Schiedamsche Courant. 9«- «w» rsssaswr-sy? to",,aa m tweede blad Parodie op Staatstoezicht. Hkap goede paad. j (Zaterdag tO Juli 19k0, No. 16408). In eeh vorig artikel betoogden wl|, cLaij Nederland gedadhtejijlocs afglijdt naaf staatsexploitatie van spoorwegen en dat flit bizonder vreemd Is, in een tijd, waarin alen de fouten van zoo'n staatsiexpilOiLta.le! goo algemeen toegeeft en waarin zelfs, fle radioaalsLen met die nieuwe opvajV flngen voorzichtig rekening houden. Nu wilden wij hier niet óf de stelling Verdedigen, dat de staatsexplöitai (ie piet geschikt is voor ons land 6f zelfs een aderen voim van exploitatie vaststellen. Wij willen slechte opkomen tegen het „ger fladhtenloos afglijden'^ tegen de methode; vaji „fjods wiater over gods lajkkei] latepf ^Dafdoet men. De staht had in Nederland? op spoorweggebied een kunstig samenge-f steld donourrentieisysteiem in het Jievenl geroepen. Of dat goed of slécht wasj latte», wij buiten beschouwing. D,och het wasj 's volks wil. De spoorwegen rijin nu hstiglijk uilt dat doncurrenüe-systeem uitgekropen; zij' heb. ben. zich verbenden1, heL systeem ligt op fle mesthoop. Of de staat dit ha|d kunnen of moeten verhinderen, -willen wij hner nniat ondere zoeken. Doch wel ligt het voor de hand, flat de staat zijn controle op de spoiorv wegen onmidderiijk had moeten verscherJ pen omdat de kans, dat het publiek nul aan' het kortste einde .trok,, bizondea- groptf was. Niets daarvan. De arbeiderfikwestiie heeft) ook hier aiiler aandacht geabsorbeerd ent het toclh veel grootere en meer directe gewichtige algemeen bfeftang wordt ver-; waarloosd men rekent er op, dat wij (och maar staatsexploitatie drijven. Welnu dan, zoolang wij deze exploitatie hebben moet zij 'zoo goed mogelijk szrijtnl.. En dat is rij diet dank zij die ahisoljuul; vicieus» iiniidhlangj van' het staatólkezichll op de spoorwegen. i Juist tegenwoordig, |uu de maatschappijen: elkaar niet paoer binnen de peidkan houy flen, moet dit toezicht zoo goed! mogelijki zjjm Én het is dat volstrekt niét. Zien, wij wel^ dan ligt de verklaring daiak; voor al iin de gronidgedadhte van de oiganifl galie van dat toezadht^ jdiie söMjnbaiar theci, relisch juist, dodh. in "de practijk zoo one» juist mogelijk is gebleken. De grondgedachte scihijnt anis deze: Db macht der Spoorwegmaatschappijen is enorm. Wh de slaat een krachtige toeziende macttil daartegenover stellen, dan meet deze zoo zelfs londig en onamajiltelijk mogelijl rijn. Maken wij niets dan een dorps vaih (toeziend© Itijfcambteittaren, da» zal Ide toadht .daarvan, niet groot genoeg zij». En dus scheppen wij ee|u Naad van Toezicht,, die eigen ondergeschikte toeziende lamjbr lenaxen zal bebiben. In theorie, is hier iets voed te zfe'ggeu. fd de pradlijk is het echter absoluut fpilihanÜ uilgeloopen. Men heeft de benoeming tot lid van dien raad nieL mfet voldoende Waarr, borgen oimiringd en zoodoende is dit tidi mjanlsdhap een makkelijk baantje gewor^ den, Waarmiee men verdiehstdijka amblerf naren oï poiitieike vrienden MMoomt", Dd goed© gevolgen va» het scheppen van ©au zelfstandige madht rijn du» uitgebleven en de kwade gevolgen geieh eenhedd' in de organisatie, geen ruime opJdimmiiing!Sim.Ofj gelijkheid van 'de plaatselijke inspecteurs,, een absoluut gemis aan kracht rijn jijatunrlfji; jnielt