Schiedamsche Courant.
Uit het Indische leven.
"r T W E E D E B LA D
iet ÊYoaliiuf Yin m Zflfmoordisaar
(Vrijdag 24 October 1019, No.16192
I In fen laatsten lijd valt mijn aandacht
ipog al 'eens op de talenkwestie. Enkele per
sonen, 'die Voor het eerst naar Indie zullen
gaan, maken !zich daarover druk. Nu kan
het zijn, dat ik door gewoonte de moeilijk
heid ®iet voldoende inzie en daarom, nog
knel eens begin te lachen, wanneer men hot
fer over heeft.
Wie in verschillende landen geweest is,
jweet wel, 'dat men zich over de talen niet
zoo heel druk behoeft te maken. Men kon
pel geen gesprekken voeren met de ingebo
renen, maar er zijn middelen genoeg om
kenbaar 'te maken, wat men verlangt en
daarop komt het toch maar aan. Veel groo-
ter moeilijkheid is het om ergens te waken
tegen afzetterij. Men neemt overal ter we
ireld een vreemdeling gauw te pakken dooi
prijzen te vragen, die veel te hoog zijn
In Indié komt men vooral in kuststreken
overal terecht met Maleiseh. Gaat men de
binnenlanden, zelfs vain Java, in, of bezoekt
men afgelegen kleine eilanden, dan geeft
ook' dat Maleiseh niet zoo heel veel. Een
echte Javaan uit de binnenlanden spreekt
niet anders dan Javaansch, een Soedanees
niet anders dan het Seedaneesch. Beide ta
len zijn zeer moeilijk.
Het is wel gebeurd, dat wandelaars, die
in Midden-Java aan een desaman den weg
vroegen naar een of andere stad, alleen tot
antwoord kregen: Enggeh, dat ja betee-
fcent. Welke moeite ze ook deden, ze kre
gen geen ander antwoord. Maleiseh ver
istond de landman niet.
r Aan de knst verstaat echter iedereen Ma
leiseh. f
I Maar Welk een Maleiseh?
Het Maleiseh is een mooie, welluidende
taal, doch wat wij!, Europeanen, over het
algemeen er van kennen, beteekent al heel
weinig. 1
1 Door de aanraking met Europeanen zijn
in het Maleiseh veel vreemde woorden in
geslopen. De bevolking heeft natuurlijk van
ons veel begrippen overgenomen en veel
voorwerpen leeren kennen, Waarvoor ze zelf
geen woorden had. Ze namen derhalve dc
volgende Bortugeasche woorden: maniega
(boter), bandera (vlag), cadera, (stoel, in
de Molukken), esplamrada (wandelplaats,
Molukken). Hollandsche (woerden zijn
Doekoe (boek), snaphaan (geweer), hotel
(flesch), soldatos (soldaat), eskola (school)
kantoran (kantoor), bolek (bal), enz.
Het is vermakelijk op te merken, hoe
wij, Hollanders, de talen door elkander has
pelend, toch verstaan worden en de in
landers nooit beginnen te lachen over ons
krom taaltje. Men kan een dame hooren
zeggen: Terlados dan toch (Het is te erg)
Ik hoorde eens een doctor in de wis- en
natuurkunde, die proeven nam, tot zijn be
diende zeggen: „Kassi dan toch sini itoc
groote kom besar", hetwelk moest beteeke-
'hen: geef die groote koon eens aan.
Maar tfe Inlander lacht nooit om die
dingen. Hij denkt: Die man >veet nietheter,
Üus bet zij hem vergeven.
Wij mochten ook wel eens zoo denken,
wanneer vreemdelingen onze taal zoo vei -
minhen.
I Vooral zondigen vele Hollanders met dt
beleefdheidsvormen. Ze worden In dat dp-
fcacht door woordenboeken en boekjes met
samenspraken dikwijls op den verkeerden
Weg gebracht. Ze leeren bv. tlat loe be
(toekent jij en jou, terwijl goWe Wil zeg
gen gij en u. Niets is minder Waar.
Loe beteekent wel jij, maar op een toon
(alsof men zegt: jij houd. Pus de grootste
^onbeleefdheid. i i"
Gowe beteekent ook; jij, maar minder
onbeleefd. i j 1 i 1 i
Men kan nu b.v. eeu Hollander tegen eer
hooggeplaatst Inlander, b.v. een adipati
hooren zeggen: „Gowe. Dat is net bet-
zelfde, alsof wij tegen een gouverneur, een
burgemeester of een generaal zeggen: jij.
