I! m Üit het Indische Seven. li m jL lig 1-i mi li Schiedamsche Courant. Cöiia en de Geest. lil jMl P'ï ff f is Ha ill Een weggevallen argument, pil lm f 5 I \rm jfff'-j TWEEDE BLAD (Zaterdag 13 September 1919, No. 16167) Het hotelleven, waarover ik het tot dus verre had, brengt me nog enkele kostelijke herinneringen uit het varleden naar voren. De Indische Regeering is werkgeefster in het gi'Jot. Haar werknemers zijn legio en niet zachtzinnig springt ze er mee om. Nu zijn ze hier, dan weer daar en niemand die de eer heeft vermeld te worden op dp pe riodieke conduitelijsten, hij zij Officier of riviel-ambtenaa,is er zieker van, 3at niet een of andere overplaatsingsbesluit onder weg is. Menkan zich zoo gemoedelijk mogelijk hebben ingericht, man kan zich ergens seneng (aangenaam) voelen en wen- schem er lang te blijven, men Jcan het be wustzijn in zich omdragen juist te zijn, waar men behoort, in Batavia is het in het een of ander hoofd, dat aan oen ïre- geeringsbureau diep ernstige gedachten zit uit te broeden, bezig u van uw plaats weg te piekeren. iVroeger betaalde men dat nog met fl.50 voor een zegel, thans ontvangt men een ongeziegeld overplaatsingsbesluit. Het was Ran ook wed wat erg. Stel u voor, dat het gebeterde, dat iemand den postloo- per zag aankomen. Een groote brief werd overgereikt. Daarvoor werd fl.50 betaald. Overgeplaatst naar vul mlaar in. Een paar dagen later, als men de eerste maat regelen voor verhuizing al genomen had, verscheen dezelfde landsdienaar weer met zoo'n socrat (brief). Weer f150. De over plaatsing was Ingetrokken. En 'voor "She aardigheid, waarom niet gevraagd was, werd dus f3 betaald. Neen, dat is uit. Enfin, men had dan zoo'n overplaat sing en men vertrok naar zijn nieuwe stand plaats. Ging men niet, dan moest men maar ontslag uit 's lands dienst vragen. Dat is in tempoe dahoéloe (vroeger tijd) wel eens gebeurd met sommig© onderwijzers. Er was n.l. een tijd, waarin het Onderwijs verre van goed was. Er stonden leer krachten voor de klasse, die in hst minst met voor hun taak berekend -waren en die b.v. spreeklessen gaven 'In de Re- derlandsche taal, welke zo zelf niet mach tig waren. In dezen geest bv. „Mijn schoen is glimt. Zegt na jongens: Mijn schoen is glimt." In dien tijd werd pp Celebes benoemd tot inspecteur de heer Rosskopf, die zich tot taak stelde die luitjes uit den dienst te krijgen. Dan droeg hij zoo'n onderwijzer *voor overplaatsing voor b.V. van Bomthain op Celebes naar Palembang, een reis pis van Amsterdam naar Moskou. Maar die onderwijzer liet zich zoo niet wegrukken uit rijn vaderland en nam zijn ontslag. Werd liever klerk hij een Chinees. De inspec teur had zijn zin en had toch niemand 'den dienst uitgedrukt. Menmoot maar slim zijn. Maar om'op "de zaak terug te komen. De ambtenaar komt cp zijn nieuwe sland- plaats en moet daar eerst onderdak in een hotel. Dat moet er dus zijn en da Regee- göering zorgt er voor, dat fy&t er ïs. Er is altijd wel jfmand, die zijn huis togen een vaste subsidie van f50 'smaands voor hotel beschikbaar stelt en dan. van do gas ten tevens fö per dag vraagt. Maar dan moet men niet vragen, hoe het daar is. Ten minste in vroeger jaren niet. Op Temate eens komende, vernam ik al bed gauw, dat liet hotel1 op dat bogen- hlik' niet beschikbaar was. Hot word