nilgehlleven. De wrange vruchllen zijn voor het plukken. Toen' Wij onlangs bij een ijverig inspecteur mzagjs vroegen vaju het ©nhverpfJtemerdteustj moest deze verklaren, dat hem zoo'n ont- weip jniet werd toegezegde». Ziedaar dus de rijksinspedteur, die voer het btelalnjgr rïjksle gedeelte van zijn dienst wordt ui'Jlr geschakeld. Spreekt dat gjeen boeke»? En! is het ook overigens jaiiet ppmerkehjlk, dat de dienstregelingen oiekalsesi rijlm van "het spoorwegbestum\ waarop absoluut onvol doend© toridht wordt uitgeoefend en waam in dus do monopolist kap; doen wat hij, goedvindt (we denken b.v. aan het plot seling weer invoeren va» Dr|(|r|eiitnien', aa» dej willekeurig© Mjslagjen op malle klfcipe eindjes, enz!./. Zcodra de staat kentaisi ha'dl geknegleïï v«p de samenspanning der spoonve^maato schappijen, had hij er onmiddellijk np dadht moeten zijn om die bescherming va» het publiek door een goed staatsfaeiripibij krachtiger en meer afdoende te maken; Het is niet geschied. De victors© oude! .toestand blijft voortduren. En het eenigd onbetwistbare voordeel dat wij van partij duliere exploitatie kunlmen hebben dat) de staat sdherp, objectief en stang Itcefl riet ontbreekt j» dit geval ten eiefniepi rfale. f Gemengd Menws. Per „drdadlooze" dansmuziek. Te Pittsburg is onlangs een bal gegeven, waarbij het orkest zich op 1 K.M afstand bevond. De muziek werd overgebracht door draadlooze telefonie en een megafoon. Ech ter kwamen alleen de klanken van strijk en blaasinstrumenten, over. Dalende prijzen. In verband met de daling der prijzen, welke men in Engeland meent op te mer ken (wij zien er helaas niet veel van), merkt de „Daily News" op, dat dit het snelste prijsherstel is na een grooten oor log, dat ooit werd waargenomen. Na den Napoleontischen oorlog duurde het acht jaar, eer de prijsverhooging ophield, en nimmer meer daalden de prijzen tot het oude niveau. Na den Fransch-Duitschen oorlog duurde het zes jaar. De beroepskeuze der hedendaagsche Frangaise. Volgens het Parijsche blad „Excelsior" is er een kentering gekomen in de be roepskeuze der jeugdige dochteren van Ia belle France. Gaf men een tiental jaren j de voorkeur aan de studie der moderne talen, der rechten, en aam het onldiehvrijs^ thans voelt men meer voor practische be roepen. Speciaal het beroep van tandtech- nicus, architect en machineteekenaarster trekken blijkbaar sterk aan. De Francaise studeert nog wel in de rechten, doch meer met het èog op ©en betrekking in depj handel of in de industrie; ook studeert zij in de philosophic, echter met het oog op een journalistieke carrière. Tal van beroepen zijn sedert den oorlog voor de vrouw opengesteld. j Zij bekleeden niet alleen ondergeschikte, maar ook leidende posities. Een onbekend Qoethehuis in Dresden. Een Dresdener kunsthistoricus heeft in do archieven der stad Dresden een acte van 1774 ontdekt, welke bericht omtrent een enthousiasten schoenmaker Johann Gottfried Staucke, te wiens huize Goethe in 1768 gewoond heeft. Het huis is ge legen Friedrichstrasse en verkeert nog vrij wel in deozielfden toestand alb 150 jaag- geleden. Men meent in Goethe's fragment: Dier ewige Jude, den Dresdener schoen maker te herkennen. zijn?" En Lady Hoverton liet liet ijs voor- ©en groot schandaal worden en ik neiernj bijgaan. „Maar wanneer