Zaterdag 13 November 1915.
No. 14987
Tweede* Blad
Uit de Tweede Kamer.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zpn- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25, franco
per poet fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam enV 1a r d in gen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
AdvertentiSn voor hel eerstvolgend nummer moeten des middags vóór oen
uur aan het Bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Prijs der Adverteatiën: Van 16 regels fL 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeeiige voorwaarden, Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen, j j
In de nummers die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intercommunale Telefoon No. 103.
Zoo is de Tweede Kamer ian weer
bijeengekomen om haar openbare werk-
zaamheden te hervatten', en de zitting zal
thans onafgebroken tot hat Kerstreces wtw
den voortgezet. Veel animo was er rog
niet; hij de eerste de beste stemming ont
braken er niet minder dan 35 leden op
het appèl, wat misschien daaraan lag, dal
men met zoogenaamd kleingoed begon.
De Kamer is nu weer voltallig door de
intrede van de heeren Koster, die voor As
sen den heer v. Deventer opvolgt, en van
den heer v. d. Tempel, die de plaats van
den heer Vliegen kwam bezetten. De eer
ste heeft den heer Kleerekoper Benjamin-
af gemaakt, want hij is nog drie jaar
jonger dan deze, en pas 31 jaar, en daar hij
door zijn bijzonder jeugdig voorkomen ge
rust voor 25 jaar kan doorgaan, zou hij
onder de vele eerbiedwaardige kale hoof
den het opfrissdiend element zijn, a!s
hij niet zelf reeds met een manesohijnljc
versierd was. De Vrijzin tri g-democratischc
partij verwacht blijkbaar veel van hem,
waar hij, met voorbijgang van zooveel
oudere léden der partij, een vast district
als Assen werd waardig gekeurd, en'dan
nog wel om mannen als Treub en v. De
venter op te volgen. Sommige Maden heb
ben iunmerking gemaakt op zijn nietig
uiterlijk; de nieuwe afgevaardigde voor As
sen trooste zich met de gedachte, dat van
den grooten Napoleon hetzelfde verwijt bij
het begin van zijn carrière werd gemaakt.
De heer v. d. Tempel, die in de socialis
tische vakbeweging een voorname plaats
bekleedt, mag zich bitter beklagen over het
portret, dat „De Notenkraker" van hem
gaf, en waarop hij er zeker uitzag als
iemand, die de vijf kruisjes achter den rug
heeft, want hij is, naar wij vernemen, nog
pas 38 jaar oud, en die zou men hem
amper geven. Hij zit feitelijk op de plaats
van den heer Oudegcest; het mag toch als
bekend worden verondersteld, dat deze ze
ker de candidaat van de S. D. A. P. zou
zijn geweest, als men het met hem in Am
sterdam IX had durven wagen, maar rn.
het échec, dat deze in 1913 in Amsterdam
III, de vaste roode burcht der S, D,.
A. P., tegenover den heer Otto heeft ge
leden, was men daar om begrijpelijke re
denen huiverig voor. Die anti-Oudegeest-
stemming om zijn aandeel in de spoor
wegstaking van 1903 is wel een van de
dwaaste dingen in de politiek, >Tant dan
moest men van alle mannen van de S. D.
A. P. denzelfdcn afkeer hebben, en de
zaak wordt nog gekker, als men weet dal
de heer Oudegeest de spoorwegstaking ze
ker zou hebben verhinderd als hü daar
toe de macht had gehad; hij kon toch
beter dan iemand weten, dal die niet anders
dan op mislukking kon uitloopen. Maar de
wereld wil nu eenmaal haar zondebok heb
ben.
De wijziging van de overeenkomst be
treffende den Stoomvaartdienst tusschen
Nederland, Brazilië en Argentinië, hierin
bestaande dat de transitokosten van de
post »an dezen Lloyd ten goede '-"illen ko
men, wat neerkomt op een subsidie-
verhooging van een halve ton, lokte nogal
bedenkingen uit, die Minister Lely had 'te
beantwoorden bij ontstentenis van zijn col
lega Posthuma, die door verkoudheid tol
huisarrest was veroordeeld.