ver bouwd of zou verbouwd worden. "Ik ben er 16 maanden gebleven, op Temate, be doel ik, en al dien tijd. bl&ef het hood op het punt verbouwd to worden. "Waar dus heen? i De' resident verwees me naar een gewe zen zendeling. Maar kon ik nS>t mijn vrouw- terecht. Het was juist Zaterdag voor Pink steren. Den volgenden m'orgen om 10' uur ongeveer hoorde ik, terwijl ik in de voor galerij zat, ergens een Mok kleppen. De Eerwaarde heer liep in dezelfde voor galerij wat te mopperen. i Ik vroeg hem: „Wat beteckent die klok? Het antwoord luidde: Verschrikkelijk Het is meer dan erg." ;.W?t is er gebeurd? Is er brand?" j, Brand! Was er maai- heand! Maar Haar is het vandaag zoo'n heilig© dag en 'daar zit u rustig hier, terwijl do Mok u naar het bedehuis roept. Is u een heiden? liet is verschrikkelijk." „Maar mijnheer," zei ik, „daar roept do klok u naar het bedehuis en u blijft hier loepen mopperen. Dat is te erg U moest u als christen schamen." „Neen, dezen predikant ga ik niet hoo- ren," was het wederantwoord. „De mah is me to modern." „O zoo," luidde mijn slotwoord. „Zoo denk ik er precies over. De man bevalt me niet; anders (De zendeling keek me eens aap. maar ik hield me zoo ernstig, alsof ik ruzie met schoonmama had en hij slofte naar achteren. Zestien maanden later kwam ik te Banda en de assistent-resident daar had heelemaal niet voor een gouvernementshotel gezorgd. In zijn tuin stond n.l. een paviljoen en dat stelde hij ter beschikking, maar decla reerde daarvoor zelf f100 in de maand. Puiten de officieel© papieren was het edi- ter niet bekend, dat doortrekkende reizi gers nu ook het recht hadden van dat on gemeubelde paviljoen gebruik te maken. Zoo was er officieel gelegenheid en het bestuurshoofd had er zelfs f 100 'smaands en geen last van. Gelukkig vroeg mijn chef mij en mijn vrouw te logeeren. Ja, het w-as wel een aardjge tijd toen, hu een kwart eeuw en langer geleden. Er was iets gemoedelijks in de lucht, al w-as het niet altijd aangenaam. Veeleiscliend moest men niet zijn. Aardig was later ook het doorgangshotel te Maos. De lezer weet natuurlijk niet, waar Maos ligt. Welnu, ge kunt het even ten, noorden van Tjilatjap vinden. Jaren ge leden waren reizigers van Batavia naar Soe- rabaia en omgekeerd altijd verplicht daar te overnachten. De trein vertrok 's mor gens om 6 uur van Weltevreden en be reikte ov-cr Buitenzorg en Bandoeng 's avonds 6 uur Maos, als er ten minste niets tusschenbeide kwam. Ik ben er wel eens om 10 uur 's avonds aangekomen, maar legen een aardbeving in het gebergte is niets bestand, zelfs geen sneltrein. Den volgenden morgen vertrok men dan weer om 6 uur en arriveerde men 's avonds om G uur to Soerabaia. Dat hotel had het dus druk. Was de avondtrein aan, dan liep het vol met vieze, bezweette, bijna zwarte reizigers, die on middellijk met schoone kleeren onder den arm de badkamers opzochten. Eenigen tijd later zaten ze dan verfrischt en gereinigd in do voorgalerij met een glas Whisky-soda en daarna een bittertje voor zich. Om half- negen luidde de etensbel en gingen allen aan tafel. Maar nu is het me in die jaren niet gebeurd, dat ik iets anders te etenj kreeg dan soep, aardappelen, ham en dop erwies. En ik ontmoette niemand, of hij had, op w-elkcn dag ook, ham en doperwtjes gehad in liet gouvernementshotel