heeft Gerald haar kleinen Gerald me© naar mijn moeder. J« ontmoet en waar?" bent ©en ellendeling." Lady Aidenbrook'g „Dat kan ik u verbellen," antwoordde iPOnj^®" blauwe oogen vulden rich met tra-! Wart» iCT»dig. m v»d hei heerlijk iemand te kunnen mischten. „Het was op Lord Ardenbrook's eeng antwoord was' het souper, te harer eer gegeven door den een schouderophalen, en hij liep verder, Hertog van Wiltshire, waar alle gezanten tqrwijl hij even op zijn horloge beek. tegenwoordig waren en van de uitgaande „Zij hebben een afspraak,' 'dacht Susan, wereld ieder, die een invitatie machtig kon „Ik moet onmiddeEijfc iets doen om dat te worden. Ik was er ook _fdit met zelfvoldoe- beletten.' Zij greep CharLa Whartcm bij ning gezegd), en zij was in een eigenaardige den arrai en fluiserde hem tce: huif en wilde met niemand spreken, be- 'Sf1f,j"®» r Wh i marais loge en. "vraent daar op nm. Ik halve met twee oude dames, en Wiltshire brand fvan verlangen.' otm kennis met haar was razend, en toen werd. Ardenbrook aan te maken en ik zie oom Oirbnm, bij haar> haar voorgesteld en zij kneep haar oogen die mij wel even. zal voorstellen.''' dicht als een panter, en zij gingen samen ,fi), tiewo (h'^mel. Lady Ardeaihrook,'' erge.ns op een sofa zitten praten." stameld© Whairtcin, Gera'd heeft m'sschien' .„Geen wonder dan, dat Susan zoo kijkt SraaS flat ik- dat doe. AEeen andepa armie kleine Susan 1" zei Lady Hoverton. Hacnes laten irioh aan ha-an." voorstelLeiï, „Komaan, "wij moeten gaan, later zullen ^coals de hqrtogm van Tdlwater en Lady J - 6 t„ Mti-rJidlere, en die staan bekend pis-1 wg misschien zien hoe aUes afloopt." exO0nlr^k> m kcmt niöt op .wat Daarop stonden de dames op en verhe- z'jj floen; prma|r gij, neen werkelijk ik durf ten de kamer. het niet (te wagen." Het hal leverde een schitterenden aan- Lady Ajideabirook'S (Ocgcn schitterden van blik op, iedereen, die er tegenwoordig was, boosheid. t zal dat toegeven. Een vereeniging van „Fpeng mij -«h1 dadelijk hieen, Charlie,'i mooi© vrouwen en knappe mannen. Do ZW> „andeijs ga ik alteen.i glorie van ieder land, dat zulke exompla- iIe^T0UW Cnimordx beak met op, toan het 1 tengere vrouwtje naar loge bi men rad, ren vau het menschengeslacht kan voort- pen yaU becr2Ilj ^et zij ia brengen. En te miduen van. hen bewoog g^spirek was, maakfe plaits' en Xraiy Ar- zich ©en lange, slanke gestalte in ©en vol- denbrook tikte haar oom, Lord Orburn, maakt Empire-gewaad, heel donker groen op tien schouder, en vroeg hom haar voor hij zwart af. En vanaf de prachtige dia- te nfellen aan rijn gastvrouw, terwijl de manten tiara, die Josephine op het top- pupillen Van haar oogen scherrp als naakten punt van haar roem zou hebben kunnen token en zij haar hoofdje stijf rechtop hield, dragen, tot aan do met sandalen bekleed® Licht, lady ^Aiid-cnbi oo*., vteascht voeten, droeg zij niet één onderdeel, dat wo.dan mo^ornv, t TT zea to ouu© staatsman ton hoofse Msr- met geheel an stijl was. Haar juweelen waarop de beide dunes vcoir elkaar waren do schoonste van alle in dit groote bogen, 'en een kleine tinteling in de prach- gezelschap en 'hetzelfd© gold van de oogen tige oo-gien der vraamidie vrouw op'iohtte, en de gelaatskleur der vrouw, die ze droeg, die Susan nog boozer maakte. Zij was bleek en donker en'statig en