De heer Beumer bestreed het argument,
dat de subsidie noodig was, omdat bij
zoo onfedachte toeneming van hel post
vervoer de maatschappij er anders op uit
zal zijn die havens te vermijden, waar zij
kans heeft post te verkrijgen, en zijn ar-
gument was zeker niet onjuist, dat naar
mate de havens een meer uitgebreid post
vervoer bieden het handelsverkeer daar
te grooter is, en het groote goederenver
voer aldaar tot het aandoen van die ha
vens zal nopen, ook al verkrijgt de maat
schappij daar post waarvoor ze geen ver
goeding ontvangt» Verder vond liij het en-
noodig de subsidie te verhoogea van een
maatschappij, welker 'aandeden op 172 pCt.
staan, terwijl die in handen zijn van de
diverse groote stoomvaartmaatschappijen.
De heer Jannink had vrijwel dezelfde be
zwaren, en wees er tevens op, dat, waar
art 11 van het contract met de maatschap
pij verschil o^r de vraag of zij billijk
behandeld wordt aan een scheidsgerecht
geeft, de beslissing in deze daaraan Jiad
moeten zijn opgedragen. De Minister ver
dedigde den post uit een "billijkheidsoog-
punti Bij het sluiten der overeenkomst had
niemand er aan gedacht, dat dit transito
vervoer zooveèr baten zou opleveren,' an
ders had men die stellig aan de maat
schappij gegund; daarenboven was een
groot deel van het brievenvervoer dat tus
schen. vreemde staten onderling. Ook in
de contracten met andere maatschappijen
wenheen vaste somv-vpor" het brievenver
voer toegekend, en beslissing door het
scheidsgerecht was niet noodig, waar de
Regeering het met de desbetreffende klacht
van de maatschappij geheel eens was. De
Kamer nam den post aan met 33 tegen
32 stemmen. Onder de tegenstanders waion
cr niet minder dan 20 van Rechts, wal wel
ecniga verwondering raag wekken; men
is aan dien kant anders niet zoo afkceng
van bescherming. Bij de voorstemmers zal
zeker ook gewogen hebben, dat deze maat
schappij, met staatssubsidie in het Teven
geroepen, en aan welker succes groote twij
fel bestond, haar zaken zoo uitnemend
heeft behandeld, dat ze thans onder de
vele stoomvaartmaatschappijen een eere
plaats inneemt.
Een wetsvoorstel-Eland, om de promo
tie van de officieren, die .door de mobilisa
tie vertraagd scheen, wat te versnellen,
werd door den voorsteller ingetrokken, na
dat de Minister van Oorlog er het overbo
dige van had aangetoond.
Daarna kwam de zoutquaestie aan de
orde. 1
Reeds vroeger was een ontwerp ingediend
naar aanleiding dat door eenige handelaars
vrijdom van accijns werd gevraagd voor
induslriecle doeleinden. Daarbij was de
vraag ter sprake gekomen, of het wel bil
lijk is, dat buitenlandsch geraffineerd zout,
dat voor industrieele doeleinden wordt ge
bruikt, niet met vrijdom van invoerrechten
kan worden ingeslagen, gelijk wel is toege
laten ten opzichte van den accijns. Toen
heeft de Regeering eerst voorgesteld het
invoerrecht op zout voor s/t vrij te stellen,
dan had de zoutzieder hier te lande f 1
boven den importeur vóór op de honderd
kilogram. En groot is de zaak niet, want
het zout voor industrieele doeleinden is
maar lVs millioen kilo tegen een totaal
verbruik van 62 millioen. En toch schreeuw
den de zoutziedersvrienden, alsof deze in
dustrie ten doode gedoemd zou zijn door
afschaffing van het invoerrecht; dat deden
in bonte rij de katholieke lieer Arts, de
sociaal-democratische heer J. ter Laan en
de Christelijk-Historische heer Gerritson,
waarover ze behoorlijk door den heerMar-
chant onder handenwerden genomen, en
de Minister bracht deze hoog opgeblazen
zaak tot haar ware proporties terug door
er op te wijzen, dat het ging om een heel
bedrag van f 1250 per jaar, waartegen
over het voordeel staat, dat de fabrieken,
die zout noodig hebben, niet langer met
handen en voeten zullen gebonden zijn aan
de Zoutconventie, terwijl niet één zoutzie
derij in ons land eenigszins zal worden be
nadeeld. Dit alles belette den heer Gerrit
son niet om een amendement in te die
nen om den vrijdom van invoer slechts voor
3/1 te verleunen, en dat werd met 33 tegen
32 stemmen aangenomen. Het scheen een
speciaal Rotterdamsch belang te zijn, want
alle Rotterdamsche afgevaardigden, hoe
ook verschillend van politieke kleur, gaven
er hunne stem aan, ook de heeren Spiek
man en J._ ter Laan, en deze veroorzaak
ten de aanneming varn, het amendement,
want ze sleepten in hun zog een gedeelte
van de S. D. A. P., die bij deze gelegen
heid hopeloos verdeeld was, mede.