te Maos. Nu is de dienst anders geregeld. Men' spoort Maos voorbij en overnacht te Ban doeng of te Djocja en geniet van een mo dern diner, ook wel eens met ham en dop erwtjes, maar de menu's zijn verschillend Dat is alles veranderd. L Wie nu op Java reist, heeft niet meer het gevoel in een achterland te zijn. Hij is Vrij naar het EngelseJif van BARNY PAIN, door T. de R. Nadruk verboden. Door halfgeopende oogen, nog zwaar van slaap, zag Celia dat hot bijna fnorgen was. En vaag kwaim het besluit, dat zo den verigen avond had genomen, hapr-voorden geest. Ze zag op tafel den brief liggen, dien ze aan haar moeder had. gericht. En ze herinnerde zich w-at ze don vorig en avond daarin had geschreven: „Liefste moeder. Ik houd vod van u en vader cm van broer, maai- toch ga ik weg, omdat ik moet. Vroeg in den morgen, vóór u een van allen wakker bent, zal ik weg gaan. Ik hoop, dat u niet boos of ongerust izult zijn. Ik ga mie niet van kant maken' of iets anders- ergs doen. Ik zal voed voor mezelf zorgen; de vijf pond, die ik heb opgespaard, zal ikf meenemen. En jk zal n schrijven, opdat u zult weten, dat het1 me goed gaat. Maar g'aan moot ik1. Ik' üënk niet, dat u m© z'uit begrijpen. Ik ge- loof eigenlijk niet, dat een meisje van ze ventien jaar het rooht beeft zoo moe te Vjh van het levGu als ik ben. Maar ik haat bet loven op kantoor oa mijn koffio- unrtjö in do melk-inrichting en ik 3iaat alles. Ik heb geen vrijheidik irioet altijd 'doen wat anderen zeggen. En daarom loop ik nu .weg, omidat ik eens wil zien. of er in do wereld niets beters en mooiers is te krij gen, misschien zal ik het 'niet vindon en dan zal ik zeker terugkomen, als roijngcld °P is en dan kan vader me oen dwaas noemen, zocfc£s hij toch' al ioderch. dag doet. Maar dan zal ik' tonmiinst© geloofd hob- hen. Uwo liefhebbende en ongelukkige Cdia." Neen, ze had niet den minsten, spijt van naar genomen besluit Ze zou dadelijk'op staan; 't was nog tijd genoeg; vooreerst .zou niemand in huis nog opstaan. Haar lichaam werd gekoesterd "door ©en beha- gelijk'o en weldoende warmte. E.n Haar geest proefde reeds vooruit de stast-keivreug de van vrij1 "ta zullen zijn. En ze zou in geen geval in slaap vallen, zei ze dapper tegen zioh' zelf. Een heldere, zonnige morgen eri Houden een heel eind achter haar. Ze nioest al een heel eind hebben geloopen, want haar schoenen waren grijs van-stof. Maar ze voelde zioh absoluut niet mioo; ze was vol van een gevoel van blijdschap, bijna Van triomf. En op het hekje, dat oen veld paadje afsloot van den grooton weg, ging ze een pilar appcüs en "biscuitjes zitten opeten, dio zo onderweg had gekocht. En zte vond, dat zo in geen jaren zoo smake lijk had ontbeten. In het naaste dorp zou ze naar den weg vragen on, als daar een. trein zou zijn, fdie zeewaarts ging, zou' zie een kaartje koopen. Ze ivas verstandig ge noeg geweest geen kaartje te kooipOn aan een van de Londenscb'e stations, uit angst dat ze ontdekt zou worden. Ze boek op baar horloge. Over anderhalf uur zou ihr. Abraham, dik en broed, met zijn witte snorren, vragen of miss Meiros© erven steno grafisch een "paar brieven zou willen op nemen en dan zou men hom zeggen, dat miss Melrose niet op kantoor was gekomen dezen morgen. En zijn lieve zoon, mijn- hoer Sam Abraham, zou werkelijk teleur gesteld