haar „Ik zou u gaarne een oogcnhlik spre- pupillen waren onpeilbaar als de hemel ken,zieid© zij zoo kalm als zij kon, „maar bij nacht. Niemand zou haar leeftijd heb-;^ zc°vo;:i'l \riend« om u, (dat bet zend jaar zijn als vijf en twintig. Zij he-1 jl©vrouw Giimordi's glimlach vrööd zeer woog zich mot die wiegelende gratie van vriendelijk, em tactvol wist zij hat zoo in oen wild dier, maar - als ge haar gelaat te richten, dat ida di La hoeren, die in de aanzaagt, dan waren haar oogen schoon nabijheid waren, maar naar voren kwamen, en wijd geopend, zooals op de afbealdin- da rij zehte zich terug trok achter in d© gen' der Etruskische dóodenurnen. Zij daden loge, waajr ©enig avondeten was klaargezet, in 't geheel 'niet aan een dier denbon. Toch Haa:r nieuwe bczoakstar nam daarop naast tevn viï rx^ii» winri™, wi rt.,-,. haar plaats en in het omfloerste licht zagen Zijn die er wel? ZijZeg het nu maar eerlijk. Jullie mannen houdt evenveel van vrouwen die veel praten als van andere. Hij: Andere? plaats en in het omfloerste licht zagen zij elkaar aan, en maten elka|nider, zooals vrouwen dat doe'i. „Wilt ,u mij nu Vertollen, wat u mij te Zeggen hebt?'1' vtroeg mevrouw GrimoildÈ met oen "buitengewoon liefelijke stem qn 'Zjj' 'was riui vtergezeld ,door dre vralu do ©enig, dodh, naiuw1 merkbaar accent, m Engeland het meest op den Voorgrond! b am u rooi.sesteid m kon zij, zooals Charlie Wharton had qja- gemierkt, ze plotseling half dichtknijpen, totdat g© enkel de lange franje der wim pers zaagt en daartusschen twee glanzen de zwarte diamanten. een Een'teruggevonden Biibens He vterloren gjewaanda wèrkenl van Hjjeus rekende misn da roo-ie „Groote - r®tWh'' uit het 'bézit van koning Karei I »ran Bngetenjd. Rubens schreef daarover £n cepjffiïber 1621 aan dien taenimaliigien Prinsl teroae" wear ontdiakt Hiat" was üm 1649 onthoofding ,de& 'komings verkocht, rhèt verscheen in 1755 te 'Amsterdam op ''Vrw? veI'ïag verdween daarna spoorloos, jumstreeks 1880 kocht Jan van den Arend Hoek, dat JudiLth ien Holofecnes voor- jfEsrlrP™?, yan^ een verarmde adellijlke familie Mijkt nu, dat dlit heft werk in _j is; vela Rubens-kenners, o. a. Max Ks8*?' erkemiien het als bat jeugdwerk Hm schilder. Rulbens zelf had laein Ö'S? 'vioor Het doek: het was rijn perste waarvan hij door Carneias Gulle WP^WW'PBbi stjeikm Ijjeh Zij waren gekleed als eon weggeloopen en pas getrouwd" paartje uit „Gretua Green" en zij hadden den heelen middag gekib beld en spraken nauwelijks meer metfelkaar, toen zij hun intree deden in het vroolijke gezelschap, dat gemeenschappelijk den maal tijd zou gebruiken, alvorens na,ar het bal van „Voor Honderd Jaar" te gaan. Hij was drie en twintig, zij was negentien. Zij" waren ruim een jaar getrouwd, en hun lief jongetje lag boven in een ruime, lichte kinderkamer, in afwachting dat hij rijns vaders titel zou erven en zooveel van diens bezittingen als de radicalen hem zouden laten behouden. Zij 'waren getrouwd uit liefde, zooveel als zij' daarvan begrepen.' Zij hadden samen gedanst, schaatsen gere den, gelogeerd op buitens en allerlei grap pen samen uitgehaald. Zij hadden gejaagd, golf en tennis gespeeld, en geen van beiden had ooit ©enig besef van verantwoordelijk heid noch eenige zorg gekend. Zij waren ©en opvallend knap en fleurig paar, ?oo- alsi