Schiedamsche Courant.
Uit de Tweede Kamer.
tweede blad
Ingezonden.
(Zaterdag 31 Mei 1919, No. 16069).
Eb Kamer heeft in de aigeioopcn week,
vanwege den Hemelvaartsdag, maar twee
dagen vergaderd, en is tegen de verwach
ting van den voorzitter met met da sala-
rieeringsontwerpen gereed gekomen. De
voorzitter had booze plannen omtrent dan
Dinsdagavond, maar, vreezende, dat hij niet
genoeg leden bij elkaar zou krijgen, om te
kunnen laten stemmen, moest hij wel daar
van afzien.
Er was een zee van amendementen, zoo-
dat het haast ais persiflage klonk, toen de
voorzitter dood-lakoniek zeidc: „Ik breng
het 23ste amendement van den heer Otlo
op artikel zooveel in stemming," En den
Minister kan men bet waarlijk niet euvel
duiden, dat hij als een rots bleef staan te
midden van deze amendementenzee, want
anders ware hij verloren gewest. Hij heeft
tusschen Vrijdag 23 Mei en Dinsdag 1.1.
ernstig overdacht, óf en waarin hij de
Kamer kon tegemoetkomen, dit haar bij
Nota van Wijziging medegedeeld, en die
Nol a was zijn: tot hiertoe en niet verder.
Br} die wijziging wordt de belooning voor
het bezit van bij-akten in bepaalde gevallen
van' 150 op £100 gebracht, en een beioo-
ning in uitzicht gesteld voor het bezit van
middelbare acten van onderwijzers in de
M. U. L. 0.-klasse.
Daar is over die bij-acben heel wat te
doen geweest, en er is zelfs door den heer
Gerhard, die, zooals men weel;, een uit-
nemend paedagoog is, de wijsgeerige vraag
opgeworpen, of het bezit van bij-acton de
waarde als onderwijzer van den bezitter ver
hoogt. Err hij voor zich had liever, dat
oen onderwijzer in plaats van op do acten-
jacht te gaan, door eigen studie zou trach
ten een algemeen ontwikkeld mensch te
worden, en wij zouden ons gaarne bij die
uitspraak neerleggen, als alle onderwijzers
Gerhard's waren, maar zoo is het nu een
maal niet; ook hier geldt het oude: Grau,
Lieber Freund, ist alle Theorie, und griin
des Lebens goldner Baum. Want, al is de
actenjager te veroordeelen, dio snakt dat
de school uit is, om er zijn Fransch of
Engelsch of Duitsch of wiskunde, of wat
het ook zij, in te pompen, daar staat toch
tegenover, dat degeen, die na do hulpacto
nooit moor een andere acte -haalt, dit in
don regel zal nalaten uit gemis aan ijver
en belangstelling, rpaar niet om, wat trou
wens van een jongen of meisje van 18 jaar
niet mag verwacht worden, zichzelven op
andere wijze die b ree de ontwikkeling te
verschaffen, die voor den onderwijzer juist
zoo wenschclijk is.
Want, geeft men zich' wel eens reken
schap van ide waarde van die hulpactie
zonder meer, vooral als de bezitster of be
zitter van de dorpsschool", na wat privaatles
van den Hoofdonderwijzer, op de normaal
school kwam, aan eene normaalschool B,
waar dus geen syllabe vreemde taal wordt
onderwezen? Zoo'n onderwijzer kan eigen
lijk sledh'te met de grootste moeite een mo
dern Nederlandscih,' boek lezen, wat in den'
regel krioelt van vreemde woorden, en
zelfs de Camera Obscura, -die lij op1 zijn
examen gehad heeft, Was voor hem een
heele toer om etr door te komen.