zijn en afgrijzen, herinnerde 'Cel(ia zich, hoe die akelige jongen eens zijn hand op haar schouder hhd 'gelegd. En op dat oogenblik voelde z© ïneend een andore hand, die Kaar schouders zacht jes drukt. Celia fejprong van 't hokje ai. „Dus het kleine meisje is weggeloopen. zei oen mannenstem. Celia kon niet anders dan tosgeven, dat het een aantrekkelijke stem, was. En zo beek graag naar den jongen man, die aan dien anderen kant van 't hekje stond. Riet knap, maar innemend, wat wol zoo prettig was, vond zife. Maar ze moest toch' wel wen laten in de groote wereld. Die aclitcrhoekscho toestanden Iaat hij zich vertellen door rei zigers, die pas in Europeesche dorpen over nacht hebben. A. v. w. Ifot probleem Van jde staatsexploitatie treedt in den laats ion tijd moer op den voorgrond dan ooiteensdeels omdat vele democraten zoo niet in een absolute staats exploitatie dan toch in een groole uit breiding van de Staatsexploitatie een eisch van democratie zien, anderdeels omdat moa in jpnkele gevallen m de praoiïjik plotse ling voor nieuwe hedrijfemogelijkbeden is komen te staandae het vraagstuk der staatsexploitatie veel meer op den voor grond hebben gesteld. Het is dan oom geen wonder, dat plotse ling zeer 'groote arbeidersorganisaties, in Engeland en Duitschland de 'mijnwerkers in Amerika de spoorwegarbeiders staats exploitatie als eisch van het oogenblik gesteld hebben. Als wij de Amerifcaanscho kwestie nu verder buiten beschouwing laten, dan heb ben wij idus allereerst de ©isclian der En- gelsche en der Duitsche mijnwerkers om do mijnen te doen exploilceren door den staat. Nu stellen vrij ons natuurlijk niet voor, dat een dergelijke kwestie binnen iet be stek: van een courant-artikel kan worden opgelost. Daartoe is bovendien in Nederland geen aanleiding, omdat dit vraagstuk tan onzent nagenoeg niet bestaat. Wat de staats exploitatie van steenkolenmijnen aangaat, zullen wij wel verder zijn dan ©enig an der land. p, Niettemin loont het de moeite de be handeling dezer kwestie in bet buitenland te volgen, omdat men daardoor den geest voor de behandeling van soortgelijke vraagstukken lenig houdt. En dan trekt het de aandacht, dat er van de zijde dar werk lieden telkens weer betoogd wordt, dat staatsexploitatie vermeerdering van pro ductie zou beieekenen. Zoo verklaarde b.v. d© bekende arbeidersleider Hodges Qnlangs te Glasgow, dat het kapitalisme in de mijn- nijvmehid. nu het toppunt van succes be reikt hebben, nu aan het tanen was. In 1913 had do steenkoolproduoüe in' Enge land 287 millioacn ton bedragen, maar in belt "jaar, dat in Juli 1920 zal eindigen, zal zij uïet meer dan 217 miRioen bedra gen. De c-ommissie voor de stoenkoclnij- verlieid had begrepen, dat dit te lyijten is aan den kanker van liet kapitalisme ein de meerderheid had zich daarom voor staats- ontginning verklaard. Aldus Hodges. Vrijwel hetzelfde hebben ook' de Duit sche werklieden leiders verklaard in de commissie, welke een paar maand geleden een onderzoek heeft ingesteld naar de pro ductie dm- kolenmijnen in hot Ruhrgobixl. Doch anders dan in E'ugelaad zijn in Duitschland toen door anderen 'argumen ten tegen dit betoog der werklieden inge diend, die voor zoover Wij weten nog steeds niet Weerlegd rijn. En het voornaamste argument was: Zie do Staatskole nmijhen, zie