zij bjj dozijnen in hun stand en hun ras te vinden zijn. „Wjat scheelt de Ardenhroofcs toch, dat zij er uitzien als een donderwolk?" vroeg Lady Hoverton haar buurman aan tafel. „Susan is net een hoos wit poesje en Ge rald een humeurige oude heer. Hat is be lachelijk voor zoo'n paar. kinderen. Kunt gij het verklaren?" „Ik begrijp er ook niets van," antwoord de! Charlie Wharton,, „tenzij 't is omdat Ardcribrook kort geleden de beroemde me vrouw Grimordi heeft ontmoet en de be- itoovering van haar sirenenglimlach onder gaat." „Dat is eeiï merkwaardige vrouw. Ik hoop, dat zij er vanavond ook zal rijn, zoiodat ik 'haar eens goed kan bekijken," zei Lady Hoverton. „Tegenwoordig is men niet dikwijls in d-e gelegenheid een vrouw te zien, die ©en historische rol heeft ge speeld en die nog steeds een raadsel is iroor iedereen. Wie is rij? Waar komt zij 'vandaan? Ho© komt zij aan al dien rijk dom? Niemand weet het antwoord. Zij komt* plotseling opdagen, in Rome, Wiee nen of Parijis, zooals nu hier; er heerscht een oogenblik groote opwinding en dan verdwijnt zij weer voor jaren." „Zij is buitengewoon aantrekkelijk," stem de Charlie Wharton toe „en zeer moeilijk te doorgronden in haar optreden, alsof zij leen koningin was, wat rij min of meer moet rijn, te oordeelen naar de macht, Jdie zij feit. Ik heb iaiet yieel! veinstatod van' ^toeken), maar ik heb eens ïets g-efezeni over een vampyr in Venetië in do 15e eeuw, geschreven door een Franscbman, en' op mijn woord, ik geloof dat zij het ist Zij wordt nooit ouder. Miju vader heeft al voor 25 jaar van haar gehoord iuBuda- Piesth." „Het is verbazend interessante Gelooft gjej erkelijk, dat zij er vanavond, ook zal „Mijn man is aan u voorgesteld ui tredende staatslieden, em haar lengje xanj p00s g^j^ vorige week. en heeft haar schalterc-nre eiolstoenen maaktenhaaïj a |a0a Nezoelc gebracht." zei' Lady 'At den- het middelpunt alter cogen. M brook hooghartig en met zooveel waardig- Lord Andenhrooks knap gezicht met dej als haar kinderga!zürcht kon a^nuemen. fijue^ trekkenVerbleekte, toen aj langs zijla) 2ij Ifleld op, omidat zij gaan adem miser gezelschap gmg, dat jpist was b.nnengeko-1 jiafl en mievrouw Grimordi antwoondde mien, cn 'een tolling! ging door hem haelnl/ zaCihtzinri" zoodat Lady Ardenhrockhsutf woede en' >jDat is° zoo - een bijzonder aardige jvlerdniö- bijna overluid uitte. b jonge man, lieve mevrouw, en heat ont- Dre duivelin Ik wil met dat Gerald! Jwi^dd Voor zjJtl leeftijd." tot haar spreekt, i hijgde zij, terwijl zij j Lad 'Alüenbro(>k aar2doi(tó. "Zij begon haar klmno hand,en nmcheloosJ meein Wlijvvil|ig 0pgenamO;l fiak mo Dijker de en haar gelokt hoofdje driftig schudde, ^Jldiaa iJa= gs,dacht had, maar zij Maar al haar waak^arimhoid en wcene kon^ tesJ(>ot vol ho,J,cirl) tanwer Haar haar Ha^Jcdgan ech genoot niet aan haaii vroede sbfidds grooto" wierd, nu zij zoo zijd© houden', nocli hem bslelteu zidh tef asüdit bij haar mêdedingsller Was ea op- vcegen bij da groep, wielke, overal vap1 zij, flg,,, voornaam en bekoorlijk zij was. hemg.ng seeds om mevrouw Grmiohdi irerL Ik vermocfl flat u meehelpt a:m zijn pong Weldra tok deze zich m hamlonhvókketing," aeide zij scherp, „hem op- loge terug, een der vere van den groobenl yoedt, en ik ben hiiea* gekomen, om te zeg- .ojmgang, dn hield daar een soort ccml Kleine Lady ilrdelnbrook liep eerst rond1 beneden in de groote balzaal', te middjenl ivan haar vriendoni, en begaf zich toen! (ook naaf hjW loge!, die juist tegchoVejij (date vjan de gehate vitaemlde gelegen was\ ien fixoende Van daainuit de inzi ttendieja melj haar binocle. 