
Het hart slaat niet sneller en js .reeds
lang over gevoelens als angst heen. Rlen
weet, dat men volkomen in de hand van
het noodlot is ep.. daarmede uit. Hoog in
de lucht, door. 'het' blauwt Van den hemel,
vliegt een weirpmijn. Ze schijnt: niet gróoler
dan een havik. Duidelijk 'zijn haar vleu
gels te herkennen,, die haar een rustigo
Vlucht geven. Snel'vliegt ze in oen prach
tige b'oog en Ziet er wondermooi uit We
Volgen haar met den blik. Plotseling schiet
fee als een havik naar benoden en,wordt
toet elke ..seconde grooter, leel ijker en ge
vaarlijker. De duivel heeft deze mijnen
uitgevonden.
Oorl'ogsvuria.
Pet heeft in Engeland hier en daar ver
wondering gebaard, dat minister RfoKenna
geen nieuwe rechten op spiritualiën en
bier heeft voorgesteld. De „Daily Tele
graph" verneemt nu, dat het kabinet,zicth
later omstandig >al bezighouden. - met het
heele drankraagstuk.
Veldmaarschalk von Moeken sen heeft aan
ncn ouden kameraad en vroegere n onder
geschikte gje^dhreven: „Soldaten geluk, is
Gods genade, mijn eigen verdiensté ge
ring. Véldmaarsdhalk op het" slagveld gewor
den te zijn en nog eert. .moeder te hebben,
die deztea tijd mede Beleeft,' lijkt mjj een
bijzondere wijding van dat gelpjkj." j
De móeder van den*" veldmaarschalk
woont te Gieglenfelde, bij. Haïniraerstein^
in West-Pruisen, Zij is bijna' 90 jaar en be
heert hare uitgestrekte landgoederen nog
zelve. *un