de staats- bruiinkoolontginning, zie de staatsexploita tie der spoorwegen,- alles zuiver staatsex ploitatie, en vraag u af of het daar ook maar oen zier b'eter 'gaat. Deze argumentatie is üuloidaad treffend, ooral otoüait Wat tót ntu tóei als' Het schit terendste argument voor staatsexploitatie gebruikt werd de Pruisische sporen nu een geweldig argument daartegen woïflt genoemd. Men weet, dat hot voorbeeld der Pruisische spoten vroeger dom- de tegen standers gewraakt werd met 't betoog, dat sporen alleen in Pruisen 'zoo goed beheerd konden warden door zulk een organisatie konden worden Hoor zulk een organisatie, did zoo ze al' niet zuiver-nvili tair was toch zooveel militairs had 'als in geen ander land mogtelijk Was. Men placht dan altijd op miexken, dat miss Meiros© heel goed op zichzelf kon passen. „Koe durft u me eigenlijk aan to sprekein?" vroeg ze waardig. „Als u niet onmiddellijk weg gaat, zal ikf „Dat is zeer onnoodïg om twee redenen. Ten eerste, omdat hier nergens in. tle buurt een politieagent is, tot wien u" zich' zoudt kunnen wenden. En ten tweede, omdat daar voor heelemaal geen reden is. Ik hen mis schien een beetje weinig conventioneel, maar ik zou er niet O-vcr denkon u ook maar in een enkel opzicht to hinderen, kleine wegloopster. 1 Wist bij, dat ze' weggeloophn was? Ho© wist bij dat? liet kon ook wol rijn, dat hij zou willen probeeren haar terug te houden. Ze moest hem maai- eens flink op zijn plaats zetten. Waarom ziegt u dat?" vroeg ze bedeesd. Wie zegt u, dat ik zou zijn woggeloopen?" „De zak op uw rug, het stof op uw schoenen, do blijdschap in uw oogen. Mag ik dit Hebben?" En Hij ham' bet biscuitje op, dat ze had laten vallen. „Maar ikf heb er al in gebeten," riep Celia uit. Daarom juist, antwoordde! "de jonge man kalm. lie' zal den appel' aan u geven, al bon ik volstrekt niet Me slang uit hot Paradijs." ,Ik begrijp u niet," zei Celia, den aan geboden appel aannemtend. Neen? Helrt u nooit gehoord van den s ch oo nlici dsprijs Maar dat ben ikf toch' niet?" zei Celia bloztend. „Nadat u gisteren naar bed was ge gaan", vervolgde do jonge man, „spraken uw vader en moeder over u en ze zeiden, dat u zoo'n lief meisje was." „U was er gisteravond niet. U khnt er dus niets van hebben gehoord. Ik ken u ook heelemaal niet," antwoordde 't meisje nuwachtig. „Ik moest u eigenlijk heele maal geen antwoord geven." „Neen," antwoordde hij „U kcint mto ook Zwitserland en België te wijzen om aan te toonen, dat het Pruisische voorbeeld niet gemakkelijk was te volgen en dat staats- explotatiio ook slecht en onvoordoelig kon zijn. En ziedaar nu diezelfde spoorwegen ge bruikt als argument voor het tegendeel. De militaire geest is grootendeels weg, er is een andere geest ook in dit machtig organisme gekomen. En nergens hoeft die nieuwe geest zoo gewoed als daar. Was het vroeger een bedrijf met een jaarlijksche winst van 700 millioen, tui is hot dage lijksch verlies men' begrijp© wel: dago- lijiksch verlies 10 millioen mark Over het gemis aan arbeidslijst in de spoor weg werkplaatsen Joopen de ongelooflijkste verhalen. En de klachten, die ton hamel rijzon, zijn eindeloos. Ru zou men ongetwijfeld onb.Hijk doen met dit alles op (rekening te schrijven van den veranderden geest. Zoo wei door den oorlog als door He vredesvoorwaarden heeft