Zoo'n gouverneur zou dan boos warden
over zooveel gebrek aan vormen. De nflipat
antwoordt heel beleefd,
i Wat moet men dar zeggen?
Men noemt steeds den titel. Wie dikwijls
'Indische kinderen beeft onitmoet, weet, da
bet heel wat moeite kost <x de volgende
spreekwijze Weg j© Werken:
Pa, heeft pa xvel gezien, dat de hond
(speelt met pa's hoed?
Welnu, dat is Maleiseh beleefd, kien zegt
tegen een regent b.v.: Vaart de regent
nlwel? En hoe gaat het met de vrouwi van
den regent (toean regent poeaja radenajoe)
(en met de kinderen van den regent? (toean
regent poenja anak). 1 1
--In den pmgang van de bedienden is men
al heel ver, als men wat woordenkennis
heeft, dus jweet, hoe de voorwerpen hee-
ften. De rest komt van zelf wel. Als men
(een jaar jn Indië is, maakt men zich zeer
féoed verstaanbaar. i
Lastig is hipt soms met een Chinees te
(praten. Chineezen hebben moeite met de f
ten de r en het klinkt koddig hen te hoo
ien spreken over een ptesch (flesch), of te
hooren klagen, dat men hen te weinig voor
njn. waar biedt en hij verlies (roegi) heeft.
Hij klaagt dan: loegi, loegi.
I fete Hollanders ©chte;r Jjebb.en altijd ruzie
rcwrt de g, die sa nlg onze g uitspreken,
tosmijl het (.och. moet zfln een zeer zachte
k, zooals in het Rtfansch in garpon.
Zoo heeft ieder zijn gebreken, waar het
de uitspraak ,van een vreemde taal betreft
an men. doet altijd goed, die fouten zonder
onbeleefd lachen pon te hooren,
H.eusch, in dat opzicht mogen»' Hollan
ders zich jwel eens bedwingen. Wij hebben
veel te veel pleizaer over vreemden, die
onze taal radbraken, terwijl' we ons' toch
x>k aan die-fout schuldig maken. Als oen
'üransehman zich ©ens over ons Franscih
vroolijk 'wou maken, zouden We hem dat
kwalijk nemen. He Franschman is pchter
relievendjgenoeg om dat niet te doen.
In Indie maken Hollanders zich dikwijls
vroolijk over het Hollandsch praten van de
daar geborenen. Hat mogen we xm Wel eens
loen als We onder elkaar zijn. Inlanders
achen in onze afwezigheid ook om ons
daar we moeten hot niet doen, wjaar de
nenschen bij zijn. 1
Men kan anders vermakelijke gezegden
iooren. I t j
Indiërs verwisselen de h en de g. Voor
ïond zeggen ze goen. (Een slot d of h laten
sa vaak weg).
Geld klinkt als held.
Zoo had ©ens het „volgende voorval
tiaats. i i,i
Een mijner kennissen gaf aan het post-
rantoor te Samaxang op, dat zijn adres de
rel ge rule 3 weken te Salatiga zou zijn
3e commies, een zoon van Java, noteerde
iet. Toen werd hem gezegd: Wilt u het
ok 'even jioteeren voor den heer de Geus?
He man schreef op: de Heus. 1
„Neen," zegt de ander, „niet de Heus,
naar fe Geus", I i
„Hat schrijf pk toch," klonk het acjhter
iet loket. i
„TJ schrijft fe Heus." 1
Verontwaardigd werd toen geroepen:
„Spreek dan ook duidelijker. Hoe moet
iet nu zijn? Met een hee (g) of met een.
ja '(h)?" i i
Indiërs liggen ook altijd overhoop met
te 'geslachten. Neef, nicht, oom en tante,
ütes heet soudara. Ze kennen geen hij
m geen zij. Dat gal eens de volgende ver
gissing. 1 i
Ben klerk kwam zich bij den majoor,
jarnizoens-commandant, beklagen. Zijn neef
vas wat veel uit en ging te veel om met
en 'paar jonge, ongetrouwde officieren
s Nachts klom neef zelfs het raam fer
ouderlijke Woning uit en bracht den pacht
loor bij de vroolijke heeren. 1
"He 'majoor begon te lachen en zei: „Nu
a, 'maar dat zijn heel nette lui. Je moet
e neef niet zoo streng opvoeden. Jongelui
noeten Wat vroolijfcheid hebben."