Zijn onderwijzer in hielt Nederiandsüh, las
'b.v. miet de klasse „De Familie Kegge"
en daarvan het hoofdstuk, waarin ai de
pracht van de kamer beschreven Wordt,
waarin iHildebrand hij1 den rijk geworden
.West-Indiër zijn intrek neemt. Daarin wordt
gesproken van eene chaise longue", en de
Wasse tieekent vlijtig op, dat .dit woord
„luie stoel" beteekent In die kamer hangt
een geschilderd portoet van den heer Keg
ge, die zich heeft laten uitbeelden, gehuld
in een almaviva, en al Weer Wordt het aan-
teekensöhrift geopend, om; vast te houden
dat met diit vreemde woord een Wijde
mantel bedoeld Wordt Maar de onderwijzer
Mijft zijn -hart vasthouden, dat één van
zijne leerlingen, mocht hij pp1 bet examen
die passage uit de Camera Obstetura krijgen,
RiMebrand zal doen neerzitten in een al
maviva, en eene chaise "longue ^oor 16011
#breeden pinabel zal uitmaken.
Keen ,Wij Honden het ia deze met den
heer van der Molen, die de aanmoediging
om de 'afcte te halen .wel juist vond!, en die
er tevens op weeisi, dat men zich' van die
ataten-jagerrj "tochi een niet al' te zwart
beeld moest schfepipjen, omdat hij als' wet
houder van Rotterdam bij ondervinding
wist, dat er maar zelden ruimte van sol
licitanten met veel noten is'.
Natuurlijk wondt de taak Keel anders,
zoodra de nieuwe Onderwijswet ons zoo
goed als enkel onderwijzers zal geven, die
aan kweekscholen 'zijn opgeleid, maar in
den bestaanden toestand kan men 'de pre
mie voor de bijactcn niet missen'.
Er was echter nog een andere kwestie,
biet wetsontwerp' geeft den gebruiker van de
bij-acste, dat is fins de onan die zijne be-
joegdheid' ten nutte van de school ge
bruikt, do-ai' ondterwifs in dat vak te geven;
Kooger premie dan de enkele bezitter daar
aan, daar tegenover stonld' een amende
ment, om enkel het bezit als grondslag
7an de belooning te nemen, maar dit kon
feods daarom niet, oimdat de h'oofdacite
bevoegdheid! geeft voor enkele bijvakken, als
teekenen b.v., en zoo zou de bezitter van
<Ke ante dubbel worden gehonoreerd.
Maar dan zijn wij er nog niet met de
.moeilijkheden. In het stelsel van den Mi
nister zal het hoofd der school aanwijzen
wie in een bepaald .vak les zal geven,
-^oodat als aan die school meerdere on
derwijzers zijn met dezelfde bijacle, zeg
Fransch b.v., één van de twee of 'drie
wel eens de uitverkorene zal kunnen we
zen, en het hoofd daarbij wel eens al
te veel persoonlijke sympathie of antipathie
zou kunnen laten gelden, of (laarvan ver
dacht wonden. Waar met name in de groote
plaatsen de^ afdeeling van den Bond van
Nederlandsche Onderwijzers, getrouw in de
voetetappen van den heer (Ossendorp tre
dende, het zoover heeft weten te brengen,
dat hare leden eerlijkheid en goede trouw
geen deugden vinden, die bij een hoofd
der school aanwezig kunnen zijn, zal dit
nog al pens tot conflict kunnen leiden.
Eindelijk was er de quaestie van het
M.IJ.L.O. en het U.L.O.., dat de heer Van
der Molen geheel over ééne kam wilde
Scheren, terwijl de heer Otto den band
tusschen deze beiden geheel wilde los ma
ken en het M.U.L.O. als een deel van hei
Middelbaar Onderwijs beschouwen. Het laat
ste standpunt komt ons het juiste voor,
maar de Minister meende, en dat zeker
niet ten onrechte, dat deze principieeDe
quaestie niet moest worden opgelost bij
de salarieeringsquaestie, maar bij de prin-
cipieele herziening van d.e wet op bet
L. O.
De Minister heeft ten slotte volledigen
'triomf gevierd, bijna alle amendementen
zijn ingetrokken of met groote meerderheid
verworpen, waarbij het allerminst altijd
Links ie gen Rechts ging. Wat ons echter
bijzonder spijt, js dat ook het amende-
ment-Otto, om yoor de acte 3, d. i. de
acte gymnastiek, een toeslag te geven aan
den bezitter daarvan, verworpen is, vooral,
omdat het zoo weinig gescheeld heeft, het
was 47 tegen 39 stommen. Van Rechts
stemden alleen vóór de heeren Jute, Heems
kerk; anders was het Links vóór, Rechts
tegen.