1 .jLieNte Susan", flnistelide haar tante! haar inl, „jie! moet je jeejn b©atje hjeheter-! ÉJdhem ejn niet zoo aan iedereen tooiaiaSnsV (dat het je hindert dat Gerald bij mavrouwj Grimordi is. Het maakt zooün Vreemden) indruk dcor die binoicla ta staan ldjken,'''i „Laait mij met rust, tante Cateau'', zeij Lady Ardenhrook snippig- „Gerald is mijnj man, dn ik Verdraag het niet. Ik ban geënj zachtzinnig© Griseldaj, zooajls de vrouiwen) uiilt uw jeugd.'1' 0jWïj kandeni Hip nfaiimen bdbetf [en duair-l door lieten cnae echtgenooten ojns niet zoo! isjpoodig in dein! steek," gaf haar tan.te beul antweord, „Gij modentnip jonge Vrouwen, rijt niet bajzxnder galuikkig in het uitoefed nen van uiW aantrokkingsknacht. Gij sahijintl luw verloofden en echtgenooien al hiiminert het jaar to vervelen.''' Na deze terechtwijzing! barstte Lady Aïi denbrook b^ia in; tranen uit en rij koin| nauwelijks tets satoetohangendsahtwooridien) op die opmarkingieiu harer vrienden en bel wonderaars. Lofld Ardenhrook kreeg blijk-! haar itiet voel aanimceding van „die! duivelin'', haar rijn vrouw opmerkte, tete kemmale ails zïj duen kant opkook; _maar! eensklaps ËuisteTde hij) haar iets in en) zij knikte. Diaama) verliet hij de logjo ien' stond een oogienhlik later 'eigens in de zaïat Mj toen deur. -met een ui'tdrukking v|anj vol-i dcianing np zijn gezicht. Susan verzocht Charlio Wharto|n! haarl naar de balziaal tanig td brengen, iemi_ zij begon! ohmiddcltijk hapt; man met vjerwijteh te oWerladen. 1 „Hoo kan je jeZelf etó mij zooi Vei^alenj Gerald", zaóde zij, „dooi* adhter die sftedhtei vrouw aan te looped, zoodat iedereen 'tzietj Je maakt je belachelijk en ik wil het pitod langer verdragen.*'" „Ga dan hodri,'' antwoordde Lotrd i\i'i dienhrook koeltjes. „De ken geen slechte vrouw ien het is niet waarschijnlijk, dat ik miizieJf zal1 Vergeten in ©enig opricht! 'Als je mevrouw! Grimoildl bedoelt, Idan was je kwalificatie al zieer misplaatst. Zij is de hekcorlijikste vrouw en cte mieest ver-< fijoiile „grande dam©",-die ik ken." „Aid je nog) eehs met (baatf durft spüèiden! gen, dat ik dit niet zal toestaan. Hij is mijn echtgenoot, cn als hij opgevoed moet worden, dan zal ik dat zelf doen." Mevrouw Grimordi glimlachte wieeir als i©en goedig© moeder-poos, die in de zon Digt. Dit grappige hoozio vrouwtje ver maakte haar bnitrngemiean. „Dan moet u goed oj> hcimi passieln, en r hein verhinderen bij mij te komen," zeide jrij zacht. „Maar als u er ziêter van waart dat u dat doen koadt, dan zoudlt u waar schijnlijk niet hitór bij inijl ziijla gelto'iuaii." NVeer kwamien ti*anicn van onmachtifce wobdto ten smart in da blauw© oogen. „Neen, dat is zoo, ik beln ©r niet zelear van, kan daarom ben ik hieir gekomen om u té verbieden' u met ons tei beanoeienl" Mevrouw Giimardi opende ©axsklaps, wijd haar oogen, het leek Susan alsof twee zwarte Vuurbollen haar fgianfcnkelden en haar boosheid ging oen scoonde lang in vtrctos over. Toen vielen de zware oogleden weer husr en de loorno glimlach