En toen klonk het verontwaardigd:
„Ja, "maar majoor, mijn neef, hij is een
ncisje." i I i l 1
Toen begreep de majoor. I
f i A. v. !Wl
B-'NNENLAm
De o«rlog«irlnsti>elasiiiij».
D© Tweede Kamer heeft gistermiddag
net 59 tegen 13 stemmen, aangenomen een
voorstel van den heer Do Geer, om de be
handeling van liet wetsontwerp tot inürelk-
cing van de oori ogs winstbel as tm g te schor
ren tot de behandeling van het wetsontwerp
letreffende da vérmogensoanwasbelasting
Controle •oilog'wlnst- en rljkslnkomsten-
belasttng In het fcnitenUnü.
Naar wij vernemen, is de Minister van
financiën voornemens om, ter control eo
■ing van de juistheid der aangiften voor dc
jorlogswiostbelasting en do inkomstenbelas
mg van belastingplichtigen, die filialen of
ïochterondernemingen in het buitenland
icbben, eenige Rijksaccountants uit te zen-
ton, wier taak zal zijn de boeken van een
lantal dier filialen en dochterondernemin
gen te onderzoeken.
Samenwerking.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
leeft aan do gemoontebosturen bericht, dat,
er verkrijging van meer eenheid in de lei-
ling ter beteugeling van eventueel© revo
utionaire woelingen, Let wenschelijk is ge
ileken, dat de betrokken burgerlijke on
nifitaire autoriteiten, ressorteerend onder
icheidenlijk onder de departementen van
Binnenlandsche Zaken. Justitie en Oorlog,
neer voeling met elkander houden dan
ot nu toe. In verband hiermede heeft de
waarnemend opperbevelhebber van land1-en
reemacht aan do militaire autoriteiten, die
zijn aangewezen voor de uitoefening van hel
militair gezag in verschillende doelen dos
'ands bij eventueele onlusten, instructies
gegeven tot het houden van dusdanig over-
'eg. He burgerwacht-commandanten moeten
/.iah met die militaire autoriteiten in ver
binding stellen tot het houden van dit
overleg. Ten slotte wordt nog opgemerkt,
dat bovenbedoelde instructies geen wijzi
ging brengen in dc aanwijzing van de auto
riteiten, die zijn belast met de hulpwerlee-
ning aan burgerwachten. („Vad."')
G<8ïsi©Hft:fS Nieuwst
Uit den gemeenteraad vm Elburg
De burgemeester was ongesteld, en de
vergadering werd door den oudsten wet
houder, den heer Jansen, gepresideerd.
Het raadslid Stephan stelde do vraag
aan de orde waarom Elburg eigenlijk een
burgemeester had, daar dez© toch, bijna
nooit aanwezig was. j
B23B2£E25S£SS5S£££S£S£2S53S££SSSSBB£t
Wethouder Jansen verklaarde, fiat den
burgemeester na do vtettmoeieo.de vergade
ringen van B. en W, in de vorige week
door den dokter rust was voorgeschreven.
De heer Stephan: Die vergaderingen be-
teekenen niets. Sommige dominees pree-
ken ook wel 2% uur, ofschoon ze het
gemakkelijk in één uur af kunnen. Zoo zal
het bij B„ en W, ook wel gaan.
Wethouder Jansen: Dat zal u uit de
stukken wel anders blijken 1
De heer Stephan zou den spoorwegmaat
schappijen willen verzoeken, don burge
meester diens vrijkaart af te nemen, waar
mee hij niets anders deed dan naar Zwolle
reizen. Ook heden was daar weer een
verknoping, en verre van ziek te zijn, zou
de burgemeester wel in Zwolle zitten.
Een raadslid (heftig): Don doet hij mij
concurrentie aan!
Bij de behandeling van de ingekomen
dukken betoogt do heer Stephan, dat de
wethouder niet in staat is de vergadering
te leiden. Hij stelt dan ook verdaging voor.