Ach, dat men aan de Rechterzijde nog
zoo weinig voelt voor de lichamelijke op
voeding van ons volk, en daar nog altijd
de gymnastiek minderwaardig acht. Zie
daar nu weer een gevolg van den on-
zaligen schoolstrijd. Die heeft gemaakt, dat
men in de wet neer moest schrijven, dat
liet bijzonder onderwijs, als het met wilde,
niet verplicht kon worden zijne leerlingen
onderwijs te geven in de gymnastiek, om
dat de gymnastieklokalen zoo duur zijn. On
bekend maakt onbemind, en bij de stem
ming over het amendement-O tto heeft mm
daarvan weer eens de wrange vruchten
gep'iukt. Wanneer zal men toch'eens gaan
inzien, dat de harmonische ontwikkeling
van de lichaamskracht, die door goed gym-
nasüekondei wijs wordt verkregen, en die
tevens van zoo goeden invloed is op dc
geestesgesteldheid, allicht zooveel waard is
als het: Dirk J, Dirk If, Aemout?
Wij hehlïcn ook een klein voorproefje
gelhad van den strijd over het hoofdschap,
die ons bij de aanstaande herziening van
de wet op het L'. O. wacht. Do heer O tto,
jarenlang voorzitter van de Vereeniging
van Hoofden van Scholen geweest zijnde,
en te Amsterdam indertijd bekend als een
specimen van dat soort van hoofden, waar
tegen do Bond juist zoo groot bezwaar
heeft wij laten de waarde van die be
zwaren thans in het midden vond het
verschil .tusschen de salarieerihg van hoof
den en kl asse- onder wijze rs te gering, daar
het nooit meer dan f600 zal bedragen. En
hij Iwdes |er op, dat xnen in Amsterdam thans
reeds, nu het vorsohlil daar nog f900 is,
moeite heeft om goede hoofden te krijgen.
En dus diende hij een tweetal amjemdemen-
ten in, welker aanneming grooter verschil
van salatiieering tusschen hoofden qn klasse
onderwijzers tengevolge zou hebben gehad.
Zooals men zich herinneren zal, had
reads bij de Algemioene Beschouwingen
over het wetsontwerp do hiaeï Diresselhuijs
een warm! pleidooi ten behoeve van de
hoofden gehouden.
Do heer 'Ossend'orp sprak met zekeren
hoon over de ingediende amendementen
al wou men nog veel meer geven aan de
hoofden, dan men in Amsterdam doet, al
dus 'de voorzitter van den Bond van Ne-
deriandsche onderwijzers, de goede onder
wijzers zal men daarvoor niet krijgen, om
dat liet juist ideëele redenen zouden zijn,
die dezen beletten 'n betrekking als hoofd
dar school te aanvaarden. Do betrekking
van hoofd staat beneden die van onder-
Wijzer, zoo luidde het uit dezen ïn den
Bond zoo almatihtógen mond. Dut deze
dwaasheid nog iets onaangenamer werd om
aan te hooren dan anders, komt, doordat
do heer 'Ossendorp met een 'Amsleldamsdh
dialect is begaafd van jö walste, wat haast
de vraag zou doen stellen, of het niet wen-
sdielijfci zou wezen als voorwaarde voor
het behalen van do oriderwiijzersacte ook
■te stellen: zuivere uitspraak van de Ne
derlandsche taal.
De Minister gooide liet natuurlijk over
anderen boeg; hij had alle waardeering
voor het werk'der hoofden, maar meende
toch, dat men hij de kwestie niet alleen'
uit een materieel oogpunt moest bekijken;
dat het hoofdschap ook! Zijn waaide had
om het geyoel van eigenwaarde, om de
appreciatie van vrouw en "kinderen, welk©
het aangenamer zullen vinden dat man
<en vader hoofd eaner school is, dat dat hij
onderwijzer Ss.
Het hoofdamendement van den beer Ollo
haalde slechts 5 stemmen.