En toen kwam de Djambiconcesgie, die
nu eigenlijk reeds, hoe ze ook afloopt, een
jammerhistorie is, en zeker geen loffelijk ge
tuigenis voor de manier van zaken doen
aan het Departement van Koloniën. Hoe
lang is het nu al geleden,, het is meer
nan 10 jaar, dat Djambi door hét Neder-
landsch gezag is gepacificeerd, en nog weer-
galmt de Kamer van de boetpredicaties
van den heer Van Kol, dat zulks niets
anders was dan „imperialisme", een tege
moet komen aan de hebzucht van de vele
concessionarissen, die op den loer lagen
om de schatten, die deze landstreek in
haar verzwangerden schoot bergt, de petro
leum inde eerste plaats, in te palmen.
Welnu, de heer Van Kol zal thans wel de
eerste moeten zijn om toe te geven, dat
zijn argwaan ongerecht was, want als er
nu iemand is die zich mag beklagen over
slechte behandeling, dan zijn het zeker zij,
die daar naar de concessie voor de petro-
leumexploitatie hebben gedongen. Er is een
inschrijving gehouden en de Koninklijke
Petroleummaatschappij zou de gegadigde
worden voor Djambi I en de Zuid-Perlak
voor Djambi II; en dat had al lang zijn
beslag gehad, als èn de Waal -Malefijt èn
Pleijte niet zoo met de zaak geslabakt had
den. Het talmen van den laatste heeft ge
maakt', dat de Zuid-Perlak uitviel, doordat
de directeur, de heer E. Deen, meende te
moeten uittreden, na het oordeel, dat de
„eereraad" over zijne financieele manipu
laties had geveld.
Toen werd het heele- voorstel van den
Minister lot oen half voorstel gereduceerd,
waardoor men eigenlijk had mogen Eer
wachten, dat hij met een garischoiieuxv*
voorstel zou zijn gekomen. Hij heeft dit
niet alleen niet gedaan, maar zeifs op
de vraag wat er met Djambi II zal gedaan
worden als Djamlbi I aan de Koninklijke
mocht worden gegund, of dat b.v. dan door
den Staat in exploitatie zal worden ge
nomen, het verbijsterend antwoord geven,
dat bij voor de beantwoording van die
vraag wilde afwachten wat de Kamer voor
Djambi I zlal beslissen. Zoo kreeg de Kamer
de leiding, die de Minister in handen had
moeten houden, en ze maakte daar te eer
der gebruik van, omdat de algemeeneopinie
is, dat wordt Danibji I aan de Koninklijke
gegund, het logische gevolg daarvan niet
anders kan zijn, dan dat op den langen duur
■geheel Djambi aan die maatschappij zal
moeien gegeven worden. Het is dan ook
geen wonder, dat, vaar de groote baten,
die van de petroleum-exp!oifalie venvacht
worden, zoo'n uiterst welkome vulling van
de Indische schatkist zonden zijn, de drang
naar Staatsexploitatie zich zeer duidelijk
vertoonde. Waarbij dan nog komt, dat hot
contract wat de Regeering met de Konink
lijke wenscht aan to gaan er absoluut niet
een is van stavast; die maatschappij zal
aan de Indische schatkist geven de helft
van de door haar te maken winst. Maar in
die bepaling ligt, zooals een knap udvo
caat dezer dagen zeide, reeds voor ette
lijke tonnen aan processen; wie toch zal
uitmaken wat zuivere winst is, d.w.z. hoe
veel de maatschappij mag in rekening bren-
gen voor de kosten, die zij gemaakt heeft
oni tot die winst te komen?