De voorzitter dreigt de vergadering te
zullen schorsen. Wanneer hij even later
'ijn voorganger prijst voor diens zorg voor
le wegen, klinkt het door de zaal: Houd
jij daar je mond maar over! t
Een der leden betoogt vervolgens, dat
er in den aankoop van grind voor deni
polder „muziek" zit, in welke bewering
ren ander lid der vroedschap ©en insi
nuatie aan 's burgemeesters adres ziet.
Den heer De Lange duren de debatten
.vat lang, en hij maakt hierover een op
merking. i j
De voorzitter: Dat is niet onze schuld,
reoals u bij den barbier heeft beweerd,
doch de uwe.
Even later dient de heer Wijnne ©en
.notie in, waarhij de raad als zijn over-
-uiging uitspreekt, dat de. waarnemende
voorzitter niet bij machte is, de vergade
ring te leiden, en er 'dus andere maatrege
len getroffen worden. Deze motie werd
aangenomen met 5 tegen 2 stemmen.
Toen de heer Stephan den wethouder
vroeg, of deze na aanneming van de motie
bedanken zou, luidde het antwoord„Neon,
aooit." Waarop eerstgenoemde heer ver-
Haarde, dat de voorzitter „een vel voor
den kop had als een stier", en de heeren,
in afwachting van „betere leiding", huis
toe trokken. („Hbld,")
Naar een Hongaaxsche vertelling
i van
KAREL MURAL
Het was niet de eerste maal, dat Sieg
fried Mathos van zijn boezemvriend Johann
Aszok met de post een ongefrankeerden
brief ontvinr, waarin deze zijn voornemen,
om met geweld een eimlo te maken aan
zijn aardsch bestaan, te zijner kennis
bracht. Reeds tal van malen was hem
zoodanige poging tot zelfmoord geannon
ceerd, maar steeds was er iets tussehen-
beide gekomen, dat Johann in zijn voor
nemen had gestuit. Dan weer bedacht hij
zich om den terugkeer van een vriend,
die een reis om de wereld ondernam, af
te wachten, tejieinde hem nog een laatste
maal de hand te kunnen drukkendan weer
verklaarde hij in poëtische .verrukking nog
eenmaal de lente haax bloesems ontbloeien
of da herfst zijn majestueus goudbruin
tooisel over bosch en veld te willen zien
uitstrekken; dan weer was het een lieve
lingsoord, waaraan hij een laatst vaarwel
wilde wijden. Maar was bedoelde vriend
teruggekeerd, waren lente en herfst weder
gekomen en had Johann lievelingsplekjes
gevonden als voorheen, dan nog greep zijn
hand niet naar het pistool. Hot was dan
een nieuwe roman van een beroemd schrij
ver, die weldra zo verschijnen en dien
hij wenschte te lezen; een belangrijk par
lementair votum, dat hij wilde afwachten,
een internationale race, die hij wilde bij
wonen, of een groot drama, dat hij wilde
zien opvoeren en waardoor hij van zijn
noodlottig voornemen werd afgebracht. Zijn
vrienden geraakten dus aan zijn levens
moede uitingen gewoon, maar toch meende
Johaim's boezemvriend ook thans weer,
dat juist menschcn met dergelijke nemin
gen' op wanhopige momenten een steun
naast zich noodig hebben, omdat zij an
ders in hup verlatenheid misschien den
moed der opwinding zouden vinden, die
noodzakelijk is om tot een verderfelijken
stap over te gaan. Nauwelijks had hij dan
ook na het gewone aandoenlijke afscheid
voor eeuwig in den brief van zijn vriend
gelezen, dat van de tien gulden, welke
hij hem had geleend, deze een revolver
zou koopen, om zich ermede dood* te
scaieten, wanneer hij het overgeschoten
geld tot op den laatsten cent had uitge
geven, of hij schoot vlug zijn jas aan,
ging de straat op, in de hoop Johann in
een der talrijke restaurants van de Hon-
gaarsche hoofdstad aan te treffen.