Bij de verdere behandeling van het ont
werp kregen wij een amendement van den
heer Ossendorp, om een behoorlijke beloo
ning te verzekeren voor de lesuren, door
de onderwijzers buiten den gewonen school
tijd gegeven. Dat Sappemeer aan een onder
wijzeres in de handwerken voor haar les
sen een toelage geeft, die op 16 clent pter
uur neerkomt, is zeker al zeer bedroevend.
Maar daarover liep het verschil niet; ook
de Minister was voor goede salaxiêering
in deze, maar de lieer Ossendorp vilde ten
minste f2 per lesuur daarvoor in de wet
zien verordineerd, terwijl Z.E. het, ook
met het oog op de elasticiteit van het
onderwijs, voldoende vond, dat de regeling
werd overgelaten aan de Kroon, den Onder
wijsraad gehoord, terwijl hij zich vleide,
dat, waar nu eenmaal voor het hcrhalings-
onderwrjs f2 per uur is bepaald, dit ge
leidelijk ook van toepassing zal worden
op de overige lessen buiten de gewone
schooluren gegeven. De Kamer stelde den
minister met Rechts legen Links m het
gelijk.
En toen kwamen de periodieke verhoo
gingen aan de orde. De strijd liep daarbij
over de vraag, of als diensttijd meegerekend
zouden worden alle mogelijke werkzaam
heden aan alle mogelijke onderwijsinrichtin
gen, zooals de heer Juten wilde; of dat
men in de wet zou bepalen wat meetelt
of niet meetelL, zooals de heer Ossendorp
wilde, of dat men de bepaling daarvan zou
overlaten aan de Kroon, den Onderwijsraad
gehoord, zooals het ontwerp wilde. De beer
Ketelaar wilde zelfs door een overgangs
bepaling tijdelijke diensten doen mede-
rekenen. M'aar de Minister hield vast aan
zijn regeling door de Kroon, en het des
betreffend amendement werd ingetrokken.
Er zou zicli verder het geval voor kun
nen doen, dat voor het Rijkstractement op
een afgelegen plaats geen onderwijzer te
krijgen zal wezen; daarom bevat de wet
een bepaling, dat de Kroon in zulk een
geval, den Onderwijsraad gehoord, hooger
tractoment zal kunnen toekennen. Hetgeen
den heer Ossendorp tot oen amendement
bracht om de Kroon in alle gevallen dio
bevoegdheid te geven. Da Minister, die hem
in de gaten had, betitelde hem als den
man, die elk gaatje, waardoor iets uit de
gemeentekas kan druppelen, open wil zetten
voor de portemonuaie van den onderwijzer.
Dit moge zoo zijn, maar toch hadden
wij het amendement gaamo aangenomen
gezien. Juist op die afgelegen plaatsen,
de moeilijk bereikbare, zooals Urk en
Schiermonnikoog, zal grooteïe salarieering
noodig zijn dan op andere plaatsen, wil
men daar goede onderwijskrachten krijgen.
Het amendement wond met Rechts tegen
Links, 55 tegen 32 stommen verworpen.
Een amendement van den heer Ossendorp
om (je tijdelijke aangestelde onderwijzers
en de waarnemende hoofden hetzelfde trac-
tement te geven als de vaste onderwijzers
en de werkelijke hoofden haalde slechts
20 stemmen.
De heer Ossendorp diende wel geen
amendement in tegen de bepaling in de
wet, dat een onderwijzer, wanneer daarvoor
reden is zijne periodieke verhooging tijde
lijk kan onthouden worden, op grond van
onvoldoende dienstpraestatie, maar sprak
daarover itocli zijn groot misnoegen uit.
Deze bepaling is volgens hem niet anders
dan het boetestelsel, waarvan men weet,
dat het in de arbeiderswereld zooveel mis
noegen wekt. Want het uitstel van de
periodieke verhooging is minstens f 75, daar
de wet bepaalt, dat dit voor het minst een
jaar moet duren. Hier wonden trouwens
volgens "den heer Ossendorp, bij den ge
huwden onderwijzer mindetr hij zelf dun
zijne vrouw en kinderen gestraft. Het laat
ste is al een heel zonderling argument,
daar men dan alle boeten en straffen in
onze maatschappij zou moeten afschaffen;
en niet de wetgever, maar degeen wie
het aangaat is de eerst aangewezene om
met de belangen van vrouw en kinderen
rekening te houden. En de Minister wees
er op, dat dat geen maatregel is in het bij
zonder voor de onderwijzers .vastgesteld,
maar dat die ook Wordt voorgesteld voor de
burgerlijke ambtenaren in het rapport van
de Commissie voor de regeling van de
rechtspositie der ambtenaren.