de spoorwegexploitatie ton zeerste geleden Doch met dit al' moet men' ïn het oog houden, dat het oude argument der Prui sische sporen' heeft afgedaan en dat deze zeker niet aan toonen, dat staatsexploitatie! een middel is om ook maar eenigszins tegs- moot te komen aan den achtenii'gang der 'productie, d.ie men allerwege aantreft. De ontvoerdo patiënte. In verband met de ontvluchting van de in heUWilhelmina-Gasthuis te Amsterdam verpleegde mevr. StaalBakker, verneemt do „Tel." nader, dat burgemeester jlir. Bicker, van Diemen, van het paiket te Amsterdam bet verzoek ontving in de wo ning van de ontvluchte oqq onderzoek te doen instellen. Het echtpaar St.B.- was n.l. van de Ileerenmarkt 22, Amsterdam, waar „me vrouw" haar „deskundige" praktijk uit oefende, verhuisd naar Dïcmen cn wel naar een tuinmanshuisje op het landgoed „Mer- wede" (voormalig eigendom der hoeren Erd'- man en Hethev) welke uoning, benevens een gedeelte van het bosch, dozen zo mer in eigendom aan den beer St. was overgegaan. Radat de burgemeester op zijn verzoek een bevel tot onmiddellijke iaheclitenisnei- ming van de ontvluchte gekregen had zooals men weet had deze nog 3 jaar ge vangenisstraf te ondergaan toog hij met den rijksveldwachter van Weel naar „Hui ze Merwede'.', waar echter alleen de 20- jarige dienstbode Üiuis was. De woning werd geheel onderzocht, ecliler zonder re sultaat. De heer St. was 's morgens om II uur per auto vertrokken en nog niet wedergekeerd, zoadat de burgemeester on- verrichterzake weer moest vertrekken. Op do mededeeling van oen 'der Dïemo- naren, dat de heer St. tegen tien avond in zijn auto weer gepa&seerd was, brachten burgemeester cn veldwachter 's avonds opnieuw een bezoek aan het landhuisje. Ditmaal trof men er den broer van do ont vluchte aan, die bij de dienstbode op be zoek was. Ook nu leverde de huiszoeking geen. resultaat op. De broer verzekerde nog aan den burgemeester, dat „zijn zuster Haa# (óch niet te vinden was". H'j en ook zijn zwager (de heer SI.) zouden aan de ont vluchting geheel vreemd zijn. Den avond van de ontvoering is do heer St. om '11 uur in zijn auto thuisgekomen (de ontvoe ring geschiedde om 10 uur). Rader blijkt, dat de lieer St. de eerst onlangs gekochte woning op bot landgoed „Merwede", zoowel als zijn eigendommen, te Amsterdam en Bussum juist alle ver kocht heeft. Vermoed wordt het liet echt paar voornemens was na de ontvluchting van „mevrouw" uit het Wilhelmina-Gast huis, do wijk te nomen naar het l/uiten- land. Indien men kennis neemt van de verkla ringen, afgelegd voor de politie door de verpleegsters, welke op het tijdstip der ont voering "dienst hadden op en om de zaal waar de ontvoerde verpleegd werd, !dan valt op de geheele geschiedenis wel een eigen aardig licht Be zaal verpleegster heeft bv. iflirklaard, dat van de twee mannen, die op de zaal kwamen, de een gekleed in verplegerste nue, naar de verpleegde toeging, baar aan sprak met „moeder" en "haar van het bed tilde. Do andere -man zou "de verpleegster^ vastgehouden cn haar toegevoegd hebben f „Zuster, 't is *n moeder, laat haar gaan." Toen de beide mannen met de verpleegde de zaal verlaten hadden, was dc verpleeg ster „te ontsteld om iets te doen". Zrj was "slechts in staat" om hulp te roepen, waarop een harer collega's te voorschijn kwam, do mannen met hun „kostbaren, last" bemerkte, dezen ook achtervólgde< waarbij zij echter met verder durfde gaan volgens haar verklaring tegenover de politie dan "tot het trappenhuis! Ook een derde zuster legde al even weinig zeg gende verklaringen af. Geen dezer zusters schijnt op 't idee ge komen te zijn gebruik te maken van de zaaltelefoons. 