Staatsexploitatie, wie zou daar niet voor
wezen, als dit beteekende zekerheid van
groote winsten voor den Staat? Maar zoo
staat de zaak niet, en de heer Albarda,
die het debat opende, maakte hot zich
vel wat al te gemakkelijk, toen hij dat
maar voetstoots aannam, en het klinkt
zeker heel aardig om '"uit te roepen: De
olie, waaraan Indië zoo rijk is, tnag niet
gesteld worden tep beschikking van hef
kapitaal, maar moet worden geëxploiteerd
ten bate van Indië en de daar gewonnen
en geboren bevolking, jegens wie wij jaren
lange uitbuiting en plundering hebben goed
te maken. Trouwens, de redevoering van
den hoogst bekwamen afgevaardigde voor
Enschedé stond dezen keer niet op het
niveau dat wij van hem gewend zijn, wat
denkelijk^ te wijten is aan hel feit, dat hij
van deze Indische materie niet zoo ge
heel op de hoogte is. De door hem on zijn
partijgenoot Mendels ingediende motie, om
de wcnschdijkheid van de staatsexploitatie
van de petroloumterreinen in Djambi uil
te spreken hield dan ook met verschil
lende zaken geen rexeninglo. dat het niet
zeker is, dat Djambi rijk aan olie is
al hebben dan ook de geologische onder
zoekingen dit tol een hooge mate van
waarschijnlijkheid gemaakt. De ervaring
toch loert, dat exploraties, die het beste
deden verwachten vaak op bittere teleur
stelling uitliepen, terwijl andere, (lie wei
nig hoop gaven, uitgeloopen zijn op hot
blootleggen van rijke petroleumbronuen;
2o, dat de Staat bij eigen exploitatie moet
beginnen met millioencn kosten Ie inaken
voor petroleumtauks over heel de wmelii.
en alles wat daarmee annex is, zoodat,
als er geen groote winsten woolen ge
maakt, die „uitgebuite en geplunderde in-
landsche bevolking" een reuzenstrop krijgt;
3o. dat, zelfs al zou daar de petroleum
bijzonder rijk vloeien, de groote moeilijk
heid is de verkoop van den gewonnen
voorraad. Do bestaande maatschappijen
toch zullen het den nieuwen concurrent
zeker niet gemakkelijk maken; wie b.v.
op do hoogte is van wat de „Standaid Oil"
gedaan heeft indertijd om do opkomende
Koninklijke het leven onmogelijk te maken
weet wat wij .bedoelen, en de Koninklijke is
dat zegevierend te hoven gekomen, omdat
zij toen reeds een zeer "krachtig lichaam
was, terwijl de Staatsexploitatie om zoo
te zeggen niet anders zal kunnen begin
nen dart met een klein winkeltje naast* de
twee reusachtige warenhuizen, die Stan
dard Oil en Koninklijke heeten, Men ziet
-daaruit, dat do zaak van het Staatsexploi
tatie dus niet mot theoretische formules
kan worden verdedigd, maar dat men
daarbij wel terdege rekening zal moeten
houden met de practijk van de zaak. En
wij konden ons dan ook begrijpen, dat de
heer Boissevain zich op het standpunt
stelde, dat, al vond ook hij het contract
niet mooi, men het maar moést aanvaar
den, de zekerheid van het halve ei ver
kiezende boven die van de lege dop, die
staatsexploitatie ook wel eens ^ou kunnen
zijn» 11»
De heer de Meester, wiens rodevoering
zeker het glanspunt was van de discussie,
voelde, als kenner van Indische toestan
den en de ambtenaarswereld aldaar nog
meer dan anderen de schaduwzijde van de
Staats-explotaitie van petroleum in Indië.
Maar met het contract kon hij onmogelijk
meegaan, al deed het hem dan ook leed,
dat door verwerping daarvan de ontginning
van de petroleumvelden in Djambi, Avaar-
mede toch al veel te lang getalmd is, nog
meer zou vertraagd Avorden. De Minister
kreeg dan ook, zij het dan ook zeer fijntjes
en zachtjes te hoeren, maar op een Avijze
die aan duidelijkheid niets te Avenschen
OA'erliet, dat hij in dit opzicht zeer in
gebreke AVas. De ojiA-oldoendheid Aran de
bepaling van het AAtinstaandeel A-an den
Staat Averd in al hare naaktheid bloot
gelegd, en met het contract zelf een loopje
genomen, o.a. met de bepaling \-an art
3 alinea 2.
„De maatschappij A-erbindtzich
mede om de opsporing en de ont
ginning op zoodanige Avijze te
doen plaats hebben, dat daar blij
niet meer aan producten AJerlo-
ren gaat dan rede 1 ijkerwij s bij
een technisch goed gevoerd be
drijf als onvermijdelijk moet
worden beschouwd."