De heer Otto diende een amendement in
met de bedoeling om de toelagen, dia aan
den onderwijzer kunnen gegeven worden
op grond van het bezit of gebruik maken
van bevoegdbeden, waarvoor geene wette
lijke acten van bekwaamheid verkrijgbaar
zijn, of voor hunne aanwijzing als plaats
vervangend. hoofd der schooi ruimer te
stellen, wat door den Minister werd over
genomen.
- Een amendement-Ketelaar om de sala
rieering iedere i5 jaar te herzien, haalde
selehts 11 isteminen, wij geloovcn dat de
Kamer daaraan (goed' dead; lileib zou zeer
verderfelijk werken fits deze zaak, die
belaas maar al te dikwijls in verbond
staat met ikiezerswinst, in iedere parlemen
taire periode opnieuw aan de orde kwam.
Een ainendeinent-Ossondbrp ,om het aan
tal leerlingen wast te stellen, werd door
den voorsteUietr ingetrokken, nadat het, als
niet passende iin het kader van deze wet,
ontoelaatbaar was Verklaard.
En zoover Zijn wij thans met de wet ge
vorderd', die nog een paar dagen behan
deling zal behoeven.
i 11
Dinsdag LI. (beeft de Voorzitter, terwijl
al de [Leden zich van hunne zetels ver
hieven, heb innig Heed wezen van de Ka
mer uitgesproken met do ramp, die Oost-
Java heeft getroffen! door de uitbarsting
•van de Kloet, die zooveel slachtoffers heelt
gemaakt als [half de bevolking van Schie
dam!
Minister Idenburg "sloot zich' daarbij aan
met de verzekering, dat do Regcering redds
alle maatregelen genomen heeft, om den
,nood te lenigen, Kotgeen niet zal nalaten!
in Indië een goeden indruk te maken. t
Eindelijk was daar de zoar gewichtige
vraag van den heer Manchant aan de Re
gcering, of zij in heit bezit was van de
voorstellen der Belgische Regcering omtrent
de herziening van de traataten van 1S39,
en zoo ja, of zij dan bereid was tot publi
catie van1 jdie voorstellen over te gaan'.
Uit het antwoord van dein boer ltuijs
de BaerenbroucK bleek, ,dat er nog geen
voorstellen waren, maar wel wenschen,
die zij kende, maar niet van de Belgische
Regcering, eti dat zij niet ih staat was te
beoordeeten, of het in üctn huidige®, stand
dor besprekingen in 's lands belang raad
zaam was aan B.elgié's wensohein publica
tie te geven.
D© heer Mardiant kwam toen met de
tweed© vraag, of de Regoering het niet
raadzaam vond den indruk te kennen, dien
de Belgische! wenschm op het Nederland-
sohe volk zullen maken, vóór zij daarop
haar antwoord "gafDie Minister, dio blijk
baar op deze tweede vraag niet gerekend
had, antwoordde daarop, dat hij, om op die
vraag te antwoorden, eerst overleg moest
plegen met den Minister van Buïfenlandsche
Zaken, die, zooals men weet, zich op dit
oogembiik met ©en staf van allerlei eerste
mannen te Parijs re vindt, om met de Ge
allieerden over Üeze aangelegeinheid te
conferceren.
En zelfs de meest krasse tegenstander
van geheime diplomatie, zGoals wij zijn,
zal moeten toegeven, dat in deze -epineuze
zaak voorbarigheid veel zou kunnen be
derven. Wij zijn oen klein land, en Wilson,
Clemenceau en 'Lloyd George regeeren op
dit ooganblik de wereld.
STADSNIEUWS.
Mej. L. G. Martens, van bier, is geslaagd
bij het te 's-Gravenliag© gehouden akte
examens L!. O.