1 Ook op den verderen weg, die naar de bevrijding voerde, beeft men den beiden mannen blijkbaar geen enkele hinderpaal in den weg gelegd. Een nieuwe oplichterstnic. Iemand, zich noemende Bocre, die wist dat in een dor straten te Rotterdam, een woning leeg stond, plaatste in een der bladen een advertentie, waarin hij gega digden opriep voor bet buren van dat perceel. Het aantal ingekomen brieven was natuurlijk legio. Uit de sollicitanten zocht B. er een: ge uit en vei klaarde dezen dat ze de woning konden krijgen mits zij een jaar Huur vooruit wilden betalen. B. gaf op verschillende tijdstippen telkens een zij nor reflectanten gelegenheid de woning te zien, waar hij zich dan met oen valschcn sleutel toegang verschafte. Op deze wijze wist B. aan meerdere personen het .per ceel, dat zijn egiendom niet was, te ver huren en zich do liuursom over een jaar vooruit te doen betalen. Hij gaf dan een ipuitantic 'af en een sleutel, die naderhand bleek niet op de deur te passen. Hij deed dnaibij mededeeling dat het huis eerst over cenigo weken te betrekken was daar eenige herstellingen moesten worden verricht. Toen de nieuwe huurders na dien tijd maatregelen wilden nemen voor hun ver huizing en de nieuwe woning wilden ge reed maken, bleek dat de deur met den ontvangen sleutel met te openen was en na informaties kwam hun aan liet licht dat de werkelijke eigenaar het huis reeds lang zelf had verhuurd. Men noemde ons twee gevallen, waarbij aan Boero huurgeld betaald was en wei een ISO en een ander f 130. Waar buren echter mocdeelen, dat do pseudo-eïgenaar soms u-, i op de stoep van „zijn" perceel zat. te wachten op kijkers, die hij ook ontboden had, meent men dat meerderen liet slachtoffer zijn geworden van de prae- tijk'cn van dezen sluwen oplcihter, die uit een der grootste nooden van dezen tijd nog zijn voordcel wist te slaan. niet, maar desniettemin bon ik een vriend des buizes. Ook hen ikeon gecsit" Celia barstte in lachen mt. „Een geest, die een.flanellen pak draagt en die tippels en biscuitjes eet en verschijnt in den mor gen en een "Russisch© sigaret rookt! U bent cr nog al oen geest naar." „En toch heil ik een geest, zoo zeker lis u Celia MelXose heet." Ze keek even verwonderd op, toen zo hem baar naam boorde uitspreken. „Ik ben een hooi ander soort geest dan dien u kent. Ik bon de geest van wat komen zal. Komende gebeurtenissen worpen baar schaduw vooruit. Zoo'n schaduw ben ik. De schaduw van uw geliefde, van uw echt genoot. van dein vader uwer kinderen. Gij zult mij ga-in liefhebben, zooals ik'u; en wat kan een monsch op aard© mooiers en heerlijkers vragen? En ik zal u nog iets zeggen. Binnen een jaar zuilen jij en ik bier weer staan bij dit hokje. De man, die ik dan zijn zal, zal hebben vergeten, even als jij, dat wij nu Onmogelijk," viel Celia hom in do rede. .Daarvoor is het veel te buitengewoon. Deze ontmoeting zal ik mijn leven lang niet vergeten." „Ook u zult hebben vergeten," antwoord de de man kalin. „Waarom gelooft u mij niet?" ,0ch, ik weet niet. 