Stel je yoor, zei den afgevaardigdeA-oer
den Helder onder groot gelach, dat
de Bataafsche (Avij spreken voortdurend A-an
Koninklijke, omdat de Bataafsche
een onderdeel van de Koninklijke is)" dit
niet zou doen, zij zou dan haar eigenbelang
al zeer slechL hegrijpen.
Wilde de spreker dus \ran het contract
niet AA-eten, ook' de Staats-exploitatie had
voor hen te groote bezAvarcn, en daarom,
wilde hij Djambi I geven ter exploitatie!
aan een maatschappij, Avaarin de Slaat de
grootste aandeelhouder zou zijn, en dus het
meest te zeggen zou bobben. En hij be
lichaamde dat in de \-olgende motie:
„De Kamer van oordeel, dat het
wenscheiijk is de opsporing en
ontginning van aardolie en daar
mee voorkomende gasA-ormige
zelfstandigheden te doen plaats
hebben door naamlooze vennoot
schappen, op wiergestiede Staat,
ook dotor deelneming in het maat
schappelijk kapitaal, overwe
genden invloed heeft, gaat OArer
tot de orde van den dag." 1
Deze motie achten wij zeer gelukkig,
vooral als dan de bedoeling is de exploi
tatie aan de Bataafsche op dien voet te
geven; dan kan er over wat Avinst is geen
verschil meer bestaan, dan komt men feite
lijk tot een verbeterd coptract, Avaarbijden
Staat zonder meèr risico dan het halve
bedrijfskapitaal te fourneeren de helft van
de te maken winst absoluut is verzekerd.
Het leek ons toe, d^t aanneming van die
motie niet geheel zonder kans is.
De heer Mendels sprak een hartig maar
zeer verdiend Avoord aan het adres van dat
slag van lieden, dat sinds jaren Indië on
veilig maakt met ZAvendelondernemingen,
Avaardoor zij juist op mijngebiod millioe-
nen uit de zakken van het Nedcrlandsche
publiek wisten te draineeren. Hij herin
nerde er aan, hoe, toen de nieuwe Mijn'-
Avet in Averking trad, die nog maar den
grendel van Djambi schoof, er 2 20 01 con
cessionarissen kwamen opzetten, aavlI mo
reel gesproken over het algemeen een min
derwaardig complex Avas, dat dan ook zeer
terecht door Gouverneur-Generaal Van
Heutz naar huis Avas gezonden. Hij be
treurde het dat men dezen lieden door
den tragen gang \-an zaken hun werk ge
makkelijk had gemaakt. Men kan natuurlijk
dezen Minister niet verwijten, dat eerst
in .Augustus 1912 de oproep tot inschrij
ving op de petroleumconcessie geschiedde,
maar wel, dat dit ontAverp eerst op 31
Maart 1915 is ingediend. Hij maakte den
heer Pleyto verder tot grief, dat hij do
Staatsexploitatie zoo ZAvarl mogelijk afschil
dert, terwijl hij geen onderzoek heeft laten
instellen naar de technische en economi
sche mogelijkheid van staatsexploitatie der
pctroleumbronnen in Djambi, terwijl men
ook niet uit de stukken kon lezen spre
ker toonde dit OA-crtuigend aan wat do
Minister over staatsexploitatie denkt. Het
is inderdaad aldus; 'sMinisters houding is
één voortdurende weifeling.
Voor het argument van den afgeAnardigde
uit Schoterland, dat de maatschappijen door
hun. hoog bod, wat het afstaan van een deel
der winst betreft, bewijs leveren, dat ze
zeiven. de hoogste verwachting hébben, om
trent de opbrengst Amn de petroleumbronnen
in Djambi, voelen wij1" niet veel. 't Is toch
een publiek geheim dat de Koninklijke in
de eerste plaats op de concessie is ge
steld om de zekerheid te hebben, dal de
Standard Oil er buiten blijft, en evenmin
zien Avij \-eel heil in het argument, niet
alleen door den beer Mendels maar ook
door den heer de Meester naar voren ge
bracht, dat men de Koninklijke niet mach
tig moet maken; Zij is nu eenmaal een
buitengewoon machtig lichaam en blijft
dat ook, al geeft men haar de fonce&sie
niet
Terecht gispte de heer Mendels het feit,
dat de hoogste autoriteit in. Indië. die dè
A-erschillende concessies ,verLeent, bij terug
komst ia het vaderland zoo vaak optreedt
als commissaris van de maatschappijen
aan welke de concessie verleend is; en
dat in dit verband de naam van den over
leden. generaal Van der Wijck door hem
genoemd Averd, was te verwachten. Hierbij
had echter o. i. het feit niet onvermeld
mogen blgVen, dat er ook geweest zijn,
die nimmer van zoo'n commissariaat heb
ben willen weten, o. a. de oud-gouA-emeur-
ganeraal Rooseboom. Men kan er lang of
kort over praten, dat deugt reeds hierom
niet, omdat het zoo/moeilijk valt aan de
algeheele objectiviteit bij het verleenen Aran
concessies te gelooven, als dat door een
gouverneur-generaal geschiedt, die nader
hand als commissaris van de maatschappij,
die ze verkreeg, optreedt. Men vergete mei,
dat zoo'n commissariaat vaak groote
Avaarde heeft; dat van de Koninklijke ze
ker A'an..eea paar millioen.