In de godsdienstoefening der afdeeling
van den Ned. Protestantenbond zal morgen
als spreker optreden dr. J. A'. Beijerman,
Remonstrant-predikant, te Amsterdam.
Flora.Bioscoop.
Als eerste nummer van bet programma
van deze week krijgt men natuuropnamen
van de rumen van Tingnd pn EL Gamtaraj
welke vanzelfsprekend zeer interessant zijn.
Dan volgen een jnveetal leuke opnamen
^ILjviolist" en „Leen me je pak'.
Dan volgt in vijf bedrijven en een voor
spel. „Alleen op de wereld", bewerkt naai'
het bekende werk van Hector MaLot, vaann
op boeiende wijze wordib weergegeven bet
zwervende leven yan Rérrii, bet jongste
zoontje van mistres MiHligan, dat door zijn
oom James Milligan met behulp van den
beiucliten Driscoll Iwordt ontvoerd en te
vondeling gelegd [We zien hem vinden
door den metselaar Barberin, dile, in de
hoop idat bet rijk gekjeedo kind hom gel
delijk voordeel zal brengen, het meeneemt
naar zijn huis, in het dorp Chavanon, waar
moeder Barberin bet met open armen ont
vangt. Als Barberin den kleinen opeter niet
langer bij zich wil houden, verhuurt bij hem
aan Vitalis bonden- en apendresseur, waar
mede Rézni's zwervend leven eorst recht
aanvangt Als [Vitalis, die veel van h'et kind
is gaan houden, wegens het geven van
een voorstelling zonder permissie, voor twee)
maanden de gevangenis in moet, trekt Rémi
or met zijn jhtttrp, de' honden en de nap
Jolbcoeur er alleen op uit en komt, zonder
herkend te worden, in aanraking met zijn
moeder en oudere broer Arthur, waar hij
blijft, gedurende do gevangenschap van Vi
talis. En verder trekt hij don weer de we
reld in, waar hom goede, dotch vooral
slechte dagen wachten als twee der hon
den door do wolven wonden verscheurd en
do aap' door gevatte kou sterft
Doch 'grooter slag treft hetai, als ook
Vitalis hem door den dood ontvalt. Dan
wordt. Rémi opgenomen in het huis van 'den
tuinman Acqutn. Als de oogst door hagel
vernietigd wordt, kan men hem ook daar
niet langer te| eten geven en trekt hij' met
zijn harp de wijde wereld in, waar hij een
vroeger vriendje MatÜa ontmoet, met wïcri
hij samen voorstellingen geeft Wanneet
bij moeder Barberin gaat opzoeken, hoort
hij daar dat de Emma Grethand "Galley te
Londen, nadere inlichtingen kan geven om
trent zijn ouders en te zamen met Mattra
onderneemt hij de reis. Daar gekomen wordt
liem [Driscoll als zijn vader aangewezen,
doch Mafia. luistert een gesprek af tusschen
Driscoll en James Miligan waaruit hij ver
neemt wie de werkelijke moeder van
Rémi is.
iHeimelijk ontvluchten zij het misdadigers
gezin Driscoll, en komen eindelijk op het
kasteel Dwsv aan, waar moeder en kind ver-
conigd worden.
Dit mooie werk zal niet nalaten voel be
zoekers to trekken.
Met opneming wordt geen mstejnming der Re
dactie bedoeld. Copy wordt nimmer teruggegeven.
Geachte Redactie. 1
Mag ik nogmaals, naar aanleiding vain liet
gesclireve'no door den heer Papenhuijzen',,
u om een plaats verzoeken, in uw blad.
Daarvoor bij voorbaat mijn dank.
De heer jPapeidiuijzen vindt het noodig
om op 'mijn s©brijven in te gaan. 'Ik had
niet andere Verwacht, maar dat hij zich
op zoodanige "wijze er van zou kwijten is
ver beneden mijn verwachting. IIij maakt
n.l. gebruik van diverse onjuistheden en
verdachtmakingen en brengt zelfs mijn po
litieke overtuiging in het geding.
De heer P. ondervindt bij het bcgitii
reeds van Zijnen pennonstrijcl h'oo moeilijk
liet valt een scheeve zaak, recht te piraten.