ver scheen opnieuw in de sluimierelnlde diepten. „U zijt onbetaalbaar," zeide zij. „En u hebt mij geroerd, naar om een reiden, dieTu niet vermoedt, itiat door nw dwaze kindeir- aichtig© mtbarsling. Wij znxllieai dezio zaak eens Vriendschappelijk besproifoen, pn ik wil u zelfs den dienst bewijzen, u cenj paar wenken te geven, dia u van nut kun ne» zijn voor later." „Gij zijt al t© Vriendelijk 1" riep Laldy Ar- ttehbrook boos uit, „maar ik vraag _u niets, behalve 'de verzetering, Hat u mijn man met rust ziult la'ten." „En gesteld, dat ik dat Weliger Wat dan f— ilwaas vrouwtje wat dan „Dat weet ik nieit," sl'fömdie Susan to© met zooveel zielfhedwang als zij kon op roepen. „Vertel mij etens, wat kunt ui Lord Ai den brook aanbiedtoti als een vergoeding, ■wan neer hij afziet Van bet genoegen om met mij' te komen praten? Verwijten, scènes, ge- pruil? Zij schijnen mij to© geen aantrekke lijk© lokmiddelen ta zijn, even weinig ais de gesprekken, dio gij samen gehad moet hebben, voordat hij mij ontmoet 'Ais zij hem genoeg wanen geweest, dan zou hij niet iets anders gezocht hebben. U meelt billijk rijn, taevrouwtje." Susan was te verbaasd "oveff JJit gezichts punt om te kunnen spreken. „Uw man is inteliigcnt of hij Zou helt ten mihsbo kunnen rijn an misschien vervelen hem de kleine onbeduidende din gen, die, naar ik begrepen heb, tiw teven flair Lnjalt 'ik mij s^heide», Geijaid. Het zal) .vtulien'. Zijet u1, dis, gjqn maai er chamaal) aan' gewend Is uw lief gerichtj© te aan schouwen, dan zou het kunnen zijn, dat de tijd hem lang ging vallen. Gij beschikt op uw leeftijd vermoedelijk niet over een mei nigte belangwekkende onderwerpen, waar over ge met hem praten kunt Dat do© ik wel. Wij zijn niet tegen elkaar opgewas sen." „Dat zijn wij zeker niet," gaf Susan verontwaardigd ten antwoord. „Zou het dan niet verstandig zijn, als u uw wapenen eerst eens nazag en de zwakke plekken in uw vesting versterkte, voordat u mij aanvalt? Vraag uzelf eens af, wie van ons beiden een man natuur lijkerwijze moet verkiezen een man met eenig intellect, meen ik en probeer dan uzelf op te voedeu, zocdat gij in staat zijt hem te voldoen, in plaats van zoo boos te worden, en inderaad heel beleedigeiid© dingen te zeggen tegen een andere vrouw, Ik zou geducht boos op u hebben kun nen worden en u de deur hebben kunnen wijzen, als niet, zooals ik u zeide, u mij- onbewust geroerd hadt door uw gelijkenis met iemand, die mij lang geleden heel lief was, en dus, in plaats van u te straffen, voor uw onbeleefd optreden door uw echt genoot van u af te trekken, wat ik heel gemakkelijk zou kunnen doen, geef ik u een goeden raad. Gij moogt mij wel dank baar zijn." „Misschien ben ik dat ook Wel," zei Susan. En tecu smolt al haar boosheid weg en er klonk een aandoenlijke ang?/" in haar kinderlijke stem. „Ik bedoelde niét onbeleefd te zijn, maar :k ben zoo icmgeluk- kig, en ik zie hoe hopeloos het is," en zij snikte hij na. Een engelachtige zachtheid glansde op in de groote zwarte oogen, die haar aan zagen, en mevrouw Grimordi stak haar hand uit en streelde even Susan's bevend© handen, die in haar schoot lagen'. ..Arm kind," zeide zij, „ik zou u voor niets ter wereld leed willen doen. Zijn. bevlieging voor mij zal zeker voorbijgaan. Als u hem nu weer alleen bij u hehk wees dau hef