't. Is zoo vreemd alles. IJ 'weet, dat ik ben weggdoopen. U wee' ook hoe ik Keet. Dat komt alles goed uit. Maar toen sprak u over do toewijding van mijn vader cn moeder. Ik weet wel, dat mijn moeder veel van m© houdt, al is ze ook dikwijls hoos np jno. Daarom schroef ik "den "brief, waarin ik vorteldo v;ni mijn weggaan, ook zoo vriendelijk mng-dijk. Maar het humeur van mijn va/Ier is VreaS'dijh ondragelijk bijna. U weet niet, wat voor nare dingen bij niet tegen, me zégt. Ik kon, 't werkelijk niet langer uithouden. Ik zou heusoh' niet zijn weggeloopon, als ik dacht, dat ze veel van ine hielden." ,Er is een spreekwoord, Celia, dat zegt, S.erfi en Phiftoöl» Red. Ilerv. Kerk. c r o e p e n te Lutkewiorumi, dp. J. J. S. Stecruneyer, "te Olerdum (Gr./: te Wijk hij Duurstede, ds. J. M. Lammors, 'te SL Pan- cras (R.-IIJ. Bedankt voor hot beroep te Zegveld, ds. J. A. van Bovten, to Ecdo (Geld.); to 'Pi'ersliil, door dr. "J. IÉ Gunning, cml prei'., t© Apeldoorn. Gereformeerd© Kerken. Beroepen te Kamierik, ds.'A'. Voogd, te P'utlcrshoekte Tzum', ds. C. W. de Vri-cs, te Rielw imleweer. t' Chr. Ger. Kerk*. Bedankt voor het beroep te ïïboge- vcen, ds. If. Iloogondoorn, te Lisso. dat alles weten is alles vergden. Ik geloof dat je vader muziekleciraar is." „En de arme man is een. waarachtig kunstenaar. Tot nu toe hoeft bij niet voel succes gehad, als componist on "bij wedt niet, zooals ik het wool, dat hij spoedig wc, succes zal hebben. En intussclluen moet bij pianolessen geven aan domna©, onmuzi kale kinderen. Eileen dag worden zijn muzi kale ooren gepijnigd door valscho noten. Én bij draagt dk mar;e 1:tarscliap ter willo van hen, dio hij liefheeft, uw moeder, uw broertjes, die nog oip scihool rijn, u zdf, Celia. En bovendien is hij arm' en hoeft hij veel sebulden. Hij hoeft rijn horioge moeten verpanden om voor u oen varjaaj-s- gesehenk to koopen. Rij kan 't nog net red den. om niet failliet te worden verklaard, 't Is een wonder, dat hij nog niet gek is geworden. Zijn humeur mag dikwijls '011- 'dragelijk rijn, maar zijn hede leven getuigt duidelijk dan iets andera van zijn nobele hart." Cclia's oogen schoten vol tranen. „O, dat wist ilc niet. ïk wou dat u me dat over het horloge niet had verteld. Wat een ellendig, zelfzuchtig wezen bon ik gevycestl En hot is ook niet waar, dat bij altijd uit rijn Hu meur is. Soms zegt bij Wol eens 'dingen op zoo'n eigenaardig ruwe mlauiicr. Geest, zeg me, wat ik te doen bob." i I „Het .eenige, wat iemand, die is weggo- loojicn, kan doen," zei bij, „is te genieten van de volmaak te vrijheid, zoolang als zijn geid duurt. Tot die vijf pond op zijn, kun jc genieten van j'e eigicn leven, je individua liteit li-achten to ontwikkdea enJ" Celia stamplo op den grond vaa onge duld. „Houdt toch op mot dien onzin," riep ze boos uit. De geest glimlachte voer. „Hef zou mis schien gemakkelijker zijn om te vertellen wal u Had moeten doen, als U met was weggcloopcn. Er is niets zoo aanstekelijk als een sicclit humeur. Als uw vader drif tig is, wordt uw moeder verdrietig cn u' flirt JW II '4' li a If ml -Vn I JM| fi A j:ij ff [kil f\ DER I v. „JaI Mi t i 4!!» 1? '4 KIL $*t P I id fH 4» '?l

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1919 | | pagina 5