De heer P. beklaagt zich dat het wordt
voorgesteld dat bij het was die den brood
prijs tot een lioog pteil wilde opvoeren. Dat
is gewoon larie. i
De lieer 'P. leidde als voorzitter de be
sprekingen in en kwam ma voorlezing vam
zijne berekening tot do conclusie, dat de
prijzen moesten zijn als door mij reeds in
mijn artikel 'zijn genoemd. De aanwezige
bakkers konden 'zich met die prijszetting
uitstekend vereenigen, dus niet de voor
zitter alleen, hiaam do gezamonlijke
aanwezige particulier,© bakkers
wilden bet 'brood op dien prijs stellen. Dat
ik dien hoor P. opbelde om zijne cijfers nog
eens te 'mogen vernemen, vond zijn. aan
leiding in 'het feit, dat zijne becijfering
veel hooger flati de onze was, en ik daarom
do cijfers wilde vergelijken. Wij1 blijven
beweren dat onze prijsberekening goed is,
trouwens, dit is een zaak die ons alleen
aangaat. Wij' vertikken het nu ©en-
maal er aan mede to wePfce.n h'et
publilek onnqodig te b.ooge prij
zen voor [Het blrood' te lallen be
halen. Het komt wellicht door mijno po
litieke overtuiging, dat ik' dit een groot
volksbelang vind. Het is verder fataal wat
de heer P. durft schrijven over do confe
rentie van Woensdag. Ik heb do hoeren in
derdaad in den loop van hét gesplrek mede
gedeeld 'dat 'de voorloopigo berekening van
den chef 'eenigszins te laag was, maar de
heer Papenhuijzen debuteert een leugen,
als hij beweert, dat door mij is gezegd,,
dat jk "ua nauwkeurige berekening tot de
overtuiging was gekomen dat do Rotter-
damsche prijzen de juiste waren. Ik stel
hierbij nogmaals 'uitdrukkelijk
vast. dat 'de berekening waarop
het Besltuur 'de prijzen liaseer.de
geen vergissing is, zooals de heer
P. wil 'doen voorkomen. Ik heb verder de
heeren toegezegd het gesprokene bij het
Bestuur over te zullen brengen en Donder
dagavond hun 'mede te zullen deel en, wat
hot Bestuur 'dienaangaande besluiten zou.
Ik heb dus geenszins eenerlei toezegging ge
daan dio prijzen bij het Bestuur te verdedi
gen Dat men nu hier goedkoop brood eet
door onze handelwijze, wie zon het anders
durven tegenspreken 'als do heer P. en zijne
vrienden. Iüet i,s voor hen ©en onaange
name kwestie, welke lien bovendien tame
lijk in de beurs tast Ieder begrijpe toch
goed, dat, wanneer de coöperatie er niet ge
weest ware, om de hoeren in hun winzucht
te breidelen, 'de broodprijs veel te hoog
zou zijn gesteld geworden.
De heer Papenhuijzen zegt verder, dat
door ons met deloyale concurrentie wordt
gewerkt op een maaier, welke niet ia een
eerlijken strijd past. Dat schrijft de heer
P. namens zichzelf en rijn geachte collega's.
Het spreekwoord „wie holer op zijn hoofd
heeft moet niet in de zon gaan staan", is
hier zeker op van toepassing, want gedu
rende den geheelen mobilisatietijd is er
door verscheidene van hen met niets anders
gewerkt als deloyale of d© wel oneerlijke
concurrentie tegenover de coopeiatie. De
coöperatie toch heeft steeds zoo streng
mogelijk do distributiebepalingen nageleefd
en zich niet laten verleiden om abnormal©
winsten uit die zakken, dor stadgenooten te
(halen. 'Over de coöperatie werden dan
ook geen geruchten verspreid, dat aardap
pelen onder hot meel werden vermengd, ook
niet dat de bloem uit het regireringsmeel
weid gehaald, waardoor een deel van het
publiek een nog slechtere kwaliteit bruin-
brood moest verorberen. Bovendien is bel
voldoende bekend, dat or bakkers zijn ge
weest, die beschuit en brood verkocht heb
ben zonder bon en tegen zeer verhoogde®
prijs. Wij hebben geen misbruik gemaakt
van da misère, waaronder de Mnrgerij
izuehtte door de oorlogsomstandigheden.