Ongeveer twee uur 's nachts vond hij
hem dan ook inderdaad in een koffiehuis,
en wel op een oogenblik, dat hij den bjj-
stand van een trouwen vriend dringend
noodig had. Hij was op zijn zachts ge
sproken in zeer benevelden toestand ©n
had een schandaal .teweeggebracht, dat in
de dagelijksche kroniek zijn weerga niet
vond. Hij had het namelijk aan den stok
gekregen met een werkelijken minister, die
toevalligerwijze met eenige vrienden na het
souper dn dat restaurant was aangeland.
Zijne Excellentie werd .door een ieder eer
biedig gegroet. Slechte Johann. scheen het
niet bekend te «öa xfL» zfta. tafelbuurman
#a Hjj had hem met onbeschaamdheid
behandeld ©n toen de das van den mi
nister biet naar zjjn zin bleek te zijn,
had bij niet geaarzeld luide de vraag op
te werpen, wie de aap was, die zulk eëa
das droeg. Het spreekt vanzelf, dat men
hem buiten de deur wilde zetten na fez©
uitlating, maar de heiteers konden hem
niet de baas worden vrdoor steeg de
opgewonden EtemnhL0 <u hooger en hon
ger. liet einde van. het lied was, dat Jo
hann. Zijne Excellentie, die zich een be-
leedigende uitdrukking aan zijn adres had
laten ontvallen, een slag toediende. Wat
dit voor een slag geweest was, daarover
liepen de meeningen ten zeerste uiteen.
De bladen der ministerieele oppositie na
men het voor een vuistslag in het gezicht
op en eischten zelfs, dat de minister zijn
waardigheid als staatsdienaar in koffie
huizen te grabbelen gooide, van zijn ambt
zou worden ontheven.
Dit alles ging echter Johann slechts zijde
lings aan. .Na de schokkende gebeurtenis
weer geheel nuchter geworden, word het
hem ten volle duidelijk, dat hij' zijn zelf
moordenaarsgedachten weer voor eenigen
tijd zou moeten opgeven, omdat het toch
altijd een eereplicht was, fe ridderlijke vol
doening, die de minister van hem had ge
vorderd, toe te staan. Wanneer hij uit dit
duel ongeschonden huiswaarts kwam, kou
hij opnieuw tien gulden leenen om zijn
thans ter zijde gesteld plan weer op te vat
ten. Hjj vertrouwde dus aan twee afge
vaardigden der nationale oppositie-partij het
behartigen zijner belangen in het aanstaan
de duel toe. De beide secondanten lieten
zich gedurende eenige dagen met da ge
tuigen der tegenpartij in geen enkele on
derhandeling in; waarschijnlijk alleen, op
dat hun namen langer op ieders tong zou
den blijven. Het geval had iu de schandaal-
lustige wereldstad veel opgang gemaakt;
in diplomatieke en politieke kringen sprak
men bijna over niets anders, op diners
en parijen was het een eerste onderwerp
van discours, en de bladen, tot zelfs die
van de meest soliede reputatie, lieten zich
bijzonder nauwkeurig met het geval in, het
geen zeer tot het nadeel van Siegfried
Mathos' vriend scheen te zjn.
Een onweerlegbaar feit was het echter,
dat zijn naam door geheel het keizier-
koninkrijk, door geheel de wereld bekend
was geworden. Zelfs de kleinste studenten
in de geringste provinciestadjes en de
dienstmeisjes der verst afgelegen dorpen
kwamen te weten, dat in Budapest een
arts, Johann Aszok genaamd, woonde. Dat
hij in deze omstandigheden met een en
kelen slag een beroemd man was gewor
den, had hij dan ook voor een groot deel
aan de omstandigheid toe te schrijven, da!
de minister ridderlijk van top tot teen was
en zich, ongeacht de stemmen der open
bare meening en de moreele schade, dit
hij aan zijn aanzien als staatsman toe
bracht, bereid verklaard had de zaak lang:
den ridderlijken weg tot oplossing te bren
gen. Voor het duel moest hij echter twee
maal naar Weenen reizen, cfai door kei
zer Frans Jozef in audiëntie te worden
ontvangen, en dezen zijn ontslag, dat na
tuurlijk slechts zeer tijdelijk zou zijn, aan
te bieden. Dit had weer eenige vertraging
in de tenuitvoerlegging der overeengekomen
bepalingen tengevolge, waardoor de open
bare meening nog meer tijd werd verschaf!