en vriendelijk voor hem ton gebruik uw verstand en de aangeboren uit- geslajxinhed, dito God aan alle vrouwen, gaf. Ontwikkel uzelf, om de nieuwe ver langens van zijn hart te kunnen bevredigen groei met hemleer wat hij leert vau het leven ein] rijn werkelijke ihelangton; hjlijf niet achter met enkel het lokmiddel van het eerste het beste korist;©: een lief ge zichtje." i „Dat wil ik, heusch, dat ik probeeren," zei Susan, haar tranen wegslikkend. „Het is heel edelmoedig van u, mij dat te zeg gen, want Gerald heeft zoo veel aantrek kelijks, niet waar? En natuurlijk zoudt u hem kunnen vasthouden als u wilt; maar wij hebben een kindje, en o, ik weet wel, dat jk onbeduidend ben 'en hem niet waard!, maar ik heb hem zoo uoodig, ik Iran hem niet missen." „(En u zult hem hebben, dapp'er kleia vrouwtje," zei mevrouw Grimordi, en haar schoono oogea glansden vochtig. „Kijkj/I zeide zij, toen d'e deur openging) „daar komt hjj volgens afspraak, om een half uurtje alleen m'et mij te praten," en zij hief haar stralend gelaat naar Lord Ardenkookj op, die in stomme verbazing en nog ©eni ge ergernis zijn vrouw in de logo zag ritten. „jHet doet mij oprecht pieizier u beiJ den samen to kunn'en welkom booten,"! zoide zij vriendelijk. „Gij hebt het liefste! vrouwtje ter wereld, Laid Ardenbroefc'. Ilc geloof niet, dat u haar nu nog Verdient^ maar dat kan komen." „Mevrouw Grimordi is zoo hartelijk voor mij «geweest, Gerald," zei Lady Arden-1 brook, „en ik begrijip nu, waarom Iedere man haar bewondert,,, ifc zal zelf ook alKjd Tsji 1)2,1 r blijven, benden,. Ik beep' dat zij' morgen bij .ons zal willen komen Jiunchicln 'en onaen kJefneri jongen riem.') i Lord Ardenxirook ging zitten, zijn aan doeningen! wane» te gemengd om pndiesr) woorden te mengen. a „Ik wou graag, dat u mij goed begreep," ging mevrouw Grimordi voort. „Mag ik u heiden mijn vrienden noemen?" En hierop stak ieder van hot Grotna Greem-paairlj^ blij toestemmend de hand uit „"Welnu, ik zou gaarne willen, flat u een raad aan-) neemt van een vrouw, die ouder is dan gij kunt vermoeden, ©n die de wereld kent en al wat daarin waard is om te bezit ten; ik zeg u, dat u beidien bezit wat hot clliarhestio dn het leveto. is: liefde, waar-' aan gij u moogt overgeven zonder banden to verbreken of anderen- hart te hreken; wees dus verstandig en houd hot vast en bestijg den langen ,wjeg van jaren hand in hand, iedere ^dliflede samen zoekend!' Toen strekte zij haar slanke vingers uit en nam Susan en Uerald's handen, die rij ineensloot. i „lk laat u pu alleen," ging zij voort, „ik ben moe pn ga naar nuju hotel terug. Maar morgen wil jk graag bij u, lunchen, vóórdat ik naar Parijs terugga, en ik ver- •heug mij kennis te mak/en. met uavj klei nen kroonprins." f Zij stond op pn met haar lievfen glim-i lach wenkte rij sten van de aanwezige hoeren en liet zidh. door hom wegleiden, haar vrienden ten pfschleid toeknikkende, Lcrd Andienlbkook bedekte met typ. ©ene! hand rijn oogen, terwijl hij met die andere zijn vrouw dichter naar zidh toetrok, en toen hij haar even aankeek, zag 'zij "dikkjq tranen langs rijn jwangen rollen. f „Lieve klein» Susan," zeido hij, „rij is eed zeldzaam ©detej yroujv] jen wij zullien' haar raad opvolger^" j i DER

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1920 | | pagina 5