Dat was inderdaad deloyato concurrentie
tegenover de coöperatieve bakkerij, waar
dergelijke practijken niet plaats vonden en
daardoor zijn debiet zag verminderen. Als
hot Sdhiedamsch publiek niet gespeend is
van rechtvaardigheidsgevoel cn de knoeie
rijen en ontduikingen over den gebeden lijn
zou weten, zou hel oordeel wol eens zéér
vernietigend kunnen zijin. Of Verder het
standpunt der patroons is geweest, dat de
arbeiders moeten liebbcn wat liun toekomt
spreek ik beslist tegen. De beer P. kon
weten, dat ik geen onbekende in de vak
beweging ben en' daardoor zeer goed weet
welk een inspanning het dikwijls beeft ge
kost om een billijke loonsverhooglng erdoor
te krijgen. 'Op .bet punt van loonregeling
is de coöperatie steeds toonaangevend ge
weest. 'Op andere plaatsen, waai" coöpera
ties gevestigd zijn, is de prijs hooger, zegt
do hoer P. en luj noemt Rotterdam, Den
Haag en Amsterdam. Ik acht het beslist
van de besturen dier vereein'gingen ver
keerd, Üa't als zij kunnen lager gaan, dat
niet doen. De strijd over dien broodprijs
wordt inlnsschen, zoo mijin inlichtingen
juist zijn ook ïn Utrecht en Dordrecht
gestreden.
Ten slot to nog iets over de loonsver-
hooging der gezellen, belgeen tevens kan
dienen als antwoord aan de heeren W. den
Held en II. Gunnewegh. Toen ik mijn
le artikel schreef, dat Was op Vrijdag 23
Mei j.I., bezat ik de wetenschap,, dat de.
bakkerspalreons liet loan der gezellen niet
zouden verhoogen. Do voorzitter van den
Alg. Ned. Bond van Arbeiders in het Bak
kersbedrijf berichtte ons, dat het eBstuur
der BakkerspaIroonsvenecniging liom be
richt had gezonden, dat in verband met
do nieuwe b roodpr ijsregol i ng
voorloop ig niet a an een loons-
vorbeoiging kon werden gedacht.
Eerst Maandag d. a. v. ontving ik van eerst
genoemde organisatie bericht, dat do bak-
kerspatroons alhier besloten haddon deRot-
terdamsche Ioonen met ingang van 31 Mei
e. k. uil te betalen. Zonder hot schrijven
van de heeren Den Held en Gunnewegh
bad ik het toch als mijn plicht gevoeld
deze rectificatie le plaatsen, teneinde de
waarheid geen geweld aan te doen.
i Hoogachtend,
Namens het Bestuur:
Het gedelegeerd bestuurslid,
J. E. BAKKER. -
Mijnbeer de Redacteur.
Verzoeke onderstaand in uw geëerd blad
te willen opnemen, waarvoor bij voorbaat
mijn oprechten dank.
CONCERT MAAR NIET VOOR HET
PUBLIEK.
Door den Bond van Zang- en Muziekver-
oenigingen was op Hemelvaartsiag ecu vo
caal-instrumentaal concert georganiseerd om
den vtadgenooten een genotvollen middag te
bereiden, niet denkend, dat door de be
voegde autoriteiten zulks zon worden tegen
gewerkt door het publiek geen locgang te
geven op liet terrein aan den h avond ij k,
reden waarom ik mij verplicht gevoel om
langs dezen weg mijn leedwezen uit te
spreken over de bekrompen inzichten 'in za
ken die van zoo groot belang zijn in 'dezen
tijd, daar wij bier in Schiedam hij andere
jjemeenten vergeleken, toch al veel te kort
komen ton opzichte van ontspaimiug en
ontwikkeling voor de minder bedeelden dei-
bevolking.
Hopend, dat het geachte publiek ons
zal steunen, indien zulks noodig mocht
blijken teeken ik, onder dankbetuiging voor
de verleende plaatsruimte,
Achtend
JOH, SCHELLENBA Cl I.
DER