da zaak wijd en zijd te verspreiden. Ht
eene bericht volgde op het andere en dag
op dag werd voor het tweegevecht een
andere datum geannonceerd. Gedurende al
dien tijd werd de naam van Johann Aszok
in één adem genoemd met dien van den
minister. Op het platteland wist men waar-
Ijk geheel niet meer wat men van do zaak
moest denken. 1 i
Eindelijk had het duel plaats en ook
hierbij had Siegfried Mathos' vriend pech;
de kogel uit hot pistool van den minister
trof Johann in het onderlijf en bewusteloos
stortte hij op do kampplaats neder. Niet
eens had hij de gelegenheid gehad vuur
te geren en de minister bleef geheel on
gedeerd. De aanwezige artsen haddon na
een nauwkeurig onderzoek verklaard, da!
Johann's wonde doodelijk was en dat de
getroffene na een doodsstrijd van meerdere
uren den laatsten adem zou uitblazen.
Maar Siegfried Mathos gaf den moed niet
op; zoolang er leven is, is er nog hoop,
meende hij, en verkeerde in de vaste over
tuiging, dat zijn vriend zou herstellen.
Johann Aszok word naar het ziekenhuis
overgebracht. De avondbladen bc" 'riten el
lenlange berichten over het duel en ver
meldden, dat de gewonde den volgenden
dag niet meer zou beleren; ieder uur werd
do inrichting door nieuwsgierige reporters
bestormd, die allen hun brandend verlan
gen naar nieuws wilden voldoen. Het pu
bliek beoordeelde den armen getroffene
niet meer zoo streng als het in het begin
had gedaan en zocht jrerig naar redenen,
die tot een zachter vonnis, een mildere
uitlegging moesten leiden. De. zoodoende
ontstane gevoelens van sympathie werden
nog versterkt door het feit, dat Zijne Excel
lentie den met eigen hand doodelijk ge
wonden patiënt nog' dienzelfden avond per
soonlijk een bezoek bracht en den artsen
daarbij dringend verzocht al het mogelijke
te beproeven om hem te redden.
Johann Aszok veroorloofde zich de weel
de elf dagen in den toestand van agonie
te verkeeren en daarbj tweo-cn-twintig art
sen de gelegenheid te schenken, hem op
te geren. Dagelijks bieren de couranten
uitvoerige berichten over zijn toestand in-
houdiin, doch lieten nimmer na, hieraan
toe te voegen, dat hij den volgenden dag
niet meer tot de levenden zou behooren.
Den twaalfden dag liet zich eindelijk een
der meest beroemde en geleerde profes
sorale specialiteiten over het onderwerp
interviewen en gaf onomwonden te ver
slaan, dat de patient, die zulk een taai
leven bleek te bezitten, hoogstens den vol
genden morgen nog kon halen, om dan het
tijdelijke met het eeuwige te verwisselen
En andere collega's in de groote cosmopo-
litische metropolen der aarde zeiden het
hem na, wanneer ook bij hen de redac
teuren der mondaine bladen zich aanmeld
den. ,i i 1
Niet groote belangstelling werden de zlek-
tebenchten allerwege door de couranten
lezers gevolgd. Aan het einde van den
twaalfden dag reeds begon men eraan te
gelooven, dat oen spoedig herstel van Sieg
fried Mathos,' vriend niet geheel uitgeslo
ten twas. Eenige dagen later luidden de
officieele bar.ehten reeds zoodanig en ver
klaarden, dat de patiënt, dank zij de zorg
vuldige verpleging, als buiten gevaar kon
worden beschouwd ten Linnen eeltige dagen
het bed. zou mogen verlaten. Na deze
hoopvolle tijdingen had men waarschijnlijk
van Johann Aszck in het geheel niet meer
gesproken ©n twas zijn naam in het ver
geethoek geraakt,, iudien met zijn boezem
vriend met hot oog daarop, dat hij een
hartstochtelijk bloemenliefhebber >vas, de
gelukkige inval gohad had hem een fraaie
lak bloemen te brengen. Deze onschuhge
liefdesgave bracht liem Weer op hot we-
reldlooneel Een dagblad rep u-ter, die iets
van do bloemen had vernomen, dischte
namelijk den volgenden dag reeds het
sprookje op, dat een lieftallige gravin, die
voor den jongen geneesheer een geheime
sympathie koesterde, hem dag op dag Noe
men aan zijn ziekbed zond. Daardoor kwa
men langzamerhand allerhande romantische
liefdesgeschiedenissen in Üe bladen, waar
van hij de held was en weldra was hij
door ©en stralenden karig van legenden
omgeven, wat zooveel te gemakkelijker
was, daar zoowel oade als jonge dames
hem bloemengaren toezonden.