De conclusie van den heer Mendels was
natuurlijk, dat het contract met de Ba
taafsche onaannemelijk was en dat men
tof S taats-exploitatie moest komen. Tegen-
over^de sfeer A-an comiptie", die volgens
den spreker van de „Koninklijke" uitging,
Avaardoor ze zelfs de Regeering in haan
macht had, stelde de heer A-an Biijlandt
dat. Nederland trotsch op een dergelijke
maatschappij mocht wezen, dat zo in Hol-
landsche handen AVas, en daar is Avel iets
van aantoen de aandeden op 35* percent
stonden, dacht niemand er aan de.men-
schen, die in deze maatschappijen hun geld
Avaagden te bewonderen, maar nu de zaak
door de energie Avaarm.ee ze is opgezet
prospereert zijn de benijders legio. De heer
\-an SBiijlandt vond liet te laat om op Djambi I
het systeem-do Meester toe te passen; da,t
moge dan geschieden op de andere velden,
maar daarvoor is het nu te laat; en bij
zal dus liet contract aam-aarden. En de
heer Bogaardt plaatste zich vrjjwel op het
zelfde standpunt, avel A-oelde hij zeer veel
vqor de motie van den heer de 'Moester,
maar men moest niet A-ergeten dat ver-
"werping van 's Minister's voorstel de zaak
Avecr op de lange baan zou schuiven.
De heer Bos brak een krachtig gevoelde
lans voor de Staatsexploitatie, en weesop
den Pandhuisdienst en op de opium-regie,
die heide een succes zijn geAveest. Hij
schaarde zich in zooverre ook geheel aan
ae zijde van den heer Mendels, dat hij
de macht van de f .Koninklijke" veel to
groot vond. Hij sp:r,k er over hoe deze,
als trouAvens elke maatschappij, geen mid
del zal ontzien om haar monopolie te hand-
ha\-en en stelde de vraag: Is het nu goed,
dal Nederland deze exclusioA-e macht van
één maatschappij handhaaft? Daarenboven
achtte hij het ook in het belang van do
veiligheid A'an onze koloniën dat daar maat
schappijen A-an allerlei nationaliteiten naast
elkaar komen te staan.
En cc heer Fock, die oe rij der "sprekers
besloot bij deze algemeene beschouAvingen,
verdedigde nog nader de motie-de Meester,
het contract absoluut onaannemelijk noe
mende, en het betreurcundc, dat men uit
de stukken er niet achter kon komen of
Z.E. vóór- dan avcI tegen staatsexploita
tie gekant was. De lieer Pleyto was bij
deze algemeene beschouAvingen niet direct
voor zijn pleizier uit.
De Minister heeft pas een zeer klein
deel zijner rede gehouden, dus daarover
de A-olgendo Avcck. Maandag voortzetting;
de Kamer heeft zooveel te doen, dat ze
er nu reeds de Maandagen bijneemt.
BINNENLAND.
-*■-■-- aa
Vrijzinnig econccntratie.
In de laatste A-ergadering van het centraal
comité der vrijzinnigen, op Dinsdag 9 dezer
in Den Haag gehouden, Avas men, naar
„Do Vaderlander" en „De Vrijz.-Democr."
melden, eenstemmig A-an oordeel, dat bij de
a. s. Prov. Statenverkiezingen krachtige
samenwerking van de drie vrijzinnige
partijen beslist noodzakelijk is.
Het centraal comité is als volgt samen
gesteld:
Dagelijks bestuur: mri M. Tydernan Jr.,
m.