De ontdekkingen, dis de weotgicrigc re-
sorters echter iji die dagen omtrent Johann
kszok deden, Waren wonderbaarlijk en ver
rasten zelfs zijn vriend Siegfried, die van
deze kwaliteiten van zijn vriend nog nooit
.ets had opgemerkt. Voor alles conslateer-
len de bladen eenparig, dat Aszok een
titerst bekwaam geneesheer was, die reeds
veel van zich had doen spreken en zich
>en Wtotenschappelijken naam van niet ge
ringe betoekenis bad veroverd. Daarnevens
werd ter algemeene kcruus gebracht, dat
uj den minister mol geheel zonder amla-
ling had bcleedigd, want beiden waren
gecharmeerd van een en dezelfde jonge
damo en do scène m het restaurant was
dechls een afgesproken en uiteelokte vets
ooning geweest om gelegenheid tc hebben
renige kogels te wisselen, zonder het won-
derschoone meisje ïn kwestie tc compromit-
eeron. Ten derde werd der stad kond ge
daan, dat Aszok ©en nuddti tegen de tubor-
•uloise had ontdekt en dat hij dit geheim
met zich in het graf zou hebben geno-
ïncn,siindien do geneoskumlige weienschap
hem niet 'had gered. En tenslotte ver
laadde de pers het geheim, dat hij tot
ren zeer voorname familie in nauwe bloed
verwantschap stond. Al deze verzinselen
deden zijn naam nog genumen tijd een
plaats in de voorname kolommen ïnnemeri,
>m wijd cn zijd was fer zeker geen vrou
welijk wezen te vinden, dat niet van hom
bad gehoord. Velen luidden zelfs reeds-
vergeten door welke zaak en op welko
wijze zijn naam in omloop was gekomen.
Alen meende slechts zekerheid te licbbeu,
dat hij in geheel de oude cn ttieuwo we
reld de beroemdste cn geleerdste arts, *ecn
sieraad der medische wetenschap kon Wor
den genoemd.
Op den dag dan ook, dat do patiënt hei
ziekenhuis gezond en versterkt zou ree
laten, moest de geucele beschikbare poli
tiemacht uitrokken om do geestdriftigo
jeugd, die te zijner eere een demonstratie
op touw wilde zetten, in bedwang te hou
den. Daar kwam nog hij, dat dc minister
intusschcn zijn groote populariteit had ver
laten en men, om hem te ergeren, liet
door zijn hand gevallen slachtoffer Wilde
vieren. Onder de aanwezigen weiden dan
ook lal van oppositioneel© afgevaardigden
opgemerkt en dc bladen der nationale par
tijen maakten veel beweging van zijn uit
tocht uit het ziekenhuis on stelden hem
cenigszins voor als het ongelukkige slacht
offer.
Het behoeft hier waarlijk geen betoog,
dat JJoliann Aszok, nadat hij door middel
von do open 'kolommen van dc bladen der
gohcele wereld had aangekondigd, dat hij
zijn geneeskundige praktijk zou hervatten,
door patiënten van heinde en ver, van
binnen- en buitenland, en daaronder voor
namelijk door vrouwen en meisjes, letter
lijk bestormd weid. Ja, nog moor. Bij do
upper-ten van alle groote sleden kwam hij
m de mode en toen de minister, wien
hij een oorveeg had gigeven en die hom,
doodelijk gewond had, aan dez© niet allc-
daagsche en ook niet gezochte reclame nog
daadwerkelijker bijstond schonk-dan hjj
rads had gedaan en zicli door hom liet,
behandelen, kon Johann Aszok met recht
een medicus genoemd worden, die met één'
slag zijn fortuin had gemaakt en die in.
!fe verwondering en blijdschap over dit on
verwachte geluk zijn plannen tot zelfmoord
geheel njt zijn herinnering wïschte, zo
althans liet vaten voor altoos.
DEE
r i I jx. f
c